• No results found

Kan de boer in Noord-Groningen tot een lager arbeidsverbruik bij verzorging van suikerbieten komen?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Kan de boer in Noord-Groningen tot een lager arbeidsverbruik bij verzorging van suikerbieten komen?"

Copied!
36
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

KAK DE BOER III NOORD-GRONINGEN TOT EEN LAGER ARBEIDSVERBRUIK BIJ DE VERZORGING VAN SUIKERBIETEN KOMEN?

Interne Nota No.76

Afdeling Bedrijfsecononisch Onderzoek Landbouw November 1961

(2)

INLEIDING

HOOFDSTUK I

HOOFDSTUK II

HOOFDSTUK III"

HOOFDSTUK IV

SAIENVATTING EN

Bijlade 1

Bijlage 2

Bijlage 3

BIJZONDERHEDEN BETREFFENDE DE BLETENVERZORGING

BIJZONDERHEDEN BETREFFENDE DE BEDRIJVEN

DS RESULTATEN VAN DE ARBSID3NOTITIES

DE UREN AAN BIETENVERZORGING BESTEED VERGELEKEN

MET ANDERE GEBIEDEN

Tabel 1

Tabel 2

Tabel 3

CONCLUSIES

Het verzorgen van de bieten op de afzonderlijke

bedrijven

Aantal gewerkte uren per dag per arbeidskracht

Formulier technische gegevens

Algemene gegevens van de deelnemende bedrijven

Samenvatting uren per ha voor het op een zetten

en wieden

Gemiddelde oppervlakte door een man per dag

van 9

u u r

°P

e e n

gezet

Blz.

5

7

13

17

23

26

27

34

37

15

16

18

600

(3)

5

-INLEIDING

De resultaten van de arbeidsnotities, die door het L.E.I, op akkerbouwbedrijven in verschillende delen van het land worden bijgehouden, wijzen telkenjare uit, dat in Ncord-Groningen door-gaans aanzienlijk meer arbeidsuren per ha aan het verzorgen van de bieten worden besteed dan in andere gebieden.

Aangezien de omstandigheden op de afzonderlijke bedrijven in het verleden onvoldoende nauwkeurig werden vastgelegd, is het niet zonder meer mogelijk aan te goven door welke oerzaken dit arbeids-verbruik zo sterk varieert.

Op een bijeenkomst met de deelnemers te Groningen, gehouden in het voorjaar van 1961, waar dit onder meer naar voren kwam, werd toen de wens geuit dit jaar op de deelnemende bedrijven een

onderzoek in te stellen naar de omstandigheden op deze bedrijven en naar de technische bijzonderheden bij de bietenteelt. Gehoopt werd hierdoor een beter inzicht te verkrijgen in de teeltwijze, die in Groningen wordt toegepast en tevens een inzicht in de variatie in het arbeidsverbruik op de bedrijven in dit gebied.

Hogelijk zouden hieruit aanknopingspunten kunnen worden ge-vonden voor het verklaren van de hiervoren genoemde

gebiedsver-schillen.

Dit onderzoek kwam tot stand in nauwe samenwerking met de

Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst en hot Instituut vo:r Landbouw-techniek en Rationalisatie, terwijl tevens medewerking werd ver-leend door de Combinatie Groningen voor Rationele Bedrijfsvoering.

Werkwijze bij het onderzoek

Behalve de 7 bedrijven, die dit voorjaar reeds bij het L.E.I. in administratie waren, werden nog 3 oud-deelnemers bereid ge-vonden aan dit onderzoek medewerking te verlenen. Zodoende kon

tenslotte worden beschikt over de gegevens van 10 bedrijven. Dit aantal is weliswaar onvoldoende om algemene gevolgtrek-kingen te kunnen opleveren. Met het oog op de krappe personeels-bezetting bij het L.E.I. en de R.L.V.D. moest er echter van worden afgezien een groter aantal landbouwbedrijven hierbij te betrokken.

Door de deelnemers werd elke dag genoteerd welke werkzaam-heden ten behoeve van de bieten werden verricht en hoeveel uren hieraan door elke arbeidskracht worden besteed. Voorts diende te worden genoteerd op welk perceel er werd gewerkt.

Daarnaast worden een aantal aanvullende gegevens met betrek-king tot de bietenteelt vastgelegd. Do^o gegevens werden genoteerd op een speciaal daarvoor ontworpen formulier, waarvan c.n model bij dit verslag is gevoegd op blz. 37,

7:e bodrijven worden gedurende de verzorgingsperiode op ver-schillende tijdstippen bezocht door medewerkers van de R.L.V.D. 600

(4)

on het I.L.R, Tijdons deze bezoeken werden achtereenvolgens de verschillende vragen op het formulier ingevuld en voorts worden hierop de feiten en bijzonderheden vastgelegd, welke ter plaatse-konden worden waargenomen. Door de medewerker van hot I.L.Ih werden bovendien do bekwaamheid en het tempo van de arbeiders door obser-vatie tijdens het werk zo goed mogelijk beoordeeld.

Deze opzet slaagde volkomen, dank zij vooral de spontane medewerking van alle deelnemers.

De verwerking van do verzamelde gegevens had plaats op de afdeling Bedrijfseconomisch Onderzoek Landbouw van het L.E.I., terwijl na een gezamenlijke bespreking met de bij dit onderzoek

betrokken medewerkers van de Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst en hot Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie het verslag

in de vorm van deze nota tot stand kwam.

(5)

HOOFDSTUK I

BIJZONDERHEDEN BETHEFFENDE DE BIETENV^RZORGING

1, De arbeidsuren welke in de verzorgingsperiode nodig zijn voor het op enen zetten en het wieden van de bieten, vormen veruit het grootste deel van de arbeidsbehoefte. Ondanks het belang van de machinale bewerkingen zoals het eggen, schoffelen en rollen, wan-neer deze althans tijdig worden uitgevoerd, zijn de uren die hier-aan worden besteed in verhouding tot de totale arbeidsbehoefte in deze periode zeer gering. Deze uren vormen doorgaans nog geen ÎOfo

van het totale aantal uren, dat aan het verzorgen wordt besteed. Alhoewel het wieden doorgaans ook veel arbeidsuren vergt, is de belangrijkste werkzaamheid het op enen zetten. De bekwaamheid en het tempo van de arbeidskrachten zijn, afhankelijk van de toe-gepaste methode, van zeer grote invloed op het aantal arbeidsuren. Men dient immers niet alleen voortdurend te letten op de onderlinge afstand van de planten die moeten blijven staan, maar in verband met de uiteindelijke kg-opbrengst is het tevens van groot belang uit een bosje bietenplantjes het flinkst ontwikkelde te laten staan en de andere te verwijderen. Aan dit laatste wordt door sommige arbeiders weleens te weinig aandacht besteed,

2. Behalve door het tempo en de bekwaamheid van de arbeiders wordt de tijd die nodig is voor het op enen zetten van de bietenplantjes beïnvloed door een groot aantal omstandigheden.

Achtereenvolgens kunnen hiervan worden genoemdi

a. de standvan het gewas; b. de onkruidbezetting;:

c. de ontwikkeling van de planten;

d. de toe-stand van de grond tijdens het enen.

Ad a. Op de standdichtheid van het gewas zijn o.m. van invloed^ soort en gebruikte hoeveelheid zaaizaad;

de kiomkracht van het zaad; de gebruikte zaaimachine;

de toestand van het zaaibed en de weersomstandigheden. Ad t>. Hinderlijke onkruiden op hot bietenland zijn b.v.

winter-gras en ander onkruid met veel worteltjes. De mate waarin deze voorkomen is vooral bij minder gunstige weersomstandig-heden van grote invloed op de tijd die aan het enen moet

worden besteed.

Op de ontwikkeling van zaadonkruiden zijn de weersom-standigheden in het voorjaar eveneens van grote invloed. Ad c. De ontwikkeling van liet gewas wordt behalve door soort en'

kiomkracht van het zaad in belangrijke mate beïnvloed door 600

(6)

steldheid.

Ad d. .Bepalend voor de toestand van de grond zijn voornamelijk? de grondsoort en de zwaarte van de grond;

de toegepaste bewerkingen in de voorafgaande herfst en winter^

de bijzondere eigenschappen van de grond alsmede do ontwa-teringstoestand en de weersomstandigheden zoals strenge vorst of veel neerslag in do voorafgaande winterperiode. Het is duidelijk dat, naarmate op een bedrijf de hiervoren genoemde omstandigheden minder gunstig zijn, dit zijn weerslag moet hebben op de werkzaamheden. Aangezien veelal verschillende

omstandigheden tegelijkertijd en in ongelijke mate een rol spelen is.het zeer moeilijk de invloed van ieder afzonderlijk op de

arbeidstijd te bepalen. Wel kunnen meestal bij het.zoeken naar een verklaring van een afwijkend aantal uren voor het bieten enen al spoedig enkele op de voorgrond tredende verschijnselen als hoof doorzaal: worden aangewezen,

3. De werkzaamheid bieten op enen zetten kan op verschillende ma-nieren gebeuren. De toepassing van een bepaalde arbeidsmethode wordt dikwijls bepaald door traditie, nl. zoals het de arbeider geleerd is, doch kan ook weleens afhangen van bepaalde omstandig-heden.

In Groningen is een veel toegepaste werkwijze:: het kruipend één of twee rijen bieten op één zetten met een korte hak, in één bewerking.

Op sonnige bedrijven worden de bieten vooraf op bosjes gehakt met de lange hak en daarna op enen gezet met de korte hak of met

de hand.

Zowel voor het in een bewerking op één zetten als voor het op bosjes hakker van de bieten is een grote mate van nauwkeurigheid vereist. Het enen, nadat de bieten reeds op bosjes zijn gehakt,

dient met evenveel zorg te geschieden als het enen in één bewerking, maar omdat de bosjes bij deze arbeidsmethode reeds op afstand staan is het gewenste aantal restplanten reeds globaal bepaald. De ver-antwoordelijkheid voor het uiteindelijke resultaat kont dan niet meer geheel voor rekening van de personen die de bosjes moeten uitdunnen. Het komt dan ook meermalen voor, dat het "op maat"

hakken van de bieten door eigen vakbekwaam personeel gebeurt, ter-wijl hot uitdunnen van de bosjes wordt verricht door losse krachten, waaronder soms vrouwen of jeugdigen.

