Meerkeuzenvragen Management en
Organisatie
De cursusdienst van de faculteit Toegepaste
Economische Wetenschappen aan de Universiteit
Antwerpen.
Op het Weduc forum vind je een groot aanbod van samenvattingen,
examenvragen, voorbeeldexamens en veel meer, bijgehouden door je
medestudenten.
www.weduc.be
1. Indien een manager in een marketingonderzoek polst naar de emotionele betrokkenheid van de consument bij de aankoop van een welbepaald product, dan is dit relevant om het volgende soort
consumentengedrag te typeren:
a) complex koopgedrag
b) variatiezoekend koopgedrag
c) Geen van bovenstaande antwoorden. d) gewoontekoopgedrag
2. Een verzorgingstehuis gespecialiseerd in zwaar mentaal gehandicapten stelt voortaan ook verzorgingsmateriaal ter beschikking voor mensen die via mantelzorg voor eigen zwaar mentaal
gehandicapte familieleden wensen te zorgen. Daarnaast voorziet ze ook de uitbouw van een dagopvangcentrum waar gehandicapte kinderen van personeelsleden werkzaam in het nabijgelegen bedrijvencentrum en buurgemeenten terecht kunnen. Welke onderstaande combinatie typeert de strategische acties van dit verzorgingstehuis?
a) Een productontwikkeling + een marktontwikkeling.
b) Een focusstrategie + productportfolio strategie.
c) Geen van de vermelde combinaties is van toepassing. d) Een productontwikkeling + interne groeistrategie.
3. Indien een manager uitgaat van een deterministische visie t.a.v. leiding geven, dan is de volgende managementtaak zeer zinvol en relevant:
a) via een gerichte selectie leiders van niet leiders onderscheiden
b) via een gerichte sensibiliseringscampagne vrouwen
aanmoedigen om hun leidinggevende capaciteiten te ontwikkelen
c) via een intensief opleidingsprogramma medewerkers verschillende leiderschapsstijlen aanleren
d) via coaching alle medewerkers ondersteunen bij de ontwikkeling van leidinggevende capaciteiten
4. Het feit dat de managementwetenschappen een
"metawetenschappen"profiel vertoont, houdt diverse risico's in. Welke van de onderstaande risico's hoort daar niet bij ?
De managementwetenschappen ontlenen slechts
fragmentarisch d.w.z. ze ontleent niet steeds het integrale theoretisch kader (incl. paradigma's, nuances).
a) De managementwetenschappen besteden geen aandacht aan de ontwikkeling van de wetenschappelijke dimensie.
b) De managementwetenschappen hebben geen duidelijk of zelfs een ontbrekend profiel. c) De managementwetenschappen beschikken niet over een netjes afgelijnd kennisgebied
en zo over een goed aflijnbare set van basisauteurs. 5. Welk kenmerk hoort bij een tactisch plan?
a) Top- en middenmanagers worden betrokken bij de opstelling ervan
b) De tijdshorizon bedraagt minimaal 5 jaar c) De aard van de besluitvorming is eenvoudig d) Het plan heeft betrekking op de totale organisatie
6. Met een vraag zoals "In hoeverre wordt het in uw organisatie aanvaard dat u uw chef met de voornaam aanspreekt?" zou Geert Hofstede de
volgende cultuurdimensie kunnen meten: ___ .
a) de machtsafstand
b) de masculiniteit c) het individualisme d) de onzekerheidsmijding
7. Welk specifiek coördinatiemechanisme zorgt ervoor dat de nood aan expliciete afstemming tussen werkeenheden wordt getemperd of
ondervangen, waardoor het coördinatievraagstuk meer beheersbaar wordt?
a) Task forces
b) Slack resources
c) Liaison managers d) Multi disciplinaire teams
8. De 4 managementfuncties vormen samen een integraal proces, ook wel het managementproces genoemd. Het verloop van dit proces kan variëren al naargelang het managementperspectief in kwestie. Welk patroon of verloop hoort bij het gedragsmatig managementperspectief?
a) Een bottom-up gestuurd verloop. b) Een vlot verloop.
c) Een dynamisch, interactief verloop.
d) Een lineair sequentieel verloop.
