• No results found

Kostenbegrotingen van appelen en peren : prijspeil 1968

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Kostenbegrotingen van appelen en peren : prijspeil 1968"

Copied!
106
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

P.A. Spoor No. 4.11 J. Goedegebure

KOSTENBEGROTINGEN VAN APPELEN EN PEREN

Prijspeil 1968

Lu

HA

/ * - E % 5> DEN HAAS \n

2 0 HOU

;2S8

September 1968 BIBLIOTHEEK^ , Landbouw-Economisch Instituut Afdeling Tuinbouw

(2)

B i z . HOOFDSTUK IV BEREKENING VAN DE PRODUKTIEKOSTEN

VAN A P P E L E N IN HET ZUIDELIJK

ZAND-GEBIED 64 § 1. A l g e m e n e uitgangspunten 64 § 2. P r o d u k t i e k o s t e n van appelen op M IX 65 § 3 . P r o d u k t i e k o s t e n van appelen op m a t i g s t e r k e o n d e r s t a m m e n 70 HOOFDSTUK V HOOFDSTUK VI

BEREKENING VAN DE PRODUKTIEKOSTEN VAN A P P E L E N IN DE NOORDOOSTPOLDER § 1. Algemene uitgangspunten

§ 2. P r o d u k t i e k o s t e n van a p p e l e n § 3 . Invloed van de b e d r i j f s g r o o t t e op de

p r o d u k t i e k o s t e n van appelen

BEREKENING VAN DE PRODUKTIEKOSTEN VAN A P P E L E N O P M IX IN INTENSIEVE BEPLANTINGEN

§ 1. Algemene uitgangspunten

§ 2. P r o d u k t i e k o s t e n van appelen (vrije s n o e r e n )

§ 3 . P r o d u k t i e k o s t e n van a p p e l e n (slanke ronde spillen)

HOOFDSTUK VII BEREKENING VAN DE NORMATIEVE B E -WAARKOSTEN VAN A P P E L E N EN P E R E N 74 74 75 80 81 81 82 85 89 BIJLAGEN 1. O m s c h r i j v i n g en j a a r k o s t e n van de d u u r z a m e p r o d u k t i e m i d d e l e n in h e t Zuidwestelijk k l e i -gebied 92 2. O m s c h r i j v i n g en j a a r k o s t e n van d e d u u r z a m e p r o d u k t i e m i d d e l e n in het r i v i e r k l e i g e b i e d van M i d d e n - N e d e r l a n d 93 3 . O m s c h r i j v i n g en j a a r k o s t e n van de d u u r z a m e p r o d u k t i e m i d d e l e n in h e t Zuidelijk z a n d g e -b i e d 94 4 . O m s c h r i j v i n g en j a a r k o s t e n van de d u u r z a m e p r o d u k t i e m i d d e l e n in de N o o r d o o s t p o l d e r 95 5 . De s t i c h t i n g s k o s t e n van een a p p e l s p i l v o r m beplanting op M IX in h e t Zuidwestelijk k l e i -gebied 96 6. De s t i c h t i n g s k o s t e n van een p e r e s p i l v o r m

-b e p l a n t i n g in het Zuidwestelijk kleige-bied 97 7. De s t i c h t i n g s k o s t e n van een appel spil v o r m

-b e p l a n t i n g op M IX in h e t r i v i e r k l e i g e -b i e d

(3)

Biz. BIJLAGEN 8. De stichtingskosten van een

appelspil-vormbeplanting op matig sterke onder-stammen in het rivierkleigebied van

Midden-Nederland 99 9. De stichtingskosten van een

perespil-vormbeplanting in het rivierkleigebied

van Midden-Nederland 100 10. De stichtingskosten van een

appelspil-vormbeplanting op M IX in het Zuidelijk

zandgebied 101 11. De stichtingskosten van een

appelspil-vormbeplanting op matig sterke

onder-stammen in het Zuidelijk zandgebied 102 12. De stichtingskosten van een

appelspil-vormbeplanting op M IX in de

Noord-oostpolder 103 13. De stichtingskosten van een intensieve

appelbeplanting (vrije snoeren) 104 14. De stichtingskosten van een intensieve

appelbeplanting (slanke ronde spillen) 105 15. Berekening van het gemiddelde uurloon

in het Zuidwestelijk kleigebied 106 16. Berekening van het gemiddelde uurloon

in het rivierkleigebied van

Midden-Nederland 107 17. Berekening van het gemiddelde uurloon

in het Zuidelijk zandgebied 108 18. Berekening van het gemiddelde uurloon

in de Noordoostpolder 109 TABELLEN 1. De produktiekosten per ha en per 100 kg

van appelen op M IX (spilvorm) -

verde-ling naar kostengroepen 11 2. De produktiekosten per ha en per 100 kg

van appelen op matig sterke onderstam-men (spilvorm) - verdeling naar

kosten-groepen 12 3. De produktiekosten per ha en per 100 kg

van peren (spilvorm) - verdeling naar

kostengroepen 13 4. De produktiekosten per ha en per 100 kg

van appelen op M IX (spilvorm) -

verde-ling naar kostensoorten 14 5. De produktiekosten per ha en per 100 kg

van appelen op matig sterke onderstam-men (spilvorm) - verdeling naar

(4)

Biz. TABELLEN 6. De produktiekosten per ha en per 100 kg

van peren (spilvorm) - verdeling naar

kostensoorten 15 7. De produktiekosten per 100 kg van

appe-len en peren bij verschilappe-lende

kg-opbreng-sten per ha 15 8. De stichtingskosten per ha van appelen op

M IX (spilvorm) 16 9. De stichtingskosten per ha van appelen op

matig sterke onderstammen (spilvorm) 17 10. De stichtingskosten per ha van peren

(spilvorm) 18 11. De produktiekosten per ha en per 100 kg

van appelen op M IX (vrije snoer en slanke

ronde spil) - verdeling naar kostengroepen 20 12. De produktiekosten per ha en per 100 kg

van appelen op M IX (vrije snoer en slanke

ronde spil) - verdeling naar kostensoorten 21 13. De produktiekosten per 100 kg van appelen

in intensieve beplantingen bij verschillende

kg-opbreng sten per ha 22 14. De stichtingskosten per ha van appelen op

M IX (vrije snoer en slanke ronde spil) 22 15. De produktiekosten per ha en per 100 kg

van de belangrijkste appelrassen op M IX

(spilvorm) bij normatieve opbrengsten 24 16. De produktiekosten per ha en per 100 kg

van de belangrijkste pererassen (spilvorm)

bij normatieve opbrengsten 25 17. De produktiekosten per 100 kg van de

be-langrijkste appelrassen op M IX (spilvorm)

bij verschillende kg-opbrengsten per ha 26 18. De produktiekosten per 100 kg van de b e

-langrijkste pererassen (spilvorm) bij

verschillende kg-opbrengsten per ha 27 19. Normatieve produktiekosten van appelen

(5)

W o o r d v o o r a f

Sinds het laatste verslag van de resultaten van het onderzoek naar de produktiekosten in de fruitteelt in 1964, hebben zich verschillende wijzi-gingen voorgedaan in de produktietechniek. Ontwikkelingen in de mecha-nisatie, de arbeidsorgamecha-nisatie, de chemische onkruidbestrijding, het che-misch vruchtdunnen e.d. hebben een niet onbelangrijke arbeidsbesparing gegeven. Maar ook verbeteringen in de teelttechniek, hebben tot vermin-dering van de benodigde arbeid geleid, waardoor de vaste arbeidsbezet-ting bij gelijkblijvende oppervlakte kon worden verlaagd, terwijl de kg-opbrengsten per ha - althans van appelen - toenamen.

Recente ontwikkelingen gaan in de richting van verkleining van de boomvorm en van intensivering van het plantsysteem, waardoor de moge-lijkheden tot verbetering van de efficiency van de produktie verder toene-men. Bovendien is bij deze intensieve teeltvormen de aanplant eerder in produktie, waardoor een verhoging van de geldopbrengst kan worden v e r -kregen.

Het een en ander is in sterke mate gestimuleerd door de nog steeds stijgende prijzen van de produktiemiddelen en de dalende fruitprijzen, waardoor de rentabiliteit van de bedrijven in belangrijke mate is afgeno-men.

Daar de ontwikkelingen de laatste jaren van grote invloed zijn geweest, zowel op de samenstelling en het niveau van de produktiekosten, als op de bedrijfsstructuur, is in 1967/1968 een nieuw onderzoek ingesteld naar de produktiekosten van appelen en peren in verschillende produktiegebieden. Dit nieuwe onderzoek wijkt in zoverre af van het vorige, dat het aantal produktiegebieden, waarop het onderzoek betrekking heeft, groter is t e r -wijl thans ook begrotingen van de produktiekosten van de belangrijkste appel- en pererassen zijn opgenomen.

Het onderzoek is uitgevoerd door P.A. Spoor en J. Goedegebure van de afdeling Tuinbouw.

