• No results found

Koeien reageren verschillend op hittestress

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Koeien reageren verschillend op hittestress"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● 41 Praktijkonderzoek 2000-4 Hittestress

De optimale omgevingstemperatuur voor een koe ligt tussen de 5oC en 20oC. Als het langere tijd boven de 25oC is dan spreekt men van hitte-stress. Een koe weet zich geen raad met deze hoge temperaturen en moet zich aanpassen, hetgeen problemen met zich mee kan brengen. De effecten worden erger naarmate de lucht-vochtigheid hoger is. Goed management is tij-dens deze periodes van groot belang.

In 1995 en 1997 was sprake van een warme zomer. Een groot aantal veehouders had te maken met een stijging van het tankmelkcelge-tal. In deze zomers was een piek (13 % en 8 % respectievelijk t.o.v. jaargemiddelde van 5 %) in het aantal bedrijven dat een korting kreeg voor het tankmelkcelgetal (> 400.000 cellen/ml.). 1996 diende als controle jaar, omdat het een koele zomer had. Gekeken is naar de verschil-len in melkgift en celgetal en de relatie met leef-tijd en productie. Aangezien de melkproductie en het celgetal beïnvloed worden door leeftijd, lactatiestadium en bedrijfseffect, wordt hiervoor gecorrigeerd bij de berekeningen.

Celgetal stijgt sneller bij hoogproductieve koeien

In figuur 1 is te zien dat het gemiddelde koecel-getal steeg. Ook in 1996 steeg het celkoecel-getal, hoe-wel dat jaar geen sprake was van hittestress. Koeien die vóór de hittestressperiode gemiddeld meer dan 35 liter per dag produceerden, had-den de hoogste stijging (21 %). Bij de dieren die minder dan 20 liter per dag produceerden, steeg het celgetal nauwelijks. Daarnaast bleek dat oudere koeien (vierdekalfs en ouder) de hoogste stijging van het celgetal hadden (28 %). Jongere dieren hadden over het algemeen weinig celge-talstijging.

Melkproductie daalt bij alle leeftijdsgroepen In figuur 2 is te zien dat de gemiddelde dagpro-ductie daalt in periodes waarin het gemiddelde celgetal stijgt. Opvallend was een sterkere daling van de melkgift in 1997 t.o.v. 1995, ter-wijl beide zomers warm waren. Een mogelijke oorzaak voor dit verschil is dat de hittestresspe-riode in 1997 (augustus) een maand later was dan in 1995 (juli). Naarmate de zomer vordert,

Koeien reageren verschillend op

hittestress

Judith Poelarends, Henk Hogeveen, Judith Verstappen-Boerekamp, Otlis Sampimon en Hans Miltenburg (GD)

Koeien reageren verschillend tijdens perioden met hoge temperaturen. Er is echter niet zoveel bekend over de koefactoren die een rol spelen bij hittestress. Om de koefactoren te achterhalen die een rol spelen bij een stijging en/of daling van koecelgetal en melkgift zijn de melkcontrolege-gevens van 47 willekeurig gekozen bedrijven in de jaren 1995, 1996 en 1997 geanalyseerd.

Figuur 1 Het gemiddelde koecelgetal in de

periode vóór en tijdens hittestress*)

*)In 1996 was er geen sprake van hittestress 150 130 110 90 70 1995 1996 1997 Celgetal in cellen/ml. (x 1000) vóór tijdens

Figuur 2 De melkproductie per dag in de

periode vóór en tijdens hittestress*)

*)In 1996 was er geen sprake van hittestress 27 26 25 23 24 22 21 20 19 1995 1996 1997 Melkproductie l/dag vóór tijdens

(2)

42

● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●

Praktijkonderzoek 2000-4

neemt de kwaliteit van gras af. De hittestress periode in 1997 kan daarom meer effect hebben gehad, door de mogelijk lagere drogestofopna-me door de koeien (bij weidegang).

De melkproductiedaling vertoonde geen relatie met de leeftijd van de koe. Alle leeftijdsgroepen daalden relatief evenveel in melkproductie tij-dens de hittestressperiode. De hoogproductieve koeien vertoonden de grootste daling in melk-gift. Bijvoorbeeld een koe die voor de

hittestres-speriode een dagproductie had van 35 liter, pro-duceerde tijdens de hittestress periode gemid-deld 4,5 liter minder per dag.

Management heeft invloed op hittestress Naast koefactoren spelen ook managementfac-toren een rol bij de mate waarin hittestress pro-blemen kan veroorzaken. Na de warme periode in 1997 zijn twee groepen van ruim 200 bedrij-ven samengesteld. De ene groep bedrijbedrij-ven had

Tabel 1 Belangrijkste resultaten uit de enquête naar hittestress en management

Bedrijven zonder Bedrijven met

celgetalstijging celgetalstijging

Aantal koeien (gemiddeld) 50 43

Grupstal (aantal bedrijven) 35 50

Ligboxen (aantal bedrijven) 112 96

Gemiddeld aantal uren buiten overdag:

Totaal 8,3 9,5

Grupstal 9,7 10,7

Ligboxenstal 7,9 8,8

Aanpassingen (totaal) 44 35

Aanpassingen (beweiding) 27 11

Melkvee voelt zich thuis bij temperaturen van ongeveer 5-20oC. Problemen met hittestress kunnen zich voordoen wanneer de temperatuur zich gedurende langere tijd boven de 25oC bevindt. Effecten worden erger naarmate de luchtvochtigheid hoger is (zie figuur).

