• No results found

Het toepassen van een laagdoorlaatfilter op een aktief veersysteem

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het toepassen van een laagdoorlaatfilter op een aktief veersysteem"

Copied!
43
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Het toepassen van een laagdoorlaatfilter op een aktief

veersysteem

Citation for published version (APA):

Dahm, G. (1993). Het toepassen van een laagdoorlaatfilter op een aktief veersysteem. (DCT rapporten; Vol. 1993.004). Technische Universiteit Eindhoven.

Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1993

Document Version:

Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record

Please check the document version of this publication:

• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.

• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.

• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.

Link to publication

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.

If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:

www.tue.nl/taverne

Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us at:

openaccess@tue.nl

providing details and we will investigate your claim.

(2)

Het toepassen van een laagdoorlaatfilter op een aktief veersysteem Student: Gertjan Dahm Stagebegeider: Rudolf Huisman Rapportnummer wFw.93.004 Januari 1993

(3)

3

Inhoudsopgave

Pagina

Samenvatting

1. Inleiding

2. De modellen en de regelstrategie

3.

Bepalen van de filterorde en de afbreekfrequentie

4.

Simulatieresultaten met het filter

5.

Conclusies

6. Aanbevelingen

7. Li teratuuropgave

8. Bijlage

A. De regelstrategie

9. Bijlage B: Twee previewmethoden

10. Bijlage G: Twee filternethoden

11. Bijlage

D:

Bepalen van de filterorde

12. Bijlage

E:

Bepalen van de afbreekfrequentie

13. Bijlage F: Bepalen van de optimale weegfactoren

Symbolenlijst

4

5

0

10

18

22

23

24

26

27

29

31

35

37

43

(4)

4

Samenvatting

Bij een actief veersysteem voor voertuigen dat gebruik maakt van preview is het grote probleem het previewsignad dat weergeeft hoe het wegdek eruit ziet. In de vakgroep WFW is men bezig een actief veersysteem te maken dat alleen op de achterwielen een aktuator heeft waarbij men met behulp van een reconstructie van het wegdek tussen de voor- en achterwielen de aktuator- kracht kan bepalen. Het volgende probleem is dan de reconstructie van het wegdek.

Om deze reconstructie te ontlopen zal men in dit verslag bekijken of het mogelijk is om als previewsignaal de gefilterde asverplaatsing van het voorwiel te gebruiken. Volgens [3] lijken de lage frequenties in het wegdek sterk op de lage frequenties in de asverplaatsing van het voorwiel. Men dient dus een laagdoorlaatfilter te ontwerpen dat de hoge frequenties uit dit signaal kan verwijderen zodat de aktuator niet op deze hoge frequenties kan reageren.

Het laagdoorlaatfilter wordt bepaald door de filterorde en de afbreekfrequentie. Daarnaast zijn er verschillende manieren van filteren en previewen mogelijk.

Er wordt gebruik gemaakt van een half car-model en een regelwet die uit [If zijn overgenomen. Dit is allemaal gebaseerd op een bestaande trekker-oplegger combinatie.

De belangrijkste reden om een laagdoorlaatfilter toe te passen is het feit dat men dan de asverplaatsing van het voorwiel kan gebruiken als benadering voor het wegdek.

Het gebruik van een laagdoorlaatfilter bij een actief veersysteem levert redelijke resultaten. Ten opzichte van een passief veersysteem neemt de bandindrukking met i 12 % af, de veerindruk- king met 2 8 % en de chassisversnelling met i 21 %. Ten opzichte van een actief veersysteem met ideale wegdekreconstructie nemen deze grootheden toe met respectievelijk 2 53 %, 2 30 %

en 2 31 %.

Indien men een laagdoorlaatfilter toepast op het actieve veersysteem uit [l] moeten de weegfac- toren in de regelwet opnieuw worden ingesteld. Voor redelijke prestaties op alle gebieden is

q11=8*101> q22=6*1012, q33=0 en r,=l een prima instelling. De bandindrukking van het actieve veersysteem met laagdoorlaatfilter is dan nog eens I 3 % beter en de veerindrukking i 23 %

terwijl de chassisversnelling met I 4 % toeoeemt ten opzichte van de vorige instelling van het actieve veersysteem met laagdoorlaatfilter.

