• No results found

Ruimtelijke verspreiding van sublitorale mosselvoorkomens en mosselzaadvisserij van 1997 - 2007

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Ruimtelijke verspreiding van sublitorale mosselvoorkomens en mosselzaadvisserij van 1997 - 2007"

Copied!
31
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rapportnummer C102/08 1 van 31

Ruimtelijke verspreiding van

sublitorale mosselvoorkomens en

mosselzaadvisserij van 19972007

Frouke FeyHofstede, Jeroen Jansen, Elze Dijkman en Joke KestelooHendrikse

Rapport C102/08

Opdrachtgever: Ministerie van LNVdirectie Visserij W.L.M. Schermer Voest

Postbus 20401 2500 EK Den Haag

(2)

2 van 31 Rapportnummer C102/08 • Wageningen IMARES levert kennis die nodig is voor het duurzaam beschermen, oogsten en ruimte

gebruik van zee en zilte kustgebieden (Marine Living Resource Management).

• Wageningen IMARES is daarin de kennispartner voor overheden, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties voor wie marine living resources van belang zijn.

• Wageningen IMARES doet daarvoor strategisch en toegepast ecologisch onderzoek in perspectief van ecologische en economische ontwikkelingen.

© 2008 Wageningen IMARES

Wageningen IMARES is een samenwerkings verband tussen Wageningen UR en TNO. Wij zijn geregistreerd in het Handelsregister Amsterdam nr. 34135929,

BTW nr. NL 811383696B04.

De Directie van Wageningen IMARES is niet aansprakelijk voor gevolgschade, noch voor schade welke voortvloeit uit toepassingen van de resultaten van

werkzaamheden of andere gegevens verkregen van Wageningen IMARES; opdrachtgever vrijwaart Wageningen IMARES van aanspraken van derden in verband met deze toepassing.

Dit rapport is vervaardigd op verzoek van de opdrachtgever hierboven aangegeven en is zijn eigendom. Niets uit dit rapport mag weergegeven en/of gepubliceerd worden, gefotokopieerd of op enige andere manier gebruikt worden zonder schriftelijke toestemming van de opdrachtgever.

(3)

Rapportnummer C102/08 3 van 31

Inhoudsopgave

Samenvatting ... 4 Inleiding ... 5 Kennisvraag ... 5 Methoden... 5 Achtergrondinformatie mosselzaadvisserij ... 5 De mosselkaarten... 6 Resultaten... 9 Conclusie ... 29 Kwaliteitsborging ... 29 Referenties ... 29

(4)

4 van 31 Rapportnummer C102/08

Samenvatting

In verband met het traject volgend op de uitspraak van de Raad van State (dd 27 februari 2008) inzake de vergunningenverlening voor mosselzaadvisserij ontstond bij het ministerie van LNV de vraag naar een overzicht van de mosselvoorkomens en mosselzaadvisserij in voorgaande jaren.

In deze rapportage wordt door middel van kaarten van de westelijke Waddenzee een beeld gegeven van de mosselvoorkomens en van de locatie en intensiteit van de mosselzaadvisserijen. Dit overzicht wordt gepresenteerd voor het voorjaars en najaarsseizoen afzonderlijk, voor de jaren 19972007.

(5)

Rapportnummer C102/08 5 van 31

Inleiding

In verband met de uitspraak van de Raad van State (dd 27 februari 2008) inzake de vergunningenverlening voor mosselzaadvisserij is extra druk komen te staan op het PRODUSdp 3onderzoek. Het onderzoek dat binnen PRODUS dp 3 plaatsvindt vormt een onderdeel van de basis voor de mate waarin en het tempo waarmee de locaties voor de ontwikkeling van de biogene structuren met mossels zullen worden gekozen (gebiedendocument Waddenzee, maart 2007).

