• No results found

De rol van vertrouwen bij de keuze om kinderen wel of niet te vaccineren

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De rol van vertrouwen bij de keuze om kinderen wel of niet te vaccineren"

Copied!
33
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De rol van vertrouwen bij de keuze om

kinderen wel of niet te vaccineren

Nicole van Gils

11343613

31 juli, 2019

Bachelorscriptie Informatiekunde

Begeleider

dhr. ir. A.M. (Loek) Stolwijk

Tweede beoordelaar

mw. E.C. (Imke) Brummer MA

Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica

University of Amsterdam Science Park 904 1098 XH Amsterdam

(2)

Abstract

Deze scriptie is uitgevoerd met het doel om de rol van vertrouwen bij de keuze van ouders om hun kind wel of niet te laten vaccineren in kaart te brengen. Om deze vraag te kunnen beantwoorden zijn ten eerste twee theorieën met een eigen kijk op vertrouwen toegelicht, om een begrip te krijgen hoe vertrouwen op verschillende manieren kan worden opgebouwd of afgebroken. Vervolgens is een kwalitatief onderzoek uitgevoerd door middel van semigestructureerde interviews met voor- en tegenstanders van vaccineren. De rol van vertrouwen bij de keuze om wel of niet te vaccineren uit zich voornamelijk in het vertrouwen dat wordt gegeven aan verschillende informatiebronnen die óf informatie vóór vaccineren óf informatie tegen vaccineren verspreiden. Dit onderzoek geeft duidelijkheid in welke informatiebronnen bij de keuze vóór of tegen vaccineren een rol spelen. Daarnaast geeft het inzicht in de verschillende redenen die bestaan om een informatiebron te vertrouwen of wantrouwen. Redenen hiervoor zijn gebaseerd op de factoren: Ability, Benevolence, Integrity,

Time, Place, Relation, Action, en levensbeschouwing. Bij voorstanders zijn de effecten van Ability, Benevolence en Time het grootst. Bij tegenstanders zijn dit de effecten van Ability, Integrity, Relation, Action en levensbeschouwing. Tot slot wordt aan de hand van de

bevindingen richting gegeven voor toekomstig onderzoek rondom de keuze van ouders om kinderen wel of niet te laten vaccineren.

Keywords: Decision-making, Gezondheid, Keuze, Overheid, Ouders, Vaccinatie, Vaccinatiegraad, Vaccineren, Vertrouwen, Ziekten

(3)

Inhoudsopgave

1. Introductie ... 4

2. Theoretisch kader ... 5

2.1 Wat is vertrouwen? ... 6

2.2 Vertrouwensmodel van Mayer et al. ... 6

2.2.1 Propensity to trust ... 7 2.2.2 Ability ... 7 2.2.3 Benevolence ... 7 2.2.4 Integrity ... 8 2.3 YUTPA framework ... 8 3. Methode ... 9 3.1 Onderzoeksmethode ... 10 3.2 Onderzoeksgroep ... 10 3.3 Procedure ... 11 3.4 Data-analyse strategie ... 12

3.5 Interpretatie YUTPA framework ... 13

4. Resultaten ... 14

4.1 Informatiebronnen ... 14

4.2 Vertrouwen en Ability ... 14

4.3 Vertrouwen en Benevolence ... 15

4.4 Vertrouwen en Integrity ... 16

4.5 Vertrouwen en de vier dimensies: Time, Place, Relation en Action ... 19

4.6 Vertrouwen en levensbeschouwing ... 22

5. Conclusie & discussie ... 23

5.1 Belangrijkste bevindingen ... 23

5.2 Beperkingen en toekomstig onderzoek ... 25

Dankwoord ... 26

Referenties ... 27

Bijlage 1 – Interview guide ... 30

Bijlage 2 – Codes en categorieën ... 32

(4)

1. Introductie

In Nederland kunnen alle kinderen gratis worden gevaccineerd via het rijksvaccinatieprogramma. Dit programma bestaat uit vaccinaties tegen twaalf infectieziekten: Bof, difterie, hepatitis B, Hib-ziekten, kinkhoest, mazelen, meningokokkenziekten, pneumokokken, polio, rodehond, tetanus en tot slot humaan papillomavirus (HPV) (Rijksoverheid, g.d.). De vaccinatie tegen HPV wordt op het moment alleen aan meisjes gegeven, echter heeft de Gezondheidsraad (2019) recent het advies gegeven om ook jongens voor HPV te vaccineren. Vaccineren is in Nederland niet verplicht en de keuze ligt dus bij ouders om hun kind wel of niet te laten vaccineren.

De vaccinatiegraad van een land is de deelname aan de verschillende vaccinaties uit het rijksvaccinatieprogramma. In de afgelopen jaren is de vaccinatiegraad gedaald. Zo blijkt uit het jaarverslag Rijksvaccinatieprogramma Nederland van 2017 dat voor bijvoorbeeld de vaccinatie tegen mazelen van 2012 tot en met 2017 een daling van de vaccinatiegraad van 96,1%, naar 92,9% heeft plaatsgevonden (van Lier et al., 2018). Uit de cijfers van 2018 blijkt dat de vaccinatiegraad stabiliseert en niet verder daalt (van Lier et al., 2019). Een hoge vaccinatiegraad zorgt voor groepsimmuniteit. Bij groepsimmuniteit is het overgrote deel van een groep, in dit geval de Nederlandse bevolking, gevaccineerd. Dit leidt ertoe dat de kans dat een ziekte zich voordoet dusdanig klein is dat het overige percentage mensen dat niet gevaccineerd is binnen de groep indirect beschermd is tegen de ziekte. Een vaccinatiegraad van 90% procent zorgt voor bescherming tegen de meeste ziekten (World Health Organization, 2013). De grens voor mazelen ligt hoger, namelijk op 95% (World Health Organization, 2012). Op dit moment zit de Nederlandse bevolking boven de 90% voor bescherming tegen de meeste ziekten maar halen ze met 92,9% de gewenste 95% voor mazelen niet (van Lier et al., 2019).

Het hebben van de keuze om een kind wel of niet te vaccineren leidt tot verschillende discussies. Nieuwswebsites staan vol met berichten over kinderdagverblijven die ongevaccineerde kinderen willen weigeren. Dit leidt tot de discussie of zij dit mogen doen. De D66 is dan ook recent met een wetsvoorstel gekomen waarin zij pleiten voor de mogelijkheid om als kinderdagverblijf een vaccinatieplicht te handhaven (Raemakers, 2019).

In dit onderzoek ligt de focus op de keuzes vóór en tegen vaccineren. Bij het maken van keuzes speelt vertrouwen een prominente rol. Dit blijkt uit verschillende onderzoeken over het maken van keuzes. Zo toont het onderzoek van Kim et al., (2008) aan dat vertrouwen zowel direct als indirect effect heeft op het maken van de keuze om online iets aan te schaffen. Deze keuze is gebaseerd op vertrouwen dat het een eerlijke transactie betreft en dat de website zal leveren wat het belooft. Ook in het bedrijfsleven is terug te zien dat vertrouwen een belangrijke rol speelt bij beslissingen die moeten worden genomen om problemen op te lossen. Vertrouwen zorgt namelijk voor een betere samenwerking en uitwisseling van informatie tussen verschillende actoren en het zorgt tevens voor betere oplossingen van problemen (Edelenbos & Klijn, 2007).

Uit eerdere onderzoeken naar redenen waarom ouders een keuze maken voor of tegen vaccineren blijkt dat er een groot verschil is tussen de informatiebronnen die worden

(5)

vertrouwd. Zo bleek uit onderzoek van Benin et al. (2016) dat mensen die hun kinderen wel laten vaccineren vaak veel vertrouwen hebben in de huisarts en daarnaast vaak niet willen afwijken van wat als de norm wordt gezien, namelijk je kind wel vaccineren. Daarentegen bleek uit ditzelfde onderzoek dat mensen die hun kind niet laten vaccineren weinig vertrouwen hebben in de huisarts en vaak een vertrouwensrelatie hebben met een invloedrijkpersoon die tegen vaccineren is. Daarnaast geven tegenstanders van vaccineren in dit onderzoek aan zich zorgen te maken om de veiligheid van vaccinaties en eventuele bijwerkingen van de vaccinaties. Ook zien tegenstanders minder vaak de ernst in van de ziekten waartegen gevaccineerd wordt. Wellicht omdat de hoge vaccinatiegraad op het moment niet gevaccineerde mensen beschermt. De voornaamste informatiebronnen die in relatie met vertrouwen zijn genoemd in eerdere onderzoeken naar de keuze rondom vaccineren zijn: De overheid, experts waaronder dokters, de eigen kennis, de keuzes van familie, vrienden en collega’s, invloedrijke personen, het internet en tot slot de media. (Benin et al., 2016; Kata, 2012; Larson et al., 2018; Motta et

al., 2018; Poland & Jacobson, 2001).

Dat vertrouwen een rol speelt bij de keuze om wel of niet te vaccineren is duidelijk. Het is niet duidelijk waarom bepaalde informatiebronnen worden vertrouwd door de één en niet door de ander. Doordat voor- en tegenstanders vertrouwen leggen bij verschillende informatiebronnen ontstaat een tegenstrijdige situatie. Namelijk een situatie met twee groepen ouders, bestaande uit voorstanders en tegenstanders van vaccineren, die beide hetzelfde doel hebben: Een zo gezond mogelijk kind opvoeden. Ondanks dit gezamenlijke doel staan zij in hun keuzes met betrekking tot vaccineren lijnrecht tegenover elkaar. Dit wekt de vraag hoe vertrouwen de keuze van de ouders heeft beïnvloed. De hoofdvraag van dit onderzoek luidt dan ook: Wat is de rol van vertrouwen bij de keuze van ouders om een kind wel of niet te vaccineren? De hoofdvraag wordt beantwoord aan de hand van een aantal deelvragen:

- Wat is vertrouwen?

