• No results found

Screening van effectiviteit en fytotoxiciteit insecticiden tegen koolmot : verslag van de proeven in 2011

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Screening van effectiviteit en fytotoxiciteit insecticiden tegen koolmot : verslag van de proeven in 2011"

Copied!
32
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Marian Vlaswinkel

Screening van effectiviteit en fytotoxiciteit

insecticiden tegen koolmot

Verslag van de proeven in 2011

Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR

Business Unit Akkerbouw, Groene Ruimte en Vollegrondsgroenten PPO nr. 3250205700 Januari 2012

(2)

© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving 2

© 2012 Wageningen, Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO) onderzoeksinstituut Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een

geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DLO.

Voor nadere informatie gelieve contact op te nemen met: DLO in het bijzonder onderzoeksinstituut Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, Business Unit Akkerbouw, Groene Ruimte en Vollegrondsgroenten.

DLO is niet aansprakelijk voor eventuele schadelijke gevolgen die kunnen ontstaan bij gebruik van gegevens uit deze uitgave.

Dit is een vertrouwelijk document, uitsluitend bedoeld voor intern gebruik binnen PPO dan wel met toestemming door derden. Niets uit dit document mag worden gebruikt, vermenigvuldigd of verspreid voor extern gebruik.

Dit projectrapport geeft de resultaten weer van het onderzoek dat het Praktijkonderzoek Plant & Omgeving heeft uitgevoerd in opdracht van:

Postbus 280

2700 AG Zoetermeer

Projectnummer: 3250205700

Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR

Business Unit Akkerbouw, Groene Ruimte en Vollegrondsgroenten

Adres : Edelhertweg 1, Lelystad : Postbus 430, 8200 AKLelystad Tel. : 0320 – 29 11 11

Fax : 0320 – 23 04 79 E-mail : infoagv@ppo.dlo.nl Internet: www.ppo.dlo.nl

(3)

Inhoudsopgave

pagina SAMENVATTING... 5  1  INLEIDING ... 7  1.1  Probleemstelling ... 7  1.2  Doelstelling(en) en afbakening ... 7  2  PROEFOPZET ... 9  2.1  Proefveldgegevens en uitvoering ... 9  2.2  Spuitomstandigheden ... 9  2.3  Waarnemingen ... 10  3  RESULTATEN BLOEMKOOL ... 11 

3.1  Percentage planten met rupsen en schade ... 11 

3.2  Fytotoxiciteit ... 15 

3.3  Behandeling met schimmel ... 16 

4  RESULTATEN CHINESE KOOL ... 17 

4.1  Percentage planten met rupsen en schade ... 17 

4.2  Fytotoxiciteit ... 18 

5  CONCLUSIES ... 19 

BIJLAGEN ... 21 

Bijlage 1. Proefschema ZW3871 Chinese kool ... 21 

Bijlage 2. Proefschema ZW3870 Bloemkool ... 23 

Bijlage 3. Weersomstandigheden rond tijdstip van spuiten ... 25 

Bijlage 4. Resultaten per veldje bloemkool Westmaas ... 27 

(4)
(5)

Samenvatting

De rupsen van het koolmotje (Plutella Xylostella) zorgen regelmatig voor schade aan koolgewassen. In het verleden werd hiervoor o.a. Nomolt gebruikt. Dit middel is sinds 2010 niet meer toegelaten. Hierdoor wordt het lastig dit insect effectief te bestrijden. Daarom zijn in opdracht van het Productschap Tuinbouw diverse middelen met elkaar vergeleken in bloemkool en Chinese kool. Bloemkool is gekozen, omdat resultaten van dit gewas geëxtrapoleerd mogen worden naar alle andere koolgewassen. Chinese kool is gekozen om de fytotoxiciteit in dit gewas te testen, zodat de middelen ook daar mogelijk in toegelaten kunnen worden. Doel van het onderzoek is om één of meerdere perspectiefvolle middelen ter bestrijding van schade door koolmot te vinden. Het onderzoek heeft zich gericht op het toetsen van een aantal perspectiefvolle chemische middelen. Uit de proeven uitgevoerd in 2011 op PPO Westmaas in bloemkool en Chinese kool bleek dat alle geteste middelen effect hadden. Ze hadden allemaal betrouwbaar minder planten met koolmot en schade door koolmot dan onbehandeld. Na drie bespuitingen waren er in object A geen koolmotten en was er geen schade door koolmot aanwezig. Object A was betrouwbaar beter dan

onbehandeld, object B, object E, Xentari en Turex. Er was bij geen van de geteste middelen gewasschade zichtbaar. Middel B bleek in Chinese kool ook enige werking tegen mineervlieg te hebben.

Er is ook een biologisch middel op kleine schaal getest door het bij de plantvoet te gieten. Hier kunnen nog geen duidelijke uitspraken over gedaan worden, omdat het gewas al vrij groot was toen het middel is uitgetest. Wel bleek de koolmot niet bestreden te worden als het middel over het gewas gespoten werd.

