• No results found

Hommels als bestuivers van de ronde tomaat

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Hommels als bestuivers van de ronde tomaat"

Copied!
44
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1 wvriv8/mvm

ü Zl

PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS

Hommels als bestuivers van de ronde tomaat.

W. v. Ravestijn

Februari 1990 Intern verslagnr. 8

(2)

'Zo'Zc-1. INLEIDING 1

2. PROEFOPZET 1

3. ALGEMENE GEGEVETNS EN OVERZICHT WAARNEMINGEN 2

4. RESULTATEN 4

4.1. Begin bloei tros 1 en 2 4

4.2. Hommelverkeer vlieggat 4

4.3. "Trilduur" van de hommels 4

4.4. Effectiviteit van een hommel 5

4.5. Aantal bloeiende bloemen per plant, aantal bloemen met

"vlekjes" en percentage bloeiende bloemen met "vlekjes" 5

4.5.1. Trillen versus niet trillen 5

4.5.1.1. Aantal bloeiende bloemen per plant 5

4.5.1.2. Aantal bevlogen (- "gevlekte") bloemen per plant 5

4.5.1.3. Percentage bevlogen bloeiende bloemen 5

4.5.2. Ronde tomaat versus vleestomaat 6

4.5.2.1. Aantal bloeiende bloemen per plant 6

4.5.2.2. Aantal bevlogen bloemen per plant 6

4.5.2.3. Percentage bevlogen bloemen 6

4.5.3. Verband bloeiende bloemen, bevlogen bloemen en percentage

bevlogen bloemen 6

4.5.4. Verband suikerwaterverbruik, hommelverkeer en bevlogen bloemen 7

4.6. Percentage kniktrossen 7 4.7. Zettingspercentages 7 4.8. Zaadvorming 8 4.9. Produktle 8 5. SAMENVATTING 9 Bijlagen 11 t/m 42

(3)

Proef Project Tijd Plaats Uitvoering Proefnemer 1. Stookteelt 245

December 1988-9 augustus (week 32) 1989 402-02

Riny Engelaan Wil van Ravestijn 1. INLEIDING

Bestuiven van de tomaat door middel van tros- en stamtrillen vraagt veel eentonige arbeid. Bovendien zijn de kosten hoog (f 25.000,-- per ha). Automatisering van mechanisch trillen of het trillen door middel van geluidsgolven bieden tot op heden geen perspectief.

Insektenbestuiving bij de ronde tomaat is in 1985 en 1986 onderzocht (zie interne verslagen 39-1986; 13-1987). Alleen gedurende een betrek­ kelijk korte periode in de winter (circa van week 7 tot week 14) vlie­ gen honingbijen voldoende op de tomatebloemen om een goede bestuiving te realiseren. Zodra buiten de kas aantrekkelijker gewassen voor ho­ ningbijen bloeien, vertrekken ze massaal naar de "buiten gewesten" en bevliegen de tomatebloemen niet meer.

In de periode van week 7-14 is op de bedrijven meestal voldoende tijd aanwezig, maar in de tijd van het jaar dat de planten snel groeien (gewasverzorging) en er geoogst moet worden, verzorgen de honingbijen

de bestuiving niet of onvoldoende bij de ronde tomaat.

In 1987 en 1988 zijn in België goede resultaten verkregen met het be­ stuiven van tomatebloemen met hommels (Bombus terrestris). Echter het betrof hier steeds vleestomaten en vergelijkbare proeven (met en zonder hommels gecombineerd met wel en niet trillen) zijn niet genomen, zodat cijfers volledig ontbreken.

Helaas waren in 1988 onvoldoende hommels beschikbaar om een proef op te zetten. In 1989 heeft de fa. Koppert hommelvolkjes beschikbaar ge­ steld, zodat in samenwerking met deze firma, de proeftuinen in Breda en Venlo (1990 Horst) en het proefbedrijf voor bijenhouderij en insek­ tenbestuiving te Hilvarenbeek deze proef tot stand is gekomen.

2. PROEFOPZET

Aangezien de honingbij, volgens zeggen, gemakkelijker op de vleestoma­ ten vliegt dan op de ronde tomaat, is aangenomen dat dit ook voor de hommel geldt. Daarom is in deze proef de voorkeur gegeven aan de ronde tomaat, enerzijds omdat mag worden aangenomen dat als deze minder aan­ trekkelijke bloem wordt bevlogen, dit zeker ook voor de meer aantrek­ kelijke bloemen van vleestomaat geldt. Anderzijds moeten bij ronde to­ maten circa 10 bloemen per tros worden bestoven en bij vleestomaten slechts 3 à 4. Tenslotte is het areaal met ronde tomaten groter dan het areaal vleestomaten.

Helaas was voor deze proef slechts één ruimte beschikbaar, zodat al­ leen is nagegaan in hoeverre trillen zinvol is in een ruimte waar hom­ mels zijn geplaatst. Doen hommels hun werk goed dan zal het positieve effect van extra trillen klein zijn.

Om de hommels een "invliegtijd" te gunnen, is bij één behandeling alleen gedurende korte tijd getrild (= tros 1+2). Hierdoor zijn de volgende objecten ontstaan:

1. Niet trillen.

2. Alleen tros 1+2 trillen. 3. Alle trossen trillen.

(4)

De belangrijkste behandelingen zijn behandeling 1 en 3. De proef is in zesvoud uitgevoerd met een veldgrootte van 2 x 8 = 16 planten.

3. ALGEMENE GEGEVENS EN OVERZICHT WAARNEMINGEN

Gezaaid is 17 november 1988 cv. Blizzard. De planten zijn op 29 decem­ ber in de kas gezet (op plastic) en konden vanaf 8 februari 1989 door­ wortelen in steenwol.

Er is voor het eerst getrild (behandeling 2 + 3) op 30 januari. Op 28 februari waren alle tweede trossen van behandeling 2 uitgebloeid en werd deze behandeling niet meer getrild.

Vanaf 2 maart is 2x per week getrild (tros), daarvoor (vanaf 30/1) werd 3x per week getrild (tros).

De hommels zijn op 31 januari geplaatst. De beteeltbare oppervlakte van deze ruimte bedroeg circa 1000 m .

Bij lagen: 1. Plattegrond

2. Klimaatinstellingen 3. Begin bloei tros 1 en 2

Per week is 5x het begin van de bloei per tros genoteerd. De weekenden zijn ingeschat (vrijdagmiddag voor de zaterdag, maandagochtend voor de zondag). De eerste dag waarop de eerste bloem in een tros volledig open was, is als "begin bloei" aangemerkt.

4. Verbruik suikerwater door de hommels

Dagelijks is om circa 9 uur de vloeistofstand van het suikerwater per volkje afgelezen en is zonodig het suikerwater aangevuld. Dit is ge­ daan om na te gaan of er een verband bestaat tussen het verbruik van het suikerwater en de vitaliteit van de volkjes. Zou dit het geval zijn, dan is het voor een tuinder eenvoudig om vast te stellen of een volkje nog voldoet en/of om te voorspellen wanneer een volkje vervan­ gen moet worden (zie verder punt 4.5.4.).

5. Hommelverkeer vlieggat

Aanvankelijk (zie punt 4.2.) is frequent het hommelverkeer bij het

vlieggat genoteerd. Later is overgegaan op één bepaling per dag, ge­ woonlijk tussen 11 en 13 uur. De meettijd was afhankelijk van het aan­ tal hommels. Bij veel in- en uitvliegende hommels is 5 minuten aange­ houden, bij minder sterk vliegende volkjes is de meettijd uitgebreid tot 10 of maximaal 15 minuten.

Het doel van de waarnemingen was een "uitwendige" maatstaf voor de

inwendige kwaliteit van de volkjes te krijgen als "handvat" voor de tuinders in verband met het verwisselen van de volkjes.

6. "Trilduur" van de hommels

In de periode van 1 februari tot en met 9 maart is met een stopwatch nagegaan hoelang een hommel aan een bloem bleef hangen en 'trillen'. De waarnemingen zijn afgerond op hele seconden. Er is op verschillende

tijden op de dag waargenomen. 6a. Grafiek "trilduur"

(5)

7. Effectiviteit hommels

In de periode van 9 februari tot en met 27 februari is nagegaan, hoe­ veel tijd verloopt tussen "landen" trillen, wegvliegen, zoeken en opnieuw "landen" op een tomatebloem bij één hommel. Dergelijke

bepalingen kunnen alleen worden uitgevoerd in een jong gewas, als een hommel op enige afstand met de ogen kan worden vervolgd.

7a. Grafiek effectiviteit hommels

8. Aantal bloeiende bloemen per plant, aantal "bevlogen" bloeiende bloemen en percentage "bevlogen" bloemen

Om een indruk te krijgen hoeveel bloemen gemiddeld per plant bloeien in de loop van de tijd, is lx per week op woensdag na 15.30 uur het aantal bloeiende bloemen, met en zonder "vlekjes" geteld bij 3 van de 6 parallellen van zowel de wel als niet getrilde planten.

De genoemde "vlekjes" zijn verkleuringen (bruin-beige), welke ontstaan als een bloem door een hommel is bevlogen. In feite is zo'n vlekje een lichte uitwendige beschadiging van vooral de meeldraden, veroorzaakt door de hommels (tarsi en/of mandibels?). Bloemen met "vlekjes" zijn dus door hommels bevlogen (en bestoven?) bloemen. Aangezien in deze kasruimte ook vleestomaten stonden, zijn ook hierbij tellingen ver­ richt (2 rijen van elk 30 planten = in enkelvoud).