- Welke factoren spelen een rol bij het opbouwen van vertrouwen?

- Welke informatiebronnen spelen een rol bij het innemen van een standpunt vóór of tegen vaccinatie?

- Wat zijn de belangrijkste factoren voor het vertrouwen of wantrouwen van een informatiebron bij voor- en tegenstanders van vaccineren?

2. Theoretisch kader

Dat vertrouwen een grote rol speelt bij het maken van keuzes werd in de introductie al duidelijk gemaakt aan de hand van de onderzoeken van Kim et al., (2008) en Edelenbos & Klijn (2007). Vertrouwen is een term met vele definities, daarom wordt ten eerste vertrouwen gedefinieerd. Vervolgens worden twee theorieën over vertrouwen besproken waar dit onderzoek gebruik van maakt voor de analyse. Beide theorieën gaan over verschillende factoren waarmee vertrouwen kan worden opgebouwd of afgebroken.

(6)

De twee modellen die hiervoor zullen worden gebruikt zijn: Het vertrouwensmodel van Mayer et al. (1995) en het YUTPA framework van Nevejan (2009). Het model van Mayer et al. is gekozen omdat dit een betrouwbaar model is gebleken door de jaren heen en vaak is hergebruikt en getest (Williams, 2001; Schoorman et al., 2007; Colquitt et al., 2007). De betrouwbaarheid van een partij wordt bij dit model in kaart gebracht door middel van drie eigenschappen: Ability, Benevolence en Integrity. Om een uitgebreidere analyse naar de rol van vertrouwen te kunnen uitvoeren is gekozen om tevens het YUTPA framework te gebruiken, YUTPA staat voor: ‘Being with You in Unity of Time, Place and Action’. Dit model heeft een andere kijk op vertrouwen. Hier wordt vertrouwen namelijk onderverdeeld in de vier dimensies: Time, Place, Relation en Action. Door gebruik van beide modellen kan vertrouwen vanuit verschillende perspectieven worden bekeken en kan een uitgebreide analyse van vertrouwen plaatsvinden.

2.1 Wat is vertrouwen?

Voor het concept vertrouwen zijn meerdere definities te vinden. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van het vertrouwensmodel van Mayer et al. (1995). De definitie van vertrouwen, zoals die in hun onderzoek wordt vermeld, wordt ook in dit onderzoek gebruikt. Zij definiëren vertrouwen als volgt: ‘’The willingness of a party to be vulnerable to the actions of another party

based on the expectation that the other will perform a particular action important to the trustor, irrespective of the ability to monitor or control that other party.’’ Hierbij is het belangrijk om te

onthouden dat vertrouwen niet alleen om het nemen van een risico gaat maar ook om de bereidheid tot het nemen van een risico. In dit onderzoek wordt gekeken naar de manier waarop vertrouwen een rol speelt bij het maken van de keuze om een kind wel of niet te vaccineren. Hierbij lopen de ouders een risico, namelijk dat het wel of niet vaccineren slechte gevolgen kan hebben voor de gezondheid van het kind. De ouders zijn dus bereid om een risico te lopen op basis van bepaalde informatie.

2.2 Vertrouwensmodel van Mayer et al.

Het vertrouwensmodel van Mayer et al. (1995) is weergegeven in Afbeelding 1. In dit model wordt onderscheid gemaakt tussen de trustor en de trustee. De trustor is de partij die het vertrouwen geeft en de trustee de partij die het vertrouwen ontvangt. In het model worden vier hoofdfactoren genoemd waarop vertrouwen wordt gebaseerd: De waargenomen Ability,

Benevolence en Integrity van de trustee, die samen de betrouwbaarheid van de trustee vormen,

en de trustor’s propensity, de algemene bereidheid van een trustor om vertrouwen te hebben. Vervolgens wordt onderscheid gemaakt tussen trust en trust behavior. Trust wordt gezien als de bereidheid van een trustor om zich kwetsbaar op te stellen en trust behavior is het daadwerkelijk kwetsbaar opstellen van een trustor en daarmee het actief nemen van een risico. Of een trustor overgaat van trust naar trust behavior is afhankelijk van the perceived risk, of te wel, het te nemen risico. Hoe hoger het te nemen risico, hoe hoger trust zal moeten zijn. In dit hoofdstuk wordt dieper ingegaan op de factoren waarop vertrouwen in het model wordt gebaseerd.

(7)

2.2.1 Propensity to trust

De propensity to trust is uit te leggen als de algemene bereidheid van een persoon om anderen te vertrouwen. Het is een eigenschap die verschilt van persoon tot persoon en wordt beïnvloed door factoren als: opvoeding, cultuur en persoonlijkheid. Hoe hoger de propensity to trust van een persoon is hoe meer vertrouwen hij of zij zal hebben in een partij alvorens er meer informatie over de partij vrij wordt gegeven (Mayer et al., 1995).

Afbeelding 1: Vertrouwensmodel door Mayer et al. (1995).

2.2.2 Ability

Ability gaat over de vaardigheden, competenties en eigenschappen die een partij bezit

waarmee ze invloed hebben in een specifiek domein. Ability van een partij is dan ook anders in verschillende situaties. Waar een partij bijvoorbeeld veel vertrouwen wint door vaardigheden die van belang zijn in de medische wereld zal deze partij dit vertrouwen niet krijgen op het gebeid van technologie, aangezien op dit domein niet over vaardigheden beschikt wordt. Ability komt in veel andere modellen voor onder verschillende namen zoals competence en percieved

expertise (Mayer et al., 1995)

In dit onderzoek is een voorbeeld van vertrouwen op basis van Ability, het vertrouwen in een dokter omdat deze persoon zijn bekwaamheid heeft aangetoond door middel van een diploma.

2.2.3 Benevolence

Benevolence is in hoeverre de trustor veronderstelt dat de trustee het beste met hem of haar

voor heeft. In andere modellen komen soortgelijke factoren aan bod. Zo wordt ook altruïsme genoemd als een belangrijke factor, waarbij het maken van zelfopoffering voor een ander

(8)

centraal staat. Anderzijds wordt Benevolence vergeleken met de motivatie om te liegen of loyaliteit (Mayer et al., 1995).

In dit onderzoek is een voorbeeld van vertrouwen op basis van Benevolence het vertrouwen in de eigen ouders. Dit komt doordat men ervan uit gaat dat ouders nooit een reden zouden hebben om tegen hun kind te liegen voor hun eigen gewin, aangezien ouders over het algemeen het beste willen voor hun kinderen.

2.2.4 Integrity

Integritygaat over de mate waarin de trustee zich houdt aan een set van principes die de trustor

acceptabel vindt. Hierbij is het van belang dat de trustee zich consequent aan de principes heeft gehouden en daarnaast is het van belang dat deze principes worden geaccepteerd door de

trustor. Wanneer de trustee zich wel consistent zou houden aan zijn of haar principes maar

deze niet aansluiten bij wat de trustor acceptabel acht dan wordt de trustee niet gezien als integer.

In dit onderzoek is het hebben van vertrouwen in de overheid, omdat zij uitspreken het doel te hebben om veilige vaccines te verschaffen aan het volk en zich hier ook in het verleden altijd trouw aan hebben gehouden, een voorbeeld van vertrouwen op basis van Integrity. 2.3 YUTPA framework

De theorie van Nevejan (2009) verbindt vertrouwen met het begrip aanwezigheid (presence). Aanwezigheid wordt benoemd als de basis voor vertrouwen. Natural presence, waarbij sprake is van lichamelijke aanwezigheid, is oorspronkelijk de vorm van aanwezigheid waar vertrouwen op wordt gebaseerd. Door de opkomst van nieuwe communicatiemiddelen is ook mediated

presence als soort aanwezigheid ontstaan. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een medium om

te kunnen communiceren, zoals sociale media. Door het gebruik van een medium is het bij uitwisseling van informatie niet langer noodzakelijk om fysiek aanwezig te zijn. Hierdoor kan communicatie tussen personen voor eenieder op een verschillend moment en een verschillende plek plaatsvinden. Vertrouwen kan worden opgebouwd of afgebroken op basis van aanwezigheid. Hierdoor is het, in een wereld met veel verschillende communicatiemiddelen, van belang om een goed begrip te hebben van de opbouw van aanwezigheid bij de beantwoording van vraagstukken over vertrouwen.

Om aanwezigheid te kunnen beschrijven zijn vier dimensies in kaart gebracht. Dit zijn:

Time, Place, Relation en Action. Ten eerste wordt de dimensie Time genoemd. Een voorbeeld

van iemand uit dit onderzoek met een belang bij deze dimensie, is een persoon die van jongs af aan is opgegroeid met bepaalde overtuigingen. Door een lange tijd betrokken te zijn geweest bij deze overtuigingen ontstaat daarin vertrouwen. Ten tweede wordt gesproken van de dimensie Place. Deze dimensie is in dit onderzoek gebruikt om te kijken of iemand het belangrijk vindt om in een gezamenlijke ruimte te zijn tijdens de uitwisseling van informatie. De fysieke kwaliteiten zoals het kunnen aanvoelen van emoties en het zien van lichaamstaal staan hierbij centraal. Daarnaast is er de dimensie Relation. Deze dimensie is in dit onderzoek onder andere gebruikt om te kijken hoe belangrijk de reputatie van een informatiebron is. Een

(9)

voorbeeld hiervan is, het vertrouwen in een invloedrijk persoon omdat hij of zij men al vaker van zijn of haar betrouwbaarheid heeft overtuigd. Tot slot is er de dimensie Action. Hierbij gaat het om de mogelijkheid om tot actie te komen. In dit onderzoek is deze dimensie gebruikt om te kijken of de mogelijkheid om te kunnen acteren belangrijk wordt gevonden. Een voorbeeld hiervan is het kunnen maken van de keuze om wel of niet te vaccineren. Deze dimensies samen vormen het YUTPA framework, YUTPA staat voor: ‘Being with You in Unity of Time, Place and Action’. Per dimensie zijn een aantal factoren toegevoegd om de dimensies vorm te geven (Nevenjan & Brazier, 2012). Dit framework is terug te vinden in afbeelding 2.