(6)
(7)

1

Inleiding

1.1 Probleemstelling

De rupsen van het koolmotje (Plutella Xylostella) zorgen regelmatig voor schade aan koolgewassen. Het koolmotje is een trekvlinder en migreert met name bij warm weer en zuidenwind in grote aantallen naar o.a. Nederland. De eerste generatie van de mot verschijnt meestal in de maanden mei en juni. De tweede generatie verschijnt in augustus en is talrijker dan de eerste. De gele eieren worden aan de onderzijde van bladeren van koolplanten gelegd. De rupsjes zijn eerst geel en later helder groen met een gelig kopkapsel. In het eerst stadium eten ze voornamelijk van de opperhuid van het blad, later eten ze gaten in het blad of de spruiten.

Bestrijding van het koolmotje richt zich in eerste instantie op de rups van het koolmotje. Echter later in het seizoen zijn de rupsen moeilijk te raken.

In het verleden werd hiervoor o.a. Nomolt gebruikt. Dit middel is sinds 2010 niet meer toegelaten. Hierdoor wordt het lastig dit insect effectief te bestrijden.

Daarom zijn in opdracht van het Productschap Tuinbouw diverse middelen met elkaar vergeleken in bloemkool en Chinese kool. Bloemkool is gekozen omdat resultaten van dit gewas geëxtrapoleerd mogen worden naar alle andere koolgewassen. Chinese kool is gekozen om de fytotoxiciteit in dit gewas te testen zodat de middelen ook daar mogelijk in toegelaten kunnen worden.

1.2 Doelstelling(en) en afbakening

Doel van het onderzoek is het vinden van één of meerdere perspectiefvolle middelen ter bestrijding van schade door koolmot. Het onderzoek richt zich op het toetsen van een aantal perspectiefvolle chemische en/of biologische middelen in het gewas bloemkool. Vanuit het gewas bloemkool is een toelating naar andere koolgewassen eenvoudig te realiseren. Om ook tot een toelating in het gewas Chinese kool te komen, wordt in dit gewas de fytotoxiciteit bepaald.

De druk van de koolmot is niet ieder jaar even hoog. De proeven worden uitgevoerd in het Zuidwesten en daar is er meestal wel flinke druk van dit insect aanwezig.

(8)
(9)

2

Proefopzet

2.1 Proefveldgegevens en uitvoering

Op PPO Westmaas werd een perceel met bloemkool aangelegd en een perceel met Chinese kool. Beide percelen werden op hetzelfde tijdstip gespoten. In tabel 1 worden de objecten weergegeven.

Tabel 1.Objecten bloemkool en Chinese kool (ZW3870 + ZW3871, Westmaas, 2011).

Object Middel Dosering (L/ha) Spuittijdstip

O Onbehandeld Onbehandeld

A 125 ml/ha T1, T2 en T3

B 1,5 kg/ha T1, T2 en T3

C Karate Zeon + Agral Gold 0,05 + T1, T2 en T3

D Steward* 85 gr/ha T1, T2 en T3

E 85 gr/ha T1, T2 en T3

F Xentari 1 kg/ha T1, T2 en T3

G Turex 1 kg/ha T1, T2 en T3

H Tracer** 0,2 l/ha T1, T2 en T3

*niet toegelaten in Chinese kool

**niet toegelaten in Chinese kool; mag wel op trayplaat in Chinese kool

Bloemkool Chinese kool

Plantdatum: 10 mei 11 mei

Ras: Korlanu Manoko Oogstdatum: Half Juli 5 juli

2.2 Spuitomstandigheden

De proef is gespoten met de CHD-spuit. Als doptype is Leghler ID 120-02 gebruikt en een druk van 3 bar. De gebruikte hoeveelheid water was 300 liter/ha.

In tabel 2 en 3 staan de weersomstandigheden tijdens het spuiten.

Tabel 2. Weersomstandigheden tijdens het spuiten bij bloemkool (ZW3870, Westmaas, 2011). spuit-

datum

Tijdstip temperatuur (°C) RV (%) wind-richting wind-snelheid (m/s) bewolking T1 03-06 9:00 16,9 87 NO 5 Onbewolkt T2 10-06 11:30 18,5 60 ZW 0,3 Zwaar bewolkt

T3 02-07 10:10 14,2 86 NNW 4,2 Half tot zwaar bewolkt

Tabel 3. Weersomstandigheden tijdens het spuiten bij Chinese kool (ZW3871, Westmaas, 2011). spuit-

datum

Tijdstip temperatuur (°C) RV (%) wind-richting wind-snelheid (m/s) bewolking T1 03-06 10:00 19 60 NO 5 onbewolkt T2 10-06 10:30 17 65 ZW 0,3 Zwaar bewolkt

De Chinese kool is op T3 niet meer gespoten omdat dit gewas bijna oogstbaar was. In bijlage 3 staan de weersgegevens rond het tijdstip van spuiten.

(10)

© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving 10

2.3 Waarnemingen

Bloemkool

Van 25 planten per veldje werd voor bespuiting het aantal rupsen per plant bepaald en ook het percentage planten met schade. Er werd tevens genoteerd welke rups er in de plant voor kwam. Deze waarnemingen werden verder na iedere bespuiting uitgevoerd.

Aan de hand hiervan is het percentage planten met rupsen en schade bepaald. Verder is gekeken of er gewasschade in het gewas op trad.

