• No results found

Column. Arbeidsmarkt en werkgelegenheid. Enkele beschouwingen rondom de begroting van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid - Downloaden Download PDF

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Column. Arbeidsmarkt en werkgelegenheid. Enkele beschouwingen rondom de begroting van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid - Downloaden Download PDF"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

S.J.L. Nieuwsma*

Column

Arbeidsmarkt en werkgelegenheid

Enkele beschouwingen rondom de begroting van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De begroting van het Ministerie van SZW bestrijkt ook dit jaar weer een groot terrein. In dit verband zal op enkele saillante punten worden ingegaan, die waarschijnlijk ook in de politiek, bij de Algemene Beschouwingen in de Tweede Kamer en bij de begrotingsbehandeling van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zelf, nadere aandacht zullen krijgen. Ik denk daarbij aan het arbeidsmarkt- proces en de werkgelegenheid. Hierover zal in deze beschouwing een aantal trends en bespiegelingen worden weergegeven, in de hoop dat dit zal bijdragen tot een meer efficiënte, maar ook meer realis­ tische besturing van het arbeidsmarktproces in de toekomst.

Een merkwaardig punt is dat de regering aankon- digt van plan te zijn een convenant met sociale partners te sluiten, terwijl op 2 mei 1986 sociale partners, verenigd in de Stichting van de Arbeid, en het Kabinet reeds een aantal akkoorden heb­ ben gesloten over scholing van werkenden en werklozen, over de bestrijding van de werkloos­ heid onder de jeugd en de langdurig werklozen en over nieuwe bestandsindelingen bij de gewestelijke arbeidsbureaus. Merkwaardig, omdat werknemers en werkgevers grote inspanningen moeten verrich­ ten om dat wat op 2 mei jl. is afgesproken ook daadwerkelijk in bedrijfstakken en op de werk­ vloer te realiseren. Zij hebben daar hun handen vol aan. Wat betreft de bestrijding van de werk­ loosheid kan over enige tijd op centraal niveau wel worden geëvalueerd wat de stand van zaken van de afspraken van 2 mei jl. is. Dan blijkt of we op de goede weg zitten. Zo ja, dan kan dat wor­ den gestimuleerd en zo nee, dan kan worden na­ gegaan wat de oorzaken daarvan zijn.

Een tijdpad voor terugdringing van de werkloos­ heid is niet in een convenant op te nemen. Afge­ sproken is om in 1990 de werkloosheid te ver­ minderen van 700 000 naar 500 000. Het doet echter naïef aan, zoals in de Troonrede is ge­ beurd, om dit dan uit te leggen als het verminde­ ren van de werkloosheid met 50 000 per jaar. Im­ mers, dergelijke exacte getallen zijn niet elk jaar te geven en het kan zijn dat in het ene jaar de

* Mr. S.J.L. Nieuwsma is plaatsvervangend directeur

sociaal beleid van het Nederlands Christelijk Werk­ geversverbond.

werkloosheid meer wordt teruggedrongen dan in het andere jaar.

Bovendien staan de akkoorden van 1982 en 1984 nog recht overeind. Het rendementsherstel en de herverdeling van werk blijven ook voor de komen­ de periode van essentiële betekenis.

Kwalijk is het dan ook dat in de Memorie van Toelichting bij het hoofdstuk over het inkomens­ beleid centralistische en dirigistische tendensen naar voren komen, doordat concreet wordt in­ gevuld hoe sociale partners zich hebben te ge­ dragen.

Gesteld wordt namelijk: Voor de komende kabi­ netsperiode acht het Kabinet een voortgang in het herverdelingsproces gepaard gaande aan een gematigde en gedifferentieerde inkomensontwik­ keling van groot belang. Jaarlijks 0,75% niet- generieke arbeidsduurverkorting met looninleve­ ring van een 0,5% zijn de macro-doelen op dit terrein. De loonsom per werknemer in de markt­ sector zou dan een gematigde stijging van 1,4% jaarlijks ondervinden’. Het is ongewenst dat over de loonruimte op centraal niveau een zo concrete discussie wordt gevoerd.