Het hangt mede af van de omstandigheden, welke arbeidsmethode het 'laagste aantal uren vergt 5 uit diverse waarnemingen v/elke

onder meer door het I.L.R, zijn verricht, is echter wel gebleken, dat het enen in één bewerking minder uren vergt dan wanneer het in twee bewerkingen gebeurt,

(7)

9

-Het I.L.R. vond aan de hand van praktijkwaarnemingen voor het op êân zetten onder normale omstandigheden, bij 7O.OOO rest-planten per ha en "bij weinig of geen onkruid, de volgende arbeids-behoefte per has

gewoon zaad. in 2 bewerkingen 60 - 70 nu in 1 bewerking 45 - 60 mu monogerm zaad in 1 bewerking 35 _ 45 m u

Deze cijfers gelden voor bietenpercelen, die met een gewone zaaimachino zijn gezaaid,,

Bij een sterkere onkruidbezetting lopen deze op tot 130^. 4. Het verzorgen van de bieten is een van de werkzaamheden op het Groningse akkerbouwbedrijf, die meestal in akkoord door de eigen arbeiders worden verricht. Dit werk valt in een periode waarin het tegenwoordig op het akkerbouwbedrijf betrekkelijk rustig is. Het in akkoord laten verzorgen van de bieten biedt de werknemers een mogelijkheid tot een extra verdienste en dit kan hun een betere binding aan het landbouwbedrijf geven. Voor de boer is dit van-zelfsprekend van veel belang.

Op sommige bedrijven zijn do arbeiders echter niet in staat of bereid hot werk in akkoord te verrichten. Het is mogelijk dat zij het normale uurloon of weekloon profereren. Blijkt de stand van de bieten of zijn de andere omstandigheden te ongunstig, zodat de werknemers niet het C.A.0,-weekloon in de bietonverzorging kunnen verdienen, indien zij dit werk tegen het hoogste C.A.Ö.-tarief in akkoord zouden verrichten, dan zullen zij alleen genegen zijn te werken togen het normale uur- of weekloon. Dit geldt in het bijzonder voor minder valide en oudere arbeidskrachten, die weliswaar vakbekwaam kunnen zijn, maar die het tempo van een vol-waardige jonge arbeider niet kunnen opbrengen.

Ten aanzien van de wijze van loonbetaling bestaan dus de volgende mogelijkheden:

a. betaling per gewerkt uur of per week;

b. betaling in geval van aangenomen werk onder bepaalde voor-waarden:

.1. tegen een bedrag per oppervlakte 5 2. tegen een bedrag per 1000 kg opbrengst.

Gedeelten van het werk kunnen afzonderlijk worden verricht en eveneens op verschillende wijze worden uitbetaald, b.v. het op bosjes hakken in tijdloon en het op enen zetten tegen eon

akkoordtarief,, Ook wordt de totale bietenverzorging, dus het enen en het wieden gezamenlijk, wel tegen oen bepaald bedrag per opper-vlakte uitbesteed. Zelfs bestaat de mogelijkheid alle

verzorgings-en oogstwerkz'aamhedverzorgings-en te latverzorgings-en verrichtverzorgings-en tegverzorgings-en everzorgings-en tarief per' ha of per 1000 kg-opbrengst van do bieten, met een

minimum-garantiebeloning voor de werknemer.

Er is reden om te veronderstellen dat de tijd, waarin een bepaalde werkzaamheid wordt verricht, wordt beïnvloed door de wijze van uitbetaling van hot.loon. Wordt op een bodrijf in

tijd-loon' gewerkt, dan zal er bij do werknemers geen bijzondere aandrang 600

(8)

zijn, het werk in de kortst mogelijke tijd gereed te hebben. Het is

bijvoorbeeld denkbaar dat de boer of zelfs de arbeider meer let op

de kwaliteit van de geleverde prestatie dan op een hoge prestatie por uur of por dag.

De arbeiders, die het op één zetten van de bieten tegen een bepaald bedrag hebben aangenomen, hebben wel een zekere stimulans het werk zo spoedig mogelijk gereed te krijgen. Immers des to

ccrder zij gereed zijn, des te eerder hebben zij hot akkoordbedrag verdiend en kunnen zij andere werkzaamheden aannemen, of in

uur-loon gaan werken.

Bij een tariefovereenkomst van een bedrag per 1000 kg opbrengst zal de werknemer bovendien zelf belang hebben bij een hoge

op-brengst van de bieten, zodat hij extra zorg zal willen bestedon aan een goede stand en aan de onkruidbostrijding.

5.'Bij een beoordeling van het aantal arbeidsuren dat aan de

bietenverzorging wordt besteed, dient men zich van alle hiervoren genoemde factoren goed rekenschap te geven. Dit geldt vooral bij een vergelijking van de tijdschrijfresultaten van de Groningse bedrijven met die van bedrijven in andere delen v a n het land.

Het gewas suikerbieten vormt op veel bedrijven in het Zuid-westelijk kleigebiod een der hoofdgewassen, voornamelijk om de-goede opbrengstmogelijkheden. Dit kan niet worden gezegd van Noord-Groningon, Hier immers is de teelt van een beperkte opper-vlakte bieten meer v a n b e l a n g uit een ocgpunt van vruchtwisseling,

onkruidbestrijding, benutting van nog beschikbare arbeid, binding van arbeidskrachten aan het bedrijf en tenslotte om de

aanzien-lijke voederwaarde van koppen en blad.

Uit de administraties van de verschillende groepen kostprijs-bedrijven in een aantal .akkerbouwgebieden van Nederland bleken voor het ook voor Groningen gunstige bietenjaar 196C de volgende gemiddelde resultaten.

GEïïIDDSLDE OPBREÏÏGST SUIKERBIETEN Iïï i960 Gem. opp, per bedrijf

""" ~~T " " Fopp* • bouw- (suiker- jsuikerb.

land (bieten in c

-ha

ha

!v.h. bouwland Opbrengst per _ ^a in 1000 k g ] Noordelijke Bouwstreek Oldambt (cons.Groningen) Oldambt (cons.Veendam) Groninger Veenkoloniën Drentse Veenkoloniën Zuidhollandse Eilanden Zeeuwse Eilanden V.-Noordbrabant Zeeuwsch-Vlaanderen Wieringermeer Overig Noordholland, Overig Noordholland, 25 25 ha ha 36,70 45,70 40,40 19,30 19,60 33,20 34,70 34,10 26,60 30,80 19,60 33,20 3,36 2,08 1,63 1,47 2,65 6,25 5,89 6,50 4,52 5,63 4,31 5,98 9 5 4 8 14 19 17 19 17 18 22 18 44,8 43,5 38,3 45,8 45,0 61,1 62,6 57,9 60,5 55,0 56,1 57,5 gld. 2025 1805 I685 2139 2124 2879 2891 2785 2741 2541 2492

2657.

O p b r . - \ Gem. p r i j s j s u i k p e r ! g e -1000 k g ] h a l t

45,20

41,50

44,00

46,70

47,20

47,10 46,20 48,10 45,30

46,20

44,40

46,20

15,

14, 15, 15, 15, 15, 15, 15, 15,

600

(9)

11

-Uit het hiervorenstaande overzicht hl ijkt voorts de relatief geringere oppervlakte suikerbieten per bedrijf in Groningen dan in de Zuidwestelijke gebieden.

Ook de oppeivlakte bieten per man is doorgaans kleiner. De verwachting is daarom gerechtvaardigd;, dat in Groningen minder

arbeiders goed zijn ingesteld op de voer dit gewas te verrichten werkzaamheden. Het feit dat de oppervlakte bieten per bedrijf in het noorden betrekkelijk klein is, animeert de werknemers naar alle waarschijnlijkheid ook niet tot snel werken, omdat zij er in de meeste gevallen toch van verzekerd zijn, dat de gehele opper-vlakte bieten op het bedrijf door hen alleen in akkoord wordt be-werkt. Zou de oppervlakte bieten per bedrijf in Groningen groter

zijn, dan zou de boer kunnen overwegen, wanneer het enen en het wieden door eigen personeel te lang zou duren, een deel hiervan door vreemd personeel te laten bewerken. In dat geval gaat een zekere hogere dagverdienste voor de eerstgenoemden verloren en is het denkbaar dat men dan zal trachten, desnoods in een-hoger tempo, toch'de gehele oppervlakte bieten te bewerken.

Het ' is ook bekend,, dat het percentage hakvruchten op de be-drijven in het zuidwesten aanzienlijk groter is dan op de Groningse bedrijven. Men komt in het eerstgenoemde gebied dus vaker terug op de percelen met aardappelen., bieten of uien, zodat de verwach-ting zeker op zijn plaats is dat bepaalde hinderlijke onkruiden er . minder sterk voorkomen dan op de "graanbedrijven" in het noorden.

Alleen al door deze ongelijke omstandigheid wordt het moeilijk de arbeidsuren, die op de bedrijven in de verschillende gebieden aan het verzorgen van bieten moeten werden besteed, zinvol te ver-gelijken.

Tegenover het hierdoor in Groningen vermoedelijk hogere ar-beidsverbruik in uren staat, dat de bieten hier, zoals uit de

tijdschrijvingen blijkt, voor het merendeel in akkoord op enen worden gezet en gewied.

In het zuidwesten is dit de laatste jaren in aanzienlijk geringere mate het geval. Hier werd nog slechts op enkele bedrijven in akkoord gewerkt in de bieten en werd het merendeel in uurloon verzorgd.

Nu verschillen de akkoordtarieven van Groningen en het zuid-westen ook aanzienlijk, vooral wat het bictenvorzorgen betreft.

Zo gold voor 1961/62 voor het doorhakken en op enen zetten van bieten in W,-Nocrdbrabant en Zeeland een gemiddeld C.A„0.-tarief van f.115,- per ha en voor Groningen f.175 »— (onder onge-veer gelijke voorwaarden). Dit kan daarom tot do conclusie leiden, dat een arbeider in Groningen blijkbaar minder vlug behoeft te werken dan in het zuidwesten om hetzelfde loon per uur te

verkrij-gen. Het basiS'Uurloon voor de berekening van de vaste weeklonen is voor beide gebieden gelijk.