Chinese kool

Bij Chinese kool is alleen op tijdstip van oogst van 10 kolen het aantal planten met rups en de schade bepaald. Er werd teven genoteerd welke rups er in de plant voor kwam. Ook is hier gekeken naar aantasting door koolvlieg. Het was namelijk de bedoeling bij dit gewas alleen te kijken naar de fytotoxiciteit. Verder is gekeken of er gewasschade in het gewas op trad.

(11)

3

Resultaten bloemkool

3.1 Percentage planten met rupsen en schade

De druk van de koolmot was afgelopen jaar niet erg hoog. Begin juni leek het erop of er een piek zou komen, maar deze is ook laag gebleven. Eind juni leek het er weer even op of de druk toe zou nemen. Toen was er wel meer schade dan van de eerste piek, maar de druk was nog niet erg hoog.

In tabel 4 tot en met 7 zijn de resultaten in bloemkool weergegeven. De data per veldje zijn weergegeven in bijlage 4.

Tabel 4. Percentage planten met koolmot- en klein koolwitjerupsen en percentage planten met schade op

31 mei en 9 juni 2011, en standcijfer op 9 juni.

*niet toegelaten in Chinese kool

**niet toegelaten in Chinese kool; mag wel op trayplaat in Chinese kool

De behandelingen met verschillende letters zijn statistisch betrouwbaar verschillend van elkaar in 95% van de gevallen. Uit tabel 4 blijkt dat op 9 juni de toets objecten minder planten met koolmot hadden dan onbehandeld en Karate Zeon + Agral Gold meer planten met koolmot hadden dan de andere objecten.

Onbehandeld 3.8 a 11.3 a 8.7 a 1.3 a 7.4 a A 3.8 a 2.5 bc 7.5 a 0.0 a 7.3 a B 2.5 a 3.8 bc 13.7 a 0.0 a 7.3 a Karate Zeon + Agral Gold 7.5 a 7.5 a 11.2 a 0.0 a 7.3 a Steward* 3.8 a 2.5 bc 7.5 a 0.0 a 7.0 a E 7.5 a 2.5 bc 13.7 a 0.0 a 7.8 a Xentari 5.0 a 0.0 c 7.5 a 0.0 a 7.0 a Turex 8.8 a 1.3 bc 6.2 a 0.0 a 7.8 a Tracer** 12.5 a 1.3 bc 17.5 a 0.0 a 7.5 a LSD (5%) ‐ 6.67 ‐ ‐ ‐ 9‐jun 31‐mei

% koolmot % schade % klein koolwitje cijfer % koolmot

(12)

© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving 12

Tabel 5. Percentage planten met kooluil-, klein koolwitje en koolmotrupsen en percentage planten met

schade op 21 juni 2011.

*niet toegelaten in Chinese kool

**niet toegelaten in Chinese kool; mag wel op trayplaat in Chinese kool

De behandelingen met verschillende letters zijn statistisch betrouwbaar verschillend van elkaar in 95% van de gevallen. Uit tabel 5 blijkt dat op 21 juni het percentage planten met schade bij object A, Karate Zeon + Agral Gold, object E en Tracer betrouwbaar lager is dan bij onbehandeld.

Tabel 6. Percentage planten met rupsen en percentage planten met schade op 28 juni 2011.

*niet toegelaten in Chinese kool

**niet toegelaten in Chinese kool; mag wel op trayplaat in Chinese kool

De behandelingen met verschillende letters zijn statistisch betrouwbaar verschillend van elkaar in 95% van de gevallen. Uit tabel 6 blijkt dat op 28 juni object A, Karate Zeon + Agral Gold en object E betrouwbaar minder planten met schade hebben dan onbehandeld en Steward. Object A had betrouwbaar minder planten met schade dan Turex. Tussen de andere objecten zaten er geen betrouwbare verschillen.

Onbehandeld 1.0 a 0.0 a 7.0 a 16.0 a A 0.0 a 0.0 a 0.0 b 5.0 b B 0.0 a 0.0 a 2.0 b 9.0 ab Karate Zeon + Agral Gold 0.0 a 0.0 a 1.0 b 5.0 b Steward* 0.0 a 0.0 a 1.0 b 12.0 ab E 0.0 a 0.0 a 0.0 b 6.0 b Xentari 0.0 a 0.0 a 1.0 b 9.0 ab Turex 0.0 a 0.0 a 1.0 b 9.0 ab Tracer** 0.0 a 0.0 a 1.0 b 4.0 b LSD (5%) ‐ ‐ 4.10 8.40

% kooluil % klein koolwitje % koolmot % schade

21‐jun Onbehandeld 0.0 a 3.0 a 15.0 ab 0.0 a 5.0 a A 0.0 a 0.0 a 2.0 d 0.0 a 0.0 b B 0.0 a 1.0 a 7.0 bcd 0.0 a 1.0 b Karate Zeon + Agral Gold 0.0 a 0.0 a 3.0 cd 0.0 a 0.0 b Steward* 1.0 a 5.0 a 19.0 a 0.0 a 0.0 b E 0.0 a 1.0 a 4.0 cd 0.0 a 0.0 b Xentari 0.0 a 2.0 a 6.0 bcd 0.0 a 0.0 b Turex 0.0 a 6.0 a 12.0 abc 0.0 a 1.0 b Tracer** 0.0 a 2.0 a 6.0 bcd 0.0 a 0.0 b LSD (5%) ‐ ‐ 9.08 ‐ 2.91 28‐jun

(13)

Tabel 7. Percentage planten met koolmot- kooluil- en klein koolwitjerupsen en percentage planten met

schade op 7 juli en 19 juli 2011.