8a. en 8b. Grafiek aantal bloeiende bloemen en bevlogen bloemen (respectievelijk van ronde- en vleestomaat)

8c. en 8f. Grafieken verband suikerwaterverbruik en kwaliteit hommelvolk^ es

9. Percentage kniktrossen

Van tros 1 t/m 10 is bij de helft van de planten aangegeven of een tros al dan niet geknikt was. Door trillen wordt de trossteel bescha­ digd. Dit geeft enige vorming van wondkurk, dus stevigheidweefsel. Stug weefsel kan het optreden van kniktrossen tegengaan. Daarom is na­ gegaan in hoeverre bij wel en niet getrilde trossen kniktrossen zijn gevormd.

10. Zettingspercentages

De zetting is bepaald door het tellen van het totaal aantaal gevormde bloemen per tros (= 100%) en het aantal daaruit gegroeide vruchten. Bij behandeling 1 en 3 is dit gedaan aan tros 1 t/m 18 en bij behande­ ling 2 aan tros 1 t/m 17 (doel arbeidsbesparing, in verband met de, uiteindelijk niet doorgegane, doorteelt).

11. Zaadvorming

Op 19 juni is een monster getrokken van 5 vruchten per veldje van 2 behandelingen te weten niet trillen (behandeling 1) en alle trossen trillen (behandeling 3). Van deze vruchten is bepaald het gewicht van de afzonderlijke vruchten, het aantal zaden en het gewicht van de zaden na het schonen en drogen.

12. Opbrengst

De produktie is bepaald door op alle oogstdata het aantal en het ge­ wicht aan vruchten te bepalen. Ook is het aantal en het gewicht aan "krieltjes" bepaald. Gedurende de oogstperiode trad veel neusrot op. Deze vruchten met neusrot zijn apart geteld en gewogen, zodat het percentage neusrot ook kon worden bepaald.

(6)

13. Bereiding suikerwater 14. Daglengten iaarrond

Dit gegeven is opgenomen in verband met de "arbeidstijd" van de hommels.

14a. Grafiek zonsop- en -ondergang 14b. Grafiek daglengten

15. Excursie België d.d. 25 januari 1988 CAT Tilburg

4. RESULTATEN

4.1. Begin bloei tros 1 en 2 (bijlage 3)

De bloei van tros 1 begon gemiddeld op 0,90 februari met een spreiding van 27 januari tot 8 februari. Aangezien de hommels op 31 januari zijn geplaatst, zullen bij behandeling 1 bloemen, welke voor 31 januari waren uitgebloeid, niet door hommels zijn bevlogen (en bestoven). Op 3 februari vlogen de hommels volop op de tomatebloemen (stuifmeelklomp­ jes aan de poten en "vlekjes" op de bloemen, zie ook punt 4.5.1.2, 4.5.1.3., 4.5.2.2. en 4.5.2.3.).

4.2. Hommelverkeer vlieggat (bijlage 5)

Op 1 februari is al enig verkeer bij het vlieggat waargenomen tussen 10 en 15 uur. Dit was een donkere dag, waarop tussen 9 en 15 uur werd gecontroleerd. Op 2 februari werden vliegende hommels vanaf 9 uur tot 15 uur (laatste controle) waargenomen.

Het aantal uit- en invliegende hommels per tijdseenheid wisselde sterk. Dit komt overeen met de literatuur gegevens, waarbij wordt ge­ steld, dat hommels "aarzelen" om uit te vliegen en deze schroom over­ winnen als eenmaal enkele hommels zijn uitgevlogen, waardoor een soort "stoplicht-effect" ontstaat. Op 6 februari zijn vliegende hommels waargenomen bij de vroegste controle (8.30 uur) tot de laatste contro­ le (16 uur). De in de literatuur genoemde "arbeidsduur" voor hommels vanaf het ochtendgloren tot de avondschemering lijkt ook voor hommels in kassen te gelden. De ingestelde temperaturen zijn goed werkzaam voor hommels.

Hommels zijn ook frequent waargenomen op komkommerbloemen in de naast­ gelegen ruimte (402-03) en op enkele cyclaambloemen, die in de

tomate-kas bloeiden (1 plant).

4.3. "Trilduur" van de hommels (bijlage 6, grafiek 6a)

Hoewel op verschillende tijden op de dag is waargenomen, is niet vast­ gesteld dat de "trilduur" gedurende de loop van de dag veranderde. Het aantal waarnemingen was hiervoor te klein. Ook de invloed van het weer op de "trilduur" is niet nagegaan.

In totaal zijn 240 bloembezoeken gemeten tussen 8.30 en 16.30 uur. De kortst gemeten duur was minder dan 1 seconde (2 waarnemingen), de langst gemeten bezoekduur bedroeg 48 seconden (1 waarneming).

Voor alle waarnemingen geldt een gemiddelde "trilduur" van 3,75 secon­ den. De modale trilduur was 2 seconden. Bij 80% van de bezoeken werd 4 seconden of korter getrild.

(7)

Effectiviteit van een hommel (bijlage 7 en 7a)

Van 75 hommels is een deel van de vlucht gevolgd. Door deze 75 hommels zijn 494 bloemen bezocht in totaal 3764 seconden. Per bloem is dus 7,62 seconden nodig voor zoeken, landen, trillen en wegvliegen. Per uur kunnen dus in theorie 472 bloemen worden bevlogen en bij 8 uur per dag vliegen 3780 bloemen. Aangezien een hommelvlucht circa 0,5 à 0,75 uur duurt (literatuur) en daarna "gelost" en "bijgetankt" moet worden, zal de effectiviteit per dag wel wat lager liggen, stel 3000 bloemen bij een vliegdag van 8 uur (kortste dag in Nederland is 7,95 uur, zie bijlage 14). Per uur geldt een bezoek van circa 350 bloemen als per uur 3 kwartier wordt gevlogen en 1 kwartier in het nest wordt ver­ poosd.

In grafiek 7a is het bezoek grafisch weergegeven. De klassen zijn 1 seconden groot en lopen vanaf de hele seconde tot 0,9 seconden. Onge­ veer bij 80% van de waarnemingen was 5 tot 11 seconden per bloem nodig voor zoeken enz. inclusief gemiddeld 3,76 seconden trillen.

Aantal bloeiende bloemen per plant, aantal bloemen met "vlekjes" en percentage bloeiende bloemen met "vlekjes"

Trillen versus niet trillen (bijlage 8) Aantal bloeiende bloemen per plant

Bij niet trillen bloeiden gemiddeld 3,58 bloemen per dag met een spreiding van 1,60 voor weeek 6 en 6,21 voor week 20. Bij trillen bloeiden gemiddeld 3,60 bloemen per dag met een spreiding van 1,77 voor week 6 en week 24 tot 6,08 voor week 20. Deze cijfers zijn niet verder geanalyseerd, maar het verschil tussen wel en niet trillen lijkt niet van invloed te zijn op het aantal bloeiende bloemen per plant.

4.5.1.2. Aantal bevlogen (= "gevlekte") bloemen per plant

Het aantal bevlogen bloeiende bloemen bedroeg voor niet trillen gemid­ deld 2,17 met een spreiding van 0,77 (voor week 28, week 30 niet mee­ geteld) en 4,44 (week 15). Voor trillen bedroeg het gemiddelde 2,15

bloemen per dag met een spreiding van 0,63 (week 20) tot 3,67 (week

15). Tussen wel en niet trillen zijn geen betrouwbare verschillen ge­

vonden .

4.5.1.3. Percentage bevlogen bloeiende bloemen

Het percentage bevlogen bloemen zou eventueel een aanwijzing kunnen geven of hommels een voorkeur hebben voor het bevliegen van niet ge­

trilde bloemen, omdat hierbij de kans op succes iets groter kan zijn. Het percentage bevlogen bloemen bedroeg voor niet trillen gemiddeld 60,53% met een spreiding van 13,1% (week 20, zonder week 30) tot 96,2% (week 6). Bij alle trossen trillen was gemiddeld 59,70% van de bloemen bevlogen met een spreiding van 10,43% (week 20, week 30 niet meegere­ kend) en 92,9% (week 6). Het verschil in bevliegen tussen wel en niet trillen is vermoedelijk niet betrouwbaar. De gevonden verschillen per peildatum zijn gering en van de 24 weken met enig verschil scoort al­ les trillen llx hoger en niet trillen 13x.

Aangenomen mag worden dat wel of niet trillen van te verwaarlozen be­ lang is ten opzichte van het aantal bloeiende bloempjes en ten aanzien van de mate van bevliegen. Opgemerkt kan nog worden dat bij goed vlie­ gende hommels in de praktijk niet getrild zal worden en deze situatie

4.5.

(8)

alleen in proeven optreedt. 4.5.2. Ronde tomaat versus vleestomaat 4.5.2.1. Aantal bloeiende bloemen per plant

Het aantal bloeiende bloemen per plant was bij Blizzard (wel en niet trillen gemiddeld) gemiddeld 3,59 bloemen (minimum-maximum respectie­ velijk 1,71-6,15 voor week 6 en 20) en voor de vleestomaat gemiddeld 2,2 (spreiding 0,79 en 4,07 voor respectievelijk week 26 en 18).

Bij de vleestomaat bloeien dus gemiddeld 40% minder bloemen dan bij de ronde tomaat.

4.5.2.2. Aantal bevlogen bloemen per plant

Het aantal bevlogen (= gevlekte) bloemen was gemiddeld 1,80 voor Bliz­ zard en 1,50 voor de vleestomaat. Naar verhouding (zie 4.6.2.3.) zijn de bloemen van de vleestomaat sterker bevlogen. De spreiding was bij Blizzard van 0,72 tot 4,02 (respectievelijk week 20 en 15) en bij de vleestomaat van 0,39 tot 3,39 (respectievelijk week 20 en 18). Een be­ tere maat voor een eventuele voorkeur is het percentage bevlogen bloe­ men.