Het lijkt wel alsof de praktijken uit de periode Den Uyl weer opborrelen. Immers, een dergelijke passage staat haaks op de processen van decentra­ lisatie. Een gedifferentieerde inkomensontwikke­ ling laat zich niet centraal begeleiden. Differen­ tiatie is afhankelijk van de mogelijkheden op mi­ croniveau, waarbij als ijkpunt dient dat de rende- mentsontwikkeling hiervan geen schade mag ondervinden.

Sociale partners hebben er blijk van gegeven hun verantwoordelijkheid in deze aan te kunnen.

(2)

Column spanning is gericht op een zo groot mogelijke

economische groei, dat is de beste garantie voor verlaging van de werkloosheid. We moeten niet terug naar een beleid, dat enkel is gericht op ver­ deling van de groei.

Overigens zal in de toekomst het arbeidsmarkt- proces beter worden bestuurd door de toekom­ stige tripartiete besturing van de arbeidsvoorzie­ ning.

Het is de bedoeling dat in 1988 de Wet inzake de nieuwe tripartiet samengestelde arbeidsvoorzie- ningsstructuur in werking treedt. Naast een aan­ tal departementen zullen dan ook de centrale werkgevers- en werknemersorganisaties het roer overnemen van het huidige Directoraat-Generaal voor de Arbeidsvoorziening.

Vele afspraken en instrumenten met betrekking tot de arbeidsmarkt zullen dan op een efficiënte manier aan elkaar worden gekoppeld, opdat ade­ quaat en snel op de ontwikkelingen in de arbeids­ markt kan worden gereageerd.

Bedrijven en werknemers hoeven echter niet te wachten op de realisering van deze nieuwe struc­ tuur. Niet alleen onder deze nieuwe structuur, maar ook onder de huidige structuur bepleit ik dat bedrijven veel meer gebruik maken van de mogelijkheden die de GAB’s hebben. Ik heb daarbij vooral het oog op de scholingsinstrumen- ten en de kennis bij de GAB’s over opleidings­ mogelijkheden in de regio, die men kan benutten om tijdig aan adequaat opgeleid personeel te ko­ men. Niet alleen in het kader van de vervangings- vraag, maar ook bij het doen van nieuwe investe­ ringen. Het is een goede zaak als werkgevers in de regio het GAB tijdig attenderen op toekom­ stige behoeftes aan gekwalificeerd personeel, op­ dat het GAB in samenwerking met opleidings­ instituten in de regio en met gebruikmaking van de subsidiemogelijkheden werklozen om-, her- en bijschoolt en eventueel op voorraad schoolt, zo­ dat werkgevers naast de gebruikelijke wervings- kanalen ook via het GAB tijdig aan goed opge­ leid personeel kunnen komen.

Daartoe is ook nodig dat de enorme vervuiling in de bakken bij de GAB’s wordt geëlimineerd. Niet alleen voor het beleid op macroniveau en in de bedrijfstakken, maar vooral ook voor het werk van de bemiddelaars zelf is het vereist dat de juis­ te werkloosheidscijfers via de GAB’s naar boven komen.

De enorme vervuiling die in de bakken heeft toe­ geslagen zou op een hele pragmatische wijze kun­ nen worden geëlimineerd door aan de GAB’s voor te schrijven dat de verlengingstermijn voor de in­

schrijving op een beperkte periode wordt gesteld, bijv. drie maanden. Op deze wijze kan op den duur het bestand bij de GAB’s schoon gemaakt worden, maar ook schoon blijven. Het is een sim­ pele methode, die op eenvoudige wijze door alle GAB’s kan worden toegepast.

Weliswaar zal er altijd een bepaalde mate van ver­ vuiling blijven, maar een groot deel van de vervui­ ling kan op deze wijze worden geëlimineerd. Te­ vens dienen daarbij steekproeven te worden ge­ houden over de mate waarin tijdelijk werk ook binnen die drie-maandstermijn zich voordoet. Ik ben ervan overtuigd dat ook het Directoraat- Generaal voor de Arbeidsvoorziening zelf tijd en mankracht ter beschikking zal stellen voor deze schoningso peratie.

