• No results found

Het aantonen van diethylstilbestrol, dienestrol en hexestrol in urine

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het aantonen van diethylstilbestrol, dienestrol en hexestrol in urine"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

0 , . . •

Afd. Additieven VERSLAG 82.39

1982-05-25 Pr.nr. 505.0620 Onderwerp: Het aantonen van diethyl

-stilbestrol, dienestrol en hexestrol in urine

Rtjlage: Intern Analysevoorschrift G 209

Verzendlijst: direkteur, sektorchef (3x), direktie V.K.A., afd.

8239

Additieven (26x), afd. Contaminanten, afd.

Diergeneesmiddelen, afd. Zl'lare He talen, Normalisatie (Humme), Projektbeheer, Projektleider (De Ruig), cir-culatie PVS.

(2)
(3)

Afdeling Additieven 1982-05-25

VERSLAG 82.39 Pr.nr. 505.0620

Projekt: Ontwikkeling methoden voor het aantonen en bepalen van hormonen

Onderwerp: Het aantonen van diethylstilbestrol, dienestrol en hexestrol in urine.

Bijlage: Intern analysevoorschrift G 209.

Doel:

Het ont\o~ikkelen van een methode voor het aantonen van diethylstil-bestrol, dienestrol en hexestrol in urine met behulp van tweedimensio-nale dunnelaagchromatografie.

Samenvatting:

Beschreven wordt een bevestigingsmethode voor het aantonen van de stilbeenderivaten: diethylstilbestrol, dienestrol en hexestrol, in urine op microgram per liter niveau.

De reiniging bestaat uit een etherextractie en een scheiding met

behulp van een basische celite kolom. Er \wrden afzonderlijke fracties opgevangen voor diethylstilbestrol, dienestrol en hexestrol. Deze fracties \o~orden elk afzonderlijk onderworpen aan tweedimensionale dun-nelaagchromatografie. De aanwezigheid van een van de stilheenderivaten wordt bevestigd door een specifieke fluorescentiekleur, bij 366 nm, die \olordt verkregen door de dunnelaagplaat met zuur te behandelen en vervolgens te verwarmen bij 96°C.

Conclusie:

Het de beschreven methode is het mogelijk om diethylstilbestrol, dienestrol en hexestrol in één analysegang, afzonderlijk van elkaar, in urine aan te tonen. De aantoonbaarheidsgrens ligt op microgram per liter niveau.

Verant\.;roordelijk: dr H.G. de Ruig

(!{

Hedewerkers/ samenstellers: G.H. BinnKt!;jk, J .H. \~es~man Projektleider: dr H.G. de Ruig

'éR_

~

8239.0

(4)

I Inleiding

Met het oog op een doeltreffende controle op het gebruik van groeibe-vorderende middelen werd het noodzakelijk geacht een methode te

ont-wikkelen voor het aantonen van de drie stilheenderivaten diethylstil

-bestrol, dienestrol en hexestrol met behulp van

dunnelaagchromatogra-fie. Het is met de bestaande, uit de literatuur bekende methoden niet

goed mogelijk deze drie verbindingen te scheiden. Er is daarom door

ons gestreefd naar een zodanige voorscheiding dat deze stoffen apart

opgevangen kunnen worden.

II Dunnelaagmethoden:

In de bestudeerde literatuur werd geen methode gevonden die aan het

gestelde doel voldeed. Wel werden diverse methoden gevonden om o.a.

diethylstilbestrol, dienestrol en hexestrol, maar dan niet van elkaar

gescheiden, aan te tonen.

In 1977 beschrijven Vogt en Oehrle (IX-3) een methode ter bepaling en

identificatie van estrogenen en stilheenderivaten in kalverurine als

dansylester. In 1979 komt Vogt (IX-5) met een verbeterde versie voor

de stilbeenderivaten. Deze methode is niet specifiek omdat

dan-sylesters dezelfde fluorescentiekleur bezitten en daarbij hebben de

stilheenderivaten nagenoeg dezelfde Rf-waarden.

In 1979 komt Verbeke (IX-2) met een multimetbode voor het bepalen van

anabolica in urine en in vlees, vet, lever en nier. Met behulp van

deze methode kan een heel scala van estrogenen (stilbeenderivaten) en

andregenen worden bepaald. Een nadeel is dat deze methode zeer bewer

-kelijk is. Handiger is het om de methode op te splitsen, zodat de ana-lyse minder lang duurt.

III Hydrolyse

In de literatuur worden twee fundamenteel verschillende manieren van

hydrolyseren beschreven: a) met succus helix pomatia en b) met zuur (pH 1-2). De hydrolyse met behulp van helix pomatia (B-glucuroni

dase-arylsulfatase) heeft de voorkeur omdat deze meer specifiek is. De enzymatische

hydrolyse kan op twee manieren worden uitgevoerd: a) directe hydrolyse van de urine of b) hydrolyse van een urineextract.