4.5.2.3. Percentage bevlogen bloemen

Gemiddeld waren de bloeiende bloemen van Blizzard voor 60,11% bevlogen en bij de vleestomaat voor 69,3%. De spreiding bedroeg (zonder week 30) voor Blizzard van 11,7% (week 20) tot 94,5% (week 6) en voor de vleestomaat van 15,6% (week 20) tot 92,8% (week 10). Bij de 24 peilda­ ta scoorde Blizzard 18x hoger dan de vleestomaat en de vleestomaat 17x hoger dan Blizzard. Gezien het geringere aantal bloeiende bloemen per plant, het hogere percentage bevlogen bloemen en de hogere score bij de vleestomaat, mag worden aangenomen dat de vleestomaat gemakkelijker wordt bevlogen dan Blizzard. Bovendien gaf in week 30 Blizzard geen bevlieging en de vleestomaat wel.

Tot slot, bij de vleestomaat bloeien minder bloemen (40%) zodat mag worden aangenomen dat bij vleestomaat minder hommels nodig zijn om de bestuiving te verzorgen.

4.5.3. Verband bloeiende bloemen, bevlogen bloemen en percentage bevlogen bloemen (grafiek 8a en 8b)

In grafiek 8a is dit voor Blizzard in beeld gebracht in grafiek 8b voor de vleetomaat. Opvallend is week 20, met een dieptepunt voor het aantal en het percentage bevlogen bloemen. Aangezien dit samengaat met een "piek" voor de bloei bij Blizzard, zou men kunnen veronderstellen dat het te grote aanbod van bloemen de oorzaak is van het geringe aan­ tal bevlogen bloemen. Dit is vermoedelijk een onjuiste veronderstel­ ling en wel om de volgende redenen:

1) Bij meer bloemen aan de plant is het niet logisch dat minder bloe­ men worden bevlogen (wel het percentage).

2) Bij de vleestomaat zijn niet veel bloemen in bloei en ook daar zijn weinig bevlogen bloemen geteld.

3) Over het algemeen worden pieken in bloei gevolgd door pieken met bevlogen bloemen, enkele uitzonderingen daargelaten (week 20 voor Blizzard en week 12 voor de vleestomaat).

Het achterblijven van bevlogen bloemen lijkt meer veroorzaakt te wor­ den door een geringer aantal goed vliegende hommels dan dat een groot aantal bloemen op zich de oorzaak is.

(9)

te geven (zie punt 4.7.). Bij welk bevliegingspercentage de zetting in gevaar komt, is nog niet bekend (zie ook intern verslagnummer 10, 1990 betreffende hommels in een heteluchtteelt van tomaat).

4.5.4. Verband suikerwaterverbruik, hommelverkeer en bevlogen bloemen (zie grafiek 8c, 8d, 8e en 8f)

In grafiek 8c is het gemiddelde verbruik per dag in week 2 t/m week 29 in beeld gebracht samen met het gemiddeld hommelverkeer in 5 minuten. De hommelvolkjes 993, 531 en 163 gaven na een sterk suikerwaterver­ bruik respectievelijk in week 9, 11 (+17) en 16 een sterk hommelver-keer te zien in week 12, 16 (+20) en 19, dus in 3 van de 4 gevallen 3 weken na sterke suikerconsumptie een sterk hommelverkeer. Het verdere verloop van het suikerverbruik is niet goed te analyseren. Wellicht houdt dit verband met een respectievelijk vroeg en laat omslagpunt, waarbij respectievelijk hoofdzakelijk mannelijke en vrouwelijke ge-slachtsdieren worden gevormd.

Grafiek 8d geeft het verband tussen het totaal vloeistofverbruik in de kas en het totale hommelverkeer van alle aanwezige volkjes weer. Hier­ bij is wel enig verband zichtbaar, dus veel vloeistof opname, veel in­ en uitgaande hommels.

In grafiek 8e is het aantal bevlogen bloemen en het totale vloeistof-verbruik per week weergegeven. Hierbij is geen verband waar te nemen. Tenslotte brengt bijlage 8f over de gehele periode (= week 5 t/m 29) in beeld het aantal bevlogen bloemen en het hommels verkeer bij het vlieggat.

4.6. Percentage kniktrossen (bijlage 9)

Tabel 1 geeft de gevonden percentages kniktrossen.

Tabel 1: Percentage kniktrossen bij tros 1, 2 en 3 t/mlO per behandeling

Behandeling Percentage kniktrossen bij tros 1 2 3 t/m 10

1. Niet trillen 16,7 58,3 89,2 2. Tros 1+2 trillen 12,5 39,5 88,7 3. Alle trossen trillen 12,5 60,4 86,3

Het verschil tussen wel en niet trillen is bij tros 1 en tros 2 tussen behandeling 1 en de behandelingen 2+3 (zijn dan gelijk) niet be­ trouwbaar. Bij tros 3 t/m 10 is het verschil tussen wel (behandeling 3) en niet (behandeling 1+2) trillen wel betrouwbaar, maar het ver­ schil is klein.

Aangezien zelfs bij grotere verschillen in percentage kniktrossen geen produktieverschillen optreden, mag worden aangenomen dat dit geringe verschil geen consequenties voor de opbrengst heeft.

4.7. Zettingspercentages (zie bijlage 10)

(10)

Tabel 2: Percentage gezet van tros 1 en van tros 2 t/m 17 per behandeling

Behandeling Zettingspercentage tros 1 2 t/m 17

1. Niet trillen 95,17 96,61 2. Tros 1+2 trillen 98,08 96,29 3. Alle trossen trillen 98,80 96,66

De zetting van tros 1 bij behandeling 1 was betrouwbaar lager dan bij behandeling 2 en 3. Deze mindere zetting houdt verband met de vroege bloei van enkele bloemen (eerste bloei op 27 januari) en het plaatsen van de hommels (31 januari). Bij de hogere trossen (2 t/m 17 of 2 t/m 18 zie bijlage 10) zijn geen significante verschillen in zetting ge­ vonden, ondanks het feit dat bij behandeling 3 steeds is getrild, dus gedurende de gehele bloei steeds de mogelijkheid aanwezig was van "extra" bestuiving.

4.8. Zaadvorming (bijlage 11)

Bij niet één van deze bepalingen zijn betrouwbare verschillen tussen wel en niet trillen gevonden. Ook het gemiddeld zaadgewicht en het aantal zaden per 100 g vruchtgewicht geeft geen verschillen te zien. Het verband tussen aantal zaden en vruchtgewicht veranderde niet door wel of niet trillen in aanwezigheid van hommels.

4.9. Produktie (bijlage 12)

Tabel 3 geeft de produktiegegevens samengevat weer.

Tabel 3: Produktie in aantal vruchten en g per plant plus gemiddeld vruchtge­ wicht op 2 peildata

Behandeling Vroege opbrengst Tot. opbrengst t/m 9/8 t/m 5/5

aant. g-pl. gem. aant. g.pl. gem.

vr.gew. vr.gew.

1. Niet trillen

2. Tros 1+2 trillen 3. Alle trossen trilen

37.1 2584 69,7 36.2 2549 70,4 36,5 2556 69,9

173,8 10900 62,7 176,4 11190 63,2

Op niet één van de peildata is een betrouwbaar verschil tussen de drie hier vergeleken behandelingen gevonden. Dit geldt voor het aantal, het gewicht en het gemiddeld vruchtgewicht. Krieltjes kwamen nauwelijks voor (minder dan 0,5 % van het gewicht). Door het optreden van neusrot is het gemiddeld vruchtgewicht aan het eind van de proef relatief laag. Het percentage neusrot verschilde niet tussen de behandelingen. De iets minder goede zetting van de 1 tros bij behandeling 1 (niet trillen) is niet tot uiting gekomen in de vroege of totale produktie. „

(11)

5. SAMENVATTING

In deze proef is bij ronde tomaten op steenwol in een vroege stook-teelt nagegaan of hommels het handmatig bestuiven (door tros- en stam-trillen) kunnen vervangen. De voornaamste verzamelde gegevens zijn:

A. Ten aanzien van de hommels

1) De "trilduur" van de hommels bedraagt gemiddeld 3,75 seconden per bloem met een spreiding van 1 tot 48 seconden. De modale trilduur is 2 seconden. In 80% van de gevallen wordt een bloem door een hom­ mel < 4 seconden getrild.

2) Een hommels heeft gemiddeld 7,62 seconden nodig om van bloem tot bloem te vliegen, inclusief het trillen. Dit komt neer op circa 50% zoeken en circa 50% trillen. Per uur kunnen in theorie 470 bloemen door een hommel worden bevlogen. In de praktijk zal dit vermoede­ lijk 300 à 350 bloemen zijn.

In 80% van de gevallen heeft een hommel 4 tot 11 seconden nodig om van bloem tot bloem te vliegen en één bloem te bestuiven (trillen).

B. Ten aanzien van het gewas

Blizzard Vleestomaat (ronde tomaat)

Aantal bloeiende bloemen per plant Gemiddeld

Spreiding min. " max.

Spreiding in tijd min. " " max. 3,59 1,71 6,15 6 20 2,20 0,79 4,07 26 18 Aantal bevlogen bloemen

Gemiddeld Spreiding min.

" max.

Spreiding in tijd min. " " " max. 1,80 0,72 4,02 20 15 1,50 0,39 3,39 20 18 % bevlogen Gemiddeld Spreiding min. " max.

Spreiding in tijd min. " " " max. 60,11 11,7 94,5 20 6 69,30 15,6 92,8 20 10 Zaadvorming Zetting Produktie Geen significante verschillen wel en niet trillen. Geen waar­ dering C. Conclusies

1) Geen verschil in bevlieging tussen wel en niet trillen.

2) Mogelijk een iets betere bevlieging op vleestomaat dan op de ronde tomaat.

(12)

4) Verband vloeistofverbruik en kwali-teit per volkje niet duidelijk. Mogelijk enig verband in totaal vloeistofverbruik in de kasruimte en het aantal vliegende hommels.

5) Geen verband tussen aantal in- en uitvliegende hommels en percenta­ ge bevlogen bloemen.

6) Het optreden van kniktrossen wordt nauwelijks beïnvloed door het achterwege laten van trillen.