De Dijrekteur,

^

[lil>

(6)

S a m e n v a t t i n g v a n d e r e s u l t a t e n v a n h e t o n d e r z o e k In deze samenvatting zijn de resultaten weergegeven van het onder-zoek naar de produktiekosten van appelen in vier gebieden (het Zuidwes-telijk kleigebied, het rivierkleigebied van Midden-Nederland, de Noord-oostpolder en het Zuidelijk zandgebied) en van peren in twee gebieden (het Zuidwestelijk kleigebied en het rivierkleigebied van Midden-Neder-land). De uitkomsten hebben betrekking op spilvormbeplantingen in gespe-cialiseerde fruitbedrijven met_een vaste arbeidsbezetting van tweejaan^.

In verband met de recente ontwikkelingen van boomvormen en plantaf-standen zijn tevens de normatieve produktiekosten van appelen in een tweetal intensieve beplantingen vermeld.

Behalve de produktiekosten van appelen en peren in beplantingen met een samengesteld sortiment zijn eveneens de produktiekosten van de be-langrijkste rassen opgenomen.

Daar alle hiervoor genoemde uitkomsten betrekking hebben op niet-bewaard fruit is tenslotte nog een samenvattend overzicht gegeven van de normatieve bewaarkosten.

De gedetailleerde berekeningen van de produktiekosten zijn in de hoofdstukken II t / m VI vermeld. Berekeningen van de kosten van de duur-zame produktiemiddelen, de stichtingskosten van de plantopstanden en de gemiddelde arbeidskosten per uur zijn in de bijlagen 1 t / m 18 opgenomen.

In deze samenvatting zijn de resultaten van het onderzoek in verschil-lende tabellen bijeengebracht. De produktiekosten van appelen en peren

(bij normatieve kg-opbrengsten) per ha en per 100 kg, zijn verdeeld naar kostengroepen en kostensoorten. Tevens zijn tabellen opgenomen met de produktiekosten per 100 kg bij verschillende kg-opbrengsten per ha en met de stichtingskosten van de plantopstanden.

§ 1 . D e p r o d u k t i e k o s t e n p e r h a en p e r 100 k g en d e s t i c h t i n g s k o s t e n p e r h a v a n a p p e l e n e n p e r e n i n s p i l v o r m b e p l a n t i n g e n ( t a b e l l e n 1 t / m 1 0 )

De produktiekostenbegrotingen van appelen en peren (niet-bewaard fruit) waarvan de gedetailleerde berekeningen in de hoofdstukken n t / m V zijn opgenomen, hebben betrekking op spilvormbeplantingen. Bij de b e r e -keningen is uitgegaan van type-bedrijven met een vaste arbeidsbezetting van twee man.

In de tabellen 1, 2 en 3 zijn de produktiekosten van appelen en peren in de vier produktiegebieden waarop het onderzoek betrekking heeft, v e r -deeld naar verschillende kostengroepen (kosten van de duurzame produk-tiemiddelen en de diverse algemene kosten, de teeltkosten, de oogstkosten en de afleveringskosten). De bedragen zijn zowel in guldens per ha en per 100 kg, als in procenten van de totale kosten weergegeven.

In de tabellen 4, 5 en 6 zijn de produktiekosten verdeeld naar kosten-soorten, zoals rente, afschrijvingen, arbeidskosten e.d. Ook in deze tabel-len zijn de bedragen zowel per ha en per 100 kg als in % van de totale kos-ten vermeld.

(7)

De tabellen 1 t / m 6 geven de produktiekosten weer bij normatieve kg-opbrengsten per ha van beplantingen met een rassensortiment dat voor de betrokken type-bedrijven representatief kan worden geacht. Tabel 7 geeft daarentegen een overzicht van de produktiekosten per 100 kg bij verschil-lende kg-opbrengsten per ha, waarbij de invloed van de kg-opbrengst op de produktiekosten per 100 kg tot uitdrukking komt.

Tenslotte zijn in de tabellen 8, 9 en 10 de stichtingskosten en het aan-tal stichtingsjaren vermeld van de verschillende appel- en perebeplantin-gen waarop de produktiekostenbegrotinperebeplantin-gen zijn gebaseerd.

(8)

ft f? o, ai C t l •E

>x

I

o. c > -O •Ç ® 6P 1 - 1 M tf bo •rt s 'O buig ^ J * bfi 'S hi) o to o to r f * OS* t - * CO* to co o os • ^ co ao ^ OS OS 0 0 C -•V V " co" CM* H t - N O CO t O Tt* r H CO r H T p © l O t - c - c o w w o ^ i> CO" £>" CO* CM* g 1 — 1

1

0 0 r H © © CM CO © t -CO t - -CO CM CM © CM OS 0 0 co" CO* W * CM" CM CO CM OS CO i * TH M H

eg* os" M * i-T

<N 0 0 OS CO GO CO CO r H CO CD CO CO CM G 3 c

a

»

s o •s •* e » o. « M bo N .3 • "O U T) m ' M S, c • M <U ni •S c •S S 'SE o w S S J ï 2 Q. bO 18

I ^ «

ö *• » c e œ l O O * CM Tf< CO i ß t - r H CM OS t -r H E -esT r H t -o •* 0 0 CO o i H CO O r H CM CO CO OS m t o l O I C I ß t -r H -rH CM ^H CM r H I Ä

1

§ 00 o 3 "3 s "3 S s

•ei

ni S ni J3 äJ T ! £ » T3 + T) g 6 » 3 eus o JS a ci CO o s t o 0 0 i-H m o © e*ï to CM to I ß r H i H O t o t o 0 0 ^ e-0 e-0 r-l ^N 0 0 OS CO r H m ^ CM 0 0 i H r H CO 3 s t - CO T—I OS

i-T co* iß" i-T

t o t -co l A « * CO o to to H H O 0 0 o c*-OS t -CM r H t - t - m w m rH co i n CM 0 0 o

s

os os i c m rH* N V H r H O CO CO OS CM r f CO t C H H O O CM 0 0 00 e~ rH rH 00 O oo m CM CO IN m rH 00 to OS r~i CM m m co CM" t o " r H * r H * Tt« CM © © 0 0 H I O ^ C -OS CO fc*- t— CO t - i H r H r H t t -S «rH — -CJ + CO T 3

II

<» h bo d O ni GO O u OQ bo C 'C o > 5 to £4

a

CO c c « 0

•s

c 'S >

§*

•S « c c OJ QJ ! - h 0) a, 0 0 c « 'C •4-» « 0 . 0 o • " « 0)

s ^

7 00 -§ 9 a u £ •§• .3 ? O Ml S •* a u SP. 11

(9)

G a» +-> co o is u a a c b£ C „ . V t* a >_ 6 o > ^5 a m •— c 0) g

s

cö m 1H CÜ 'S o bû ri

s

a , o c V a> a a cet s ci > ho X o o rH * c ce

s

ai al TD c a N .* IV x '5 N • H e* M j«: c c 73 'S es J 5 2 Vu •a c es u T3 V Z 1 C ce 73

i

c es > • a S 'S X h a) > 5 rH es S a o T3 ' M CS J= T3 71 h ce CO en a n c ce CO o A I CD 4 - > A ! 3 •O O h D. eu p ce O. CO '.^ !-fc c « & ce O ac •S 12 m t - i ~ i - t LO CM t - " CC H MN r t ( O ' J ' T J - H n c - t c t - < * Tt< (Jï CO* I ß co" «M* cc ci in cc" o " HC CC co Ci V CO* i-H i H T f CC C i CO c c I N O i n CM C * l O CO C l - 0 0 l ^ r t 0O l > cs en m t -O N ^ H 1-1 co CM c CM o o co m

CM" CO" CO" I-T

CSJ O CM T-l CO CO O O CM CD O t -CO 0 0 -CO CM - ^ 1-4 i - t O 0 0 CO O a i c i H I-H a i m oo c o ' t - m H t - w ^ T H CM CO I-H 1-1 co t -00 iH •g S E ce § g S- ° 5 « ' e u e CO c I S 8 i2 73 M % •a e S » Ci M S C M 3 *" ~ "g a s o 3 .2 > " 3 . O T3 c s c S-~ S 73 » œ "D 'E J-ç g 'ce S ce ^ - »t c ri CD et C Ä <L> H ce j d d M O J * • * - * M b£ O C K 3 ai 4: ^ re ri 4 J CO O CO b£ c v< > C < S S 0 a co c es 0 0 • c CZ ce 1-0) 0 ce x ' t £ 0) ( J ce 0 CO c> et ^. 0 CS • c S O -J£ 3 • c 0 h C. 0 es O H ^ j co t e c 0 i~ X a 0 M « Ï Ê 5 « CO & o o M co a; • » M iS C TT n i a? o

(10)

•ß ft § & o M

9

s

co

3

ft

o > a. g > a.