Op de vergadering van 8 april 2008 van LNVdirectie visserij en directie Regionale Zaken Noord, de

Landsadvocaat en Wageningen IMARES met betrekking tot de juridische haalbaarheid van de najaarsvisserij kwam de vraag naar voren om kaarten te maken van de mosselzaadvisserijen in combinatie met de mosselvoorkomens voor voorjaars en najaarsvisserij afzonderlijk. Deze kaarten kunnen niet alleen gebruikt worden om de verschillen in visintensiteit tussen de voorjaars en najaarsvisserij in beeld te brengen, maar zullen tevens bijdragen aan het PRODUS onderzoek.

Kennisvraag

Het in beeld brengen van de mosselvoorkomens en locatie en intensiteit van de mosselzaadvisserijen voor het voorjaars en najaarsseizoen afzonderlijk, voor de jaren 19972007.

Methoden

Achtergrondinformatie mosselzaadvisserij

Mosselzaadvisserij kan twee keer per jaar plaatsvinden. Een aantal (46) weken in het najaar, volgend op de mosselzaadval, en een aantal (46) weken in het voorjaar op de overgebleven mosselvoorkomens (na de najaarsvisserij en winterverliezen). Tijdens deze visserij wordt het zogenaamde mosselzaad (jonger dan 1 jaar), halfwas mosselen (tussen 1 en 2 jaar oud) en in sommige gevallen consumptiemosselen (ouder dan 2 jaar) opgevist. De opgeviste mossels worden vervolgens "uitgezaaid" op mosselpercelen in de Waddenzee of in Zeeland. Wanneer de mosselen zijn uitgegroeid tot "consumptiemaat" worden deze van de mosselpercelen afgehaald en op de markt gebracht.

De reguliere mosselzaadvisserij vond in de periode 19972007 alleen in het sublitorale deel (het permanent onderwater liggende deel) van de westelijke Waddenzee plaats (deel 4 PKB Derde Nota Waddenzee, 2007; Beleidsbelsluit Schelpdiervisserij, 2004). Volgens de planologische kernbeslissing kan in sommige gevallen ook op de litorale mosselbanken (mosselbanken op de droogvallende platen) gevist worden, maar alleen in speciale gevallen. Reguliere visserij op droogvallende platen heeft sinds 1994 niet meer plaatsgevonden, met uitzondering van 2001 toen in het kader van onderzoek enkele onderzoeksvakken zijn bevist (Smaal et al. 2004).

In het voorjaar mag in principe op alle sublitorale mosselvoorkomens worden gevist die in de westelijke

Waddenzee aanwezig zijn (binnen de, door het ministerie van LNV, vergunde hoeveelheid) (deel 4 PKB Derde Nota Waddenzee, 2007; Beleidsbesluit Schelpdiervisserij, 2004). In het najaar mag in principe alleen gevist worden op jonge mosselzaadbanken (zaad dat die zomer is “gevallen”) die voorkomen op locaties waarvan de kans op winteroverleving laag wordt ingeschat (klasse 1 en 2 en onder voorwaarden in klasse 3 op de stabiliteitskaart MarinX 2005; bijlage 1) (deel 4 PKB Derde Nota Waddenzee, 2007; Beleidsbesluit Schelpdiervisserij, 2004). Deze overlevingskans wordt gebaseerd op de stabiliteitskaart (MarinX, 2005; Bijlage 1) en op de bevindingen van de najaarsmosselsurvey (IMARES en MarinX; o.a. Jansen et al, 2008).

(6)

6 van 31 Rapportnummer C102/08

De mosselkaarten

Voor deze rapportage zijn de gegevens verzameld van de mosselzaadvisserij en de mosselinventarisaties die hebben plaatsgevonden in de periode 19972007. De Producentenorganisatie Mosselcultuur heeft toestemming gegeven voor het gebruik van de blackbox gegevens van de mosselschepen voor deze analyse. De

visserijgegevens van 19972002 waren al beschikbaar in verband met eerdere analyses (EVAII). De gegevens van 20032007 zijn opgevraagd bij DCIelectronics.