7) De zetting van de trossen (2 t/m 18) is gelijk bij wel en niet trillen als goed vliegende hommels aanwezig zijn. Tot het plaatsen van de hommels is trillen aan te raden.

8) De zaadvorming wordt niet benadeeld als niet wordt getrild in aan­ wezigheid van hommels.

9) De produktie wordt niet nadelig beïnvloed als niet wordt getrild in aanwezigheid van hommels.

Uit deze proef blijkt dat hommels in deze teelt het handmatig trillen goed hebben vervangen. Om hieromtrent meer zekerheid te hebben, zal deze proef tenminste nog lx worden herhaald.

(13)

Bijlage 1 Plattegrond afdeling 402-02 1989. Tomaat. Hommelbestuiving. Veldgrootte 2 x 8 - 16 planten. Proef in zesvoud. Ras: Blizzard Behande1ingen: 1. Niet trillen 2. Tros 1+2 trillen 3. Alle trossen trillen

J

L

m

/c

a L

Mt-m

JL

m

i ut /i

m

JJL

ML

(14)

Bijlage 2 Instelling kasklimaat 21-11-1988: stoken D/N = 15°C luchten D/N = 25°C 29-12-1988: stoken D/N = 18°C luchten D/N = 18^5°C min. buis = 40 C 17-1-1989 : stoken D/N = 19°C luchten D/N = 19,5°C 13-2-1989 : stoken D/N « 19 5°C luchten D/N = 20 C 10-3-1989 : stoken D/N = 18°C luchten D/N = 18^5°C min. buis — 20 C 21-7-1989 : nacht stoken = 17°C

nacht luchten = neen min. buis = 30°C

(15)

Bijlage 3

Begin bloei tros 1+2

Vak Tros 1 Tros 2

ill. . Dat./aant. trossen Gemid­ deld Spreiding min max Bereke ning Gemid­ deld Spreiding min max Niet trillen 1 521/16 32,6 29 37 670/16 41,88 37 45 5 516/16 32,3 30 36 680/16 42,50 39 45 9 517/16 32,3 30 36 692/16 43,25 40 46 12 488/16 30,5 27 34 685/16 42,81 39 47 13 521/16 32,5 29 37 685/16 42,81 39 46 17 499/16 31,2 27 36 655/16 40, 94 35 44 Tot. 3062/96 4067/96 Gem. 31,90 27 37 42,36 35 47

Dat. 0,9 februari 11,4 februari

Tros 1 + 2 trillen 3 508/16 31,8 29 37 4 519/16 32,4 30 37 8 529/16 33,1 30 37 10 526/16 32,9 29 37 14 517/16 32,3 30 37 18 487/16 30,4 28 34 Tot. 3086/96 Gem. 32,145 28 37 Dat. 1,15 februari

Alle trossen trillen

2 503/16 31,4 30 37 672/16 42,00 39 45 6 505/16 31,6 29 36 655/16 40,34 39 45 7 533/16 33,3 30 39 699/16 43,69 39 47 11 511/16 31,9 30 36 677/16 42,31 39 46 15 503/16 31,4 29 35 663/16 41,44 37 45 16 485/16 30,3 28 34 645/16 40,31 35 44 Tot. 3040/96 4011/96 Gem. 31,67 28 39 41,78 35 47

Dat. 0,68 februari 10,78 februari

Tot. Gem. Dat. 9188/288 31,90 0,90 februari 27 39

(16)

Bijlage 4 biz. 1

Vloeistofverbruik per volkje gemiddeld per dag in weeknr. .. + spreiding in ml. Afdeling 402, jaar 1989.

531 163

Beter dan 159 Volk 993

nr. Zeer goed volk Week Gemid- Spreiding nr. deld min max

Gemid- Spreiding Gemid­ deld min max deld

Spreiding Aantal ml per min max dag van alle

volkjes samen 4 5 3,1 2,0 4 2 6 24,3 16,2 29 7 7 8 40,8 52,5 44,1 31,4 34 68 2 4 9 58,9 42,3 83 7 19,1 19,1 19,1 10 33,9 31,2 37 8 35,2 20,7 43,2 11 28,7 21,6 36 0 37,8 33,3 45,3 12 46,2 42,2 54 9 34,0 31,4 45,0 13 38,5 32,7 44 5 34,5 30,6 38,7 14 41,8 36,0 55 8 17,4 13,2 27,0 15 40,4 28,8 46 8 10,0 8,1 14,4 45,1 37,8 54,9 16 32,6 25,2 39 0 20,9 6,3 50,4 53,9 41,0 80,1 17 32,0 26,1 36 0 30,8 24,3 45,0 49,5 36,0 57,6 18 41,3 27,0 67 5 10,4 9,0 10,8 44,9 23,9 70,2 19 27,3 24,3 30 6 20,7 10,8 45,0 44,5 35,1 67,5 20 20,3 15,3 27,0 24,9 15,3 33,3 21 17,6 10,8 36,0 23,0 13,5 31,5 22 10,5 4,5 16,2 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33

(17)

Bijlage 4 biz. 2

Vloeistofverbruik per volkje gemiddeld per dag in weeknr. .. + spreiding in ml. Afdeling 402, jaar 1989.

In deze afdeling met Torque en Nisson tegen spint, Nimrod en Baycor tegen meel­ dauw gespoten.

Volk 1917 Vliegt beter nr. dan 1822 maar meer

op andere gewassen

1822 Vliegt min­ der dan 1917 maar meer op tomaat Week Gemid- Spreiding Gemid- Spreiding nr. deld min max deld min max

2786 Gemid­ deld Spreiding min max Aantal ml per dag van alle volkjes samen 4 5 3 1 6 24 3 7 8 40 52 8 5 9 78 0 10 69 1 11 66 5 12 80 2 13 73 0 14 59 2 15 95 5 16 107 4 17 112 3 18 96 6 19 10,6 9,0 13,5 103 1 20 17,9 12,6 22,5 63 1 21 20,2 14,4 31,5 15,1 10,8 22,5 75 9 22 32,0 27,9 36,0 21,0 16,2 26,1 63 5 23 31,5 22,5 36,9 19,9 15,3 30,6 51 4 24 33,9 23,4 41,4 12,6 6,6* 22,5 46 5 25 24,0 22,5 31,5 15,7 13,5 19,8 39 7 26 25,1 16,2 33,3 17,5 11,3 26,1 42 6 27 17,0 9,9 27,9 10,8 5,4 16,2 27 8 28 17,5** 15,9 22,5 10,8 9,0 15,3 28 3** 29 9,1 2,7 12,6 7,7 3,6 12,6 16 8 30 6,8 4,5 8,1 5,2 3,6 6,3 15,9 9,9 26,1 12 0 31 3,4 2,7 4,5 4,6 2,7 6,3 8 0 32 33 34 * Weekend ** Torque

(18)

Bijlage 5

Hommelverkeer (= aantal uit- en invliegende hommels in 5 minuten omstreeks het middaguur). Afdeling 402.

Week Volkje nr. Totaal

nr. 993 531 163 1917 1822 5 0 37 0 37 6 5 79 5 79 7 10 13 10 13 8 8 42 8 42 9 9 48 9 48 10 11 84 6,00 17 84 11 13 56 7,60 21 16 12 17 75 10,17 27 92 13 4 67 15,58 20 25 14 7 34 25,33 32 67 15 8 17 12,67 6,17 27 01 16 5 01 13,51 7,01 25 53 17 8 60 16,60 11,80 37 00 18 7 67 10,00 16,00 33 67 19 10 67 10,60 13,00 0,50 34 77 20 13,00 17,00 5,00 35 00 21* 22 12,50 7,00 19 50 23 9,20 1,16 10 36 24 8,50 4,40 12 90 25 2,00 5,50 7 50 26 3,40 1,50 4 90 27 1,80 1,50 3 30 28 1,63 2,30 3 93 29 0,30 1,50 1 80 30 0,00 0,80 0 80 * Geen waarnemingen.

(19)

Bijlage 6

Duur van het hommelbezoek op een bloem.

Duur in sec. Aantal hommels Totale duur in sec. Gesommeerd % <1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 18 23 36 48 Totaal Gemiddeld 2 22 84 54 32 17 9 3 2 2 3 4 2 1 1 1 1 <2

22

168 162 128 85 54 21 16 18 30 44' 24 18 23 36 48 0,8 9,17 35,00 22,50 13,33 7,08 3,75 1,25 0,83 0,83 1,25 2,50 0,42 0,42 0,42 0,42 0,80 9,97 44,97 67,47 80,80 87,88 91,63 92,88 93,71 94,54 95,79 98,29 98,71 99,13 99,55 99,97 240 899 3,75

(20)

Bijlage 6a

Duur hommelbezoek aan een bloem,

x - aantal seconden aan een bloem hangende y - aantal hommels

Afdeling 402, 1989.

Waarnemingen tussen 1 februari en 9 maart.

Totaal aantal waarnemingen 240. Gemiddelde bezoekduur - 3,75 sec. Modale bezoekduur - 2 sec. 80% van de bezoeken < 4 sec.