Voor een aantal akkerbouwgebieden in Nederland is in de hier-navolgende tabel een vergelijkend overzicht gegeven van de gemid-delde akkoordtarieven voor de biet.enverzorging voor 1961-1962, bij normale omstandigheden en bij een stand van 70.000 planten per ha. 600

(10)

Het Groningse tarief werd hierbij op 1 CO gesteld.

GEMIDDELD C A . 0.-TARIEF BIETEIiVERZORGTIG IK AKKOORD 1 961-1962 (Groningen = .100) Gebied Groningen Zeeland W.-Nocrdbrabant Noordholland Noordoostpolder Enen + 2 x wieden 100

87

72

74

81

Op één zetten zonder wieden 100

63

66

71

73

Tenslotte moet nog worden gewezen op verschillen in de toegepaste methode van bieten enen. In Groningen is de meest gebruikelijke methodes het met de korte hak in één bewerking op één zetten. Uit

de arbeidsnotities van groepen bedrijven in westelijk en Zuidwest-Nederland blijkt, dat hier in de meeste gevallen de bieten eerst op bosjes worden gehakt met de lange hak en dat daarna de bosjes worden uitgedund. Het enen met de korte schrepel, nlt de bieten in-één bewerking in gebukte houding op enen zetten,komt zelden voor, omdat dit de meest onaangename methode is en slechts weinig arbeidskrachten daartoe genegen zijn.

(11)

13

-HOOFDSTUK II

BIJZONDERHEDEN BETREFFENDE DE BEDRIJVEN

In tabel 1 op blz, 15 wordt een overzicht gegeven van de

voornaamste gegevens betreffende de bietenteelt op de bij dit onder-zoek betrokken bedrijven.. Op alle bedrijven werden een of meer

percelen met bieten gezaaid. Het eerste perceel werd gezaaid bij Tiddens..op 7 april, het laatste perceel bij Doornbos en Smit op 25 april. Een deel van de bieten werd gezaaid in de week van 10-15 april, de overige in de week van 17-22 april.

De omstandigheden voor het zaaien waren tamelijk verschillend. Men had in de regel veel moeite gehad met het klaarmaken van een

behoorlijk zaaibed. In de meeste gevallen was de voorvrucht een graangewas. Bij Wierenga werden op het,perceel in het vorige jaar poot aardappelen verbouwd, bij Bakker op beide percelen suikerbieten-zaad en bij Tiddens werden de bieten gezaaid in een laat geploegde klaverstoppel. Na 3 april was bijna in het gehele noorden geen regen van betekenis meer gevallen. Het bleef droog tot de eerste week van mei. De eerste 10 dagen van mei brachten in totaal 25-30 mm regen (zie figuur 8 op blz. 36 ) ,

Na de regen van 9 m ei brak opnieuw oen lange periode aan waarin het vrijwel niet regende. Op 3 juni viel er voor het eerst weer een aanzienlijke hoeveelheid regen, nl. 10-15 mm.

De aanhoudende droogte was oorzaak dat de grond vrijwel over-al hard, droog en kluiterig was geworden. De meeste percelen bieten zijn vlak voor het op 6ên zetten moest beginnen eerst een keer geschoffeld.

De omstandigheden van de grond waren bij het begin van het enen zodoende zeer ongunstig. Wel kon ?r praktisch elke dag worden doorgewerkt omdat tot 3 juni geen enkele regendag voorkwam en bovendien was het drogende weertype vanzelfsprekend gunstig wat betreft de bestrijding van onkruid. Dit kreeg vrijwel geen gelegen-heid na het wieden opnieuw wortel te schieten.

Bij Bakker begon het enen het eerst, nl. op 5 mei, 23 dagen na het zaaien. Daarna volgden Smit en Wierenga op 8 mei, resp. 21 en 23 dagen na het zaaien.

Bij Tiddens waar de bieten het vroegst waren gezaaid, begon men eerst 38 dagen na het zaaien met het doorslaan. De bieten

stonden hier zeer dicht op een uitgesproken vuil perceel (klaver-stoppel) ,

Tegen 1 juni stonden de bieten op de moeste percelen op een. Alleen bij Boelens. Rietema en Meeuwes was men op dat moment hier-mee nog niet klaar. Bij Eietema had de arbeider echter 2,28 ha alleen op enen te zetten en bij Meeuwes werd de gehele oppervlakte, groot 2,69 ha, ook door öén arbeider alleen gedaan. Op deze beide bedrijven lag weliswaar het tempo vrij hoog, maar de grote opper-vlakte per man was oorzaak dat het enen laat was afgelopen.

(12)

-lietema was trouwens ook vrij laat begonnen, nl. op 19 moi, 34 dagen na het zaaien. Op de andere bedrijven varieerde de opper-vlakte bieten per man van 0,89 ba (bij Wiersema) tot 1,40 ha

(bij Vierenga).

Bij Rietc-ma werd een gedeelte van een perceel, in totaal 1 ha,: met de gewone zaaimachine ingezaaid met monogerm zaad. Hier-voor werd 4-J- kg zaad gebruikt. De opkomst v/as zeer dun, en er

kwamen grote gaten in voor. Hier begon de arbeider pas op 6 juni met het dunnen, 48 dagen nadat de bieten waren gezaaid. Het op enen zetten heeft ongeveer even lang geduurd als het perceel, dat met gewoon zaad was ingezaaid» Hoewel do stand van het perceel met monogerm zaad ook na het enen nog dun en onregelmatig was, heeft'het gewas zich later zeer goed ontwikkeld, zodat de op-brcngs'tvcrwachting aanmerkelijk verbeterde.

Be methode van enen was op 8 van de 10 bedrijven gelijk, nl. met de korte hak in'den bewerking. Bij Boelens en Wiersema'ge-beurde dit werk in gewoon tijdloon, op de andere bedrijven werd in akkoord gewerkt.

Bij Bakker en Tiddens werden de bieten door eigen arbeiders eerst op bosjes gehakt in uurloon, terwijl het enen in akkoord werd verricht door vreemd personeel. Bij Bakker hebben de :eigen arbeiders ook nog een gedeelte in uurloon op enen gezet. Bij Hartman heeft een arbeider zijn gedeelte van do bieten vooraf op bosjes geslagen en deze later uitgedund; de andere arbeider zette de bieten direct, dus in één bewerking op één. Alles gebeurde hier in akkoord. Van dit doorslaan en enen bij Hartman werden de arbeidsuren echter niet apart genoteerd. Het blijkt dus wel.' dat van deze 10 bedrijven zeer verschillende waarnemingsuitkomsten werden verkregen. V/el werden de uren op deze bedrijven per perceel genoteerd, zodat er van de meeste bedrijven meer-dan een waarne-ming werd verkregen. Het aantal vergelijkbare waarnewaarne-mingen per' methode is in feite te gering om hieruit met behulp van wiskundige onderzoekmethoden betrouwbare conclusies te trekken.

Van slechts 5 bedrijven konden in totaal 8 waarnemingen worden verkregen van het enen in akkoord, waar op dezelfde manier is gewerkt.

(13)

15 -r H 0 CÖ - P • P Ö Ö CÖ fH Ö H <B nj «a! ft ft ^ j ; ^ a ^ ' Ö CÖ Ö 0 cö r-1 0 o cö C < ! ft^H S o T> 1 Ü ' O 1 CÖ Ö • H G C H - P O ft 0 CÖ CQ j CÖ ö -P w -o a Ö O M -P PM CO o o o o o VO «rh C\J o o ^ h « r h H o o ttO • r - J • H H t> o o UA r— UA r O CM O «Th hn • H - P CÖ Fl i - H O) fin <u fH O o UA r— VO f -CM o o «Th«Th bß 0 nd fn O £ O O 6£) Ö fH • H CD bß-P CD CÖ ^ r H O O O O C— t— t— VO «Th UA r-H UA CM CM «Th«rh «rh «rh fiû • H H - P CD CÖ O _ S ^ _ O O o o o o o o CM UA O O vo co UA «-+ UA UA «rh UA U A V O O «rh OJ CM W W HlWHJO) HJ02H|0J «rH- «ih «rh «rh «rj- «rh «rh «rh . Ö 0 0 .x T) -P ö ö d r i CD tiDT-i O Ö rrf ~ fn 0 t H £ CD - P Ö O p 0 cö d f> T-J « t|D r d O O O O I T \ UA r— Cv) UA VO r O UA CM CM O o «rh «rh u CD o) a Ti ni a £ -P d CD CD T-j O rO ^d >s w r H r H H^> O O 0) |> ft - H O O O O CO C\J r O CJ «Th • p A o • H •xi H CD 0 N O O O O MD «rh OJ o «rh W • H - P CÖ a r H »< CD ttf) bfl • H CD • P fH CÖ £ a O O o o o «rh «rh C A O N c— c— UA UA r O r o «rh «rh «rh «rh «Th«rh CD 0 nd x f Ö S 0 0 O o T J Ti I H r H O o t> _t> o o UA c— VO C~-(M O «rh fH 0 0 N • v Ti 0 Jxj O - H S D t i O o o o o o ON O N VO VO H|WH|CM «rh «rh r O r O O O UA UA • P M O •rH Ti • O T j • H 0

>

S)

°3 C 0 0 <-; • £ £ W - H - H Ö ç ta en O do o Jü cö d cö-0 ß <q Ti - p N ^ a 0 ) a 0 ö fl 0 cö 0 - p •¥> - p "3 ft o R o s x i G • H 0