\x

i 2 •g 'S

I £

2 # •8 w

l-

! «S m T i

1

3 SI

5

» Je! 3 •'S h cd 2 'S) - * W TH CM t - co t - CO « CM T * -tf us os ta CM c» m i - i W O N H I ß Tt« CM rH CO CM o O CM CO © t -CO CM -CO CM O CO t -CM O O I ß CO t o o o o ^ r H I ß CO CM r H 0 0 CM r H CO o to en (N t - " • * " CO CO* m T** io m" co" io <N O N w w to a > œ D O O f f i H CO • # CO CO en m IA O <N CO m co m •3 o •a CD •o •a s o •o © 5-S •g u o. * C D o 2 S • 8,3" o JSP . . . . X cd eu ,o o -o e s • 0 3 « G 2 te S.? » "o, o -o 'S o S S 73 2 » 2 f< h S » S « £ • £ d ¥ ^-* H e ro e s C i • . . . eo «3 co ^ i _ o * co* co T-T 0 CM r H r H t -0 -0 eo t -0 -0 co I ß O CO T** r H CM T}< I ß T f H H O l O CO t > 0 0 r H O •** O O r H CM H W t - ^ tr- I O O H 0 0 CM CO r-f ** -* ta r H 10 m 10 co 00 o " to" rH* r-T EQ T J

i s

DO cd O . O cd Tf <N o © S CO O CO r H CM CO •"* CO O «O r H r H r H O CO en r H

SB

«I-S2

lis*

* ^ ~ § of O » co « e e. h t . ï t n « o « « +3 o co B cd cd J3

5

O) 3 "cd •a o » £ o o 3d œ cu S c °£ £ Q

(11)

eu •E CD^v •a o u a. a X! as H bß3> '3 £ .2'S > 3 E S •a CU

I

T 3 - M cd bl) N W N N O H O 0 0 CO O CO t - O r H CO O C - CO GS r H . H ^t O r e m w i f l o CO <M O CO l O CM CO H N M H N n o o ^ f t o i m H o CO t- 0 5 ^^ 0 H CO r H CT) 0 0 CO l O CO CO r t4 CM " ^ CD CM t O r H CM CO i - t r-i t > CO 3 ) T f « T f O t O O O I-O CD r H CM r- c- o co o CM oo U3 i H 0 0 CO <N ^ OS c o - ^ m c o m C M T f r H CM CM r H r H c o o c - c o CM i n o o m m CO H T f t - O N OS fc- t - -H^ CO 0 0 0 0 OS 0 0 Tf< OS 0 0 C - CO M « HC O H N i n r H CM CO r H CM ca u c o <u • 8 1 a M CU •M 01 ö bß-t-> o o „ m o Ç Ç -rt o • -CU <u B a o -Î7 co ca CU J 3 *M ** 43 ' S <U CU •o-S _bj> O "Q « < ; h 9 > G CU -I-» m bu o • 3 S eu .2 b» h 'C 'S eu bß w .*-. ~ .2 Ö > cd « < < S M O K JS ? o bo -S . o *» S S o o X U a) "C m t - H ^ a i f j « o co csi m m c- ' t ^ co i n t co H co t -T f t - O r f l O O H co m t> CM t - m co H O N o - t n ce CM r H C S C O Tf CM TJ* r H CM CM r H r H m o m os m co o C i C M l O H f f l i o c o t t W H N N O O I ß " OS r H i n CD r H CM CO CO * t OS O0 CM CD CD «t CO OS -H* -HH CD N H l O H T f ( N T t r H CM CM r H r H *- Ö S » ° m +J +J eu m „ n e o S e eu koste n rijvings k dskoste n •iaalkost e n va n di e g e alge m risico -iS u CD CU +3 ^ CU C ö ^ S n » » CD «_, M ™ o > cd tf < <C S « O BC o . 2 CU TS O o . CU cd O f -.J-i Ï 4 CU a +-» CO bc c CD U •S o i bfi B

(12)

t o o > u a

â

•g

•a

3 J O H T J I O O O Ï O oo" o* t-" ef V of m* rtNNHH t O O ^ M O W H TF i-t O 00 CD .H O t - " o o I H * Tp" ta i-T c j CO © 00 W t - IN <N « O O H r l t * ' * N I f l t - e O O H N < f r-t i H (N rH i H rt< OJ c i I D m oo o t - * o o t - * o t - c i if} 00 O > M m w o n O ( O n W H H O t>* t>" i-T ••* t > " I H " <N* CO ^ O O N 00 CO OJ ^ N W H l> 00 CD 00 t- O t- <N Tt* i-H rH tN iH T H c o •E V •o h s S? s « 1 V •a.

a l

O •£? 00 a ta -P O «M H i_j w K- w o M 0) S 3 •a o OU H m •1-1 t—I J I h ® 73 > CS O E-•o œ _ bo o S 73 S 3 o es S' bO e o • & O if

s

-g

a

o. cd

s .s

'S J o « « . i CD Ol CM C\! ( M i H ( M l O O l O m CO 1-H CÖ » o o co ^ Tt* (M ffS ai i ß N H H N < N X X X X X •tf CO CO Tt< TP ft ft O. ft ft j> 'S, V V W y .ÏP^ O ö ö Q S Ü 5

s s s s e s s

.SP-« .SP^I s -o S .2 b » T 3 (U CH •O •JJ a> w w « T3 - ^ T3 t : -M 3 .2 3 O .5 C r < bo 'S cd 3 N O ï co 'V co t > en i H r-T CO 0 0 ;•** eo O i CO -^ CO co • ^ o co 0 0 I ß m co c-co w rh i ß r H <N I ß m csf X o o I ß X o o œ co •8 bo-a V

s

.—T 0) + j 09 V £ 'V '3 <U ai bJJ 0) M > N «

(13)

•S X ta -g o S O Ol

SI

i - S bc •O a o! IS] -M i—i "H '3 N co" •a <*H

1

rt "3. • a a £ 1 S .o a; .M 'S > S i H ira Ï > 05" T3 S ai œ 4-1 c 3

II

0 0 0 0 <N CO CS CO 0 0 CO 0 0 t -t - r ^ ^ f 0 0 (M CO 0 0 CO 1 I c o o u <ü CU » rt IO O iH CO CO «-f i H O OS O 0 0 CO ö at O 0) « O. 0

1

"E bc .3 u CO > dj

's

"8 a 3 -g J2 M S C ni . S - S M » C 4-H ' O O 0 B O Koste n va n derhou d v a duktiemid d 73 'S Si ci

s

•> 0) 0 M c •3 'S 01 •M ni S S 10 0 M s CQ 5 'C > O C +-> m eu

3

0 H bo a -*-» 2 CÛ M C < D u J3 O, O 2' C + J <4H m bC C <D P. O V i 0 . -4-» CQ S G 0 J4 CQ bC C 0

s

ai J3 p . ai S O O . 0 0 , À C eu h a j CQ a tu Î-. cä CG bo bû C -y 43 0 + j DQ m c -Ü 4= O CO «3 S O cd P i ü

s

(14)

c-CO Ol 00 t - t -(N 00 T * t o 1# a as CO CO CO CM 1 0 t - CO 0 0 T H s u % a. Sn » •s o

1

I

d

s

•s H

5

T3 -S» (0 OH c d "H, •S s CD > S s CD "0 •g S <D

S

1

o. o S d N 3 -g J3 3 O •g •a o c eu » 'S o "3 > cp « o M S 'S •g d > S3 CD - M CO O M a CD 'S CD d s > c CD co o « -4-» 00 O V _bf 'C > o S C D CQ .S 0) "3 • M o H .M C - M g 4-1 CO bc c CD U X! ^, O •i-C a CO 5 c co M v ^ 2 "3b S3 S C4-f CO b£> a CD U X! a. O c CD CQ O co bc .S -H en d J3 U CD a es S o o XI u CD a. J3

(15)

TJ< CM CJ W OS te as o m t> CM OS i H 0 0 T J * ira M 0 0 CS i t • * l O OS CM 1 * o H t -D w 0 0 • * Tt< -* 1 CD os i n C l 1 to 0 0 co as i CM i n m i t -CM 1 S t -CM "* O O co ira S3. co Tt< I-t 8. o

s

•S o 3 •S I» bC c

I

0) o D § 'S S & a. S

1

S

S

ai bo (D M 2 M bo e g o o

s

Je û) M 'C tu > O oo o .M o

3

o H +-> œ bo C h ^ O -t-> 00 bJ) e œ u X! §

4

a

2

(16)

§ 2 . D e p r o d u k t i ë k o s t e n p e r h a e n p e r 1 0 0 kg en d e s t i c h t i n g s k o s t e n p e r h a v a n a p p e l e n i n i n t e n s i e v e b e p l a n t i n g e n (tabel 11 t / m 14)

Als uitgangspunt voor deze begrotingen heeft een fruitbedrijf van 10 ha gediend. De begrotingen hebben betrekking op intensieve appelbeplantin-gen met vrije snoeren (3 x 1 m) en slanke ronde spillen (3,5 x 1,5 m). Het sortiment is beperkt tot het r a s Golden Delicious met een bestuivend r a s dat 15% van dè oppervlakte inneemt. Bij het vaststellen van de gemiddel-de kg-opbrengsten is uitgegaan van een produkt vail goegemiddel-de kwaliteit en een gebruiksduur van de beplanting gelijk aan die van een spilvormbe-planting.