9. Indien een manager een product omschrijft als "cash cow", dan betekent dit ___ .
a) dat het product een klein marktaandeel heeft en interessante groeiperspectieven
b) dat het product een groot marktaandeel heeft maar geen interessante groeiperspectieven
c) dat het product een klein marktaandeel heeft en geen interessante groeiperspectieven
d) dat het product een groot marktaandeel heeft en interessante groeiperspectieven
10. Indien een koekjesfabrikant beslist om in het kader van een beoogde voorraadreductie een eenmalig jaarcontract af te sluiten met een
toeleverancier van vetstoffen om in de loop van dat jaar op afroep van de producent en tegen een vaste prijs de nodige hoeveelheid
vetstoffen aan te leveren, dan is dit binnen aankoopmanagement een voorbeeld van ___ .
a) achterwaartse integratie + "buy" decisions b) bevoorrechte partners + EDI principe
c) raamcontracten + JIT-principe
d) voorwaartse integratie + "make" decisions
11. Dat studenten via de gehanteerde afspraken en richtlijnen binnen het vak M&O (faculteit TEW) leren wat "geaccepteerde attitudes" zijn,
maakt deel uit van ___ .
a) de tertiaire socialisering b) de quartaire socialisering
c) de secundaire socialisering
d) de primaire socialisering
12. Het klassieke managementperspectief hanteert verschillende standpunten m.b.t. het formeel en informeel leiderschap. Welk van de onderstaande standpunten hoort daar bij?
a) Het informeel leiderschap haalt de formele gezagstructuur van de formele leider vaak onderuit
b) Het informeel leiderschap ondersteunt het formeel leiderschap
c) Het informele leiderschap verdient evenveel aandacht dan het formele leiderschap
d) Het informeel leiderschap prikkelt de formele leider om zijn/haar functie op een succesvolle wijze uit te oefenen
13. Dat de coördinatie vooral verloopt via regels en procedures die betrekking hebben op werkprocessen is volgens de typologie van Mintzberg vooral het geval bij ___ .
a) de machinebureaucratie
b) de adhocratie
c) de professionele bureaucratie d) de divisiestructuur
14. De uitbater van een restaurant komt tot de vaststelling dat er zich onverwacht een "opportuniteit" voordoet. Toen hijzelf de
concurrerende restaurants uit de streek bezocht, bleek dat zijn
aanbod aan mosselrecepten niet alleen de meest uitgebreide is, maar bovendien de meest unieke. In dit opzicht kan hij zich gemakkelijk profileren als hét mosselrestaurant van de streek. Bij de interpretatie van de verzamelde informatie en dus de identificatie van deze "opportuniteit" wordt gebruik gemaakt van de volgende
interpretatietechniek: ___ .
a) interpreteren i.f.v. een vooropgesteld plan b) interpreteren i.f.v. subjectieve perceptie
c) interpreteren i.v.f. "benchmarking"
d) interpreteren i.f.v. een kans
15. Een fabrikant van gespecialiseerde verpakkingsfolies voor de voedingindustrie (vb. plastiek, aluminium, ...) maakt gebruik van een volledig geautomatiseerde productieafdeling waarbij er
ononderbroken duizenden km. van zeer uiteenlopende folies worden vervaardigd. Volgens de contingentiebenadering kan deze
productietechnologie getypeerd worden als ___ .
a) continue productie
b) stukproductie c) serieproductie
d) volumegebonden productie
16. De algemeen directeur van een productie-coöperatieve gespecialiseerd in biologische fruitteelt stelt vast dat jongeren
doorgaans veel belang hechten aan gezonder voeding, inclusief fruit, maar dat ze moeilijk de "fysieke" verschillen kunnen vaststellen tussen bijvoorbeeld biologisch geteeld fruit en ander fruit. Daarom is het gebruik in de toekomst van een bio-label aangewezen. Het koopgedrag van jongeren kan volgens de vakliteratuur getypeerd worden als ___ .
