s &._o 3 2ooo
HOOFDEN
&
ZINNEN
INHOUD
Functies van het hoger onderwijs Studentenbezetting in Mexico
Het dak van het
onderwijshuis
Het acute tekort aan leerkrachten in het primair onderwijs en daarna in het voortgezet onderwijs, het 'zwart' worden van scholen, de gevolgen van de invoering van de tweede fase en het studiehuis: de smeulende veenbrand in het on-derwijs laait af en toe hoog op. Die uitslaande branden leiden tot meestal kortstondige en altijd op-pervlakkige politieke aandacht. Goedbedoelde, maar wemrg doordachte paniekmaatregelen zijn daarvan vaak het gevolg. Voor-spelbaar is dat binnenkort ook het hoger onderwijs aan de beurt is voor een dergelijke politieke be-zorgdheid, om vergelijkbare rede-nen als eerder het basis-en voort-gezet onderwijs: gebrek aan ge-kwalificeerde docenten, en een sterk van samenstelling verande-rende instroom, vooral in de Randstad. Door de samenstelling van de komende cohorten school-verlaters zal het H B o zich daar binnenkort geconfronteerd zien met een hoog percentage alloch-tone instromers en de universitei-ten voorlopig waarschijnlijk met een daling in de studentenaantal-len.
Nederland wil naar een 'ken-niseconomie'. Dat wordt be-schouwd als onze voornaamste economische troefkaart in de ko-mende tijd. Reden genoeg, zou je denken, om dan eens goed naar het onderwijs te kijken als de plek waar kennis wordt overgedragen, het verwerven van en omgaan met nieuwe kennis wordt aangeleerd ('leren leren'), en nieuwe kennis wordt gegenereerd. Waar komt
die nieuwe kennisproductie van-daan? Toch minstens voor een dee! van het hoger onderwijs. Moeten we dat dan niet koesteren als de kip met de gouden eieren? Moe
-ten we die kip niet zo gezond mogelijk houden, en aan de leg?
Gezond betekent niet per se: alleen maar meer geld geven. Fi-nancieel gezien moeten er altijd keuzen worden gemaakt, zelfs bij miljardenmeevallers. En het is heel wel verdedigbaar dat de
fun-damenten en de benedenverdie-pingen van ons onderwijshuis als eerste in aanmerking komen voor meer geld. Geld lost niet alles op, maar goede onderwijsmidde-len, vernieuwende onderwijsme-thoden, betere werkomstandig-heden, betere lerarenopleidingen kosten meer dan er nu aan uitge-geven wordt. Financieel gezien is het ook zeer verdedigbaar dat er voorrang gegeven wordt aan on-derdelen van de zorgsector - met name aan zorg voor oudere men-sen die om gezondheidsredenen niet meer thuis kunnen wonen. Maar als de fmanciele prioriteiten wellicht terecht ergens anders lig-gen, ontslaat dat de overheid en de politiek nog niet van de plicht om een visie te hebben op waar het heen moet met het hoger onder-wijs. Om consistente opvattingen te ontwikkelen over wat de cultu-rele en de maatschappelijke bete-kenis van dit dak van het onder-wijshuis is of zou moeten zijn, en wat dat betekent voor de verant-woordelijkheden van de overheid. Pas dan kan op een zinvolle manier worden gepraat over vraagstukken van bekostiging, van kwaliteitsbe-moeienis, van marktwerking.
Er heeft lang, veel te lang, een ambivalente houding bestaan
- m-~el .en de >e-nd ;e: Fi-ijd bij is m- ie-a is tOT les le- ig-en
•e-,
. is er 1et :n -en :n. en i g-de •m 1et !T-en :u-: e- !T-en lt-.d. .er en en s &..o 3 2oooH
OO
F
D
EN
&
ZINNEN
zeker in PvdA-kringen - tegen-over het hoger onderwijs. Daar
werd immers de elite opgeleid, en
dat was in sociaal-democratische verhoudingen een verdacht be-grip. Eigenlijk moest je het hoger onderwijs maar zo hard mogelijk behandelen: de verwende jongens
en meisjes van de samenleving
moesten niet zeuren, want die hadden het a! luxe genoeg. Oat het
hager onderwijs een
buitenge-woon sterke rol kan vervullen- en
de afgelopen
so
jaar ookheeftver-vuld- in maatschappelijke eman-cipatieprocessen, en dat juist cul-turele en intellectuele elites be-langrijk zijn voor de kwaliteit van een samenleving die niet willeven
bij brood aileen, dat is allemaal
slechts langzaam doorgedrongen.