Het YUTPA framework geeft de mogelijkheid om op subjectieve wijze waarden te geven aan de vier dimensies. Hierdoor kan het framework worden gebruikt als een boundary object, wat inhoudt dat het op verschillende manieren kan worden gebruikt en geïnterpreteerd. In dit onderzoek is het framework gebruikt om de belangrijke eigenschappen van verschillende informatiebronnen te analyseren. Vervolgens is aan de hand hiervan is bekeken op welke dimensies vertrouwen is verkregen of verloren.

Afbeelding 2: YUTPA framework (Nevejan & Brazier, 2012)

3. Methode

Voor dit onderzoek is gekozen om gebruik te maken van de kwalitatieve onderzoekstechniek om de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden. Er is onderzocht ‘wat’ de rol is van vertrouwen bij het tot stand komen van de keuze vóór of tegen vaccineren. Hierbij is ook ‘hoe’

(10)

deze keuze tot stand komt van belang. Kwalitatief onderzoek leent zich goed voor ‘wat’ en ‘hoe’ vragen en sluit aan op het open karakter van de onderzoeksvraag. Daarnaast kan het maken van de keuze om voor- of tegenstander van vaccineren te zijn gezien worden als gedrag. Kwalitatief onderzoek is met name goed geschikt om gedrag te analyseren door middel van semigestructureerde interviews die voor dit onderzoek zullen worden gebruikt (Ritchie et al., 2013). In dit hoofdstuk is ingegaan op de gekozen onderzoeksmethode, de doelgroep, de procedure en de data-analyse strategie.

3.1 Onderzoeksmethode

Om dit onderzoek uit te voeren is gebruik gemaakt van semigestructureerde diepte-interviews. Hiermee kan worden onderzocht hoe mensen over bepaalde concepten denken of hoe zij zich hierbij voelen. Het concept is in het geval van dit onderzoek de keuze om voor- of tegenstander van vaccineren te zijn. Deze manier van onderzoek geeft de mogelijkheid om dieper in te gaan op bepaalde reacties van een deelnemer. Op deze manier kunnen diepere motieven worden ontrafeld. Bij semigestructureerde interviews heeft de deelnemer tevens veel vrijheid wat ervoor zorgt dat hij of zij goed duidelijk kan maken wat voor hem of haar belangrijk of interessant is. Bij een volledig gestructureerd interview of kwantitatieve aanpak gaat deze vrijheid verloren, waardoor belangrijke thema’s die van tevoren niet door de onderzoeker zijn overwogen niet aan bod komen (Horton et al., 2004). Om te zorgen dat de deelnemer niet te veel wordt beïnvloed tijdens het interview, zijn voornamelijk open vragen gesteld. Deze vragen zijn gebaseerd op een aantal vooraf vastgestelde thema’s die relevant zijn voor het onderzoek. Omdat in dit onderzoek gekeken is naar de rol van vertrouwen zijn de thema’s gebaseerd op de literatuur over vertrouwen uit het theoretisch kader. Er is een interview guide opgesteld met daarin de gewenste thema’s die aan bod moesten komen, deze is terug te vinden in bijlage 1. AlleInterviews zijn face to face afgenomen tijdens een afspraak op een gewenste locatie of via een videogesprek. De interviews zijn allemaal individueel afgenomen, in een rustige omgeving waar enkel de interviewer en de deelnemer aanwezig waren. Elk interview duurde gemiddeld dertig minuten waarvan een aantal minuten een introductie over het interview zelf bevatte. In totaal zijn er tien interviews afgenomen waarvan vijf interviews met voorstanders en vijf interviews met tegenstanders van vaccineren. De tien interviews hebben voldoende overeenkomsten op de relevante onderwerpen van vertrouwen dat gesteld kan worden dat saturatie is opgetreden en dat voldoende interviews zijn afgenomen (Lucassen & Olde Hartman, 2007).

3.2 Onderzoeksgroep

Voor de interviews was het belangrijk dat elke deelnemer in de positie is geweest waarbij hij of zij de keuze moest maken voor het wel of niet vaccineren van een kind. Om de juiste mensen te benaderen voor het onderzoek is een oproep gemaakt en verspreid via Facebook. In totaal zijn tien interviews afgenomen, waarvan vijf met voorstanders en vijf met tegenstanders van vaccineren. De voorstanders hebben kinderen die tot op heden voor alles uit het rijksvaccinatieprogramma zijn gevaccineerd. Tegenstanders hebben kinderen niet of

(11)

gedeeltelijk niet laten vaccineren en hebben op het moment een sterke afkeer voor vaccineren. Alle deelnemers hebben minstens één kind van maximaal tien jaar oud. Hiervoor is gekozen zodat nog recentelijk een keuze wat betreft vaccineren heeft plaatsgevonden. Alle deelnemers van de interviews is anonimiteit beloofd aangezien het gaat om een gevoelig onderwerp waarbij de deelnemer anders niet het gevoel heeft dat hij of zij volledig vrijuit kan spreken. In Tabel 1 is een overzicht terug te vinden van de interviews. De interviews hebben de naam ‘Tegenstander’ of ‘Voorstander’ met daarachter een nummer van één tot en met vijf. Daarnaast is het geslacht van de deelnemer, het aantal kinderen van de deelnemer, en het geslacht en de leeftijd van de kinderen van de deelnemer vermeld.

Tabel 1: Een overzicht van alle interviews met daarbij het geslacht en het aantal kinderen van de deelnemer. Het geslacht van de kinderen is volgens weergegeven met respectievelijk hun leeftijden.

3.3 Procedure

Om deelnemers te vinden is een oproep geplaatst op Facebook. Deze oproep is vervolgens door vrienden en familie van de onderzoeker verder verspreid en gedeeld op verschillende manieren waaronder sociale media, email en persoonlijke gesprekken. Er is naar zowel voor- als tegenstanders gezocht om de keuze om wel of niet te vaccineren van beide kanten te kunnen bekijken. Wanneer contact was gelegd met een potentiele deelnemer werd een afspraak gemaakt voor het interview. Hierbij werd aangegeven dat het interview ongeveer een half uur duurt. Naar aanleiding van de voorkeur van de deelnemer werd gekozen om het interview op een locatie uit te voeren of via een videogesprek, zodat de deelnemer zich zo

(12)

comfortabel mogelijk zou voelen en omdat op locatie afspreken niet altijd mogelijk bleek. Zes van de interviews is op een locatie afgenomen en vier via videogesprekken. Van de zes interviews op een locatie waren vijf met voorstanders van vaccineren en één met een tegenstander van vaccineren. De resterende vier interviews die via een videogesprek hebben plaatsgevonden waren allen met tegenstanders van vaccineren. Elk interview begon met een introductie van de interviewer zelf en van het onderzoek. Hierbij werd aangegeven dat er geen foute antwoorden bestaan en dat voornamelijk interesse is naar de eigen meningen over vaccineren en het eigen verhaal hierbij. Vervolgens werd elk interview met voorstanders van vaccineren geopend met de vraag: ‘U heeft ervoor gekozen om uw kind wel te vaccineren, kunt

u mij in uw eigen woorden vertellen hoe u dit besluit heeft genomen en waarom?’ en elk

interview met tegenstanders van vaccineren werd geopend met een iets andere vraag: ‘U heeft

ervoor gekozen om uw kind niet te vaccineren, kunt u mij in uw eigen woorden vertellen hoe u dit besluit heeft genomen en waarom?’. Op deze manier werd op een zo open mogelijke manier

gevraagd naar de mening van de deelnemer over vaccineren. Bij deze fase kunnen verschillende informatiebronnen worden vastgesteld die van belang zijn voor de deelnemer. Wanneer de deelnemer hier nog geen of weinig invulling aan heeft gegeven worden eventueel mogelijke bronnen opgenoemd door de interviewer waaronder: De overheid, dokter, vrienden en familie, en (sociale) media. Wanneer het duidelijk is dat de interviewer vertrouwen of wantrouwen heeft in een bepaalde informatiebron wordt doorgevraagd naar het ‘waarom’. Omdat in dit onderzoek wordt gekeken naar de rol van vertrouwen zijn met behulp van het theoretisch kader hier een aantal thema’s voor vastgesteld. Waar nodig worden vervolgens enkele voorbeelden genoemd rondom de begrippen: Ability, Benevolence en Integrity van Mayer et al. (1995) om te zorgen dat deze thema’s aan bod komen. Om te zorgen dat de thema’s: Relation, Time, Action en Place van Nevejan (2009) aan bod komen, wordt gevraagd naar hoe de communicatie verloopt met de verschillende genoemde bronnen en wat hier prettig of juist onprettig aan wordt gevonden. Wanneer de deelnemer geen nieuwe dingen meer heeft te vertellen wordt het interview afgerond. Om te zorgen dat de interviews niet te veel worden gestuurd is gekozen om zo veel mogelijk open vragen te stellen en verder in de vorm van een gesprek, vloeiend dieper op verschillende onderwerpen in te gaan. Aan het eind van elk gesprek is door de interviewer een korte samenvatting van het interview gegeven. Hierbij kon de deelnemer aangeven het eens of oneens te zijn en eventueel nog iets toevoegen. 3.4 Data-analyse strategie