a) variatiezoekend koopgedrag. b) complex koopgedrag.
c) gewoonte koopgedrag.
d) dissonantiereducerend koopgedrag. 17. Bij een smalle "span of control" ___ .
a) is het aantal hiërarchische niveaus groter dan bij een brede "span of control"
b) krijgt een directe chef relatief veel medewerkers onder zijn hoede
c) wordt het aantal medewerkers verdeeld over een beperkt aantal successieve, hiërarchische niveaus
d) ontstaat een vrij platte organisatiestructuur
18. Het afdelingshoofd van de dienst communicatie beslist om voor de realisatie van de doelstelling "het lanceren van een unieke
sensibiliseringscampagne rondom HIV bij jongeren " zowel een plan inzake marktonderzoek uit te werken als een concrete promotietour
doorheen Vlaanderen te lanceren. In het kader van dit laatste worden er contacten gelegd met scholengroepen en met jeugdverenigingen. Het is de bedoeling deze laatste als actieve partners te betrekken bij de concrete operationalisering en uitvoering van de campagne. Deze activiteiten passen binnen de volgende managementfunctie: ___ .
a) managementcontrole via implementatie
b) managementcontrole via prestatiemetingen
c) managementcontrole via zowel implementatie als prestatiemetingen d) een andere managementfunctie want dit heeft niets met
managementcontrole te maken
19. De rector van een Vlaamse universiteit stelt dat het zeer moeilijk is om te meten wat de uiteindelijke effecten zijn van de binnen de
universiteit aangewende onderwijsmethoden (vb. interactief
onderwijs) en de slaagkansen van studenten. Niettemin vindt hij het succesvol realiseren van de onderwijsopdracht één van de
voornaamste basisopdrachten van elke universiteit. Binnen de rationele activiteitencyclus vormt deze informatie een belangrijk aandachtspunt van de volgende stappen:
a) de monitoring en de missie. b) de visie en de missie.
c) de missie en de SMART-criteria.
d) Geen van de vermelde antwoorden is juist.
20. Een manager stelt: "ik vind het belangrijk mijn medewerkers te stimuleren om nieuwe paden te bewandelen en risico's te nemen. Meestal geef ik dan een vrij algemeen beeld van waar ikzelf naartoe wil met onze afdeling en dan mogen zij bepalen hoe ze deze
toekomstdroom concreet gaan realiseren." Deze wijze van leiding geven sluit aan bij ___ .
a) een teamgerichte leiderschapsstijl b) een taakgerichte leiderschapsstijl c) een transformationele leiderschapsstijl
d) een werknemergerichte leiderschapsstijl
21. Indien we binnen een universiteit een onderscheid maken tussen docenten en assistenten verbonden aan de faculteit TEW enerzijds en docenten en assistenten verbonden aan de faculteit geneeskunde anderzijds, dan is het onderscheid tussen deze twee groepen van organisatieleden gebaseerd op ___ .
a) de functie
b) de regiobetrokkenheid
c) de hiërarchische verantwoordelijkheid
d) de productbetrokkenheid
22. Een manager van een gemeentebestuur wenst informatie te verzamelen over de wijze waarop de scholingsgraad in de gemeente samenhangt met - en zo een invloed heeft op - de evolutie van de werkloosheid. Op basis hiervan wil hij samen met de VDAB het beleidsplan van de lokale werkwinkel vorm geven. Welke methode van informatieverzameling stelt hem het best in staat om een zicht te krijgen op deze samenhang?
a) Een sneeuwbalinterview. b) Een Delphi methode.
d) Een tijdreeksanalyse.