(21)

CJ C !H d "O >H •U 0) rH <u "O •rH s 0) ÛÛ r—1 Cu c <u •o C 0 O 0) w rH CO 4J c 03 03 \ C a> S a) o rH 43 <D W rC O O N O rO i-H cO •u c cO cd r-H <u O 43 c *0) v(D •H rû /—V c II 0) bO (0 CU f-H »H a> f-H Ü 00 > 0 tu 43 3 a> e T3 0) 1—4 G -co e > 0) N rH rH u r-H 43 •rH •rH 0) u u 4J 1^ •iH -> 0) •fH » CO u c cd u <D rH 0) •r-) MH CU *H <+-! 0 CQ w N <r rH in rH in ^3- co 00 O CN ON vO cO vo ON CN 00 CM CM rH CN CO O vO 00 O VO O vO 03 <r CM CM rH CM CM CO CM CO CM CO rH rH r*- rH CM ON CO 4J \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ O r--. ON m CO m O m r*- vj- CO ON ON <t O H CM CM CM CM CM co CM co co rH CN CN rH CN CN CM ON u m rH - O r^ 5 0) u X) 43 un O 00 U G \ CO rH rH cO > rH 5 N O -O G « vO CO bû a; •U u 43 O O 00 -3 \ u rH O <x> > rH Q) 5 m O <D vO m O O r^ 5-1 I-*-» in m oo CM O vO <1* un 0) un CO o CM o> VO O O vO r-M C rH rH rH o 4J T3 O ^0 ON 00 ON m O CM CM CO O CM m CO O Cs) un CO CO m II \ \ \ \ \ \ \ \ f-H 00 <r ON CO r^ <r un CO in r^. co > r-H co o O O 00 00 o 00 CO O o O a) CO in in 00 CO o in oo vO o O > <r 00 r*- m O ON 00 o ON m vO m r^. d) G r-H rH rH 4J 0) 43 O O co CM ON r-» O r- m vO m in u Ü m co un vo co vO co vO CO CO X 3 \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ U rH \D vo m 00 00 co vO O m •H > rH rH r-H O O O in vO ON vO O CO m O o O C un 00 O O CO 00 00 r-v CO r>» O vO 00 O M m O 00 rH vO o\ O un r^. rH m r*^ oo vO 00 N rH rH rH rH 0) u 0 43 m O ON O un CO ON rH CO m vO CO 00 4J O vO m CO un r^. 00 un CO CO <J-3 \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ C i-H r- m m un -ï rH ON r^ O vO vO un O 0) > rH rH rH 4n cO o O O m o O O O O O un 00 O o m O o ON o O m CM O un 00 O «d* CN 00 r- o CN O m CM -«• •» » - •> - »• •« •> » » M U CM O O r*-. rH 00 O CM CO ON vO >3- un m VO rH VO o rH rH rH rH rH r-H rH rH rH U O rC O O O un un m O O VO CO ON CO CM 00 vO co in CN in CO CM co O rH O 5 a) 3 \ N \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ Xi rH in O 00 O un CO m O 00 00 O m CM > rH rH rH u 43 O vO ON O r-. O m o O o O O r- O O O o O o •rH 00 CM rH vo un CM un m m O O vO CM O O o o rH rH r-» ON ON vo CM r^ rH r- CN 00 r- m r-* vO m VO O vo II rH rH rH f-H 4J CN JS m in rH O un m ON m un 00 CN CN vO m vO CM 00 O m VJO ON CM CM 00 VO r- rH CO CN CO un rH . » 3 \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ U rH r*^ O CO CM 00 vO vO vO VO vO CO O vO m vO m CO X > rH rH r-H O 3 * a) <D Xi a> a c <u u rH rH rH rH CM rH CO CO rH f-H CM CO CM CM rH CM rH CO 0 W) T3 T3 bû O O O O un O O O O O O O m O m m O O •H •i—j T3 bû m co co co rH O co O CO O CO co O co rH rH O G •H H • CO G > T3 rH 00 co o\ m rH rH as 00 vo 00 CO vO 00 00 CO rH CO CO CM rH rH rH rH rH rH rH rH O N rH S CO II CS) CM CM CM CM CN CM CM CM CM CM CM CM CM CN CM CM CM CO u «O \ N \ \ \ \ \ N \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ u r-H ON O O CO co -«ï un in vO vO vO O O rH CM CO 0 Q rH rH rH r-H rH rH rH rH rH rH rH CM CM CN CM CM CM H *

(22)

In tijd klassen Aantal Gesommeerd In % sec. hommels 4.01- 5.00 5 5 6,67 5.01- 6.00 14 19 25,33 6.01- 7.00 9 28 37,33 7.01- 8.00 13 41 54,67 8.01- 9.00 6 47 62,67 9.01-10.00 10 57 76,00 10.01-11.00 7 64 85,33 11.01-12.00 5 69 92,00 12.01-13.00 5 74 98,67 17.01-18.00 1 75 100,00 Invloed tiid 8-10 uur 10-12 uur 12-14 uur 14-16.30 uur Weertype 1 282/2241 = 2 103/715 = 3 109/808 = 200/1709 =8,55 29/166 = 5,72 126/910 = 7,22 139/979 = 7,04 7,95 6,94 7,41

(23)

Bijlage 7a

Effectiviteit hommels. Aantal seconden bloembezoek, inclusief zoektijd Klassen: 4,1-5,0 sec.

5,1-6,0 sec. enz. Periode 9-27 februari 1989 Gemiddeld 7,6 sec.

Bij 8 uur vliegen per dag max. 8x60x60:7,6 - 3789 bloemen per hommel 80% > 4 < 11 sec.

n - 75 hommels

x - tijd in seconden y - aantal hommels

Gemiddeld vlucht: 4,17 bloemen

(24)

0) rH > •U Q) e c 0) S eu 0 rH XI r-H CO U C cO tO u II X M Q) Q) 3 U Q) ÇX (U C U C <u cO •r^ r-H rH CL > a) 1-1 XI a) a. C ni c <u > e a) <u u o tfl rH e ,Û + a) T3 M) C5 C a) tfl •rH rH a) <u 0 XI rH -û c

«

rH > CÜ ±J u C 3 cO 3 cO •o + a) o s rH W 0Q <D •1—1 . M C/5 <u • r-> O. > C C <U <u e bO 0) c o N H Xi 00 0) H 4) öü Cd rH rH d) *r-) *0 •H 0Q < b£)^û C cO 4J C cO cO Q) bû C •rH M U 0) 6 a o •H C a) a) o S rH 0) O rH rH ,û cd u a> c T> CO C < a <0 cO U O H <0 > M cO > (0 > i-i c 0) 0) s •U !0 Q >-i a) CL >n \ X >N \ X >1 \ X \ X -c •o *0 T5 <D 0) a> a; 0 o o o bû bû bû bû V-i 5-1 U a) Q) o; 0) a) a> 0) 0) N N N N X) X) a) a> o o T3 T3 *o T3 T3 0) U TD a) <D 0) 0) 0) -d 0) 0) 4J U u C 0 0 o O 0 C a) O 0) OJ Q) cO bû bû bû bû bû a; N bû C C C 4J cO 0 \ \ \ X T3 5-t 5-( X) 5-1 W •o 'O >H T3 T3 -o O 4-> Q) 0) 0) 0) 0) <D a) rH a; 0) <u a; Q) a)

a> O 0) a> 0) 0 0) <D 0 o a> o o O r-H

P bû N N N bû 1 « N N « > bû N bû bû bû en inOLTiooc^^oOOoomcorou-ivnr-ir-t-J-LriOvûOcooonro \OsfHOH<fin<fOtnMnr4(NICMCM-}COOl/lH-ÏOCNvO H M ^ I N S T M N P I ^ L N M C I S J ^ I O - J - J C V I N N I N N C M N - J N O P 1 0 \ H O * O N O * 0 > V O O - J H H H 4 C S W 4 N V Û O > 0 v£>inavrocNicsia\r--CT\CNcstLnooNmroinLn-j-rO'oor~-ooo O l » O l O i D e O H ) U J 4 i O O O l O M » i û H 4 « N i n \ O N M n - } Ou-ir^-^-J^Jrooorocooroosr-r-^r-^CNinvxJOr^voom vonvûooc^r-iror^CMOr^rooovoro^CMOtOOf-ioor-^~3'0 asvovû^DNvov£j<fNoooooOLn^ûr-iroaNoo^Doov£)r^T—i m « O 1-t (U o -•I—) - vO O ^ <U o r—I > 00 CM CM VO C <u w IL 00 H CM ^ CO m CO ON CM v£> vo oo m v£) m w w w rt m O <*i in -j- m in -j- <f CM in CM *sO ON m O O \ \ m "V. 00 "N». rH V VO ON N O ON O N \ rH N ON CM vO o CM CM >j o o o c*> o I-t ON o VO oo o m oo m m v£> O rH o r-H <!• ON ON O ON rH m CM 00 rH 46, 82, >d* N. \ O \ rH SO 00 m rH N. m o m vo so m "s. 00 ON ON SÛ N. O •S. \ SO m \ CO CM CO uo so m O CM r^ co ^s. \ m CO \ O 00 m ^s. o m \ ON CM rH \ SD \ o \ in rH \ ON CM C a) bûci m C -•H CM in rH ON vû r-H <U 4J VÖ ON c cNj <r a) w <U CM bûcsi m insor--coONC>f—icMco<fin^or*-coONOrHcMco<rmor--oooNO H H H H H H H H H H C M O J f M O J C M C N C N N i N N n ojcMc^cscoco^nf^^^^^iniAininiAvûO^o^ONrsrsN HOO^CNrHOOinCMON^N^vûCVJONiTlrirsiriHOOiriMON^ rH CN rHCNCSI H H ÇN H H CM fO rH CM CM H rH M co lO O sO CO ON <fr rH sO oo CO sO r^ m O ON 00 CM CO CO rH ON O r^ es; CM o^ v£> ON O sO VO sO ON in m sO ON O ON O rH CO sO CM CM rH O O CM ON r*s. rH N. rH V CM "— CM —_ rH rH N. rH rH s. CM -v» rH V rH s. rH CM •—^ CM CM CM \ rH ON r-H V. rH rH rH •S. rH S. CM CM sO N SO CO sO \ \ m CO N r^. r- \ \ CO N r^ \ O o \ CM ON \ \ CM \ co N CM 00 \ N, \ r-CM N \ O r^ O rO m sO O rH rH rH rH rH rH rH CO rH ON CM sO rH CM CO 00 00 O m r- 00 co m 00 rH rH rH rH rH ON uo CM co CM O <D m CM NO vo 00 r^ O r- in 00 CM 00 sO co m CO rH CM rH r^ CM m 00 ON CM \ \ m sO V O \ \ m \ so •N. sO vo s. \ m vt tn V. sO ON V«. r-. V SO •s. <r CO CO v oo >s_ m CO J CO m \ ^«v CM <}• \ m 00 CM \ rO N N m o \ 00 N CM \ co \ ON \ ON \ co \ rH \ m N ON CO \ N. 00 N ON \ o rH CM CO «st UO ao co ro ro <*• sO ro CO <»• rH CM un co CM CM CM co rH CM 00 vO m CO 00 NO r*. in oo CO sO O CO in o O rH sO sO sO uO 64, 00 r^. NO 69, 44, m in m m rH r^ 00 r^. o r^ o CM 48, 00 m r^ O m CM so 89, 00 m o o rH sO sO ON CM ON cO a> tn GO o co m co 00 hJ 3 H O H G (U î-i 4J a> «fH c il ON + m + cfl ;> C a) u C « r-t# CL