Van alle interviews zijn opnames gemaakt, vervolgens zijn de interviews aan de hand hiervan getranscribeerd. Er is gebruik gemaakt van de woordelijke transcriptie techniek waarbij de leesbaarheid wordt verhoogd door alles op te schrijven wat er wordt gezegd zonder stopwoorden, aarzelingen of stotteren. Ook wordt interpunctie toegevoegd om de leesbaarheid verder te verhogen. Tot slot zijn persoonlijke gegevens zoals namen weggelaten. Om de interviews te kunnen analyseren is gebruik gemaakt van het programma ATLAS.ti in dit programma zijn alle interviews ingeladen en codes toegevoegd aan gewenste stukjes tekst. Voor het coderen van de interviews is gebruik gemaakt van zowel de bottom-up als de

(13)

top-down strategie. Bij de top-top-down strategie worden van tevoren een aantal categorieën

vastgesteld aan de hand van vooraf bepaalde theorieën. In de interviews wordt vervolgens gezocht naar stukjes tekst die kunnen worden gecodeerd naar iets wat binnen de categorie past. Dit wordt ook wel deductief onderzoek of concept-driven coding/theory-driven coding genoemd (Thomas, 2006; Gelo et al., 2008). Bij de bottom-up strategie wordt alle ruwe data van de interviews afgelopen en gecodeerd, de codes worden gaandeweg bedacht en variëren van kleine zinnetjes tot abstracte concepten. Vanuit deze codes wordt dan gekeken of er patronen zijn te vinden tussen de verschillende codes. Vanuit deze patronen kunnen nieuwe categorieën worden vastgesteld. Dit wordt ook wel inductief onderzoek of data-driven coding genoemd (Thomas, 2006). Deze strategie sluit tevens aan bij de grounded theory methode (Strauss & Corbin, 1997). In dit onderzoek zijn van tevoren een aantal categorieën vastgesteld om ervoor te zorgen dat alle relevante theorie over vertrouwen aan bod komt. Deze categorieën komen overeen met de thema’s die zijn behandeld tijdens de interviews. De volgende categorieën zijn hiervoor van tevoren vastgesteld: ‘Ability’, ‘Benevolence’, ‘Integrity’, ‘Time’, ‘Place’, ’Relation’ en ‘Action’. In Afbeelding 3 is een kort voorbeeld gegeven hoe een stukje uit een interview een code toegewezen krijgt en hoe deze code zich vervolgens verhoudt tot een categorie. Stukjes tekst kregen vaak meer dan één code en vallen daarmee soms ook onder meerdere categorieën. Door het gebruik van zowel de top-down als de bottom-up strategie heeft een zo compleet mogelijke analyse plaats kunnen vinden. De complete lijst van gebruikte codes en categorieën is terug te vinden in bijlage 2.

Afbeelding 3: Een kort voorbeeld hoe stukjes tekst (quotes) uit de interviews worden gekoppeld aan één of meerdere codes. Vervolgens kunnen de codes weer worden gekoppeld aan een categorie.

3.5 Interpretatie YUTPA framework

Om het YUTPA framework te kunnen toepassen bij de analyse van de interviews zijn de dimensies als volgt geïnterpreteerd. Bij Time is gekeken of het vertrouwen van de deelnemer is beïnvloed door een langere tijd betrokken te zijn geweest bij een bepaalde denkwijze. In het

(14)

kader van de interviews gaat het hier voornamelijk om het opgroeien met bepaalde normen en waarden en door hieraan gewend te zijn, dit te vertrouwen en voort te zetten in de eigen keuzes voor informatiebronnen. Place gaat over of waarde wordt gehecht aan het in dezelfde ruimte zijn bij het geven van vertrouwen aan een informatiebron, bijvoorbeeld gesprekken face

to face voeren. Relation heeft betrekking op het vertrouwen van invloedrijke figuren doordat

zij een bepaalde reputatie hebben. Maar ook het deel uitmaken van een community kan een belangrijke rol spelen bij de dimensie van Relation. Tot slot gaat het bij Action om de mogelijkheid om zelf keuzes te kunnen maken. In het licht van vaccineren gaat het voornamelijk om de keuzevrijheid om wel of niet te vaccineren.

4. Resultaten

In dit hoofdstuk worden de resultaten via de verschillende thema’s rondom vertrouwen behandeld. Allereerst wordt ingegaan op welke informatiebronnen er te onderscheiden zijn bij het verkrijgen van informatie met betrekking tot vaccineren. Ten tweede worden aan de hand van de theorie van Mayer et al. (1995) de begrippen Ability, Benevolence en Integrity gekoppeld aan de interviews. Vervolgens worden de interviews in verband met de vier dimensies Time,

Place, Relation en Action uit de theorie van Nevejan (2009) behandeld. Tot slot wordt er nog

ingegaan op hoe levensbeschouwing een belangrijke rol speelt voor sommige tegenstanders van vaccineren.

4.1 Informatiebronnen

Informatiebronnen zijn de verschillende plekken waar informatie en kennis vandaan kan worden gehaald en die op een negatieve of positieve manier de keuze om te vaccineren hebben beïnvloed. Uit de interviews zijn 27 codes verkregen die betrekking hebben tot een informatiebron. Met deze 27 codes zijn tien unieke informatiebronnen geïdentificeerd: Overheid, Levensbeschouwing, Internet, Wetenschappelijke artikelen, Deskundigen, Sociale media, Traditionele media, Invloedrijke personen, Familie en vrienden, en de anti-vaccinatie community Stichting Vaccin Vrij. In bijlage 3 is een overzicht te vinden hoe de 27 codes zich verhouden tot de tien vastgestelde informatiebronnen.

4.2 Vertrouwen en Ability

Ability volgens de theorie van Mayer et al. (1995) wordt door alle deelnemers gezien als een

belangrijk punt. Voorstanders geven met name aan hun keuze om wel te vaccineren te baseren op het vertrouwen in de onderzoekskwaliteiten en de vaardigheden van de overheid en dokters. Een van de geïnterviewde voorstanders zegt hierover bijvoorbeeld het volgende:

‘’Nou dat is een bijzaak, met dat waarom zouden ze [verkeerde informatie geven], inderdaad goede onderzoekers en ze zijn onafhankelijk en dus geven ze goede informatie’’ (Voorstander

5) en ‘’Niet zozeer alles wat de overheid zegt geloof ik. Dat is het niet. Maar het is wel dat ik

denk van; nou ik geloof wel in het aantal tests dat ze hier doen en de zorgvuldigheidsgraad en de hoge standaarden waaraan moet worden voldaan’’ (Voorstander 2). Daarnaast laten zij zich

(15)

niet snel overtuigen door verhalen die vaccins in een slecht daglicht zetten. De reden hiervoor is dat ze de betreffende informatiebronnen, waaronder sociale media en familie en vrienden niet erkennen als vaardig genoeg op dit gebied: ‘’Zolang het geen arts is ofzo zal ik niet heel

snel denken van; dan ga ik wel op jouw woord af en niet op dat van een deskundige’’

(Voorstander 2).

Ook de tegenstanders maken gebruik van het begrip Ability bij het onderbouwen van hun keuze. Zo wordt getwijfeld aan de werking van vaccins en het onderzoek wat de overheid doet. Hiervoor zijn twee voornaamste redenen te onderscheiden. Ten eerste geven zij aan dat gelijktijdig met de opkomst van vaccinaties de hygiëne enorm is toegenomen en dat dit de kans om ziek te worden aanzienlijk verkleind heeft. Dit leidt ertoe dat zij aangeven dat het gebruik van vaccins wellicht niet zo noodzakelijk is als wordt gedacht. Twee voorbeelden waarbij tegenstanders dit aangeven zijn: ‘’Ook als je de theorie in gaat dan zie je dat wanneer de hygiëne

en het drinkwater schoon wordt in Europa, al die grote ziektes aan banden gelegd werden, dus helemaal niet door die vaccins’’ (Interview 8) en ‘’Daarnaast is er natuurlijk een verbetering van hygiëne wat ook heel veel doet, dus tuberculose komt eigenlijk in een omgeving voor die onhygiënisch is. Dus waarom moet ik dan enten voor tbc [tuberculose]’’ (Tegenstander 3). Ten

tweede wordt aangegeven dat de groep mensen die de onderzoeken uitvoert naar vaccinaties voornamelijk voorstanders van vaccineren zijn. Hierdoor zijn zij bevooroordeeld en dit zou de onderzoeksresultaten kunnen beïnvloeden. Hierover wordt onder andere het volgende gezegd: ‘’Als je het hebt over de wetenschap en bepaalde dingen achterhouden. Ik ben dan wel kritisch

naar wat er als wetenschap neer wordt gezet. Ik geloof wel heel erg in wetenschap alleen het overheersende mensbeeld wat heel erg materialistisch en niet spiritueel is overheerst daarin heel erg. Vaak zijn wetenschappers zich er niet van bewust dat zij al binnen een bepaald kader denken. Dit heeft dan effect op hun onderzoeksresultaten’’ (Tegenstander 5) en ‘’Ja dat is eenzijdig onderzoek zoals het in hun [de overheid] straatje past. Het is niet een objectief open onderzoek wat de overheid voert’’ (Tegenstander 1). Tot slot gaf een enkeling van de

voorstanders aan ook wel eens sceptisch te zijn over de vaardigheden van de overheid: ‘’Soms

gaan dingen gewoon mis. Dan gaat het van: ‘Ohja, die had er ook niet naar gekeken en die ook niet.’ Dat soort dingen komen wel voor’’ (Voorstander 4).

