• No results found

Mengen voor het spenen en niet verplaatsen zinvol voor gespeende biggen?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Mengen voor het spenen en niet verplaatsen zinvol voor gespeende biggen?"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

PraktijkKompas Varkens

22

September 2004

onderzocht. In de opfokfase werden alle biggen in groepen van 30 dieren gehouden.

Jong mengen

Eén van de stressvolle gebeurtenissen is het mengen met big-gen uit andere tomen. Om dit zo geleidelijk mogelijk te laten verlopen zouden de biggen al aan het eind van de zoogperiode met de buren moeten kunnen kennismaken. Ze zijn dan bij het spenen al gewend aan de “nieuwe” biggen en het mengen is dan veel minder stressvol, met minder rangordegevechten. Een bijkomend effect kan zijn dat er af en toe wat biggen een zoogbeurt bij de eigen moeder missen. De verwachting was dat het hongergevoel vervolgens de opname van vast voer stimuleert. Hoe meer voer de biggen voor het spenen opne-men, hoe gemakkelijker de overgang na het spenen zal zijn. In het onderzoek kreeg de helft van de tomen, in groepjes van drie hokken, de mogelijkheid om al voor het spenen door elkaar te lopen. De zeugen bleven van elkaar gescheiden. Verhokken

Een andere ingrijpende verandering voor de biggen is het ver-hokken na het spenen. De biggen krijgen dan tegelijkertijd te maken met een ander hok, klimaat en voersysteem. Uit het verleden weten we dat de technische resultaten beter zijn als Mengen in de zoogperiode en de biggen laten liggen

in het kraamhok na het spenen kunnen maatregelen zijn om biologische biggen beter voor te bereiden op de eerste moeilijke weken na het spenen. Er waren geen grote verschillen in technische resultaten. Redenen om deze maatregelen wel te gebruiken zijn de besparing op arbeid en de betere hokbezetting. Biologische biggen lopen een groter risico op gezondheids-problemen na het spenen dan biggen in de gangbare varkens-houderij. Dit wordt door een complex aan factoren veroor-zaakt. Vooral een gebrek aan hoogwaardige eiwitbronnen en een verbod op synthetische aminozuren in het voer gecombi-neerd met beperkingen in het medicijngebruik, hebben een belangrijk effect. Ook huisvesting en verzorging spelen een rol in de preventieve gezondheidszorg voor de biggen. In dit Biovar-onderzoek zijn gedurende vijf ronden (120 tomen) effec-ten van stressvolle gebeureffec-tenissen als mengen en verplaatsen

Mengen vóór het spenen en niet verplaatsen

zinvol voor biologische biggen?

Herman Vermeer, Henk Altena en

Gisabeth Binnendijk

De biggen kunnen in week 5 en 6 van de zoogperiode via de uitloop naar het andere hok, de zeug niet

(2)

Vroeg mengen simpel en zinvol

Er zijn in dit onderzoek geen wezenlijke verschillen tussen de mengmomenten en de verplaatsingstrategie aangetoond. De eventuele keuze voor een systeem van niet verplaatsen (kraam-opfokhokken) of wel verplaatsen hangt sterk af van bedrijfs-gebonden factoren zoals de beschikbaarheid van de juiste hok-typen en de hoeveelheid arbeid. Met name het niet hoeven verplaatsen van de biggen en het niet hoeven schoonmaken van de afdeling wegen mee. Een mogelijkheid is ook om hele-maal niet te mengen. De biggen blijven dan als toom in het kraamopfokhok. Dit geeft de minste stress en de beste resulta-ten. Het mengen bij opleg als vleesvarken kan dan wel wat meer groeivertraging geven.

