• No results found

Hof van Gistel, Brugge. Resultaten archeologisch onderzoek Naaldenstraat 7, Brugge

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Hof van Gistel, Brugge. Resultaten archeologisch onderzoek Naaldenstraat 7, Brugge"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)Komvest 45  8000 Brugge  T +32 [0]50 44 50 44  F +32 [0]50 61 63 67  E info@raakvlak.be  www raakvlak.be.  . 2012. HOF VAN GISTEL, BRUGGE  .  . Resultaten archeologisch onderzoek Naaldenstraat 7, Brugge. Dieter Verwerft en Jan Huyghe.

(2) Raakvlak. Hof van Gistel, Brugge. Opdrachtgever: Stad Brugge Titel: Hof van Gistel, Brugge Vergunningsnummer: 2012-045 Locatie: Naaldenstraat 7, Brugge Periode: 8-9 februari 2012 Versie: Eindrapport Auteurs: Dieter Verwerft en Jan Huyghe Raakvlak: Komvest 45 8000 Brugge T +32 [0]50 44 50 44 F +32 [0]50 61 63 67 E info@raakvlak.be www raakvlak.be Veldmedewerkers: Jasper Billemont, Dwight Vandenberghe, Jurgen Vandewalle en Serge Van Liefferinge Technische ondersteuning: Nico Inslegers Metaaldetectie: Roland Decock.   © Raakvlak, februari2012 Niets uit deze uitgave mag vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Raakvlak..                . ‐ 2 ‐ .

(3) Raakvlak. Hof van Gistel, Brugge. 1.. Inleiding ................................................................................................................................................ 4. 2.. Historische situering ............................................................................................................................. 5 2.1.. Historisch kader ........................................................................................................................... 5. 2.2.. Historisch‐cartografisch onderzoek ............................................................................................. 7. 2.3.. Vroeger archeologisch onderzoe ................................................................................................. 8. 3.. Bodemkundige situering....................................................................................................................... 9. 4.. Veldwerk............................................................................................................................................. 10. 5.. Interpretatie ....................................................................................................................................... 11. 6.. Vondsten............................................................................................................................................. 11. 7.. Besluit ................................................................................................................................................. 11. 8.. Bibliografie.......................................................................................................................................... 12. 9.. Bijlagen ............................................................................................................................................... 13 9.1.. Bijlage 1...................................................................................................................................... 13. 9.2.. Bijlage 2...................................................................................................................................... 15. 9.3.. Bijlage 3...................................................................................................................................... 16.                                          . ‐ 3 ‐ .

(4) Raakvlak. 1.. Hof van Gistel, Brugge. Inleiding. Eind 2011 krijgt Raakvlak de vraag van de stad Brugge een archeologisch onderzoek uit te voeren in het kader van de stabiliteitsproblemen van de laatmiddeleeuwse toren van het Hof van Gistel. Uit stabiliteitsonderzoek. door. Strego. bvba. blijkt. immers dat voorgaande consolidatiewerken de toren niet gestabiliseerd hebben. Om verdere helling. te. vermijden. wordt. duidelijk. dat. een. onderzoek van de fundamenten van de toren noodzakelijk onvermijdelijk archeologisch. is.. Dergelijk een. onderzoek. verstoring. bodemarchief. met. brengt. van. het. zich. mee,. waardoor de taak toevertrouwt wordt aan de archeologische dienst van Brugge en ommeland, Raakvlak. Het veldwerk vindt plaats op 8 en 9 februari. Tijdens het onderzoek, dat gebeurt in samenspraak. Fig. 1: Het projectgebied in het blauw aangeduid op de kadasterkaart. met verschillende bouwkundigen en ingenieurs, wordt één sleuf aangelegd langs de traptoren tot aan de voet van de fundering. De sleuf laat toe verschillende bouwfases te onderscheiden en heeft geen archeologische lagen verstoord.. Fig. 2: De traptoren van het Hof van Gistel aangeduid in het rood op de topografische kaart 1:10.000 (bron: GISWEST).  . ‐ 4 ‐ .