4.3 Vertrouwen en Benevolence

De term Benevolence zoals gebruikt in de theorie van Mayer et al. (1995) vinden we voornamelijk terug in de relaties met familie en vrienden van de deelnemers. De effecten hiervan lijken in de meeste gevallen niet doorslaggevend bij de keuze om vóór of tegen vaccineren te zijn. Wanneer namelijk gekeken wordt naar relaties waar de persoon in kwestie een tegengestelde positie inneemt over vaccineren dan de deelnemer verandert dit weinig aan de mening van de deelnemer. De verhalen van familie en vrienden worden wel eerder aangehoord en verkrijgen wel meer vertrouwen dankzij het gevoel dat familie en vrienden het beste voor hebben met de deelnemer en daarmee ook geen reden hebben om te liegen. Hier volgen een aantal voorbeelden uit de interviews waaruit blijkt dat de deelnemer wel aan het denken werd gezet door familie of vrienden maar dit verder niet de keuze heeft laten

(16)

beïnvloeden: ‘’Ja, je gaat wel discussies aan of je gaat vragen van hoe ze daartoe zijn gekomen

maar het is niet zo dat ik het zelf meteen dan doe’’ (Voorstander 3), ‘’Iemand die dichtbij mij staat, als die het niet zou doen dan zou dat mij wel beïnvloeden. Dan zou ik wel even goed gaan lezen waarom ik het dan ook alweer wel doe. Dus ik zou mijn keuze nog een keer onderzoeken of ik dat wel of niet zou doen’’ (Voorstander 4) en ‘’Ik trek mij vrij weinig aan van wat anderen van mij vinden’’ (Tegenstander 5).

Daarnaast lijkt een soort confirmation bias te bestaan bij het vertrouwen van de mensen in de directe omgeving zoals familie en vrienden. Er is sprake van een confirmation bias wanneer informatie die overeenkomt met het standpunt van de persoon in kwestie selectief verzameld wordt of zwaarder wordt gewogen. Daarnaast wordt vaak ook bewijs dat tegen dit standpunt in gaat genegeerd of gebagatelliseerd (Nickerson, 1998). Dit kan op zijn beurt leiden tot selectieve informatie waarbij mensen in een netwerk verzeilt kunnen raken waarin ze enkel nog maar één kant van het verhaal tegen komen. Het effect wat hier plaatsvindt lijkt op het fenomeen van the filter bubble dat Pariser (2012) in zijn boek beschrijft. Hierbij wordt een gebruiker op sociale media door middel van algoritmes die de omgeving voor hem of haar personaliseren in een bubbel geplaatst met enkel informatie die overeenkomt met wat hij of zij eerder heeft opgezocht. Dit is terug te zien in de interviews wanneer een voorstander met bijvoorbeeld een familielid praat die tegenstander is, of omgekeerd een tegenstander met een familielid die voorstander is, dat dit zoals zojuist beschreven leidt tot kleine twijfels maar niet tot een doorslaggevende verandering in de keuzes die zij maken. Echter kan er weinig worden gezegd over de impact van familie of vrienden die dezelfde mening hebben als de deelnemer. Wat hierbij opvalt is dat veel van de deelnemers waaronder voor- en tegenstanders van vaccineren, aangeven de waarden van hun ouders waar zij mee opgegroeid zijn voort te zetten in hun eigen keuzes. Zoals blijkt uit volgende citaten: ‘’Ook het feit dat ik zo’n boek ben gaan

kopen om mij er eens grondig over te informeren heeft er wel mee te maken met dat zij [ouders

van de deelnemer] mij opgevoed hebben met het idee van inenten, moet dat wel? Het is niet

dat ze mij dat hebben geprobeerd in te prenten van; je moet dat niet doen. Maar wel dat ik even kritisch moet kijken. Ga niet klakkeloos aannemen wat er gezegd wordt. Dat is wel op heel veel vlakken wat ik van huis uit mee heb gekregen’’ (Tegenstander 5), ‘’Het rijksvaccinatieprogramma daar zijn wij ook groot mee geworden’’ (Voorstander 1) en ‘’Ik heb het er wel met mijn moeder over. Want die kreeg een brief voor de griepprik. En ik zei: ‘Je bent toch niet helemaal belazerd dat je dat doet hè’ En die gaat ook niet. Maar die zit er ook wel een beetje op dezelfde manier in’’ (Tegenstander 3).

4.4 Vertrouwen en Integrity

Integrity zoals Mayer et al. (1995) dit benoemen in hun theorie, speelt een zeer belangrijke rol

bij alle geïnterviewde tegenstanders van vaccineren. Zij geven aan dat de overheid er een zogenoemde verborgen agenda op na houdt. Financiële belangen van de overheid zouden ervoor zorgen dat zij de gezondheid van het volk niet op de eerste plaats stellen. Ook wordt aangegeven dat dokters door middel van commissies belang hebben bij het geven van vaccinaties: ‘’Als artsen een bepaald medicijn voorschrijven krijgen ze commissies, maar ook

(17)

voor vaccines. Dus ja die willen wel vaccines verkopen, ziekte is een verdienmodel geworden’’

(Tegenstander 1) en ‘’Geld, geld, alleen maar geld. Ik denk dat de hele gezondheidszorg ziek is.

Dat de hele medische wereld niet klopt’’ (Tegenstander 2). In Afbeelding 4 is een netwerk te

zien waarin de codes ‘Dokter’, ‘Overheid’ en ‘Big Farma’, of te wel de farmaceutische industrie, veelvoudig met elkaar worden verbonden door middel van de code ‘Geldkwestie’. Het idee dat de overheid op deze manier een verborgen agenda heeft brengt bij de tegenstanders een grote hoeveelheid wantrouwen met zich mee. Vaak wordt aangegeven dat er ook schadelijke stoffen in vaccinaties zitten: ‘’[…] die apen-nieren dus bijvoorbeeld en die zware metalen die worden

gebruikt in de vaccins. Daar zijn heel veel onderzoeken naar gedaan die uitwijzen dat het kankerverwekkend is, die metalen en ook het kweken op die nieren van die apen vind ik echt belachelijk om dat gewoon in je eigen kindje te spuiten’’ (Tegenstander 4) en ‘’Ik ben door studie erachter gekomen dat er zelfs kwik in vaccinaties zit’’ (Tegenstander 1). Dit in combinatie met

de mogelijk financiële belangen van de overheid brengt twijfel over de bedoelingen van de overheid.

Dat er twijfel bestaat over de bedoelingen van de overheid door middel van financiële belangen, blijkt ook uit het een voorbeeld waarbij een van de tegenstanders aangeeft dat enkel

Afbeelding 4: Netwerk waarin de code ‘Geldkwestie’ de codes: ‘Dokter’, ‘Overheid’ en ‘Big Farma’ met elkaar verbindt.

(18)

symptomen worden bestreden en niet de oorzaak. Daarbij wordt aangegeven dat eventueel onderzoek naar de echte oorzaak van de ziektes niet wordt gesteund: ‘’Er was een keer een

vrouw die had onderzoek gedaan naar ADHD, die was vijf jaar bezig om geld te verzamelen voor haar onderzoek. Maar wat bleek was dat zij dat niet kreeg omdat haar theorie was; voeding heeft invloed op het gedrag. Nou ze kon dat geld gewoon niet bij elkaar scharrelen. Dat heeft vijf of zes jaar geduurd. En uiteindelijk heeft ze wel dat geld gekregen en wel dat onderzoek gedaan en het ook aangetoond. Maar er is natuurlijk geen medisch instituut of farmacie die dat wil steunen want die is natuurlijk meer geïnteresseerd in de verkoop van medicijnen’’

(Tegenstander 3). Hiermee wordt ook duidelijk gemaakt dat er sprake zou zijn van onderdrukking vanuit de overheid van bepaalde meningen en onderzoek. Dit lijkt een belangrijk aspect te zijn bij de tegenstanders. Het duidelijk hebben van een bepaalde mening en deze er ook door heen willen drukken maakt dat de overheid onbetrouwbaar wordt gevonden doordat ze op deze manier de vrijheid van de mens zouden beperken. Zo wordt bijvoorbeeld ook genoemd dat dokters zich niet negatief mogen uiten over vaccineren, anders lopen zij het risico hun baan te verliezen. Een aantal voorbeelden uit interviews met tegenstanders zijn: ‘’Ik merk

gewoon dat er [op vaccineren] een enorme druk op zit, er is eigenlijk geen mogelijkheid om echt informatie op te vragen. Ze [dokters] hebben gewoon beroepsplicht, dat heeft mijn antroposofische dokter zelf ook, hij mag gewoon niet zeggen dat hij het er niet mee eens is [met

vaccineren]’’ (Tegenstander 4), ‘’Als ik nu vanmorgen weer hoor dat kinderen van twaalf jaar

die niet geënt worden tegen baarmoederhalskanker, omdat mensen dat niet willen, ze [de overheid] bedenken: ‘Nou dan doen we het maar bij het standaard vaccinatieprogramma want dan hebben ze het allemaal niet door, dan gebeurt het gewoon.’ Dan is het geen bewuste keuze meer’’ (Tegenstander 3) en ‘’[…] die [artsen] mogen dus niet zeggen dat het niet goed is. Want anders krijgen zij een douw of ze raken hun licenties kwijt dat soort dingen, dit is in het verleden al vaker gebeurd’’ (Tegenstander 1).