Aanbevolen wordt een 2" orde Butterworthfilter met een afbreekfrequentie van 8

w]

te gebruiken. Hogere orde filters leveren minder goede resultaten, een hogere afbreekfrequentie geeft teveel hoge frequenties in het previewsignaal voor de aktuatorkrachtberekening.

De asverplaatsing van het voorwiel (het previewsignaal) dient eenmaal voorwaarts en daarna

eenmaal achterwaarts door het filter t t voor de berekening van de aktuator-

kracht te worden gebruikt. Deze

m

is goed uitvoerbaar

Matlabfunctie fiZ$Zf) en levert een

+-

20 % betere bandindrukking, een i 15

drukking en een 2 9 % betere chassisversnelling dan bij €unctie filter.

(5)

5

I.

Inleiding

Omdat de huidige veersystemen van voertuigen niet voldoende aan de eisen van comfort en wegligging tegemoet komen probeert men in de vakgroep WFW een semi-actief veersysteem te ontwikkelen. Actief betekent dat er in plaats van een veer en een demper een aktuator wordt gebruikt. Uit [i] blijkt dat een actief veersysteem zonder preview weinig resultaat oplevert, maar een actief veersysteem met preview een wezenlijke verbetering kan zijn voor wat betreft de dynamische wiellast, de benodigde veerweg en de pieken in de chassisversnelling. Voor een actief veersysteem met preview is het dus noodzaak om informatie over het wegdek te verkrijgen

dat nog bereden moet worden. Actieve vering met preview in het algemeen betekent dus op alle

vier de wielen een aktuator toepassen en deze regelen met informatie omtrent het wegdek (dus ook over het wegdek vóór de voorwielen!).

Aktieve vering met preview betekent hier gebruik maken van de beschikbare informatie over het wegdek tussen de wielen om de aktuatorkracht van de achterwielen te bepalen. Om de aktuator- kracht van het achterwiel te kunnen berekenen probeert men het wegdek dat het voorwiel is gepasseerd te reconstrueren. Dit blijkt volgens [2] nogal wat problemen op te leveren.

In dit verslag zal antwoord worden gegeven op de vraag of het mogelijk is in plaats van het wegdek, de asverplaatsing van het voorwiel te gebruiken. Op die manier kan men zonder moeilijke wegdekreconstructie toch een redelijk beeld van het wegdek krijgen. De laagfrequente delen van deze asverplaatsing lijken volgens [3] namelijk sterk op het wegdek. Stuurt men dit signaal (de asverplaatsing van het voorwiel) door een laagdoorlaatfilter en gebruikt men dit gefilterde signaal om de aktuatorkracht op het achterwiel te berekenen dan reageert die aktuator alleen op de laagfrequente delen van de asverplaatsing. Dit voorkomt het onnodig terugkoppelen op hogere frequenties. Praktisch gezien kan de aktuator die hoge frequenties ook helemaal niet volgen. De huidige aktuatoren hebben namelijk een bandbreedte van 3 tot 5 [Hz]. Op snellere aktuatoren zal men nog enkele jaren moeten wachten.

Onderzocht wordt of het inderdaad mogelijk is een dergelijk filter te gebruiken en hoe dit de prestaties van de actieve vering beïnvloedt. Men maakt hiervoor gebruik van een quarter car- model, een half car-model en een in [i] voorgestelde regelwet voor het berekenen van de aktuatorkracht. Dit alles is gebaseerd op een bestaande trekker-oplegger combinatie.

Na het bepalen van de optimale filterorde en de optimale afbreekfrequentie van het laagdoorlaat-

filter wordt de instelling van de weegfactoren in de regelwet na bekeken om de prestaties van

(6)

6

2.