'T" 5

0 - H B 0 3 - H - P Ö cö cö cö cö p> ü r-\ U CQ 0 «H P H CÖ JXJ +2 ü fH > fH O O > o VO ON j tó CÖ T i ! CÖt CÖ! cö c ö l Ni ^3 cö fH - P fH O O CQ ft ft CÖ O Xi O fH • 0 O A H fe - O • H fH t » 0 m CM CA CA CM CM O «rh CM CO c~) «rh «rh CM «rh «rh LIA r O CM CM CM C O CM CM CÖ CO r O CM CM UA VO C— U A CM UA O m UA UA UA UA CA H CM C M r 4 UA UA UAUA UA UA r-\ CM «rh «rh «rh «rh «rh «rh «rh CO CO o r-t r H CM r^i r<~\ r O U A r H i H r H CM U A O A CA H r i H U A O CM n A O U A CM CM O U A CM CM O O O «rh «rh U A 0 0 + ^ > £ M H fH H CÖ CÖ 0 - P -P fco 0 0 H fH CÖ CÖ - P H ^ 0 0 0 & > £ H H H CÖ CÖ CÖ +^> - P - p -p 0 0 M ^ ^ fH fH fH 0 CÖ !tf 6fl H^ -P 0 fH CÖ H^> O C M 0 fH CÖ • P UA O f-O CM CM CM O O UA UA O rn r O r O M CM 0 fH -P ft ft cö - d fH cö cö 0 H cö -p a Ö 0 0 - P H^ 0 0 •H ' H ^ > ^ > N N , N >.> > ^ >._. ^..„..Bl-^S- iS.£?.. o CM P H O rO • H fH CÖ o CM ft O rO •H fH CÖ S r O O C O r H CM r H O ft • P ft S fl 0 à ^ o d d H M M O H|0J CO «rh «rh CÖ r H 0 +J O > 0 ft cö r f ' fH >> +> O r H M a O. • O P H W g O O A J CM CÖ • P 0 O r H O CM CM CM CO CO fH 0 X UA O CM 0 . fH fH CÖ cö - P cö • • > ft co co o ft ft * - p m • ut H|N CÖ • p 0 r " h» r H O ft CÖ - P 0 r Q r - J r-{ O ft CÖ CÖ - p - p 0 0 p ^ < ^ k, (—! i—i O Q ft ft CÖ • p 0 r D >r r H O ft r û m £> > r O V O CA r Q W A | U A ' X ) ^ CQ r û [> r j v o v o r H r Q CQ CO r Q CQ CA co co r Q > UA «rh & m O O , n CQ O O r O CQ O O r Û > UA (AJ r Û CQ r O O ^3 Bj CO O r Q CQ O CO ^ 3 CQ ON VO r ^ CQ r*— r-H rCJ o VO CM ,a > 'Ai r-t fi> m C l UA CÖ • p 0 r " rr> r~\ O ft • r Q % CQ CÖ - P 0 X I ï>5 r-H O ft • r Q • CQ UA IT\ CM «rh O O O H O r - H O O H r i H O CM CM CM CQ a 0 r H 0 o cö a CD CQ fH 0 • H « r h c - o m r O t - f - f— r O r H r H O CM VO CQ O rQ G f H o o cö a 0 - p 0 • H P H • P • H CM r H cö hn e 0 fH 0 • H r S r O " ^ x ^ CM CQ 0 Ê d 0 0 S r H UA UA H 0 ^ CÖ pq CQ 0 XS T l • H E H CM O CO «rh Ö cö a • p fH CÖ

(14)

<H «j CD Xi •H fH fH d 0 En ft 1 i • :J4 -H | a d ! cö J2 ! •• •: O - S • E H r-i i X j i - H 1 i-H I4"

i .

fn rö ' J4 o o3 L y O - P ^ cri T i O cö! - p ^ î Ö f-f • O CQ 0 ( D!r H • d S ü fcîîrl eu ni .M O Î - o • H - d c l ; - H > to CM <H -P • tó i • ; <-! Lw I-H ! ,M H ra ö O ' O £ O r-O r H j ö CD • - P -H O N ' Ö eu Ö CL-f i O ö Ü cd a r-\ •v) • O ! ' H Ö ü ! Ö ö l o o w Ö • H o CD CM Ö •H LU - P

3

rt3 1—1 Ti • o j - H !-p ÖO ! •

i

x O • n M O y "cd 0 r H T H • o • H rO - p

i

- P ^ 1 CD ÎH r ) - P ffl 0) ^ 4 £ ft cd 0) ftH c i m o > -a 1 o 'U - P 0) ri d ft cd ft - H CÖ o > ,0 CH • 1 - 3 • H M •d o m OJ ff. 1—1 r o CM ,..—-ff* • v f OJ r-i CA •=H-V\ r H r H r O •N OJ w ö • o r-\ GJ O p q L I A *\ o <=t OJ o *-. r— O r H (TS r O r O 1-4 OJ CÖ • s o r— r*. OJ o OJ L P 9\ OJ ' t~~ » V O r O r-i -•• CO r— ff* r-i CO r— • N r H cd a CD w U 0> • H ^TT O L P l ff* O OJ P O <4H r H J s O r O r H c— ff* CO MD •^-WS r - f MD ' oo co ff* r-i CM-OJ os rn ra o r ö ö >H o o o o i n »« o OJ r o « < H MD ff* <~n rn r-i MD --* CA MD O OS "=3-MD CA co-CS o o i L P j « S ; O ; o j ; r o j • i <H j r O ; ff* i r o i r O ! r-H ! r O ; v \ ; m ' C — i o ! CS ^ O ; MD ; •". • \ i r v < = J - . «s '-O : 1 co rn rn » t u L P ff, r H OJ r H O cs rn c— o o ff* r H L P l OJ ^ rn ei e o - p o •H « 1 W \ DO rn m '-H IT\ • S r H OJ r H i n ƒ * ao K t -O e*\ ro l — C O • O J CS • o 1 WS r O OJ f * 0 <+H O p \ t— r H r H L P i ^ CO MD * O o *\ ' r H 1 • s CO r o r O CH c— o\ CS o i r > O »\ r— r - 1 9 « H r— ff» < H -'r— r H ^ f T% CO t~-r o BN vO o> * r H r H v\ r O r H r-\ ff\ r O - P • H E CO to ^ o o o r H M i X *+-<: CL: O -H: O r ( i O a i : r H - P i r-\ •r* m } LPi ! r H CA e \ L P t— \ OJ ** L^-r— * o co •*» OJ ' : o • co ; ** OJ to • ö o u o •H > 1 f ! 4 ^ to x O C+-H o o O . H r H fH o as C\J o r H r H ^ r O r O CA «N co MD C A MD • ff* OJ CA MD es OJ m o S 3 G O S L P »* • H -co r H CA » % r— o \ O ffs MD ^ f -* -* MD ' os o L P r— • C s O L P l L P , ff* OJ u w X % pq i n ;L P •CA " o < H MD ff* O J f -L P l C \ CO r O r H CA CS r— ó \ f MD os r— MD O •=H-OJ ^ t os O co ON LP\ CO r-{ c— OS OJ co o •TS O viD r-f r o * H -O C~-os o i cs L P CA <+H co C \ CO L P l co CS L P , OJ r-1 't— ON CM co co • s CO L P l r H 3 S r o CO MD P \ O o L P cs :; =H-CA 1 • C*H ' L P l CS L P l r— e*. 'H -r O OJ MD *\ r H t -r H L P Os co L A r-i ffs r o MD • O MD os OJ O ' O ff. 03 m ö o T H •n • H E H O L P . ff, -OJ r O r O < • CtH ^" ff, C7A r O r H t-CvJ », r-\ O r— », OJ ö Ti ö - p M cd m o L P os c— OJ r o 0 C+H CA »\ LT> CsJ r H o " r o -vj-Os r H

(15)

17

-HOOFDSTUK III

DE RESULTATEN VAN DE ARBEIDSNOTITIES

Een overzicht van het aantal uren dat op elk 'bedrijf aan de bietenverzorging is besteed, wordt gegeven in tabel 2.

De uren werden omgerekend per ha bewerkte oppervlakte. Op de meeste bedrijven werden de bieten twee keer met de hand gewied. Een duidelijke scheiding van de uren per keer wieden kon echter niet worden gemaakt. Op alle bedrijven werd gewied, met de lange hak.

Voor een nadere bestudering van de resultaten van de arbeids-notities zijn eerst een aantal grafieken getekend. Deze zijn weer-gegeven op de blz, 19 e.v.

Figuur 1 betreft het aantal uren dat werd besteed aan het op enen zetten. De totale uren werden uitgezet tegen de oppervlakte> waarbij de toegepaste arbeidsmethoden met verschillende tekens werden aangeduid.

Evenals trouwens uit de cijfers per ha van tabel 2, blijkt uit deze figuur dat op de bedrijven waar het enen in tijdloon is gebeurd, hiervoor aanzienlijk meer uren nodig waren dan op de bedrijven waar in akkoord is gewerkt.

Bij Boe lens gebeurde het enen in een laag tempo door 2 mensen, van wie er een een al wat oudere man was (58 jaar). De boer heeft zelf op

het laatst enkele dagen moeten meehelpen om het werk op tijd klaar te krijgen.

Bij Viersema hebben een oude arbeider van 63 jaar en een jongere kracht, welke voor dit werk nog niet voldoende vakkennis had, de biete:: op enen gezet. Ook hier werd in een laag tempo

gewerkt, maar het geleverde werk was goed.

Uit do grafiek komt voorts enigszins naar voren dat de beide bedrijven, waar de bieten in twee bewerkingen op enen zijn gezet,

langer werk hebben gehad dan de bedrijven waar het enen in één bewerking in akkoord gebeurde. Bij Bakker zowel als bij Tiddens werden evenwel voor het uitdunnen van de bosjes losse mensen aangetrokken, onder wie 2 vrouwen, een invalide man en een school-jongen van 15 jaar. Deze mensen werkten allen in akkoord.

De overige waarnemingen liggen vrij normaal op een lijn. Het lage aantal uren bij Doornbos kan verband houden mot de zeer dunne stand van de bieten op een deel van de oppervlakte-. Op hot eerst gezaaide perceel was te weinig zaad gebruikt, waardoor de opkomst zeer matig was.