*niet toegelaten in Chinese kool

**niet toegelaten in Chinese kool; mag wel op trayplaat in Chinese kool

De behandelingen met verschillende letters zijn statistisch betrouwbaar verschillend van elkaar in 95% van de gevallen. Uit tabel 7 blijkt dat op 7 juli onbehandeld betrouwbaar meer planten met koolmot heeft dan de andere objecten. Object A had betrouwbaar minder planten met koolmot dan object E en onbehandeld. Wat betreft planten met schade had onbehandeld op 7 juli betrouwbaar meer planten met schade. Object A en Karate Zeon + Agral Gold hadden betrouwbaar minder planten met schade dan de andere objecten m.u.v. Steward en Tracer.

Op 19 juli had onbehandeld betrouwbaar meer planten met koolmot dan de andere objecten. Object A en C hadden betrouwbaar minder planten met koolmot dan object B en onbehandeld. Onbehandeld had ook betrouwbaar meer planten met schade dan de andere objecten. Object A had betrouwbaar minder planten met schade dan object B, E, Xentari en Turex.

In figuur 1 en 2 zijn de resultaten nog eens weergegeven.

Onbehandeld 13.0 a 43.0 a 0.0 a 10.0 a 50.0 a 9.0 a A 0.0 c 2.0 c 0.0 a 0.0 c 0.0 c 0.0 a B 2.0 bc 12.0 b 1.0 a 5.0 b 15.0 b 1.0 a Karate Zeon + Agral Gold 1.0 bc 4.0 c 0.0 a 1.0 bc 9.0 bc 0.0 a Steward* 1.0 bc 13.0 bc 0.0 a 1.0 bc 8.0 bc 3.0 a E 5.0 b 19.0 b 0.0 a 2.0 bc 15.0 b 3.0 a Xentari 1.0 bc 20.0 b 1.0 a 2.0 bc 18.0 b 6.0 a Turex 3.0 bc 19.0 b 1.0 a 1.0 bc 16.0 b 3.0 a Tracer** 1.0 bc 9.0 bc 1.0 a 0.0 c 5.0 bc 0.0 a LSD (5%) 4.49 12.55 ‐ 4.26 13.18 ‐ 7‐jul 19‐jul

(14)

© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving 14 Figuur 1. Percentage planten met koolmot, Westmaas 2011.

In figuur 1 zijn met rode pijlen de spuitdata weergegeven. Uit de figuur blijkt dat ook bij onbehandeld het aantal koolmotten per plant is gedaald. Verder lijkt het erop dat de eerste bespuiting met Karate Zeon weinig effect heeft gehad. De tweede bespuitingen hebben bij alle middelen effect gehad. Ook bij onbehandeld nam het percentage planten met koolmot af, maar het aantal planten met koolmot was nog wel hoger dan bij de toegepaste middelen.

(15)

Figuur 2. Percentage planten met rupsenschade, Westmaas 2011.

In figuur 2 zijn ook met rode pijlen de spuitdata weergegeven. Uit figuur 2 blijkt dat na 28 juni het percentage planten met schade fors is gestegen in onbehandeld, terwijl dit bij de behandelingen niet gebeurde. Object A lijkt een goede werking te hebben.

3.2 Fytotoxiciteit

In tabel 8 zijn de resultaten van fytotoxiciteit weergegeven.

Tabel 8. Resultaten fytotoxiciteit*** op diverse data, Westmaas 2011.

*niet toegelaten in Chinese kool

**niet toegelaten in Chinese kool; mag wel op trayplaat in Chinese kool *** fytotoxiciteit: 0 = geen schade; 100 = 100% fytotoxiciteit

De behandelingen met verschillende letters zijn statistisch betrouwbaar verschillend van elkaar in 95% van de gevallen.

Onbehandeld 0.0 a 0.0 a 0.0 a 0.0 a 0.0 a A 0.0 a 0.0 a 0.0 a 0.0 a 0.0 a B 0.0 a 0.0 a 0.0 a 0.0 a 0.0 a Karate Zeon + Agral Gold 0.0 a 0.0 a 0.0 a 0.0 a 0.0 a Steward* 0.0 a 0.0 a 0.0 a 0.0 a 0.0 a E 0.0 a 0.0 a 0.0 a 0.0 a 0.0 a Xentari 0.0 a 0.0 a 0.0 a 0.0 a 0.0 a Turex 0.0 a 0.0 a 0.0 a 0.0 a 0.0 a Tracer** 0.0 a 0.0 a 0.0 a 0.0 a 0.0 a LSD (5%) ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ 19‐jul 9‐jun 21‐jun 28‐jun 7‐jul

(16)

© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving 16 schade door de bespuitingen gevonden.