Visserijgegevens

DCIelectronics heeft bij de analyse (P08118) gebruik gemaakt van de gegevens van de blackboxen die op de mosselschepen zijn geplaatst. De blackbox is een apparaat dat geplaatst is aan boord van (mossel)schepen en de datum en tijd, de status en de positie van het schip opslaat. Het opslaginterval is afhankelijk van de snelheid van het schip. Voor deze analyse is alleen gebruik gemaakt van de gegevens waarbij gevaren werd met een snelheid die overeenkomt met vaarsnelheden waarbij gevist wordt (1.37 knopen). Van alle aan het zaadvissen deelnemende schepen wordt het aantal registraties bepaald die:

- Een positie hebben in de Waddenzee. De Waddenzee is gedefinieerd als het ‘rechthoekig’ gebied begrensd door de breedtegraden 52°56.80’ en 53°24.00’ en de lengtegraden 4°48.00’ en 5°30.00’. - Een datum hebben die overeenkomt met de data van de zaadvisdagen.

- Een status ‘vissen’ hebben (op basis van de gevaren snelheid).

De blackboxgegevens en de visdaggegevens zijn afkomstig van de Producentenorganisatie Mosselcultuur. In het najaar van 1998, 2000, 2002 en 2004 en het voorjaar van 2005 heeft geen mosselvisserij plaatsgevonden (fig. 1) in verband met de lage visbare bestanden. In het najaar van 2007 hebben twee najaarsvisserijen

plaatsgevonden, fase 1 in september en fase 2 in november.

De door DCIelectronics geleverde gegevens zijn vervolgens ingevoerd in GIS, waarna de locaties van de mosselpercelen zijn uitgefilterd om “zaaibewegingen” te verwijderen.

Mosselvoorkomens

De gegevens met betrekking tot de mosselvoorkomens in de westelijke Waddenzee zijn afkomstig van de IMARES mosselsurvey van 19972007 (zie voor methodiek o.a. Jansen et al, 2008) (fig. 1). De survey wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van LNV en de Producenten Organisatie mosselcultuur. Van 1997 tot en met 2004 zijn alleen gegevens over mosselvoorkomens beschikbaar van het voorjaar. In het najaar werd gebruik gemaakt van expert judgement (MArinX). In 2005 heeft in het najaar een gedeeltelijk monsterprogramma plaatsgevonden. De gegevens van deze bemonstering zijn weergegeven in de kaart van het najaar van 2005. Vanaf 2006 wordt ook in het najaar een volledige survey uitgevoerd, en zijn dus ook gegevens met betrekking tot mosselvoorkomens beschikbaar van het najaar. De gegevens van mosselvoorkomens in het najaar van 2007 waren ten tijde van de productie van de kaarten nog niet in GIS beschikbaar.

De bemonstering van het sublitoraal vindt plaats volgens een gestratificeerd monstergrid, waarbij in gebieden met mosselbanken monsterpunten relatief dicht bij elkaar worden gelegd. Voor de lokalisering van deze gebieden (strata) is gebruik gemaakt van eerdere inventarisaties in het voorjaar en najaar en van visserijgegevens zoals vastgelegd met de black box.

De monsterlocaties zijn over de te inventariseren gebieden verdeeld volgens een raster, bestaande uit noordzuid lopende raaien met daarop monsterpunten op een onderlinge afstand van 463 m

( = 0.25 nautische minuut). De afstand tussen de raaien varieert, afhankelijk van het stratum, tussen 571 m (= 0.5 minuut) en 2280 m (= 2 minuten). De bemonstering wordt uitgevoerd met het kokkelvaartuig YE42. Gemonsterd is met een zuigkor voor kokkels, waarvan de breedte van het mes is versmald tot 20 cm en de kor en de spoelmolen zijn voorzien van gaas met een maaswijdte van 5 mm. Op ieder monsterpunt is gesleept over een afstand van ca. 150 m.