Voor het hogere aantal uren bij Smit, waar evenals hij Meeuwes en Wierenga tegen een tarief per ton opbrengst werd ge-werkt, kan geen verklaring worden gevonden. Dit was het enige. 600

(16)

bedrijf waar voor het onderhoud van de bieten losse B.P.C.-mensen werden aangetrokken, 'overigens, goed vakbekwame arbeiders»

Uit figuur 2 blijkt, dat geen verband kan worden afgeleid uit het aantal uren per ha en het aantal dagen, dat ligt tussen de data van zaaien en van begin van het enen.

In figuur -3 is het aantal manuren per ha ten opzichte van de stand van de bieten ha het enen onderzocht. Ook hier is het verband niet duidelijk.

De invloed van een meer of minder dichte stand van de bieten bij opkomst op hot aantal restplanten per ha is nagegaan in figuur 4_. Bij een dunne (onregelmatige) stand blijven blijkbaar minder restplanten over dan bij een zeer dichte stand van opkomst.

^^-^ figuur 5 blijkt tenslotte, dat de stand van de bieten bij het begin van het enen vrijwel geen' invloed heeft gehad op het -aantal manuren per ha.

Voor alle figuren geldt trouwens v dat het aantal wjiaj^cm_ij;_gen slechts gering is. Hieruit kunnen dan ook geen algemeen geldende gevolgtrekkingen worden gemaakt.

Tabel 3 -, GEMIDDELDE OPPERVLAKTE DOOP ÉÉN I.IAN PER DAG VAK 9 UUR OP EïïEIT GEZET

Bedrijf Boelens Wiersema Doornbos Pietema Smit Wierenga Meeuwes • Bakker Tiddens Hartman Stand bij begin enen - • vrij goed goed Enen in 1 bewerking are • 7,1

6,9

matig tot goedj 14,5 i

matig tot slecht 12,3 voldoende dicht matig voldoende

9,3

11,7 13,1 dicht, vuil ! 7 i vrij dicht 12 à 13 ; Enen in 2 bewerkingen are

1

9,1

7,4

+ 12 Aantal restplanten, per ha_ .60.000 67-500 56.7OO 56.COO - 58.oc 60.000 80.000 60.000

79.400

67.500 69.000

600

(17)

19

-manuren

OP EEN ZETTEN; SUIKERBIETEN

NOOED GRONINGEN Figuur 1

300 A 200 100

x

X ILR-taaktijd 60 mu/ha x één bewerk.-tijdloon o " "' -akk.loon A twee bewerk.-tijdloon oppervlakte ha m.u. per ha 150 100 50

Lr

\r 20 600

DE INVLOED VAN HET AANTAL DAGEN, DAT LIGT TUSSEN BEGIN ENEN EN ZAAIEN, OP HET AANTAL UREN NODIG VOOR HE"] EENZETTEN VAN DE BIETEN

OP

x

x

25 30 35 Figuur 2 aantal 40 dagen na het zaaien

(18)

manuren per ha 150

100

50

DE INVLOED VAN HET AANTAL GEWENSTE RESTPLANTEN OP DE TIJD NODIG VOOR HET ENEN

40 50

x

60 x A Figuur 3

x ée*n bewerking, ti, o " " aki A twee bewerkingen 70 80 aantal planten per ha x 1000 Stand bij opkomst zeer dicht vrij dicht vol-doende dicht matig dun 600

HET AANTAL RESTPLANTEN PER HA BIJ VER-SCHILLENDE STAND VAN OPKOMST

• x 50 XX X-X "x" 60 X • x 70 Figuur 4

x

x

80 aantal planten per ha x 1000

(19)

21

-Figuur 5

HET AANTAL MANUREN PER HA BIJ VERSCHILLENDE-STAND VAN OPKOMST

x akk.loon xt tijdloon Stand "bij opkomst zeer dicht vrij dicht voldoende dicht matig zeer dun • X X ' •XV •X X'-X-20

i L

•x

t é

X y-40 60 80 100 120 140 manuren oer ha 522

(20)

500 400 x N.Groningen o ov. gebieden 300 r 200 100 3 4 'J manuren 600 500 400 300 200 100

WIEDEN LANGE HAK 1961 o x N.Groningen o ov. gebieden x X X x Q--•*• x x ^ o ° 0 / ° X , ^ x X X 0^. L. 7 8 h a F i g u u r 6b 0 I 2 3 4 5 6 7 ha

(21)

- 23

HOOFDSTUK IV

DE UREN AAIT BIETENVERZORGING BESTEED VERGELEKEN LIET ANDERE GEBIEDEN

Uit do arbeidsnotities van verschillende jaren was reeds ge-bleken dat op do bedrijven in Groningen meer uren aan de verzor-ging van de bieten werden besteed dan op de bedrijven in de andere klei-akkerbouwgebioden van Nederland. Hieraan werd meestal weinig aandacht geschonken; ook bij andere voldwerkzaamheden komen ver-schillen in het arbeidsverbruik voor.

Uitgaande van de veronderstelling dat de uren, die aan het op enen zetten worden besteed ook samenhangen met de uren die

daarna nodig zijn voor het wieden, werd ook dikwijls geen afsplitsing gemaakt van deze uren. Bij het op do juiste wijze op enen zetten

worden de in de rij voorkomende onkruiden meteen mee weggehakt, Gebeurt dit niet volledig,dan kan dit tot gevolg hebben dat er moer tijd gemoeid is met het wieden later.

Voor de jaren i960 en 1961 is echter wel consequent onder-scheid gemaakt tussen de uren voor het enen en de wieduren.

In de eerste plaats werden de wieduren afzonderlijk onder-ling vergeleken in twee grafieken. Hierin zijn de totaal gewerkte uren uitgezet tegen de bewerkte oppervlakte. Figuur 6a betreft oogstjaar i960, figuur 6b betreft 1961. Voor hot eerste jaar kon • worden beschikt over 7 waarnemingen in Groningen en over 28

waar-nemingen in do gebieden Wieringermeer, Haarlemmermeer, W.-Noord-brabant en Zeeland. Voor 1961 zijn 13 waarnemingen in Groningen on 25 in de overige gebieden beschikbaar.

Voor beide jaren geldt;, dat hot aantal uren, dat in Groningen aan hot wieden wordt besteed, niet afwijkt van dat in de overige gebieden. De waarnemingen van Groningen liggen verspreid tussen de andere punten en oen zelfde, vrij grote spreiding kan worden geconstateerd,

In deze grafieken is geen onderscheid gemaakt tussen de akkoorduren en do uren gewerkt in tijdloon. De uren van do

Groningse bedrijven hebben vrijwel steeds betrekking op akkoord-uren, terwijl de waarnemingen van de bedrijven in de overige ge-bieden voor het merendeel tijdloonuren betreffen.

Ook is een vergelijking gemaakt tussen do uren, die in Groningen aan het enen werden besteed mot die, welke geregistreerd werden op de bedrijven in de overige gebieden. Dit is godaan in do figuren 7a en 7b, respectievelijk do jaren 196O en 1961 betroffundo. Thans blijkt uit de gegevens van beide jaren dat in Groningen doorgaans meer uren aan hot enen worden besteed dan in andere gebieden. De waarnemingen van de Groningse bedrijven, welke weer in de meeste

gevallen betrekking hebben op akkoorduren, liggen doorgaans duide-lijk buiten do verzameling van punten betreffende de bodrijven in de andere gebieden.

(22)

manuren 500 400 300 200 100 0 manuren 5 0 0 -400 300 200 100

OP EKEN ZETTEN SUIKERBIETEN i960

x Noord-Groningen o Ov. gebieden

x

7 ha F i g u u r 7"b OP ENEN ZETTEN SUIKERBIETEN 1961

x N . G r o n i n g e n o o v . g e b i e d e n o o

x

x

X 0 1 2 3 4 5 6 7 ha Opm. De getrokken lijnen geven aan de arbeidsbehoefte van 65 m.u./per ha

welke als taaktijd geldt bij het enen in 2 bewerkingen volgens I.L.R, onderzoekingen (70.000 planten per ha, gewoon zaad).

(23)

- 25

Hieruit kan dus geconcludeerd worden dat het hogere aantal arbeidsuren dat in Groningen in de verzorgingsperiode in de bieten wordt gewerkt, gezocht moet worden in de extra tijd;, die hier aan het op enen zetten wordt besteed.

Het is niet mogelijk-nauwkeurig aan te geven, wat de oorzaak van dit verschil is. Van de bedrijven gelegen in Roordholland en in het zuidwesten, zijn nl. niet dezelfde uitvoerige gegevens be-schikbaar als van do Groningse bedrijven. Uit het feit dat enkele bedrijven in Groningen wal het (lagere) peil bereiken van de groep bedrijven in de overige gebieden, blijkt evenwel dat hot enen in

Groningen niet perse meer uren behoeft te kosten.

Dit hangt voor een deel af van omstandigheden die de boer doorgaans niet zelf in de hand heeft, voor een ander deel van om-standigheden j waar een boer wel iets aan kan doen of van kan profi-teren. Uit het feit dat de prestatie per arbeidskracht in 1961 op de Groningse bedrijven varieerde van 6,9-14,5 are per dag, bij het

op enen zetten (tabel 3 ), kan tevens blijken van hoe groot belang

een vakbekwame arbeider is.

Het lijkt daarom verantwoord erop te wijzen, dat het voor de bietenteler in Groningen van groot belang is geschikte werknemers te onderrichten in arbeidsmethoden en werkwijzen waarbij hogere manprestaties per dag kunnen worden verkregen Het beheersen van

een juiste werkwijze is echter alleen niet voldoende. Dit moet tevens gepaard gaan met de wil eenvals in andere bietenstreken, normaal geachte manprestatie te leveren. In hoeverre dit laatste het hogere akkoordtarief in de weg staat, is moeilijk te zeggen.

Het is evenwel ook weer niet billijk de werknemer alleen verantwoordelijk te stellen voor de omvang van het aan de bieten-verzorging te besteden aantal uren.

Door de boer kan er ook aan worden meegewerkt dit aantal uren te verlagen, door te zorgen dat er zo weinig mogelijk handwerk be-hoeft te worden verricht. Hier wordt nog niet gedoeld op het ge-bruik van monogerm zaad of machinale dunmethoden.