Het mengen van de biggen in de zoogperiode is een eenvoudi-ge maatreeenvoudi-gel die minder onrust oplevert dan meneenvoudi-gen na het spenen. Dit kan een bijdrage leveren aan het verminderen van de speenstress en het voorkomen van gezondheidsproblemen in de opfokperiode in grote groepen gespeende biggen. de biggen in een kraamopfokhok blijven liggen. Vanwege de

kosten en ruimtebeslag is dit systeem verdwenen. In de biolo-gische houderij is het oppervlak per big in kraamhok en opfok-hok gelijk (1 m2) als binnen- en buitenruimte samengenomen

worden. De verwachtingen waren dat bij het laten liggen van de dieren in het kraamhok na spenen de technische resultaten beter zouden zijn en de benodigde arbeidstijd voor verplaatsen van de biggen en schoonmaken van de hokken lager zou zijn. Drieweeks productiesysteem

Op veel biologische bedrijven met 70 tot 100 zeugen werkt men met een drieweeks productiesysteem. Bij gebruik van een dergelijk systeem is een kraamhok drie perioden van drie weken in gebruik en een opfokhok twee perioden van drie weken. In totaal 15 weken. Bij gebruik van een kraamopfokhok is een periode van 12 weken nodig: één week vóór het werpen de zeug naar het kraamhok, tien weken om de biggen tot 25 kg te laten groeien en één week om schoon te maken. Dit betekent dat de hokbezetting beter is bij een drieweeks systeem met kraamopfokhokken dan bij aparte kraam- en opfokhokken.

Geen verschil in technische resultaten en gezondheid Het al dan niet mengen van de biggen in de zoogperiode had geen effect op de resultaten in de zoogperiode. In de opfok-periode was er een tendens tot een gunstigere voedercon-versie bij de biggen die al in de zoogperiode gemengd waren. Het niet verplaatsen van de biggen gaf geen verschillen in opfokresultaten ten opzichte van wel verplaatsen van de biggen. Wel waren er meer maagdarmproblemen in de niet ver-plaatste groep ten opzichte van de wel verver-plaatste groep. De opfokresultaten zijn in tabel 1 samengevat.

PraktijkKompas Varkens

23

September 2004

Tabel 1. Technische resultaten van biologische biggen in de opfokperiode bij al dan niet mengen tijdens de zoogperiode en al dan niet verplaatsen bij spenen

Mengmoment Verplaatsen bij spenen

2 w voor spenen Bij spenen Niet: kraamhok Wel: biggenhok

Begingewicht (kg) 12,5 12,3 12,0 12,7

Eindgewicht (kg) 22,1 21,5 21,5 22,2

Groei (g/d/d) 358 339 348 349

Voeropname (g/d/d) 670 670 670 670

Voederconversie (kg voer/kg groei) 1,891) 2,021) 1,95 1,95

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het Groot-Yorkshirevarken scoorde in de reproductie-eigenschappen het beste, bleek niet stressgevoelig te zijn en de groei en de voederconversie waren het gun- stigst..

 Burgers voelen zich niet serieus genomen.  Boeren leven geïsoleerd van burgers. Vroeger waren er veel meer boeren, en iedereen had familie die boerde. Maar doordat er steeds minder

De week van de Openbare Ruimte bestaat uit 5 kennis- en inspiratiedagen voor iedereen die betrokken is bij de sectoren groen, spelen, ontwerp & inrichting, openbare verlichting

ren zich voor de winter zouden terug- trekken in het hoofdnest, maar vorig jaar werd in Wageningen voor het eerst een nest onder stenen gevonden dat in de winter nog bewoond bleek

Voorzover er voldoende bloeiende planten waren, kon per groep van bollen die op dezelfde datum waren gerooid, gemiddeld over de bolmaten en de koelbehande- lingen, de datum

The three groups of usability evaluation methods (expert-based methods, automated testing methods and user-based methods) that were used in this thesis were discussed with a

The aim of the present study is, firstly, to understand the theological implications of the phenomenon of centralization of worship in Deuteronomy 12 according

As we elaborate in our analysis of Olosi’s adventure, ngano that portray coming-of- age experiences often describe how young people develop the power of speech and