(5)

-- 2

-Hoe\olel men bij de extract-hydrolyse met een kortere inkubatietijd (l

uur) kan volstaan is deze toch minder geschikt omdat door de langere analysegang de tijd\olinst \>leer verloren gaat en omdat door meer hande-lingen verliezen kunnen optreden.

Hydrolyseert men gedurende 4 uur bij 37°C, bij een enzymconcentratie van 50 ~1 per 20 rul urine, dan wordt circa 90% van het

stilheenderi-vaat glucuronide omgezet ( IX-3).

IV Kolomzuivering

Er is een basische celitekolom ontwikkeld \.;raarbij de mogelijkheid

bestaat om diethylstilbestrol, dienestrol en hexestrol in drie verschillende fracties uit te vangen (de trans en cisvorm van

diethylstilbestrol bevinden zich in êên fractie) en waarbij men geen

last heeft van storende componenten. Deze kolom geeft de mogelijkheid

om diethylstilbestrol, dienestrol en hexestrol apart te bepalen

waar-door men geen last meer heeft van overlappingen (trans-

diethylstilbe-strol, dienestrol en hexestrol hebben nagenoeg gelijke Rf-waarden) en

men heeft het voordeel dat een groter gedeelte van het extract

opgebracht kan \.;rorden bij gelijke spot-grootte (schoner extract) \olat

een verlaging van de detectiegrens tot gevolg heeft. Doordat de

stil-beenderivaten ieder apart op de plaat gebracht worden kan voor elk van de drie het meest geschikte sproei- of dipreagens gebruikt worden. Bij het onderzoek naar diethylstilbestrol heeft de basische celite-kolom ten opzichte van de ldeselgelkolom het voordeel dat zm.;rel de trans- als cisvorm worden uitgevangen hetgeen de specificiteit van de

bepaling verhoogt.

V Dunnelaagchromatografie

Er \.;rordt t\•leedimensionale dunnelaagchromatografie uitgevoerd om er

zeker van te zijn dat geen van de drie stilheenderivaten geheel

gestoord \olordt. Daarbij komt dat één dimensionale chromatografie minder specifiek is. De loopsystemen in de literatuur beschreven blijken in

de praktijk goed te voldoen. De loopvloeistoffen zijn:

I chloroform-ethanol- tolueen (45+2+5) (IX-1)

II hexaan-diethylether-dichloormethaan (20+15+10) (IX-2).

(6)

-- 3

-VI Fluorescentiereactie en detectie

Na chromatografie \Y'Ordt de aam.,ezigheid van een van de drie stilbeen-derivaten gedetecteerd, na een omzetting met behulp van zuur, bij 366 nm.

Gebruikt l-lordt de methode van Verbeke (IX-2).

Hexestrol: besproeien met azijnzuuranhydride-zwavelzuur.

Diethylstilbestrol en dienestrol: dippen met ethanol-Z\o/avelzuur. Na 10 minuten verwarmen bij 96°C \Wrden de platen beoordeeld bij 366 nm.

VII Fotografie

Gezien de teruglopende spot-intensiteit kan het, met het oog op de rigide bewijsvoering in de toekomst, noodzakelijk zijn de dun-nelaagplaten te fotograferen.

Polaroid heeft voor dit doel, in samenwerking met het RIKILT, een speciale camera ontwikkeld waarbij gebruik wordt gemaakt van een nieuwe 640 ASA kleurenfilm (direct klaar).

VIII Conclusie

Met de beschreven methode is het mogelijk om diethylstilbestrol, dienestrol en hexestrol in één analysegang, afzonderlijk van elkaar, in urine aan te tonen. De aantoonbaarheidsgrens ligt op ~g/1 niveau.

IX Opmerking

Het is noodzakelijk dat de basische celite, die gebruikt wordt voor de zuivering van het urineextract, op een reproduceerbare wijze wordt bereid. Zie voor verdere gegevens verslag no. 83.\6 1983-02-15.

(7)

-- 4

-IX Literatuur

1. B. Boursier et M. Ledoux. Analusis 1-2 (1981) 29

Detection du diethylstilbestrol dans les urines de veaux par chro-matographie en couche mince haute performance.

2. R. Verbeke. Joumal of Chromatography 177 (1979) (69-81)

Sensitive multi-residu methad for detection of anabolica in urine and in tissues of slaughtered animals.

3. K. Vogt und K.L. Oehrle. Archiv fUr Lebensmittelhygiene ~ (1977) 44. DUnnschichtchromatografische Identifizierung und Bestimmung von

SterofdHstrogenen und Stilhenderivaten in Kalburin als Dansylester.

4. K. Vogt. Archiv fUr Lebensmittelhygiene ~ (1978) 178. DUnnschichtchromatografisch-fluorimetrische Bestimmung von Diäthylstilbestrol in Kot und Urin von Mastkalbern.

5. K. Vogt. Archiv fUr Lebensmittelhygiene 30 (1979) 168.

Weitere Verbesserung des Nachweises von Stilheenderivaten mit Hilfe der dUnnschichtchromatografisch-fluorimetrischen Dansylierungs methode.