De gegevens waarop de berekeningen zijn gebaseerd zijn nog slechts in beperkte mate beschikbaar. Vooral omtrent de opbrengsten op latere leeftijd is nog onvoldoende bekend. De produktiëkosten hebben geen be-trekking op een bepaald gebied, maar zijn bedoeld als een eerste infor-matie over de kosten en de opbrengsten van deze plantsystemen onder gunstige produktieomstandigheden, waarbij zowel de teelt- als de oogst-werkzaamheden op efficiënte wijze worden uitgevoerd. Ongetwijfeld zul-len specifieke gebieds- en/of bedrijfsomstandigheden invloed hebben op het kostenniveau én vooral ook op het opbrengstniveau. In de tabellen 11 en 12 zijn de produktiëkosten bij normatieve opbrengsten verdeeld naar kostengroepen r e s p . kostensoorten. Tabel 13 geeft de produktiëkosten per 100 kg bij verschillende kg-opbrengsten per ha weer. Hierbij kan worden opgemerkt dat de gemiddelde kg-opbrengst over de produktieve periode, van de 3 x 1 m beplanting hoger moet zijn dan van de 3,5 x 1,5 m beplan-ting om een kostprijsvoordeel te kunnen opleveren.

Tenslotte worden in tabel 14 de uitkomsten van de stichtingskosteh van deze beplantingen vermeld.

(17)

o u 00 c •B > T3 C O •e x 8. o. c <D +> 01 O •* 0) 5

1

o. Q 0 0 co r H ^-* CD O. CO •*-j> 0. , . e œ o. •3 if

s *

»R J? i n ' o ' i n esf rH lO iH O O H O D N O « H co CO CO 00 eo ffi ^ t - o o •*# o T c T i o

s

f-r <o iH o O i-t O lO c g r - « H co co co co W ( D N Tf* co co O H t O > •3 c <B c CD • o •o '8 »

S

3 'S O , CD S c d N u s •g s CQ s m "3 2 •o S CD § „ 3 P

fc o P.J2 s » o F S fi. oo a o "3 M^3 ci jà o -o S CO | "3 2 » •g cd §

3

is cd j â • o S •d 2 a 3 •S A • M 'S ai 'S co u + o o CO T! I—1 o SO cd J 3 ci » CD CO u bo cd o . O c« CO CO ^ » CO - ^ CO ^ « t N I H GO t > CM CM m co co H b - N CO - * i-l iH O CO t t -1 -1 -1 -1 t-* O * <N* Co" ^ O f t i O CO t - TF CM r-i 1 CM* o> O CO CO CD CD T f in* CD* V N CO m CM CO O C - CM CO T f H H O CO CO t -1 -1 lB lK co" o* oT otT 00 t - CO C-t - C-t - m CM i H im o " C-CO CO

4

C SO S3 * * H C M S "8 3 a> » t o h Ja! j "O R 6 c 7 1 CQ CD ^ ro 5 » S

II

cd .O O TS 01

I

g CD o ^ Q> i - t "g u a CD

3-

o H 3 h CD ca bO C CD h •R o 1 0 0 W S O ? + j CQ O CD S B

s

> C CD "S CD O O h o m •8 o CD o ca a) bO e CD •B 0 ) • o u o. o c H-1 o Q

(18)

e

3

i—« •E •s o IB O S « Ol >, X co h Ol ë

1

CL >

s

CD

1

3 T ) S a Q ç j a i .i_i' h ft c -*-* ai fi H CD (N lO tO 00* t - " CO* i-T Tf W U5 N rH W CO* lO* 1>* 1 00 o CNJ 1-1 1 CD O ( N 1 I N O CO 1 CV1 o ira r H 1 tra o SI 1 «O w 1 ira ira m i as o r-i r H i H

ira* co* <N <N ira

Oi 00 C4 CO CO »H CO CO* Ci CO CO 1 ira «* ^ r H i rH 0 0 <N ( M 1 ira os ( M 1 O r H ira i-H r~i W ( 0 <N 1 co ( N 1 CO 0 0 ira i ira CD c a i M o A l .3 'fi u CO D a> C0 O A! [Q •g 'S .p s o S "3 (S •fi a i O O T 3 C a i -i-j co C •3 > C -r» to ca c > « <: < s M ai

ê

o u u a i h t m « 3 • a o h a, a i o H œ M S 0) h •K o 1 M M

(19)

•8. o "E 43 01 > t H 'ÖJ 43 « H § S o o m X X > wo CO 'C p< a CO m T3 ^ CO § 1 co .g m ,g ^ rt 3. o • o G O tu m co" 'S d co m «3 co as ^f T-H C3 l~ CO CM IM in c. bc •S » -i S P- 5 M <N j-t CO CD .2 ^ S % -*J 03 o JS 4> c CJ > rt Î-. § T J 4 ! cti > C 01 CO o M !2 Ë 'S S .M CD M 'u <D > O o M « 'rt O F-co bc c 03 *-l 4 3 a O co 'OC c CD ^1 4 3

S

•M • * Ö o o . ß f_, Q) a .c co co b£ b£ .s .s +-J +-> J= X ü o +J >J co co CO r f

(20)

§ 3 . D e p r o d u k t i e k o s t e n p e r h a e n p e r 1 0 0 k g v a n d e b e l a n g r i j k s t e a p p e l en p e r e r a s s e n i n s p i l v o r m -b e p l a n t i n g e n (ta-bel 15 t / m 18)

Kostprijsverschillen tussen de rassen worden grotendeels veroorzaakt door de verschillen in de kg-opbrengsten per ha. Een klein deel van de kostprijsverschillen wordt echter veroorzaakt door verschillen in de kosten van de plantopstand en enige specifieke teelt- en oogstkosten.

Voor een aantal belangrijke appel- en pererassen op zwakke onder-stammen in de vier produktiegebieden, waarop het onderzoek betrekking heeft, zijn de produktiekosten begroot. In de tabellen 15 en 16 zijn de produktiekosten per ha en per 100 kg van deze appel- en pererassen bij normatieve opbrengsten weergegeven, alsmede de stichtingskosten per ha van de beplanting van deze rassen.

Daar onder invloed van verschillende omstandigheden per r a s varia-ties in de opbrengsten optreden, zijn in de tabellen 17 en 18 tevens de produktiekosten per r a s bij verschillende kg-opbrengsten per ha tot uit-drukking gebracht.

(21)

tu e CD U

•a

o CD O . O . ut CD t2 M 'u bO

a

'S J 3 CD • O S > b c .* 00 ra bcc E ï \ » s J3 j5 2 « + 3 o t « . ü c 'M 'S 5 co MH 00 S S cd • Ö t-i © P . C © -»J DO O Jtf <D

S

Î

D . CD Q O i i H ^ CD o, DQ S* a c CD •a CD 3 bo u CO > •a o - & O " .2 •* A S AS w P. o « S eo m es cN CO N P ) T ( i o OS OS - ^ i H - ^ i H O l co i o tra co i-t t - t o e g w i - t c » ^ W CO M •8 bo '3 O 3 .2 I -s 3 o 3 . 2 3 O N p j N fc TJ* i n m 00 <N CN i n oo oo oo co co co m i n 00 05 00 00 ^1 of X O O O of X ta O l o oT X CM of X u i OJ 3 15 bO •a M tg O , 'ei) w OQ 2

1

3 N Ä O S O d j * P O <o - - r oo e cd u O ü 0 0 CO f - t co eg co • H O CN co co m S s r f CO O i OS eo co co X 13 U 2 a CD x S 2 •r> CD o 3 bc p. Cü ••-< -*J u Al O O O •o 2

1

3 CD _ > -CD 6 r o 55 CD •a « N CD 'cD 2

I

3

I

e o • 3

(22)

0> B m 9 •a o. o a •o IP

&s

«a o ^ 0)

S

3 TJ O Q, <0 a o. at *-j> M Ô A <D ï

1

60 O « j f 3 ° P..S •art o *

£>

ft .M

sla

i ta rt

si

co 4S ^ cd Q) S s (M (M X X u o p rt o ta <N X o o ** o • * (M X o o ^< JD 'S 3 £» ^ •u a> 00 £ 2 '3 N 3 (U M 'a> S '> S .O <0 •S? 'S 3 .M 23 4) - M (0 0) js 3 3 N "8 - û © bo « a •? 2 J3 <D bc 'S 3 A ; ^ tu +-> 10 0) is T3 3 N J= 0) M 'S 3 r3 <U + J to 0) •s 2 3 N • a tD J3 tu M V 3 0) 2 "8 XI d> M a? 3 U

•g

2 n! u > < 3 O a

(23)

•8 bu a oo es œ > 05 bo'-' •M a § & 3.» h 'E S a o <u ü a, •S B S 2 •a oo o c u CU a ti »•S. Q o u *> < bl=" co oo ea CO TC O l m i ß os co « PO cc eo eu bo o _aj j£ T 3 o m co c<i m .-i m a: co o CO (M CM Oi" to CD ai* CO CO CO CO co m co bo § o o ci o) m co co co co co co •8 bp 'S 3 .M "ÖÏ co CU • Î -o 3 N • O ." S CU .SP CD S CU v S •o CU 3 o bO •73 E cä N 'S "5 '3 N t-i a i 2 "o & CO O O 'S 0 o Z •s bp 'S 3 Ä CU ca CU ü 3 '3 N • o CU 3 CU bp 'CD 3 CU >

s

h CU 2 "o & 03 O o 'S o p z, • a CU 3 CU bp 'S 3 CU > 2 • a CU

1

bO 'S CS -M 'S 7 3 '3 N •8 'S 3 r* CU ca CU S

'3 N

(24)

e •a o I

a

•a C<3 i-T o" t. •8. o I bo O) SH bo C J3 •O •8 ü S 00 .M K 3 -5 « 'S 3 .M V -«-» 00 £ 2 3 N *8 V bl Q> ? > 2 J3 « •S? 'S 3 .M '^ 0) ta £ S '3 N XI a M 3 Ä i—i a) •*-» J5 3 's N 'S xi V .5? OJ 3 a; V

s

•8 .g V bO a 3 h « > S Q> 00 3 a

?