(25)

CO CM a) > •U <D S C a> S a) 0 rH X! cd u C cd cd H H X M <1) O) 3 î-i 0) a C 0) u bO c 0) cd •H r-H f—H Cl­> V in Xi <U O-C cd C > 0) g a> a) u o cd f-i £ X! + a) Tî txO C C a) cd •r^ r—1 a; «u 0 Xi i—H xi

c

cfl r-H > cd «u C 3 cd d cd •o •u + <D 0 s rH W CQ M 0) CU c C <D 0) S bû 0) C 0 •rH r-H rH X» CM rH 0) 0) H "0 N c 1—1 0) -Û C^J •H O 0) >3" O co rH bJDXl 0) C 00 •rH r-l r-l cd rH 0) 4J •p-î *o C •H lu cd £0 < cd H Z H < •H C 0) <1> o e rH <D rO O rH r-H JD cd 4J 0) C T3 cd C < 0) cd cd 4J O H cd P> ^5 cd > X cd P> u C 0) 0) 3 AJ cd O Q) CL \ \ X \ X r^-OOOcor-i.—i<to>aNr^<j-no<rcoOt—OOmcsi^<r r-»v3-r-<r-icocoï^<j-r-.v£)CNinooCTvO<—ioo^r^in<^co<fcNin r-icOsjmcorOfOrorOsj,cococorO'.û^-<t>JHCN(NCsJCNiN<t ^ISinHCNOCOHH^JHCOiNCMfO^aNtNCOrOLnrO^Ûin CMr^CMvOOOrHLnvOcOOOCOrHCOOOOr-^rHCOOOOOO^CM^O ONoorsvooovor^^r^rsvooooooOf-Hcor^voo^o^r^r^o^^}-co Ln ON 00 oo CN m O ON CM r^ r-1 rH o os CO O O oo LA o ON <r 00 00 vo 00 CM un 00 00 ON Ox co i-H m CM co r-4 r—1 rH r-4 00 \ \ \ rH r—1 CM •s. \ 1—4 •s. r-l \ rH r—V i \ r-l CM I-H r-4 I-H V. r-4 CM r-4 \ CM \ CM \ 00 \ t-H 1—1 N. \ r~4 rV -l \ rH \ CM ON \ <t \ CO \ CM CO \ 00 , \ oo \ VO \ CO \ vO \ ON \ ON \ co \ O \ O \ O \ \ <r O \ \ O 00 \ \ \ p—1 \ ON O r-* ON *3- VO oo Os CO r**» CO r-. ON PO m rH CO <1- m r^. ON 00 O T-H R-H r-4 rH r-l R—I rH i-H r*H 1—H O ^ ^ ^ f O ^ r o ^ c o v û O O ^ ^ i n c o c o a - O s O v ï ^ ^ O ON co r-ir^csjco^oor^<tNcov£5c\iv£)ina\Ov£>Oi—i CM oo o OLnr^.r^coooo<fr^r-»vso(^corOr-icovO^Ln^a^r^<t<j C ON Q) CN m a) w Ôûm r-l CM CO C 0) bû C vo CM LO CO O o P^ rH 00 •iH •• rH CM ON co CM rH iD O CM <r o rH ON m vO 00 r--. <r r^ 00 0) 4J r-. ON 00 00 co O O r-v r^ co C CM 00 vo vO NO m VÛ <D \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ <U U0 ON O m 1—1 ON O ON bû CM CM m oo m CO CM un UO cors-r,,-»vooovovor,"«'00 M IN <f CM r-I CM CM CM CM oovor-*cooNOrHcMco<j-o">vor^ooo\©rHCMco<fo"ivor^ooONO HHHHHHHHHHCvJCM(N(NCVJOJCM(NCNCNrO CM \ \ CM CM s. CM \ \ CO CO co \ \ CO V CO \ \ -d--3* m V UO m V m V un •v. o 'S. vû r^ N. r—1 00 rH CM CM ^s. rH 00 ^s. 00 rH ^s. CM CM ON CM 00 CM rH rH ON vû CM ^s. CM O r—1 \ rH \ m CM rH co ^s. 00 1—1 rH CM \ 00 CM \ UO CM rH ^s. ON rH N V£> CM O r*-CJs un co <r \ vo r-* LH CM O O O ON ON rH OO 00 <r ON CM oo O 00 rH 00 00 ON co vO 00 00 ON r^ CO vO cd CM \ 00 VX> V 00 \ W) V \ \ m V 00 •s. oo N. s. <r 00 V vO \ r-s s. CM \ s. V \ V co •s. vO V \ 1—4 rH /-I ON 1-H N N 00 00 \ O ^N. O0 co rH ^s. ^s. v£) CM N <f O \ VO \ rH \ oo \ CM rH CO \ \ CM \ O0 O VO N \ O vO M-CM CO 00 00 CO CM 00 O CO vX) CM rH CM 00 o-> rH CO CM CO CM r*H VO 00 rH C W O 0) 0) CM O 00 00 ON 00 CM rH rH CO VO CO vO rH r—1 CO r^ 00 CM ON ON vO OO r-H ,rn ^5 vû O rH v£> 00 ON <o CM VO 00 O rH r-» O vO cO vO CO OO O O r-. •rH 0) 00 oo vO 00 UO vD r>. 0"ï <D 00 CM r^» vO 00 m ON 00 co 00 U o u co vO O O VO CO oo O ON CM rH r-» VO ON 0) vO \ \ m \ vO \ vO \ rH \ m \ 00 \ rv \ CO \ CO \ U0 \ CO co CO \ \ r** rH >d* •rH c vO uO ON 00 rH co 1-H O vO rH o \ CO co co rH CM vO rH CM oo CM r-H rH 00 II CM 00 00 oo vo vo rH <1-CM r^ oo HJ 3 H O H

(26)

o 4J V) Q> •»-) 0) •U 0) s c 0) s 0) o u rH 0) Cd «H C c cd c cd <D W OQ 0> •1—) • ^ CA <u . rH O-i > c C 0) 0) g bû 0) C O pH Xi CO rH 0) O) • H 'O N C rH • <ü ,û CN »H O 0) <f O CO rH ÖÜ X) 0) C 00 rH Cd rH Cd rH <U U •r-ï 'O C •H <W Cd CQ < Cd co 0£ u w rH rH CN CO C30 O CM r^ 00 CO vO ON O ON rH co un CN ON VO 00 ON O C <D rH CO O rH 00 r^ uo CN CN co uO CO 00 00 vO un O O ON CN CN un cd 0) -rH rH rH rH rH rH CN rH CM O 1—t rH ro CO CO 1—1 O O rH rH 1—t o O rH O O rH rH Cu w > M CU a) «f—) Q- X 0) rH rH cd > rH 00 CO i-H rH ON CO <7\ CM LH O vo co CM oo CO r*^ vo CN UO CM uo O 4J T3 O O ON CO ro O vO uO 00 O O CM vo r-. O in O un 00 O O 00 Ö 4J C -cd a) O rH CN) CN CO co CM CN rH CM CM CM CO CM O i-H CO CN rH rH i-H rH rH rH O rH < e ai cd U 0) C T3 cd c cd u •H • <D e o <U rH O fO fO «u co «d e o 4J c O u c 0) <u 4J cd a v Û f O C Û G Û C O ^ I ^ O H ^ - Î O O t v ^ C S ^ O ^ N W O M n M O W W ( ^ C O ^ C N H i n r O ^ C O i i * l s f O C N i n ^ H ( N O a \ M ^ O N O H H H C M M ( N C N C N C M H m ^ ^ M C N C S I < N C N C N O O H C N H ( N C a> &o c unvor-voooN©rHcNco<j-invor^ooa\OrHCNco<finvor^coaNO HHHHHHHHHHCsJCMCNfSJCNICNCMNCNCMrO rH CN CN <r •Nw N \ 's. in s. un N. un V m m \ vO V <o \ vO vO V r-> I-*» \ f^ V un CN rH ON rH \ \D CN CN \ O rH N 1^. rH ^s, un CN rH CO N. r-» \ un rH \ rH CM 00 CN un ^s. CN rH \ ON rH vO CN N O CN rH 0) c X rH 0) M O X cd rH o un ON 00 rH CO CN vO O VO CM m CM rH un vo VO co 0) cd > « d) u 0) ON oo v£> CN ro CO ON CN co r- un vO r^. CO rH r^ ON m ON <r CM ON £ 0 H Xi 00 O v£) ON 00 00 CO v£) 00 ON 00 00 vO rH CO 00 m 00 m CN VO VO U V c#> Q- c 0) 4J 4J bû cd G 0) cd cd •H £ ON rH rH O rH 00 un rH ON O VO O ON co v£> CM 00 00 ON 00 00 vO ON CO CO a > •U a rH rH un CO CO in un rH rH rH CO m CM co CM vo co rH CN co CM CO cu w r>. rH rH rH rH rH rH rH rH rH CN CM CM rH rH rH i-H rH rH un rH rH rH CO u 0) .-I \ \ \ \ \ \ \ \ N \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ 0) a> CO ON rH 00 rH ON 00 O rH O 00 O VO O CO CM rH O CM co vO rH 00 r^ CM a c tti rH > CM X v£) 00 00 O rH CN rH O rH co rH un rH rH ON O CN r-. rH rH CM ON CM uo rH rH O rH ON CO <r VO VO rH CM CO c CU > CN S <u 0) w O tfl rH £ rH x> + 4J 0) cd 0) c T3 T3 &Û C C cd C cd CU rH rH O PO ON rH ON O CN CN un ON ON in v0 CO co ON co o CN m vO 00 ON 0) •H o- rH O O co O ON O CN <r ON O rH rH VO vO OO un in CM CM un m «iH rH 0) 0) \ Q) a 0 w rH CO m co CO CO CO m CO co CO <r VO <r •*d- 00 rH CM CM CN CM CM CO 0 Xi <u rH rH <D rH o Ö Xi rO c cd 0) rH > c rH cd 0) > U lH to a 3 O a cd 3 rH Q) uo co O o vo 00 00 <?" rv 00 un rH O ON ON m rH cd > 0) » •« »> - •» •» •- - - « •> •» » •«. •» » ». » «. - ». » > a> bû <f rH rH tn CM rH CN rH O CN 00 rH rH o 00 rH vO O CN CM in vO O O + (U Xi ON v£> 00 \0 -d- 00 v£> r^. 00 VO rH r^ un vO <r vO rH r^-rH CU vO vO ON m un vO oo co CN CM O co CO O ON oo rH CO O CM vO r- O O Pu U vO CM ON 00 00 CN CM oo rH CO 00 ON ON ON -d* 00 vO CO rH rH vO rH CO CO <fr CO CO CO co co co co co co UO CO co rH CM CN CM CM CN <r 00 vO c \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ \ N \ \ rH Q) m O rH oo 00 rH CN co O ON vO ON co CN ON rH 00 CM 00 un co 00 rH o X 0) UO O 00 rH rH O un uO 00 ON un rH un VO VO «4-O r^ vO Os O vO ÖJD rH CN CM CO CO CN CN rH CN CO rH CN CO CN rH co CN rH rH rH rH rH rH U0 H4 I H O H