3.3 Behandeling met schimmel

Om ook eens te kijken of er nog andere niet chemische mogelijkheden zijn om koolmot te behandelen, is er in de literatuur gekeken naar mogelijkheden. Sommige mogelijkheden werden zo duur dat dit in dit project niet opgepakt is. Wel kwam er toen een mogelijkheid om een schimmel (Acremonium alternatum)die in de literatuur omschreven werd als mogelijkheid om koolmot te lijf te gaan gekweekt. Aangezien de kweek even op zich liet wachten, heeft de behandeling op een vrij laat tijdstip plaats gevonden. De eerste behandeling is uitgevoerd op 17 juni en de tweede behandeling op 1 juli. Hiertoe zijn de eerste keer 10 planten behandeld en 10 planten onbehandeld gebleven. Aan de plantvoet is 100 ml van de schimmel (1.332 *108 sporen/ml)

toegebracht. De tweede keer zijn 5 planten van de eerste keer nog een keer behandeld en verder zijn 5 nieuwe planten behandeld. Zowel de eerste als de tweede keer is het middel bij één plant over het gewas gegoten.

In tabel 9 zijn de resultaten weergegeven.

Tabel 9. Resultaten aanwezigheid rupsen en schade, Westmaas 2011.

Uit tabel 9 blijkt dat het lastig is om verschillen aan te kunnen geven. Een behandeling over het gewas lijkt weinig zin te hebben. Op één plant zaten heel veel kooluilen. Deze bleken na behandeling wel weg te zijn.

Een volgende keer zal een behandeling eerder uitgevoerd moeten worden voor of tijdens het planten. De planten waren vooral bij de tweede behandeling al erg groot. Zo’n behandeling zou dan uitgevoerd kunnen worden als zaadcoating, fytodripping of plantenbakbehandeling.

schade rups schade rups schade rups verse schade schade rups verse schade

2 x behandelen 0.8 0.4 0.6 0.6 0 0.6 1e keer 0.1 0.2 0.4 0 0.2 0 0 0.4 0.2 0.2 2e keer 1 0.5 0.6 0 0 0.6 0 0.4 onbehandeld 1e keer 0.2 0.2 0.2 0 0.5 0.1 0.3 0.5 0.2 0.5 2 x over gewas 1 1 1 1 1 1 1 x over gewas 0 0 1 1 1 1 1 1 onbehandeld 2e keer 1 0.2 0.6 0 0 0.8 0 0.8 17‐jun 28‐jun 7‐jul 19‐jul

(17)

4

Resultaten Chinese kool

4.1 Percentage planten met rupsen en schade

In tabel 10 zijn de resultaten in Chinese kool weergegeven. De data per veldje zijn weergegeven in bijlage 5.

Tabel 10. Percentage kooluil-, klein koolwitje- en koolmotrupsen en schade in Chinese kool, Westmaas

2011.

*niet toegelaten in Chinese kool

**niet toegelaten in Chinese kool; mag wel op trayplaat in Chinese kool

De behandelingen met verschillende letters zijn statistisch betrouwbaar verschillend van elkaar in 95% van de gevallen. Uit tabel 10 blijkt dat er geen betrouwbare verschillen aangegeven konden worden. Wel lijkt het erop dat onbehandeld meer planten met schade heeft dan de andere objecten, maar dit verschil is niet betrouwbaar.

Tijdens de oogst van de Chinese kool bleek dat in de veldjes gespoten met Middel B minder mineervlieg voor kwam (Scaptomyza flava). Scaptomyza flava is een minerende fruitvlieg die voor een massale aantasting zorgt (zie foto’s). Het lijkt net of er met een onkruidbestrijdingsmiddel gespoten is. Er zaten in het gewas heel veel larven en poppen. Blijkbaar heeft middel B een werking tegen dit insect.

Foto 1 en 2. Mineervliegschade op 8 juli 2011.

Onbehandeld 0.0 a 2.5 a 5.0 a 42.5 a A 0.0 a 0.0 a 0.0 a 7.5 a B 0.0 a 0.0 a 5.0 a 17.5 a Karate Zeon + Agral  0.0 a 0.0 a 2.5 a 12.5 a Steward* 2.5 a 0.0 a 5.0 a 22.5 a E 0.0 a 0.0 a 2.5 a 12.5 a Xentari 0.0 a 0.0 a 0.0 a 17.5 a Turex 2.5 a 0.0 a 2.5 a 17.5 a Tracer** 0.0 a 0.0 a 2.5 a 7.5 a LSD (5%) ‐ ‐ ‐ ‐

% kooluil % klein koolwitje % koolmot % schade 5‐jul

(18)

© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving 18

Foto 3. Poppen van mineervlieg in Chinese kool, 8 juli 2011.

4.2 Fytotoxiciteit

In tabel 11 zijn de gegevens betreffende fytotoxiciteit weergegeven.

Tabel 11. Fytotoxiciteit*** Chinese kool op verschillende data, Westmaas 2011.

