• No results found

Theoretische en methodische onderbouwing Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Theoretische en methodische onderbouwing Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant"

Copied!
66
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

2013

Theoretische en methodische onderbouwing

Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant

Afstudeerproject 2012-2013 Academie Sociale Studies Breda Begeleidend docent: Angèle Geerts Beoordelend docent: Meike Kühl

Student 1: Kirsten Fijneman 2026905 Student 2: Sietske Hendrickx 2027925 Student 3: Marieke Lauwers 2028586 Student 4: Nicole van Leeuwe 2026079 Student 5: Kim Maas 2017183 Datum van inleveren: 27 mei 2013

(2)

Inhoudsopgave

Inleiding...3

Maatschappelijke en organisatorische context...4

Het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant... 4

De missie van het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant...4

De doelgroep van het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant...4

Samenwerking van het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant met het St. Elisabeth Ziekenhuis en het Revalidatiecentrum Leijpark... 5

Bezuinigingen die van invloed zijn op het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant...5

Verantwoording van het project...7

De doelstelling van het project... 7

De probleemanalyse/-beschrijving... 7

De doelstelling en probleemstelling van het onderzoek... 7

Operationaliseren begrippen... 7

Betrouwbaarheid en validiteit...8

Weergave van de onderzoeksresultaten...10

Sociaal pedagogische ondersteuning... 10

Statisch leefmilieu... 13

Dynamisch leefmilieu... 16

Vrijwilligers... 20

Muzisch-agogische activiteiten... 25

Vergelijking Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant, Ronald McDonald Huis Zuidoost-Brabant en Ronald McDonald Huis Barendrecht... 29

Huidige doelgroep Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant...33

Conclusie...38

Bronnenlijst...39

Literatuurlijst... 39

Websites... 40

Bijlagen...41

Bijlage 1: deelvragen en onderzoeksvragen... 41

Bijlage 2: samenvattingen literatuur... 43

(3)

Inleiding

Voor u ligt de theoretische en methodische onderbouwing van ons adviesrapport.

We hebben de behoeften van gasten onderzocht op de gebieden van sociaal pedagogische ondersteuning, het statisch- en dynamisch leefmilieu, de aanwezigheid van vrijwilligers en muzisch-agogische activiteiten. Wij hebben vervolgens een adviesrapport opgesteld voor het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant, waarin wij

aanbevelingen doen wat het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant het beste kan doen om op de behoeften van de veranderende doelgroep in te spelen.

In de huidige situatie verblijven ouders in het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant, waarvan hun kind in het revalidatiecentrum of ziekenhuis verblijft. In het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant zijn vrijwilligers en managers werkzaam. Op dit moment krijgt het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant weinig concrete feedback van gasten die in het Huis verblijven. Hierdoor weten zij niet wat de specifieke behoeften van gasten zijn op het gebied van sociaal pedagogische ondersteuning, het statisch- en dynamisch leefmilieu, de aanwezigheid van vrijwilligers en muzisch-agogische activiteiten.

Hier volgend de probleemstelling die daaruit is voortgekomen; “Wat zijn de behoeften van gasten die in het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant verblijven op het gebied van sociaal pedagogische ondersteuning, het

statisch- en dynamisch leefmilieu, de aanwezigheid van vrijwilligers en muzisch-agogische activiteiten en hoe kan het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant hierop het beste inspelen?”

Om antwoord te geven op deze probleemstelling hebben wij gebruik gemaakt van de volgende onderzoeksmethoden:

 Literatuuronderzoek;

 Enquêtes afgenomen onder de verbleven gasten;

 Een interview gehouden met een medewerker van het Revalidatiecentrum Leijpark;

 Interviews gehouden met het management van Ronald McDonald Huis Barendrecht, Zuidoost-Brabant en Middenwest-Brabant;

 Interviews gehouden met verbleven en huidige gasten.

We beginnen dit rapport met een beschrijving van de maatschappelijke en organisatorische context van het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant. Hierna volgt de verantwoording van het onderzoek. Hierin kunt u de

doelstelling van het project, de probleemanalyse/-beschrijving, de doelstelling van het onderzoek, de

probleemstelling, het theoretisch kader en de uitleg van de begrippen terugvinden. Vervolgens gaan wij in op de betrouwbaarheid en geldigheid van het onderzoek. Daarna volgen de onderzoeksresultaten op de genoemde gebieden; sociaal pedagogische ondersteuning, het statisch- en dynamisch leefmilieu, de aanwezigheid van vrijwilligers en muzisch-agogische activiteiten. Tot slot vindt u de conclusie van deze resultaten.

(4)

Maatschappelijke en organisatorische context

In dit hoofdstuk beschrijven wij de maatschappelijke en organisatorische context van het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant.

Het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant

Het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant ligt achter het St. Elisabeth Ziekenhuis tegen het Revalidatiecentrum Leijpark aan. Het Revalidatiecentrum Leijpark is gespecialiseerd in Niet Aangeboren

Hersenletsel (Revalidatiecentrum Leijpark, z.j.). De gasten die verblijven in het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant zijn voornamelijk ouders/verzorgers en familieleden van kinderen die voor langere tijd in dit

revalidatiecentrum in behandeling zijn. Daarnaast verblijven de ouders/verzorgers en familieleden van kinderen die op de kinderafdeling van het St. Elisabeth Ziekenhuis ook in het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant. Het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant bestaat uit een negenkoppig bestuur, één manager, twee assistent-managers en 80 vrijwilligers. Het bestuur ziet toe op het beleid en de bedrijfsvoering van het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant, de managers hebben de dagelijkse leiding in het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant en de vrijwilligers houden de gemeenschappelijke ruimten schoon en zij wassen en strijken voor het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant (Ronald McDonald Kinderfonds, z.j.).

De missie van het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant

Het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant biedt een thuis aan de ouders en broertjes/zusjes van kinderen die langdurig in het St. Elisabeth Ziekenhuis of Revalidatiecentrum Leijpark verblijven. Voor het zieke kind is het een veilig gevoel de ouders in de buurt te hebben, maar ook voor ouders is het fijn om dicht bij hun kind te zijn. Een Ronald McDonald Huis is veel meer is dan een dak boven het hoofd. Ouders vinden steun bij het management en de vrijwilligers die er werken. Vooral vinden gasten steun bij andere ouders, die zich in dezelfde onzekere en moeilijke situatie bevinden (Ronald McDonald Kinderfonds, z.j.).

De doelgroep van het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant

Het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant bestaat dit jaar tien jaar, in deze tien jaar is er veel veranderd. Het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant is gebouwd met het idee om ouders van kinderen die op de

kinderafdeling in het ziekenhuis verblijven, te laten verblijven. De afgelopen tien jaar is rooming-in, in het St. Elisabeth Ziekenhuis, ontstaan. Dit wil zeggen dat één ouder op de kamer van het zieke kind kan blijven slapen. Door deze verandering verblijven er steeds minder ouders van de kinderafdeling in het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant. In deze tien jaar is het revalidatiecentrum Leijpark geopend waar kinderen met een Niet Aangeboren Hersenletsel kunnen revalideren. Het zijn nu voornamelijk ouders van deze kinderen die in het Ronald McDonald Huis verblijven. Deze verandering houdt in dat gasten nu, in plaats van kort verblijven, voor een langere periode verblijven.

Van Hattum (1985) vertelt:

Ik wil naar huis, huilt Jasper. Dat wou ik ook Jasper. Ik wou ook dat je naar huis kon. Ik wou dat ik kon toveren, dat ik je een, twee, drie beter kon maken. Ik zou alles willen doen dat je niet ziek hoefde te zijn. Nooit, nooit, nooit meer van zijn leven.

Voor ouders heeft het een grote impact als hun kind ernstig ziek is. Bruntink (2007) zegt dat de belastbaarheid of draagkracht van ouders wordt overvraagd. Door de situatie is er doorlopend stress aanwezig, door angsten en dreigingen. Ieder persoon verwerkt de schok die gepaard gaat met een dergelijke situaties op zijn eigen manier. Dit wordt mede bepaald door verscheidene factoren, zoals eerdere verlieservaringen, persoonlijkheid,

aanpassingsvermogen, leeftijd en duur van het ouderschap. Iedere ouder kiest bewust of onbewust een eigen copingstrategie om zich aan te passen aan de nieuwe situatie. Zowel het zieke kind als de ouders leren in de

(5)

praktijk om te gaan met de vele onzekerheden. Mensen die een zware tijd tegemoet gaan moeten goed voor zichzelf zorgen, de ouders hebben ook ontspanning nodig om er op een goede wijze voor het kind te kunnen zijn. Als ouders zich goed voelen heeft dat een gunstige uitwerking op het kind. Alle ouders in het Huis maken deze fase door en doen dit allemaal op hun eigen manier, passend bij hun persoonlijkheid (Bruntink, 2007).

Medewerkers van het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant

Een definitie van vrijwilligerswerk is: “Werk dat onbetaald en onverplicht verricht wordt ten behoeve van anderen of van de (kwaliteit van) de samenleving in het algemeen, in enig georganiseerd verband” (Gast, Hetem & Wilbrink, 2009, p. 20). De werkzaamheden die de vrijwilligers verrichten binnen het Huis zijn onder andere het opnemen van de telefoon, gasten inchecken en uitchecken, schoonmaakwerkzaamheden uitvoeren en een luisterend oor bieden. De overeenkomst tussen de vrijwilliger en een Sociaal Pedagogisch Hulpverlener is dat zij allebei ten behoeve van anderen werken in een georganiseerd verband. Het verschil tussen de vrijwilliger en de Sociaal Pedagogisch Hulpverlener is dat de vrijwilliger bewust geen professionele hulp verleent, ondanks dat hij wel over de competenties zou kunnen beschikken om hulp te verlenen.

Samenwerking van het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant met het St. Elisabeth Ziekenhuis en het Revalidatiecentrum Leijpark

Het St. Elisabeth Ziekenhuis heeft een kinderafdeling waar kinderen voor dagbehandeling of langer verblijf opgenomen kunnen worden. Sinds een aantal jaar is er in het St. Elisabeth Ziekenhuis de mogelijkheid van rooming-in. Dit houdt in dat ouders bij hun kind op de kamer kunnen blijven slapen. Dit heeft als gevolg dat er sindsdien minder gasten in het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant verblijven (St. Elisabeth Ziekenhuis, z.j.). De doelstelling van het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant is om ouders zo dicht mogelijk bij hun kind te laten verblijven, maar ook om hen de mogelijkheid te bieden om afstand te nemen. Gasten kunnen in het Huis een dagstructuur aanhouden zoals zij deze thuis hebben, maar als zij bij hun kind in het ziekenhuis verblijven is dit niet mogelijk. Dit is tevens gebleken uit een interview met Franca Adriaans (2013). Hieruit concluderen wij dat rooming-in niet past bij de doelstelling van het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant.

Het Revalidatiecentrum Leijpark behandelt kinderen uit heel Nederland met bewustzijnsverlies door ernstig hersenletsel. Er is plaats voor zeven kinderen die een intensief behandelprogramma krijgen aangeboden. De opnameduur is maximaal vier maanden, zodat per jaar tussen de vijftien en twintig kinderen kunnen worden opgenomen voor behandeling. De regelmatige aanwezigheid van ouders en broers of zussen is volgens het Revalidatiecentrum Leijpark van groot belang, zowel om het herstel van het kind te bevorderen als om de familie te begeleiden in het omgaan met het betreffende kind. Het Revalidatiecentrum Leijpark heeft tegenwoordig net als het St. Elisabeth Ziekenhuis de mogelijkheid om ouders van de kinderen die hier worden behandeld te laten verblijven in het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant.

Bezuinigingen die van invloed zijn op het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant

Vanaf 2013 moeten mensen die in het ziekenhuis verblijven een eigen bijdrage van €7,50 per dag betalen als gedeeltelijke compensatie voor het eten en verblijf. Het eigen risico dat mensen moeten betalen wordt met €115,- verhoogd en de eerste €350,- aan zorgkosten moet zelf betaald worden. De maximum zorgtoeslag die mensen krijgen wordt met €115,- per persoon verhoogd, dit is een compensatie voor het verhogen van het eigen risico (Rijksoverheid, 2013). Dit geldt echter niet voor ouders die bij hun zieke kind in het ziekenhuis verblijven. De ouders betalen voor de kamer van het kind een bijdrage van €7,50, net zoals andere patiënten in het ziekenhuis. Echter hoeven zij niets extra’s te betalen om bij hun kind te mogen slapen. Tevens worden er faciliteiten

aangeboden door het ziekenhuis, zoals beddengoed, handdoeken, een ontbijt en het gebruik maken van de douche. Andere kosten zoals de lunch en het avondeten moeten ouders zelf verzorgen. De bezuinigingen hebben niet direct betrekking op de ouders die bij hun kind, maar zij betalen uiteraard wel voor het verblijf van hun kind

(6)

(St. Elisabeth Ziekenhuis, z.j.). Op dit moment speelt het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant hier geen rol in. Er is niks bekend over mogelijke bezuinigingen op het verblijf van ouders bij hun kinderen.

Afhankelijk van verscheidene zorgverzekeraars is er een vergoeding voor ouders die meer dan 50 kilometer van het ziekenhuis vandaan wonen. Zij krijgen een verblijf in een Ronald McDonald Huis volledig vergoed (Zilveren Kruis, z.j.).

(7)

Verantwoording van het project

De doelstelling van het project

In mei 2013 hebben wij een adviesrapport opgesteld voor het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant waarin wij aanbevelingen hebben gedaan wat het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant het beste kan doen om op de behoeften van de veranderende doelgroep in te spelen. We onderzochten de behoeften op de gebieden van sociaal pedagogische ondersteuning, het leefmilieu, de aanwezigheid van vrijwilligers en muzisch-agogische activiteiten.

De probleemanalyse/-beschrijving

In de afgelopen tien jaar is er veel veranderd voor het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant. Het management heeft weinig zicht op de behoeften van de veranderende doelgroep op het gebied van sociaal pedagogische ondersteuning, het leefmilieu, de aanwezigheid van vrijwilligers en muzisch-agogische activiteiten en weten niet of hetgeen zij aanbieden op dit moment nog voldoende is.

De doelstelling en probleemstelling van het onderzoek

In mei 2013 is uit het onderzoek gebleken wat de behoeften van ouders zijn die in het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant verblijven met betrekking tot sociaal pedagogische ondersteuning, het leefmilieu, de aanwezigheid van vrijwilligers en muzisch-agogische activiteiten. Het resultaat hiervan is een adviesrapport voor het Ronald McDonald Huis Brabant. Hierin bevelen we aan wat het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant kan doen om het beste op de behoeften van de ouders in te spelen.

“Wat zijn de behoeften van ouders die in het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant verblijven op het gebied van sociaal pedagogische ondersteuning, het leefmilieu, de aanwezigheid van vrijwilligers en muzisch-agogische activiteiten en hoe kan het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant hierop het beste inspelen?”

De deelvragen die hieruit zijn voortgevloeid zijn terug te vinden in bijlage 1.

Operationaliseren begrippen

 Met het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant wordt het Ronald McDonald Huis bedoeld dat gevestigd is in Tilburg, nabij het St. Elisabeth Ziekenhuis en Revalidatiecentrum Leijpark.

 Wanneer er wordt gesproken over het Huis of het Ronald McDonald Huis wordt daarmee het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant bedoeld.

 Wanneer er wordt gesproken over het revalidatiecentrum wordt hiermee het Revalidatiecentrum Leijpark bedoeld, dat gevestigd is in Tilburg.

 Onder de veranderende doelgroep wordt de doelgroep verstaan van het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant, die in de afgelopen tien jaar veranderd is.

 Onder sociaal pedagogische ondersteuning in de context van het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant, wordt de mogelijke ondersteuning verstaan door professionele hulpverleners aan gasten die in het Huis verblijven.

 Onder statisch leefmilieu wordt de inrichting, aankleding en architectuur van het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant verstaan.

 Onder dynamisch leefmilieu wordt het contact tussen alle aanwezigen verstaan in het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant.

 Onder muzisch-agogische activiteiten worden mogelijke activiteiten verstaan die aan de gasten binnen het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant kunnen worden aangeboden.

(8)

Betrouwbaarheid en validiteit

Hieronder beschrijven we de betrouwbaarheid en validiteit van het onderzoek.

Baarda (2009) definieert betrouwbaarheid als “de mate waarin een meting onafhankelijk is van toeval.” (p. 77). Er zijn verschillende toevalsbronnen van invloed op een onderzoek; de gebruikte instrumenten, de onderzochte personen, de omstandigheden en de onderzoeker. Volgens Baarda (2009) is de instrumentele validiteit alleen gewaarborgd als er gemeten wordt wat de onderzoeker veronderstelt te meten.

Om de betrouwbaarheid van het onderzoek te vergroten wordt gebruik gemaakt van diverse databronnen, zoals literatuuronderzoek, het afnemen van enquêtes en het afnemen van interviews.

Voor het doen van literatuuronderzoek is er bewust gekozen om gebruik te maken van relevante en recente vakliteratuur, geschreven door professionals. Daarnaast hebben we wetenschappelijke literatuur gehanteerd, hierdoor is de betrouwbaarheid van het onderzoek vergroot.

De onderstaande boeken zijn wetenschappelijke literatuur of indirect wetenschappelijk onderbouwd:

Baarda, B. (2009). Dit is onderzoek, handleiding voor kwantitatief en kwalitatief onderzoek. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers

Baarda, B., Goede, de M. & Kalmijn, M. (2010). Basisboek enquêteren. Groningen/Houten: Noordhoff UitgeversBassant, J. & Roos, de S. (2010). Methoden voor sociaal-pedagogisch hulpverleners. Bussum: Coutinho

Behrend, D. (2008). Muzisch-agogische methodiek. Bussum: Coutinho

Bruininks, A.C. (2000). Orthopedagogisch groepswerk: Een kijk op de praktijk. Maarssen: Elsevier gezondheidszorg

Brysbaert, M. (2011). Psychologie. Gent: Academia Press

Johnson, D.W. & Johnson, F.P. (2011). Groepsdynamica, Theorie en vaardigheden. Amsterdam: Pearson Education

Remmerswaal, J. (2009). Groepsdynamica, Een inleiding op theorie en praktijk. Soest: H. NelissenSwanborn, P. (2010). Basisboek sociaal onderzoek. Den Haag: Boom onderwijs

Verheugt, J.W.P. (2009). Een inleiding in het Nederlandse recht. Den Haag: Boom Juridische UitgeversVerhage-van Kooten, M. (2011). Recht voor zorg- en welzijnsprofessional. Den Haag: Sdu Uitgevers bv

De overige boeken zijn niet wetenschappelijk onderbouwd:  Adriaans, F. (2011). Jaarplan 2012.

Brinkman, F. (2010). Individuele gespreksvoering. Houten: Bohn Stafleu van Loghum

De Gast, W.J., Hetem, R., Wilbrink, I. (2009). Basisboek vrijwilligersmanagement: werven, sturen en motiveren. Culemborg: Centraal Boekhuis

Horneman, S. & Nijhof, W. (2011). Methodiek sociaal-pedagogische hulpverlening. Houten: Bohn Stafleu van Loghum

Landelijk Opleidingsoverleg SPH (2009). Landelijk opleidingsprofiel Sociaal Pedagogische Hulpverlening: De creatieve professional - met afstand het meest nabij. Amsterdam: SWP.

Nijmanting, M. (2008). Creatieve therapie: een praktische handleiding. Amsterdam: SWPSt. Elisabeth Ziekenhuis. (z.j.). Ouders kunnen blijven slapen, Rooming-inn.

Terlouw, H. & Visser, B. (2010). Relaties hanteren: beroepshouding en vaardigheden in woord en beeld. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff

Van der Spek, E. (1996). Schrijven met perspectief: structuuradviezen voor schrijvers. Groningen: Martinus Nijhoff uitgevers

(9)

De respondenten van ons onderzoek behoren tot een kwetsbare doelgroep, daarom is gebruik gemaakt van een enquête met open vragen. Er is in overleg met het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant gekozen voor postenquêtes, omdat het bestand met e-mailadressen van de gasten minimaal was. Echter was wel van bijna iedereen een huisadres aanwezig. De grote onzekere factor van een postenquête betreft de respons. Het is moeilijk te zeggen hoeveel van de verzonden formulieren ingevuld terug komen (Swanborn, 2010). De non-respons bij een postenquête kan zo klein mogelijk gehouden worden door bij de enquête een introductiebrief mee te sturen. In deze introductiebrief wordt het onderwerp en nut van de enquête beschreven, wordt op spoed aangedrongen en wordt een vertrouwelijke behandeling gegarandeerd. Al deze punten hebben zijn meegenomen in de

introductiebrief om zo de respons te vergroten. Uit de enquêtes en interviews zijn verbetersuggesties naar voren gekomen en deze hebben we gebruikt in de aanbevelingen. Er hebben maar 20 mensen op de enquêtes

gereageerd van de 130 verstuurde en er zijn vier mensen geïnterviewd, dus wij kunnen niet zeggen dat de verbetersuggesties voor de gehele doelgroep gelden. Tijdens het interview met Adriaans (2013) gaf zij aan dat sommige gasten de enquête wellicht niet invullen, omdat zij de moeilijke tijd afgesloten zouden kunnen hebben. Dit merkt zij aan het contact dat vermindert nadat gasten het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant hebben verlaten. Franca concludeert hieruit dat sommige gasten liever niet meer naar die periode terug willen kijken. Non-respons heeft er toe geleid dat we minder gegevens hebben gekregen dan we hadden verwacht. Swanborn (2010) zegt dat non-respons in principe niet leidt tot onjuiste conclusies. Wanneer de non-respons selectief is, kunnen onjuiste conclusies wel het gevolg zijn. De non-respons is selectief wanneer bepaalde groepen over- of ondervertegenwoordigd zijn. Bij het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant zal er geen sprake zijn van

selectieve non-respons omdat daar sprake is van dezelfde doelgroep; ouders van een langdurig ziek kind. Zoals uit de literatuur blijkt, zou de non-respons op de enquêtes geen invloed moeten hebben op de betrouwbaarheid en validiteit. Echter denken wij dat het onderzoek representatiever zou zijn geweest wanneer er meer respons was geweest.

Om van het onderzoek een kwalitatief onderzoek te maken, zijn er interviews afgenomen. Er is gekozen voor semi-gestructureerde interviews, dit zijn vooraf vastgestelde vragenlijsten, waarbij tijdens het interview van afgeweken kan worden (Baarda, 2009). Er is gekozen voor semi-gestructureerde interviews, omdat dan van te voren

onderwerpen bepaald zijn, maar tijdens het interview wel ruimte is voor inbreng van de geïnterviewden. Dit verbreedt de informatie die verkregen wordt, wat de betrouwbaarheid van het onderzoek vergroot.

Naar aanleiding van een interview met Adriaans (2013) is het onderzoek verbreed door te kijken naar de

veranderende doelgroep. Door met twee verbleven gasten en twee huidige gasten een interview af te nemen is er dieper ingegaan op deze veranderende doelgroep en de behoeften van gasten die hieruit voortkomen.

Daarnaast zijn interviews afgenomen bij het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant, het Ronald McDonald Huis Barendrecht en het Ronald McDonald Huis Zuidoost-Brabant. Dit om de Huizen te vergelijken op het gebied van sociaal pedagogische hulpverlening, leefmilieu, vrijwilligers en muzisch-agogische activiteiten en hier mogelijke suggesties uit te halen. Qua werkwijze komen de Huizen voornamelijk met elkaar overeen. De Huizen hebben allemaal gekozen voor rustige kleuren en het gebruik van duurzame materialen. Daarnaast werken zij allemaal met vrijwilligers en een management en is de visie van de Huizen gelijk.

Door het onderzoeksplan als uitgangspunt te nemen is er onderzocht wat men beoogde te onderzoeken. Wel is er tijdens het proces van ons onderzoek een deelvraag toegevoegd om het onderzoek vollediger te maken. Doordat er de uitkomsten zijn vergekregen die men beoogde te krijgen is ons onderzoek valide. Echter is de

(10)

Weergave van de onderzoeksresultaten

In dit hoofdstuk worden de onderzoeksresultaten weergegeven. We beginnen met de resultaten op het gebied van sociaal pedagogische ondersteuning, daarop volgt het statisch en dynamisch leefmilieu, vervolgens gaan wij verder met de vrijwilligers en sluiten we af met de muzisch-agogische activiteiten.

Sociaal pedagogische ondersteuning

In deze deelvraag wordt aan de hand van literatuur de sociaal pedagogische ondersteuning binnen het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant beschreven. Aan de hand van de enquêtes en de interviews wordt bekeken welke behoeften gasten hebben op het gebied van sociaal pedagogische ondersteuning en hoe het Huis het beste op deze behoefte kan inspelen.

Het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant werkt met vrijwilligers en heeft geen professionele hulpverleners in dienst. Het Huis is een stichting en heeft daardoor een minder grote bestedingsruimte dan een organisatie. Er dus niet zomaar geld beschikbaar om Sociaal Pedagogisch Hulpverleners in te zetten. De vrijwilligers hebben diensten van drie uur per keer, om te voorkomen dat zij emotioneel overvraagd worden. Het zou, ook voor een Sociaal Pedagogisch Hulpverlener, een zware taak zijn om fulltime in het Huis werkzaam te zijn. Echter ligt er wel de vraag of de gasten die in het Huis verblijven behoefte hebben aan sociaal pedagogische ondersteuning.

Eerst is het belangrijk om te weten welke sociaal pedagogische ondersteuningsmogelijkheden er zijn en vervolgens welke er passen binnen de visie van het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant.

Sociaal pedagogische ondersteuningsmogelijkheden

De Sociaal Pedagogisch Hulpverlener heeft een aantal agogisch-vakmatige taken. De belangrijkste taken passend bij deze doelgroep zijn begeleiding en ondersteuning. Onder begeleiding wordt verstaan; een aanzienlijke

gelijkheid in activiteiten, mogelijk ook met een langer durend karakter en op verschillende bestaansdimensies, maar met een grotere participatie van de begeleide. Ondersteuning verwijst naar activiteiten die erop gericht zijn te bevorderen dat een ingeslagen richting ook daadwerkelijk gevolgd kan worden (Landelijk Opleidingsoverleg SPH, 2009).

In dit onderzoek wordt uitgegaan van de competenties waarover een Sociaal Pedagogisch Hulpverlener volgens het Landelijk Opleidingsprofiel SPH (2009) moet beschikken en die passend zijn binnen het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant.

Methodisch hulpverlenen betekent dat de Sociaal Pedagogisch Hulpverlener in dialoog met de cliënt, het cliëntsysteem en eventueel andere hulpverleners de leefsituatie verkent en analyseert om zo te komen tot het (her)formuleren van de hulpvragen, het vaststellen van doelen en een daarbij aansluitend methodisch

hulpverleningsaanbod realiseren, evalueren en bijstellen.

De competentie methodisch hulpverlenen zou van belang zijn binnen het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant, omdat er een dialoog kan plaatsvinden tussen de eventuele hulpverlener en de gasten van het Huis om de leefsituatie te verkennen en analyseren. Normaal gezien houdt de leefsituatie in: wonen, werken, leren, dagactiviteiten en vrije tijd. Bij het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant zou het van belang kunnen zijn om met de gasten op zoek te gaan naar eventuele behoeften op het gebied van dagactiviteiten.

Een andere taak van de Sociaal Pedagogisch Hulpverlener is het ontwerpen van programma’s voor de

hulpverlening die passen bij complexe en diverse situaties. Belangrijk hierbij is het ‘aanwezig’ zijn en indien nodig wordt er muzisch-agogisch, innovatief en creatief gehandeld. Binnen het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant zou deze taak passend zijn, omdat het ‘aanwezig’ zijn voor de gasten een belangrijk onderdeel van de visie is.

(11)

Het versterken van de cliënt heeft een brede betekenis. Er wordt met de cliënt en zijn systeem gewerkt aan het ontwikkelen en behouden van competenties. Er wordt uitgegaan van de kracht van de cliënt en er wordt rekening gehouden met de eisen die de omgeving daaraan stelt. De volgende aandachtsgebieden zijn daarbij van belang: het functioneren in de leefsituatie, zelfredzaamheid, zelfzorg en gezondheid, het ontwikkelen van perspectief en zingeving, het vormgeven van sociale netwerken, het ontwikkelen en onderhouden van betekenisvolle situaties, het voor de cliënt zo optimaal mogelijk participeren in de maatschappij en het beïnvloeden van de omgeving en zo nodig inschakelen van andere deskundigen. Het versterken van de cliënt kan binnen het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant misschien ook toegepast worden in aangepaste vorm. Eén van de aandachtsgebieden is de ontwikkeling van perspectief en zingeving. Het kan blijken dat het voor de gasten prettig is om met iemand te kunnen praten over hun toekomstperspectief.

Onder de taak hanteren van de relatie wordt verstaan: het hanteren van communicatieve vaardigheden in complexe situaties, waarbij de waarden, normen en belangen van de cliënt, het cliëntsysteem en de omgeving divers en strijdig kunnen zijn. Professionele nabijheid, durf en creativiteit worden ingezet om de relatie met de cliënt op te bouwen, te hanteren en te beëindigen.

Binnen het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant verblijven diverse gasten met ieder hun eigen behoeften. De medewerkers moeten tijdens hun contact met de gasten rekening houden met de waarden, normen en belangen van de gasten. Er wordt een relatie opgebouwd doordat de gasten vaak langdurig in het Huis verblijven en als deze het Huis verlaten moet het contact op een passende manier worden beëindigd.

Het benutten van de context betekent dat de Sociaal Pedagogisch Hulpverlener kan hulpverlenen binnen een context van diversiteit en deze zodanig kan hanteren dat recht wordt gedaan aan de eigenheid van de cliënt en zijn levensbeschouwelijke, culturele, maatschappelijke en sociale achtergrond. Dit kunnen situaties zijn die zich kenmerken door onvoorspelbaarheid en dwang en drang. De competentie benutten van de context is zeker van belang, omdat er ook in het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant verschillende mensen verblijven die diverse levensbeschouwelijke, culturele, maatschappelijke en/of sociale achtergronden kunnen hebben. Tevens verblijven er in het Huis kinderen, zoals broertjes en zusje van het kind in het ziekenhuis of revalidatiecentrum. Als hulpverlener dien je hier in je handelswijze en bejegening rekening mee te houden.

Tot slot is er de taak professioneel samenwerken. De Sociaal Pedagogisch Hulpverlener sluit aan bij het

instellingsbeleid en werkt samen in het kader van de hulpverlening met collega’s, vrijwilligers, vertegenwoordigers van andere disciplines en organisaties, vertegenwoordigers van cliënten- en belangenorganisaties. Hij positioneert zich daarbij als initiatiefrijk vertegenwoordiger van de eigen organisatie gericht op samenwerkingsmogelijkheden en ketenafspraken. Professioneel samenwerken past bij het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant. Het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant werkt samen met het St. Elisabeth Ziekenhuis en Revalidatiecentrum Leijpark. Zij kunnen misschien ook samenwerken met andere professionele organisaties om hun organisatie te verbeteren en kennis te verbreden.

Behoeften van gasten

Wij hebben schriftelijke enquêtes toegestuurd aan gasten die in het Huis verbleven hebben en wij kregen van 20 gasten een respons. Tevens hebben wij twee gasten geïnterviewd die in het Huis hebben verbleven en twee gasten die er nu verblijven. Hieronder volgen de resultaten van deze enquêtes en interviews.

70% van de geënquêteerden geeft aan geen deskundige hulpverlening te hebben gehad. 45% van deze groep geeft aan hier ook geen behoefte aan te hebben gehad, omdat zij genoeg steun hadden aan hun familie of de vrijwilligers. Daarnaast gaf 10% aan geen professionele hulpverlening te hebben gehad, maar zij hadden hier wel behoefte aan. 30% van de geënquêteerden heeft deskundige hulpverlening gehad vanuit het Revalidatiecentrum Leijpark.

(12)

Uit de enquêtes blijkt wel dat de gasten behoefte hadden aan een luisterend oor. Dit vonden zij regelmatig bij de vrijwilligers. 25% van de gasten gaf aan geen behoefte te hebben aan een gesprek met vrijwilligers, maar 50% van de gasten had dit af en toe wel. 20% van de gasten had zelfs regelmatig een gesprekje met de vrijwilligers. 5% had iedere dag een gesprek met een vrijwilliger. Ook ondervonden de gasten steun aan andere gasten die in het Huis verbleven. 65% van de gasten had contact met andere gasten in het Huis. 15% had weinig contact met anderen en 10% daarvan gaf aan hier zelf geen behoefte aan te hebben gehad. Een reden hiervoor was dat zij anderen niet wilden belasten met hun positieve emoties als het beter ging met hun revaliderende kind. Ook kwam het voor dat gasten alleen in het Huis verbleven en daardoor geen contact hadden met anderen. 25% van de gasten had wel aanbevelingen als het gaat om contact tussen de gasten. Zij zouden het prettig vinden om voorgesteld te worden aan nieuwe gasten, bijvoorbeeld door de vrijwilligers.

Uit de interviews bleek, net zoals uit de enquêtes, dat er onder de gasten geen behoefte was aan sociaal pedagogische ondersteuning vanuit het Huis. Zij kregen al voldoende ondersteuning vanuit Revalidatiecentrum Leijpark, al gaf wel één persoon aan dat de hulp vanuit het revalidatiecentrum niet op regelmatige basis was. Ook hebben wij gevraagd wat de gasten zouden vinden van nazorg. De nazorg zou dan kunnen bestaan uit gesprekken gericht op mogelijkheden in de toekomst. Aan eventuele nazorg was wel behoefte, maar ook hierover zeiden de geïnterviewden dat zij vonden dat dit niet de taak van het Huis was, maar van het revalidatiecentrum. Tevens vonden zij het lastig te realiseren, omdat de gasten vanuit alle hoeken van het land komen. Het zou voor hen niet altijd mogelijk zijn om dan terug naar het Huis te komen. Uit het interview met de manager van het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant blijkt dat er bewust voor gekozen is om geen sociaal pedagogisch medewerkers te hebben in het Huis. De gasten krijgen vanuit het St. Elisabeth Ziekenhuis en Revalidatiecentrum Leijpark een psycholoog of een maatschappelijk werker toegewezen. De gasten zijn vrij in de keuze of zij hier gebruik van willen maken.

Conclusie

Een aantal van de taken van de Sociaal Pedagogisch Hulpverlener die worden beschreven door het Landelijk Opleidingsoverleg SPH (2009) zouden kunnen passen binnen de visie van het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant; methodisch hulpverlenen, het ontwerpen van programma’s, het versterken van de cliënt, het hanteren van de relatie, het benutten van de context en professioneel samenwerken.

Uit de enquêtes blijkt dat de meeste gasten geen behoefte hebben aan sociaal pedagogische ondersteuning vanuit het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant. Er is tijdens de interviews uitgelegd wat deze sociaal

pedagogische ondersteuning in zou kunnen houden. Voorbeelden zouden kunnen zijn; gesprekken met een professional of activiteiten die speciaal voor de gasten georganiseerd worden. De gasten gaven tijdens de interviews aan dat er genoeg ondersteuning wordt geboden door het Revalidatiecentrum Leijpark en dat het niet de taak van het Huis is om die ondersteuning te bieden. Ook ondervonden zij ondersteuning aan het contact met andere gasten en het luisterend oor van de vrijwilligers.

De gasten vonden het niet de taak van het Huis, maar van het revalidatiecentrum, om nazorg aan te bieden. Tevens vonden zij het lastig te realiseren, omdat de gasten vanuit alle hoeken van het land komen en zij dus niet altijd terug kunnen reizen naar het Huis. De gasten krijgen vanuit het St. Elisabeth Ziekenhuis en

Revalidatiecentrum Leijpark een professioneel hulpverlener toegewezen en zij zijn vrij in de keuze of zij hier gebruik van willen maken.

(13)

Kortom, de gasten zijn tevreden en er is geen behoefte aan sociaal pedagogische hulpverlening vanuit het Huis. Echter blijkt uit de theorie dat een Sociaal Pedagogisch Hulpverlener wel van toegevoegde waarde zou zijn voor het Huis.

Statisch leefmilieu

In deze deelvraag wordt aan de hand van literatuur het statisch leefmilieu beschreven van het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant. Aan de hand van de enquêtes en de interviews wordt bekeken welke behoeften gasten hebben op het gebied van het statisch leefmilieu en hoe het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant het beste op deze behoefte kan inspelen.

Eerstegraadsstrategie

Bassant en De Roos (2010) hebben het in hun boek over het strategieënmodel van Kok. Zij zeggen dat dit model hulpverleners houvast biedt bij het plaatsen van hun interventies. In de eerstegraadsstrategie wordt er gekeken naar het leefmilieu. Verder wordt er nog gesproken over de tweede- en derdegraadsstrategie. In de

eerstegraadsstrategie worden de voorwaarden omschreven hoe het leefmilieu geschept en in stand gehouden wordt zodat cliënten zich hierin kunnen handhaven en/of ontwikkelen. In de eerstegraadsstrategie worden het statisch en dynamisch leefmilieu onderscheiden. Onder het statisch leefmilieu wordt bijvoorbeeld de geschiktheid van het gebouw, architectuur, gebruiksvoorwerpen en aankleding verstaan.

De cliëntengroep heeft gedeelde hulpvragen, de eerstegraadsstrategie is het primaire antwoord op deze gedeelde hulpvragen. Dit betekent dat de hulpvragen van de cliënten niet erg verschillend mogen zijn, zodat er per cliënt een verschillend statisch en dynamisch leefmilieu nodig is.

Het klimaat

Met betrekking tot het statisch leefmilieu hebben we het over vier begrippen; ruimte, ritme, basisregels en materiaal.

Ruimte: het begrip ruimte gaat om wat er letterlijk aan ruimte aanwezig is in een pand en hoe deze ruimte is ingericht en wordt gebruikt. Het gaat om de functie(s) van de ruimte. De inrichting van een pand is afhankelijk van de doelgroep die er verblijft. Afhankelijk van de visie van de instelling wordt de ruimte ingericht. Wel is het belangrijk dat de ruimte overzichtelijk is. Aspecten waar over nagedacht moet worden bij het inrichten van een ruimte zijn; kleur- en lichtgebruik, opstelling van meubilair, geluid en aankleding.

Basisregels: dit zijn regels die aan de basis van je beslissing liggen. Dit om aan te geven dat ze niet méér zijn dan de basis, een basis is nodig om de leefbaarheid in bijvoorbeeld een leefgroep te garanderen. Iedere basis kent regels, of het nu gaat om een woning of zwembad. Het algemeen belang van basisregels is dat ze er zijn voor iedereen. Een manier om basisregels over te brengen is door ze op te schrijven, omdat je er niet vanuit kunt gaan dat iedereen op de hoogte is van de basisregels. Essentiële onderdelen van een basisregel zijn:

 Het algemeen belang als doel;

 Van tevoren vastgesteld(e) gevolg of gevolgen;

 Er is van af te wijken, maar dan voor de hele groep geldend;  Ze zijn opgeschreven;

 Gezamenlijk opgesteld met de betrokkenen en/of gezamenlijk goedgekeurd.

Ritme: “Ritme is de regelmaat in de dag, de week en het weekend, de vaste, dagelijkse terugkerende tijden en zaken op een rij” (Bruininks, 2000, p.67). Iedere groep, ieder gezin en iedere werkplek kent een bepaald ritme. Denk hierbij aan een eetritme en slaapritme.

Er zijn drie doelen die je kunt nastreven met een ritme, namelijk het bieden van regelmaat, inzicht en overzicht. Materiaal: onder het begrip materiaal worden letterlijk alle materialen verstaan waar men in het dagelijks leven mee te maken heeft. Bij materiaal gaat het om de criteria, gebruiksvoorwaarden en de functie. Een agenda

(14)

kan bijvoorbeeld de functie hebben om iemand tijdsbesef aan te leren en het leren omgaan met planningen. Wanneer een materiaal niet gebruikt wordt waarvoor het bedoeld is, verliest het zijn functie (Bruininks, 2000).

Het organiseren van de alledaagse situatie

De inrichting van een ruimte is belangrijk voor het welzijn en de ontwikkelingsmogelijkheden van mensen. Hieronder staan een aantal aspecten ervan.

Gevoelens van eigenwaarde: voor welzijn en ontwikkelingsmogelijkheden van mensen is de inrichting van de ruimte belangrijk. Ieder mens, volwassene en kind, heeft de behoeften aan een eigen plek, een zelfgekozen, zelfingerichte plek met zelfgekozen anderen. Aan zo een plek ontlenen mensen een gevoel van identiteit en eigenwaarde. Het is van wezenlijk belang dat de privéruimte zelf ingericht kan worden. Bijvoorbeeld door het ophangen van foto’s, etaleren van belangrijke voorwerpen en het draaien van de eigen muziek.

Contact: naast privacy hebben mensen ook behoefte aan contact. De ruimtelijke architectuur en de inrichting van een ruimte hebben veel invloed op dat gevoel van privacy en op de mogelijkheid tot de interactie tussen mensen. Dit hangt samen met het gevoel van veiligheid voor mensen.

Ordening: de inrichting van een ruimte geeft ordening. Voor bepaalde SPH-doelgroepen is een duidelijke ordening van belang. Zo wordt duidelijk wat waar bij hoort. Zo is bijvoorbeeld een slaapkamer om te slapen en niet om muziek te maken. Eventueel zou je gebruik kunnen maken van picto’s om aan te duiden wat de functies van de ruimten zijn.

Activiteiten: wanneer een ruimte is ingericht, is het ook van belang te zorgen dat allerlei materialen, levend en niet-levend, aanwezig zijn. Planten en dieren kunnen bijvoorbeeld zorg en koestering oproepen. De ligging van de tuin bepaalt bijvoorbeeld of mensen snel naar buiten gaan (Horneman & Nijhof, 2011).

Statisch leefmilieu Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant

Het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant is gevestigd in Tilburg nabij het St. Elisabeth Ziekenhuis en

Revalidatiecentrum Leijpark. Het Huis is zo gebouwd dat de voorkant van het gebouw zo min mogelijk ramen heeft, omdat de voorkant van het Huis uitkijkt op het ziekenhuis en het revalidatiecentrum. De achterkant van het Huis bestaat volledig uit glas. Hierdoor heeft men een wijd zicht over de landerijen. De voordeur van het Huis is breed en volledig van glas. Dit zorgt over het algemeen voor een open en welkome uitstraling.

Bij binnenkomst is eerst aan de rechterkant de ruimte van de vrijwilligers en daarachter het kantoor van het management. De ruimte van de vrijwilligers heeft een glazen wand als afscheiding. Vervolgens is aan de rechterkant een woonkamer, de keuken en nog een woonkamer. De beide woonkamers hebben ook een glazen wand als afscheiding. Zo kun je gewoon naar binnen kijken en zien wie er binnen zitten. Dit geeft een open uitstraling. De woonkamers, de keuken en de ruimte van de vrijwilligers bevinden zich aan de achterkant van het gebouw en kijken dus uit over de landerijen.

Beneden zijn aan de rechterkant van het Huis ook nog de twee losse huisjes waar de rest van het Huis aan

gebouwd is. In deze huisjes is het uitzicht op het ziekenhuis en het revalidatiecentrum ook minimaal. De deuren op de benedenverdieping zijn ook van glas, behalve de deuren van het toilet. Op de benedenverdieping bevindt zich één kamer, deze kamer is voor mindervalide mensen. Dit is de enige kamer beneden, omdat zich geen lift in het gebouw bevindt. Dit is gelijk ook de grootste kamer waar eventueel een extra bed bij gezet kan worden.

Op de bovenverdieping bevinden zich nog zes kamers. Deze kamers bevinden zich aan de achterkant van het gebouw en door de ramen kijk je daar ook uit over de landerijen. De kamers zijn minimaal ingericht. Er staat een bed, een bureau, een kast en een televisie. Verder heeft iedere kamer een eigen badkamer en toilet tot zijn beschikking.

De buitenkant van het Huis heeft koper- en zilverkleuren. Onlangs is de binnenkant opnieuw geverfd en deze kleuren komen nu ook terug aan de binnenkant van het Huis. Het management vond deze kleuren rustgevend, vandaar dat deze nu ook aan de binnenkant terug komen.

(15)

We hebben schriftelijke enquêtes verstuurd onder de verbleven gasten van het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant. Er zijn 20 enquêtes terug gekomen. Hieronder geven wij een korte weergave van de uitkomst van de enquêtes wat betreft het statisch leefmilieu.

In de enquête en het interview hebben we uitgelegd wat het statisch leefmilieu inhoudt en wat we ermee bedoelen.

Resultaten enquêtes: statisch leefmilieu

Van de geënquêteerden vindt 90% de inrichting van het Huis prima. Ze gaven aan dat ze de slaapkamer functioneel vonden en zij hebben de verschillende ruimten voor ieders privacy als zeer prettig ervaren. De overige 10% geeft aan dat zij de inrichting van het Huis juist zeer sober vindt.

We hebben gevraagd wat de verbleven gasten vonden van de speelruimte voor de kinderen. Hiervan gaf 25% aan dat zij vonden dat er voldoende speelruimte was voor de kinderen, 5% gaf aan dat er wel voldoende speelruimte was voor de jongere kinderen, maar niet voor de oudere kinderen. 15% van de gasten zou het fijn hebben gevonden als er een aparte speelruimte was geweest voor de kinderen, omdat zij hinder van hen ervoeren. Meer dan de helft, 55%, heeft geen mening over de speelruimte voor de kinderen. We hebben de gasten gevraagd of de sfeer in het Huis ervoor heeft gezorgd dat zij het Huis als een thuis hebben ervaren. Hiervan gaf 95% aan dat zij de sfeer in het Huis als prettig hebben ervaren. De overige 5% had geen mening. Bij de vraag hoe de gasten op de hoogte zijn gesteld van de huisregels, gaf 70% aan dat zij door de vrijwilligers over de huisregels op de hoogte zijn gebracht. Van deze 70% gaf 15% aan dat ze van de huisregels op de hoogte waren door de map die op de slaapkamer ligt. 25% kon zich niet meer herinneren hoe ze op de hoogte gebracht zijn en 5% had geen mening.

Van de gasten was 90% tevreden over de huisregels, 10 % hiervan gaf aan dat de huisregels voor rust zorgden. De overige 10% had geen mening.

Naast de enquêtes zijn vier interviews afgenomen. De interviews hebben wij op andere vragen gebaseerd dan de enquêtes, omdat we naar aanleiding van de enquêtes al veel specifieke informatie hadden verkregen. De

interviewvragen hebben we gebaseerd op de eventuele toekomstplannen van het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant. Uit de interviews kwam het onderstaande naar voren met betrekking tot het statisch leefmilieu.

In het interview met familie A (2013) komt naar voor dat zij tevreden over de inrichting van het Huis. Het zou een ideale situatie zijn wanneer er appartementen zouden zijn in plaats van kamers. Familie B (2013) was ook tevreden over de inrichting van het Huis. Door de verschillende huiskamers voor rokers en niet-rokers, ontstond er een tweedeling in de gasten. Een verbeterpunt zou de Wifi-verbinding kunnen zijn, want op de bovenverdieping is er slecht bereik. Familie C (2013) verblijft op dit moment nog in het Huis, zij zijn over het statisch leefmilieu tevreden. Er zijn meer faciliteiten dan zij vooraf hadden gedacht. Familie D (2013) verblijft op dit moment ook nog in het Huis. Het Huis biedt voor hen meer dan hun wensen zijn. Verder geven zij net als familie B (2013) aan dat het Wifi-bereik soms wat te wensen over laat. Meerdere families gaven aan dat extra ruimte voor logés wel fijn zou zijn. Op dit moment kunnen gasten van een nabijgelegen hotel gebruik maken indien het Huis vol zit.

Conclusie

In de eerstegraadsstrategie staat het statisch en dynamisch leefmilieu omschreven (Bassant & De Roos, 2010). De ruimte, de basisregels, het ritme en het materiaal vormen het statisch leefmilieu (Bruininks, 2000).

(16)

Als we de literatuur vergelijken met de huidige inrichting van het Huis, dan kunnen we concluderen dat de

inrichting van het Huis voldoet aan de eisen van het statisch leefmilieu. Er zijn huisregels, er is rekening gehouden met het kleurgebruik in het Huis en de inrichting van de ruimte. De inrichting van een ruimte is belangrijk voor het welzijn en de ontwikkelingsmogelijkheden van mensen. Zo zorgt een zelfgekozen en ingerichte plek voor gevoelens van eigenwaarde. Het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant heeft er bewust voor gekozen dat er genoeg ruimte in de slaapkamers is, zodat men daar eigen spullen weg kan zetten. De inrichting van een huis en de ruimte kunnen contact uitlokken of juist tegenhouden. In het Huis is bijvoorbeeld een huiskamer en keuken voor

gezamenlijk gebruik. Een duidelijke ordening van de ruimte zorgt ervoor dat duidelijk is waar de ruimte voor gebruikt hoort te worden, zo is een slaapkamer om te slapen. Materialen, levend of niet-levend, kunnen activiteiten uitlokken. Zo kunnen planten en dieren bijvoorbeeld zorg en koestering oproepen (Horneman & Nijhof, 2011). Hieruit blijkt dus dat het statisch leefmilieu van groot belang is voor het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant. Het Huis is er om gasten een thuis te bieden in de moeilijke periode die zij doormaken. De inrichting en het kleurgebruik zijn van belang om een thuis te creëren en rust uit te stralen, dit is ook het streven van het Huis. Zo hebben zij laatst alles opnieuw laten schilderen en daarbij gekozen voor rustige tinten. De huisregels die het Huis hanteert, zorgen ook voor rust bij de gasten.

Het blijkt uit de enquêtes dat de geënquêteerden over het algemeen tevreden zijn. Wel benoemen zij een aantal keer dat een aparte speelruimte voor de kinderen fijn zou zijn geweest, omdat er hinder werd ervaren van de kinderen. In de interviews kwam ditzelfde naar voren. Een eventuele verbetering die tevens genoemd werd, was meer of een extra ruimte voor eventuele logés en het bieden van een betere Wifi-verbinding. Wanneer het Huis vol zit, kunnen logés gebruik maken van een nabijgelegen hotel.

Dynamisch leefmilieu

Bassant en De Roos (2010) hebben het in hun boek over de drie strategieën van Kok, ook wel het strategieënmodel genoemd. Met dit model wil Kok houvast bieden aan hulpverleners bij het inzetten van hun interventies. De

ordening is hierbij ook geschikt om een leefmilieu vorm te geven en te beschrijven. De eerstegraadsstrategie van dit model richt zich op het scheppen en in stand houden van voorwaarden voor een leefmilieu. De

tweedegraadsstrategie gaat over het methodisch groepswerk. En de derdegraadsstrategie is gericht op het individueel inpassen van de eerste- en tweedegraadsstrategieën.

De eerstegraadsstrategie wordt onderscheiden in het statisch en dynamisch leefmilieu. In deze deelvraag hebben we het specifiek over het dynamisch leefmilieu. Onder dit dynamisch leefmilieu wordt het contact en de interactie tussen leefgroepsleden, de stafleden onderling en de uitwisseling tussen deze twee verstaan.

In het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant wordt het dynamisch leefmilieu gevormd door de gasten, de 80 vrijwilligers en de drie managers van het Huis. De gasten van het Huis zijn ouders/gezinnen waarvan hun zoon of dochter (broertje/zusje) in het Revalidatiecentrum Leijpark of in het St. Elisabeth Ziekenhuis verblijft. De gasten hebben allemaal een eigen kamer voor hun privacy en kunnen andere gezinnen ontmoeten in de

gemeenschappelijk ruimten van het Huis, zoals de woonkamer, eetkamer en keuken. De vrijwilligers en de managers hebben in het Huis een eigen werkruimte, maar zij bevinden zich ook regelmatig in de

gemeenschappelijke ruimten (Ronald McDonald Kinderfonds, z.j.).

Groepsdynamica

Onder het dynamisch leefmilieu wordt dus het contact en de interactie tussen verschillende leefgroepsleden en stafleden verstaan. Mils (zoals geciteerd in Remmerswaal, 2009) beschrijft dat groepen eenheden zijn van twee of meer personen, die met een bepaalde bedoeling met elkaar omgaan en die dit contact zinvol vinden. Binnen zo een groep vind groepsdynamica plaats.

Groepsdynamica wordt door Remmerswaal (2009) beschreven als de studie van het gedrag van mensen in kleine groepen. Onder een kleine groep wordt meestal een groep van minder dan twintig personen verstaan. Veel menselijk gedrag kan beter begrepen worden door te kijken naar de groepen waarin dat gedrag plaats vindt. Ieder

(17)

mens is namelijk sterk sociaal bepaald door de groepen waartoe hij vroeger behoord heeft, met name het ouderlijk gezin of de vervangende opvoedingssituatie, en door de groepen waarvan hij op dit moment deel uitmaakt. De groepsdynamica vindt binnen het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant onder andere plaats tussen de gasten onderling. Het is een groep die constant verandert, omdat gasten namelijk voor een bepaalde tijd in het Huis verblijven. Dit is afhankelijk van de tijd dat hun kind in het revalidatiecentrum moet revalideren. Daarnaast kunnen de gasten vanuit heel Nederland komen en zelfs vanuit het buitenland. Dit kan zorgen voor

cultuurverschillen, verschil in taal, verschil in karakter, interesses, etc. Wel komt overeen dat alle gasten met dezelfde reden in het Huis verblijven; om zo dicht mogelijk bij hun kind te zijn die in het revalidatiecentrum of ziekenhuis ligt. Buiten het contact tussen de gasten onderling, is er ook contact met de vrijwilligers en mogelijk ook de managers.

Belang van een groep

Volgens Johnson en Johnson (2011) zijn mensen van nature groepswezens. Dit zou te maken kunnen hebben met hoe de menselijke soort is geëvolueerd. Door samen te werken, kennis te delen, te specialiseren en te handelen konden onze voorouders zich handhaven. Kennis van en inzicht in de groepsdynamica en het bezit van sociale vaardigheden die het leven in kleine groepen vereist, kunnen je leven veranderen. Het zou bijvoorbeeld je geestelijke gezondheid positief kunnen beïnvloeden en ertoe kunnen leiden dat men beter opgewassen is tegen spanning en tegenslag. Voor ieder persoon kan het belang van een groep verschillend zijn. Dit is ook zo voor de gasten van het Ronald McDonald Huis. De één zal meer waarde hechten aan een groep en contact met anderen dan andere gasten.

Groepsvorming en groepsontwikkeling

Zoals al aangegeven werd, verandert de groep gasten binnen het Ronald McDonald Huis regelmatig. De gasten verblijven allemaal voor een bepaalde tijd in het Huis. Dit is afhankelijk van de duur van het verblijf van het kind van de gasten in het St. Elisabeth Ziekenhuis of Revalidatiecentrum Leijpark. Elke keer opnieuw vormt er zich een groep. Deze vorming van een groep vindt plaats in verschillende fasen, de fasen van groepsontwikkeling:

1. Voorfase: in de voorfase van een groep ontstaat de groep en wordt de groep ontworpen. Er worden dan grenzen en doelen aangegeven, waarbinnen de nieuwe groep straks haar bestaan zal beginnen

(Remmerswaal, 2009). Bij het Huis is er tussen de ouders onderling geen specifieke voorfase waarin grenzen en doelen worden aangeven. Wel kunnen ze met elkaar kennis maken en kan ieder verbaal of non-verbaal hun grenzen aangeven. Wanneer de gasten voor het eerst bij het Ronald McDonald Huis komen krijgen zij van de managers en/of vrijwilligers wel eerst een rondleiding door het Huis en de huisregels worden medegedeeld. 2. Oriëntatiefase: tijdens deze fase begint de groep meestal een eigen taakstructuur te ontwikkelen, waarmee ze

het werken aan haar doelstelling op inhoudsniveau en procedureniveau veiligstelt. Vaak komen tijdens deze fase vragen en onzekerheden rondom de eigen positie in de groep naar voren (Remmerswaal, 2009). Binnen het Huis zullen de gasten onderling hun eigen taken hebben rondom koken, boodschappen doen en het gebruiken van faciliteiten. Dit kunnen gasten onder elkaar bespreken. Tijdens deze fase zullen de gasten, wanneer ze dat willen, elkaar beter leren kennen.

3. Machtsfase: in deze fase maken de inclusievragen (vragen rondom of groepsleden wel of niet bij de groep horen) plaats voor vragen rondom controle. Dit zijn vragen rond macht, dominantie, gezag en

verantwoordelijkheid (Remmerswaal, 2009). Bij de gasten van het Huis zullen er voornamelijk vragen rondom de verantwoordelijkheid spelen. Gasten zijn namelijk zelf verantwoordelijk voor het netjes houden van de gebruikte ruimten en spullen.

4. Affectiefase: in de affectiefase komen de onderlinge verhoudingen centraal te staan. Er spelen dan vragen rond de persoonlijke betrokkenheid van ieder en vragen rondom afstand en nabijheid (Remmerswaal, 2009). Elke gast bij het Ronald McDonald Huis zal zelf bepalen wat hij of zij wel of niet deelt met andere gasten.

(18)

5. De fase van de autonome groep: wanneer een groep de fasen rond macht en affectie goed doorgekomen is en ze haar eigen taakstructuur, haar eigen invloed verdeling en haar eigen relatiepatroon ontwikkeld heeft, spreek je van een autonome groep (Remmerswaal, 2009). Wanneer dezelfde gasten voor ongeveer een zelfde tijd in het Ronald McDonald Huis verblijft, zou het kunnen voorkomen dat de groep een autonome groep wordt. 6. De afsluitingsfase: wanneer groepen beëindigd worden breekt de afsluitingsfase aan. Dit is in een tweetal

aspecten te onderscheiden: een taakgericht aspect, de afsluiting en een sociaal-emotioneel aspect, het afscheid nemen (Remmerswaal, 2009).

De afsluitfase bij de gasten van het Ronald McDonald Huis vindt plaats wanneer de behandeling van het kind van de gasten in het revalidatiecentrum stopt. Ouders gaan dan met hun kind naar huis en/of zetten de behandeling ergens anders voort. Het kan wel zo zijn dat sommige gasten nog contact met andere gasten van het Huis behouden.

Behoeften van de gasten

Om een breed beeld over het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant te krijgen hebben wij schriftelijke enquêtes verstuurd. Hiervan hebben wij 20 enquêtes teruggekregen. Naast deze 20 enquêtes hebben wij twee gasten geïnterviewd die in het Huis verblijven en twee gasten die in het Huis hebben verbleven. Hieronder volgen de resultaten.

Resultaten enquêtes: dynamisch leefmilieu

Groepsdynamica vindt binnen het Ronald McDonald Huis plaats tussen de gasten,

vrijwilligers en managers. Uit de enquêtes bleek dat 75% van de gasten behoefte heeft gehad aan een gesprek met een vrijwilliger. Van die 75% had 50% af en toe behoefte aan een gesprek, 20% gaf aan vaak behoefte aan een gesprek gehad te hebben en 5% gaf aan iedere dag behoefte aan een gesprek met een vrijwilliger te hebben gehad. Binnen het Huis vindt er ook communicatie plaats tussen gasten onder elkaar. In de enquêtes geeft 80% van de gasten aan contact te hebben gehad met andere gasten in het Huis, waarvan 65% regelmatig en 15 % weinig contact. 10% heeft geen contact gehad met andere gasten vanwege een kort verblijf en de andere 10 % geeft aan hier geen mening over te hebben. Alle gasten die de enquête hebben ingevuld gaven aan dat zij bij het contact zoeken met andere gasten geen behoefte hebben gehad aan extra begeleiding.

Naast de enquêtes zijn er vier interviews afgenomen. De interviews hebben wij op andere vragen gebaseerd dan de enquêtes, omdat we naar aanleiding van de enquêtes al veel specifieke informatie hadden verkregen. De interviewvragen hebben we gebaseerd op de eventuele toekomstplannen van het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant. Daarnaast hebben we ook een interview gehouden met de manager van het Ronald

McDonald Huis Middenwest-Brabant, Franca Adriaans. Uit de interviews kwamen verschillende punten naar voren met betrekking tot het dynamisch leefmilieu. Deze punten beschrijf ik in de hierop volgende tekst.

Uit het interview met Adriaans (2013) kwam naar voren dat er altijd wel iemand van het management aanwezig is in het Huis. Zij functioneren als een soort rode draad. Franca merkt dat gasten dit altijd prettig vinden. Het

management vraagt zelf aan de gasten hoe het gaat of de gasten komen zelf naar hen toe om een hun verhaal te doen. Franca vertelt dat één van de taken van de vrijwilligers is om een luisterend oor te bieden. Zij vragen niet aan de gasten hoe het gaat, maar de gasten mogen altijd, wanneer zij dat willen, hun verhaal bij de vrijwilligers doen. De vrijwilligers hebben een meer afwachtende houding.

In de interviews met de vier verschillende gasten (2013) hebben we een vraag gesteld over in welke mate ze contact hebben gehad met de andere gasten en hoe ze dat contact ervaren hebben.

(19)

Drie van de vier geïnterviewde gasten gaf aan dat ze regelmatig contact hebben gehad (of nog steeds hebben) met andere gasten en daar ook veel waarde aan hechten. Ze vertelde dat ze elkaar goed op konden (en nog steeds kunnen) vangen. Ook heeft één van de gasten nog contact met twee andere gezinnen die in het Huis hebben verbleven. Er ontstaan soms ook vriendschappen. Eén iemand gaf aan dat de gesprekken met de andere ouders voor hen zelfs als een soort therapie werkte, omdat niemand hun beter kon begrijpen, over hoe zij zich voelde. Eén van de vier gasten gaf aan geen contact te hebben met de andere ouders. Hij gaf aan dat ze genoeg aan hun hoofd hadden en liever hun zorgen deelden met eigen familie en vrienden. Hij vertelde dat er wel genoeg ruimte was voor eigen privacy. Uit de interviews kwam naar voren dat het Huis genoeg doet om het contact met andere gasten te bevorderen en dat ze hierin verder niets meer hoeven en kunnen betekenen. Het contact tussen de gasten ontstaat volgens hen namelijk spontaan. Zo vertelde iemand dat ze het bijvoorbeeld heel erg fijn vonden dat het Huis met feestdagen iets speciaals regelde, zoals een paasontbijt. Voor hen voelde het echt als een grote en hechte familie. Diegene die geen behoefte hebben aan contact, zoals één van de geïnterviewde, hebben vaak genoeg ruimte om geen contact te hoeven hebben met andere gasten.

Conclusie

De conclusie vanuit de literatuur is dat groepsvorming een meerwaarde heeft voor de gasten van het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant. Johnson en Johnson (2011) vertellen wat het belang van een groep kan zijn. Het zou je geestelijke gezondheid positief kunnen beïnvloeden en het zou ertoe kunnen leiden dat men beter opgewassen is tegen spanning en tegenslag. De gasten in het Huis ervaren allemaal een soortgelijke situatie en zouden deze ervaringen met elkaar kunnen delen. Vanuit de interviews kwam meerdere keren naar voren dat de gasten zich door niemand beter begrepen voelen dan de andere gasten die in het Huis verblijven, omdat zij precies weten hoe ze zich voelen. Eén van de ouders gaf ook aan dat het spreken met de andere ouders voor hen een soort therapie was.

Uit de interviews bleek dat het maken van contact voor de gasten automatisch en spontaan verloopt. Gasten geven aan dat wat het Huis organiseert, zoals een paasbrunch of kerstontbijt, voldoende is ter bevordering van deze contacten. Vanuit de enquêtes geven de twintig gasten allemaal aan dat ze in het maken van dit contact ook geen behoefte hebben aan extra begeleiding.

Daarnaast kwam, uit zowel de enquêtes als de interviews, naar voren dat niet iedereen behoefte heeft aan contact met andere gasten, de vrijwilligers of het management. Wanneer mensen hier geen behoefte aan hebben, zoeken ze het contact ook niet op en zijn er volgens hen voldoende manieren om zichzelf te kunnen afzonderen.

Zoals hierboven al beschreven staat is groepsvorming wel van grote waarde voor de gasten van het Huis. Vanuit de literatuur (Remmerswaal, 2009) blijkt dat groepsontwikkeling voor het ontstaan van een groep van groot belang is. Deze groepsontwikkeling bestaat uit zes fasen. Echter kan het voorkomen dat deze groepsontwikkeling binnen het Huis niet via deze zes fasen verloopt, omdat de groep continu verandert en er dus geen vaste groep is. Om het groepsproces en het contact tussen de gasten te bevorderen, zou het Huis meer gezamenlijke activiteiten kunnen organiseren, zoals een gezamenlijk ontbijt. Dit bevordert het contact tussen de gasten en het verlaagt de drempel voor degenen die hier moeite mee hebben. In het hoofdstuk over de muzisch-agogisch activiteiten zal het belang van gezamenlijke activiteiten worden beschreven.

Het management streeft ernaar dat er iedere dag iemand van hen aanwezig is in het Huis. Zij vragen geregeld aan de gasten hoe het met hen gaat en gasten kunnen de managers ook altijd benaderen. De vrijwilligers hebben een afwachtende houding en bieden een luisterend oor. Dit contact tussen de gasten met het management en de vrijwilligers wordt door de gasten als prettig ervaren.

Vrijwilligers

In deze deelvraag worden aan de hand van literatuur de vrijwilligers beschreven van het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant. Aan de hand van de enquêtes en de interviews wordt bekeken welke behoeften gasten hebben op het gebied van de aanwezigheid van de vrijwilligers en hoe het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant op deze behoeften kan inspelen.

(20)

Vrijwilligers

In vele organisaties zijn vrijwilligers werkzaam, zo ook binnen de Ronald McDonald Huizen in Nederland. In

Nederland zijn er 1.600 vrijwilligers werkzaam voor de verschillende Ronald McDonald Huizen. Zij staan 365 dagen per jaar klaar voor de gasten en zorgen ervoor dat het Huis een ‘thuis ver van huis’ is (Vrijwilligers, z.j.).