(5) Raakvlak. 2.. Hof van Gistel, Brugge. Historische situering. 2.1. Historisch kader De geschiedenis van de heren van Gistel is nauw verbonden met de geschiedenis van de stad Brugge. Vanaf het midden van de 13e eeuw tot het begin van de 15e eeuw houdt de familie het leenrecht op de Tol in handen (RYCKAERT, 1999, 74). Het Tolhuis aan het Jan van Eyckplein, waar de Grote Tol of tol op internationale handel geïnd wordt, geldt als getuigenis. van. deze. status.. Het. vroeg. 13e. eeuwse. koopmanshuis wordt vanaf 1305 met zekerheid ingericht als tolhuis door de Heren van Gistel tot de tol in 1470 in handen komt van Pieter van Luxemburg (VAN EENOOGHE, 2006, 2935). De erfelijke kamerheren van de Graaf van Vlaanderen hebben. nog. meer. sporen. nagelaten. in. het. Fig. 3: Het wapenschild van de heren van Gistel (L’ESPINOY, 1631, 94). Brugse. straatbeeld: de straatnamen Noord-, Oost- en West Gistelhof. in het Sint-Gilliskwartier. verwijzen nog steeds naar heer Jan II van Gistel, die hier tot 1275 hof houdt (DUCLOS, 1910, 527), tussen 1279 en 1460 vestigen de Heren zich in de naar hen genoemde Ontvangersstraat (DUCLOS, 1910, 514) en voor 1460 verhuist de hofhuiding naar de Naaldenstraat, naar het hof van Gistel (DUCLOS, 1910, 549). Die laatste residentie is volgens Duclos (1910, 549) opgericht in 1444 door Antoon van Bourbon, graaf van Vendome en Gistel. Dit wordt in talrijke publicaties (DEVLIEGHER, 1975; BEERNAERT, 1983; BEERNAERT, 1992; INVENTARIS.VIOE.BE) herhaald, maar valt niet te verifiëren. De genaamde Antoon van Bourbon, graaf van Vendome is een belangrijke figuur in het 16e eeuwse Frankrijk en vader van Hendrik IV, koning van Navarra en later van Frankrijk. De Heren van Gistel binden zich pas aan het huis van Bourbon op 8 september 1487 wanneer Maria van Luxemburg met Frans van Bourbon, graaf van Vendome huwt (KOK, 1787, 385). Ons inziens draait het hier om een lapsus: het correcte jaar is 1544 in plaats van Fig. 4: Antoine de Bourbon, graaf van Vendome.  . 1444. In dit jaar zijn de huizen van Gistel en Vendome reeds aan elkaar gebonden en is Antoon van Bourbon 26 jaar. Een. ‐ 5 ‐ .

(6) Raakvlak. Hof van Gistel, Brugge. tweede mogelijkheid is dat het hier niet om Antoon van Bourbon gaat, maar om zijn naamen tijdsgenoot Antoon van Ligny en Luxemburg, de laatste heer van Gistel. In 1549 koopt Keizer Karel de leen van het pand over. Dit vindt plaats in een woelige tijd met directe confrontaties tussen Keizer Karel enerzijds en Antoon II van Ligny en Luxemburg en Antoon van Bourbon en Vendome anderzijds. Antoon II van Ligny verliest het heerschappij over Gistel in 1543, nadat hij gevangengenomen wordt door Keizer Karel. Het lijkt dus weinig waarschijnlijk dat deze Antoon één jaar na zijn gevangenschap, waarna hij verplicht wordt al zijn bezittingen te verkopen, dergelijke verbouwing kan organiseren en bekostigen. Zeker is dat hier op het einde van de 13e eeuw reeds een gebouw staat, maar het is niet zeker of dit al tot de heren van Gistel behoort. De huidige gebouwen stammen hoofdzakelijk uit de 16e eeuw, met een 18e eeuwse aanbouw. In de jaren ’70 van de vorige eeuw volgt een ‘oordeelkundige’ restauratie. (VANDENABEELE, 2006) Door de jaren heen wordt het pand gebruikt als stalling van een taxibedrijf (zie fig. 5) en ingericht als glasblazerij en vandaag doet het dienst als muziekconservatorium.. Fig. 5: Foto van de traptoren van het Hof van Gistel door Alfons Watteyne (bron: Stadsarchief Brugge).  . ‐ 6 ‐ .