Dit brengt mij overigens op de grote groep lang­ durig werklozen, de ongeveer 400 000 die langer dan een jaar werkloos zijn, waarvan ongeveer 180 000 langer dan drie jaar werkloos zijn. Op 1 oktober is in werking getreden de Wet op de langdurig werklozen, die werkgevers bij het in- dienstnemen van deze categorie werklozen een forse premiereductie in het vooruitzicht stelt. Het is een goede zaak wanneer voor deze groep werklozen extra mankracht op tijdelijke basis bij de GAB’s te werk zal worden gesteld om de genoemde wet te effectueren. Immers, het gaat hier om een harde kern werklozen, die niet of onvoldoende geschoold is en waarvoor ook al zou de economie sterk aantrekken, waarschijnlijk nog geen arbeidsplaats bereikbaar is. Het gaat hier ook vaak om mensen, die zo ‘gewend’ zijn aan hun werkloosheidsstatus dat zij de begelei­ ding nodig hebben om weer in het arbeidsproces te worden opgenomen. Deze begeleiding, die zeer arbeidsintensief is en veel tijd en mankracht vergt (zie ook de ervaringen bij de JOB-experimenten) kan niet worden gegeven met de huidige bezet­ ting van de GAB’s. Die hebben hun handen reeds vol aan het zo snel mogelijk doen vervullen van vacatures. Het is dan ook goed dat uit de finan­ ciën, ter beschikking voor de Wet langdurig werk­ lozen, 200 mensen op tijdelijke basis worden aan­ getrokken voor dit begeleidingsproces. Immers, het gaat hier vaak om mensen die eerst scho- lingsrijp gemaakt moeten worden, alvorens men een scholing met enig succes kan doorlopen. Pas daarna zou het arbeidsproces kunnen worden betreden.

Van groot belang acht ik de evaluatie van deze wet eind 1987. Dan zal blijken wat de werkelijk­ heid is rondom deze harde kern werklozen. Ik doel daarbij op het feit dat dan de oorzaken en rede­

(3)

Arbeidsmarkt

nen van het al of niet lukken van de begeleiding duidelijk naar boven komen. Dan zal ook blijken of het bereik van deze maatregel, te weten maxi­ maal 40 000 langdurig werklozen, is gerealiseerd. Ook komt dan boven tafel of het unieke in dit plan, te weten de begeleiding van de langdurig werklozen, kans van slagen heeft.

Bemoedigend is het dat de FNV op haar congres over de arbeidsmarkt een grote ommezwaai heeft gemaakt en realistisch is gaan denken over uit­ zendbureaus en de flexibele arbeidscontracten. De behoefte van het bedrijfsleven aan flexibele arbeidscontracten is sterk toegenomen. Zeer velen vinden dan ook werk via deze flexibele arbeids­ contracten. Uit de Rapportage over de arbeids­ markt van het Ministerie van SZW blijkt dat in mei 1985 650 000 mensen werkzaam waren op basis van flexibele arbeidscontracten. Daarbij gaat het bijv. om mensen die werken op afroepcon- tracten, uitzendkrachten, thuiswerkers en free­ lancers, waarbij vooral het werken in deeltijd een enorme vlucht heeft genomen. Zonder de enorme toename van de deeltijdwerkers zouden er op dit moment 136 000 mensen minder een baan heb­ ben. Als deze ontwikkeling ook gepaard gaat met verlenging van bedrijfstijd kan dit ertoe leiden dat velen via herverdeling van werk bij verlengde bedrijfstijd werk zullen vinden, hetgeen een ster­ ke afname van de werkloosheid tot gevolg zal hebben.

De FNV pleit in het algemeen voor het reguleren van een aantal hoofdelementen van deze contrac­ ten in wetgeving en voorts voor regulering via cao’s. Regulering van deze contracten kan ertoe leiden dat de flexibiliteit wordt aangetast, het­ geen ten laste zal gaan van het Tendement van de bedrijven.