23. Indien een manager stelt dat hij bij conflicten met collega managers soms aan hun wensen toegeeft om zo "pasmunt" te hebben voor
later, dan getuigt deze houding van ___ .
a) een compromisstrategie
b) een ontwijkstrategie c) een vechtstrategie
d) een aanpassingsstrategie
24. In het ministerie van Welzijn wordt voortaan afgestapt van formele procedurehandboeken waarin er per functie wordt aangegeven welke concrete taken moeten leiden tot een betere afstemming tussen de verschillende functies. Op deze wijze stapt het ministerie van Welzijn af van ___ .
a) een coördinatie via throughput regels
b) Geen van bovenstaande antwoorden c) een coördinatie via output regels
d) een coördinatie via wederzijdse aanpassing
25. Stel dat een R&D manager beslist om informatie te verzamelen over de technologische ontwikkelingen binnen de grafische sector aan de
hand van een "half gestructureerd" interview. Hoe pakt hij/zij dit dan aan?
a) Hij/zij ontwikkelt een checklist die de voornaamste aandachtspunten of onderwerpen van het vraaggesprek oplijsten en gebruikt zal worden als leidraad
b) Hij/zij gebruikt geen vragenlijst of leidraad en laat het gesprek volledig domineren door de informatieverstrekker
c) Hij/zij ontwikkelt een vragenlijst met overwegend open vragen en overloopt deze tijdens het interview
d) Hij/ zij ontwikkelt een vragenlijst met overwegend gesloten vragen en overloopt deze tijdens het interview.
26. Een verkoper van PC's stelt dat de veranderingen in het productassortiment er zijn gekomen onder druk van de nieuwe CEO die hierdoor zijn persoonlijke stempel wenst te drukken op de organisatie én zo zijn machtspositie wenst veilig te stellen. Zijn analyse getuigt van ___ .
a) het klassieke managementperspectief b) de systeembenadering
c) de stakeholdersbenadering
d) de transactiekostenbenadering
27. Stel dat een manager beschikt over de LPC score van zijn medewerkers. Over welke informatie beschikt hij dan precies?
a) Informatie omtrent enkel de taakgerichte leiderschapsstijl van elke medewerker
b) Informatie omtrent dominante karaktertrekken of persoonlijkheidskenmerken van elke medewerker
c) Informatie omtrent de taak- en werknemersgerichte leiderschapsstijl van elke medewerker
d) Informatie omtrent de situationele leiderschapsstijl van elke medewerker
28. De doelstelling van een afdeling klantenservice luidt: "een meer professionele aanpak van de klachtenbehandeling tegen eind 2006 ". Stel dat het afdelingshoofd de realisatie van deze doelstelling meet
aan de hand van de indicator "het gemiddeld aantal minuten dat een medewerker uittrekt voor een persoonlijk gesprek met de klant " , dan hanteert hij bij de prestatiemeting ___ .
a) een procesindicator
b) geen indicator maar een norm c) een input indicator
d) een output indicator
29. Indien een theatergezelschap nagaat in hoeverre de lange termijn lening aangegaan voor de bouw van een nieuwe theaterzaal zonder enige problemen kan worden afgelost met de inkomsten van haar dagelijkse ticketverkoop en overheidssubsidies, dan hoort dit binnen financieel management bij een ___ .
a) liquiditeitsanalyse
b) solvabiliteitsanalyse
c) balansanalyse d) rentabiliteitsanalyse
30. Indien we bij types of soorten van organisaties een onderscheid maken tussen de toeleveranciers van grondstoffen voor de
meubelindustrie (vb. houthandelaars), de producenten zelf van de meubelindustrie (vb. de meubelfabrikanten) en de kleinhandelaars die de desbetreffende meubels verkopen aan de klant, dan is deze opdeling gebaseerd op ___ .
a) het ultieme doel of objectief b) de identiteit van de eigenaar c) de (economische) activiteit
d) de plaats in de "supply chain"
Welke van de onderstaande activiteiten hoort NIET thuis bij het gespecialiseerde managementdomein marketing?
De identificatie van functionele productvereisten. De ontwikkeling van een prototype.
De bepaling van de prijs.
De realisatie van omgevingsanalyses.
Volgens de vakliteratuur is er slechts sprake van leiding geven indien er aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Welke van de
onderstaande voorwaarden hoort daar niet bij?
