AFZETTINGEN WTKG27(3),2006 68
Incidenten in
Egem,
een
excursieverslag
Henk+JanvanVliet*
Even
enige
gegevens,wantanders is ditverslag
niets dansfeerbeschrijving
endaarkoop je
alsamateurpaleontoloog
nietsvoor.Net onder de Kwartaire
bovenlaag, liggen
Eo-cene
afzettingen
uit hetYpresien. Bovenop ligt
de PittemKlei,
waarweinig
totgeenfossielen intevindenzijn
(Nieu-landeenMermuys, 2001).
Hieronderligt
‘hetEgem
laag-pakket’:
eersteensteenbank waarin veel steenkernenvanVenericardia,enals zeldzame vondstenTudicula,
Megalo-cypraea en eenNautilussoort, en dan
schelpenvoerende
lagen
metopnieuw
Venericardia,nummulietenen eenen-kele haaientand.Daarweeronder
ligt
deSiltvanKortemark(Nolf
enSteurbaut,1990).
Aan debasis komen dunnelaag-jes
voormetveelditrupa’s,
somsbivalven,gastropoden,
fosforietknolletjes
envooral visresten. Het is inBelgië
derijkste laag
wat Eocene haaientanden betreft(Vervoenen,1995).
Voormeerdetailsverwijs
iknaarde literatuur. Deafgelopen jaren zijn
inderdaadzeer veel haaientanden in deditrupalaagjes gevonden.
De tandenzijn
meestal slechts enkele millimetersgroot,maarvlijmscherp
ennietafgerold.
Er komen enkelebijzondere
soorten invoorzoalsNebrius,Xiphodolamia
•en,heelzelden,eenNotoryhynchus.
Helaas is het de vraag of de vondsten in de toekomendejaren
ookgoed
zullenzijn:
de groeve wordt niet verderuitgebreid,
maarzal worden
uitgediept.
Het sediment onder deditrupa-laagjes lijkt
uiteensteriele,zwareklei tebestaan-het is derhalveangstvallig
afwachten ofernogfossielhoudendelagen
zullen wordenaangesneden.
De
haaientandenlaag ligt
dus helemaal onderin degroeve. De situatie leek zoals de heer al hadgezegd,
inderdaadbar slecht. Alleenop eenklein
gedeelte
waarde excavateurstond
opgesteld,
was ernogeenscheefafgegraven helling.
Daarscharrelde iedereen moeizaam door demodder,zoals
de varkens ineenschuur
bij
deparkeerplaats vermoedelijk
graag eens zouden doen.Van de verschillende
gezichten
wasalleen
menselijke wanhoop
telezen. “Hierligt
het ook alniet”,
hoordenwe en“je
kuntevengoed
ineenmesthoop
graven”.
Aan de anderekantvande machinewasdehelling
inderdaad loodrechtafgestoken.
Naenige aarzeling
trokkenwedaarheenen
liepen
doornaardeverstgelegen zijkant.
Totonzeverrassing
wasdaar nogeenredelijke laag
ontslo-ten,maar dezewasalbehoorlijk uitgegraven
en op eenplaats
waser eengatvanminstenseenmeterdiep
ontstaan. Wegroeven daareenkleinuurtotzicheennieuw incident voordeed. Ik was net meteen emmervol sedimentnaareen
zeefplaats
gewaad,
toenikgerommel
hoorde.Op
deplaats
dieik nogmaar nethadverlaten,vielen enkeletonnen zwarekleibrokkennaarbeneden.
Het hele holwasingestort.
Neen,nugeen filmmet
zinrijke levensfragmenten
waaruitje
eenles kunttrekken,maarweleenstevige
schrik. Nadatikwatwasbekomen,
ging
ik de situatieinspecteren
ennogtweemaal kwamer eenkleine lawinenaarbeneden. Daarom togenwe weer naarde
ploeterende
massa.Het weekendvoorde
Egemexcursie
van10juni
2006warenTonenik reedsnaarMillgeweestendat hebbenwegeweten
ook. Onzeruggen waren
kapot.
Ton toonde hetme voorwevertrokken;
hij
deedzijn
hemdomhoog
en een sneeuwvanhuidschilfers daaldeneerop de
tafel,
in desuikerpot
en in de
volgeschonken koffiekoppen.
Helemaal verveld. Ookmijn
rugwasernstig
verbrand. Enkeledagen
had ik allopen
tobben,hoe ditprobleem
optelossen,wantdeweers-vooruitzichtenwarenbelabberd. Hetzou30
graden
wordenen
zonnig bij
eenknalblauwe hemel.Inde groevevanEgem
zouhet
vermoedelijk ondraaglijk zijn. Ergens
onderuit de kast had ik daaromeensoortbabymutsje opgediept
dat ik nog inEgypte
hadgekocht
toen het daareens45graden
was, metde tekst ‘Luxor Aïda’ erop.
(Nu
het tochoverEgypte
gaat,eersteenrectificatie:mijn vorige stukje
overEgypte
inAfzettingen
27(2) draagt
eenverkeerde titel -debeschrijving
gaathelemaal nietover eenexcursienaarWadi hitan,maarover eentochtnaarde
noordzijde
vanBirkct
Qarun!
Niet dat ik verwacht dat dit ookmaariemand isopgevallen...).
Maar hetmutsje hielp
ook inEgem
erggoed
tegendezon-nauwelijks
lastvande hittegehad
enmijn
overhemd voorkwam verdereverbrandingen!