Locaties dieper dan 10 m zijn bemonsterd met een vergelijkbaar vistuig dat wordt voortgesleept aan een draad (bodemschaaf). Tijdens de bemonstering is DGPSapparatuur gebruikt voor positiebepaling. Bij de schaaf is gebruik gemaakt van een loopwiel voor de afstandmeting.

(7)

Rapportnummer C102/08 7 van 31

Mosselvoorkomens sublitoraal Waddenzee

0.00 10.00 20.00 30.00 40.00 50.00 60.00 70.00 80.00 90.00 1 9 9 7 1 9 9 8 1 9 9 9 2 0 0 0 2 0 0 1 2 0 0 2 2 0 0 3 2 0 0 4 2 0 0 5 2 0 0 6 2 0 0 7 m o s s e v o o rk o m e n s ( m il j. k g ) b ru to voorjaar

najaar Mosselvisserij Waddenzee

0.00 10.00 20.00 30.00 40.00 50.00 60.00 70.00 80.00 90.00 1 9 9 7 1 9 9 8 1 9 9 9 2 0 0 0 2 0 0 1 2 0 0 2 2 0 0 3 2 0 0 4 2 0 0 5 2 0 0 6 2 0 0 7 G e v is t (m il j. k g ) b ru to voorjaar najaar

Fig.1 Het geschatte bruto sublitorale wilde mosselbestand en de hoeveelheid opgeviste mossels (bruto) in de Waddenzee vanaf 1997 (Wijsman en Jol, 2008; Jansen et al, 2008), Gearceerde deel bruto mosselvoorkomen van het najaar van 2005 is afkomstig van een gedeeltelijk monsterprogramma, Het gearceerde deel uit 2007bestaat nog uit een schatting. Het geschatte bruto sublitorale mosselbestand van het najaar wordt bepaald nà de najaarsvisserij, deze schatting geeft dus een schatting van het mosselbestand, inclusief de nieuwe broedval, maar nadat de visserij heeft plaatsgevonden.

(8)
(9)

Rapportnummer C102/08 9 van 31 120000 130000 140000 150000 160000 170000 180000 5 5 0 0 0 0 5 6 0 0 0 0 5 7 0 0 0 0 5 8 0 0 0 0 5 9 0 0 0 0

Sublitorale mosselen uit de moskok survey in de westelijke Waddenzee in voorjaar 1997

Biomassa in gram versgewicht per m²

Biomassa gr./m² 0 1 - 200 201 - 1000 1001 - 2000 2001 - 4472 bevissing 1997 Voorjaar

Resultaten

1997voorjaar

(10)

10 van 31 Rapportnummer C102/08 1997najaar 120000 130000 140000 150000 160000 170000 180000 5 5 0 0 0 0 5 6 0 0 0 0 5 7 0 0 0 0 5 8 0 0 0 0 5 9 0 0 0 0

Sublitorale mosselen uit de moskok survey in de westelijke Waddenzee in 1997

Najaar niet bemonsterd bevissing 1997 Najaar uren bevissing 0.2 - 1.0 1.1 - 2.5 2.6 - 5.0 5.1 - 10.0 > 10.1 · bevissing 1997 najaar

(11)

Rapportnummer C102/08 11 van 31 120000 130000 140000 150000 160000 170000 180000 5 5 0 0 0 0 5 6 0 0 0 0 5 7 0 0 0 0 5 8 0 0 0 0 5 9 0 0 0 0

Sublitorale mosselen uit de moskok survey in de westelijke Waddenzee in najaar 1998

Biomassa in gram versgewicht per m²

Biomassa gr./m² 0 1 - 200 201 - 1000 1001 - 2000 2001 - 7419 bevissing 1998 najaar 1998voorjaar 1998 voorjaar 1998 voorjaar

(12)

12 van 31 Rapportnummer C102/08 120000 130000 140000 150000 160000 170000 180000 5 5 0 0 0 0 5 6 0 0 0 0 5 7 0 0 0 0 5 8 0 0 0 0 5 9 0 0 0 0