Bij tegenstanders leidt het wantrouwen wat hierdoor ontstaat tegen deskundigen tot het hechten van een hogere waarde aan de eigen mening op basis van eigen onderzoek. In het onderzoek van Motta et al. (2018) werd tevens geconstateerd dat tegenstanders van vaccineren vaak het gevoel hebben het zelf beter te weten dan deskundigen. Uit testen over de kennis van de deelnemers van hun onderzoek konden zij constateren dat er spraken zou kunnen zijn van het Dunning-Kruger effect, een fenomeen waarbij iemand zonder vaardigheden in een bepaald gebied zichzelf overschat (Dunning et al., 2003). Het wantrouwen dat de Integrity kwestie in dit onderzoek bij de tegenstanders van vaccineren met zich mee brengt, zou een andere reden kunnen zijn waarom tegenstanders vaak de eigen mening boven die van een deskundige zoals een dokter stellen.

Daarnaast wordt genoemd dat veel mensen die hoge functies bekleden binnen de overheid tevens hoge functies hebben binnen grote farmaceutische bedrijven. Hierdoor zouden zij gemakkelijk misbruik kunnen maken van hun positie: ‘’Als je bijvoorbeeld kijkt naar

het RIVM, de mensen die de belangrijke functies bekleden, dat die bijvoorbeeld ook bij de raad van bestuur van een grote farmaceutische firma zitten’’ (Tegenstander 5) en ‘’Bij de overheid of

(19)

het RIVM in dit geval, als je naar de bestuursleden kijkt zitten die ook in die grote farmaceutische bedrijven, het is niet onafhankelijk’’ (Tegenstander 1).

Tot slot geven geen van de voorstanders van vaccineren aan dezelfde twijfels als de tegenstanders te hebben met betrekking tot Integrity. Wanneer over dit soort mogelijke situaties of een verborgen agenda wordt gesproken, geven zij duidelijk aan dit gevoel zelf niet te hebben. Deze verhalen worden betiteld als complottheorieën en voorstanders geven aan hier niet gevoelig voor te zijn. Hier volgen een aantal manieren waarop zij dit hebben geuit:

‘’[…] dat de overheid in principe geen reden heeft om daar op een niet zorgvuldige manier of op een publiek beïnvloedende manier of onjuiste manier mee om te gaan. Wat zou in godsnaam het belang van de overheid zijn om kinderen iets in te spuiten wat niet zou werken of wat autisme zou veroorzaken. Nee ik zie niet echt in wat voor complottheorieën daar dan zijn.’’

(Voorstander 2), ‘’Wat voor baat zou de overheid erbij hebben om verkeerde informatie te

geven. Die vaccinaties zijn gratis. Dus ze vangen er geen geld mee, dat zou misschien dan een reden kunnen zijn dat je zegt ze willen alleen maar geld vangen maar dat doen ze dus niet.’’

(Voorstander 5) en ‘’Ik ben niet echt gevoelig voor complottheorieën. Ik ga het wel even

uitzoeken, even lezen want misschien heb ik iets gemist maar dat gaat wel heel ver.’’

(Voorstander 4). Uit eerder onderzoek van Jolley & Douglas (2014) bleek ook dat complottheorieën potentieel nadelige gevolgen hebben bij het vormen van de mening over vaccinaties.

4.5 Vertrouwen en de vier dimensies: Time, Place, Relation en Action

Door de interviews aan de hand van vier dimensies van het YUTPA framework van Nevejan (2009) te analyseren blijken nog een aantal opvallende bevindingen die nog niet eerder zijn genoemd. Voor zowel de voor- als tegenstanders is bij elk interview per dimensie bepaald of deze een belangrijke invloed heeft gehad bij de keuze van de deelnemer om vóór of tegen vaccineren te zijn. Op basis van deze dimensies is in Afbeelding 5 terug te zien hoe de voor- en tegenstanders scoren op de vier dimensies ten opzichte van elkaar.

Ten eerste is het opvallend dat beide partijen nul scoren op Place. Dit blijkt uit de interviews doordat er geen specifieke waarde wordt gehecht aan het delen van een ruimte met een informatiebron om hen te vertrouwen. Al hoewel er door sommige deelnemers zo nu en dan wel opmerkingen zijn gemaakt dat iemand face to face spreken als fijn kan worden ervaren, geeft dezelfde deelnemer dan ook menig keer aan vertrouwen te leggen bij informatiebronnen waar zij helemaal geen ruimte mee delen, zoals bijvoorbeeld informatie van het internet of het nieuws. Dit heeft als gevolg dat voor geen van de deelnemers Place een belangrijke dimensie is bij het vertrouwen van een informatiebron. De volgende citaten uit een van de interviews is daar een voorbeeld van: ‘’Nou face to face zoals wij nu doen doe ik wel vaker met mensen en

dan hebben we het ook over dit soort onderwerpen.’’, ‘’Er wordt zo’n poeha over gemaakt als je dan de werkelijke onderzoeken gaat bekijken op het internet, dan klopt er geen ene zak van. Dat zijn dan echte onderzoeken gepubliceerd door echte wetenschappelijke instituten over gevallen van mazelen’’ (Tegenstander 1).

(20)

Afbeelding 5: De dimensies Time, Place, Relation en Action uit het YUTPA framework van Nevejan (2009). Elke dimensie heeft een eigen as van 0 tot en met 5. De score van een bepaalde dimensie staat voor het aantal interviews waarin is aangegeven dat deze dimensie als belangrijk wordt gezien bij de keuze om vóór of tegen vaccineren te zijn. Uit de score kan opgemaakt worden hoe belangrijk een bepaalde dimensie is bij de totale groep voor- of tegenstanders. Hierbij staat 0 gelijk aan ‘helemaal niet belangrijk’ en 5 gelijk aan ‘zeer belangrijk’. De paarse rondjes die verbonden zijn door tevens paarse stippellijnen betreffen de voorstanders van vaccineren en de groene vierkanten en lijnen betreffen de tegenstanders van vaccineren.

Ten tweede is het opmerkelijk dat voorstanders een stuk hoger scoren dan de tegenstanders op de dimensie Time. Alle voorstanders gaven in de interviews aan hun keuze voor een groot deel te baseren op het feit dat zij zelf altijd zijn ingeënt en met het rijksvaccinatieprogramma zijn opgegroeid. Door over een lange periode in hun leven een voorstander te zijn geweest maakt dat zij informatiebronnen die tevens voor vaccineren pleiten snel vertrouwen. Tegenstanders scoren twee op de dimensie van tijd. Twee van de tegenstanders gaven aan opgegroeid te zijn met een beeld dat vaccineren niet per se goed is en dit heeft ook hun keuze beïnvloed. Dit fenomeen kwam eerder ook al naar voren uit de citaten onder het kopje ‘4.3 Vertrouwen en Benevolence’. Hier werd ook de link gelegd naar de

confirmation bias en filter bubbles. De rest van de tegenstanders geeft aan niet veel waarde te

hechten aan Time. Dit blijkt uit het feit dat zij bijvoorbeeld wel zijn opgegroeid met vaccinaties maar nu een andere keuze maken.

Wanneer verder wordt gekeken naar de scores in Afbeelding 5 valt voornamelijk op dat tegenstanders zowel op Relation en Action hoger scoren dan de voorstanders. Tegenstanders

(21)

scoren op beide vijf waar voorstanders op beide één scoren. Bij Relation is dit gebaseerd op het feit dat tegenstanders vaker vertrouwen leggen bij invloedrijke personen dan voorstanders, zo wordt antroposofie veel genoemd in combinatie met haar grondlegger Rudolf Steiner. Een enkele voorstander gaf ook aan vertrouwen te leggen bij een invloedrijk persoon: ‘’[…] er was

zo’n talkshow; Lubach. Hij had een hele aflevering gewijd aan het onderwerp vaccinatie. Het was wel heel erg uitgebreid, ik vind hem heel goed. Daar vertrouwde ik hem in en dat is natuurlijk maar een talkshow host dus dat vind ik eigenlijk wel een beetje gek van mezelf’’ (Voorstander

3). Daarnaast speelt bij de tegenstanders het deel uitmaken van een community zoals via de antroposofie ook een belangrijke rol bij de keuze om niet te vaccineren: ‘’Ik ben een juf op een

antroposofische school, een vrije school en mijn ex-man is een meester op een vrije school en binnen de vrije school is het gewoon iets gangbaarder om je kinderen niet te laten inenten’’

(Tegenstander 2).