Door het I.L.R. werd immers in de laatste jaren op verschil-lende plaatsen in Nederland op praktijkpercelen gedemonstreerd, dat het mogelijk is door toepassing van een bepaalde verzorgings-methode de oorspronkelijk benodigde arbeidsbehoefte aanzienlijk

te verlagen.

Het hoofdkenmerk hierbij was het omvangrijker gebruik van werktuigen. Wanneer door de Groningse boeren zou worden gevraagd deze verzorgingsmethode ook in hun gebied gedemonstreerd te krijgen, dan is het I.L.R. in principe wel bereid hieraan zijn medewerking te geven.

De vraag is evenwel of, nu de bietenteelt zich in de toekomst hoogstwaarschijnlijk zal richten op het. gebruik van monogerm zaai-zaad en precisiezaaimachines met daarbij aangepaste arbeidsmethoden, het nu nog wel dienstig is de boer en zijn werknemers een

teelt-wijze bij te brengen welke vermoedelijk binnen afzienbare tijd ook weer als verouderd moet worden beschouwd en dus in onbruik zal geraken.

(24)

SAMENVATTING EN CONCLUSIES

1. Het reeds eerder geconstateerde verschil in arbeidsuren ten be-hoeve van de bietenverzorging tussen de Groningse bedrijven en die in de overige klei-akkerbouwstreken van Nederland blijkt te v/orden veroorzaakt door een hoger aantal uren bij het op enen zetten.

Het wieden vereiste in Groningen doorgaans niet meer tijd; het aantal uren dat hieraan wer 1 besteed, ligt op hetzelfde

niveau als elders.

2. Op de bedrijven in Groningen, waar het enen in tijdloon is ge-beurd, zijn belangrijk meer arbeidsuren nodig geweest dan op ..bedrijven waar in akkoord is gewerkt (bij gelijke werkmethode).

Op de eerstgenoemde bedrijven waren oudere en minder vakbekwame arbeidskrachten werkzaam,

3. Op bedrijven, waar het op enen zetten onder normale omstandig-heden door vakkundig personeel werd verricht, is de spreiding in.het arbeidsverbruik niet groot. Voor 1961 bleek een variatie in de arbeidsuren van 60-80 manuren per ha, hetgeen nog 10$ hoger is dan het aantal uren in andere akkerbouwgebieden, en 20$ hoger dan volgens een goede teeltwijze bereikbaar is.

4. Uit de verzamelde gegevens blijkt niet duidelijk door welke

omstandigheden het arbeidsverbruik het meest werd beïnvloed. Het aantal waarnemingen is te klein om algemene uitspraken te doen omtrent b.v, invloed van stand bij opkomst, onkruidbezetting en aantal restplanten per ha op het arbeidsverbruik,

5« Doordat nauwkeurige gegevens van de bedrijven, waarmee de uit-komsten van de Groningse bedrijven zijn vergeleken, ontbreken , kan niet worden nagegaan waardoor verschillen in arbeidsverbruik worden veroorzaakt. Vel kan aangenomen worden dat in Groningen minder landarbeiders voldoende vertrouwd zijn met bepaalde arbeidsmethoden bij de bietenteelt, omdat de oppervlakte per bedrijf relatief gering is, alsook omdat in Groningen de opper-vlakte bieten per arbeidskracht kleiner is dan in de specifieke bietenstreken,

6. In Groningen is het op het merendeel van de bedrijven regel dat de bieten in akkoord op enen worden gezet. Op de bedrijven in andere gebieden wordt de laatste jaren in minderemate in akkoord gewerkt. De akkoordtarieven liggen in Groningen echter veruit het hoogst. Mogelijk is mede hierdoor in dit gebied eerder de neiging tot het werken in akkoord aanwezig dan in de andere gebieden.

7. Het hoge arbeidsverbruik bij de bietenteelt op bedrijven, waar normaal zaaizaad wordt gebruikt en traditionele arbeidsmethoden en werkwijzen worden toegepast zal deze bedrijven er bij gebrek aan voldoende bekwaam personeel uiteindelijk toe noodzaken deze teelt nog verder te beperken. Uit praktijkwaarnemingen, verricht door het Ï.L.R., is echter duidelijk gebleken dat het bij een

bepaalde teeltwijze mogelijk is de arbeidsbehoefte te verkleinen. Het zal voor de hier aangehaalde bedrijven daa.rom wenselijk zijn zich te oriënteren omtrent deze verbeterde teeltwijze, dan wel zich een teeltwijze met 'o.v. monogerm zaaizaad en precisiezaai-methoden eigen t3 maken. De con equentie hiervan zal

vermoede-lijk zijn, dat dan de akkoordtarieven hierbij moeten worden aan-gepast.

(25)

27

Bijlage 1 HET VERZORGEN VAN DE BIETEN OP DE AFZONDERLIJKE BEDRIJVEN

Bedrijf Boelens

• De bieten stonden op 2 percelen,, beide met voorvrucht winter-graan. Aan de grondbewerking was voldoende aandacht besteed. Het zaaibed van het grootste perceel v/as mooi, het andere was wat kluiterig.

De bieten vertoonden bij opkomst een vrij goede stand, regel-matig in de rij zonder grote gaten (+ 30-35% b.b.d.1)). Bij het begin van het op enen zetten was de grond droog. Hoewel de bieten op het kleinste perceel 2 dagen later waren gezaaid dan op het grootste, zijn de arbeiders er pas veertien dagen later begonnen met op enen zetten.

Het enen gebeurde met de korte hak (zonder scherpe punten, snijbreedte 12-r - 13 cm) door 2 arbeiders in tijdloon. Het tempo was laags over de eerste oppervlakte van 1,50 ha heeft men met 2 man 10 volledige werkdagen gedaan, dus 7-g are per man per dag. Er werd te veel met de handen geplukt (overtollige plantjes en onkruid). Het kleinste perceel, groot 0,82 ha is met 2 man in 6 volledige werkdagen op een gezet, waarbij de boer nog enkele uren heeft meegeholpen. De prestatie lag hier op + 7 are per man per dag, waarschijnlijk doordat de bieten inmiddels te veel waren ge-groeid en er ook meer zomeronkruid stond dan bij het begin.

Voor het op enen zetten was het land een keer geschoffeld en ook een keer geëgd met een lichte zigzagegge. Deze laatste be-werking voldeed uitstekend.

Ondanks een vrij goede stand van de bieten bij het beginvan het op enen zetten, was de dichtheid na het enen iets te laags

+ 60.000 planten per ha. Het aantal manuren per 1000 planten was daardoor het hoogst van al de deelnemende bedrijven.

Het wieden gebeurde op vrij ongeregelde tijdstippen. Door de voorspoedige groei van zomeronkruid heeft het wieden tamelijk veel tijd gekost, nl» in totaal 107 m„u_/ha. De bieten werden maar een keer machinaal geschoffeld«, Dit had misschien een keer vaker moeten gebeuren.

De totaaltijd voor enen en wieden komt op 235 ^.u. per ha, hetgeen zeer hoog is in vergelijking met de andere bedrijven. Bedrijf Wiers erna

De bieten stonden op 1 perceel, voorvrucht wintertarwe. Hoewel aan de grondbewerking in de vorige herfst en winter voldoende

1) Het percentage bieten-bevattende duimen (b.b.d.) wordt bepaald door op een afstand van 2,50 m (100 duimen) het aantal duimen te tellen waarin eenlingen en bosjes bietenplantjes voorkomen. Hiervoor wordt een duimenlat gebruikt, waarop de verdeling in duimen is aangebracht. Deze lat wordt enige keren langs de rijen gelegd, en telkens v/orden nauwkeurige tellingen gemaakt van het aantal bieten-bevattende duimen. Zo wordt dus op eenvoudige wijze de gemiddelde standdichtheid bepaald.

(26)

aandacht was besteed was het zaaibed matig: iets grof en onregel-matig. Er zaten te veel oude grastoppen ins een oppervlakkige "bewerking meer had hieraan misschien nog iets kunnen verbeteren. De stand bij opkomst was aanvankelijk onregelmatig, maar enkele weken later stonden de bieten beter. Doordat de bieten waren

ge-zaaid terwijl er kettingen achter de zaaipijpen waren bevestigd is de opkomst misschien iets onregelmatig geworden. Er werd slechts 12 kg zaaizaad per ha gebruikt.

Door het drogende weer was de grond, die slempig is, hard en kluiterig geworden. De omstandigheden voor het op enen zetten waren dan ook onaangenaam. Het enen gebeurde tegen het normale weekloon door de 2 arbeiders op het bedrijf: een oude arbeider die precies doch langzaam werkt en een jongere kracht, die eveneens weinig tempo heeft en die met dit werk nog niet voldoende ervaring heeft. Men gebruikte de korte hak. In + 1 3 werkdagen was het werk gereed,

zodat de prestatie per man 6-g à 7 are per dag was. Enkele dagen vóór het enen begon, waren de bieten een keer geschoffeld.

Het land v/as niet vuil; er kwamen hier en daar toppen zwart gras voor en op enkele plaatsen hanepoot. De standvan de bieten was na het enen vrij goeds + 67-500 planten per ha. Ha het dunnen

is het perceel 3 x geschoffeld? het handwieden gebeurde met de lange hak. Die t ijd, die hieraan werd besteed, is ten opzichte van de andere bedrijven vrij laag te noemen s 72-g uur per ha.

Desondanks zijn in totaal voor het enen en wieden samen 202 manuren per ha nodig geweest.

Eedrijf Doornbos

Op 2 percelen waren bieten- gezaaid, beide met voorvrucht

zomertarwe. Door de vele bewerkingen v/as een mooie kruinelstructuur verkregen. In het begin was de grond weliswaar wat stug, maar dit

kwam nader-hand weer goed.

Op hot eerste perceel werd weinig zaad gezaaid; 13 kg per ha. Op het tweede perceel, dat 12 dagen later werd gezaaid, werden de bieten veel dichter gezaaid; 20 Y,g por ha. De bedoeling was 16 kg per ha te zaaien, maar door een onverklaarbare oorzaak werd er te weinig gezaaid. Door de machine iets ruimer af te stellen werd het tweede perceel dichter gezaaid dan de.bedoeling was.

