• No results found

Wetenschappelijke bijdrage Hoorzitting Tijdelijke wet maatregelen covid-19 (Tweede Kamer der Staten-Generaal: Commissie Justitie en Veiligheid)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Wetenschappelijke bijdrage Hoorzitting Tijdelijke wet maatregelen covid-19 (Tweede Kamer der Staten-Generaal: Commissie Justitie en Veiligheid)"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

University of Groningen

Wetenschappelijke bijdrage Hoorzitting Tijdelijke wet maatregelen covid-19 (Tweede Kamer der Staten-Generaal: Commissie Justitie en Veiligheid)

Wierenga, A.J.

IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below.

Publication date: 2020

Link to publication in University of Groningen/UMCG research database

Citation for published version (APA):

Wierenga, A. J. (2020, aug 30). Wetenschappelijke bijdrage Hoorzitting Tijdelijke wet maatregelen covid-19 (Tweede Kamer der Staten-Generaal: Commissie Justitie en Veiligheid).

https://www.tweedekamer.nl/debat_en_vergadering/commissievergaderingen/details?id=2020A03340

Copyright

Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

Take-down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.

Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum.

(2)

Betreft: Notitie inbreng Hoorzitting/Rondetafelgesprek wetsvoorstel TWM covid-19

Inbreng: mr. Adriaan J. Wierenga – onderzoeker/noodrechtspecialist, Centrum voor Openbare Orde en Veiligheid, Rijksuniversiteit Groningen

Groningen, 30 augustus 2020

Aan de voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid,

Op verzoek treft u hieronder mijn visie op hoofdlijnen ten aanzien van het wetsvoorstel TWM covid-19 ten behoeve van het Rondetafelgesprek op vrijdag 4 september 2020.1

Over het wetsvoorstel dat ter bespreking op de agenda staat, is in de afgelopen periode een hoop te doen geweest. Van vele kanten is daarop kritiek geleverd. Ook vanuit de

rechtswetenschap. Het wetsvoorstel zoals het nu voorligt, ziet er op hoofdlijnen evenwel goed uit. Het beoogt een leemte in de Wet publieke gezondheid te dichten. Dat is wat nu dient te gebeuren. Ook zijn er op punten verbeteringen mogelijk, met name in de specifieke regeling van mogelijk grondrechtenbeperkende maatregelen.

Als het gaat om de preventie en bestrijding van infectieziekten, dan vormt de Wet publieke gezondheid (Wpg) het wettelijk kader. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport krijgt de leiding bij de bestrijding van een infectieziekte uit groep A, waartoe het coronavirus behoort.2 Aan hem is als gespecialiseerd bestuursorgaan de bestrijding van het bijzondere type ramp ‘infectieziekte’ opgedragen.3 Daarbij hoort de verantwoordelijkheid voor alle infectieziektebestrijdingsmaatregelen. De minister kan als eenhoofdig bestuursorgaan besturen om de voor de rampenbestrijding vaak noodzakelijke daadkracht te bevorderen. Hoofdregel daarbij is, als te doen gebruikelijk in de rampenbestrijding, democratische verantwoording achteraf.

De voorzitter van de veiligheidsregio is belast met de uitvoering van de

infectieziektebestrijdingsmaatregelen.4 Daarbij worden vooralsnog noodverordeningen

gebruikt, hoewel die bevoegdheid is voorzien voor kortdurende lokale noodsituaties.5 Van die ongelukkige en langzaamaan onrechtmatige constructie,6 wordt gebruikgemaakt omdat in de Wet publieke gezondheid slechts ‘klassieke’ infectieziektebestrijdingsmaatregelen zijn

1 Zie voor meer uitgebreide beschouwingen de bijlagen: (1) A.J. Wierenga & J.G. Brouwer, Blogserie Corona en recht en (2) A.J. Wierenga, A.E. Schilder & J.G. Brouwer, ‘Aanpak coronacrisis juridisch niet houdbaar’, Nederlands Juristenblad 2020/1135.

2 Zie artikel 7 lid 1 Wpg, Infectieziekten vallen in groep A, B1, B2 of C. Eind januari 2020 is COVID-19

(officieel: novel coronavirus, 2019-nCoV) aangemerkt als een groep A infectieziekte (Stcrt. 2020, 6800).

3 Dit noemen we een functionele keten, tegenover de algemene keten voor generieke rampenbestrijding.

4 Artikel 6 lid 4 Wpg, bepaalt dat de voorzitter de infectieziektebestrijdingsmaatregelen tref bij een infectieziekte

uit groep a. Dat is bij infectieziekten uit andere groepen de burgemeester.