Er moet sprake zijn van medewerkers die deze beïnvloeding ondergaan
Er moet sprake zijn van een formeel machtskader waarin dit leiding geven past
Er moet sprake zijn van een gerichte beïnvloeding
Vraag 1 1 punten Opslaan
Er moet sprake zijn van een beïnvloeding in de richting van een beoogd doel
In het ministerie van Welzijn wordt voortaan afgestapt van formele procedurehandboeken waarin er per functie wordt aangegeven welke concrete taken moeten leiden tot een betere afstemming tussen de verschillende functies. Op deze wijze stapt het ministerie van Welzijn af van .
een coördinatie via throughput regels een coördinatie via wederzijdse aanpassing een coördinatie via output regels
geen van vermelde antwoorden
Welke van de onderstaande weerstanden bij veranderingen is geen persoonsgebonden weerstand?
De sociale, relationele gevolgen De economische, negatieve gevolgen De machtsbalans of -verdeling
De angst voor het onbekende
Het gedragsmatig besluitvormingsproces vertoont diverse kenmerken. Welk kenmerk hoort daar niet bij?
Vraag 3 1 punten Opslaan
Vraag 4 1 punten Opslaan
Veel houvast voor de besluitvormer
Een grillig verloop waarbij hiaten en plotse trendbreuken kunnen voorkomen
Weinig aandacht voor methoden en technieken
Subjectieve perceptie hoeft niet genivelleerd te worden
Indien een autofabrikant in het kader van een beoogde groeistrategie opteert voor de ontwikkeling en lancering van een elektrisch
aangedreven wagen, dan is dit binnen O&O management een voorbeeld van .
procesontwikkeling marktontwikkeling productontwikkeling prototypeontwikkeling
Stel dat een manager beschikt over de LPC score van zijn medewerkers. Over welke informatie beschikt hij dan precies?
Informatie omtrent dominante karaktertrekken of persoonlijkheidskenmerken van elke medewerker Informatie omtrent de taak- en werknemersgerichte leiderschapsstijl van elke medewerker
Informatie omtrent enkel de taakgerichte leiderschapsstijl van elke medewerker
Vraag 8
Informatie omtrent de situationele leiderschapsstijl van elke medewerker
1 punten Opslaan
Indien het VBO cijfers bekend maakt omtrent het zogenaamde consumenten - en ondernemersvertrouwen in België, dan past deze informatie bij .
de analyse van de politiek-juridische omgeving de analyse van de directe concurrenten
de analyse van de klanten
de analyse van de economische omgeving
Vraag 6 1 punten Opslaan
Vraag 9 1 punten Opslaan
Indien we binnen een bank of financiële instelling een onderscheid maken tussen de (particuliere) aandeelhouders enerzijds en de financiële directeurs anderzijds, dan is het onderscheid tussen deze organisatieleden gebaseerd op:
de functie
de hiërarchische verantwoordelijkheden de productbetrokkenheid
De doelstelling van een stadsbestuur luidt: "een grote tevredenheid vanwege de burgers over de administratieve dienstverlening ". Stel dat de burgemeester de realisatie van deze doelstelling meet aan de hand van de indicator "herverkozen worden bij de volgende
gemeenteraadsverkiezingen ", dan maakt hij gebruik van .
een middelen indicator een proces indicator een output indicator
Geen van bovenstaande antwoorden zijn juist
Een organogram is .
een visuele voorstelling van de taakspecialisatie in de organisatie
een visuele voorstelling van de informele organisatiestructuur
een visuele voorstelling van de besluitvormingsprocessen in de organisatie
een visuele voorstelling van de formele organisatiestructuur
In welke organisatiecultuur wordt er volgens Handy zeer veel waarde gehecht aan flexibiliteit en resultaatgerichtheid?
De persoonscultuur De taakcultuur De machtcultuur De rolcultuur
Een manager van een klein ziekenhuis in Bombay wenst informatie te verzamelen over de toekomstige evolutie van het aantal sterfgevallen bij
jonge baby's ingevolge virale en bacteriële infecties binnen het ziekenhuis.
