MULO-B Meetkunde Algemeen 1924
Opgave 1
In een driehoek met een hoek van 90o en een van 60o trekt men de hoogtelijn op de
hypotenusa en deelt men de grootste scherpe hoek middendoor.
Bewijs, dat de lijn die de uiteinden dezer twee lijnstukken verbindt, de driehoek in twee deelen van gelijke oppervlakte verdeelt.
Opgave 2
Op het lijnstuk AB als middellijn is een halve cirkel beschreven. Op AB als hypotenusa beschrijft men: 1e een gelijkbeenige rechthoekige driehoek ABC, 2e een rechthoekige
driehoek ABD met een hoek van 30o.
Druk CD uit in de straal R van de cirkel.