En vlak onder de oppervlakte slui -mert nog steeds de gevoelsmatige afweerreactie, zeker tegen
univer-siteiten: acadernici verdienen in hun beroepsleven vaak meer dan
lager opgeleiden, en dat maakt het per definitie verdacht om op de hand van het acadernisch onder-wijs te zijn. Die reactie vertaalt zich in een narrig soort argwaan ten opzichte van claims uit het hager onderwijs, of ze nu van
stu-denten, van docenten, van onder-zoekers of van bestuurders ko-men.
Functies van bet honer onderwijs
Nu staan er, zoals gezegd, forse problemen voor de deur, groten-deels om dezelfde redenen als in het basis- en voortgezet onder-wijs: het docentencorps vergrijst,
het kost moeite om aan nieuw
per-soneel te komen, en de
multi-etnische samenleving stelt het on-derwijs voor problemen waarmee we in Nederland nog nauwelijks
ervaring hebben. Het gaat de ko-mende jaren ook met het hoger onderwijs niet vanzelf goed. En de politiek zal zich dus helderder stand pun ten moeten vormen over
de econornische, maatschappe-lijke en culturele functie die zij
ziet voor hogescholen en universi-teiten. En over de vraag hoe zij die functies kunnen blijven vervullen.
Economisch: om in de kenniseco-nornie vooraanstaand te worden en te blijven, is een goed
opge-leide bevolking en voldoende
hoogwaardig fundamenteel en
toegepast onderzoek nodig. On-derzoek vindt voor een dee! ook elders plaats dan aan de universi-teiten, maar wei altijd gevoed
door wat er aan de universiteiten
gebeurt. Het wordt gevoed door fundamenteel onderzoek, dat niet onrniddellijk in markttermen ren-dabel is, maar wei vee! geld kost. Het geschiedt door onderzoekers die aan de universiteiten zijn op-geleid, en dat wordt steeds moei-lijker - zie de huidige discussie rond de aio's. Studenten en toe-komstige onderzoekers, en de
in-stituties waar zij worden opgeleid,
investeren niet aileen in hun eigen toekomst maar ook in de toe-komst van de N ederlandse
econo-rnie. Het gaat dus niet aan om te
zeggen dat ze daarvoor maar zelf
de kostprijs moeten betalen. Waarmee overigens ook niet
ge-zegd is dat de overheid als enige
andere financieringsbron moet
worden aangesproken. Een gro-tere bijdrage vanuit de betrokken
economische sectoren zelf zou
rninstens evenzeer voor de hand liggen. En voor industrielen op terrnijn wellicht een rendabeler
optie dan de beurs.
Maatschappelijk: niets heeft in de
afgelopen halve eeuw een meer
emanciperend effect gehad dan het hager onderwijs. Met de massale toestroom naar de universiteiten in de jaren '6o en '7o werden alle
klassegebonden
opleidingsgren-zen doorbroken. Voor hele gene-raties 'eerste studeerders' heeft het hager onderwijs daarmee ook
een doorbraak in maatschappelijke kansen betekend; het huidige kabi-net is een goed voorbeeld van die
sociale mobiliteit. Met enige
ver-traging zou hetzelfde kunnen
wor-den gezegd over de maatschappe-lijke emancipatie van vrouwen. Is men zich ervan bewust dat er nu
een hele categorie 'nieuwe
Neder-landers' voor de poort staat voor wie een dergelijke sociale
emanci-patie even belangrijk is? En dat het belang van de samenleving en dat
van de betrokken individuen daar-bij parallelloopt? Vanuit het oog-punt van de veelbepleite integra-tie: niets bevordert zozeer de inte-gratie in een nieuwe
sociaal-cultu-rele context als de mogelijkheid tot gewaardeerde deelname
daar-aan. Maar bovendien: er wordt de komende tien jaar een enorm te-kort aan hoger opgeleiden ver-wacht, aan mensen die de fakkel
kunnen overnemen als de
baby-boomers massaal de arbeidsmarkt
verlaten. In dat Iicht kunnen wij
ons eenvoudigweg geen
verspil-ling van talent veroorloven, en dat doen wij wel als wij ons hoger on-derwijs niet beter inrichten op de
nieuwe multi-etnische
samenle-ving. En ook dat zal alweer niet
vanzelf gaan, en niet zonder extra geld. Marktconforme
voorwaar-den bievoorwaar-den hier geen uitweg, en 'toegankelijkheid' is een te
sim-pele vertaling van wat er moet ge-be\rren.