*niet toegelaten in Chinese kool

**niet toegelaten in Chinese kool; mag wel op trayplaat in Chinese kool *** fytotoxiciteit: 0 = geen schade; 100 = 100% fytotoxiciteit

De behandelingen met verschillende letters zijn statistisch betrouwbaar verschillend van elkaar in 95% van de gevallen. Uit tabel 10 blijkt dat er geen gewasschade in de Chinese kool is gevonden.

Onbehandeld 0.0 a 0.0 a 0.0 a A 0.0 a 0.0 a 0.0 a B 0.0 a 0.0 a 0.0 a Karate Zeon + Agral Gold 0.0 a 0.0 a 0.0 a Steward* 0.0 a 0.0 a 0.0 a E 0.0 a 0.0 a 0.0 a Xentari 0.0 a 0.0 a 0.0 a Turex 0.0 a 0.0 a 0.0 a Tracer** 0.0 a 0.0 a 0.0 a LSD (5%) ‐ ‐ ‐

(19)

5

Conclusies

 Alle gebruikte middelen hadden in bloemkool betrouwbaar minder planten met koolmot en schade door koolmot dan onbehandeld.

 Na drie bespuitingen had object A geen koolmot en schade door koolmot en was betrouwbaar beter dan onbehandeld, object B, object E, Xentari en Turex.

 Er bleek bij geen van de middelen gewasschade te zijn opgetreden zowel in bloemkool als in Chinese kool.

(20)
(21)

Bijlagen

Bijlage 1. Proefschema ZW3871 Chinese kool

ZW 3871 Koolmotbestrijding in chinese kool

< > < > 6 A 12 G 18 F 24 B 30 A 36 H 5 G 11 H 17 C 23 D 29 C 35 G 4 O 10 A 16 B 22 F 28 E 34 D 3 B 9 H 15 O 21 C 27 A 33 O 2 F 8 C 14 E 20 E 26 H 32 B 1 E 7 D 13 D 19 O 25 G 31 F 10 m 3 m 3 m 3 m 3 m 3 m 3 m 3 m 3 m l l plantafstand: 50 x 40 cm spuitspoor nr. 12 BSO veld 34 BSO veld 35

(22)
(23)

Bijlage 2. Proefschema ZW3870 Bloemkool

ZW 3870 Koolmotbestrijding in bloemkool Noord locatie: BSO 6 B 12 E 18 G 24 F 30 O 36 A 5 A 11 B 17 C 23 E 29 G 35 C 4 E 10 D 16 H 22 C 28 H 34 B 3 D 9 G 15 O 21 G 27 A 33 D 2 O 8 H 14 F 20 H 26 O 32 E 1 C 7 F 13 A 19 B 25 D 31 F 10 m 1,5 m 1,5 m 1,5 m 1,5 m l l l l Plantafstand: 75 x 50 cm nr. 12 spuitspoor BSO veld 17 spuitspoor BSO veld 18 rest stuk naast BSO BSO veld 16 4,5 m 4,5 m 6 m 6 m 4,5 m 3 m

(24)
(25)

Bijlage 3. Weersomstandigheden rond tijdstip van spuiten

Vetgedrukt: spuittijdstippen Datum Tgewas_min (°C) Tgewas_gem (°C) Tgewas_max (°C) RV_gem (%) Wind_gem (m/s) Neerslag (mm) 26-mei 12,2 14,5 16,5 67,9 5,9 0 27-mei 10,6 12,8 15,2 85,7 5,1 7,0 28-mei 10,6 12,7 15,6 88,9 5,6 0 29-mei 12,4 15,7 20,9 84,8 6,5 1,0 30-mei 11 18,5 28,4 79,3 2,6 0 31-mei 11,5 13,9 15,6 89 4,2 0,4 1-jun 4,7 13,8 20,7 71,2 2,5 0 2-jun 5,6 16 23,7 70,8 3,4 0 3-jun 12,7 19,6 26,1 77,3 5,8 0 4-jun 15,4 22,2 30,3 74 5,2 0 5-jun 14,6 17,4 21,3 91,2 3,7 0 6-jun 12,8 16,1 21,7 97,1 1,7 3,8 7-jun 11,7 15,6 22 87,5 1,4 0,5 8-jun 11 14,6 19,3 83,5 4,1 6,3 9-jun 10,5 14,3 19 81,4 3,6 0 10-jun 6,9 13 20,5 87,1 1 0,5 11-jun 8,4 12,3 17,4 89,4 3,2 4,5 12-jun 6 13,5 19,8 77,7 2,1 0 13-jun 12,8 16 19,4 90,8 4,3 0,2 14-jun 13,1 18 23,3 75,3 0,9 0,6 15-jun 9,8 17 23,6 85,1 1,6 0 16-jun 13,4 15,4 17,3 97,6 3,1 4,2 17-jun 10,9 14 17,5 92,1 3,5 16,5 18-jun 12,8 14,5 17,3 92,6 7,7 6,3 19-jun 11,7 13,9 17,3 94,4 6,3 3,0 20-jun 10 15,3 20,3 92,2 2,1 3,6 21-jun 14,4 16,9 20,8 92,7 4,5 1,6 22-jun 13,3 15,2 17,2 88,7 3,6 0 23-jun 13,1 15,6 19,6 87,4 5,8 1,6 24-jun 10 15,6 20,9 82,3 2,8 0 25-jun 11,4 13,9 16,5 97,3 4 0 26-jun 15,9 18,7 23,8 96,2 2,1 6,0 27-jun 14,7 23,3 31,1 84,2 1,4 0 28-jun 18,7 22,9 31,2 92,7 2,3 0 29-jun 14 17,3 19,9 94,2 3,2 19,3 30-jun 10,1 15,4 20,7 86,7 1,9 0,3 1-jul 9,1 14,3 18,8 90,6 3,1 9,9 2-jul 9 14 18,8 86,4 2,8 1,6 3-jul 8,8 15,1 20,9 83,2 3,4 0 4-jul 7,7 16 24 83,5 1,5 0 5-jul 9,7 18,2 26,1 83 0,8 0 6-jul 14,5 18,4 21,3 82,3 3,5 0,5 7-jul 11,5 17,3 23,1 79,6 2,5 0 8-jul 13,6 17,1 22,1 84,6 3 1,4 9-jul 13,7 16,7 21,6 89,2 3,3 1,8 10-jul 11,8 17,3 23,4 78,5 2,2 0,9 11-jul 9,5 17,5 25,2 78,3 0,7 0 12-jul 14,6 18,4 25 85,9 4,2 0