Op basis hiervan wil hij het vooropgestelde lange termijnbeleidsplan van de afdeling pediatrie herbekijken en (desnoods) aanpassen. Welke methode
Vraag 10 1 punten Opslaan
Vraag 11 1 punten Opslaan
Vraag 12 1 punten Opslaan
van informatieverzameling stelt hem het best in staat om een zicht te krijgen op deze evolutie?
Een sneeuwbalinterview Een Delphi methode Een tijdreeksanalyse
Een regressie-analyse
Een manager stelt: "Tja , leiding geven dat is eigenlijk aangeboren. Je hebt het, of je hebt het niet. Zoiets kan je niet aanleren". Een
dergelijke deterministische visie t.a.v. leiding geven is zeer typisch voor .
de werknemersgerichte leiderschapstijl een contingente leiderschapsstijl de taakgerichte leiderschapstijl de trekkenbenadering
Een manager stelt: "Als leidinggevende concentreer ik me op mijn eigen taak als onderdeel van een groter geheel aan leidinggevende taken die moeten gerealiseerd worden door collega leidinggevenden binnen de organisatie. Dit vereist dan ook de nodige coördinatie en soms zelfs het trekken van grenzen aan mijn eigen leidinggevende bevoegdheden. Ik ben slechts één van de leidinggevenden binnen dit bedrijf". Deze zienswijze weerspiegelt de kerngedachte van .
een teamgerichte leiderschapsstijl
een werknemersgerichte leiderschapsstijl een visionaire leiderschapsstijl
een andere leiderschapsstijl
Een fabrikant van industriële textielweefsels, ondermeer bestemd voor de auto-industrie (i.e. bekleding van autozetels), investeert in 2007 in de bouw van een nieuwe productie-eenheid in Turkije. Deze industriële textielweefsels kunnen, aldus de directie, in Belgë immers niet meer kostenefficiënt worden vervaardigd. Welke onderstaande combinatie typeert de strategische acties van deze organisatie?
Een focusstrategie + marktontwikkeling strategie.
Een interne groei strategie + marktontwikkeling strategie. Een kostenleiderschap strategie + een interne groeistrategie. Geen van de vermelde combinaties is van toepassing.
Vraag 17 1 punten Opslaan
Indien een filmstudio de creativiteit van haar O&O medewerkers wenst te stimuleren door ze aanzienlijk meer beslissingsvrijheid te
Vraag 14 1 punten Opslaan
Vraag 15 1 punten Opslaan
geven binnen hun job, dan maakt ze in feite gebruik van een techniek die aanluit bij .
organiseren, meer bepaald meer coördinatie
organiseren, meer bepaald meer departementalisatie
Vraag 18
organiseren, meer bepaald meer taakspecialisatie
1 punten Opslaan
De toewijzing van managementtaken of -rollen aan "managers" of managementfuncties is in een organisatie niet éénduidig omdat .
medewerkers bepaalde managementtaken via delegatie op zich kunnen nemen en daardoor gedeeltelijk een
managementfunctie kunnen uitoefenen
er steeds moet worden rekening gehouden met verschillende soorten van managers (vb. top-, midden- en lagere
managers)
organisaties zelden geleid worden door één manager maar door meerdere managers
Vraag 19
managers geen operationele of uitvoerende taken vervullen
1 punten Opslaan
Stel dat de nieuwe directeur van het Ziekenhuis netwerk Antwerpen (ZnA) beslist om een nieuwe missie te formuleren aan de hand van een metafoor die volgens hem goed de historische ziekenzorg evolutie weergeeft die zich binnen de aangesloten ziekenhuizen spontaan heeft afgetekend vanuit het verleden zonder dat hiertoe echter ooit enige formele beleidsbeslissingen werden genomen, dan getuigt zijn aanpak van .
een klassiek managementperspectief op strategisch management.
een stakeholders managementperspectief op strategisch management.
geen strategische perspectief, maar eerder een pragmatisch perspectief.