166
s &_o 3 2ooo
HOOFDEN
&
ZINNEN
Cultureel: universiteiten zijn al eeuwenlang naast onderwijs- en
onderzoeksinstituties ook de
hoedsters van cultureel erfgoed, materieel in de vorm van opge-bouwde bibliotheken, intellectu-eel door de vorming van vooraan-staande wetenschappers in vaak kleine en kwetsbare vakgebieden. Wij geven in Nederland vele mil-joenen uit aan de instandhouding van monumenten, van museaal erfgoed, inmiddels ook van land-schappelijk erfgoed, maar de overheid lijkt laconieker te zijn ten opzichte van ons wetenschappe-lijke erfgoed en de rol die univer-siteiten in dat opzicht vervullen. Wetenschapsgebieden die slecht scoren in termen van markt-waarde - zowel wat de aantallen studenten betreft als wat de 'ver-handelbare' opbrengst betreft
-staan sterk onder druk; universi
-Onder de vulkaan
De onderwijscrisis
van Mexico
Het is eind 1999 en ik ben voor een conferentie over mondialise-ring terug in Mexico: hetland dat ik tussen 1992 en 1995 viermaal langdurig bezocht voor onder-zoek naar 's lands milieupolitiek en de invloed van economische in-tegratie met de v s.
Mexico moderniseert snel, zo blijkt al direct op het vliegveld van Mexico Stad. Knullige uitstallin-gen hebben plaatsgemaakt voor
glossy winkeltjes die nauwelijks onderdoen voor die op vliegvel-den in Europa en de Verenigde
teiten die toevallig veel van dat soort kwetsbare vakgebieden in huis hebben, krijgen niet de extra ruimte om die te beschermen. Als daarvoor geen gezamenlijke maatschappelijke verantwoorde-lijkheid wordt gevoeld, zullen zij op afzienbare termijn onder de druk van 'bedrijfseconomische' motieven verdwijnen. Er zullen geen nieuwe wetenschappers in worden opgeleid, de bibliotheken zullen niet meer worden bijge-houden, er zal niet meer over worden gepubliceerd. In een land waar de individuele rijkdom zo groot is dat men vaak niet meer weet waar na het tweede huis, de tweede auto, de boot en de verre vakanties het geld aan uit te geven,
zou dat een beschamend vertoon van culturele armoede zijn.
Pas als je vanuit het perspectief van die drie functies hebt gekeken
Staten. Dezelfde waren, dezelfde reclames; aileen aan het personeel is te zien dat je in Latijns Am erika bent. Ook de aankomsthal en dou-ane zijn verbouwd en opgepoetst. De nieuwe entree van deze stad met haar minstens 2o miljoen in-woners aan de voet van de vulkaan Popocatepetl maakt indruk.
Het zou me gezien mijn nieuwe eerste impressie misschien moe-ten verbazen dat ik kort na aan-komst te horen krijg dat Mexico zich in een 'zeer ernstige crisis-situatie' bevindt. Ik kan me echter niet anders herinneren dan dat ik ieder bezoek opnieuw mensen sprak die vertelden dat de Mexi-caanse economie en politiek zich nu op een dieptepunt bevonden,
naar het hoger onderwijs in Ne-derland, kun je weloverwogen en consistente beslissingen nemen over wat er moet gebeuren om te voorkomen dat ook in deze sector van het onderwijs binnenkort grote problemen ontstaan. Een pro-actieve aanpak daarvan vraagt een gedifferentieerde benadering; de huidige discussies over frnan-ciering en stelselwijziging worden veel te eenzijdig en generiek ge
-voerd. Dat maakt de uitkomsten ervan kwetsbaar voor korte- ter-mijn politieke afwegingen, voor ambtelijk hobbyisme en sturing vanuit het lobbycircuit. Gm eco
-nomische, maatschappelijke en culturele redenen is daar op de iets langere termijn niemand mee ge-diend.
GREETJE VAN DEN BERGH
Lid redactieraad s &..o
dat de sociale spanningen onhoud-baar waren en dat de milieu
-toestand rampzalig was. Na een oppervlakkige analyse van de afge-lopen jaren, waarin oppositie
-partijen meer speelruimte hebben gekregen en er na de peso-crisis weer enige economische groei
heeft plaatsgevonden, zouden
deze noodkreten makkelijk als pa-thologisch kunnen worden afg
e-daan. Maar helaas is het ingewik-kelder.
Een uit de hand gelopen studentenbezetting
Tegenover enkele positieve ont-wikkelingen in de Mexicaanse po
-litiek en economie staan ook nega