H .8 5 0 6 8 .1220
Baarmoederverwijdering
via de vagina
Pagina 3 van 8
Inleiding
U heeft samen met uw gynaecoloog besloten tot een vaginale baarmoederverwijdering.
Wachtlijst
U komt op de wachtlijst bij het Bureau patiënten logistiek.
Ongeveer een week voor de operatie krijgt u schriftelijk bericht
wanneer u opgenomen wordt.
UW OPNAME
Voorbereiding thuis
U blijft nuchter.
De medicatie voor het hart en de bloeddruk kunt u gewoon
innemen.
Gebruik op de dag van opname geen bodylotion, make-up en
nagellak.
Draag geen sieraden of piercings.
Wij adviseren u geen waardevolle zaken mee te nemen naar het
ziekenhuis. Het ziekenhuis kan niet aansprakelijk gesteld worden voor het verlies c.q. zoekraken van eigendommen.
Wat neemt u mee
Een geldig identiteitsbewijs
Actueel medicatieoverzicht, deze kunt u opvragen bij uw
apotheek.
Waar meldt u zich
Meld u aan bij de aanmeldzuil in de centrale hal van het ziekenhuis, na aanmelding kunt u direct plaats nemen in de aangegeven
wachtruimte. Om u aan te melden, gebruikt u een geldig identiteitsbewijs (paspoort, rijbewijspas of identiteitskaart).
Pagina 4 van 8
Opnamedag is operatiedag
Ongeveer twee uur voor de geplande operatie neemt de
verpleegkundige u op. De verpleegkundige kan niet precies aangeven hoe laat u aan de beurt bent voor de operatie. Operaties duren soms langer dan verwacht of er kan een spoedoperatie tussendoor komen.
U krijgt operatiekleding aan.
Een eventueel kunstgebit, gehoorapparaat, bril of contactlenzen
doet u uit. Daarna houdt u bedrust.
De verpleegkundige brengt u naar de operatie afdeling, waar u
een infuus krijgt en wordt voorbereid voor de anesthesie
Daarna gaat u naar de operatiekamer.
De ingreep
De gynaecoloog heeft met u besproken dat uw baarmoeder wordt verwijderd via de vagina. De gynaecoloog past deze methode toe als de baarmoeder niet te groot is en vanzelf al iets in de schede naar beneden komt. Bij deze operatie moet de baarmoederhals mee verwijderd worden. Bij een verzakking van de blaas en/of endeldarm kan de gynaecoloog deze ingreep combineren met een operatie aan de voor- of achterwand van de schede (zie folder Bekkenbodem- en incontinentieoperaties).
Het voordeel van deze manier van opereren is dat u alleen een (onzichtbaar) litteken boven in de schede krijgt en dus geen buiklitteken. Meestal herstelt u weer snel.
Pagina 5 van 8
Mogelijke complicaties
Bij elke ingreep is er een kans op een complicatie. Afhankelijk van uw situatie zal de gynaecoloog uitleggen op de polikliniek, welke risico’s met name voor u gelden.
Complicaties die kunnen optreden:
nabloeding
wondinfectie
bloeduitstorting
blaasontsteking
niet kunnen plassen, ondanks aandrang om te plassen
beschadiging van urinewegen, blaas of darmen
Na de ingreep
Direct na de ingreep belt de gynaecoloog met uw
contactpersoon, om te vertellen hoe het met u gaat.
U gaat naar de uitslaapkamer. Hier blijft u tot u goed wakker
bent. De verpleegkundige controleert u goed. Zij meet hiervoor regelmatig uw bloeddruk, hartritme, het zuurstofgehalte in het bloed en de ademhaling.
U kunt terug naar de verpleegafdeling als de narcose is
uitgewerkt en uw controles goed zijn.
Terug op de verpleegafdeling
U mag direct beginnen met het drinken van koud water. Als dit
goed gaat mag u thee met een beschuit of een broodmaaltijd gebruiken.
De verpleegkundige op de afdeling zal regelmatig uw conditie
controleren. Als de verpleegkundige of arts een complicatie vermoedt, zal zij dit meteen met u bespreken.
Als u niet misselijk bent en het drinken gaat goed, zal de
verpleegkundige het infuus verwijderen.
Aan het einde van de dag krijgt u een injectie om trombose te
voorkomen.
De verpleegkundige verwijdert de blaaskatheter en tampon de
Pagina 6 van 8
Het is belangrijk dat u weer aandrang tot plassen krijgt na het
verwijderen van de katheter. Ook is het belangrijk dat u de blaas goed kunt leegplassen. De verpleegkundige zal dit met u
bespreken.
De volgende ochtend komt de gynaecoloog vertellen hoe de
operatie is gegaan.
Naar huis
In overleg met de gynaecoloog mag u naar huis, waarschijnlijk al de volgende dag.
Afspraak nacontrole
Op de dag van ontslag uit het ziekenhuis, krijgt u een afspraak mee. Een enkele keer is dit niet mogelijk en krijgt u een brief met de afspraak thuisgestuurd.
Nazorg
Bij pijn kunt u tot 4 keer 2 tabletten paracetamol per dag nemen.
Eventueel krijgt u een recept voor sterkere pijnstillers mee.
Douchen na de operatie is toegestaan.
De eerste zes weken niet in bad, ter voorkoming van een
infectie, geen geslachtsgemeenschap.
Licht huishoudelijk werk is toegestaan, zoals koffie en thee
zetten en eten koken.
De eerste zes weken mag u beslist niet zwaar tillen.
De eerste zes weken neemt u voldoende rust, u breidt uw
activiteiten geleidelijk uit en luistert naar uw eigen lichaam.
Na zes weken kunt u het sporten langzaam oppakken. Ook
hierbij geldt dat het belangrijk is naar uw lichaam te luisteren.
Autorijden mag u zes weken na de operatie weer.
Restjes van de hechtingen kunnen via de vagina naar buiten
komen. Dit is normaal en kan tot ruim zes weken na de operatie gebeuren.
He is belangrijk om niet te persen voor de ontlasting. Vezelrijk
voedsel eten en veel drinken is heel belangrijk hiervoor. Eventueel kunt u laxerende middelen nemen.
Pagina 7 van 8
Verhindering
Bent u door een dringende reden toch verhinderd voor de operatie, meld u dan af bij Bureau patiëntenlogistiek (0523) – 27 68 06.
VRAGEN
Voor u wordt opgenomen
Vraagt u de verpleegkundige tijdens het opnamegesprek.
U kunt ook kijken op de website voor de gynaecologie of de website
van ons ziekenhuis: www.degynaecoloog.nl of www.saxenburgh.nl
Tijdens uw opname
Vraagt u de gynaecoloog of verpleegkundige.
Na uw ontslag
Kunt u bellen met de poli gynaecologie van maandag t/m vrijdag van 8.30 uur - 16.30 uur (0523) – 27 63 70
Of buiten kantoortijden met de receptie van het ziekenhuis (0523) – 27 60 00