De opkomst van de bieten op het eerst gezaaide perceel v/as matig; deze vertoonden een tamelijk onregelmatige stand. De stand van het tweede perceel was bij opkomst goed en regelmatig.

Doordat de twee percelen bieten op verschillende tijdstippen waren gezaaid, had men ook voldoende spreiding bij het op enen

zetten.

Het enen werd verricht door de 3 vaste arbeiders voor f.320,50 per ha; het werk geschiedde met de korte hak (snijbreedte 14{-17 cm). Het eerste perceel,kwam gereed in ruim 4 dagen. Elke man nam per dag van 9 u ur v/erken 14i à 15 are voor zijn rekening. De grond v/as droog en kluiterig. Do bekwaamheid van de arbeiders was goed, er werd weinig met de hand geplukt; het tempo was redelijk hoog. Het

(27)

29

-tweede perceel werd in ruim 3 dagen door dezelfde 3 mensen op enen gezet, wat neerkomt op eer. prestatie per man van ruim 14 are per dag.

Beide percelen waren voor het enen een keer machinaal geschof-feld en gedeeltelijk vooraf met de padschoffel doorgelopen.

De stand van de bieten op het eerste perceel was na het enen te duns 47*700 planten per ha. Op het tv/e e de perceel was de stand beter, hoewel met 56.700 planten per ha aan de lage kant«,

Het land was niet vuil, men had weinig last van zomeronkruid. De bieten op beide percelen werden nog 66n keer machinaal geschof-feld.

Het wiedon met de hand heeft 69 uur per ha gekost.

Het enen en wieden komt in totaal op gemiddeld 132 m.u. per ha. Bedrijf Rietema

Hier werden 2 percelen met bieten gezaaid. Het kleinste per-ceel was erg kluiterig (zware grond),maar het zaaibed was na de vele bewerkingen behoorlijk goed. De voorvrucht was wintergerst. De opkomst van de bieten was vrij goed.

Het grootste perceel waarop het jaar tevoren wintertarwe had gestaan, had eveneens een slechte structuur. Bij h-t zaaien was het land nog erg kluiterig. Een gedeelte hiervan, groot 1 ha, werd met de gewone machine ingezaaid met monogerm zaad, waarvan slechts 4i kg per ha werd gebruikt. Dit laatste gedeelte vertoonde bij opkomst een zeer dunne stand (_+ 10$ b.b.d. ) en er kwamen grote gaten'in voor. Het gedeelte met normaal zaad (+ 25$ b.b.d.) was veel beter, maar hierop kwamen ook af en toe grote gaten voor.

De bieten zijn voor het grootste gedeelte (2,28 ha) in akkoord op enen gezet door één arbeider; 1,28 ha voor f.338,- per ha on

1 ha, die met het monogerm zaad was ingezaaid, voor f.323,- per ha. Door vreemd personeel is 0,97 ha openen gezet, eveneens in akkoord à f.338,- per ha. De werkuren van deze mensen konden niet worden geregistreerd.

De eigen arbeider was goed vakbekwaam, maar plukte iets te veel met de hand. Per dag van 9 uren kon deze persoon gemiddeld

12-^ are bewerken. Hij gebruikte een korte hak (snijbreedte 13 cm). Tijdens het op enen zotten was de grond droog en stug. Het kleinste perceel was niet direct vuil, maar hier en daar kwamen krodden en grastoppen voor.

Het andere perceel was tamelijk bezet met klein hoefblad wintergras on zomeronkruid.

De stand van de bieten was ook na het dunnen nog enigszins onregelmatig; er stonden nog 56.000-58.000 planten per ha. Op het perceel dat was ingezaaid met monogerm zaad, was de stand zeer onregelmatig? daar stonden slechts 45.000 planten per ha. Eerst in de 7e week na het zaaien werden deze bieten openen gezet.

Het wieden heeft 48-? uur per ha gekost. Samen voor oncn en schoonhouden kwam de arbeic'er op 121< uur per ha.

(28)

Bedrijf Sir.it

Hot perceel bieten met als voorvrucht wintertarwe, werd in twee koer gezaaid met een week tussenruimte. Hierdoor werd enige spreiding verkregen voor het dunnen. Het zaaibed was door steeds oppervlakkige bewerkingen toe te passen, vrij goed.

Bij het zaaien werd 20 kg zaad per ha gebruikt; de stand van het eerst gezaaide gedeelte was bij opkomst voldoende dicht, van het tweede gedeelte iets minder. Vlak voor het enen begon werd een keer geschoffeld. Het enen gebeurde door 3 losse mensen in akkoord tegen een tarief per 1000 kg opbrengst. Hen gebruikte de korte hak (snijbreodte 13-15 cm). De vakbekwaamheid van deze drie personen (allen om en bij de 40 jaar) was goed. Toch werd nogal

eens met de handen geplukt.

Be prestatie per man per volledige werkdag van 9 uur lag op + 9"è are, hetgeen het laagst is van de bedrijven waar in akkoord is gewerkt.

Be stand van 'de bieten v/as na het op enen zetten iets aan de dunne kant, er werden +_ 60.000 planten per ha geteld.

Het perceel was regelmatig bezet met hanepoot, terwijl er ook vrij veel muur voorkwam. IIa het enen zijn de bieten nog 2 keer machinaal geschoffeld en bovendien 2 keer overlangs geëgd. Het

eggen met de zogenaamde schoonlandeg na het dunnen beviel goed. Hiermee wordt bedoeld een lichte onkruidogge met 5-6 mm dikke tanden. Hierdoor werd veel jong onkruid vernietigd.

. Aan het wieden is voorts 78 uur per ha besteed. In totaal .hebben do arbeiders voor het enen en schoonhouden 175 u u r Pe r

ha nodig gehad, hetgeen in vergelijking met de andere bedrijven, waar in akkoord is gewerkt, vrij hoog is.

Bcdrijf Wierenga

Op het perceel bieten hadden vorig jaar pootaardappelen gestaan. Be structuur v/as goed5 na het land met de trilbeitel gecombineerd met de zware zigzagegge te hebben bewerkt was reeds na een keer rollen een mooi zaaibed verkregen.

Boordat 21 kg zaaizaad per ha was gebruikt, v/as de stand bij opkomst vrij dicht.

Be bieten werden op enen gezet door 2 flinke jonge arbeiders, beiden goed vakbekwaam, in eon behoorlijk tempo. Ze deden dit met do korte hak met scherpe punten, (snijbreedte 13-14-1 cm) in akkoord tegen 1000 kg-tarief. Per dag werd door elke arbeider + 12 are op enen gezet.

Be omstandigheden waren evenals op de andere bedrijven tame-lijk ongunstig- een droge en daardoor harde en korst ige grond. Voor het enen begon waren de bieten een keer geschoffeld.

Na het enen v/as de stand ook nog zeer dicht, v/el regelmatig. Er werden 80.000 planten per ha geteld.

Het perceel was weinig bezet met onkruid, op een gedeelte stond v/at gras. Een week nadat het enen was afgelopen, is nog een keer geschoffeld.

(29)

31

Aan het wieden werden 76" uren per ha besteed. In totaal had men nodig voor enen en schoonhouden 153 uur per ha.

Bedrijf Ueeuwes

De "bieten stonden op één perceel, waar vorig jaar winter-tarwe had gestaan met als ondervrucht stoppel!'laver. De structuur was zeer slecht,omdat het land in de winter onder zeer ongunstige omstandigheden was geploegde Om een "behoorlijk goed zaaibed te verkrijgen waren veel bewerkingen nodig,, maar het land bleef dicht en stug (zware zavel).

Er werd + 20 kg zaaizaad per ha gebruikt« De opkomst v/as matig, iets onregelmatig,, Later kwamen nog weer veel plantjes op.

Drie weken na het zaaien werd begonnen met het enen5 de grond was toen droog en kluiterigs voor het op enen zetten tamelijk on-gunstig. Vooraf waren de bieten een keer geschoffeld.

Het enen werd in akkoord (1000 kg-tarief) verricht door één arbeider, goed vakbekwaam,, die werkte met de korte hak (snijbreedte 16 cm).

•Hij kwam tot een prestatie per werkdag van 9 uur van gemiddeld 13 are. Na hot enen stonden de bieten vrij goed (iets onregelmatig) doch het aantal planten per ha was iets aan de lage kants 60.000. De onkruidbezetting was vrij gering; de bieten werden na het enen

nog 6.ên keer', machinaal geschoffeld« Aan de eerste keer wieden

wer-den per ha 25i uur besteed. Voor de tweede keer wiewer-den was volgens de boer geen tijd. Er was echter ook weinig onkruid, zodat er later nog alleen even doorgelopen werd.

Hierdoor wordt verklaard dat het totale aantal uren voor

enen en wieden ten opzichte van de andere bedrijven zoor laag ligt.

Bedrijf Bakker_

Op twee percelen werden bieten gezaaid. Het zaaibed was op beide percelen niet te best. Het one perceel was dicht en stug, het andere fijnkluiterig doch voldoende vlak om te kunnen zaaien. De opkomst onder deze omstandigheden was tamelijk goed«, Er was 18 kg zaaizaad per ha gebruikt.

De beide percelen werden op één dag gezaaid. Toch kwam het enen binnen 14 dagen gereed, omdat door drie eigen arbeiders de bieten eerst op bosjes werden gehakt en het enen direct daarop-volgend werd uitgevoerd, deels door een vrouw net af en toe hulp van haar man. Deze laatsten hadden een deel van de oppervlakte aangenomen om op enen te zetten voor f.95,- per ha. De rost van het enen hebben de eigen arbeiders verricht, evenals het op bosjes hakken tegen normaal uurloon.

Een oude arbeider (63 jaar) maakte good werk, doch het tempo was laag. Een andere arbeider (trekkerchauffeur) was goed vakbe-kwaam en vlug. Verdei'was nog een jonge kracht in dienst (aard-appelselecteur) die voor het bieten enen nog niet voldoende er-varing had. De vrouw was goed bekwaam voor het enen. De omstan-digheden voor het enen waren slechts weliswaar droog weer, maar 600

(30)

de grond was hard en stug. Een enkele keer werden de bieten door-gehakt met de lange hak en gelijktijdig met de hand op enen gezet.