6. Intern verslag 81.90

Literatuuronderzoek, dunnelaagchromatografische methoden voor het aantonen van diethylstilbestrol in urine.

7. Intern verslag 81.91

Een dunnelaagchromatografische methode voor het aantonen van DES in urine gebaseerd op methode van Verbeke en Boursier.

(8)
(9)

(

Q

..

INTERN ANALYSEVOORSCHRIFT G 209

le oplage

(1982-05-25)

HET AANTONEN VAN HEXESTROL, DIETHYLSTILBESTROL EN DIENESTROL IN

RUNDERURINE

Verzendlijst: afd. Normalisatie/harmonisatie, bibliotheek

(15x),

.

Buizer, afd. Additieven (7x), Tuinstra, Van der Veen.

(10)

,.

,

(

- 2

-3.4 Diethylether, vrij van peroxide.

3.5 Chloroform. 3.6 Ethanol. 3.7 Tolueen. 3.8 Hexaan. 3.9 Dichloormethaan. 3.10 Azijnzuuranhydride. 3.11 Zwavelzuur·96%.

3.12 Azijnzuur, 4 mol per liter.

3.13 Natriumcarbonaat waterige oplossing, 190 g Na2

co

3 per liter.

3.14 Kaliloog, 0,30 mol kaliumhydroxide per liter water.

3.15 Loopvloeistof I : chloroform-ethanol-tolueen (45+2+5) •

.

.

3.16 Loopvloeistof II: hexaan-diethylether-dichloormethaan (20+15+10).

3.17 "Dip"-reagens, azijnzuuranhydride-zwavelzuur (47,5+2,5).

3.18 "Dip"-reagens, ethanol-zwavelzuur (47,5+2,5).

3.19 Succus Helix pomatia (S-glucuronidase-arylsulfatase) Merck 4114.

Bewaren bij 4°C. 3.20 Standaardoplossing: Diethylstilbestrol, 10 mg in 100 ml acetonitril. Dienestrol, 10 mg in 100 ml acetonitril. Hexestrol, 10 mg in 100 ml acetonitril. G209.2 - 3

(11)

,.

3

Diethylstilbestrol en hexestrol werden verkregen bij: ICN Pharma-ceuticals, inc. Plainview, N.Y., U.S.A.

Dienestrol werd verkregen bij: Koch-Light Laboratorles Ltd. Coinbrook Bocks, England.

3.21 Glaswol.

3.22 Stikstofgas.

3.23 Natriumsulfaat, watervrij.

4. Apparatuur

4.1 Chromatografiekolom met bovenaan een verbreding en met kraanstuk, inwendige doorsnede 0,9 cm en hoogte 17 cm (exclusief verbreding).

4.2 Dunnelaagchromatografische uitrusting: chromatografietanks, sproeiverstuiver, glazen "Dip"-bak, microspuitje van 10 lJl en sproeikabinet.

_ 4.3 Droogstoof.

4.4 Transilluminator met bodemplaatverlichting, golflengte 366 nm en met polaroid fotocamera (600 ASA polaroid kleurenfilm).

4.5 Waterbad.

5. Bewaarcondities van de urine

De urine dient bij een temperatuur van -20°C bewaard te worden, bij

voorkeur in een polytheen fles, dit om bacterieel bederf tegen te gaan.

6. t<lerkwijze

6.1 Veiligheidsmaatregelen

Het "dippen" van de chromatografieplaten dient te gebeuren in een zuurkast.

è2o9.3 4

-(

, ; '.'

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The evalution of rate constants for the transport between the respective compartments, and their sizes (i. the amount of cadmium in the com- partment) from the

Ook als je geen patiënt bent bij het Wit-Gele Kruis, kan je beroep doen op deze diensten (met uitzondering van de gespecialiseerde voetverzorging): • Gezinszorg: als jij of

Bij de analyse van de berichtgeving is vooral onderzocht wie er in de berichten aan het woord komt of komen (krakers, buurtbewoners, de eigenaar, stedelijke autoriteiten,

The article highlights four major developments: first, concrete causes were incorporated under the General Average principle to cover uninsurable expenses and protection costs;

De mate waarin de hoge adel zich al dan niet onderscheidde van de “gewone” adel door een sterk bovengewestelijk of “internationaal” karakter, is een centraal thema in het derde

Bij de afdraaiproeven werden ook de hoeveelheden die bij verschillende snelheden werden gezaaid, en de afwijkingen van de gemiddelde hoeveelheden bepaald.. Uit tabel 2 blijkt, dat

Recent zijn verschillende methoden beschreven voor het verzamelen van urine bij neonaten door gebruik te maken van ‘urine collection pads’ (1, 2).. Dit absorptie- materiaal wordt

Copyright © 2014 Creative Commons Attribution-NonCommercial License Page 1 of 1.. Materials