Tot slot is bij Action het grote verschil tussen voor- en tegenstanders te wijden aan hoe belangrijk het wordt gevonden om in vrijheid keuzes te kunnen maken. Voor alle tegenstanders is het heel belangrijk dat mensen de vrijheid hebben om zich goed te kunnen informeren en vervolgens op basis daarvan een eigen keuze te kunnen maken. Zij zeggen hierover het volgende: ‘’Mijn overtuiging is dat de taak van de overheid moet zijn om goed te informeren

zodat mensen zelf in vrijheid een beslissing kunnen maken. Ik heb het idee dat dat nu niet zo is. De overheid is hier heel partijdig en gekleurd. Dat vind ik echt niet kunnen, vandaar dat ik dus zoiets heb van ik doe er niet aan mee’’ (Tegenstander 5) en ‘’Ik merk gewoon dat er een enorme druk op zit, er is eigenlijk geen mogelijkheid om echt informatie op te vragen’’ (Tegenstander

4). Andere citaten die hier bij aansluiten komen voor onder het kopje ‘4.4 Vertrouwen en

Integrity’. Ook hier werd namelijk al duidelijk dat het gevoel van onderdrukking van de vrijheid

door de overheid wantrouwen veroorzaakt. Een enkeling van de voorstanders gaf ook duidelijk aan het hebben van een vrije keuze belangrijk te vinden: ‘’Ik zou het zelf wel moeilijk vinden als

het verplicht was geweest in Nederland. Want dan had ik mij er denk ik wel wat meer zorgen om gemaakt. Want dan denk ik wel van; wordt het wel echt goed onderzocht? Nu moeten ze toch nog ouders een beetje overtuigen dat het veilig is. Als het verplicht is en je mag er niet onderuit dan denk je toch meer van; is het wel echt goed?’’ (Voorstander 4). Echter, zoals ook

al eerder uit citaten naar voren is gekomen uit het kopje ‘4.4 Vertrouwen en Integrity’, geven de meeste voorstanders aan de vrijheid van deze keuze en dus de mogelijkheid om te kiezen niet zeer belangrijk te vinden. Zij storen zich dan ook niet aan pogingen om vaccineren te forceren zoals in het volgende citaat duidelijk naar voren komt: ‘’[…] die discussie nu dat

sommige opvangcentra kinderen gaan weigeren die niet ingeënt zijn, ik vind dat volledig terecht. Mijn kind is dan wel ingeënt maar die loopt dan extra risico omdat jij je kind niet wil inenten’’

(Voorstander 5). Echter geven voorstanders wel aan dat de overheid niet veel voorlichting aanbiedt: ‘’Op het consultatiebureau werd erover verteld, ik moet wel zeggen dat ze eigenlijk

niet zoveel vertellen. […] Er is niet enorm veel voorlichting er wordt niet echt over gepraat’’

(Voorstander 2) en ‘’Ik vind wel dat de Nederlandse overheid, misschien ligt dat aan mij, maar

(22)

Aansluitend hierbij stellen tegenstanders veelal meer vragen en tonen meer wantrouwen in het algemeen. Zij geven aan het heel belangrijk te vinden om altijd zelf goed na te blijven denken en niet zomaar iets aan te nemen: ‘’Ik geloof meer in doe waar je je goed bij

voelt en waar je je fijn bij voelt en dat is veel beter dan welk verplicht iets. Zelf nadenken zelf creatief zijn. Je eigen weg volgen wat een ander ook zegt’’ (Tegenstander 1) en ‘’Ik heb dus zelf ook een tijd in Brazilië gewoond de mensen die niet hoogopgeleid zijn, die nemen echt alle vaccins. Omdat ze gewoon klakkeloos overnemen wat de gemeente of wat er in het algemeen wordt gezegd. Die brieven die ze krijgen, die oproepkaarten ze gaan er eigenlijk allemaal op in’’

(Tegenstander 4). Voorstanders hadden overduidelijk een hogere mate van blind vertrouwen:

‘’Het is in feite heel simpel, ik heb daar [de keuze voor vaccineren] eigenlijk niet zo heel erg bij nagedacht. Voor mij was het eigenlijk een hele logische keuze om ze wel te vaccineren en ik heb er eigenlijk nooit bij stil gestaan’’ (Voorstander 5), ‘’Eigenlijk ben ik gewoon gelijk in het hele vaccinatieprogramma gestroomd en heb ik daar geen twijfels aan gehad’’ (Voorstander 2) en ‘’Ik heb eigenlijk nooit getwijfeld aan vaccineren dus ik heb eigenlijk altijd meteen gevaccineerd’’

(Voorstander 3). Hieruit blijkt dan ook een hogere propensity to trust voor de voorstanders volgens de theorie van Mayer et al. (1995).

4.6 Vertrouwen en levensbeschouwing

Opvallend voor een groot deel van de tegenstanders is dat ook levensbeschouwing als een belangrijk punt is aangeduid. Zoals al eerder naar voren is gekomen speelt levensbeschouwing bij veel van de tegenstanders een grote rol. Dit uit zich in godsdienst, antroposofie en een spirituelere kijk op het leven. Zo geeft een van de deelnemers aan dat vaccinaties vanuit godsdienst gezien niet horen: ‘’Nou als ik kijk naar het ontstaan van de wereld en mijn

godsbeeld is de mens een weerspiegeling van god en god heeft de mens goed gemaakt dus wat is de mens om daar dingen aan toe te voegen.’’ (Tegenstander 3). Daarnaast wordt vanuit de

spirituele en antroposofische kijk op het leven weinig waarde gehecht aan medicijnen of wordt ziek zijn gezien als een belangrijk onderdeel van het leven, essentieel om als mens te groeien. Dit blijkt uit onder andere de volgende citaten: ‘’Heel veel van de effecten is gewoon een

placebo. Maar dat zegt zelfs de medische wetenschap. Mensen denken dat ze medicijnen krijgen dan werkt dat al. Dus ik geloof meer in je gedachten zijn krachten dan wat de medicijnen daadwerkelijk doen.’’, ‘’[…] ziek zijn is een ontwikkelingskans. Eigenlijk ontneem je ze een groeikans op het moment dat je ze inent’’ (Tegenstander 2) en ‘’Ziekte zie ik ook als een ontwikkelingsmogelijkheid. Als je een ziekte overwint heb je daar best wel veel moeite voor moeten doen. Als volwassenen is dat vaak meer van psychologische aard als kind is dat heel erg lichamelijk. Maar dat heeft effect op je systeem, op je lijf. Bij mezelf in mijn eigen leven heb ik dat wel ervaren dat bepaalde ziekten of moeilijke perioden die ik gehad heb, dat ik daar echt dankbaar voor kan zijn. Dat is niet leuk maar achteraf kan je daarop terugkijken en kan je wel zeggen; ik heb dit of dat ervan geleerd’’ (Tegenstander 5).

Kortom wordt vertrouwen gelegd bij de mens zelf, medicijnen waaronder vaccinaties vallen daar eigenlijk buiten en hoeven ook niet meer te worden overwogen. Volgens deze

(23)

levensbeschouwingen is vaccineren niet iets dat een rol speelt, door het sterke vertrouwen in de schepping, dan wel in de spirituele krachten in en om de mens.

5. Conclusie & discussie

In dit hoofdstuk worden als eerste de belangrijkste bevindingen van het onderzoek besproken. Vervolgens wordt ingegaan op de beperkingen van het onderzoek en wordt de richting voor toekomstig onderzoek bekeken.

5.1 Belangrijkste bevindingen

Om antwoord te geven op de hoofdvraag: ‘’wat is de rol van vertrouwen bij de keuze van ouders om een kind wel of niet te laten vaccineren?’’ is allereerst gekeken naar welke informatiebronnen zoal een rol spelen. Aan de hand van de eigenschappen van deze verschillende informatiebronnen kon worden bepaald hoe zij vertrouwen of wantrouwen opwekken. De factoren waar vertrouwen langs is bekeken zijn Ability, Benevolence en Integrity uit de theorie van Mayer et al. (1995) en de dimensies Time, Place, Relation en Action uit de theorie van Nevejan (2009).

Ten eerste geven voorstanders van vaccineren aan vertrouwen met name te baseren op de factor Ability zoals genoemd in de theorie van Mayer et al. (1995). Hierbij zijn de belangrijkste informatiebronnen: De overheid, dokters, en het wetenschappelijk onderzoek waar zij zich op baseren. Informatie van niet-deskundigen wordt snel verworpen door twijfel over de Ability. Ook voor tegenstanders is Ability een belangrijke factor, bij hen wekt het echter voornamelijk wantrouwen op omdat zij sterk twijfelen aan de vaardigheden van zowel de vaccinaties zelf, dokters, en de overheid. Dit wordt voornamelijk gesterkt doordat onderzoek volgens hen wordt uitgevoerd door mensen die zelf voorstanders zijn. Dit zou zorgen voor een vooroordeel bij het doen van hun onderzoek en dit kan de resultaten aantasten.

Ten tweede speelt bij zowel voor- als tegenstanders van vaccineren vertrouwen in de mening van familieleden en vrienden een schijnbaar kleine rol. Wanneer een naastte een tegenovergestelde mening over vaccineren heeft dan de deelnemer zelf, wordt hier vaak wel naar geluisterd maar beïnvloedt dit niet direct de keuze van vaccineren. Wel valt op dat veel voorstanders zijn opgevoed door ouders die ook voorstanders zijn van vaccineren. Hier is dus wel een verband te vinden tussen de keuzes van de deelnemer en de relatie met hun opvoeders en omgeving. Hierin is zowel de factor Benevolence, zoals beschreven in de theorie van Mayer

et al. (1995), terug te zien, als de dimensie Time van Nevejan (2009). Bij tegenstanders is deze

trend met betrekking tot opvoeding en omgeving ook aanwezig maar in mindere mate. Meningen die aansluiten bij de mening van de deelnemer worden met open armen ontvangen en ten opzichte van tegenstelde meningen wordt juist een sceptische houding aangenomen. Dit sluit aan bij de theorie van de confirmation bias waarbij mensen selectief informatie verwerken die aansluit bij het standpunt dat zij al hebben. Dit kan tevens als gevolg hebben dat mensen vast komen te zitten in een netwerk van selectieve informatie, waar ze alleen nog informatie tegen komen die aansluit bij het standpunt dat zij al hebben.