De modellen en de regelstrategie

2.1 Inleiding

Het probleem bij het maken van een model is altijd het vinden van een optimaal evenwicht

tussen de precisie en de handelbaarheid van het model.

Een

zeer precies model is niet meer door

te rekenen, levert rnoeilij k te interpreteren resultaten en men verliest dus snel het ovedcht. Voor het testen van het filter is daarom gebruikt gemaakt van een aantal simpele modellen die ook door [i] is gebruikt.

2.2 Het quarter car-model

Het passieve quarter car-model dat gebruikt wordt bestaat uit twee massa’s, twee veren en een demper (Figuur 2.1).

2

Figuur 2.1: Hei quarter car-model met passieve vering

% =

8650

[kg]

I

4

= 4.4

*

Id

]

[;

bz = 4.3

*

lo4

[ ~ ]

ki

= 6.5

*

106

(7)

De modellen en de regelstrategie

7

In het actieve quarter car-model worden de bovenste veer en demper vervangen door een aktuator (Figuur 2.2). De aktuatorkracht wordt berekent met behulp van een benadering van het wegdek dat zich tussen de voorwielen bevindt. In het begin zal worden aangenomen dat dit wegdek bekend is en dus direct over het gehele tijdsbestek gefilterd kan worden. Natuurlijk is dit geen reële aanname doch dit zal later verbeterd worden.

achterwielen

voorwielen

-

i

! I I ! ! A f I I

L

Figuur 2.2: Het quarter car-model met actieve vering, L = 3.5 [m] en V = 100 [kmBi].

Met dit model zijn een aantal simulaties verricht om een idee te krijgen wat een actief veersys- teem precies doet. Voor het vervolg van dit verslag is echter gebruik gemaakt van het uitgebrei- dere half car-model.

23 Het half car-model

Om de filters enigszins realistisch te kunnen testen gebruiken we een half car-model dat een soort serieschakeling is van een passief en een actief quarter car-model (Figuur 2.3).

Als in dit verslag wordt gesproken over de asverplaatsing van h oorwiel wordt hiermee de asverplaatsing ql(t+tJ van het voorwiel bedoeld.

Als

ingang voor

asverplaatsing van het voonvle! waarna dit signad voor de aktuats

kan worden.

We zullen voorlopig aannemen dat het previewsignaal bekend is

gehele "wegdek" kunnen filteren. Dit is principieel natuurlijk onmogelijk maar als eerste aanname voldoet het prima.

De laagfrequemte delen van de asverplaatsing van ket voorwiel lijken sterk op het echte wegdek. Het filter zorgt ervoor dat de aktuator vooral op deze laagfrequente delen reageert en niet op de minder belangrijke hoogfrequente delen in het previewsignaal.

(8)

De modellen en de regelstrategie 8 x =

achterwielen

Q1

4

4 2 42 - 41 ;

u = [ f l ;

w = [ 4 , 1 (2.2)

voorwielen

V

&

q 2

2

9

q

I I I

Figuur 2.3: Het half car-model met actieve vering. e regeistrategie

(9)

Re modellen en de regelstrategie 9 Het doel van dit veersysteem is het minimaliseren van de veerweg, de wiellast en de chassisver- snelling waarbij de aktuatorkracht om praktische redenen begrensd moet blijven. Om aan deze tegenstrijdige eisen tegemoet te komen wordt een kwadratische criterium gedefinieerd.

p+tp

J =

I

Ij>(r)T@(r) +

u(~)~Ru(r)]dr

; Q = QT, Q 2 O ;

R

=

RT,

R

t

O

Dit criterium geldt alleen op ket preview-inteival [zr,i+i,j waaïtinïìeïì het p ï e v i - s i p a d 5ekend wordt verondersteld.

(10)

10

3.