De algemene weerstand van een koe kan afnemen doordat de dieren te weinig energie opne-men, terwijl ze eigenlijk meer nodig hebben. Dit kan leiden tot problemen met gezondheid, waaronder uiergezondheid. Een veranderd gedrag (zoals samendrommen op plaatsen met scha-duw) leidt ook tot een hogere infectiedruk.

Geen problemen Gevaar Noodsituatie Opletten 5 15 25 35 45 55 65 75 85 95 34 32 30 28 26 24 Temperatuur (C) Luchtvochtigheid (%)

(3)

43

● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●

Praktijkonderzoek 2000-4

een tankcelgetalstijging van meer dan 150.000 cellen/ml in de warme periode. De andere groep had geen celgetalstijging in dezelfde periode. Beide groepen bedrijven ontvingen een enquête met vragen over hun bedrijfsvoering voor, tijdens en na de periode van hittestress. Beide groepen bedrijven waren vergelijkbaar wat betreft hun tankmelkcelgetal in de periode voorafgaande aan de hoge temperaturen. Opvallend was dat vooral de bedrijven met een laag tankmelkcelgetal een duidelijker celgetal-stijging hadden dan bedrijven met een hoger tankmelkcelgetal.

Over het algemeen waren de bedrijven met een stijging van het tankmelkcelgetal iets kleiner dan de bedrijven die geen celgetalstijging had-den (zie tabel 1). Tevens waren er relatief veel grupstalbedrijven in de groep met celgetalstij-ging. Beide onderdelen hebben met elkaar te maken. Zo zal op een klein bedrijf een koe met een celgetalstijging meer invloed hebben op het tankmelkcelgetal dan op een groot bedrijf. Bedrijven met een grupstal zijn vaak kleiner dan bedrijven met een ligboxenstal. Grupstallen zijn vaak ook ouder, zodat de ventilatie minder opti-maal is. Hierdoor is de stal minder geschikt om de koeien overdag op te stallen, wat een goede maatregel ter preventie van hittestress is. Dit bleek ook uit de cijfers. Er waren duidelijke ver-schillen tussen de twee groepen bedrijven voor de weidegang. Op de bedrijven zonder celgetal-stijging waren de koeien overdag gemiddeld 8,3 uur buiten en op de bedrijven met celgetalstij-ging 9,5 uur. Deze getallen waren hoger voor de bedrijven met een grupstal. Zowel op de bedrijven met en zonder celgetalstijging werden veranderingen op het gebied van voervoorzie-ning en weidegang uitgevoerd. De dieren over-dag naar binnen halen bleek effectief te zijn. Op de 27 bedrijven zonder celgetalstijging werden de koeien overdag meer binnen gehouden. Slechts 11 bedrijven mét een celgetalstijging hielden de koeien overdag binnen.

In watervoorziening, aanwezigheid van scha-duw, melkmethode etc. kon geen duidelijk

ver-schil tussen de bedrijven gedurende de hitte-stress periode worden vastgesteld.

Conclusies

Koeien reageren verschillend tijdens periodes met hoge temperaturen. Wat betreft daling in melkproductie was er geen verschil tussen de leeftijdsgroepen. De stijging in celgetal werd voornamelijk waargenomen bij de oudere koeien. Daarnaast bleek dat vooral de hoog-productieve koeien een daling in melkgift en stijging in celgetal vertonen. Geconcludeerd kan worden dat er wel degelijk verschillen zijn tussen koeien in hun reactie op hittestress. Koe-factoren zoals leeftijd en productie zijn belangrijk.

Voor een goed management lijkt aanpassing van de weidegang de meest effectieve wijze om negatieve effecten van hittestress te voorkomen. Hierbij is het belangrijk dat dieren gedurende de hete periodes van de dag binnen zijn in een goed geventileerde stal. Een goede drinkwater-en voedervoorzidrinkwater-ening blijft daarnaast belang-rijk.

Overdag binnen halen van koei-en kan effectief zijn bij warm weer.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Blokdijk onlangs nog via zijn artikel in Het Financieele Dagblad, waarin hij betoogde dat openbare accountants geen rol zouden moeten ver­ vullen bij het vaststellen van een al of

Bij het nadenken over de verantwoordelijkheid van de accountant voor het ontdekken van fraude ontkomt men niet aan een diepgaande bezinning op de mogelijkheden hiertoe, alsmede de

The following specific conclusions could be drawn from the results:  Surface areas for chars prepared at temperatures above 280°C were as high as 100 m2  Biochars prepared in

DE LUCHT, WELKE DOOR DE VENTILATOR WORDT AANGEZOGEN, GAAT DUS VIA 'DE STOOKBUIS NAAR HET ACHTEREIND VAN DE TROMMEL, WAAR HET GRAS WORDT TOEGEVOERD, GAAT DAN MET HET MATERIAAL OM

Tot nu toe kon hier- over door de negen EEG-landen geen overeenstemming bereikt worden.*omdat het prijspeil in Nederland volledig afhankelijk is van de Franse markt zijn

D« oorzaak van d« Ingo opbrengst bij lïota is reeds T O naald« Dü lage opbrengst op 24 februari bij da volgno's 4 (Keoro), 5 (Saxa) en 10 (lïota) ia «en gevolg van het

Vrijwel alle Shell- klanten zijn vriendelijk en hebben begrip voor

Hittekaarten zijn te gebruiken voor meerdere doelen en geven op diverse schalen informatie weer over de mate van hitte, gevolgen van hitte of mogelijkheden om hitte aan te