(7) Raakvlak. Hof van Gistel, Brugge. 2.2. Historisch-cartografisch onderzoek Om deze historische gegevens aan te vullen wordt een selectie historische kaarten van de Brugse binnenstad geconsulteerd. De eerste stap in dit onderzoek is de kaart van Marcus Gerards, de meest gereproduceerde kaart van Brugge en één van de belangrijkste referenties in de verschillende historische studies van de site (zie fig. 6). Op het stadsplan uit 1561-1562 figureert het complex als een samenspel van twee langshuizen, telkens met dwarshuis met daartussen een naar de tuin gerichte gallerij met poort. Beiden gebouwen zijn voorzien van een traptoren. Onderhavig onderzoek draait om de toren van het hoofdgebouw. We vertrekken van de idee dat de kaart van Marcus Gerards de situatie weergeeft na de verbouwing van 1544. Van deze 16e eeuwse toestand staan slechts het langshuis en de traptoren van het hoofdgebouw nog overeind. Een laatste restant van die gallerij, waar de Naaldenmarkt gehouden werd (DUCLOS, 1910, 549), is een 13e eeuwse zuil in Doornikse kalksteen zichtbaar in het Boterhuis (zie fig. 7). Overige kaarten (stadsplan van Deventer, stadsplan van Sanderus, kabinetskaart) bieden geen toegevoegde waarde. Het hof is niet gedetaillerd genoeg weergegeven om bijkomende uitspraken te funderen.. Fig. 6: De verwachte locatie van het projectgebied aangeduid op de Pourbus-kaart (1: projectgebied, 2: Oosthof, 3: SintEligiuskerk).  .  . ‐ 7 ‐ . Fig. 7: De 13e eeuwse zuil in Doornikse kalksteen in het Boterhuis.

(8) Raakvlak. Hof van Gistel, Brugge. 2.3. Vroeger archeologisch onderzoek Naar aanleiding van de restauratie van het pand in 1978 voert stadsarcheoloog Hubert De Witte (1982, 147) een kleine proefopgraving uit naar aanleiding van de restauratie van het pand. Tijdens het onderzoek worden funderingen aangetroffen van een vroegere 15e eeuwse aanbouw van het Hof van Gistel en een 16e eeuwse kelder die in de 18e eeuw in onbruik raakt en gevuld wordt (zie fig. 8). De bewoning voorafgaand aan de bouw van het Hof van Gistel dateert uit de 11e-12e eeuw tot de 14e eeuw. Tijdens deze werken is de volledige fundering van de toren langs deze zijde niet blootgelegd., maar slecht het deel tegen het recentere koetshuis. Het is dus de eerste keer dat de fundamenten langs deze zijde van het overhellende bouwwerk volledig archeologisch onderzocht worden.. Fig. 8: Overzichtsplan van de opgravingscampagne van 1978. Volgens de Centraal Archeologische Inventaris brengt metaaldetectie e. Karolingische schijffibula uit de 8. e. of 9. in 2009 een. eeuw aan het licht net ten zuiden van de. projectlocatie. De vondstmelding komt er na rioleringswerken aan de Sint-Jacobsstraat (CAI.ERFGOED.NET). De. locatie. binnen. de. eerste. omwalling. van. Brugge. verdient. uiteraard. bijzonder. archeologische belangstelling. Het onderzoek heeft dan ook als bijkomend doel de mate van bewaring van het archeologisch bodemarchief in kaart te brengen..  . ‐ 8 ‐ .