Sublitorale mosselen uit de moskok survey in de westelijke Waddenzee in voorjaar 1999

Biomassa in gram versgewicht per m²

Biomassa gr./m² 0 1 - 200 201 - 1000 1001 - 2000 2001 - 4472 bevissing1999 voorjaar 1999voorjaar

(13)

Rapportnummer C102/08 13 van 31 120000 130000 140000 150000 160000 170000 180000 5 5 0 0 0 0 5 6 0 0 0 0 5 7 0 0 0 0 5 8 0 0 0 0 5 9 0 0 0 0

Sublitorale mosselen uit de moskok survey in de westelijke Waddenzee in 1999

Najaar niet bemonsterd bevissing1999 najaar 1999najaar

(14)

14 van 31 Rapportnummer C102/08 120000 130000 140000 150000 160000 170000 180000 5 5 0 0 0 0 5 6 0 0 0 0 5 7 0 0 0 0 5 8 0 0 0 0 5 9 0 0 0 0

Sublitorale mosselen uit de moskok survey in de westelijke Waddenzee in voorjaar 2000

Biomassa in gram versgewicht per m²

Biomassa gr./m² 0 1 - 200 201 - 1000 1001 - 2000 2001 - 6282 bevissing 2000 voorjaar 2000voorjaar

(15)

Rapportnummer C102/08 15 van 31 120000 130000 140000 150000 160000 170000 180000 5 5 0 0 0 0 5 6 0 0 0 0 5 7 0 0 0 0 5 8 0 0 0 0 5 9 0 0 0 0

Sublitorale mosselen uit de moskok survey in de westelijke Waddenzee in voorjaar 2001

Biomassa in gram versgewicht per m²

Biomassa gr./m² 0 1 - 200 201 - 1000 1001 - 2000 2001 - 5000 bevissing 2001 voorjaar 2001voorjaar

(16)

16 van 31 Rapportnummer C102/08 120000 130000 140000 150000 160000 170000 180000 5 5 0 0 0 0 5 6 0 0 0 0 5 7 0 0 0 0 5 8 0 0 0 0 5 9 0 0 0 0

Sublitorale mosselen uit de moskok survey in de westelijke Waddenzee in 2001

Najaar niet bemonsterd bevissing 2001 najaar 2001najaar

(17)

Rapportnummer C102/08 17 van 31 120000 130000 140000 150000 160000 170000 180000 5 5 0 0 0 0 5 6 0 0 0 0 5 7 0 0 0 0 5 8 0 0 0 0 5 9 0 0 0 0

Sublitorale mosselen uit de moskok survey in de westelijke Waddenzee in voorjaar 2002

Biomassa in gram versgewicht per m²

Biomassa gr./m² 0 1 - 200 201 - 1000 1001 - 2000 2001 - 5000 bevissing 2002 voorjaar 10 5 0Km 2002voorjaar

(18)

18 van 31 Rapportnummer C102/08 120000 130000 140000 150000 160000 170000 180000 5 5 0 0 0 0 5 6 0 0 0 0 5 7 0 0 0 0 5 8 0 0 0 0 5 9 0 0 0 0

Sublitorale mosselen uit de RIVO survey in de westelijke Waddenzee in 2003

Biomassa in gram versgewicht per m²

Biomassa gr./m² 0 1 - 200 201 - 1000 1001 - 2000 2001 - 5000

uren bevissing voorjaar

0.2 - 1.0 1.1 - 2.5 2.6 - 5.0 5.1 - 10.0 > 10 2003voorjaar · bevissing 2003 voorjaar voorjaar

Sublitorale mosselen uit de moskok survey in de westelijke Waddenzee in voorjaar 2003

(19)

Rapportnummer C102/08 120000 130000 140000 150000 19 van 31 160000 170000 180000 5 5 0 0 0 0 5 6 0 0 0 0 5 7 0 0 0 0 5 8 0 0 0 0 5 9 0 0 0 0