Vraag 20
een gedragsmatig managementperspectief op strategisch management.
1 punten Opslaan
Indien een gemeentebestuur zorgvuldig waakt over de uitgaven en zo de besteding van de gemeentelijke financiële middelen (o.a.
een effectief management een efficiënt management
Geen van deze antwoorden want dit heeft niets te maken met efficiëntie, effectiviteit en functionaliteit
een functioneel management
Vraag 21 1 punten Opslaan
Er bestaan verschillende methoden en technieken om informatie te verzamelen voor de opmaak van plannen. Bij prognoses kan er
gebruik worden gemaakt van zogenaamde kwantitatieve technieken. Welke van de onderstaande voorbeelden is geen kwantitatieve techniek?
Een econometrisch model Een tijdreeksanalyse Een regressie analyse Een Delphi-methode
In een organisatie bestaan er verschillende stakeholders. Welke stakeholder hecht veel belang aan de opbrengst of meerwaarde van de door hem gemaakte investering zoals de winst?
Eigenaars Topmanagers
Niet-managers/ werknemers Middenmanagers
In welke organisatiecultuur wordt er volgens Deal en Kennedy zeer veel waarde gehecht aan prestatiegericht maar weinig risicovol werk?
De procescultuur.
De work and play hard cultuur. De macho cultuur.
De bet your company cultuur.
Om doelen te formuleren kan een organisatie gebruik maken van de SMART criteria. Ervoor zorgen dat het doel niet strijdig is met interne en externe reglementen vormt het aandachtspunt van .
de S de A de T de R
Vraag 25 1 punten Opslaan
Indien een koekjesfabrikant beslist om in het
Vraag 22 1 punten Opslaan
Vraag 23 1 punten Opslaan
kader van een beoogd kwaliteitsniveau voortaan zelf de verpakking te vervaardigen i.p.v. dit aan te kopen bij verpakkingsfabrikanten, dan is dit binnen aankoopmanagement een voorbeeld van .
raamcontracten
achterwaartse integratie "buy" decisions
Dat de coördinatie vooral verloopt via regels en procedures die betrekking hebben op werkprocessen is volgens de typologie van Mintzberg vooral het geval bij .
de professionele bureaucratie de divisiestructuur
de machinebureaucratie de adhocratie
De doelstelling van een HRM afdeling luidt: "een kwaliteitsvol aanwervingsbeleid ontwikkelen voor eind 2005 ". Stel dat het afdelingshoofd de realisatie van deze doelstelling meet aan de hand van de indicator: het aantal kandidaat sollicitanten dat bij de
inschaling van het bedrijfsimago na een voorstelling door de personeelsdienst "zeer aantrekkelijk" antwoord . Wat soort van indicator is dit dan?
Een kwalitatieve indicator" Een kwaliteitsindicator Een kwantitatieve indicator Een maximalisatie indicator
De idee dat "belangen van werkgevers en werknemers verzoend en geharmoniseerd kunnen én moeten worden" verwijst naar het volgende theoretisch concept: .
de stakeholders benadering de sociale harmonie
het Fordisme
het klassieke managementperspectief
Indien een textielfabrikant ervoor kiest om binnen de productieafdeling alle spinners bijeen te brengen in één spinnerij-afdeling, alle wevers in één weverijafdeling en alle confectiemedewerkers in één
confectieafdeling dan opteert deze textielfabrikant voor .
Vraag 26 1 punten Opslaan
Vraag 27 1 punten Opslaan
Vraag 28 1 punten Opslaan
een horizontale departementalisatie een marktgerichte departementalisatie een sequentiële departementalisatie een functionele departementalisatie
Volgens welk managementperspectief is het belangrijk dat de formulering van een missie beknopt, bevattelijk en begrijpbaar is?
Elke managementperspectief want dit is een algemeen geldende regel binnen de vakliteratuur
Het gedragsmatig managementperspectief De stakeholdersbenadering
Het rationeel managementperspectief