(9) Raakvlak. 3.. Hof van Gistel, Brugge. Bodemkundige situering. Het centrum van Brugge bevindt zich op de grens van de polders en de zandstreek. De bovenste natuurlijke laag die hier in de bodem gevonden wordt, is het pleistocene dekzandpakket.. Dit. dekzandcomplex. doorsnijdt. de. stad. projectgebied ligt ten noorden van deze zandrug (zie fig. 9).. Fig. 9: Geomorfologische gesteldheid van de Brugse binnenstad, met de site in het rood aangeduid (legende: geel, zandrug; donkerblauw, natuurlijk verloop van de Reie; lichtblauw, depressie; groen, overstromingszone; grijs, gegraven waterlopen)..            .  . ‐ 9 ‐ . van. oost. naar. west.. Het.

(10) Raakvlak. 4.. Hof van Gistel, Brugge. Veldwerk. Het veldwerk is gespreid over twee bitter koude dagen op 8 en 9 februari 2012. Het terreinwerk verloopt niet onder de meest gunstige omstandigheden: door de vrieskou kunnen de werkputten niet lang open liggen (om verder verval door vorstschade te voorkomen) en de diepste putten kunnen om veiligheidsoverwegingen niet betreden worden (zie bijlage 1). Om een sleuf aan te leggen tegen de funderingen van de toren dient de kraan door een 30 cm diepe betonlaag te graven. Onder dit beton ligt een dikke heterogene puinlaag. Deze puinlaag reikt 175 cm diep vanaf de bovenkant van de betonplaat, waaronder zich een. homogeen. bruin. en. groen. organisch. pakket. bevindt. Deze laag doet aan beerputvulling denken en loopt tot 2,75 m diep onder het straatniveau (of 5,55 m TAW). Deze grens valt niet toevallig samen met de ondergrens van de aangeroerde funderingen van het Hof. van. Gistel.. Niet. toevallig. want. onder. Fig. 10: Impressie van het veldwerk. deze. organische laag bevindt zich het pleistocene zand of de moederbodem. Dit zand vormt een solide basis voor grote bouwwerken. De diepte wordt hieronder telkens vanaf de betonnen plaat (het niveau van het binnenplein) gerekend. Tijdens dit onderzoek zijn vijf verschillende funderingen aangetroffen (zie bijlage 2, 3 en 4). De fundering van de traptoren (M3) is opgebouwde uit bakstenen van groot formaat (29*14*7 en x*15*7,5) en gevoegd met zachte, lichtbeige kalkmortel. Deze fundering is voorzien van vier trapjes. De eerste begint op een diepte van 108 cm tot 116 cm. De trapjes zijn telkens iets meer dan een baksteen diep (8 cm). De trapjes springen van boven naar beneden 2, 5, 5 en 6 cm uit. De fundering vertoont een scheur vanaf 30 cm diepte. De scheur volgt soms de contouren van de bakstenen en gaat er soms door. De opening is 1 tot 2 cm breed (zie bijlage 5). Deze fundering is op een bepaald moment gedeeltelijk uitgebroken, waarna er een nieuwe fundering tegen is gemetseld (M2 en M5). Deze fundering vormt de hoek tussen het langshuis en de traptoren en ondersteunt beiden (gedeeltelijk). Het onderscheid tussen beide funderingen valt moeilijk te bepalen. Ze zijn opgebouwd uit bakstenen met een vergelijkbaar formaat (respectievelijk 24,5*11*5 en 25,5*10*5,5). De onderste bakstenen zijn gevoegd met een zachtere mortel dan de bovenste. Het lijkt erop dat uitspringende trapjes (zoals in M3) uitgebroken zijn. Op de grens tussen de oudste (M1) en de recentste (M2 en M5) fundering gaapt een opening met een breedte van 1 tot 3 cm (zie bijlage 5). Het niveau van het eerste trapje verschilt in de oude en de nieuwe fundering: onder voorbehoud kan dit wijzen op een verzakking van één van de twee bakstenen structuren. Deze theorie wordt versterkt door het feit dat het trapje (M3) in noordelijke richting afhelt..  . ‐ 10 ‐ .

