-80-Zelf
doosjes
maken
Vandaar dat ik voor mijn kollektie, die uit een samenraapsel van doosjes
bestond, besloot tot het zelfmaken van doosjes. Dat heeft twee voordelen: het is goedkoper dan doosjes kopen en je kunt een eigen systeem opzetten.
Als je een museumkollektie bekijkt, en eens let op de doosjes, dan blijkt
dat geen enkel systeem een oplossing biedt voor alle maten schelpen. In het Rijksmuseum voor Natuurlijke Historie te Leiden liggen de grootste
mollusken ook op de kasten in plaats van in de laden. En het zal elders wel niet anders zijn. Een eigen systeem biedt voor de extreem grote mol-lusken ook
geen oplossing. Maar er is toch wel een systeem te bedenken
waarmee veel schelpen op te bergen zijn in betrekkelijk weinig ruimte.
Hieronder beschrijf ik mijn systeem en de overwegingen die tot dit systeem leidden.
*
1. In de doosjes moeten de gebruikelijke, glazen buisjes passen. Omdat deze ongeveer 50 mm lang zijn, kom je op een maat van 52 mm, In dit geval werd de breedte van de doosjes op 52 mm gesteld en de lengte
variabel gehouden. Natuurlijk zijn ook veelvouden van 52 mm mogelijk.
2. De hoogte van de beschikbare laden moet benut worden. In mijn geval is die U5 cm, zodat de doosjes een hoogte van h cm kregen.
3. Het materiaal moet stevig en niet te kostbaar zijn. Daarom werd ge-kozen voor fotokarton, dat in vellen van 50 bij 70 cm te koop is.
k. De produktie var. doosjes moet redelijk snel gaan. Per slot van rekening is het niet mijn hobby om doosjes te maken, maar om ervoor te zorgen dat ze gevuld raken.
5. Het ideaal van één soort per doosje, blijkt zeer veel ruimte te kosten.
Daarom werd soms voor een bepaalde groep per doos gekozen. Je kollektie
wordt hierdoor wel wat meer een opbergsysteem, maar alles is toch
re-delijk te vinden als het materiaal tenminste is gedetermineerd.
Om snel te kunnen werken maak ik de doesjes uit 3 onderdelen: een "bodem
met twee zijwanden en nog twee aparte zijwanden, De variabele lengte
wordt verkregen door het stuk bodem langer of korter te maken. Deze drie onderdelen worden in elkaar gelijmd met plaaticlijra. De onderdelen zien er als volgt uit:
een bodemplaat van 52 mm breed Biet wanden van am.In figuur 1 is een
voorbeeld voor een doosje van 30 mm lengte getekend.De bodemplaten worden
dwars over het karton, dus in stroken van 50 cm lengte, gemaakt en
daar-na op de gewenste lengte afgeknipfc. Ik druk de vouwlijnen voor met een
Betalen spatel. Dat bevalt beter dan half insnijden met een stanleymea.
Ook het kopen van doosjes biedt niet altijd uitkomst. Het is een vaak dure
oplossing en omdat er, zoals bij plastic doosjes, maar bepaalde maten ver-krijgbaar zijn , gaat vaak ruimte verloren. En ruimte is een schaars
ar-tikel.
Elke verzamelaar, vooral van mollusken (fossiel en/of recent),ervaart
dat er voor het overzichtelijk opbergen van de kollektie een groot aantal
doosjes noodzakelijk is. Als men, na het inschakelen van familie en ken-nissen, de oogst overziet, blijkt dat lang niet alle doosjes in grootte
op elkaar afgestemd zijn. Kiest men voor een bepaald type, dan zijn ver-rassingen trouwens nog niet uitgesloten. De aanvoer blijkt dan
bijvoor-beeld te klein te zijn, of de fabrikant van het artikel die in 'jouw* doosjes verpakt besluit op een andere verpakking over te gaan. Zulke ver-anderingen betekenen kleine rampen voor de verzamelaar.
-01-De zijkanten zijn voorzien van plakstroken die via vouwlijnen verbondfen zijn. Voor doosjes onder Uo mm lengte zijp plakstroken van 7 mm voldoende. Voor 1*0 ma en meer zijn plakatroken van 15 mn gewenst, om wat meer ste-vigheid te krijgen. Zijkanten mank ik uit de lengte van het fotokarton. Voor doosjes van Uo ran lengte en meer, 8 per 70 cm en voor doosjes onder
de U0 mm lengte, 9 per 70 cm. Het zijn dus de plakatroken die het aantal
bepalen..Als de zijkanten zijn geknipt, moeten ze nog worden ingeknipt
zoals aangegeven op figuur 2.
Ik teken een'vel fotokarton altijd in z'n geheel voor, voor een bepaald onderdeel en knip de zaak dan pas uit. Op die manier is het
materiaal-verlies het kleinst.
Als de onderdelenklaar zijn, worden de doosjes in elkaar gelijmd.. Eerst de onderkant van de zijkanten op het middenstuk van de bodemplaat en dan
de opstaande kanten van de zijkanten op die van het middenstuk. Hou de
plakstroken binnen het doosje. Knip eventueel uitstekende randjes bij en
het doosje is klaar om dienst te doen.
Door zo af en toe de doosjesproduktie ter hand te nemen, is het mogelijk aan de vraag te voldoen. Mijn produktie beloop tvee-'a driehonderd
doosjes per jaar.
Voor uitzoekwerk en splitsen gebruik ik de vrijgekomen lucifersdoosjes en de diverse andere doosjes. Na verloop van tijd hou je zelfs dit soort
doosjes over! Bovendien is het prettig te merken dat dit systeem ruimte-besparend werkt. Er is ook ruimte te winnen door middelmatig grote
twee-kleppigen niet plat liggend, maar op de zijkant op te bergen,zodat de
hoogte van de la beter benut wordt.
Ik hoop dat anderen vat earn deze ervaringen hebben.
M.C. Cadée
Figuur 1. Bodemplaat met zijwonden voor een doosje van 30 mm lengte.
Figuur 2. Zijwand doosje (2x
knippen).
Voor doosjes onder de 1:0 ara lengte, breedte plakstroken 10 en 7 mm. Voor doosjes boven de Uo om lengte, breedte plakstroken 15 en 15 mm.