Bepalen van de fiiterorde en de afbreekfrequentie

3.1 Inleiding

In de Signal Toolbox van Matlab zit een aantal functies voor het ontwerpen van analoge en digitale filters. Hiermee kan men op eenvoudige wijze verschillende filters ontwerpen door opgave van afbreekfrequentie, filterorde, etc. Er is gekozen voor een Butterworthfilter omdat men hiervoor alleen de afbreekfrequentie en de filterorde hoeft op te geven. Dit is dus relatief simpel en met het gewenste resultaat, de functie levert een vrij "glad" filter met goede prestaties. Er moet vooraf echter wel opgemerkt worden dat het ontkoppelen van de keuzen van orde en afbreekfrequentie niet geheel terecht is daar het vooral gaat om de hoeveelheid informatie die het filter weghaalt uit het previewsignaal (benadering v.h. wegdek). Dit is afhankelijk van de

combinatie van orde en afbreekfrequentie.

Er wordt dus een niet te lage afbreekfrequentie genomen bij het variëren van de filterorde zodat hierdoor in iedere geval niet teveel informatie verloren gaat.

3.2 De simulaties

Er wordt uitgegaan van een actief veersysteem met een previewtijd tp=1/8

[SI.

A l s wegdek dient steeds een stapfunctie met staphoogte van 0.071 [m] en de stap op t=1/8

[SI.

Als benadering voor het wegdek nemen we de gefilterde asverplaatsing van het voorwiel als ingang voor de regelaar, dit is dus het previewsignaal. Het simulatie-interval loopt van t=-0.2 [s] tot t=0.5

[SI

met tijdstappen van 0.001

[SI.

De reactie op de stap zal reeds voor t=O

[SI

beginnen, tenvijl dit met een normaal filter pas op t=O

[SI

zou kunnen (previewtijd is 1/8 Es]!). Dit is het resultaat van het "terugfilteren" van het signaal waardoor het signaal reeds voor t=O

[SI

ongelijk nul is (zie

0

3.3). De simulatie begint dus op t=-0.2

[SI

om te voorkomen dat er aan het begin een onregel- matigheid optreedt.

Voorlopig nemen we de instelling van de weegfactoren in de regelwet over uit [2].

Er worden in dit verslag twee verschillende simulaties uitgevoerd. Bij de simulaties ter bepaling van de filterorde en de afbreekfrequentie (t/m Hoofdstuk 3 en t/m Bijlage E) wordt de asver-

plaatsing van het voorwiel van te voren gefilterd over het gehele simulatie-intemal. Omdat dit natuurlijk niet reëel is wordt voor de optimalisatie van de weegfactoren en het testen van het uiteindelijke filter in Hoofdstuk 4 en Bijlage F, de asverplaatsing van het voorwiel per tijdstap over het previewinterval vooruit gefilterd. Dit is

werkel ij kheid.

De verschillen tussen deze twee methoden van "vooruit kijken" zijn te zien in. Bijlage B.

3 3 Het filteren

Voor het filteren is gebruik gemaakt van de Matlabfunctie fiZ@Zt. Deze functie laat het signaal eerst voorwaarts door het filter gaan, waarna het signaal wordt omgekeerd en terug door het filter gaat. Op die manier treedt er tijdens het filteren geen faseverdraaiing op. Dit levert echter

(11)

Bepalen van de fikerorde en de afbreekfreguentie 11

-

responsie van het voorwiel

----

filter

...*** fi&?tt

Tijd [s]

Figuur 3.1

Figuur 3.1: Filteren van de asverplaatsing van het voorwiel m.b.v. de Matlabfuncties filter en

filtfilt.

Er is gekozen voor deze functie omdat het iets betere resultaten levert (zie Bijlage C) en omdat het ook in de praktijk heel goed mogelijk is op deze manier te filteren.

3.4 Bepalen van de filterorde

Voor het bepalen van het optimale filter wordt gebruik gemaakt van het half car-model waarbij het gehele previewsignaal (de asverplaatsing van het voorwiel) van te voren wordt gefilterd. Men begint als eerste met het variëren van de filterorde terwijl de afbreekfrequentie 8

[Hz]

is. De simulatieresultaten wijzen dan uit of de betreffende filterorde goed is. Daarnaast kan nog worden gekeken naar de stapresponsie van het filter, het Bode-diagram en de eigenschappen van de gefilterde asverplaatsing van het voorwiel (het previewsignaal).