5 A.J. Wierenga, C. Post en J. Koornstra, Naar handhaafbare noodbevelen en noodverordeningen. Een analyse van het gemeentelijke noodrecht, Politiekunde 84 (Politie & Wetenschap), Amsterdam: Reed Business 2016. 6 De constructie levert een spanningsveld op met betrekking tot de beperking van grondrechten en het gebrek

aan democratische controle op het uitoefenen van de noodverordeningsbevoegdheid door de voorzitter van de veiligheidsregio (zie art. 39 en 40 Wet veiligheidsregio’s). Deze bezwaren worden onderschreven in de Voorlichting van de Raad van State van 25 mei 2020, W04.20.0139/I/Vo.

(3)

opgenomen.7 Denk aan geïsoleerde ziekenhuisopname van besmette personen, gedwongen medisch onderzoek, (thuis)quarantaine met medisch toezicht en een verbod op

beroepsuitoefening.8 De minister ziet – om de verspreiding van het coronavirus te beperken – echter de noodzaak om andere (ingrijpende) maatregelen te treffen waarin de wet niet

voorziet, zoals de sluiting van de horeca, verboden op samenkomsten en de 1,5 meter afstand-regel.9 Voor het treffen van deze maatregelen wordt de verlegenheidsoplossing van de

noodverordening gebruikt. Met de noodzaak om dergelijke maatregelen te (blijven) treffen, dient daarvoor de vereiste wettelijke basis te bestaan. Die kan in samenspraak met uw Kamer worden gevonden in een tijdelijke aanpassing van de Wet publieke gezondheid, zoals in dit wetsvoorstel is voorzien.

Uit de toelichting op het wetsvoorstel komt naar voren dat het drie doelstellingen beoogt te bereiken:

- het duidelijker beleggen van verantwoordelijkheden in de verdere aanpak van de crisis; - het versterken van de democratische controle op de maatregelen;

- het bieden van de noodzakelijke wettelijke grondslag voor de inbreuk op grondrechten die door de coronamaatregelen gemaakt wordt.

Mijn punt van zorg ziet op de derde doelstelling. De vangnetbepaling van art. 58s laat ruimte om maatregelen te treffen die grondrechten kunnen beperken zonder dat specifiek in de wet is omschreven welke grondrechten in hoeverre met welke maatregel mogen worden beperkt. Dit is in strijd met de grondwettelijke beperkingssystematiek, waarin is voorzien dat de wettelijk grondslag in afstemming met de Staten-Generaal aan de beperking van grondrechten een meer concrete invulling geeft.

7 Infectieziekten bestaan al zolang als de mensheid; er bestaat reeds verslaglegging van een uitbraak van anthrax

in de 15e eeuw voor Christus. Maatregelen als de isolatie van besmette personen zijn al sinds de 8e eeuw een

gebruikelijke maatregel in de bestrijding van infectieziekten als geelzucht, lepra en de pest. Zie: A. Timen, J.K. van Wijngaarden & J.E. van Steenbergen, ‘De (on)zichtbare scheiding tussen een uitbraak en een crisis’, in: E.R. Muller e.a. (red), Crisis. Studies over crisis en crisisbeheersing, Deventer: Wolters Kluwer 2009, p. 149.

8 Zie: Hoofdstuk V Bijzondere bepaling infectieziektebestrijding van de Wet publieke gezondheid. 9 Soms gingen die maatregelen ook té ver. In de veiligheidsregio’s Amsterdam-Amstelland en

Rotterdam-Rijnmond heeft een mondkapjesplicht gegolden. Die maatregel moet wegens een onrechtmatige beperking van de persoonlijke levenssfeer voor ongrondwettelijk worden gehouden.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Alhoewel de reikwijdte van het wetsvoorstel op papier helder lijkt te zijn afgebakend - testbewijzen mogen immers enkel worden ingezet voor toegang tot specifieke

- Indien geen gehoor wordt gegeven aan de bestuurlijke waarschuwing volgt een sluitingsbevel/bestuurlijke maatregel op grond van artikel 58n Wpg (bij besloten

In deze notitie wordt gezocht naar een zorgvuldige balans tussen de voor de crisisbestrijding noodzakelijke regionale afstemming en de inzet van bevoegdheden binnen de

Het valt het College op dat op verschillende plaatsen in de toelichting (in het bijzonder in paragraaf 6) weliswaar wordt geschetst welke voorwaarden gelden voor het inperken van

6 lid 6 niet wordt bepaald dat bij de oproeping moet worden vermeld dat stemmen die voorafgaand aan de algemene vergadering door middel van een elektronisch communicatiemiddel

De vergaderruimten in dit bouwdeel, waaronder de evenementenruimten (Oude Zaal, Rooksalon, Schrijfkamer, Koffiekamer etc.) zijn wel voorzien van de juiste ventilatie- installatie

En juist omdat we dat zien, moeten we — denk ik — hier in huis, en ook in de Tweede Kamer, maar zeker ook in de Eerste Kamer heel precies zijn in waar deze wet wel en niet over

Voor zover de statuten zulks niet bepalen, kan, in aanvulling op artikel 38 lid 8, het bestuur bepalen dat stemmen die voorafgaand aan de algemene vergadering door middel van