We kwamen tegen éénuur ’s
middags
inEgem
aan. Een reeds vertrekkende heer lichtteonsin dat het ‘waardeloos’was: de
laag
wasnauwelijks
ontslotenen menhad dewijze
vanuitgraven
veranderd. Hetgraaffront liep
nunietmeerscheef,
maarverticaal. Delaag
wasdaaromnogmoeilijker
tebemonsteren dan voorheen. Ookwaren erveelteveelmensen. Een allerminst
bemoedigend
welkom. Dit werd ernietbeter optoenik dehelling
afdaalde.Nog altijd
heeft deeigenaar
metde inkomsten uit degeheven
entree,geenroltrappen
latenaanleggen. Halverwege
iseenwatervoe-rende
laag
ennetalsvorig jaar gleed
ik daaruit,
zodat ik de laatstemetersopmijn
ontvelde rugatlegde.
Het is nietzodat ik
mijn
leven ineen film of flitslangs
zag trekken-hooguit
enkeledetails,
maarwel inkleurige
beelden. Enopnieuw,
netalsvorige keer, begon
iemand hardtelachen. Ditwasgeenherbeleving,
maarwerkelijkheid. Degene
dielachte,
was dezelfdeharpij
als toen. Dit zei ik haar ook toen ikmijn waardigheid
weerenigszins
hadhersteld,maarmodder bedekte zowel
mijn
overhemd alsmijn
bozege-laatsuitdrukking
enhet maakteweinig
indrukop haar(het
was
degene
die op een fossielenforum nietgeheel
ten onrechte de leuze ‘hetSchattige Venijntje
doet de Mooiste Vondsten’ hanteert.Zij
heeftbijvoorbeeld
aleenWeltonia-achtige
tand uitEgem
enook nogeen Carcharocles uitAFZETTINGEN WTKG 27 (3),2006 69
Menwas nunietmeer
bezig
methetuitgraven
vandelaag
op dehelling,
rnaariedereengroef
in de vlakke zandbodem. De excavateur had niettotop de klei gegraven, zodat deditrupalaagjes
zicheenspade
diep
onder deoppervlakte
bevonden.Ja,wij
hebben ook daar in het zandgespit
enwehebben elkeen emmersediment kunnenmeenemen naar
huis. Er blekenenkele duizendentanden intezittenenhet
wasdus allemaal niet
vergeefs
geweest,maartochgehemde
erietswatbitter is als alsem of zoietsenhoe dan ookeen zwarte
slagschaduw
heeftgeworpenopalle
herinneringen
aandeze
dag.
Heteersteincidentwasweliswaarellendig
vanaard,maarals
zodanig
toch nietverpletterend:
een manhad
toevallig
eenerg kleinemaarrijke
lensaangeboord,
zodathij
ineenzeefmeergrote tanden had dan ik in de heledag
zou vinden. Het laatste incident zal ikwatuitge-breider
beschrijven,
omdat ditvanveelernstiger
aardwasenalle
overige
incidentenverre zouovertreffen.Ik raakte
allengs
mildergestemd
envergevingsgezind
enging
zelfsmetdegene
van ‘de Mooiste Vondsten’(die
me zosmadelijk
haduitgelachen)
eenkortgesprek
aan.Bin-nenkort, zovernamik,
krijgt
ze eenBelangrijk Diploma,
hoewelze veel te
lijden
heeftgehad
onder desnijdende
opmerkingen
harer bottesuperieuren.
Erna zal zeenige
tijd
opreisgaan,vermoedelijk
naarAruba,netalsCindy
W.op
mijn
werk dieerzelfseen manmetzwembad,huisenvier honden heeft ontmoet,welke binnenkortnaar
Neder-land komt enmethaar zal gaansamenwonen, samenmet die vier honden ineen
gehuurd
huis inKrimpen
aandenIJssel, maardit alles
terzijde
wanthetpastnietzogoed
ineen
geologisch
verantwoordverslag.
Ze -weerisdegene
bedoeld diemeuitgelachen had-, zij
dangroef vandaag
helemaal nietzoveel;eenlelijke
mononucleosis infectiosaspeelde
haarparten.Maar waarom,WAAROM,moest zein de
enige
zeef dieze,kortvoor haarvertrek, vuldeenuitspoelde,
dannogde mooiste vondstvandedag
doen,de vondst die IK hadmoeten doen,kortom -waarommoest hetSchattige Venijntje
eenNotorhynchus
vinden?Geraadpleegdeliteratuur
Nieulande,F.van&
Mermuys,
S,2001. Geologisch verslag
vande excursienaarde
kleigroeve Ampe
teEgem.
Af-zettingen
WTKG 22(1) pp.5-10.
Nolf,D&Steurbaut,E 1990.
Slratigraphic
de1’Éocène
enFlandre Occidentaleet dans les
Régions Limitrophes.
Bulletin d’lnformationdesGéologues
du Bassin dePa-ris,vol 27
(1990),
fase.3:9-36.Vervoenen, M, 1995.
Taphonomy
ofsomeCenozoicSea-beds ffom the Flemish
Region, Belgium.
Brussel:Uitge-verij Drukkerij
vanhet Ministerievaneconomische Za-ken. L.Dejonghe,
P.Laga,
R.Paepe, Belgische
Geologi-sche Dienst.
Henk JanvanVliet,A.Tasmanstraat41,3531 GSUtrecht.
email: