• No results found

Een publiekshistorisch onderzoek naar historische referenties in de rapteksten van Akwasi, Fresku en Typhoon

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Een publiekshistorisch onderzoek naar historische referenties in de rapteksten van Akwasi, Fresku en Typhoon"

Copied!
54
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Een publiekshistorisch onderzoek naar

historische referenties in de rapteksten van

Akwasi, Fresku en Typhoon

‘Totdat de leeuw zijn eigen geschiedschrijver heeft, zal de jager held zijn .’

1

J. Peters Master Publieksgeschiedenis

Universiteit van Amsterdam Begeleider: L.H. van Hasselt 31 januari 2021

1 Uit ‘Vrijheid’ van Fresku (2008).

(2)

2

Inhoudsopgave

1. Dankwoord ... 3

2. Inleiding ... 4

3. Historiografie en theoretisch kader ... 7

3.1 Historiografie ... 7

3.2 Theoretisch kader en terminologie ... 8

3.2.1 Historical revivalism ... 9

3.2.2 Publiekshistorische theorieën ... 9

4. Methode ... 12

5. Introductie rappers en keuze voor corpus ... 12

5.1 Introductie rappers ... 15

5.2 Keuze corpus ... 19

6. Analyse van de historische referenties ... 21

6.1 Akwasi ... 21

6.1.1 Het koloniale verleden ... 21

6.1.2 Racisme in een historische context ... 22

6.1.3 Ghanese roots en Pan-Afrikanisme ... 23

6.2 Fresku ... 24

6.2.1 Het koloniale verleden ... 24

6.2.3 Wereldproblematiek ... 27

6.3 Typhoon ... 27

6.3.1 Het koloniale verleden ... 27

6.3.2 Nationaal narratief ... 28

6.3.3 Slavernijverleden met betrekking tot Suriname ... 29

7. Interpretatie ... 31

7.1 Het koloniale verleden ... 31

7.2 Het nationale narratief ... 37

7.3 Roots ... 41

7.4 Rappers als amateurhistorici ... 45

8. Conclusie ... 47

(3)

3

1. Dankwoord

Met dank aan Laura van Hasselt voor het open staan voor een verrassend onderwerp en de prettige begeleiding, mijn ouders voor de ondersteuning in elke betekenis van het woord en Aafje de Roest voor het enorme enthousiasme en de daaruit voortvloeiende motivatie.

(4)

4

2. Inleiding

Op ludieke wijze presenteerden Arjen Lubach, journalist en tv-persoonlijkheid, en Roy Reymound, ofwel rapper Fresku, in december 2019 een alternatieve canon van Nederland in het televisieprogramma ‘Zondag met Lubach’ in de vorm van een rapnummer.2 In het jasje van een parodie

en in begrijpelijke taal rapten zij over de Tachtigjarige Oorlog, de Trans-Atlantische driehoekshandel, slavernij, genocide, en de doorwerking daarvan in de huidige maatschappij.3 Hoewel komisch

verwoord, was de tekst duidelijk een reactie op de officiële canon, waarin volgens Lubach en Fresku bepaalde negatieve bladzijden van de vaderlandse geschiedenis te weinig aan bod kwamen.4 ‘Zondag

met Lubach’ trekt wekelijks meer dan een miljoen kijkers, en ook de daarna op YouTube geplaatste video is inmiddels meer dan een miljoen keer bekeken. De video bereikt dus een enorm publiek, wat niet abnormaal is voor Nederlandse rapnummers. In 2018 waren in Nederland acht van de tien streams op Spotify, het meest gebruikte muziekplatform van deze tijd, Nederlandse hiphop.5 Volgens Wilbert

Mutsaers, hoofd Spotify Benelux, zijn de cijfers van Nederlandstalige hiphop extreem: een half miljoen

streams van een nieuw track is eerder regel dan uitzondering. Van de meest gestreamde artiesten op

het platform staan er in de top tien van 2018 maar twee artiesten die géén Nederlandse hiphopartiesten zijn.6 Ook in 2020 is dit het geval. In de top twintig meest gestreamde artiesten van

dat jaar op Spotify is de helft hiphopartiest van Nederlandse bodem. De top vijf is zelfs exclusief aan dit genre voorbehouden.7 Duidelijk is dus dat Nederlandse hiphop enorm populair is.

Hiphop en geschiedenis lijken misschien geen voor de hand liggende combinatie. Waar hiphop hip is en over actuele zaken lijkt te gaan, heeft geschiedenis een stoffig en institutioneel imago. Toch wordt er in hiphopteksten regelmatig teruggeblikt op het verleden en daarmee gerefereerd aan geschiedenis. Je zou zelfs kunnen zeggen dat hiphop en geschiedenis per definitie aan elkaar verbonden zijn: de grondleggers van de Amerikaanse hiphop in The Bronx rapten regelmatig over het verleden van de Afro-Amerikaanse gemeenschap. Het is een onmisbaar onderdeel van de hiphopcultuur. Hiphop is ontstaan in The Bronx onder sociaaleconomisch benadeelde jongeren die

2 Zondag met Lubach ft. Fresku – Canon (15 december 2019) Laatst geraadpleegd op 19 februari 2020. [https://www.youtube.com/watch?v=yA40QEzFdko&feature=emb_title]

3 ‘Fresku en Arjan Lubach rappen over de echte Nederlandse geschiedenis in ‘Canon’, FunX 16 december 2019. Laatst geraadpleegd op 19 februari 2020. [ https://www.funx.nl/news/films-series/44609-fresku-en-arjen-lubach-rappen-over-de-echte-nederlandse-geschiedenis-in-canon]

4 Het presenteren van een alternatieve canon is niet nieuw, Chris van der Heijden schreef in 2013 het boek Zwarte canon:

over de schaduwzijde van de geschiedenis, en ook het boek Roofstaat van Ewald Vanvugt uit 2016 heeft dit doel.

Tijdens het schrijven van deze inleiding werd er, in juni 2020, door de overheid een herziene versie van de canon gepresenteerd.

5 F.A. de Roest, ‘Niet naar school, maar wel in de boeken. Status quaestionis van Hip-Hop Studies wereldwijd en in Nederland’, Vooys 38.1 (2020) 2.

6 I. Duijsings en R. van Niekerk, ‘De cijfers van Nederlandse hiphop zijn extreem, echt extreem’, NOS (30 december 2018) [https://nos.nl/op3/collectie/13715/artikel/2265576-de-cijfers-van-nederlandse-hiphop-zijn-extreem-echt-extreem] 7 ‘Spotify-jaaroverzicht 2020: liefst muziek van eigen bodem’, Het Parool, 1 december 2020 [https://www.parool.nl/kunst-media/spotify-jaaroverzicht-2020-liefst-muziek-van-eigen-bodem~bb93999b/]

(5)

5 creatieve en activistische uitingen zochten in onder andere graffiti, dans en rapmuziek. Rapmuziek ontstond voornamelijk als manier om ‘het leven op straat’ in dit arme deel van New York onder woorden te brengen, met vaak kritiek op het politieke systeem.8 Waar in de beginjaren rappers als

Tupac vaak refereerden aan het Afro-Amerikaanse verleden, doen nu rappers als Kendrick Lamar en Childish Gambino dit nog.

Hiphopmuziek wordt gekenmerkt door een focus op de lokale leefomgeving en -gewoontes. Het functioneert als een soort mal, die op nieuwe locaties weer kan worden ingevuld. Hiermee ontstijgt het in de praktijk de lokale context.9 Hiphop blijkt hierdoor een ideaal onderzoeksobject wat betreft

glocalisering: het is een globale praktijk met locatie-specifieke maatschappijkritische aspecten.10 Zo

ook in Nederland. Waar in de Verenigde Staten (VS) rappers in hun teksten vooral refereren aan de geschiedenis van de slavernij en de Afrikaanse diaspora, ligt dat in Nederlandse hiphop niet per se voor de hand. Toch is er een aantal Nederlandse hiphopartiesten dat op regelmatige basis geschiedenis in hun teksten verwerkt. Uit deze relatief kleine groep zijn er voor dit onderzoek drie gekozen, namelijk Fresku (Roy Reymound, 1986), Typhoon (Glenn de Randamie, 1984) en Akwasi (Akwasi Owusu Ansah, 1988). Alle drie zijn dit doorgewinterde rappers die tussen 2000 en 2010 bekend werden en sindsdien niet meer uit de Nederlandse hiphopscene zijn verdwenen. De drie artiesten wiens teksten onderzocht worden zijn vandaag de dag nog actief, waardoor hun teksten over geschiedenis met betrekking tot actuele onderwerpen bij het onderzoek betrokken kunnen worden. De volgende onderzoeksvraag zal gedurende dit onderzoek centraal staan:

Op welke manier worden historische referenties in de hedendaagse Nederlandse hiphopteksten van Akwasi, Fresku en Typhoon gebruikt?

Door de historische referenties in de hiphopteksten van Akwasi, Fresku en Typhoon te onderzoeken verwacht ik uitspraken te kunnen doen over de verschillende manieren waarop dit voorkomt. Ook hoop ik in sommige gevallen daaruit te kunnen herleiden met welke reden deze rappers geschiedenis verwerken in hun teksten. Welke onderwerpen snijden zij aan, welke niet, en waarom? Voordat die vragen beantwoord kunnen worden, is het belangrijk om te weten wat er precies bedoeld wordt met de term historische referentie. De definitie van een historische referentie die in dit onderzoek wordt gehanteerd, is tweeledig. De referenties kunnen namelijk opgedeeld worden in directe en indirecte historische referenties. Voorbeelden van directe historische referenties zijn wanneer er in een tekst

8 De Roest, ‘Niet naar school, maar wel in de boeken’, Vooys 38.1 (2020). 9 Idem, 3.

10 F.A. de Roest, Buurtvaders: Een kritische lezing van de performance van represent door vier Nederlandse hiphopartiesten, MA-scriptie Universiteit Utrecht (2017) 17.

(6)

6 bijvoorbeeld een historisch figuur, datum of gebeurtenis wordt genoemd. Deze referenties verwijzen hier direct naar. Een voorbeeld van een indirecte historische referentie kan een verwijzing naar een abstractere gebeurtenis in het verleden zijn, abstractere personen zoals voorouders, of naar andere vagere historische termen zoals roots. In deze referentie wordt dus niet direct naar een te verifiëren gebeurtenis of persoon verwezen, maar naar een abstract begrip. Dit heeft vanzelfsprekend

automatisch invloed op de historische waarde ervan, omdat de gebruikte verwijzingen niet te controleren zijn. Hetzelfde geldt voor ooggetuigenverslagen en dat is dan ook hoe er met deze referenties omgegaan dient te worden. De directe referenties kunnen gecontroleerd worden en de indirecte referenties kunnen niet voor waar aangenomen worden, maar wel bijdragen aan een breder beeld dat men heeft van de betreffende geschiedenis.

Hiphop is binnen de Nederlandse academie nog weinig onderzocht. Vanuit de geschiedenis, laat staan de publieksgeschiedenis, is er naar mijn weten zelfs nog niets gepubliceerd over

Nederlandse hiphop. Juist vanuit een publiekshistorisch oogpunt is de huidige Nederlandse hiphopscene een relevant onderzoeksobject, door de interessante vorm van omgang met het verleden en het activistische element ervan. Jongeren zijn in het algemeen vaak een doelgroep voor publiekshistorici, maar blijven moeilijk bereikbaar. Hiphop heeft een enorm publiek onder jongeren met of zonder migratieachtergrond en de teksten ervan kunnen dus een educatieve en vormende invloed op deze doelgroep hebben, die voor historici vaak moeilijk te bereiken is. Wanneer

rapartiesten ervoor kiezen hun teksten als vehikel voor geschiedenis te gebruiken, hebben zij dus een enorm podium als amateurhistorici. Het toepassen van historisch en analytisch onderzoek kan een wezenlijke bron van informatie toevoegen aan het bestaande onderzoek naar de Nederlandse hiphop, waarmee het een hiaat vult in het Nederlandse onderzoeksveld van zowel de

publieksgeschiedenis als Hip Hop Studies. Juist omdat er nog geen onderzoek naar hiphop en geschiedenis is gedaan in Nederland betekent dit echter ook dat dit een verkennend onderzoek is, waarmee het mogelijkheid geeft tot verdere analyse.

De opbouw van dit onderzoek is als volgt. In hoofdstuk 2 zal de historiografie met daarbij een theoretisch kader worden neergezet. De veelal publiekshistorische theorieën die hier aan bod komen, zullen door het onderzoek heen aangehaald worden bij het analyseren en interpreteren van de rapteksten. In hoofdstuk 3 zullen Akwasi, Fresku en Typhoon geïntroduceerd worden. Ook zal de keuze voor het onderzoeksobject, de bestudeerde teksten, verklaard worden. In hoofdstuk 4 zal kort de methode uiteen worden gezet. Aan de hand daarvan zullen in hoofdstuk 5 de historische tekstreferenties uiteen worden gezet, onderverdeeld in thema’s. In hoofdstuk 6 volgen de resultaten en de interpretatie. In de daaropvolgende conclusie wordt de hoofdvraag beantwoord: Op welke manier worden historische referenties in de hedendaagse Nederlandse hiphopteksten van Akwasi, Fresku en Typhoon gebruikt?

(7)

7

3. Historiografie en theoretisch kader

3.1 Historiografie

Het onderzoeksveld van Hip Hop Studies ontwikkelde zich in de VS, en is verklaarbaar vanuit de belangstelling voor jeugdcultuur. De Roest zegt hierover: “Hiphop is de gehele cultuur die rondom rapmuziek is ontstaan vanuit de ervaringen van sociaaleconomisch benadeelde Afro-Amerikaanse en Latino jongeren” (Rose 1994, Keyes 2004).11 Deze cultuur ontstond in de jaren zeventig in de South

Bronx in New York. De studie hiernaar, genaamd Hip Hop Studies, ontwikkelde zich in de VS al vanaf 1984 met rap tempo en is vandaag de dag een gelegitimeerd onderzoeksveld binnen de academische wereld. Enkele belangrijke Amerikaanse werken binnen de Hip-Hop Studies zijn That’s the Joint! The

Hip Hop Studies Reader, onder redactie van Murray Forman en Mark Anthony Neal uitgebracht in 2011,

en The Hood Comes First van Forman (2002). Er blijft ook kritiek: enerzijds op de seksistische en racistische uitingen in rapmuziek, anderzijds op de ‘ivoren toren’-positie van academici. Vergeleken met het onderzoek in de VS staat het Nederlandse onderzoek nog in de kinderschoenen, maar groeit het de laatste jaren gestaag.

Buiten de academische wereld is er de laatste jaren een invloedrijke en hoorbare anti-racistische beweging ontstaan in Nederland. Onderdeel hiervan zijn bijvoorbeeld The Black Archives en de anti-Zwarte Piet-beweging. Platenlabel Top Notch, opgericht in 1995, speelt een grote rol in een aantal van deze initiatieven. Zo gaf Top Notch in 2016 in samenwerking met uitgeverij Nijgh & Van Ditmar het boek Roofstaat van Ewald Vanvugt uit.12 In dit boek, net als in het boek Zwarte canon van

Chris van der Heijden uit 2013, wordt een alternatieve geschiedenis van Nederland uiteengezet, waarbij de zwarte bladzijden van de Nederlandse geschiedenis centraal staan. Rondom het boek

Roofstaat maakte het label ook een videoserie van een aantal afleveringen waarin rappers

bijgeschoold werden door conservatoren en historici over hun afkomst.13

Wat betreft academisch onderzoek heeft onder andere het onderzoek van Aafje de Roest gemaakt dat ik Nederlandse hiphop wilde onderzoeken op twee manieren. Hiphop wordt in dit onderzoek benaderd als activistische uiting met historische aspecten én als creatieve uitingsvorm met een educatief aspect. De Roest doet onderzoek naar culturele identiteitsvorming onder Nederlandse jongeren in online Nederlandse jeugdcultuur, waarbij ze zich concentreert op hedendaagse Nederlandse hiphop. In een eerder onderzoek heeft De Roest vanuit taalkundig perspectief gekeken naar de performance van ‘represent’ (afkorting van representatie, ofwel je plaats van herkomst

11 De Roest, ‘Niet naar school, maar wel in de boeken’, Vooys 38.1 (2020).

12 ‘Geschiedenis van het Nederlandse koloniale verleden gebundeld in Roofstaat’, Top Notch, 17 november 2015 [http://top-notch.nl/nieuws/geschiedenis-van-het-nederlandse-koloniale-verleden-gebundeld-in-roofstaat] 13 ‘Ik ben een Nederlander – Deel 1 (ROOFSTAAT – 14 maart), 3 maart 2016, Topnotch

(8)

8 representeren) in de Nederlandse hiphopscene. Nederlandse hiphop is in de woorden van De Roest tegenwoordig “de dominante cultuuruiting van jongeren in Nederland”, en in een artikel in Vooys (2020) zegt zij: “Hiphop biedt alternatieve toegang tot de identiteitsconstructies van Nederlandse jongeren die regelmatig buiten het oog van de politiek of maatschappij blijven.”14 Hiphop, en in dit

geval rapmuziek, is een medium voor deze jongeren om te reflecteren op onderwerpen als maatschappij en politiek. Dit genre wordt ook wel conscious rap genoemd, ofwel ‘bewuste’ hiphop.15

In dit genre staan sterke politieke boodschappen en thema’s centraal. Volgens Murray Forman betekent dit zoveel als “reflection on and intellectual engagement with pressing social issues (most often involving themes of racial and class struggle)”.16

Er bestaat een opmerkelijk gat in het wetenschappelijk onderzoek naar hedendaagse Nederlandse hiphop vergeleken met de VS. Een aantal pioniers hierin zijn bovengenoemde Aafje de Roest, van oorsprong neerlandica, en Mir Wermuth met de cultuursociologische analyse No Sell Out.17

Wermuth richt zich op hiphop als subcultuur en de popularisering daarvan. Cultureel antropoloog Miriam Gazzah schreef het boek Rhythms and Rhymes of Life, over muziek en identificatie van Nederlands-Marokkaanse jongeren.18 Ook buiten de academische wereld zijn er boeken geschreven

over het onderwerp, zoals Hiphop in Nederland van Rajko Disseldorp.19 Disseldorp schetste portretten

van de volgens hem tien meest toonaangevende rappers van dat moment. Daarnaast zijn er genoeg hiphopjournalisten in Nederland, zoals neerlandicus Pepijn de Groot, Saul van Stapele en Thomas Heerma van Voss. Die jarenlange journalistieke belangstelling draagt in grote mate bij aan het onderzoeksveld. Wat vrijwel volledig ontbreekt, is een publiekshistorische blik op het onderwerp. Het onderzoek in de VS daarentegen is al veel verder gevorderd.

3.2 Theoretisch kader en terminologie

Zo is er voor dit onderzoek inspiratie opgedaan in het boek Consuming History van Jerome de Groot uit 2009, over historici in contemporaine populaire cultuur.20 De Groot is professor aan de Universiteit

van Manchester. Hij spreekt in dit boek over de voor- en nadelen van de groeiende populaire consumptie van geschiedenis. Ook pleit hij voor het serieus nemen van populaire cultuur als mogelijkheid om geschiedenis over te brengen. Daarnaast zegt hij dat de groeiende invloed van het internet ervoor zorgt dat traditionele academici nieuwe manieren moeten vinden om geschiedenis

14 De Roest, ‘Niet naar school, maar wel in de boeken’, Vooys 38.1 (2020).

15 M. Newman, ‘”I Don’t Want My Ends to Just Meet; I Want My Ends Overlappin”: Personal Aspiration and the Rejection of Progressive Rap’, in Journal of Language, Identity and Education 6:2 (2007) 132.

16 M. Forman, ‘Conscious Hip-Hop, Change, and the Obama Era’, American Studies Journal 54 (2010) 3. 17 M. Wermuth, No sell out. De popularisering van een subcultuur (Amsterdam 2002).

18 M. Gazzah, Rhythms and Rhymes of Life. Music and Identification Processes of Dutch-Moroccan Youth (Amsterdam 2008). 19 R. Disseldorp, Hiphop in Nederland. De tien rappers van dit moment (Amsterdam 2017).

(9)

9 over te brengen, zoals in de publieksgeschiedenis al gebeurt. Opvallend is dat De Groot nergens in zijn uitgebreide verzameling van artikelen en boeken spreekt over rapmuziek, of historische referenties in muziek überhaupt. Omdat het onderzoek dat door mij is uitgevoerd juist hierom draait, vult het een hiaat en onderscheidt het zich van de bestaande literatuur.

3.2.1 Historical revivalism

Het gebruik van historische referenties wordt historical revivalism genoemd. Deze term werd geïntroduceerd door Pero Gaglo Dagbovie, professor Zwarte intellectuele geschiedenis aan de Michigan State Universiteit.21 Dagbovie past dit onder andere toe op de huidige studie naar en

toepassing van Zwarte geschiedenis in vergelijking met de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Deze jaren worden ook wel de Black Power Era genoemd, waarin Afro-Amerikaanse geschiedenis door velen niet langer beschouwd werd als insignificant, maar als een verenigende bron van kracht. In het essay ‘Black History’s Relevance to the Hip Hop Generation’ uit 2005 verbindt Dagbovie dit idee aan hiphop, omdat deze cultuur volgens hem een groot onderdeel uitmaakt van het leven van Afro-Amerikaanse en Afrikaanse jeugd. Zijn essay gaat over de Verenigde Staten (VS), maar zijn argumenten zijn universeel toepasbaar. Volgens hem heeft deze populaire representatie van Afro-Amerikaanse geschiedenis de potentie om de moderne Black History Movement nieuw leven in te blazen en daarmee cultureel en historisch bewustzijn te creëren.22 Dagbovie noemt in zijn artikel dat persoonlijke

momenten van weerstand een belangrijk component van rapmuziek zijn, die de collectieve ervaring van verzet tegen de onderdrukker reflecteren. Het thema van onderdrukking en verzet komt vaak voor in hiphop, wat in mijn eigen analyse ook naar voren zal komen. Dagbovie noemt ook dat veel rappers in hun teksten refereren aan Zwarte geschiedenis, maar dat historici nog overwegend weinig aandacht hebben besteed aan het analyseren van deze teksten. Dit is opvallend gezien het feit dat historical

revivalism er veel in voorkomt.23

3.2.2 Publiekshistorische theorieën

In dit onderzoek blijken daarnaast de publiekshistorische ideeën van drie historici relevant. Peter Rietbergen, hoogleraar Cultuurgeschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen, schreef in zijn boek Clio’s stiefzusters uit 2015 over verledenverbeeldingen voorbij de geschiedwetenschap.24 Hierin

21 In juli 2020 besloot de New York Times voortaan het woord black met betrekking tot personen en cultuur met een hoofdletter te schrijven. In Nederland werd dit overgenomen door vooraanstaande personen binnen de Black Lives Matter-beweging. In dit onderzoek wordt deze nieuwe spelling gebruikt.

[https://www.nytimes.com/2020/07/05/insider/capitalized-black.html]

22 P.G. Dagbovie, ‘”Of all our studies, history is best qualified to reward our research”: Black History’s Relevance to the Hip Hop Generation’, The Journal of African American History 90.3 (2005) 299-300.

23 Dagbovie, ‘Black History’s relevance to the Hip Hop Generation’, 301.

(10)

10 spreekt hij over publieksgeschiedenis als ‘geschiedenis voor eigen gebruik’. Dit zou beter in de huidige belevenismaatschappij passen dan traditionele academische geschiedenis, dat vaak een te grote informatiedichtheid heeft om de aandacht van het grote publiek vast te houden. Dit past bij het idee dat hiphopartiesten door geschiedenis mondjesmaat in hun teksten te verwerken een grote, vaak onbereikbare, doelgroep bereiken. Ook spreekt hij over de problemen rondom publieksgeschiedenis wat betreft simplificatie door popularisering en het gevoel van valse continuïteit. Ook dit is in dit onderzoek toepasselijk, omdat het refereren aan geschiedenis in populaire cultuur het gevaar met zich meebrengt dat er te weinig ruimte voor context is, of selectieve informatie wordt verschaft.Ook bespreekt hij het gevaar van het aannemen van ‘bruikbare verledens’ door amateurhistorici. Deze risico’s kunnen voorkomen als er geen controle op waarheidsgetrouwheid plaatsvindt zoals bij academische geschiedschrijving. Rietbergen waarschuwt voor deze risico’s.

Ook de ideeën van David Thelen uit het boek Presence of the Past worden aangehaald, waarin hij een pleidooi houdt voor het belang van persoonlijke en intieme verhalen en ervaringen in publieksgeschiedenis.25 Dit is zeer toepasselijk in dit onderzoek door het regelmatige gebruik van

persoonlijke perspectieven van hiphopartiesten. Thelen maakt duidelijk dat geschiedenis-consumenten weinig vertrouwen meer uiten in zoiets als een canon van de overheid, maar dat ze historische informatie verpakt in persoonlijke ervaringen veel sneller aannemen. Het is dus van belang dat deze vorm van publieksgeschiedenis, bijvoorbeeld door amateurhistorici, serieus genomen wordt. Waar Thelen pleit voor het gebruik van persoonlijk perspectief in publieksgeschiedenis, is Rietbergen iets sceptischer. Wel concluderen beiden dat geschiedenis beter behapbaar is voor een groot publiek als de informatiedichtheid niet te groot is en persoonlijke elementen bevat.

Behalve theorieën betreffende de overdracht van historische kennis in het algemeen blijkt in dit onderzoek dat rapartiesten vaak de geschiedenis van een bepaald herkomstland aanspreekt. Zo deed cultureel antropoloog Marleen de Witte onderzoek naar de opkomst van een groep Afro-Nederlandse jongeren in Amsterdam die zich steeds meer bezighielden met hun eigen Africanness. Zij stelt dat deze generatie jongeren zich steeds meer identificeert met hun Afrikaanse achtergrond. Hierbij hoort dat zij zich verdiepen in dit gevarieerde Afrikaanse erfgoed en er een groeiende behoefte bestaat om dit publiekelijk uit te dragen en te herkennen in anderen. Volgens De Witte wordt deze tendens gekarakteriseerd door een teruggreep op Afrikaanse stijlen wat betreft kleding en uiterlijk, en het zich uitspreken over de inclusie van Afrikaans erfgoed in het Nederlandse idee van ‘een nationale geschiedenis’.26 Dit fenomeen is toe te passen op het gebruik van geschiedenis in Nederlandse

hiphopteksten, waarbij veel wordt teruggegrepen naar Afrikaans en Antilliaans erfgoed.

25 D. Thelen en R. Rosenzweig, The Presence of the Past: Popular Uses of History in American Life (Columbia 2000). 26 M. de Witte, ‘Heritage, blackness and Afro-cool. Styling Africanness in Amsterdam’, in: African Diaspora 7.2 (2014) 260-264.

(11)

11 Wat betreft terminologie wordt in dit onderzoek de betekenis van hiphop gebruikt die Aafje de Roest al introduceerde. Zij is specialist op het gebied van Nederlandse hiphop en verbonden aan de Universiteit Leiden en omschrijft hiphop als volgt: “Hiphop is een manier van leven: een structurele en bovendien volledig eigengemaakte performance”.27 Omdat ik me in mijn onderzoek niet hoofdzakelijk

bezig zal houden met andere uitingsvormen van hiphop, kunnen we ervan uitgaan dat het woord hiphop in dit onderzoek verwijst naar rapmuziek. Rapmuziek, kort gezegd rap, is een onderdeel van hiphop. Als er over de Nederlandse hiphopscene gesproken wordt, wordt er in dit onderzoek gedoeld op een groter geheel van hiphopartiesten. Rap is dus altijd hiphop, maar hiphop hoeft geen rap te zijn. Hiphop omspant een hoeveelheid aan uitingsvormen, zoals dans (onder andere breakdance), graffiti en kleding.28

Hiphop is en blijft een subcultuur, waarvan de invloed op de luisteraars niet mag worden gemarginaliseerd. Waar hiphopteksten soms stereotyperend over dure auto’s, drugs en mooie vrouwen gaan, zijn er ook teksten waarin het op geëngageerde manier over politiek of geschiedenis gaat. Er worden historische narratieven en verwijzingen gepresenteerd in de vorm van rapteksten, met als doel een counter-narrative, een alternatief op de eenzijdige beeldvorming, te bieden. Dit dient als tegenwicht voor het leidende nationale narratief in het collectieve geheugen en is mede bedoeld om luisteraars iets aan te leren. Hoewel de inhoud van deze teksten wordt beïnvloed door de achtergrond van de schrijvers, kunnen ze ook objectief en reflecterend zijn. Mijn onderzoek zal zich dan ook richten op het gebruik van historische referenties en verwijzingen in hedendaagse Nederlandse rapteksten, en de motivatie daarvoor. Ondanks dat het aantal vrouwelijke rapartiesten de afgelopen tien jaar is gestegen, is het overgrote deel nog steeds mannelijk. Dat zal ook terug te zien zijn in mijn onderzoek. Daarnaast zal ik me richten op Nederlandse rapteksten van de afgelopen twintig jaar. Er werd eind jaren negentig al wel Nederlandse hiphop gemaakt, maar na het jaar 2000 explodeerde het genre pas echt. Veel rappers schakelden over van Engels naar Nederlands, en er kwamen veel nieuwe artiesten bij.29 Dit was mede mogelijk door de opkomst van streamingdiensten als Spotify en websites als

YouTube, en groeiende Nederlandse platenlabels.

Rap is vanuit de VS ook in Europa een protestvorm geworden, waarin “gemarginaliseerde groepen hun stem kunnen laten horen in een maatschappij waarin zij niet voor vol worden aangezien.”30

Hiphopcultuur kan zo een belangrijke rol spelen in de identiteitsvorming van jongeren met een migratieachtergrond. Waar zij zich in de maatschappij niet gehoord voelen, is er in hiphop ruimte om

27 De Roest, Buurtvaders, 13.

28 M. Forman en M.A. Neal (eds.), That’s the joint! The Hip-Hop Studies Reader (New York 2004) 2. 29 S. Huismans, ‘Hoe werd rappen in het Nederlands populair?’, NPO Focus (18 augustus 2009) [https://npofocus.nl/artikel/7458/hoe-werd-rappen-in-het-nederlands-populair]

(12)

12 zich te uiten. De focus van het genre op de eigen leefomgeving en wat daar speelt, maakt hiphop vatbaar voor lokale toe-eigening.31 Hiphop gaat vaak over universele thema’s, zoals een culturele- of

migratieachtergrond, misstanden in de samenleving, woonplaats en vrienden en familie. Met deze thema’s kunnen veel mensen zich identificeren, waardoor ze ook makkelijk geïmplementeerd kunnen worden op andere geografische locaties. Ondanks zijn unieke lokale ontstaanscontext spreekt hiphop over de hele wereld dus mensen aan, omdat de hiphopcultuur zich makkelijk hecht aan lokale zaken en belangen.32 Hierdoor is hiphop bij uitstek een onderdeel van culturele globalisering.33 Die lokale

zaken en belangen of ‘lokale wortels’ in Nederland gaan in het huidige klimaat van de Nederlandse hiphop vaak over een counter-narrative tegen het huidige collectieve geheugen, misrepresentatie van minderheidsgroepen in de samenleving, en institutioneel racisme. Voor jongeren, specifiek met een migratieachtergrond, kan hiphop als populair aspect van jongerencultuur een belangrijk perspectief op geschiedenis bieden dat zij niet verkrijgen uit regulier historisch onderwijs op Nederlandse scholen of uit de Nederlandse canon. Historische kennis en bewustzijn kunnen voor de identiteitsvorming van jongeren met een buitenlandse achtergrond dus belangrijk zijn om hun plek in de samenleving te contextualiseren. Voor jongeren die zich niet vertegenwoordigd voelen in de nationale geschiedenis kunnen rappers als voorbeeld dienen en hen leren over een minder elitaire en witte geschiedenis.

4. Methode

In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van zowel tekstanalyse als van interpretatief en vergelijkend onderzoek. Door middel van de resultaten behaald uit de tekstanalyse wordt geprobeerd overeenkomsten, verschillen en hoofdthema’s te identificeren. Daaruit wordt een conclusie getrokken.

5. Introductie rappers en keuze voor corpus

Voor dit onderzoek worden de historische referenties in de rapteksten van artiesten Akwasi, Fresku en Typhoon onderzocht. Deze drie rappers maken dermate veel gebruik van historische referenties in hun teksten dat het duidelijk geen toeval is. De consistentie ervan gedurende hun carrière maakt hun teksten uitstekende case-studies. Dat betekent echter niet dat zij de enige zijn die geschiedenis en hiphop combineren. Dit begint al in de jaren 2000. Rond die tijd krijgt rapmuziek een stem in het Nederlandse publieke debat. Zo komt in 2003 het nummer ‘Kutmarokkanen’ van Raymzter uit, waarin

31 M. Forman, The hood comes first; race, space, ad place in rap and hip-hop (Music/Culture) (Middletown 2002). 32 Whiteley, Bennett en Hawkinds, Music, Space and Place: Popular Music and Cultural Identity (Aldershot 2005). 33 I. Johannsen, ‘Configurations of Space and Identity in Hip Hop: Performing “Global South”’, in Journal of Hip Hop Studies 6.2 (2019) 187.

(13)

13 hij zijn mening geeft over de discriminatie van Marokkanen in Nederland. Hij schrijft dit nummer als reactie op de uitspraak van PvdA-wethouder Rob Oudkerk, die in een onderonsje met Job Cohen aan criminele jongeren met Marokkaanse achtergrond refereert als ‘kutmarokkanen’.34 Dit doet Raymzter

in zijn nummer onder andere door te verwijzen naar het verleden, zoals: “grondleggers van de wis- en

sterrenkunde, wie zegt dat Marokkanen niet werken kunnen”, en “…waardoor ik win als Abdel Krim in 1921, overgave is voor de zwakkeling. Ook al is het jaren geleden de geschiedenis herhaalt zich, is al een paar keer gebleken”.35 Hij heeft het hier over de Riffijnse overwinning van Abdelkrim el Khattabi

op de Spaanse en Franse kolonisatoren in 1921.36 Behalve voor luisteraars die deze gebeurtenis

kennen, is deze referentie natuurlijk niet direct te begrijpen. Raymzter creëert hiermee een ingroup die het wel begrijpt, en een outgroup die het niet direct herkent. De referentie kan bij de outgroup nieuwsgierigheid oproepen en verder eigen onderzoek stimuleren. Zo kan een referentie ervoor zorgen dat de outgroup leert over een bepaalde geschiedenis. Ook gebruikt Raymzter historische referenties met betrekking tot zichzelf en zijn familie: “We kwamen hier als gastarbeiders, on the down

low wat goede hash verspreiden”, waarna hij vervolgt: “Dit klinkt misschien eenvoudig maar ze kijken me aan alsof ik vloog in de Twin Towers.” En: “Maar mijn vader had het vast nog erger, hij was een Berber, een gast uit de bergen.” Raymzter, kind van een Marokkaanse vader en een Nederlandse

moeder, verklaarde later dat het geen protestsong was, maar een boodschap die duidelijk moest maken dat niet alle Marokkanen over één kam konden worden geschoren.37

De tekst van Raymzter is een goed voorbeeld van historical revivalism. De rapper gebruikt historische feiten en gebeurtenissen om een punt te maken over discriminatie in de huidige maatschappij. Hiermee laat hij zien dat hij historisch bewustzijn heeft en dat hij dit wil delen met zijn luisteraars. Dit is publieksgeschiedenis pur sang. De term historical revivalism zal nog vaker voorkomen in dit onderzoek.

Raymzter is echter niet de enige. De Antilliaans-Nederlandse hiphopartiest Willy uit het hiphopcollectief The Opposites, rapt al in het nummer ‘Fok Jou’ in 2005: “Maar we heten niet voor niets

de Nederlandse Antillen, denk ook aan de consequenties als je met slavernij gaat beginnen”.38 Het

noemen van slavernij is geen directe historische referentie, slavernij is echter van alle tijden. Toch blijkt uit de context, Willy is Antilliaans en spreekt over de Nederlandse Antillen, dat hij in deze line doelt op de slavernij die de Nederlanders op de Antillen hebben ingesteld. Hiermee wordt dit een indirecte

34 ‘Kutmarokkanen’, Stadsarchief Amsterdam (23 april 2019)

[https://www.amsterdam.nl/stadsarchief/stukken/immigranten/kutmarokkanen/] Laatst geraadpleegd op 9-4-2020. 35 Songtekst Raymzter, ‘Kutmarokkanen’ [https://songteksten.net/lyric/1035/15107/raymzter/kut-marokkanen.html] 36 ‘Mohammed Abdelkrim El Khattabi “Abd el Krim” (1882-1963), Historiek, 2 december 2019

[https://historiek.net/mohammed-abdelkrim-el-khattabi-1882-1963/3124/] Laatst geraadpleegd op 9-4-2020. 37 ‘Kutmarokkaan vereeuwigd’, Volkskrant, 19 oktober 2002

[https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/kutmarokkaan-vereeuwigd~b8c0336c/] Laatst geraadpleegd op 8 april 2020. 38 Songtekst The Opposites, ‘Fok Jou’ [https://genius.com/The-opposites-fok-jou-lyrics]

(14)

14 historische referentie. Ook rapformatie LSD rapt in 2007 in het nummer ‘Geboren Verdachte’ met expliciet taalgebruik: “Je ziet een n****, kijkt weg, begint te beven, waarom? Het waren jouw

voorouders met die zwepen.”39 Ook dit is een indirecte historische referentie. Er worden geen namen

genoemd en de informatie valt niet te controleren. Er wordt over een algemene groep gesproken, de ‘jij’ wiens abstracte groep voorouders zwepen gebruikte. Bekend is dat plantagehouders vaak een zweep gebruikten om tot slaaf gemaakten te straffen en te martelen. De ‘jij’ wordt hier tegenover de ‘wij’ gezet, waarmee de artiest zich identificeert.

Ook rapper Winne maakt deze referenties in zijn nummers. Onder andere in het nummer ‘Winti’ uit 2018 zegt hij: “Dit is voor mijn roots, dit is voor de bush, weggelopen slaven homie. Dit is

voor het bloed, vergoten door zweepslagen, verloochend en verraden.”40 Het feit dat Winne hier naar

een gebeurtenis in het verleden verwijst, namelijk slavernij, maakt dit een indirecte historische referentie. In het nummer ‘Blond en Blauw’, ook uit 2018, zegt hij: “Terug naar het begin, je

geschiedenisboeken in, ik las theorieën van Willie Lynch. Haat en nijd lijkt de onmacht der razernij, een zwartemansgeschiedenis begon niet in de slavernij.”41 Naar verluidt schreef Willie Lynch,

plantagehouder in Virginia, in 1712 een speech met bijbehorende brief. Hierin schreef hij zijn theorieën over hoe een plantagehouder het beste zijn tot slaaf gemaakte mensen onder controle kon krijgen. Over de echtheid van deze brief en dit verhaal wordt gespeculeerd. Onder andere het noemen van de naam Willie Lynch, een bekend historisch figuur, maakt dit een expliciete en directe historische referentie.

Voorgaande citaten waren een aantal voorbeelden van historische referenties in Nederlandse hiphopteksten. Zowel Raymzter, als Willy en Winne gebruikten in deze voorbeelden geschiedenis om een punt te maken. In het geval van Winne wil hij met het betrekken van geschiedenis context en kritiek bieden op het racistische karikatuur van (zwarte) Piet. Hieraan koppelt hij zijn eigen ervaring, waarin hij beschrijft vandaag de dag nog steeds onderdrukt te worden. In alle gevallen betrekken de artiesten geschiedenis in hun tekst om hun mening over xenofobie in de Nederlandse samenleving kracht bij te zetten.

Nog een voorbeeld is het nummer ‘Het Land Van’, dat Lange Frans en Baas B schreven in 2005. Dit nummer werd enorm populair en werd alleen al op YouTube zo’n dertien miljoen keer beluisterd. Hierin rappen zij onder andere: “Kom uit het land van rood wit blauw en de gouden leeuw, plunderen

de wereld, noemen het een Gouden Eeuw.” En: “Kom uit het land waar ik in 1982 geboren ben, waar ik m’n guldens aan de euro verloren ben. Het land dat meedoet aan de oorlog in Irak, want ome Bush

39 Songtekst LSD, ‘Geboren Verdachte’ [https://songteksten.net/lyric/3615/61630/lsd/geboren-verdachte.html] 40 Songtekst Winne, ‘Winti’ [https://genius.com/Winne-winti-lyrics]

(15)

15

heeft Balkenende in z’n zak.” … “Het land dat vrij is sinds vijfenveertig.”42 In reactie op dit nummer

bracht rapper Salah Edin in 2007 een nummer uit met dezelfde naam, waarin hij kritisch rapte: “Het

land dat is opgebouwd door onze vaders,” … “Het land dat is ontstaan op de rug van slaven”, “Het land van kolonisatie en nu van bevrijden, tsja, zo kan je het vergelijken”.43

Behalve in het originele ‘Het Land Van’ van Lange Frans en Baas B zijn er weinig hiphopteksten te vinden van witte Nederlandse rappers waarin regelmatig historische referenties in voorkomen. Dit nummer is dan ook uniek in dat opzicht: de rappers maken een selectieve opsomming van de Nederlandse geschiedenis. In hun tekst zit een gevoel van trots, die zij kracht bij proberen te zetten door de mooie en minder mooie kanten van de geschiedenis te belichten. Toch blijkt dat zij daarin hele andere dingen belangrijk vinden dan niet-witte rappers. De trots is wat betreft Salah Edin misplaatst, een mening die hij kracht bijzet door te benoemen dat Nederland gebouwd is over de rug van tot slaaf gemaakten. Behalve in het nummer van Lange Frans en Baas B worden historische referenties in al deze gevallen gebruikt om onderdrukking aan te kaarten en hier verzet tegen te bieden.

Rapmuziek wordt al sinds het ontstaan ervan gebruikt om politieke onderwerpen aan te snijden. Thema’s als onderdrukking, verzet en de underdog-positie zijn universeel. Er kan een voorbeeld genomen worden aan theorieën als historical revivalism en publiekshistorische ideeën over de brede mogelijkheden van geschiedenisoverdracht in populaire cultuur. Dit geldt ook voor het belang van persoonlijke verhalen in de overdracht van historische kennis en geschiedenis in de ‘belevenismaatschappij’. Hiphop is een glocale subcultuur geworden, met thema’s als discriminatie, racisme, koloniale geschiedenis en politiek onrecht. Een globale praktijk met lokale maatschappijkritische aspecten, zoals in Nederland.

5.1 Introductie rappers

De eerste rapper wiens teksten hier onderzocht zullen worden is Akwasi. Akwasi Owusu Ansah werd geboren in 1988 en groeide op in de Bijlmer als kind van Ghanese ouders. Hij is onder andere rapper, schrijver, columnist, theatermaker, acteur en spoken-word artiest. Met andere woorden, een all-round verhalenverteller. Als rapper maakt hij muziek als solo-artiest en in de rapformatie Zwart Licht. In Zwart Licht werkt hij samen met rapper Leeroy (Leeroy Molly), en producer Hayzee (Ramon Slager). Beide performances, zowel solo als in formatie, worden in dit hoofdstuk besproken. Na het eerste succesvolle album van Zwart Licht genaamd Bliksemschicht in 2008 rondde Akwasi in 2012 een theateropleiding in Maastricht af. Het eerste theaterstuk dat hij daar maakte heette ‘Negerzoenen, blanke vla en jodenkoeken’. In 2013 presenteerde hij het NTR-programma De slavernij voorbij en vanaf 2015 was hij geregeld te zien bij De Wereld Draait Door als tafelheer en als artiest. In 2017 maakte hij

42 Songtekst Lange Frans&Baas B, ‘Het Land Van’ [https://songteksten.net/lyric/2917/52026/lange-frans/het-land-van.html] 43 Songtekst Salah Edin, ‘Het Land Van’ [https://www.songteksten.nl/songteksten/73928/salah-edin/het-land-van.htm]

(16)

16 het Schooltv-programma ReChill, voor NPO Zapp. Hierin liet hij kinderen kennis maken met mediteren. In al deze culturele rollen is het duidelijk dat Akwasi zijn Ghanese achtergrond meeneemt. In een interview in 2014 zegt hij: “Theater is wel een hele witte wereld en ik zie mezelf als een groeiende olievlek in het theaterlandschap. Ik was een van de eerste donkere personen op de opleiding die ik gedaan heb.”21 Uit een vragenronde die Akwasi hield tijdens de hiphopconferentie van het LKCA

(Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst) in Rotterdam in september 2020, bleek dat hij vanaf jongs af aan hiphopmuziek zag als zijn geschiedenisboeken. Muziek van Afro-Amerikaanse artiesten als Dead Prez leerden hem over onderwerpen die hij niet terugzag in zijn schoolboeken, zoals Panafrikanisme. Verhalen over Ghanese vrijheidsstrijders intrigeerden hem en hij vindt het vandaag de dag belangrijk om anderen ook hiermee te introduceren. Hiermee wil hij impact hebben op mensen en een zaadje in hun gedachten planten, om hiermee een gesprek aan te wakkeren. Dit vindt hij belangrijk omdat deze verhalen, over Afrikaanse geschiedenis bijvoorbeeld, niet genoeg verteld worden maar wél belangrijk zijn. Áls deze verhalen al verteld worden, zegt hij, worden ze

gewhite-washed (Bijlage c).

In 2018 werd zijn poëziebundel Laten we het er maar niet over hebben uitgegeven door Ambo

Anthos. De bundel gaat over ongemak in communicatie, voornamelijk op het gebied van racisme,

discriminatie en religie. Ook is hij sinds de oprichting van de actiegroep Kick Out Zwarte Piet in 2014 zeer betrokken bij het maatschappelijke debat rondom Zwarte Piet. Zijn activisme verwerkt hij in zijn teksten.20 Akwasi laat zien dat hij in zijn activisme een actieve voorbeeldrol aanneemt. Tijdens dit

onderzoek kwam Akwasi in opspraak door zijn toespraak tijdens de Black Lives Matter-demonstratie op De Dam in juni 2020.44 In de maanden hierna verschenen hier zowel positieve als negatieve reacties

op en werd hij zelfs bedreigd. Akwasi kwam recentelijk weer in opspraak nadat hij een interview met

Radio 1 op dwingende manier had afgebroken.45

De tweede artiest die in dit onderzoek centraal staat is Fresku. Fresku, ofwel Roy Reymound, werd in 1986 geboren te Eindhoven. Zijn moeder is Nederlands, zijn vader Antilliaans. Na op te zijn gegroeid in Eindhoven verhuisde hij op zijn zevende met zijn vader mee naar Curaçao. Na een aantal jaar keerde hij weer terug naar Nederland. Het nummer ‘Ik Ben Hier’ gaat over deze tijd, waarin hij schrijft over zijn jeugd, onzekerheden, en de relatie met zijn ouders. In 2010 schreef hij een rap genaamd ‘Brief aan Kees’, waarin hij zich direct richtte op Kees de Koning, platenbaas van TopNotch. Fresku rapt hierin over de volgens hem jammerlijke staat van de Nederlandse hiphop op dat moment. De Koning was zo onder de indruk dat Fresku bij hem een contract kreeg, wat de doorbraak en het

44 Het Parool, ‘Aangiftes tegen Akwasi na speech tijdens protest op de Dam’, 8 juni 2020

[https://www.parool.nl/amsterdam/aangiftes-tegen-akwasi-na-speech-tijdens-protest-op-de-dam~b052a5d2/] 45 NPO Radio 1, ‘Waarom wij het afgebroken interview met Akwasi hebben uitgezonden’, 8 januari 2021

(17)

17 debuutalbum van Fresku in datzelfde jaar zou betekenen. Vanuit zijn titel als Fresku heeft hij ook twee theatershows gemaakt, was hij tafelheer bij DWDD en is hij bekend om de komische video’s die hij maakte als het typetje Gino Pietermaai en Willy Keurig. Het type Gino Pietermaai is Antilliaans en dit wordt op stereotyperende en karikaturale manier duidelijk gemaakt. Zo eet hij in de video’s vooral kip, praat met een zwaar Antilliaans accent en heeft het over vrouwen. Willy Keurig is een typetje dat een Brabantse PVV-stemmer moet voorstellen. Via deze types bekritiseert hij op sceptische manier de karikaturen die hij baseert op extremen die hij ziet binnen de Nederlandse samenleving.

Fresku is minder zichtbaar in de media dan Typhoon en Akwasi, maar niet minder vocaal over zijn geschiedenis. Als tafelheer bij DWDD pleitte hij voor het belang van het introduceren van nieuwe helden, zoals de Surinaamse Tula Regaud, en niet het wissen van Nederlandse VOC-helden uit de geschiedenis. Tula Regaud leidde een opstand tegen plantagehouders in Suriname in 1795. Volgens Fresku gaat hem om balans en inclusie als het gaat om historische helden.46 In een interview met de

NTR voor het programma Het Slavernijverleden vertelde Fresku dat hij tijdens zijn jeugd op Curaçao

ook raciale ongelijkheid ervaarde. Hij zag dat de Afrikaanse cultuur nog niet echt werd geaccepteerd en omarmd. Hij raakte geïnteresseerd in het onderwerp slavernij via de vader van een kennis van hem, die allerlei boeken erover in huis had. Met behulp van deze informatie herkent hij de sporen van het slavernijverleden in het heden, die hij verwerkt in zijn teksten.47

De derde en laatste artiest die in dit onderzoek centraal staat is Typhoon, ook wel bekend als de Zwollenaar die altijd op blote voeten op het podium staat. Typhoon, ofwel Imro Glenn Lubertus Emile de Randamie, werd op 6 augustus 1984 geboren in ’t Harde, een dorp op de Veluwe. Als kind van Surinaamse ouders groeide hij op in Zwolle. Hij is één van de meest poëtische rappers van ons land, en staat bekend om zijn kwalitatief hoogstaande muziek. Als een van de weinigen is Typhoon doorgedrongen tot de mainstream media, onder andere doordat hij werkt met een band in plaats van alleen beats en een DJ. Hij is regelmatig in tv-programma’s verschenen en hij werd uitgenodigd om zijn nummer ‘Van De Regen Naar De Zon’ in de Ridderzaal op te voeren tijdens het 200-jarig bestaan van het koninkrijk in 2013. Dit was uitzonderlijk, een hiphopartiest die optreedt op zo’n formele aangelegenheid. De Ridderzaal werd gebouwd rond 1300 en was onderdeel van het Hof van Holland.48

Dat Typhoon juist hier rapte over het dubbele gezicht van de Nederlandse geschiedenis maakte dit optreden bijzonder. Zijn publiek is hierdoor enorm verbreed, maar ook door de meeste hiphopliefhebbers wordt hij nog steeds erkend als kwalitatief zeer goede rapper. In 2020 voerde hij het nummer ‘Hemel Valt’ op in het programma Na de Dam op NPO1. Dit programma werd uitgezonden

46 JOOP, ‘Rapper Fresku reageert op ‘Beeldenstorm’-debat: Waar zijn mijn helden?’, 18 januari 2018 [https://joop.bnnvara.nl/nieuws/rapper-fresku-beeldenstorm]

47 NTR De Slavernij, ‘Rapper Fresku over het slavernijverleden’, 27 augustus 2011 [https://deslavernij.ntr.nl/2011/08/27/rapper-fresku-over-het-slavernijverleden/]

(18)

18 op 4 mei en had het thema van herdenken en vrijheid. In juli van dit jaar werd bekend dat Typhoon deel ging uitmaken van een ‘adviescollege dialooggroep slavernijverleden’ van de overheid, gericht op verbinding en een bredere erkenning van dit gedeelde verleden. De oprichting hiervan was een initiatief van minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.49 Ook was Typhoon

tijdens dit onderzoek te zien in het programma Zomergasten onder leiding van Janine Abbring, waarbij ’inspirerende mensen’ gevraagd werd een avond lang fragmenten van hun keuze te laten toelichten.50

Via zijn broer Kevin, artiestennaam Blaxtar, kwam Typhoon op zijn vijftiende in contact met de Zwolse rapper Ricardo McDougal, ook wel Rico genoemd. Met rapformatie Opgezwolle, bestaand uit

Rico, Sticks (Junte Uiterwijk) en DJ en producer Delic (Peter Blom) maakte Typhoon in 2001 het

nummer ‘Als die mic aanstaat’, waarmee hij aan het grotere publiek geïntroduceerd werd. Hij zat toen nog op de middelbare school. In 2004 haalde hij zijn vwo-diploma én won hij De Grote Prijs van

Nederland in de categorie R&B en hiphop, en een jaar later tekende hij een contract bij TopNotch.

Vanaf 2006 studeerde hij een tijdje religiewetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam, en een jaar later bracht hij zijn eerste album uit genaamd Tussen Licht en Lucht dat met veel applaus werd ontvangen door luisteraars en muziekcritici. In 2008 werkte hij met Sticks en Rico samen in de succesvolle rapformatie Fakkelbrigade, in 2013 in formatie Great Minds, en in 2014 bracht hij zijn tweede album genaamd Lobi da Basi (Sranantongo voor liefde is de baas) uit. Dit album werd zeer populair. Zo werd het bijvoorbeeld al in het eerste half jaar de bestverkochte lp van 2015.22 Dat jaar

waren hij en zijn band huisband van DWDD. Na een zware burn-out bracht hij in oktober 2020 weer een nieuw album uit, genaamd Lichthuis.

Typhoon staat bekend om zijn maatschappelijke betrokkenheid. Hij is geïnteresseerd in zowel zijn persoonlijke geschiedenis, als zijn gedeelde verleden. Dit is ook te zien aan zijn deelname aan verschillende tv-programma’s over dit onderwerp. In de documentaire ‘Amsterdam, Sporen van suiker’ van Ida Does, uitgezonden in 2017, duikt hij verder in zijn familiegeschiedenis. In 2018 maakt hij met de EO het programma Typhoon in Amerika, en in 2019 vertelde hij in het programma De Verwondering van KRO-NCRV over de afschaffing van de slavernij vanuit een religieus standpunt. Hij heeft een uitgesproken mening over racisme en de Nederlandse geschiedenis. Zo zei hij in 2014 in een interview met Trouw: “Ach man, we zijn zo xenofoob en racistisch als de pest. Nederland is als een struisvogel als het gaat om het verleden. Nederland heeft wel een probleem. Terwijl dit zo’n krachtig land kan zijn.”24 Typhoon laat hier, net als Akwasi, zien dat hij het belangrijk vindt te zorgen dat mensen hun

kop uit het zand trekken. Hij neemt hiermee een activistische en publiekshistorische taak op zich. Ook

49 ‘Start dialooggroep slavernijverleden‘, Rijksoverheid (1 juli 2020)

[https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2020/07/01/start-dialooggroep-slavernijverleden] 50 ‘Typhoon in het kort‘, VPRO Zomergasten (19 juli 2020)

(19)

19 heeft hij een duidelijke mening over onze geschiedschrijving. Tegen HP de Tijd zei hij in 2015: “Laten we als land eens eerlijk zijn over onze zwarte bladzijdes.” … “Herschrijf die geschiedenisboeken eens. Waar ik me bijvoorbeeld dood aan erger, zijn de geschiedenisboeken op school. Want hoe komt het bijvoorbeeld dat er een Tweede Wereldoorlog is gekomen? Don’t come with that bullshit van een Adolf Hitler die het kwaad personifieert. Zo zwart-wit is het niet. Nee, er is een hele westerse samenleving die het idee van witte superioriteit ondersteunde en ondersteunt.”25 Typhoon geeft in zijn muziek

onder andere intieme inkijkjes in zijn romantische relaties, en rapt over ontevredenheid over zijn leven. Toch is het duidelijk dat hij zich met name veel bezighoudt met religieuze, maatschappelijke en historische onderwerpen.

5.2 Keuze corpus

Als onderzoeksobjecten worden de teksten van Akwasi, Fresku en Typhoon gebruikt. De teksten zijn geselecteerd op basis van het bevatten van indirecte of directe historische referenties. In sommige

tracks is dat één referentie, het andere nummer bevat een volledig historisch narratief. Deze teksten

komen zowel uit nummers waarop zij solo optreden, als nummers waarop zij in een andere formatie te horen zijn. Wat betreft Akwasi gaat dit vooral over de rapformatie waarin hij bekend werd, genaamd Zwart Licht. Fresku en Typhoon maken regelmatig nummers met andere artiesten samen. Sommige van de onderzochte rapteksten komen van albums en andere nummers zijn uitgebracht als losse singles of alleen op YouTube geplaatst. Samen vormen ze een datacollectie van rond de dertig teksten. Als er lyrics gebruikt worden in dit onderzoek wordt dat duidelijk aangegeven door het gebruik van een dubbele apostrof én cursieve letters. Deze songteksten staan onder auteursrecht van de artiesten en worden in dit onderzoek alleen gebruikt als onderzoeksobject.

