Opgaven Meetkunde MULO-A 1947 Rooms-Katholiek
(
12
1
uur)
Opgave 1.
Op een cirkel met middelpunt M en straal 4, neemt men 2 punten A en B zo,
dat hoek AMB 60o. Men verlengt AB aan weerszijden met stukken AC eb BD,
die elk gelijk zijn aan AB. a. Bereken hoek CMD.
b. Bereken de oppervlakte van driehoek CAM. c. Bereken de raaklijn uit C aan de cirkel.
Opgave 2.
Construeer driehoek ABC, als gegeven zijn: de hoogtelijn CD;
hoek A = 75o;
en de bissectrice AE.
Opgave 3.
In een rechthoekige driehoek ABC (hoek C 90oen CB > CA), tekent men de
hoogtelijn CD. De middelloodlijn van AC (door E op AC) snijdt CD in F en AB in M.
Bewijs: 1. AM = MB.
2. AM = MC.
3. AF CM.