Q D. x> si o O 3 « m

i

-a) P. > < •a « 3 g o m •a » •a

s

o H 27

(25)

§ 4 . N o r m a t i e v e p r o d u k t i e k o s t e n v a n a p p e l e n en p e r e n na b e w a r i n g (tabel 19)

De in de voorgaande paragrafen vermelde produktiekosten hebben be-trekking op het niet-bewaarde produkt, dat vrijwel direct na de oogst via de veiling wordt verkocht. Om een indruk te geven van het kostenverho-gende effect van opslag van het fruit gedurende een bepaalde periode zijn in tabel 19, uitgaande van verschillende kostprijzen bij verkoop di-rect na de oogst, de produktiekosten nà bewaring weergegeven.

De berekende bewaarkosten hebben geen betrekking op een bepaald ge-bied of een bepaald r a s . Het zijn gemiddelde normatieve kosten, waarbij is uitgegaan van gasbewaring in gehuurde bewaarruimten. Ook de b e -waarverliezen, die onder de bewaarkosten zijn opgenomen, zijn gemid-delden. Voor een gedetailleerde omschrijving van de uitgangspunten van deze kostenberekening wordt naar hoofdstuk VII verwezen.

De produktiekosten voor en na bewaring geven tevens de kostendekken-de prijzen weer, die bij verkoop via een veiling in kostendekken-de verschillenkostendekken-de peri-oden moeten worden behaald om een gelijk bedrijfsresultaat te bereiken. Tabel 19. Normatieve produktiekosten na bewaring 1) van appelen en

peren P r o d . k o s t e n / 1 0 0 kg 2) na b e w a r i n g g e d u r e n d e : 2 mnd. 3 mnd. 4 mnd. 5 mnd. 6 mnd. 7 mnd. 2 m n d . 3 m n d . 4 m n d . 5 mnd. 6 mnd. 3 0 , 3 8 . 4 1 , 4 4 , 4 7 , 5 0 , -P r o d . kosten bij 2 5 , 3 3 . 3 5 , 3 7 , 3 9 , 4 1 . 4 4 , 3 5 , 4 4 , 4 7 , 4 9 , 5 2 , 5 6 , 3 0 , 3 8 , 4 0 . 4 2 . 4 5 . 4 7 . 5 0 , 4 0 , 4 9 , 5 3 , 5 5 , 5 8 , 6 2 , -v e r k o o p 3 5 , -A p p e l 4 3 . 4 ö . 4 8 . 5 0 . 5 2 , 5 6 , 4 5 , -na e n P e r e n 5 4 , 5 8 , 6 1 , 6 4 , 6 8 , -oogst (p. 100 4 0 , 4 8 , 5 1 , 5 3 , 5 6 . 5 8 , 6 2 , 5 0 , 6 0 , 6 3 , 6 6 , 7 0 , 7 4 , 4 5 , 5 3 , 5 6 , 5 9 . 6 1 . 6 4 , 6 8 , 5 5 , 6 5 , 6 9 , 7 2 , 7 6 , 8 0 , -kg) 5 0 , 5 9 , 6 2 , 6 4 , 6 7 , 6 9 , 7 4 , 6 0 , 7 0 , 7 4 , 7 7 , 8 2 , 8 6 ,

-1) Gasbewaring in gehuurde bewaarruimte. 2) Afgerond.

(26)

HOOFDSTUK I

A l g e m e n e t o e l i c h t i n g o p d e p r o d u k t i e k o s t e n i n d e f r u i t t e e l t

§ 1. U i t g a n g s p u n t e n

In dit verslag zijn de resultaten weergegeven van het onderzoek naar de produktiekosten van appelen in vier voor deze teelt belangrijke p r o -duktiegebieden (het Zuidwestelijk kleigebied, het Rivierkleigebied van

Midden-Nederland, het Zuidelijk zandgebied en de Noordoostpolder) en naar de produktiekosten van peren in het Zuidwestelijk kleigebied en het Rivierkleigebied. De berekeningen hebben betrekking op de kosten en op-brengsten van een juist uitgevoerde, normaal verlopende teelt op een

"zuiver" fruitteeltbedrij f, waar gezien omvang, structuur en inrichting, doelmatig kan worden geproduceerd. De onderzoekresultaten zijn in de vorm van een aantal begrotingen gegeven, waarbij is uitgegaan van het niveau van de technische ontwikkeling in de fruitteelt zoals dit de laatste jaren in het algemeen op dergelijke bedrijven voorkomt. De berekeningen zijn uitgevoerd op basis van het prijspeil van de produktiemiddelen in het voorjaar van 1968.

De door de ondernemer en eventuele gezinsleden verrichte handenar-beid is in de kosten begrepen, evenals de rente van het in het bedrijf ge-investeerde eigen vermogen en eventuele andere niet betaalde kosten.

Bij de berekening van de kosten is uitgegaan van de vervangingswaar-de van vervangingswaar-de produktiemidvervangingswaar-delen. Dit houdt in, dat vervangingswaar-de huidige aankoopprijzen van de produktiemiddelen (machines, werktuigen, gebouwen, materialen enz.) als basis zijn genomen en niet de prijzen waarvoor de produktie-middelen misschien reeds jaren geleden zijn aangeschaft.

In de produktiekostenberekeningen is geen beloning voor de eigenlijke ondernemersarbeid (leiding en toezicht) opgenomen. Van een eventueel voordelig verschil tussen "de kostprijs" en de opbrengstprijs moet dus een deel worden gezien als beloning voor leiding en toezicht.

De begrotingen van de produktiekosten voor de verschillende gebieden hebben betrekking op spilvormbeplantingen, tot nu toe het meest r e p r e -sentatieve beplantingstype in de moderne fruitteelt. Daar een recente ont-wikkeling gaande is in de richting van kleinere boomvormen en nauwere plantafstanden zijn als een eerste informatie voor deze intensieve teelt-wijze eveneens enige begrotingen van de gemiddelde produktiekosten van appelen opgesteld, die in hoofdzaak betrekking hebben op het appelras Golden Delicious, daar van de andere rassen nog onvoldoende gegevens bekend zijn. Bij een vergelijking van het kostenniveau en de kostenstruc-tuur van deze moderne plantsystemen met de spilvormbeplantingen dient hiermee rekening te worden gehouden.

(27)

daarbij aangepaste teelttechniek in het algemeen een doelmatiger fruit-produktie mogelijk maken. Het nieuwe beplantingstype zal in vele gevallen

een rationale vervanger voor de huidige spilvormbeplanting zijn. Daar de ervaringen nog bescheiden zijn en zich slechts uitstrekken tot enkele r a s -sen, zijn de normatieve produktiekostenbegrotingen nog gebaseerd op het huidige spilvormsysteem. Dit betekent dat ook de kosten van de plantop-stand hierop zijn gebaseerd.

De produktiekostenbegrotingen van appelen van de nieuwe intensieve teeltvorm zijn niet gebaseerd op de produktieomstandigheden in een be-paald gebied en geven dus slechts een algemeen oriënterend beeld.

De produktieomstandigheden voor de fruitteelt in de verschillende ge-bieden lopen vrij sterk uiteen, terwijl zelfs binnen de gege-bieden nog duide-lijke verschillen, vooral wat het klimaat en de bodem betreft, voorkomen. De produktiekostenberekeningen moeten dan ook steeds gezien worden als een weergave van de kosten en opbrengsten voor de gemiddelde genorma-liseerde omstandigheden, zoals deze in de gebieden gelden.

De produktiekostenbegrotingen hebben betrekking op niet-bewaard f ruit dat binnen enkele weken na de oogst wordt verkocht. Om een indruk te ge-ven bij welke prijsverschillen tussen niet-bewaard- en bewaard fruit de kosten van bewaring (en bewaarverliezen) worden goedgemaakt, zijn hier-voor in een afzonderlijk hoofdstuk normatieve begrotingen opgesteld. Hierbij is uitgegaan van de kosten van gehuurde bewaarruimten.