(26)
(27)

Bijlage 4. Resultaten per veldje bloemkool Westmaas

31‐mei 9‐jun

veldnr % planten koolmot schade klein kool cijfer fytotoxicit

1 5 1 1 0 7 0 2 10 1 0 1 7.5 0 3 0 1 3 0 7 0 4 10 0 0 0 8 0 5 0 1 1 0 7.5 0 6 0 1 2 0 6 0 7 0 0 1 0 7 0 8 0 0 0 0 7.5 0 9 15 0 2 0 7.5 0 10 15 1 2 0 7.5 0 11 5 0 0 0 8 0 12 5 1 1 0 7.5 0 13 5 0 2 0 7 0 14 0 0 2 0 7 0 15 5 5 7 0 7 0 16 15 1 1 0 7.5 0 17 5 1 3 0 7.5 0 18 0 0 1 0 7.5 0 19 0 1 2 0 8 0 20 20 0 2 0 7.5 0 21 10 1 1 0 8 0 22 15 3 4 0 7.5 0 23 10 0 0 0 8 0 24 10 0 4 0 7 0 25 0 0 3 0 7 0 26 0 3 5 0 7.5 0 27 5 1 3 0 7 0 28 15 0 2 0 7.5 0 29 10 0 2 0 8 0 30 0 0 2 0 7.5 0 31 10 0 4 0 7 0 32 5 1 5 0 7.5 0 33 0 0 1 0 6.5 0 34 5 1 2 0 7 0 35 5 1 3 0 7 0 36 5 0 1 0 7.5 0

(28)

© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving 28

21‐jun 28‐jun

veldnr koolmot schade kooluil koolwitje fytotoxicitkoolmot schade kooluil koolwitje fytotoxicit

1 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 2 0 1 0 0 0 2 3 0 0 0 3 0 2 0 0 0 0 6 0 1 0 4 0 1 0 0 0 1 1 0 0 0 5 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 6 0 2 0 0 0 1 4 0 0 0 7 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 8 0 1 0 0 0 0 1 0 0 0 9 1 3 0 0 0 0 2 0 0 0 10 0 1 1 0 0 2 3 0 0 0 11 0 2 0 0 0 0 0 0 0 0 12 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 13 0 2 0 0 0 0 0 0 0 0 14 0 4 0 0 0 0 1 0 0 0 15 1 4 0 0 0 1 5 0 0 0 16 0 1 0 0 0 0 1 0 0 0 17 0 1 0 0 0 0 1 0 0 0 18 0 3 0 0 0 4 5 0 0 0 19 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 20 1 1 0 0 0 2 4 0 0 0 21 0 1 0 0 0 2 3 0 0 0 22 0 2 0 0 0 0 2 0 0 0 23 0 2 0 0 0 0 0 0 0 0 24 1 4 0 0 0 0 1 0 0 0 25 0 3 0 0 0 2 4 0 0 0 26 2 5 1 0 0 0 5 1 0 0 27 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 28 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 29 0 2 0 0 0 0 2 0 0 0 30 4 6 0 0 0 0 2 0 0 0 31 0 1 0 0 0 2 4 0 0 0 32 0 2 0 0 0 0 3 0 0 0 33 1 6 0 1 0 1 6 0 0 0 34 2 5 0 0 0 0 3 0 0 0 35 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 36 0 2 0 0 0 0 1 0 0 0

(29)

7‐jul 19‐jul

veldnr koolmot schade koolwitje fytotoxicitkoolmot schade kooluil koolwitje fytotoxicit