Sublitorale mosselen uit de RIVO survey in de westelijke Waddenzee in 2003

Najaar niet bemonsterd Bevissing 2003 najaar uren bevissing 0.2 - 1.0 1.1 - 2.5 2.6 - 5.0 5.1 - 10.0 > 10 2003najaar · bevissing 2003 najaar

Sublitorale mosselen uit de moskok survey in de westelijke Waddenzee in najaar 2003 Biomassa in gram versgewicht per m²

(20)

20 van 31 Rapportnummer C102/08 120000 130000 140000 150000 160000 170000 180000 5 5 0 0 0 0 5 6 0 0 0 0 5 7 0 0 0 0 5 8 0 0 0 0 5 9 0 0 0 0

Sublitorale mosselen uit de moskok survey in de westelijke Waddenzee in 2004

Biomassa in gram versgewicht per m²

Biomassa gr./m² 0 1 - 200 201 - 1000 1001 - 2000 2001 - 5000

uren bevissing voorjaar

0.2 - 1.0 1.1 - 2.5 2.6 - 5.0 5.1 - 10.0 > 10 2004voorjaar · bevissing 2004 voorjaar voorjaar

(21)

Rapportnummer C102/08 21 van 31 120000 120000 130000 130000 140000 140000 150000 150000 160000 160000 170000 170000 180000 180000 5 5 0 0 0 0 5 5 0 0 0 0 5 6 0 0 0 0 5 6 0 0 0 0 5 7 0 0 0 0 5 7 0 0 0 0 5 8 0 0 0 0 5 8 0 0 0 0 5 9 0 0 0 0 5 9 0 0 0 0

Sublitorale mosselen uit de RIVO survey in de westelijke Waddenzee in 2005

Najaar niet volledig bemonsterd

Biomassa gr./m² 0 1 - 200 201 - 1000 1001 - 2000 2001 - 5000 Bevissing 2005 najaar uren bevissing 0.2 - 1.0 1.1 - 2.5 2.6 - 5.0 5.1 - 10.0 > 10 2005najaar · bevissing 2005 najaar

Sublitorale mosselen uit de moskok survey in de westelijke Waddenzee in najaar 2005

(22)

22 van 31 Rapportnummer C102/08 Voorjaar2006

(23)

Rapportnummer C102/08 23 van 31 120000 130000 140000 150000 160000 170000 180000 5 5 0 0 0 0 5 6 0 0 0 0 5 7 0 0 0 0 5 8 0 0 0 0 5 9 0 0 0 0

Sublitorale mosselen uit de moskok survey in de westelijke Waddenzee in najaar 2006

Biomassa in gram versgewicht per m²

Biomassa gr./m² 0 1 - 200 201 - 1000 1001 - 2000 2001 - 5000 Bevissing 2006 najaar uren bevissing 0.2 - 1.0 1.1 - 2.5 2.6 - 5.0 5.1 - 10.0 > 10 10 5 0Km 2006najaar · bevissing 2006 najaar

(24)

24 van 31 Rapportnummer C102/08 120000 130000 140000 150000 160000 170000 180000 5 5 0 0 0 0 5 6 0 0 0 0 5 7 0 0 0 0 5 8 0 0 0 0 5 9 0 0 0 0

Sublitorale mosselen uit de moskok survey in de westelijke Waddenzee in 2007

Biomassa in gram versgewicht per m²

Biomassa gr./m² 0 1 - 200 201 - 1000 1001 - 2000 2001 - 5000

uren bevissing voorjaar

0.2 - 1.0 1.1 - 2.5 2.6 - 5.0 5.1 - 10.0 > 10 2007voorjaar ·bevissing 2007 voorjaar

(25)

Rapportnummer C102/08 120000 130000 140000 150000 25 van 31 160000 170000 180000 5 5 0 0 0 0 5 6 0 0 0 0 5 7 0 0 0 0 5 8 0 0 0 0 5 9 0 0 0 0