(24)

Verder wordt duidelijk aangegeven dat voorstanders zich niet druk maken om Integrity zoals beschreven in de theorie van Mayer et al. (1995). Zij geven aan niet te geloven in zogenoemde complottheorieën. Hierbij gaat het voornamelijk om de gedachte dat de overheid een geheime agenda wat betreft vaccinaties heeft, om in samenwerkingen met grote farmaceutische bedrijven geld te kunnen verdienen. Ook blijkt dat voorstanders een hogere mate van blind vertrouwen hebben in de overheid doordat zij aangeven vaak niet veel te hebben nagedacht over de keuze om te vaccineren. Hieruit blijkt dan ook een hogere

propensity to trust voor de voorstanders dan voor de tegenstanders volgens de theorie van

Mayer et al. (1995). Voor tegenstanders is Integrity juist een zeer belangrijk onderwerp. Zij zien met name dat de overheid zeer partijdig is door het hebben van financiële belangen. Zij beargumenteren dat er belangenverstrengelingen zijn doordat bestuursleden binnen grote farmaceutische bedrijven ook hoge functies bekleden binnen de overheid. Daarnaast zou de overheid ook druk uitoefenen op het vaccineren en negatieve meningen van vaccineren onderdrukken. Dit speelt een belangrijke rol bij het wantrouwen van de tegenstanders, aangezien zij aangeven het belangrijk te vinden een vrije keuze te hebben. Zij geven dan ook aan dat de overheid beter zou moeten informeren zodat mensen in alle vrijheid zelf een oordeel kunnen vellen. Ook voorstanders geven aan dat de voorlichting van de overheid wat betreft vaccinaties beter kan. Naast Integrity sluit dit ook aan bij de dimensie Action van Nevejan (2009). Bij tegenstanders leidt de de integrity kwestie ook nog tot wantrouwen tegen dokters. Dit zorgt ervoor dat de eigen mening door tegenstanders boven dat van een deskundige kan worden gesteld. Integrity als oorzaak van deze keuze om eigen mening belangrijker te vinden dan dat van een deskundige is een alternatief voor de verklaring van het eerder gebruikte Dunning-Kruger effect voor dit fenomeen.

Daarnaast geven tegenstanders aan vaker vertrouwen te hebben in de mening van een bepaald invloedrijk persoon dan dat voorstanders dit doen. Ook het deel uitmaken van een community zoals bijvoorbeeld voorkomt via de antroposofie speelt een rol bij tegenstanders. Dit heeft betrekking tot de dimensie Relation van Nevejan (2009). De dimensie Place blijkt voor zowel voor- als tegenstanders van vaccineren geen waardevolle rol te spelen. Dit is gebaseerd op het feit dat er nooit specifiek wordt gekozen voor het vertrouwen van informatie die is verkregen van een informatiebron waarmee op dat moment de locatie gedeeld was. Wanneer locatie wel gewaardeerd wordt, dan worden artikelen op het internet, waar geen locatie mee gemoeid is, evenveel vertrouwd.

Tot slot speelt voor de tegenstanders levensbeschouwing regelmatig een belangrijke rol bij de keuze om niet te vaccineren. Hier gaat het om bijvoorbeeld vertrouwen in god, waarbij wordt geloofd dat de mens goed is geschapen en hier niets aan hoeft worden toegevoegd door middel van vaccinaties. Maar het gaat hier ook om spirituele denkwijzen, zoals bijvoorbeeld bij de antroposofie waarbij vertrouwen wordt gelegd bij de mentale krachten van de mens om ziektes te bestrijden in plaats van medicijnen. Ook wordt geloofd dat ziektes belangrijk zijn om door te maken om te kunnen groeien als mens. Deze levensbeschouwingen leiden er toe dat vertrouwen of wantrouwen in vaccinaties een zeer kleine rol gaat spelen.

(25)

5.2 Beperkingen en toekomstig onderzoek

De bevindingen van dit onderzoek brengen de rol van vertrouwen bij de keuze om voor of tegen vaccineren te zijn aan het licht. Dit onderzoek heeft een aantal beperkingen.

Ten eerste is de groep die heeft deelgenomen aan de interviews niet gelijk verdeeld over de geslachten. Zo namen in totaal acht vrouwen en twee mannen deel en bestaat de groep deelnemers enkel uit mensen die op het moment in Nederland wonen. Doordat bij de tien interviews uit dit onderzoek voldoende overeenkomsten zijn gevonden op de relevante onderwerpen is vastgesteld dat saturatie is opgetreden. Desondanks kan vanwege de beperkte tijd die beschikbaar was voor de uitvoering van dit onderzoek, niet met zekerheid worden gezegd dat de groep deelnemers groot genoeg is om de gehele Nederlandse populatie te vertegenwoordigen. Daarmee zou het mogelijk zijn dat niet alle redenen om wel of niet te vaccineren in Nederland aan bod zijn gekomen. Toekomstig onderzoek zou een grotere groep deelnemers kunnen gebruiken om de representativiteit van dit onderzoek bij een grotere diversiteit aan deelnemers te testen.

Daarnaast hadden alle deelnemers minstens één kind van maximaal tien jaar oud. Dit zorgde ervoor dat voor sommige deelnemers de keuze vóór of tegen vaccineren al lange tijd geleden plaats heeft gevonden. Hierdoor is niet te zeggen of nieuwere bronnen die tegenwoordig veel gebruikt worden voor informatie-uitwisseling een effect zouden kunnen hebben op de keuze. Bijvoorbeeld sociale media blijkt uit de resultaten van dit onderzoek weinig impact te hebben bij de keuzes, desondanks bestaat de Facebookgroep van Stichting Vaccin Vrij: ‘Vaccin Vrij’ uit ongeveer 30000 mensen, waarin dagelijks berichten worden gedeeld (Vaccin Vrij op Facebook, 2019). Voor toekomstig onderzoek zou het interessant kunnen zijn om deelnemers te vinden die zeer recent de keuze vóór of tegen vaccineren van een pasgeboren kind hebben gemaakt. Op deze manier kan dan specifiek worden gekeken wat de rol van sociale media bij de keuze vóór of tegen vaccineren is. Ook de gevonden rol van de

confirmation bias bij het verzamelen en beoordelen van informatie is hierbij interessant. Dit

komt overeen met de theorie over filter bubbles waarbij mensen op sociale media in een bubbel van beperkte informatie terecht komen. Door algoritmes die de omgeving van een gebruiker personaliseren, krijgen zij steeds meer informatie te zien wat overeenkomt met wat zij eerder hebben opgezocht. Dit kan grote gevolgen hebben. Zo hebben filter bubbles eraan meegewerkt dat er bij de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten en het referendum over het Europees-lidmaatschap van het Verenigd Koninkrijk een veel grotere polarisatie van de bevolking plaatsvond dan ooit tevoren, dit wil zeggen dat steeds minder mensen een gematigde mening hadden (Spohr, 2017). Het is dus interessant om te zien welk aandeel sociale media op deze manier heeft gehad bij de keuze vóór of tegen vaccineren.

Tot slot geeft dit onderzoek inzicht in een aantal punten waarop de keuze om niet te vaccineren wordt gebaseerd. De overheid ziet graag de vaccinatiegraad stijgen. Om dit te bereiken is onderzoek nodig naar de oplossingen voor de verschillende redenen tot wantrouwen. Wat bijvoorbeeld veel werd aangegeven is dat de overheid geen goede of niet genoeg voorlichting geeft. Hierbij is onderzoek naar hoe de overheid de bevolking kan

(26)

overtuigen van het belang van vaccineren cruciaal om de vaccinatiegraad weer omhoog te krijgen.

Dankwoord

Ik wil graag als eerste mijn begeleider Loek Stolwijk bedanken voor alle gesprekken, feedback en prettige sfeer. Het moeilijkste aan het schrijven van een scriptie vind ik dat je soms door de bomen het bos niet meer ziet. Loek was hierbij een rots in de branding wanneer het overzicht even zoek was. Daarnaast wil ik alle mensen die hebben deelgenomen aan de interviews hartelijk bedanken. Zonder hen had ik dit onderzoek niet kunnen uitvoeren. Tot slot wil ik de mensen in mijn omgeving die mij hebben gesteund tijdens mijn afstudeerperiode heel erg bedanken.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

U heeft uw behandelend arts laten weten niet gereanimeerd te willen worden.. De behandelend arts zal zich ervan overtuigen dat u de consequenties van dit besluit overziet en uw

“Het valt mij op, dat veel reacties valse conclusies presenteren en vrijwel niet ingaan op de inhoud van het artikel, laat staan de argumenten voor vaccinatie weerleggen..

Evenals vorig jaar heb ik twee uurtjes vrij kunnen maken voor alle kinderen in de Gemeente Velsen om naar Seasons te ko- men om dit feestje te komen bezoeken.. Evenals de afgelopen

'Wanneer ze ineens meer moeite moe- ten doen en niet langer automatisch de beste zijn, kunnen zij het daar heel moeilijk mee hebben', vertelt Ramos.. Sommige hoogbegaafde

Uit gesprekken met stakeholders blijkt dat behoefte bestaat aan verruiming van deze beperking zodat ook andere typen verkeer (bijvoorbeeld e-mail) via Diginetwerk kan worden

Op de grens tussen het Denderland en de Vlaamse Ardennen wordt een nieuwe samenwerking voor onroerend erfgoed officieel ingeluid. Twee nieuwe onroerend erfgoeddiensten, Denderland

We hopen wel dat bij de eerstvolgende persconferentie van Mark Rutte en Hugo de Jonge op dinsdag 23 februari er meer ruimte komt voor de ho- reca en dat we half maart of eind

Het inzetten van zorgprofessionals met de juiste competenties en bekwaamheid in de zorg voor kinderen (kinderartsen en kinder/jeugdverpleegkundigen) is een cruciale voorwaarde om