(27)

I* •1 u m CSI J4 0) 0)

»

VI 0) a JJ c X. cd 0) rH <v a. 9 S>l M Vi 0) O) « a O) ex _ C

»

u a> Vi C S « (0 g) a r-l O O-rH c J3 fi U a •o a» « « VI a. T3 o « c r-^ N C V XI N a) 1-1 •H B a> a> rH a) o •o ca O rH c r-l XI V X _ •*H > 4) O a> « O •a jj 1—1 C .* x> o* a> « 00 •H r-A c Os a» > a) rH O 0) u rH 00 M 1-1 .û s « 1« rH

«

i—i rH > •"S 4J i-> <a « « 60 • C c B CM cd ca O cd cd dt

«

co « 60 « 00 s 4) •O < •« .^1 S

U

>* h% 'K 1 •»> ^ W > M -3V -«. •

(28)

>5 « rH > 4J 4) S c 3) 5 « O rH X) <*> c 0> r ca <u •*-i M <u rH > u O) S s 1) a B O) O rH X) a> •o c 41 •H 4) O i-H x> i-H

«

•U C <0 <0 JJ g) c « c a 4J cd « c rH o cd O.r-1 rH XI a Wi a> « i-i eu "O a> C a c « 0) *H c B a) 4) 4) O S O r-t C 4) r-l Xi V O .a a rH s 0) x> ai a> o •O 4J r"4 <0 C Ü X 1 "O 0) 01 c •H i-H S 4) 4> > 0) •H O « U V i-l 60 M O X3 c Q rH r—i JO rH 1—4 > cd 4 0> I-1 U u bû a C G s 4-1 cd « c cd cd dP

<

Z' cS (0 •O c -»V wrv»*roj^

(29)

/•#>

Bijlage 8c blz. 1

Verband vloeistofvçrbruik en hommelverkeer. Volkje 993 Koppert. ml.dag

in- en uitgaande hommels per 5 minuten.

/*'

r

1

to

r

5 " i 1

i

n

• * 4 *r /••i f èi Üofl/UsiS* O

1

9 f 9 9 w i* *r

tl:,

{

- s i [ ' ! k/o/c KO 'S *V4 / f 9 § pi O-/OO* »w£. *4jlm "* ! ^ - AQ s

(30)

Bijlage 8c blz. 2

Verband vloeistofverbrulk en hommelverkeer per volkje

I tc /CQl xo /<• /p

/•

p « '9J> Zofe /uas*. tXO •/O 4.0 Af Uo

/•O

ts* //yc itJL*jU, 0- IOC x 16«« . o, jo * ^tVb>M4^vii4^UM ^V» MA — <«>> /^W»U»U^ ƒ444. <" .»»»»Vl , ——— . — — — — /t> 4« '//

(31)

<?N CS •O co O) M « c 1-1 s m U T4 3 C 1-4 s-/ W 0) 0) 0) > rH O) 0 JS + r-4 B C •H c 0) 6 (0 N 0) 4J CO 0 > 0) r-^ rH CO e cd AJ > cd ÛÛ bû cd 0) *0 •TH fH h t0> 4) 0 at u , \ « .* r-l 4> •j B ^ 3 M J»i 0) M jQ M > h 3 fH « l-i 0) e-s s 0) 0> O U cd > US 2 3 co

(32)

4) "O c O u •*-1 •H C 4) s V O c 4> X> JJ c 0) 09 •o *—4 c a> o. •W O 0) iri o r-H h Xi 0) a s « G 4J « S 0) O 4) f-t O O > ^ rH 4) > Xi MO c « rH •o r-t « c <a « 4> •U JS •ri c u 4) (S C0 O qj w r-t x> C M V <0 c T3 4) ^ •Y* \ pH 4J A s a 4) n rri Xi G > M 41 4) 60 ,> •* c 4-t «ri O 3 |H 4J Vj 4 M J3 U •ri M G 0) 0) 4 O > « « rri CO > i « "O i 60 C i « « • -* XI i •>-) M i •ri 0) i ta > i îT •i ,v> S

1

i

"• S" f i l l

(33)

c O u •<•-> t-i A C 0> a 0) O rH x> a> u n) a o u G O) a 0) O rH J2 0) -o c 0) •r* V O rH X) ~<u 4J M V r—< > 0) b0 JJ t c is rH <0 rH CL. 4J c u id « 4 a C e 0) a) e 4J 0) « O b0 rH b0 03 « *rH rH "0 > c 0) •IH •H u a) J3 0) 0 0) 1—1 M M XI 0) u V ® « X > 4J M i—1 Jfi 0) 0) at > i rH rH 1 4) O a> > I X, bO »W 0 1 «0 J= 1 « "O 1 00 c I « <d 1 H JO 1 u 1 •f4 V 1 ca > I 7^ V •/ :/ / /•*

v

\

\

\ \

A

\ '. / •. /

\

\

5 * •\ •I .M

i

•S *

r*v*>»

••

"v~r**»toyi oy#^f>w^y 72?'vw^

(34)

Bijlage 9

Aantal geknikte trossen/totaal aantal trossen.

Tros 1 Tros 2 Tros 3 t/m 10 Geknikt/tot. % Geknikt/tot. % Geknikt/tot. %

A Niet trillen 1 3/8 37,5 4/8 50,0 59/64 92,19 5 2/8 25,0 3/8 37,50 56/64 87,50 9 1/8 12,50 3/8 37,50 55/62 88,71 12 1/8 12,50 4/8 50,00 52/61 85,25 13 0/8 0,00 7/8 87,50 55/63 87,30 17 1/8 12,50 7/8 87,50 60/64 93,75 Totaal 8/48 16,70 28/48 58,10 337/378 89,2 B Tros 1 + 2 t r i l l e n 3 2/8 25,0 1/8 12,5 54/62 87,10 4 2/8 25,0 7/8 87,5 60/63 95,24 8 1/8 12,50 4/8 50,0 58/63 92,06 10 0/8 0 4/8 50,0 53/62 85,48 14 0/8 0 0/8 0 54/62 87,10 18 1/8 12,5 3/8 37,5 52/61 85,25 Totaal 6/48 12,5 19/48 39,5 331/373 88,7 C Alles trillen 2 1/8 12,5 3/8 37,5 54/64 84,38 6 0/8 0 4/8 50,0 59/64 92,19 7 4/8 50,0 6/8 75,0 45/54 83,33 11 0/8 0 5/8 62,5 51/64 79,69 15 0/8 0 3/8 37,5 48/63 76,19 16 1/8 12,5 8/8 100,0 54/64 84,38 Totaal 6/48 12,5 29/48 60,4 311/372 83,6 Lsd 5% - 15,991 34,196 Idem - 14,283 25,237

(omrekening i.v.m. percentages - afgeleide waarden)

6,425 5,070

(35)

Bijlage 10

Gegevens zetting

A Niet trillen B Tros 1+2 trillen C Alles trillen LSD % gezet Tros Aantal*Gezet % Aantal Gezet % Aantal Gezet % 10% 5% 1%

95 17 98 08 98,80 1 8,4 8,5 95 2 8 5 8 6 98 1 8,6 8,7 98,8 2,03 2,52 2 9,4 9,6 98 4 9 5 9 7 98 4 9,6 9,7 98,4 n. s. 3 9,6 9,7 98 9 9 8 9 8 99 8 9,7 9,7 100,0 n. s . 4 9,9 10,0 98 6 9 9 10 1 98 8 9,8 9,9 99,5 n. s . 5 9,9 9,9 99 8 9 9 10 0 99 5 9,8 9,9 99,6 n. s. 6 9,7 9,8 99 2 9 9 9 9 99 5 9,6 9,7 99,2 n. s. 7 9,8 11,0 88 7 9 8 11 1 88 8 9,3 10,6 88,2 n. s . 8 10,1 10,9 92 5 10 4 10 9 95 0 9,8 10,5 93,5 n. s. 9 9,6 9,8 98 1 9 8 10 2 96 2 9,7 10,0 97,3 n. s . 10 9,4 9,5 99 1 9 4 9 6 98 1 9,5 9,7 97,6 n. s. 11 8,6 8,7 99 6 8 6 8 6 99 8 8,4 8,5 99,4 n. s . 12 8,2 8,4 97 9 8 3 8 5 97 9 8,1 8,3 97,5 n. s. 13 8,0 8,6 93 2 8 0 8 6 93 6 8,1 8,5 94,8 n. s. 14 8,1 8,9 91 8 8 1 9 3 88 1 8,1 8,8 92,8 n. s. 15 8,1 8,4 96 4 8 1 8 4 95 3 7,9 8,3 95,3 n. s . 16 7,7 8,0 96 9 7 5 7 8 96 6 7,8 8,0 96,8 n. s . 17 7,8 7,9 98 2 7 5 7 8 96 3 - - - n. s. 18 7,4 7,5 98 4 7 5 7 6 98 2 7,3 7,4 98,0 n. s.