Sublitorale mosselen uit de moskok survey in de westelijke Waddenzee in 2007

Najaarsbemonstering nog niet beschikbaar Bevissing 2007 najaar uren bevissing 0.2 - 1.0 1.1 - 2.5 2.6 - 5.0 5.1 - 10.0 > 10 2007najaar · bevissing 2007 najaar

(26)

26 van 31 Rapportnummer C102/08 120000 130000 140000 150000 160000 170000 180000 5 5 0 0 0 0 5 6 0 0 0 0 5 7 0 0 0 0 5 8 0 0 0 0 5 9 0 0 0 0

Totaal uren bevissing Voorjaar 1996 t/m 2007 gesommeerd 0.0 - 0.2 0.3 - 2.5 2.6 - 5.0 5.1 - 10.0 10.1 - 25.0 25.1 - 109.1 Totaal 19972007 voorjaarsvisserij

(27)

Rapportnummer C102/08 27 van 31 120000 130000 140000 150000 160000 170000 180000 5 5 0 0 0 0 5 6 0 0 0 0 5 7 0 0 0 0 5 8 0 0 0 0 5 9 0 0 0 0

Totaal uren bevissing Najaar 1996 t/m 2007 gesommeerd 0.0 - 0.2 0.3 - 2.5 2.6 - 5.0 5.1 - 10.0 10.1 - 25.0 25.1 - 109.1 Totaal 19972007 najaarsvisserij

(28)

28 van 31 Rapportnummer C102/08 120000 130000 140000 150000 160000 170000 180000 5 5 0 0 0 0 5 6 0 0 0 0 5 7 0 0 0 0 5 8 0 0 0 0 5 9 0 0 0 0

Totaal uren bevissing 1996 t/m 2007 gesommeerd 0.0 - 0.2 0.3 - 2.5 2.6 - 5.0 5.1 - 10.0 10.1 - 25.0 25.1 - 250.0 Totaal 19972007 mosselvisserij

(29)

Rapportnummer C102/08 29 van 31

Conclusie

De kaarten geven een weergave van de mosseldichtheden en de mosselzaadvisserij in het voorjaar en najaar van de jaren 19972007. Uit de kaarten met de totale visserij over deze jaren is te zien dat de najaarsvisserij kleiner van omvang is dan de voorjaarsvisserij. Daarnaast is te zien dat de visserijen in het voor en najaar grotendeels op andere locaties plaatsvinden. Dit komt overeen met de afspraken die gemaakt zijn in het Beleidsbesluit Schelpdiervisserij (2004). Op de jaarlijkse kaarten is te zien dat vaak meerdere jaren achterelkaar op dezelfde locatie gevist wordt.

Kwaliteitsborging

IMARES beschikt over een ISO 9001:2000 gecertificeerd kwaliteitsmanagement systeem (certificaatnummer: 086022004AQROTRvA). Dit certificaat is geldig tot 15 december 2009. De organisatie is gecertificeerd sinds 27 februari 2001. De certificering is uitgevoerd door DNV Certification B.V. Het laatste controlebezoek vond plaats op 2325 april 2008. Daarnaast beschikt het chemisch laboratorium van de afdeling Milieu over een NEN ENISO/IEC 17025:2000 accreditatie voor testlaboratoria met nummer L097. Deze accreditatie is geldig tot 27 maart 2009 en is voor het eerst verleend op 27 maart 1997; deze accreditatie is verleend door de Raad voor Accreditatie. Het laatste controlebezoek heeft plaatsgevonden op 12 juni 2007.