1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2 2 13 3 0 1 10 0 0 0 3 0 2 0 0 1 2 0 1 0 4 0 2 0 0 1 2 0 0 0 5 0 1 0 0 0 0 0 0 0 6 0 1 0 0 2 2 0 0 0 7 0 4 0 0 0 4 1 1 0 8 0 2 0 0 0 1 0 0 0 9 1 3 0 0 0 3 0 1 0 10 0 3 0 0 0 1 0 1 0 11 0 1 0 0 0 1 0 0 0 12 1 3 0 0 0 1 0 1 0 13 0 0 0 0 0 0 0 0 0 14 0 2 0 0 0 0 0 0 0 15 5 9 1 0 3 12 0 3 0 16 0 0 0 0 0 2 1 0 0 17 0 2 0 0 0 2 0 0 0 18 2 9 1 0 0 5 1 1 0 19 0 4 0 0 0 3 1 0 0 20 0 5 0 0 0 0 0 0 0 21 0 2 0 0 0 0 0 0 0 22 0 1 0 0 1 3 0 0 0 23 1 8 0 0 0 4 0 2 0 24 0 6 0 0 0 1 0 0 0 25 1 2 0 0 0 2 0 1 0 26 3 8 1 0 3 14 0 5 0 27 0 1 0 0 0 0 0 0 0 28 1 2 0 0 0 2 0 0 0 29 0 5 0 0 1 8 0 1 0 30 3 13 0 0 3 14 0 1 0 31 1 8 0 0 2 13 0 5 0 32 3 6 0 0 1 8 0 0 0 33 0 6 0 0 0 3 0 0 0 34 2 6 1 0 3 9 0 1 0 35 1 1 0 0 0 4 0 0 0 36 0 0 0 0 0 0 0 0 0

(30)
(31)

Bijlage 5. Resultaten per veldje Chinese kool Westmaas

5‐jul koolvlieg

schade slakken licht matig klein kool koolmotjekooluil

1 0 0 3 0 0 0 0 2 1 0 1 0 0 0 0 3 0 0 0 0 0 0 0 helft minder mineervlieg 4 5 0 0 0 0 0 0 5 1 0 3 0 0 0 0 6 2 0 0 0 0 0 0 7 2 0 0 0 0 0 0 8 0 2 1 1 0 0 0 9 2 2 1 0 0 0 0 10 0 0 2 0 0 0 0 11 0 3 1 0 0 0 0 12 0 0 0 0 0 0 0 13 1 0 1 0 0 0 0 14 1 0 1 0 0 0 0 15 4 0 0 0 0 1 0 16 2 1 0 0 0 0 0 minder mineervlieg 17 1 1 1 0 0 0 0 18 1 0 1 0 0 0 0 19 5 2 0 0 1 1 0 20 4 1 0 0 0 1 0 21 4 1 0 0 0 1 0 22 3 0 1 0 0 0 0 23 0 2 1 0 0 0 0 24 1 3 0 0 0 1 0 helft minder mineervlieg 25 5 2 1 0 0 1 1 26 1 3 0 1 0 1 0 iets minder mineervlieg 27 1 0 0 0 0 0 0 28 0 5 1 0 0 0 0 29 0 3 3 1 0 0 0 30 0 0 1 0 0 0 0 31 2 1 2 1 0 0 0 32 4 1 3 0 0 1 0 weinig mineervlieg 33 3 0 1 1 0 0 0 34 6 0 1 0 0 2 1 35 1 1 2 0 0 0 0 36 0 5 0 1 0 0 0

(32)

© Praktijkonderzoek Plant & Omgeving 32

9‐jun 21‐jun 28‐jun

1 0 0 0 2 0 0 0 3 0 0 0 4 0 0 0 5 0 0 0 6 0 0 0 7 0 0 0 8 0 0 0 9 0 0 0 10 0 0 0 11 0 0 0 12 0 0 0 13 0 0 0 14 0 0 0 15 0 0 0 16 0 0 0 17 0 0 0 18 0 0 0 19 0 0 0 20 0 0 0 21 0 0 0 22 0 0 0 23 0 0 0 24 0 0 0 25 0 0 0 26 0 0 0 27 0 0 0 28 0 0 0 29 0 0 0 30 0 0 0 31 0 0 0 32 0 0 0 33 0 0 0 34 0 0 0 35 0 0 0 36 0 0 0 Fytotoxiciteit

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dat vragen we door Jezus Christus, uw zoon,

Sommige planten zijn zelfs onder extreme omstandigheden in staat tot fotosynthese en de daarop volgende voortgezette assimilatie. CAM(Crassulacean Acid Metabolism)-planten

Bij deze opdracht maak je gebruik van het kant en klaar preparaat.. Dwarsdoorsnede van een stengel van de Kruipende

onderwijsdeelnemers in verband met de uitbreiding van de gegevensverstrekking uit het register onderwijsdeelnemers ten behoeve van de uitvoering van wettelijke taken door

het beter was om bij een snoeironde in de wijk niet alle bomen te snoeien, maar alleen de bomen waarvan de controleur had opgeschreven dat er onderhoud nodig was.. Zo kreeg

stengel (S), vrucht (V), bladeren (BL), zaden (Z), bloem (B) wortel (W), knollen (K). aardappel

Hij wordt bezocht door bijen, omdat zijn bloemen rijk aan nectar zijn.. De rode klaver was de eerste klaversoort, die ook als voedergewas ge-

Op het inwendige van zijden AC en AB liggen respectievelijk de punten M en N , zodat AL, BM en CN door ´ e´ en punt gaan en zodat ∠AMN