Behalve de produktiekosten van appelen van een gemengd sortiment zijn voor de belangrijkste appelrassen de produktiekosten in verschillende gebieverschillenden begroot. Hierbij hebben verschillende specifieke kostenverschillen t u s -sen de ras-sen als uitgangspunt gediend.

Op grond van het feit dat op het merendeel van de goed geleide fruit-bedrijven in het Zuidelijk zandgebied beregening tegen nachtvorstschade in de bloeitijd en t e r bevordering van de groei in de zomer de laatste ja-ren tot de normale cultuurzorgen is gaan behoja-ren, zijn in dit gebied de kosten van een beregeningsinstallatie in de kostenberekeningen opgeno-men.

§ 2. De b a s i s g e g e v e n s

De voor de kostenberekeningen benodigde gegevens zijn in hoofdzaak ontleend aan de bedrijfseconomische boekhoudingen van fruitteeltbedrij-ven en aan de uitkomsten van het onderzoek naar de kg-opbreng sten van de belangrijkste appel- en pererassen in de betrokken gebieden.

De kosten van een uur arbeid zijn gebaseerd op de C.A.O.'s 1967/68 voor de fruitteelt in de betrokken gebieden, aangevuld met de verhoging van de sociale lasten per 1 januari 1968 en de geschatte stijging van de lonen in 1968 1).

1) Rekening gehouden met de verhoging van de pensioenpremie per 1 mei 1968 blijken volgens de C.A.O.'s 1968/69 de loonkosten gemiddeld on-geveer 1% hoger te zijn dan op deze wijze werd berekend.

(28)

§ 3 . De g e k o z e n t y p e - b e d r i j v e n

Voor het berekenen van de produktiekosten in de genoemde gebieden is uitgegaan van type-bedrijven (zuivere fruitteeltbedrijven) met een twee-mansbezetting.

In verband met de sterk uiteenlopende hoedanigheden van de bodem in de vier gebieden, is voor de gekozen type-bedrijven uitgegaan van een grond die voor de teelt van de betrokken fruitsoorten, rassen en onder-stammen als geschikt wordt beoordeeld.

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de oppervlakteverdeling en de arbeidsbehoefte van deze type-bedrijven.

Oppervlakteverdeling en arbeidsbehoefte van de type-bedrijven

Appel, spilv., volw. " . " . j o n g " , s t r u i k v . , v o l w . P e e r , s p i l v . / s t r ü i k v . volw. " , spilv., jong T o t a a l b e t e e l b . o p p . Erf, gebouwen, p a -den, sloten, enz. Totaal k a d a s t r . o p p . Arb.behoefte in m a n j a r e n Hand ena r b . ond e r -n e m e r V a s t e a r b . k r a c h t e n L o s s e a r b . k r a c h t e n T o t a l e a r b . b e h o e f t e Z u i d w e s t e l . kleigebied ha % 1) 2,60 1,80 . 2,40 ' 1,80 0,60 9,20 0,80 10,00 26 18 24 18 6 92 8 100 0,80 1,00 0,75 2,55 R i v . k l e i g e b . M . - N e d e r l . ha % 1) 4,00 33 2,50 21 3,00 25 1,00 8 0,60 5 11,10 92 0,90 8 12,00 100 0,75 1,00 0,90 2,65 Zuidelijk zandgebied ha % 1) 4,00 38 2,80 26 1,90 18 0,80 8 0,40 4 9,90 94 0,60 6 10,50 100 0,70 1,00 1,10 2,80 N o o r d o o s t -p o l d e r ha % 1) 5,20 65 1,25 16 0,90 11 7,35 92 0,65 8 8,00 100 0,65 1,00 0,90 2,55

1) In % van totale kadastrale oppervlakte.

§ 4 . W i j z e v a n b e r e k e n i n g en i n d e l i n g v a n d e p r o d u k -t i e k o s -t e n

De produktiekosten zijn berekend per ha beteelbare oppervlakte. Hier-bij heeft als uitgangspunt gediend, dat in het rivierkleigebied van Midden-Nederland en het Zuidelijk zandgebied 949[ van de beteelbare oppervlakte

(29)

met vruchtbomen is beplant. Voor het Zuidwestelijk kleigebied en de Noordoostpolder is de met vruchtbomen beplante oppervlakte op 92^ van de beteelbare oppervlakte gesteld i.v.m. de relatief grotere oppervlakte die door de windschermen wordt ingenomen.

Voor de berekening van de kosten van de grond is per ha beteelbaar 1,08 ha kadastrale oppervlakte berekend. Echter met uitzondering van het Zuidelijk zandgebied waar van 1,06 ha is uitgegaan.

De produktiekosten zijn in vier groepen onderscheiden:

a. de kosten van de duurzame produktiemiddelen en diverse algemene kosten;

b . de teeltkosten; c. de oogstkosten; d. de afleveringskosten.

a. De kosten van de duurzame produktiemiddelen en diverse algemene kosten

Duurzame produktiemiddelen zijn produktiemiddelen, die gedurende meer jaren worden gebruikt, zoals grond, gebouwen, werktuigen en be-plantingen e.d. De kosten hiervan bestaan uit afschrijvingen, rente, on-derhouds- en verzekeringskosten en belastingen. Bij het vaststellen hier-van is steeds uitgegaan hier-van de verhier-vangingswaarde hier-van de produktiemidde-len. De afschrijvingen zijn berekend op basis van het aantal jaren dat een nuttig gebruik van het betrokken produktiemiddel kan worden gemaakt r e -kening gehouden met een eventuele restwaarde. Naarmate een duurzaam produktiemiddel langer in gebruik is, zullen in het algemeen de onder-houdskosten toenemen en afschrijving en rentekosten lager worden. Bij de berekening van deze kosten is ervan uitgegaan dat het in het produktie-middel geïnvesteerde vermogen gedaald is tot ongeveer 60% van de nieuwwaarde.

De gemiddelde kosten van afschrijving van de plantopstand 1) hebben betrekking op de periode dat de beplanting produktief is en fruit van ge-middeld goede kwaliteit voortbrengt. In deze periode wordt ca. 90% van de stichtingskosten afgeschreven. Voor een spilvormbeplanting loopt deze periode - afhankelijk van de stichtingsduur - ongeveer vanaf het vijfde tot het vijftiende jaar. Voor een beplanting met peren ligt dit traject gemid-deld van het negende tot het achtentwintigste j a a r .

Het in de plantopstand gemiddeld geïnvesteerde vermogen is op 55% van de stichtingswaarde gesteld. Hierbij is rekening gehouden met het traject in de gebruiksduur waarvoor de kostenberekeningen zijn opge-steld.

In de berekening van de jaarkosten van de plantopstand is - ter dekking van de rooikosten aan het einde van de gebruiksduur - een gemiddeld be-drag opgenomen.

Over de waarde van de grond is niet afgeschreven, hoewel in de geval-len waar "bodemmoeheidverschijnsegeval-len" optreden, bij herinplant de ge-i l In § 5 wordt op de stge-ichtge-ingskosten van de plantopstand naderge-ingegaan.

(30)

bruikswaarde van de grond voor de teelt van dezelfde fruitsoort is ge-daald. De jaarlijks ontsmette oppervlakte grond voor herinplant is t.o.v. de totale aanplant relatief nog zo gering, dat hiervoor nu nog geen kos-tenbedrag is opgenomen.

Voor het in de duurzame produktiemiddelen - met uitzondering van de grond - geïnvesteerde vermogen is de rentevoet vastgesteld op 6% per jaar. Gezien het waardevaste karakter van de grond is over het in de grond geïnvesteerde vermogen een rente berekend van 4% per jaar.

Het gemiddelde geïnvesteerde vermogen omvat derhalve: 100% van de gestelde waarde van de grond;

55% van de stichtingswaarde van de plantopstand;

60% van de vervangingswaarde van de overige duurzame produktiemid-delen.

De onderhoudskosten betreffen de kosten die nodig zijn om de produk-tiemiddelen in stand te houden. De overige algemene bedrijfskosten om-vatten de kosten van het verlet, diverse kleine algemene werkzaamheden, auto-, administratie- en telefoonkosten, contributies, heffingen, e.d. b . De teeltkosten

De teeltkosten hebben betrekking op de voor de cultuur benodigde a r -beid en materialen, zoals bestrijdingsmiddelen en meststoffen. Voor het vaststellen van de kosten van de materialen is uitgegaan van een teelt on-der normale omstandigheden. De kosten van de ziektenbestrijdingsmidde-len zijn in verband met de grote variaties in de gebruikte middeziektenbestrijdingsmidde-len en de uitvoering, voor een gemiddeld bedrag in de berekeningen opgenomen. Daar de collectieve arbeidsovereenkomsten voor het contractjaar 1968/1969 nog niet zijn vastgesteld, zijn de arbeidskosten gebaseerd op de in de collectieve arbeidsovereenkomst 1967/1968 vastgesteld loonnor-men. Hierbij is rekening gehouden met een verhoging van de lonen van f. 5 , - per week 1). In de loonkosten zijn tevens de ten laste van de onder-nemer komende sociale lasten opgenomen (bijlagen 15 t / m 18). De han-denarbeid van de ondernemer is gewaardeerd tegen het loon (incl. sociale lasten), dat hiervoor aan vreemd personeel zou moeten worden betaald.