Referenties

Ens B.,Craeymeersch J.A., Fey F.E., Heessen H.J.L., Smaal A.C., Brinkman A.G., Dekker R., van der Meer J, Stralen M.R. (2007) Sublitorale natuurwaarden in de Waddenzee; een overzicht van bestaande kennis en een beschrijving van een onderzoeksopzet voor een studie naar het effect van mosselzaadvisserij en mosselkweek op sublitorale natuurwaarden. Wageningen IMARES C077/07

Fey, F., B. Brinkman, J. Craeymeersch en H. Heessen (2007) PRODUS dp 3: effecten van sublitorale

mosselzaadvisserij in de westelijke Waddenzee: situatie in eerste jaar van sluiting onderzoekvakken (najaar 2006). Wageningen IMARES Rapport 07.017

Jansen, J., M.R. van Stralen, J.J. Kesteloo, C. van Zweeden (2008) Inventarisatie van het sublitorale wilde mosselbestand in de westelijke Waddenzee in het voorjaar van 2008. Wageningen IMARES Rapport C044/2008 Ministerie van LNV (2004) Ruimte voor een zilte oogst; naar een omslag in de Nederlandse schelpdiercultuur. Beleidsbesluit Schelpdiervisserij 20052020

Smaal, A.C., M.R. van Stralen, K. Kersting, N. Dankers (2004) De gevolgen van experimentele bevissing voor bedekking en omvang van litorale mosselzaadbanken – een test van de Janlouw hypothese en van mogelijkheden voor natuurbouw. RIVO rapport C022/04.

Stralen van M. (2005) Ervaringskaart relatieve stabiliteit van sublitorale mosselbanken in de Waddenzee. MarinX rapportage

VROM (2007) Ontwikkeling van de Wadden voor natuur en mens; deel 4 van de planologische kernbeslissing Derde Nota Waddenzee, tekst na parlementaire instemming

(30)

30 van 31 Rapportnummer C102/08

Verantwoording

Rapport C102/08

Projectnummer: 4396210115

Dit rapport is met grote zorgvuldigheid tot stand gekomen. De wetenschappelijke kwaliteit is intern getoetst door een collegaonderzoeker en het betreffende afdelingshoofd van Wageningen IMARES.

Akkoord: Dr. N. Dankers Senior onderzoeker Handtekening: Datum: 17122008 Akkoord: drs. F.C. Groenendijk Afdelingshoofd Ecologie Handtekening: Datum: 22 december 2008

(31)

Rapportnummer C102/08 1 van 31

Bijlage 1: Stabiliteitskaart sublitorale mosselvoorkomens (MarinX, 2005)

Figuur 1. Ervaringskaart stabiliteit sublitorale mosselbanken. Versie 4 augustus 2005.

Klasse 1: Verdwijnt in de winter bijna altijd/bijna geheel Klasse 2: Verdwijnt in de winter vaak/voor het grootste deel Klasse 3: Verdwijnen in de winter onzeker Klasse 4: Blijft vaak/voor het merendeel liggen Klasse 5: Blijft bijna altijd/voor het overgrote deel liggen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dat de bundel eigenlijk naar meer smaakt, pleit toch vooral voor de brede, interdisciplinaire geneeskundige geschiedschrijving waaraan Marijke Gijswijt-Hofstra zo’n belangrijke

bedrijfseconomische adviseurs. In oktober 2013 is in Den Bosch een bijeenkomst voor erfbetreders gehouden. De bijeenkomst is door de aanwezigen goed beoordeeld. In het najaar van

[r]

In this regard, Cox and Yoo (1995) suggested that in team sports, the different requirements of each playing position should be taken into consideration when

The description of the students’ perspectives on the primary health care practice learning environment could help improve the supportive relationship between the

Ten opsigte van stres by leerders is aangetoon dat gesondheidsopvoeding, programme waar leerders geleer word hoe om op stressors te reageer en hoe om stres te

Conclusions/Significance: The results show that in a developing country a number of delay factors, particularly the low sensitivity of the initial sputum smear microscopy

Resultaten van alle beoordelingen door de overige beoordelaars, in cijfers Resultaten van alle beoordelingen door de commissie, in procenten Resultaten van alle beoordelingen..