Akwasi

Track Album

Het Gaat Goed Zo Daar Ergens, 2014

In Europa Spoken word bij DWDD, mei 2016

Sankofa Sankofa, 2020

We Komen Eraan

Je Bent Nodig (ft. Fresku en Typhoon) Superpowers

Het Komt Goed (Palm Wine)

Schoon Schip (Zwart Licht) Bliksem, 2018

(20)

20 Fresku

Track Album

Slavengedrag Los nummer, 2007

Vrijheid Los nummer, 2008

Het Beloofde Land Fresku, 2010

Is Dit Alles

Geschiedenis & Toekomst Los nummer, 2012

Omgekeerde Wereld Los nummer, 2013

Canon (Zondag met Lubach ft. Fresku) Los nummer, 2019

Wela In Het Diepe, 2020

Donkere Gedachten Los nummer, 2020

Typhoon

Track Album

Hotel Beschaving Tussen Licht en Lucht, 2007

Zendeghi

We Zijn Er Lobi Da Basi, 2014

Glenn 1984 Niets Verwacht

Van De Regen Naar de Zon

Nieuwe Notie (Sticks, A.R.T & Typhoon) Verloren Waanzin, 2018

Oud Licht Lichthuis, 2020

(21)

21

6. Analyse van de historische referenties

In dit hoofdstuk zullen de resultaten van de tekstanalyse worden gepresenteerd. Deze resultaten bestaan uit de verschillende historische referenties die Akwasi, Fresku en Typhoon in hun rapteksten hebben verwerkt. Deze referenties zullen in het volgende hoofdstuk worden geïnterpreteerd aan de hand van de eerder besproken theorieën. Omdat er teksten van drie verschillende artiesten zijn geanalyseerd zullen de referenties per artiest worden besproken. Bij elke artiest zijn er een aantal terugkerende thema’s geïdentificeerd.

6.1 Akwasi

Allereerst zullen de historische referenties in de rapteksten van Akwasi uiteen worden gezet. Deze teksten zijn onder te verdelen in een aantal hoofdthema’s. Gedurende zijn carrière spreekt Akwasi zich op regelmatige basis uit over racisme. Akwasi houdt zich al sinds het begin van zijn muziekcarrière bezig met het koloniale verleden van Nederland. Dit bespreekt hij vanuit zijn eigen perspectief. Het eerste hoofdthema is het koloniale verleden van Nederland. Ook komt het onderwerp racisme in een aantal nummers voor in een historische context. Het tweede hoofdthema is dan ook racisme in een historische context. Op zijn meest recente album, Sankofa, gaat Akwasi dieper in op zijn Ghanese achtergrond en Panafrikanisme. Hierover zegt hij zelf: “Ik had het nooit echt over Panafrikanisme of mijn eigen Ghanese roots in mijn werk. Dat is hoe Sankofa is ontstaan.” Het derde hoofdthema is Ghanese roots en Panafrikanisme.

6.1.1 Het koloniale verleden

Het nummer ‘In Europa’ van Akwasi staat niet op een album, maar werd door hem speciaal geschreven voor een ‘Europaspecial’ van het programma DWDD. Akwasi droeg dit in eerste instantie op als spoken

word-optreden. Hij duikt hierin dieper in de geschiedenis van Europa en zijn eigen positie hierin. Hij

zegt onder andere, “Mijn ouders kwamen naar Europa, deden dat voor beter leven.” Waarna hij vervolgd: “Vroeger nam Europa de ruimte onder het mom van imperialisme, kolonialisme, kapitalisme,

Darwinisme. Nu komen mensen hier en zeggen ik vergis me, dus ze blijven in het thuisland, en maken hun land beter.” En: “Ik droomde laatst over m’n opa’s opa. Niemand die dat kan verpesten. En hij vroeg me: waarom is Afrika arm? Ik zei Europa. En de wereld werd antiwesters.”. Hierna vervolgt hij: “De geschiedenis liegt er niet om, maar het heden kerft dit weg. Dus komt Europa met beloftes, nou dan vrees ik dat. Want de geest is gewillig, maar het vlees is zwak.” Dit nummer bevat indirecte

historische referenties. Akwasi geeft een inkijkje in zijn eigen familiegeschiedenis om daarmee onrechtvaardigheid en de consequenties van kolonialisme bloot te leggen. Eigenlijk presenteert hij een

(22)

22 analyse van de oorzaak dat Afrika volgens hem arm is, namelijk imperialisme, kolonialisme en kapitalisme, en het gevolg daarvan, namelijk dat onder andere zijn ouders naar Europa kwamen.

Het nummer ‘Schoon Schip’ van Zwart Licht komt van het album ‘Bliksem’ uit 2018. Naar eigen zeggen beschrijven Akwasi en Leeroy op dit album hun ervaringen als jonge zwarte mannen in Nederland. In dit nummer vertellen ze het verhaal van een tot slaaf gemaakt persoon op een VOC-schip. “Schoon schip, noem me een vrijgevochten knaap of een vrijgekochte slaaf.” “Geplukt uit z’n

eigen habitat, waar gaan we naar toe, ik weet niet, het liefst ging ‘ie terug naar z’n baby’s of naar z’n vrouw. Hij hoorde via dat hij ingeruild werd voor cacao of suiker.” “Weet je wel wat scheepslieden volop hard zeggen? Gewoon schrobben maar de vlekken blijven hardnekkig. Een schip vaar je, handel drijf je. Hij kijkt omlaag en ziet wat mannen drijven, dit is een schoon schip.” Leeroy vervolgt hierna: “Ze zien geen mensen in ons, nee, niet hetzelfde soort. Lager dan een tweederangs burger, op elkaar gedrukt. Van een koning naar een slaaf, met de zweep onderdrukt.” In deze tekst wordt een levendig en akelig

beeld geschetst van de situatie op een VOC-schip. Hiermee plaatsen Akwasi en Leeroy zich in een directe lijn met de tot slaaf gemaakten op deze boot, zij proberen zich in deze personen te verplaatsen. Ook wordt er empathie opgeroepen met de tekst. De tot slaaf gemaakte personen worden menselijk gemaakt, in plaats van slavernij door middel van cijfers te bekijken, door bijvoorbeeld te beschrijven dat zij een gezin achterlieten. Net als bij ‘In Europa’ heeft Akwasi het in deze track over het koloniale Europese verleden. Zowel imperialisme als het slavernijverleden worden besproken.

6.1.2 Racisme in een historische context

In het nummer ‘Het Gaat Goed Zo’, van Akwasi’s eerste solo-album genaamd ‘Daar Ergens’ uit 2014, komt de film La Haine aan de orde. In de tekst noemt hij: “Jusqu’ici tu va bien. Ik denk aan La Haine.

Tot nu toe gaat alles goed, ik voel me Hubert.” Akwasi verwijst hier naar een Franse film uit 1995 van

regisseur Mathieu Kassovitz. De film is gebaseerd op een waargebeurd verhaal waarbij politiegeweld tegenover zwarte jongeren het hoofdthema was. Akwasi laat met deze directe historische verwijzing zien dat hij kennis heeft van deze historische gebeurtenis. Alleen de luisteraar die de film La Haine kent, laat staan de Franse quote, zal deze referentie direct begrijpen. De dubbele laag in de referentie is dan het waargebeurde verhaal over het politiegeweld tegen zwarte jongeren.

Het tweede voorbeeld van een nummer waarin Akwasi het over de geschiedenis van racisme heeft, is een nummer van de formatie Zwart Licht. Het nummer, genaamd ‘Gunshots en Kabaal’, stond al in 2018 op het album ‘Bliksem’, maar er werd pas in november 2019 een bijbehorende videoclip van uitgebracht. Dit gebeurde in het kader van de gebeurtenissen rondom de Pietendiscussie in dat jaar. Waar de tekst van dit nummer inhoudelijk niet over geschiedenis gaat, zit de clip, geïllustreerd door kunstenaar Brian Elstak, vol met verwijzingen naar de geschiedenis. Dit initiatief spreekt loyaliteit uit

(23)

23 naar de actiegroep Kick Out Zwarte Piet en doet eer aan talloze historische figuren die te zien zijn in de video.

6.1.3 Ghanese roots en Pan-Afrikanisme

Het album Sankofa uit 2020 draait volledig om de geschiedenis van Ghana, Pan-Afrikanisme en de Afrikaanse diaspora. Akwasi beschrijft zijn leven in Nederland als zwarte afstammeling van Ghanese voorouders. Hij voelt zich duidelijk sterk verbonden met deze achtergrond. Zelf zegt hij dat zijn voornaamste doel is om impact te maken door een zaadje te planten in het hoofd van de luisteraar. Dit doet hij onder andere als het gaat om Afrikaanse geschiedenis. In het titelnummer ‘Sankofa’ rapt hij: “Man like Kwame Nkrumah, Woman like Yaa Asantewaa.” Nkrumah was de eerste minister van onafhankelijk Ghana en een van degenen die ervoor zorgden dat de naam van het land veranderde van Goudkust naar Ghana. Yaa Asantewaa was regentesse en leider van een succesvolle Ashanti-opstand tegen de Britse kolonialisten. Met deze directe historische verwijzingen doet Akwasi eer aan deze historische figuren. De genoemde personen zijn duidelijk bewust gekozen. Door Nkrumah te noemen, laat Akwasi blijken trots te zijn op onafhankelijk Ghana, in tegenstelling van Goudkust, dat ondergeschikt was aan Europese machten. Ook Yaa Asantewaa, hoewel zij een eeuw eerder leefde, is een zeer bewuste keuze. Centraal staat hier het verzet tegen koloniale machten, waarmee Akwasi zich in een traditie plaatst van Afrikaanse onafhankelijkheidsbewegingen uit de twintigste eeuw.

Op het nummer ‘We Komen Eraan’ rapt Akwasi verder “Ik red me prima in Elmina, ik doe het

zonder tolk. Werd door mijn voorouders gevolgd, bloedstollend, dacht ik eerst. Maar ze noemden mij een man van het volk. De hoorn staat symbool voor oorlog, ik ga het aan, want vóór Elmina was het Anomansah.” Ook in het nummer ‘Sweety’ van dit album zegt hij: “Ik heb roots in de Ghanese velden.”