(11) Raakvlak. Hof van Gistel, Brugge. Schuin tegen de fundering van het langshuis is een later stadium een nieuwe muur gemetseld (M1). Deze muur staat volledig los van de oudere muren. De baksten zijn van eenzelfde formaat (23*10*6) en gevoegd met een vrij zachte, lichtgrijze kalkmortel. Langs de noordwestelijke zijde van de oudste fundering zijn enkele lagen baksteen uitgebroken om een nieuw fundament te plaatsen voor het recentere bijgebouw (M4). De fundering bestaat uit baksteen puin en harde grijze mortel zonder verband. Deze structuur lijkt op basis van deze feiten jonger dan alle voorgaande. Het baksteenformaat van de traptoren (20*10*5) is een stuk kleiner dan dat van de onderliggende fundering (M3). 5.. Interpretatie. De oudste structuur die tijdens dit onderzoek aan het licht komt is een 275 cm diep bewaarde fundering (M1). Deze verwijst naar de vroegste stenen bewoning van de site. Die bewoning gaat het Hof van Gistel met traptoren, zoals we ze kennen vanop het stadsplan van Marcus Gerards, vooraf. Waarschijnlijk gaat het om een 14e eeuwse voorloper van het hof, waarvan we geen historische gegevens voor handen hebben. In een volgende fase wordt een deel van de fundering uitgebroken en wordt er een nieuwe tegen gemetseld (M2 en M5). Het samenspel van deze fundamenten volgt de contouren van de resterende gebouwen: de traptoren en het langshuis. De fundering die daartegen geplaatst wordt (M1) maakt deel uit van de 16e eeuwsee kelder die reeds in 1978 aan het licht kwam. Deze kelder lijkt overeen te stemmen met het verdwenen dwarshuis dat we op de kaart van Marcus Gerards zien. Op basis van deze gegevens en de baksteenformaten lijkt deze configuratie de basis voor het 16e eeuwse Hof van Gistel. Het bijgebouw naast de traptoren met rommelige fundering (M4) is het recentste element binnen de site. 6.. Vondsten. Deze korte opgravingscampagne levert slechts een kleine hoeveelheid vondstmateriaal op. Het materiaal uit de bovenste puinlaag, met onder meer een scherf hoogversierd aardewerk, stamt uit de periode 1250-1950. Het materiaal uit de onderste, organische laag is gedateerd in de 13e en 14e eeuw en omvat scherven van voorraadpotten in grijs aardewerk en een kan in hoogversierd aardewerk. Het onderste organische pakket kan voorzichtig gelinkt worden aan de eerste bewoning van de site, die ook tijdens het archeologisch onderzoek in de jaren ’70 van de vorige eeuw aangetroffen is. De bovenste puinlaag is te sterk verstoord om van archeologische betekenis te zijn. 7.. Besluit. Dit kleinschalig onderzoek aan het Hof van Gistel te Brugge heeft duidelijk gemaakt dat de funderingen onder de overhellende traptoren bestaat uit verschillende structuren. Deze structuren verschillen zowel in datering als in functie: de funderingen zijn niet gelijktijdig.  . ‐ 11 ‐ .

(12) Raakvlak. Hof van Gistel, Brugge. aangelegd, maar over een periode van enkele eeuwen en dienen als fundament van verschillende gebouwen, niet enkel van het huidige Hof van Gistel, maar ook haar voorlopers. Daarnaast zijn twee scheuren vastgesteld in en tussen de bakstenen funderingen. 8.. Bibliografie. DE WITTE Hubert, Hof van Gistel (Naaldenstraat) in Jaarboek Stedelijke Musea Brugge, Brugge, 1982, p147. DUCLOS A., Bruges. Histoires et souvenirs, Brugge, 1910, 592p. KOK Jacobus, Vaderlandsch woordenboek, zeventiende deel, Amsterdam, 1787, 777p. L’ESPINOY Philippe, Recherche des antiquitez et noblesse de Flandres, Douai, 1631, 1032p. RYCKAERT Marc, VANDWALLE André, D’HONDT Jan, GEIRNAERT Noël, VANDAMME Ludo, Brugge, De geschiedenis van een Europese stad, Tielt, 1999, 224p. VANDENABEELE Andries, De adelijke stad in Het Brugge van toen en nu, februari 2006, s.p.. VAN EENOOGHE Dirk, Middeleeuwse huizen: het Heylig Graf, het Pijndershuisje, de Grote Tol en het Wezelkin aan het Jan van Eyckplein in Monumenten, landschappen en archeologie 25/1, 2006, 29-42. http://cai.erfgoed.net/. http://cai.erfgoed.net/cai/locatie.php?l=151180. http://www.giswest.be/artman/publish/cat_index_83.html. http://inventaris.vioe.be/dibe/relict/29514.  . ‐ 12 ‐ .