Ook de rente à 6% van het in de niet-duurzame produktiemiddelen ge-stoken gemiddelde vermogen is in deze kostengroep opgenomen. Evenals de post hagelrisico, die op basis van de frequentie van het optreden van hagelschade enerzijds en van de gemiddeld betaalde premie voor een ha-gelverzekering en het eigen risico anderzijds, is gesteld op 5% van de produktiekosten.

c. De oogstkosten

De kosten van oogsten per ha hangen nauw samen met de grootte van de oogst. Dit in tegenstelling met de overige produktiekosten, die niet of nauwelijks verband houden met de oogstgrootte.

De oogstkosten hebben betrekking op de arbeid die nodig is voor de 1) Rekening gehouden met de verhoging van de pensioenpremie per 1 mei

1968 blijken volgens de C A . O . ' s 1968/'69 de loonkosten gemiddeld on-geveer 1% hoger te zijn dan in de kostenbegrotingen is berekend.

(31)

oogst en het interne transport. d. De afleveringskosten

De kosten van het afleveren - eveneens afhankelijk van de grootte van de oogst - zijn gebaseerd op niet-bewaard fruit. Dus op een produkt dat vrijwel direct na de oogst via de veiling wordt verkocht. De kosten van het sorteren van een deel van de oogst, de fusthuur, het transport naar de veiling en de veilingkosten zijn als diensten van derden opgenomen.

§ 5 . De s t i c h t i n g s k o s t e n v a n d e p j a n t o p s t a n d

Ook de plantopstand is een duurzaam produktiemiddel. Volgens de ge-kozen uitgangspunten dienen bij de berekening van de produktiekosten van fruit, rente- en afschrijvingskosten op basis van de vervangingswaarde van de plantopstand te worden berekend. Daar verkoop van boomgaarden van goede kwaliteit slechts weinig voorkomt, kan men niet spreken van een normale prijsvorming. De vervangingswaarde kan dus niet op grond van een marktprijs worden bepaald. Daarom wordt de vervangingswaarde van een fruitaanplant vastgesteld aan de hand van de op normatieve wijze berekende stichtingskosten op het prijspeil van het betrokken j a a r .

De stichtingskosten van een fruitaanplant worden gevormd door de aanlegkosten en de kosten gedurende de jaren dat de bomen nog niet of slechts gedeeltelijk in produktie zijn. Voor een juiste bepaling van de stich-tingskosten dienen de opbrengsten van fruit in deze jaren in mindering te worden gebracht. Dit is gedaan door de tijdens de stichtingsjaren verkre-gen fruitopbrengsten teverkre-gen kostprijs van de jaarkosten af te trekken.

Voor de stichtingskostenberekeningen is het teeltjaar gerekend samen te vallen met het kalenderjaar.

Verondersteld is dat e r gedurende de eerste jaren geen onderteelt van andere gewassen heeft plaatsgehad.

Bij de vaststelling van de jaarlijkse kosten van de plantopstand moet rekening worden gehouden met de rooikosten aan het einde van de levens-duur van de beplanting. De beplanting heeft vlak voor het rooien dus een negatieve restwaarde die gelijk is aan de rooikosten. Ook deze kosten moeten ten laste van het voortgebrachte fruit worden gebracht. In de pro-duktiekostenberekeningen is dit eenvoudigheidshalve gebeurd door in de periode dat op de waarde van de beplanting wordt afgeschreven jaarlijks een bedrag als "reservering rooikosten" op te nemen. Aan het einde van de levensduur van de beplanting is het totaal van deze bedragen (annuitei-ten) gelijk aan de rooikosten 1).

1) Deze wijze van toerekening van de rooikosten aan de fruitproduktie - die eenvoudigheidshalve is gekozen - wijkt af van de voorheen ge-bruikte methode. Toen werd de contante waarde van de rooikosten in het jaar waarin voor de eerste maal werd afgeschreven bij de stich-tingskosten van de plantopstand geteld en door middel van de jaarlijkse afschrijving ten laste van de fruitproduktie gebracht.

(32)

In figuur.1 is bij wijze van voorbeeld aangegeven hoe de "waarde" (excl. de rooikosten) van een appelspilvormbeplanting in het Zuidweste-lijk zeekleigebied bij een bepaald afschrijvingsschema verloopt.

§ 6 . De t o e r e k e n i n g v a n d e a l g e m e n e k o s t e n

In de produktiekostenberekeningen zijn de kosten van de duurzame produktiemiddelen naar oppervlakte verdeeld en aan de percelen toegere-kend. Dit is eveneens het geval met de diverse algemene kosten en de kosten van het verlet en de algemene werkzaamheden.

Een uitzondering is gemaakt voor de kosten van de beregeningsinstal-latie in de berekening van de produktiekpsten van appelen in het Zuidelijk zandgebied. Deze installatie wordt zowel gebruikt voor nachtvorstwering (op volwassen beplantingen) als voor de beregening tegen droogteschade in de zomer (op alle percelen). In verband hiermee zijn per ha 12,5% van de kosten toegerekend aan volwassen beplanting en 5% aan de jonge be-plantingen.

§ 7 . De o p b r e n g s t e n

De kwantitatieve opbrengsten die als normen bij de berekening van de produktiekosten, zowel van een gemengd sortiment als van de afzonder-lijke rassen, zijn gebruikt, zijn gebaseerd op de periode dat op de stich-tingswaarde van dé beplanting 90% is afgeschreven. Voor de appelbeplan-tingen loopt deze periode, afhankelijk van de duur van de stichtingsperio-de van het vijfstichtingsperio-de of zesstichtingsperio-de jaar tot het vijftienstichtingsperio-de jaar. Voor stichtingsperio-de peren van het negende of tiende jaar tot het achtentwintigste j a a r . In deze periode neemt de produktie aanvankelijk nog toe, bereikt daarna de top en neemt aan het einde van de periode weer af.

In figuur 1 is tevens een voorbeeld van een dergelijk normatief kg-opbrengstverloop gegeven. De opbrengsten zijn vastgesteld voor normale produktieomstandigheden. Zij geven dus weer, welke opbrengsten onder gemiddelde omstandigheden het meest waarschijnlijk zijn voor het als uitgangspunt gekozen gebied, bedrijfstype, beplantingstype en sortiment. Door de verschillen tussen de rassen is de kg-opbrengst per ha in sterke mate afhankelijk van de samenstelling van het sortiment.

Bij het bepalen van de fruitopbrengsten is in de betrokken gevallen steeds van de op grond van het onderzoek geconstateerde beplantings-dichtheid uitgegaan.

De opbrengsten hebben betrekking op niet-bewaard fruit. Voor de van de norm afwijkende opbrengsten per ha zijn tevens de produktiekosten per 100 kg berekend.

§ 8 . D e p r o d u k t i e k o s t e n b i j v e r s c h i l l e n d e k g o p b r e n g -s t e n p e r h a

(33)

Figuur 1. Schematisch verloop van de waarde van de plantopstand en van de kg-opbrengsten van een appelspilvonnbeplanting in het Zuidwestelijk Kleigebied

Kg/opbrengst p e r ha x 1000 kg 3 0 ,

-Verloop v / d kg-opbrengst p e r ha

Verloop v/d waarde van de plantopstand

._ Verloop v/h afschrijvingsper-centage

(34)

zijn gebaseerd op een normatieve kg-opbrengst per ha uitgaande van een bepaalde verhouding van het rassensortiment. Onder invloed van ver-schillende factoren kunnen hogere of lagere fysieke opbrengsten voorko-men. De kostprijs van het fruit wordt hierdoor sterk beïnvloed.

Met de bedoeling een indruk te geven van de invloed van de kg-op-brengst op de kostprijs zijn aan de begrotingen van de produktiekosten enige berekeningen toegevoegd, waaruit de kostprijsverschillen bij varia-tie van de oogstgrootte blijken. Hierbij is aangenomen dat de oogst- en afleveringskosten per 100 kg nagenoeg onafhankelijk zijn van de oogst-grootte, mits deze zich binnen bepaalde grenzen bevindt. Tevens is ver-ondersteld dat de kosten van de duurzame produktiemiddelen, de teeltkos-ten en de overige kosteeltkos-ten per ha gelijk blijven bij toenemende of afnemen-de kg-opbrengsten. Kleine verschillen, als iets lagere oogstkosten per 100 kg bij een toenemende kg-opbrengst, worden gecompenseerd door bij-voorbeeld wat hogere kosten van het vruchtdunnen. Het tegengestelde is bij lagere kg-opbrengsten het geval.

Bij een grotere oogst wordt de druk per 100 kg fruit van de gelijkblij-vende kosten dus geringer, hetgeen een lagere kostprijs tot gevolg heeft. Afhankelijk van de verhouding van het deel van de produktiekosten dat niet verandert en het deel dat wel varieert onder invloed van de kg-op-brengst daalt of stijgt de kostprijs in sterke of minder sterke mate. Dus hoe hoger de totale oogst- en afleveringskosten per ha in verhouding tot de gelijkblijvende kosten zijn, hoe geringer de invloed op de kostprijs i s .