De referenties in dit nummer zijn overwegend indirect historisch, omdat Akwasi verwijst naar abstracte voorouders en roots. Toch lijkt hij ook te verwijzen naar de lokale plaatsnaam van Elmina, Anomansah, voordat de koloniale machten op het doek verschenen. Dit maakt deze referentie expliciet.51

Wat betreft verwijzingen naar Ghana doet Akwasi ook nog een aantal quasi-historische uitspraken. Zo noemt hij in het nummer ‘Superpowers’ een bekend Ghanees symbool: “Ik kom uit het

land van de Black Stars, dus ik ben sowieso een krijger.” Het historische tintje komt hier uit het woord

‘krijger’, dat verwijst naar Afrikaanse stammen en krijgers. Dit is echter te abstract om als historische referentie te worden gezien. In ‘Het Komt Goed’ rapt hij ook nog: “Dit komt mij bekend voor, ik ben

hier al geweest. Ben een oude ziel, heb hier dus allang geleefd.” Deze track gaat over zijn bezoek aan

Ghana. Hier suggereert Akwasi naar een verleden waar zijn ziel al in Ghana heeft geleefd.

(24)

24

6.2 Fresku

Als tweede zullen de historische referenties in het werk van rapper Fresku uiteengezet worden. De thema’s waar de referenties in zijn onderverdeeld komen deels overeen met die in de vorige paragraaf. Waar de Ghanese achtergrond van Akwasi pas op het album Sankofa echt aan bod kwam, spreekt Fresku al in zijn vroegste werk over zijn Antilliaanse afkomst. Als hij het over Curaçao spreekt in zijn teksten, is dit echter eigen altijd in de context van het koloniale verleden. Dit is dan ook het eerste hoofdthema. Ten tweede maakt Fresku in een aantal nummers duidelijk dat hij vindt dat het beeld dat geschetst wordt van het nationale verleden onvolledig is. Hij vertelt wat eraan schort in een aantal teksten die vallen onder het thema nationaal narratief. Ook spreekt Fresku zich uit over wereldproblematiek in een historische context.

6.2.1 Het koloniale verleden

In het nummer ‘Slavengedrag’ uit 2007 rapt Fresku: “Onverkochte slaven gelaten op een eiland, ja, we

zijn die onverkochte slaven, door Nederlanders achtergelaten voor Gods genade.” In het nummer

‘Vrijheid’ uit 2008 gaat het ook over Curaçao: “Als hij jou vertelt dat jouw geschiedenisverhaal in

Curaçao begon.” “We zijn beroofd van ons verleden, diamanten, goud en brons.” “Ik vergelijk slavendrijvers met een automonteur, hij steelt je weg, breekt je af en bouwt je om. Dus kijk terug en zoek de oorsprong die de slavendrijvers van ons af hebben gepakt voor een voorsprong, op onze rug te bouwen dankzij slavernij.” Later in dit nummer presenteert Fresku een oud Afrikaans gezegde: “Een oud Afrikaans gezegde luidt: ‘totdat de leeuw zijn eigen geschiedschrijver heeft, zal de jager held zijn’, Fresku, zoek je geschiedenis op, zoek jezelf, dit is niet wie we zijn!’. In allebei de nummers maakt Fresku

indirecte historische referenties. Fresku spreekt op abstracte wijze over het proces van het aankomen van Nederlanders op Curaçao en wijst de luisteraar op gesimplificeerde wijze op de gevolgen van slavernij tot vandaag de dag. Hij insinueert dat de bewoners van het huidige Curaçao tot slaaf gemaakte mensen zijn, of hun afstammelingen, die toentertijd niet verkocht werden. Fresku beschrijft het eiland als volledig uitgemolken door Nederlandse kolonisten en benadrukt het belang van je eigen geschiedenis kennen.

In het nummer ‘Is Dit Alles’ van het album ‘Fresku’ uit 2010 rapt hij uit het oogpunt van een tot slaaf gemaakt persoon: “Wat ik in Afrika was, ben ik nu niet meer. Wie zal ik zijn meester, zegt het,

aan jou de eer. Mijn God was volgens hun de God van de heidenen, door slavernij bekeerd tot Jezus, dus ze ‘bevrijdden’ me, althans dat zeiden ze, maar feitelijk was amen en halleluja zeggen tegen hun voor mij het veiligste.” In een vogelvlucht gaat hij door de tijd. “1863, slavernij is afgeschaft, maar alles wat ik was, is van me afgepakt, Voelde me vrij omdat ik geen ketting om had, maar als kennis macht is, is gebrek aan kennis onmacht.” Hij spreekt over hoe de omgang met tot slaaf gemaakten invloed

(25)

25

bij zijn gebleven, spoken van het verleden. Als mijn kindjes disciplineren door ze klappen te geven, want vroeger sloeg ik m'n kind zodat m'n baas het niet deed.” Via indirecte historische verwijzingen laat

Fresku zien dat hij kennis heeft van de manier waarop de slavernij tot stand kwam. Dit laat hij onder andere zien door te verwijzen naar christelijke missionarissen, die werden ingezet om de ‘heidense’ tot slaaf gemaakte personen tot het Christendom te bekeren. Ook suggereert Fresku dat ook het fysieke geweld dat hierbij werd gebruikt vandaag de dag nog steeds consequenties heeft. Het algemene idee dat nazaten van tot slaaf gemaakte mensen hier eeuwen later nog last van kunnen hebben, transgenerationeel trauma genoemd, bestaat wel degelijk. Het is niet duidelijk over hoeveel generaties dit precies gaat. Ook zonder duidelijke genetische overdracht kan de herinnering aan slavernij op symbolische wijze en via oral history eeuwenlang overgedragen worden. Hoe dichtbij dit in feite nog kan zijn, laat Fresku zien in het nummer ‘Wela’, wat grootmoeder betekent in het Papiaments. Hier betrekt Fresku het slavernijverleden op hem persoonlijk: “Bazin van het gezin, een

hart van een leeuwin. Jouw eigen grootmoeder was een slavin.”

Ook in het nummer ‘Donkere Gedachten’ dat Fresku uitbracht in het kader van de Black Lives

Matter-protesten in 2020, zegt hij: “Ik ben een beest, volgens jou nooit eens mens geweest. En nu dat ik rel wil je beroep doen op m’n ‘mensen ways’.” Hij vervolgt: “Sinds dag één was je bang, je knie is altijd op m'n nek geweest. Erken het eens, alle pijn, alle moord, alle genocide, alles wat je roofde van m’n soort: grondstoffen, de verkrachtte en gebroken gezinnen.” “Erken de rijkdom die ik had en nooit meer ga vinden, omdat je alles doelgericht investeerde om zomaar op me te teren. Profiteren door mij gewoon te forceren gratis te werken zodat jij ervan kapitaliseerde, en vervolgens mij als minder dan niks portretteerde. Totdat het beeld zich rond de hele wereld manifesteerde, als een luie, domme, onderontwikkelde zwarte ‘n****’.” In deze track heeft Fresku het nogmaals over de abstracte ‘jij’ en

‘wij’.

6.2.2 Nationaal narratief

In het nummer ‘Geschiedenis en Toekomst’ samen met Tim Beumers uit 2012 spreekt Beumers als de stem van ‘de geschiedenis’ en Fresku als ‘de toekomst’. Zo rapt Beumers: “Dit is Rembrandt, Piet Hein,

Willem van Oranje, de Beeldenstorm, oorlog, de koning van Hispanje.” Fresku reageert: “Dit zijn Chinezen aan de macht, dit zijn de polen gesmolten, dit zijn sirenes in de nacht, alle gelovigen zondigen.” Daarna klinkt het refrein als volgt: “De vraag is, wat doe je vandaag, en ik zeg je nu, dit is geschiedenis en de toekomst, classic.” In het nummer rappen de twee heren dus over en weer en laten

ze de luisteraar nadenken over historische dynamiek en de impact van individuele daden. Fresku, sprekend als de toekomst, zegt: “Dit is een dode Obama, dit zijn de jankende straten, dit is de zoon van

Osama en Nederland onder water.” Om de informatie in perspectief te plaatsen eindigt Fresku het

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Omdat de aarde lichtjes schuin naar de zon staat, worden het noordelijk halfrond en zuidelijk halfrond niet gelijkmatig met zonlicht beschenen.. Aangezien wij op het

Voor het versturen van post naar NAPO 800 moet u eerst kijken naar de algemene voorwaarden (www.defensie.nl/onderwerpen/thuisfront/post) waar een NAPO zending aan moet voldoen..

Voor het versturen van post naar NAPO 79 moet u eerst kijken naar de algemene voorwaarden (www.defensie.nl/onderwerpen/thuisfront/post) waar een NAPO zending aan moet voldoen..

Voor het versturen van post naar NAPO 20 moet u eerst kijken naar de algemene voorwaarden (www.defensie.nl/onderwerpen/thuisfront/post) waar een NAPO zending aan moet voldoen..

Voor het versturen van post naar NAPO 88 moet u eerst kijken naar de algemene voorwaarden (www.defensie.nl/onderwerpen/thuisfront/inhoud/post) waar een NAPO zending aan moet

Voor het versturen van post naar NAPO 628 moet u eerst kijken naar de algemene voorwaarden (www.defensie.nl/onderwerpen/thuisfront/post) waar een NAPO zending aan moet voldoen..

Voor het versturen van post naar NAPO 654 moet u eerst kijken naar de algemene voorwaarden (www.defensie.nl/onderwerpen/thuisfront/inhoud/post) waar een NAPO zending aan

Voor het versturen van post naar NAPO 608 moet u eerst kijken naar de algemene voorwaarden (www.defensie.nl/onderwerpen/thuisfront/post ) waar een NAPO zending aan moet voldoen..