Dit is de definitie van vrijwilligerswerk die wij hanteren tijdens ons onderzoek: “Werk dat onbetaald en onverplicht verricht wordt ten behoeve van anderen of van de (kwaliteit van) de samenleving in het algemeen, in enig

georganiseerd verband” (Gast, Hetem & Wilbrink, 2009, p. 20).

Het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant

Het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant is een stichting. “Een stichting is een door een rechtshandeling in het leven geroepen rechtspersoon, welke geen leden kent en beoogt geen hulp van een daartoe bestemd

vermogen een in de statuten vermeld doel te verwezenlijken” (Verheugt, 2009, p. 381). Het meest opvallende aan een stichting is dat zij geen leden kent. Een kenmerk van een stichting is dat met het vermogen meestal een ideëel of sociaal doel wordt nagestreefd. Ze zijn dus niet gericht op het maken van winst, maar hebben het belang van de leden voorop staan (Verheugt, 2009). In het Huis zie je dit terug doordat gasten een kleine bijdrage per nacht betalen voor hun verblijf. Daarnaast bestaan de inkomsten van het Huis uit sponsoring.

Bij het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant werken drie betaalde krachten en 80 vrijwilligers. De inkomsten van het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant bestaan uit sponsoring en donaties. Het geld wat uitgegeven kan worden bestaat dus uit het geld wat mensen hebben bijgedragen. Dit betekent dat het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant kosten goed moet overwegen.

Het belang van vrijwilligers binnen een instelling

Kenmerkend voor vrijwilligerswerk is dat de betreffende mensen voor hun inzet niet financieel beloond worden, ze ontvangen dus geen salaris. Dit houdt vervolgens in dat een vrijwilliger ook geen arbeidsovereenkomst heeft binnen een instelling. Vrijwilligers voeren vaak activiteiten uit die van belang kunnen zijn voor het welbevinden van de cliënten/patiënten, maar geen professionele deskundigheid vereisen (Verhage-van Kooten, 2009).

Vrijwilligers worden vaak binnen een instelling ingezet, omdat zij geen financiële kostenpost vormen en veel taken over kunnen nemen van de professionals. De vrijwilligers verlichten dus in principe het werk van de professionals. Binnen het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant zijn 80 vrijwilligers werkzaam. Voor het werk wat zij verrichten krijgen zij geen financiële vergoeding. Wel wordt bijvoorbeeld de Verklaring Omtrent het Gedrag vergoed, die zij aan moeten vragen wanneer zij in dienst treden.

De organisatie van de vrijwilligers

Binnen het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant is er sprake van vrijwilligers door professionele vragers. Professionele vragers zijn vooral te vinden in de sectoren zorg en welzijn. Het gaat om grote organisaties die vrijwilligers vooral inzetten voor uitvoerende taken. Vaak is er sprake van een permanente en licht stijgende vraag naar vrijwilligers en worden zij door een professional begeleid (Gast et al., 2009).

Dit houdt dus concreet in dat de vrijwilligers taken verrichten in opdracht van een professional. Binnen het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant werken 80 vrijwilligers in opdracht van drie (assistent)managers. De

vrijwilligers werken in principe zelfstandig, maar kunnen voor vragen of feedback altijd terecht bij de managers. Wanneer vrijwilligers wat kwijt willen, kunnen zij dit altijd vertellen. Andersom koppelt het management ook situaties terug naar de vrijwilligers.

De functie-eisen van de vrijwilligers

Elke dag zijn binnen het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant twaalf vrijwilligers aanwezig. Zij werken één dagdeel in de week een dienst van drie uur. Het Ronald McDonald Huis heeft ervoor gekozen om de vrijwilligers

(21)

maar een dienst van drie uur te laten werken, zodat zij genoeg betrokken zijn, maar emotioneel niet overbelast raken.

Het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant stelt de volgende eisen aan een vrijwilliger: het is vooral belangrijk dat een vrijwilliger het hart op de goede plek heeft. Vrijwilligers moeten een luisterend oor kunnen bieden en het niet vervelend vinden om de handen uit de mouwen te steken (Vrijwilliger, z.j.).

Binnen het Huis hebben de vrijwilligers de rol als praatpaal. “De rol van praatpaal houdt in dat hulpverleners een luisterend oor bieden. Ze stellen zich beschikbaar als klankbord voor cliënten. Als cliënten ernstig gefrustreerd zijn en hun ongenoegen op hulpverleners projecteren, kan deze rol worden aangeduid met ‘vloermatrol’ of ‘pispaalrol’ (Brinkman, 2010, p. 28). Het belangrijkste is dat de vrijwilliger een luisterend oor biedt, maar communiceren is naast woorden uitwisselen ook signalen uitzenden en ontvangen. Deskundige hulpverleners hebben veel oog voor non-verbale aspecten. Een cliënt die zich geïrriteerd toont, wordt door de hulpverlener als het ware de hand aangereikt om zijn irritatie bespreekbaar te maken, ook al zegt hij daar in letterlijke zin niets over. Non-verbale aspecten kunnen dus een belangrijk aanknopingspunt zijn voor de gespreksvoering (Brinkman, 2010). De vrijwilligers signaleren bij de gasten vaak ook eerder de non-verbale, dan de verbale aspecten. Als gasten bijvoorbeeld voor zich uit staren, kan er opgemerkt worden dat ze diep in gedachten verzonken zijn en dat ze misschien ergens over willen praten. Non-verbaal zenden de gasten dan een boodschap uit zonder dit verbaal te uiten.

In de (ideale) basishouding is er sprake van onvoorwaardelijke acceptatie van jezelf en van de ander. Enerzijds is er onafhankelijkheid, anderzijds is er afhankelijkheid. Je ziet jezelf en de ander als waardevolle mensen, beiden waardeer je evenveel. Pas in deze basishouding kun je vanuit een gelijkwaardige positie oog krijgen voor wat een ander aan hulp nodig heeft (Terlouw & Visser, 2010). Als vrijwilliger moet je dus goed observeren hoe de gasten zich gedragen en of zij misschien behoefte hebben aan een luisterend oor. De vrijwilligers zien dus vaak aan de houding of aan het gezicht van de gasten hoe het op dat moment met hen gaat. Het is dan niet aan de vrijwilligers om hier verbaal op in te gaan maar wel uit te zenden dat zij een luisterend oor kunnen bieden.

De taken van de vrijwilligers

Om de functie van een vrijwilliger te vervullen binnen het Ronald McDonald Huis is geen vooropleiding of cursus nodig, de achtergrond is niet van belang. De vrijwilligers krijgen voordat zij een dienstverband aangaan eerst een introductie en rondleiding van de manager. Hierin krijgen ze te horen wat het Ronald McDonald Huis is en voor wie het is. Daarnaast horen ze welke werkzaamheden ze als vrijwilliger zullen gaan verrichten; de telefoon opnemen, gasten inchecken en uitchecken, schoonmaakwerkzaamheden uitvoeren en een luisterend oor bieden.

Schoonmaakwerkzaamheden zullen de meeste tijd vergen, maar als de gasten in het Huis een luisterend oor nodig hebben, moet de vrijwilliger al zijn werk laten vallen. Een aantal van de vrijwilligers heeft een

hulpverleningsachtergrond, maar kiest er bewust voor om vrijwilligerswerk te doen zodat zij hun beroepsfunctie niet uit hoeven te voeren (Adriaans, 2013). Het is dan ook niet gewenst om hen in te zetten als professioneel hulpverlener.

Behoeften van gasten

Om een breed beeld over het Ronald McDonald Huis Middenwest-Brabant te krijgen hebben wij schriftelijke enquêtes verstuurd. Hiervan hebben wij 20 enquêtes teruggekregen. Naast deze 20 enquêtes hebben wij twee gasten geïnterviewd die in het Huis verblijven en twee gasten die in het Huis hebben verbleven. Hieronder volgen de resultaten.

80% van de gasten is positief over de vrijwilligers. Zij vinden dat de vrijwilligers belangstelling toonden en betrokken waren. Daarnaast had 20% van de gasten geen contact gehad met de vrijwilligers. De behoefte aan gesprekken met de vrijwilligers variëren; 25% van de gasten had tijdens hun verblijf geen behoefte aan een gesprek met de vrijwilligers. Daartegenover had 75% van de gasten soms wel behoefte aan een gesprek met de vrijwilligers. Zij gaven aan dat de vrijwilligers dan ook daadwerkelijk een luisterend oor konden bieden en 90%

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

MISSIE VAN HET SOCIAAL HUIS ICOICSIJDEHetSociaalHuisKoksijdewil aan alle inwoners van Koksijde

- geclusterde woonvormen, ‘wonen met zorg en welzijn’, nieuwe woonvormen…... Sterke veranderingen

Verder zullen de persoonsgegevens ook gebruikt worden om via e-mail nieuwsbrieven van de Gekozen Organisator of andere Organisatoren te verzenden indien hier door de Deelnemer

Aan het eind van zijn eerste jaar had Donald Trump vier keer zoveel fede- rale rechters voor hoger beroep benoemd als Barack Obama had gedaan en meer dan enige andere president in

Ooit lag het Werk aan de Hoofddij k solitair in het landschap, maar is inmiddels een groene enclave omgeven door stedelij k ge- bied.. Het nieuwe cD ligt als icoon in het landschap

Het werkelijke probleem is dat je door de bomen van allerlei adviezen van allerlei deskundigen (en minder deskundigen) het bos niet meer ziet en het dan maar niet eens meer

Er is in deze fase behoefte aan een effectbeoordeling van de voorgenomen ontwikkeling op de locatie D en E voor de nieuwbouw van het Ronald McDonald Huis op de

In een Ronald McDonald Huis logeren ouders, broertjes en zusjes van kinderen die zijn opgenomen in het ziekenhuis. . Hier zijn ze dag en nacht op loopafstand van