In Figuur 3.2 t/m 3.4 is de filterorde uitgezet tegen de verschillende simulatieresultaten.

Ze

laten zien dat indien de filterorde hoger wordt de resultaten slec

(12)

Bepalen van de fikerorde en de afbreekfrequentie 12 0.07 0.08 0.07 0.06 Y

-

2 0.03

m

...

E 0.02 0.01 Filterorde + 5 6 7 8 Figuur 3.2 I C 1 2 3 4 5 6 7 8 Fiiterorde Figuur 3.3

Figuur'3.2 en 3.3: Maximale band- en veerindmkking in het half car-model bij variatie van de filterorde en een vaste afbreekfrequentie van 8 [Hz]. Het previewsignaal wordt ineens gefilterd over het gehele tijdsinterval.

(13)

Bepalen van de filterorde en de afbreekfregoentie 13

I

0.07 0.06

s

<, 3 0.05 .s

-

a

-

d

:

0.04-

$

.$ 0.02 in .- 3 0.03 c 9) #

5

0.01 0- + + + + - + - - - - r 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Figuur 3.4

Figuur 3.4: Maximale chassisversnelling in het half car-model bij variatie van de filterorde en

een vaste afbreekfrequentie van 8 [Hz]. Het previewsignaal wordt ineens gefilterd over het gehele tijdsinterval.

Het blijkt dat het gebruik van hogere orde filters weinig zin heeft. Het Bodediagram van deze filters is dan wel beter (steiler verloop vanaf 8 [-Izll) en de eigenschappen van het previewsig- naal zijn beter (weinig hoge frequenties en toch goed volgen van de stap), doch dit heeft een negatief effect op de stapresponsie en de simulatieresultaten (zie Bijlage DI.

Om de rekentijd te beperken en vanwege de eenvoud wordt de orde van het filter zo laag mogelijk gehouden.

Uiteindelijk valt dus de keuze op een 2" orde filter vanwege de eenvoud van een dergelijk filter en de relatief goede prestaties die het kan leveren.

3.5 Bepalen van de afbreekfrequentie

Voor het bepalen van de afbreekfrequentie wordt dezelfde methode gebruikt als bij het bepalen van de filterorde. Het is logisch dat een hogere afbreekfrequentie betere simulatieresultaten oplevert omdat men dan steeds minder informatie van

waarmee dan een betere regeling mogelijk is. Het is echt

Roog te iaten worden omdat er dan teveel hoge frequenties van de asverplaatsing worden doorgegeven aan de regelaar. In de praktijk kan de aktuator deze hoge frequenties niet verwer- ken. Het verband tussen de afbreekfrequentie en de prestaties van het filter is duidelijk te herkennen in Figuur 3.5, 3.6 en 3.7.

(14)

Bepalen van de filterorde en de afbreeMequentie 14 0.06 E 0.05

-

Afbreekfrequentie Figuur 3.5

Figuur 3.5 en 3.6: Maximale band- en veerhdmlrking i afbreekfrequentie van een 2" orde filter. Het previewsi gehele tijdsinterval.

(15)

Bepalen van de fikerorde en de afbreekfrequentie 15 M .ci 3 5 0.03

-

-

2

0.04- rx .- c, u 63 m

-

.E

0.02-

r"

0.07 I . , - + I -

1

0.06 + + O O O 2 . 4 6 O 8 10 1 12 114 Afbreekfrequentie Figuur 3.7

Figuur 3.7: Maximale chassisversnelling in het half car-model bij variatie van de afbreekfre-

quentie van een 2" orde filter. Het previewsignaal wordt ineens gefilterd over hei gehele

tijdsinterval.