Het "bosjes hakken en op enen zetten gebeurde steeds door elkaar op de beide percelen. Toch konden de werkuren nauwkeurig per bewerkte oppervlakte worden opgegeven. Hieruit is afgeleid dat elke arbeider gemiddeld per dag van'9 werkuren 21 à 22 are op bosjes kon hakken. Op perceel. 1, waar de oude arbeider niet heeft meegeholpen, konden de beide anderen gemiddeld per dag

19-? are op enen zetten. Op perceel 5? waarop de drie arbeiders gezamenlijk hebben gewerkt, kwamen ze tot een prestatie van ge-middeld 15 are per man per dag.

De vrouw die in akkoord werkte kon per volledige werkdag 14 à 14g are.bieten op enen zetten, nadat deze dus reeds op bosjes waren gehakt.

Beide percelen waren vlak vóór het doorhakken van de bieten al een keer geschoffelde Ook tijdens het enen werden de bieten een keer machinaal geschoffeld. Ruim 4 weken later, dus na de eerste keer handwieden, werden de bieten voor de derde keer ge-schoffeld.

Het resultaat van het op enen zetten was zeer goed. Er bleven ruim 79*000 planten per ha staan.

Het ene perceel was minder vuil dan het andere. Op perceel 1 waren 97»9 m.u. per ha nodig voor het wieden, terwijl aan perceel 5 82,7 ïïi.u. per ha werden besteed. Op perceel 1 stond iets winter-gras»

Op het perceel waar de bieten werden gezaaid, groeide vorig jaar witte klaver. Deze klaver werd begin maart omgeploegd en een intensieve bewerking was nodig om een goed zaaibed te ver-krijgen. Ha verschillende keren eggen met een zware zigzageg en drie keer rollen met de Cambridge waren de zoden praktisch ver-dwenen. Op 7 april een w.eek eerder dan de andere bedrijven, werden de bieten gezaaid. Er werd 15 kg zaad per ha gebruikt. De opkomst was goed, maar er kwam ook direct veel onkruid.

Het perceel werd een keer geëgd vóór opkomst van de bieten met de zogenaamde schoonlandegge.

Enkele dagen vóór het doorslaan zijn de bieten een keer machi-naal geschoffeld. Het doorslaan begon ruim 5 weken na het zaaien„ De grond was erg droog.

Het eigen personeel heeft de bieten in tijdloon 'op bosjes gehakt, terwijl deze op enen zijn gezet door vreemd personeel in akkoord voor f.94,50 per ha. Dit waren een invalide man, geholpen door zijn vrouw en een schooljongen van 15 jaar. Het enen gebeurde kruipend met de hand. Na het doorslaan werden veel bosjes in een laat stadium uitgedund.

Het tempo van doorslaan en dunnen lag niet hoog. De arbeiders konden per volledige' werkdag 14 à 14£ are per man op bosjes hakken. Het echtpaar zette per werkdag van 9 u u r gemiddeld per persoon 16-g are bieten op enen, terwijl de schooljongen gemiddeld 12 are 600

(31)

33

-op een dag deed. Deze laatsten hadden een matige vakbekwaamheid. De stand van de bieten v/as na het enen vrij goed;, er stonden + 67.5OO planten per ha. Aan wieden werden ÎTÎ ,6 manuren per ha besteed, het hoogste van deze groep deelnemende bedrijven.

Ondanks dat de bieten tijdens het dunnen en daarna nog twee keer machinaal werden geschoffeld heeft het handwieden dus zeer veel tijd gekost. Het was een vuil perceel met vooral het lastige wintergras.

De bieten werden 2 keer volledig met de lange hak gewied, maar waren daarna'nog ni'et schoon.

Bedrijf_ Har tman

Er werden 2 percelen met bieten gezaaid, beide vlak bij de

boerderij gelegen. Op het grootste perceel groeide vorig jaar winter-tarwe, op het ander was de voorvrucht pootaardappelen.

Over de tarwestoppel was vorig jaar stalmest uitgereden en daarna werd het land geploegd. In het voorjaar werd do grond een paar keer bewerkt met de triltandcultivator met een omgekeerde egge. Na een keer rollen werd het land opgeëgd met de duizendpoot, waarna een vrij goed zaaibed was verkregen.

De bieten werden gezaaid met drukrol, welk systeem zeer goed is bevallen. Het zaadverbruik was 18 kg per ha. De opkomst was goed^ de bietjes stonden vrij dicht. Een week vóór het enen werd het land een keer geschoffeld.

Het enen begon 23 dagen na het zaaien^ de grond was toen droog en iets grof.

Het kleinste perceel werd eerst afgewerkt, hoewel het het laatst gezaaid was. Drie dagen later ging men over op het grote stuk, waar de bietjes inmiddels al vrij fors ontwikkeld waren. Er stond toen iets zomeronkruid.

De gehele oppervlakte bieten werd door 2 man in akkoord op enen gezet. De ene persoon werkte met de korte hak en zetten de bieten gelijktijdig op enen. Hij was hiervoor goed vakbekwaam en deed 12 à 13 are op een dag.

. De andere hakte eerst bosjes met de lange hak en dunde deze daarna verder uit. Deze man kwam zo tot een dagprestatie van + 12 are per dag. Hij werkte iets minder doeltreffend bij het uitdunnen van de bosjes, waardoor zijn prestatie ook iets lager uitviel.

Ma het enen werden de bieten 2 keer machinaal geschoffeld met een tussenpoos van enkele weken, maar het land was vrij schoon; er stond slechts weinig onkruid. De stand na het enen was over het algemeen goed onregelmatig: 69*000 planten per ha.

De totaaltijd voor het enen en wieden was met gemiddeld 132 uur per ha vrij laag.

(32)

Per arbeidskracht per dag Werknemer Doornbos 1 2 3 Wiersema 1 2 Smit 1 2 3 Wieringa 1 2 3 Tiddens 1 2 3 • 4 5 6 Boel ens 1 2 Rieterna

" î

Bakker „ . 2 3 4 Meeuwes 1 Hartman • - '••i l e e f t . 22 46 53 63 36 41 38 39 27 29 35 43 58 50 63 33 • • ; _ i-i 1 rn i î j a ? - ?Q _ — - — I l 21 3: 4| 5| 6| x 1 1 1 1 1 1 i i i i 9! i i 1 i i 9 ! i

i 1

9

M

i i i ! : ; • i ; : ; 1 ! _ If s! g l i o - x : | \

2 i i i

2 i i i 2

1 j 1

g i4 jg i 9 4 j9 i 9 J4 19 i g U Ig i g i & i g î 4 14 lo i ei ... _ _ _ 12:13: x1 1 5 i l 6 i l 7 : i 8 ; 1 9 i 2 0 i x 7 15 i 7 j5 ; g i s i g i s i 9 15 i 9 J5 i 9 |5 | 8 |5 8 15 i 10 | 5 |

1 131 M

9 19 |9 ;9 J2&! 9 J9 i9 Ig ; 2 i l ! g [ 9 |9 |9 | 2 i | 9 16 |9 ig | g ;5 ! g |6 jg g j g j s g J9 19 • 9 ïg ! 9 |9 19 ! g ï g i i g ;9 19 g j g 4 i j

i i i i i i

g |9 |9 ;9 15 |4 i 5 J5 g |9 |5 i j ; ! ; | ; j 4 |5 J9 ig ;4 i i 4 15 i i ; ! i |8 |9 18 |5 | 4 is jg ig J8 J5 j

1 i | l — | — J

sèjg ig ig ig is i g j9 9 j9 jg is 1 j j j \ j 17"

1 1 9 is i

9 J9 j j9 J4 j 2*ig ig J9 i 4 i i 12 b | 7 j7 J4 j 9 J9 19 |9 ig 5 j

. 1 1 1 ! Ü-,

xi23;24l25i26i27^ x :

i i hi!

14 j 9 12 i i i 14 9 : 2 !

i [ M

9

U |

19 i9 ;9 Î9 15 i |9 9 j9 )9 |5 | 9 . ; 5 i L i2iJ5 i ig i & l J2Ü5 i ig J5^j | 2 i j 5 i4 ig !9 |sè-1 i 19 9 9 j8è 5 9 4 j |

is ig U i

s jg 4 j |l—j—441 juur—1 1—h—111 |uur—j " i' i " i i? ii i Î7U9 i9 |g i4 i j8 jg jg jg |4 g J9 9 J9 \tà\ ig ig ig jg ii?i J4èj9 ;9 j9 j l ï l |9 jg g g s l j j ; : 1 1 j : 1 1 1 U U ! ; ; MRO nur ; 2g; 30l 31 6 J7 i 6 ;7 i 6 j7 1

8 J8 i

8 J8

g 17 I

g |7 1 g |7 ; 1 9 i |9 i |9 • 'l 1 1Ü2 J5* 9 is Ieà 9 j9 j8 à 9 jtè 9 g g 9 9 |g —•! ! " i: 522

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The Trace class contains functionality to create and update constraints from transitions, and the functionality to compute if one constraint is a subset of the other.. This section

This study aims to determine the criterion-related validity of a mathematical proficiency test from the Academic Aptitude Test Battery (AAT-maths), an English language

De minister heeft de Raad naar zijn oordeel gevraagd over een aantal specifieke kwesties: uitbesteding van taken door het ziekenhuis, de taakverdeling tussen

The comprehension tasks entailed picture selection, judging the (in)correctness of utterances produced by the researcher, and question answering, whereas the production

It was therefore the aim of the study to assess the levels of DNA damage and repair capacity of hairdressers in South Africa by means of the Comet Assay, and to determine if

Hence , the validation of the LC-MS/MS method enabled the quantification of CoQ10 concentrations in the experimental group of the study so as to address the

Hierdie studie het ten doel gehad om te bepaal of daar ’n verband tussen emosionele intelligensie en psigologiese welstand by adolessente bestaan, terwyl geslag en kultuur ook

gedragsstoornis Angststoornis Autismespectrumstoornis Normoverschrijdend Normoverschrijdend gedragsstoornis Ticstoornis (vloeken) Leerstoornis (spijbelen)