In de Stichting van de Arbeid, waar deze materie momenteel wordt besproken, dient dan ook uit­ gegaan te worden van de noodzaak van deze con­ tracten. Eerst dient een analyse te worden ge­ maakt van de omvang van het verschijnsel en van

de pro’s en contra’s van diverse flexibele arbeids­ contracten. Pas aan de hand daarvan kan op een zinvolle wijze over deze contracten worden ge­ sproken, waarbij uiteraard uitwassen en misstan­ den moeten worden bestreden. Bovendien moet de FNV zich realiseren, dat nu zij zich in haar ledenwerfcampagne stort op personen die werk­ zaam zijn op basis van deze contracten, deze werknemers vaak ook zelf de flexibilisering in hun arbeidsrelatie wensen.

In de toekomst zal het accent in het arbeidsmarkt- proces vooral dienen te liggen op her-, om- en bij­ scholing. Niet alleen van werkzoekenden, maar ook van werkenden. Immers, de laaggeschoolden van heden zijn de ongeschoolden van de toe­ komst. Nalaten van scholing zal ertoe leiden dat het reeds grote aantal moeilijk vervulbare vaca­ tures in korte tijd zal toenemen. Waar op vitale punten in de bedrijven een tekort aan personeel is, zal de groei stagneren met alle nadelige gevol­ gen voor de werkgelegenheid. Nu de economie aantrekt en de werkloosheid daalt, zullen wij sneller stoten op de harde kern van werklozen. Het gaat dan om laag of ongeschoolde mensen, waarvoor ook bij verdere herverdeling van arbeid en verdere economische groei geen baan gevon­ den zal kunnen worden mits zij scholingsrijp ge­ maakt worden o f her-, om- en bijgeschoold worden.

De evaluatie van de Wet langdurig werklozen eind 1987 is wat dit betreft uiterst nuttig. Verdere ar­ beidsduurverkorting zal er overigens toe leiden dat er nog veel meer moeilijk vervulbare vacatu­ res zullen ontstaan, zonder dat deze vacatures zullen worden bezet door de grote groep langdu­ rig werklozen, die dan nog resteert. En dan heb ik het nog niet eens over allerhande andere pro­ blemen, zoals organisatorische problemen en problemen in de arbeidsorganisatie, die bij ar­ beidsduurverkorting optreden.

Ik vertrouw erop dat ook hier het realisme bin­ nen de FNV hoogtij zal vieren. □

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als eerste heb gezegd dat er op dit moment weliswaar een groei is van het aantal mensen zonder werk, maar dat die wordt veroorzaakt doordat er meer mensen op de arbeidsmarkt

Een ander groot onrecht treft de groep zzp'ers, niet alleen rond dat AOW-gat maar vooral doordat deze minister, maar ook verschillende partijen, waaronder de VVD en de heer

De Algemene Rekenkamer wees eind 2000 in Beheer, controle en toezicht ESF 2000–2006 op mogelijke problemen als nieuwe regelingen niet uitsluiten dat met projecten wordt gestart

Op vrijdag 10 september is de MR akkoord gegaan met de op advies van de Raad van State herziene toelichtende nota voor het in 2020 ondertekende bilateraal sociaal

Bij het toepassen van de generieke rekenmethode bij een premieovereenkomst in de opbouwfase gevolgd door een variabele pensioenuitkering vanaf pensioendatum, wordt voor

In artikel 88b, eerste lid, wordt “Indien door de werknemer geen toestemming is gegeven als bedoeld in artikel 88a, is de inzage in, dan wel kennisname of toezending van stukken die

Aan artikel 117b, derde lid, onderdeel c, wordt toegevoegd “, tenzij op grond van artikel 38a, negende lid, of artikel 38b, tweede lid, van de Ziektewet geen ziekengeld is of

De Raad is van mening dat deze bedrijven, in samenwerking met andere paftijen, een belangrijke rol zouden moeten blijven spelen binnen de regionale sociale infrastructuur en dit