§ 9 . De p r o d u k t i e k o s t e n v a n d e b e l a n g r i j k s t e r a s s e n Door de kostenstijging enerzijds en de ontwikkeling van het prijsniveau van het fruit anderzijds, is de laatste jaren een toenemende behoefte ontstaan aan meer inzicht in de kostenopbrengstenverhouding van de v e r -schillende rassen.

De kostprijsverschillen tussen de rassen worden in hoofdzaak veroor-zaakt door de verschillen in de kg-opbrengsten per ha. Daarnaast kunnen tussen de rassen ook verschillen optreden in de kosten van de plantop-stand, de teelt- en oogstkosten. Rekening gehouden met deze kostenver-schillen zijn voor de belangrijkste appelrassen berekeningen opgesteld die een beter inzicht geven in de kostprijsverschillen dan alleen op grond van de opbrengstverschillen mogelijk is.

De specifieke kosten per r a s konden gedeeltelijk aan de hand van docu-mentatiegegevens worden vastgesteld. Waar deze gegevens ontbraken zijn schattingen gemaakt, die aan de praktijk zijn getoetst. Daar er per r a s onder invloed van verschillende omstandigheden variaties in de kg-op-brengst per ha optreden, zijn per r a s tevens de produktiekosten per 100 kg bij verschillende oogstomvang berekend.

(35)

HOOFDSTUK H

B e r e k e n i n g v a n d e p r o d u k t i e k o s t e n v a n a p p e l e n e n p e r e n i n h e t Z u i d w e s t e l i j k k l e i g e b i e d

§ 1. A l g e m e n e u i t g a n g s p u n t e n

De berekeningen van de produktiekosten zijn gebaseerd op een "zuiver" fruitbedrijf met een kadastrale oppervlakte van 10 ha.

De indeling van het typebedrijf is als volgt:

Oppervlakte ha % Appel: spilvorm - volwassen beplanting

spilvorm - jonge beplanting struikvorm - volwassen beplanting P e e r : struik-/spilvorm - volwassen beplanting

spilvorm - jonge beplanting Totaal beteelbare oppervlakte

Erf, gebouwen, paden, sloten, enz. Totaal kadastrale oppervlakte

2,60 1,80 2,40 1,80 0,60 9,20 0,80 10,00 26 18 24 18 6 92 8 100

De vaste arbeidsbezetting van dit typebedrijf bedraagt twee man. Be-halve de ondernemer is gedurende het gehele jaar één vaste arbeidskracht op het bedrijf werkzaam, terwijl in perioden met een grote a r -beidsbehoefte (dunnen en oogsten) van tijdelijke arbeidskrachten (ca. 0,75 manjaar) gebruik wordt gemaakt. De ondernemer verricht voor 0,80 man-jaar handenarbeid.

Van de oogst wordt 75% door derden gesorteerd.

De handenarbeid is als volgt over de verschillende arbeidskrachten verdeeld.

Ondernemer 0,80 manjaar Vaste arbeidskrachten 1,00 manjaar

Losse arbeidskrachten 0,75 manjaar Totaal 2,55 manjaar

Tevens wordt e r per j a a r f. 5 075,- voor het sorteren van het fruit aan derden betaald.

De keuze van de bedrijfssçhuur, de werktuigeninventaris en de overige technische hulpmiddelen is gebaseerd op de technische eisen die een be-drijf van deze omvang én structuur stelt. De omschrijving, de waardering en de berekening van de jaarkosten van de duurzame produktiemiddelen

(36)

zijn vermeld in bijlage 1.

De teeltwijze is overeenkomstig die van goed geleide bedrijven. Het ar-beidsverbruik en de hoeveelheid verbruikte materialen zijn hierop geba-seerd. De ziektenbestrijding wordt uitgevoerd met een nevelspuit. De grond tussen de boomrijen is bedekt met grasstroken t e r breedte van on-geveer 2 m, die met een cirkelmaaier worden gemaaid. Op de "zwarte" stroken langs de bomen wordt het onkruid met chemische middelen b e -streden.

§ 2 . P r o d u k t i e k o s t e n v a n a p p e l e n ( s p i l v o r m ) ( Z u i d w e s t e l i j k k l e i g e b i e d )

a. Toelichting De beplanting

Het betreft een vrije spilvormbeplanting met een gemiddelde plantaf-stand van 4 x 2 m. De bomen zijn veredeld op onderstam M IX. Iedere boom is voorzien van een gecreosoteerde paal van 2,50 m lengte. De be-schutting van de aanplant wordt verkregen door windschermen. Het sortiment

De rassenverhouding (afgerond op 5%) is als volgt:

Golden D e l i c i o u s C o x ' s O r a n g e Pippin J a m e s G r i e v e Winston O v e r i g e r a s s e n 40% 25% 10% 10% 15% 100% De kg-opbrengst

De opbrengst per ha is gebaseerd op een gemiddelde beplantingsdicht-heid van 65%. Bij de gegeven sortimentsverhouding bedraagt de opbrengst per ha (beteelbaar): Golden D e l i c i o u s C o x ' s O r a n g e Pippin J a m e s G r i e v e Winston O v e r i g e r a s s e n 33 000 kg x 40% 23 000 kg x 25% 31000 kg x 10% 26 000 kg x 10% 23 000 k g x 15% Totaal Afgerond 13 200 kg 5 750 " 3 1 0 0 " 2 600 " 3450 " 28100 kg 28 000 kg

(37)

b. Produktiekosten per ha (beteelbaar) en per 100 kg

gld. per ha I Kosten duurzame produktiemiddelen

en diverse algemene kosten grond (zie bijlage 1)

plantopstand (zie bijlage 5)

overige duurzame produktie-middelen (zie bijlage 1) div. algemene kosten verlet en diverse algemene werkzaamheden iddelen p e r ha b e t e e l b a a r r e n t e 6% van 55% van f. 19 0 3 2 , - = f. 628,07 a f s c h r i j v i n g 10% van f. 19 0 3 2 , - = f. 1903,24 r e s e r v e r i n g r o o i k o s -t e n f. 106,70 1/9,2 x f . 6 1 5 3 , 1/9,2 x f. 1 8 0 0 , -1/9,2 x 200 u u r à f. 5,55 6 8 2 , -2 638,01 6 6 9 , -195,65 120,85 4 305,31 II Teeltkosten

verzorging van de grond gramoxone simazin 2-4-D Bemesten kalkammonsal peter superfosfaat patentkali 30 uur à f. 5,55 f. 166,50 4 1 à f. 26,- " 104,-1 kg à f. 36,50 " 36,50 1 1 à f. 4,65 " 4,65 5 uur à f. 5,55 f. 27,75 800 kg à f. 2 0 , - / 100 kg " 160,-250 kg à f.15,50/ 100 kg " 38,75 400 kg à f. 1 5 , - / 311,65 Snoeien, e n z . V e r z o r g i n g van d e b o m e n m a t e r i a l e n Z i e k t e n b e s t r i j d i n g n e v e l e n i n s e c t i c i d e n fungiciden o v e r i g e m i d d e l e n meeldauwknippen, w o n d b e -handeling, e n z . Vruchtdunnen 100 k g 115 u u r à f.5,55 40 u u r à f. 5,55 23 u u r à f. 5,55 32 u u r à f. 5,55 40 u u r à f. 5,55 15 u u r à f. 2,75 i i f. TT f. TT TT TT IT f. TI 6 0 , 2 2 2 , 2 0 , -127,65 1 9 0 , 5 1 0 , 5 , -177,60 2 2 2 , -41,25 286,50 638,25 2 4 2 , -1 0 -1 0 , 2 5 263,25 2 751,90

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De planten, die alleen met een suikeroplossing gespoten zijn, geven de laagste totaal opname te zien, als men tenminste: behandeling 5 buiten beschouwing laat.. Hierna volgen

Disclaimer : The information contained hereby may contain confidential information; disclosure, duplication and/or distribution of this message, without consent of

Therefore, we conclude that cur- rently there is insufficient evidence for sorafenib treatment beyond the SHARP eligibility criteria, specifically in patients with Child –Pugh B

Om eigen talenten te ontdekken en verder te ontwikkelen is in dit keuzedeel veel ruimte voor 'beleving' van kunst en cultuur, het exploreren van diverse kunst/expressievormen en

By incorporating intima material heterogeneity in the FE computations and performing a parametric study on local material properties with approximately 1200 simulations, the

With an illustration to annual inflation rates for five African countries, we show that non-spurious principal components can be genuinely relevant in empirical forecasting

NB dit overkoepelende Informatieblad omarmt verschillende instrumenten met gedeelde generieke kenmerken: curatieve bestrijding, fixeren en isoleren van de overlast-veroorzakende

• Ontdooide melk heeft soms een lichte zeepgeur; dit wordt veroorzaakt door lipase- activiteit (vetsplitsende enzymen) tijdens het ontdooiingsproces en is niet schadelijk voor