(13) Raakvlak. 9.. Hof van Gistel, Brugge. Bijlagen. 9.1. Bijlage 1.   Bijlage 1: Composietfoto van de werkput.  . ‐ 13 ‐ .

(14) Raakvlak. Hof van Gistel, Brugge. 9.2. Bijlage 2.   Bijlage 2: Grondplan en profielen opgraving Hof van Gistel.  . ‐ 14 ‐ .

(15) Raakvlak. Hof van Gistel, Brugge. 9.3. Bijlage 3.   Bijlage 3: Profielen opgraving Hof van Gistel.  . ‐ 15 ‐ .

(16) Raakvlak. Hof van Gistel, Brugge. 9.4. Bijlage 4 ID. Baksteenformaat Mortel. Ouder dan. 23*10*6 M1 en 22*11*6. vrij zachte, lichtgrijze kalkmortel. 23*11,5*5 M2 en 24,5*X*5. vrij zachte, lichtgrijze kalkmortel. M1 en M5. 29*14*7 M3 en X*15*7,5. zachte lichtbeige kalkmortel. M1, M2, M4 en M5. M4 X*X*6,5. harde grijze mortel. 25,5*X*6 M5 en 21,5*X*5. vrij harde, lichtgrijze kalkmortel. M2, M3 en M5 M3. M3 M5. Bijlage 4: Baksteenformaten en onderlinge relaties. 9.5. Bijlage 5. Bijlage 5: Terreinopname met aanduiding van de twee ‘scheuren’.  .  . Jonger dan. ‐ 16 ‐ . M3. Gelijktijdig met.

(17)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze biedt plaats aan 36 kraamzeugen (zes afdelingen) en 240 gespeende biggen (twee afdelingen). De kraamafdelingen bevatten zowel binnen als buiten gedeeltelijk

In dit onderzoek werd ook aangetoond dat op het oog gezonde bollen besmet blijken te kunnen zijn en dat deze besmetting pas veel later tot uiting kan komen.. Opvallend is ook in

Evolutionaire veranderingen hebben belangrijke consequenties voor het duurzaam beheer van de visbestanden doordat de productiviteit van een bestand zal afnemen als de

Deze studie maakt duidelijk dat de EHS onmisbaar is voor de realisatie van het rijksbeleid met betrekking tot kernkwaliteiten die voor recreatie relevant zijn, dat de rol van de

Zowel de gegevens van de kennishouders als de bemonsterings- data (HLB) zijn nog niet volledig. Gekeken moet worden of deze informatie strookt met de nu getrok- ken conclusies.

Voor de Grauwe Gans en Smient zijn bij gebrek aan informatie over hun broedsucces dergelijke schattingen niet te maken, maar gezien de aantalsontwikkeling en het afchsot dat

Over alle bedrijven heen was de gemiddelde nitraatconcentratie voor grasland 27 mg NO 3 /l (185 boorpunten), voor percelen waar het voorgaande jaar snijmaïs was verbouwd 41 mg NO 3

Deze nazorg is wellicht nog meer nodig omdat de soms sterke bodemverwonding voor een goed kiembed zorgt voor pas gevallen (eik en esdoorn) en/of reeds aanwezige zaden