* Opmerking: Aantal gevormde bloemen per tros gemiddeld, aantal vruchten per tros gemiddeld plus percentage gezet.

Gemiddelde zetting: Tros 2 t/m 7 96,61 Tros 2 t/m 8 96,69

96,29 96,66

(36)

\ V T3 ,C cfl o n) •H ts3 3 O ^ co vo O co O 0) O co in r-j o <f 00 V ^ i/i o ^ ^ JZ O O O O O O O O M ? e S-l s> c •rH 4-> » ,c T3 O Cö »1-J Cd £ N 0) bû "O I—l st CO ON ON O) N (V ui H CN ro H m n *o T3 co co co co co ro co •H S 4) O CO 4 H H M N tn H co co m . ^ - .. ~ - .. Ü5 »sO r*-» vo vo vo vo vo OOOOOOO G <F CO SÎ H H CM r-* co co m CM <F co co co co co co co co C co O CO O CM m r- <f O r-*. CM 00 m co CO ON m CM r-> r-H <f CO co to co co co vf co r-H »-H O O <r w O O O O O O O G O O O O O O O G O o en V m \ \ m V m m \ \ co m \ \ m m \ m m \ m m co s. V.O N o\ CM N <3* N N ON \ r-v \ N ON \ \ VO \ «-H \ N <f 00 VO CM CM r^ f-H 00 f-H CO 00 O O vO vt vO in r-H CM o m 00 m m r-H r-H ON CM r-1 00 in VO i-H r-H O O O f-H CM CM r-H CM CM i-H CM rH «-H CM CM CM CM CM CM r-H CM 1n ON co CO CM VO co CM m m VO CN co CM co i-H co CO r—l CM O f-H CM CM rH CM rH r-H i-H f-H 1—1 r-H f-H r-H G 1-H 1-H r-H cH r-H 1-H 1—H G O O m V. in \ UO V m •S. \ in \ m •s. CO m V m N. m v. in m V m CO f-H N vO \ r-<5* \ co \ \ ON O \ \ CM vO \ N vO \ VO N \ oo \ CM r—H ON vO O m f-H CO CM 00 CM VO <D vo m <o vO m co m m vO vO m vO tn co ITI csj rs co CNJ <y M VO ^ O O H o o o o v o c o o û r ^ c o G E^tninin^inrn 6 O ^ O O s J H N C O n W \ \ \ W X N O RO ON VJ M H + csirom<fOON<f <3* <î ro <j <r ro <t G cm • 0) E r-H <u «-I . ûû •H iJ ^ CS v û N H i n VÛ o ^ tH r-H i-H f—4 0—( O o\ rH ro m CN M - - CO H\ÛCNNOOvûnON Q)^sOcocor^.r^cor^ G + iniriiT)U^iriiTiro qr^r^cnr^v^<f<t O) ~ ~ ~ ~ « HsfmiDfOHvOin «HcOi—(coovo0c-ir*> U CM • u S OJ U • bû 0) 4J •D H in O* cg rs OM-I Z r-H i-H I—I ÊH O

(37)

Bijlage 12 biz. 1

402 Stookteelt, steenwol, ronde tomaat. Hommels - tomaat 1989. 1 = niet trillen

2 = tros 1+2 trillen 3 = alles trillen

Aantal per plant Gram per plant

Datum 12 3 Gem. Lsd 12 3 Gem. Lsd

7/4 4,72 4,53 5,01 4,75 n. s. 313 308 341 321 n. s 21/4 18,5 17,8 18,1 18,1 n. s. 1233 1216 1220 1223 n. s 5/5 37,1 36,2 36,5 36,6 n. s. 2584 2549 2556 2563 n. s 19/5 56,2 56,1 56,1 56,1 n. s. 3924 3984 3937 3948 n. s 2/6 79,5 79,9 78,3 79,2 n. s. 5387 5470 5348 5402 n. s 16/6 106,9 107,8 105,4 106,7 n. s. 7223 7342 7181 7249 n. s 30/6 123,3 124,9 121,7 123,3 n. s. 8302 8479 8318 8366 n. s 14/7 142,5 146,0 141,5 143,3 n. s. 9438 9712 9484 9545 n. s 28/7 158,5 - 159,4 159,0 n. s. 10250 - 10370 10310 n. s 9/8 173,8 - 176,4 175,1 n. s. 10900 - 11100 11040 n. s

Percentage kriel (aantal)

7/4 21/4 5/5 19/5 2/6 16/6 30/6 14/7 28/7 9/8 0,185 0,081 0,245 0,23 0,19 0,17 0,20 0,18 0,17 0,29 0,000 0,000 0,138 0,99 0,74 0,58 0,55 0,48 0,47 0,47 0,000 0,000 0,197 0,22 0,18 0,19 0,18 0,17 0,20 0,37 0,062 0,027 0,194 0,48 0,37 0,31 0,31 0,28 0,28 0,37 n. s. n. s. n. s. n. s. n. s. n. s. n. s. n. s.

(38)

Bijlage 12 biz. 2

Gemiddeld vruchtgewicht % kriel (gewicht) Datum 12 3 Gem. Lsd 12 3 Gem. Lsd

7/4 66,4 68,2 68,1 67,5 n. s . 0,185 0,000 0,000 0,062 n. s 21/4 66,5 68,2 67,2 67,3 n. s. 0,081 0,000 0,000 0,027 n. s 5/5 69,7 70,4 69,9 70,0 n. s. 0,245 0,138 0,197 0,194 n. s 19/5 69,8 71,0 70,1 70,2 n. s. 0,23 0,99 0,22 0,48 n. s 2/6 67,8 68,3 68,1 68,1 n. s. 0,19 0,74 0,18 0,37 n. s 16/6 67,6 68,0 68,0 67,8 n. s. 0,17 0, 58 0,19 0,31 n. s 30/6 67,3 67,8 68,2 67,8 n. s. 0,20 0,55 0,18 0,31 n. s 14/7 66,2 66,4 66,8 66,5 n. s. 0,18 0,48 0,17 0,28 n. s 28/7 64,7 - 64,9 64,8 n. s. 0,171 - 0,20 0,185 n. s 9/8 62,7 - 63,2 62,9 n. s. 0,29 - 0,37 0,33 Tl . s % neusrot (gewicht) 7/4 - - - - n. s 21/4 0,000 0,0106 0,0000 0,0035 n. s 5/5 0,000 0,036 0,012 0,016 n. s 19/5 0,1501 0,2123 0,1501 0,896 n. s 2/6 0,1116 0,1578 0,1116 0,654 n. s 16/6 0,941 0,778 1,073 0,931 n. s 30/6 1,230 1,079 1,392 1,233 n. s 14/7 2,43 2,33 2,70 2,48 n. s 28/7 3,67 3,99 3,83 n. s 9/8 4,75 5,02 4,90 n. s

(39)

Bijlage 13

Bereiding suikerwater

Gelijke gewichtshoeveelheden water + suiker afmeten. Oplossen onder verwarmen en laten doorkoken. Na afkoelen afgesloten in een koelkast bewaren. Niet langer dan een week gebruiken, dan opnieuw opkoken. Dagelijks gebruik noteren (circa 9 uur) en zonodig aanvullen en nieuwe stand noteren.

Tenminste 2 x per week het voederapparaat volledig reinigen. Overtollig suikerwater filtreren, doorkoken en als eerste opgebruiken (na koken en eventueel bewaren in koelkast).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze plant behoort tot de vroege bloeiers en valt onder natuurbescher- ming.. De bloemdekslippen zijn wit met vlak onder top een

Laat de contour- verf kort aandrogen en ver- sier de bloemen en bladeren vervolgens met verschillende kleuren Window

De harten, die je aan het begin uit het groene karton hebt geknipt, plak je in het midden van het rondhoutje vast.. Dan vouw je de harten samen, zodat een

De nodige materialen en gereedschappen vindt u op onze homepage www.aduis.nl Benodigd materiaal:.. plastic

Daarvoor zijn 4 mm rocailles geschikt evenals schitterende geslepen glaskralen of fi jn glanzende wasparels. Bloemen

tempex ballen glas nuggets blauw, lichtblauw, wit rondhoutjes katoenen stof geruit blauw,.. acrylverf in groen wit met blauwe stippen, uni blauw

Stap 4 Welke bloem ruikt het lekkerst Zet de bloemen voor het nest van Raai en neem Raai aan de hand?. Raai had gevraagd welke bloem de kinderen het lekkerst vonden

Uithoorn - Na de gezellige opening van de Kinderboekenweek op de speelplaats van de Regenboog op 1 oktober, werd nu de afsluiting gevierd!. ’s Middags kwamen alle kinderen bijeen