Uit de simulatieresultaten (Bijlage E) blijkt dat voor een afbreekfrequentie van 8 [Hz] een redelijke prestatie wordt geleverd: 10

[Hz]

levert een kleine verbetering op, 6 [Hz] en 4

[Hz]

zijn steeds iets minder goed, het filter haalt steeds meer informatie weg.

Eventueel zou men 10 [Hz] kunnen overwegen doch hier is gekozen voor een afbreekfrequentie

van 8 [Hz] omdat dit een goed compromis lijkt tussen het terugdringen van de hoge frequenties

(16)

Bepalen van de filterorde en de afbreekfreguentie

3.6 Filterkarakteristieken

Voor een laagdoorlaatfilter bestaan verschillende karakteristieke figuren die aangeven wat de eigenschappen van het filter zijn. Een aantal van deze figuren is hier getekend om de werking van het gekozen laagdoorlaatfilter nog eens duidelijk aan te geven.

16 Het Bodediamam 100 10-1 10-2 o 10-3

m

...

e> 104 8 U 3 I D ce 10-5 e 10" 10-7 10-8 1( 10' 102 I 0 3 frequentie f [Hz] O //

(17)

Bepalen van de filterorde en de afbreekfrequentie 17 De stapresponsie O.O8

:

O . l j 0.06 0.05 ~~ 5 0.04

t

!i

~~~ , , O 42 4.1 O 0.1 0.2 O 3 0.4 Tijd [SI

-

stapfunctie

----

stapresponsie

Figuur 3.9: De stapresponsie van het gekozen 2" orde filter met een afbreekfrequentie van

8

[Hz].

De stap heeft een hoogte van 0.071 [m] en begint op t=l/8

[SI.

Het laagdoorlaat-karakter vam het filter is in Figuur 3.8 duidelijk te zien. De frequenties hoger

dan I 8 [Hz] worden verzwakt doorgegeven zodat de aktuator er niet op kan reageren. In Figuur

3.9 is te zien dat de hogere frequenties in de stapfunctie door het filter zijn verwijderd.

Daarnaast is de gefilterde asverplaatsing van het voorwiel voor de aktuatorkrachtberekening bepaald (Figuur 3.10).

Het previewsignaal: De gefilterde asverplaatsing van het voorwiel

o. 12

Ook hier ziet men duideiijk dat de hoge frequenties door het filter verwijderd worden. Dit

(18)

18

4. Simulatieresultaten met het fdter

4.1 Inleiding

Bij alle voorgaande simulaties is het previewsignaal steeds van te voren door het filter bewerkt. Dit is natuurlijk niet realistisch daar alleen tijdens het previewinterval het previewsignaal bekend kan worden verondersteld en dus niet van te voren over het gehele simulatie-interval gefilterd

kan worden. Daarom wordt in de rekenlus van het simulatieprogramma een commando toege-

voegd dat per tijdstap de asverplaatsing over het previewinterval filtert. Qp die manier "kijkt" het veersysteem steeds over het previewinterval (1/8

[SI)

vooruit.

De instelling van de weegfactoren in de regelwet was tot nu toe gebaseerd op [2] waarin een actief veersysteem met preview wordt beschreven dat op alle gebieden een redelijke prestatie levert. Om een optimale instelling voor het actieve veersysteem met laagdoorlaatfilter te krijgen zal nu eerst, met de huidige instelling als basis, een simpele optimalisatie worden verricht.

Met het gekozen filter en de verbeterde weegfactoren zal het half car-model worden gesimuleerd door weer per tijdstap over het previewinterval vooruit te filteren waarna de simulatieresultaten van het optimale aktieve veersysteem met laagdoorlaatfilter bekeken kunnen worden.

4.2 Bepalen van de optimale weegfastoren

Uitgangswaarden voor de weegfactoren zijn

qIi = 8

*

10"

422 = 1

*

10"

4 3 3 = O

rr = 1

hiermee worden de weegmatrices

1

*

1012

O

O 0

R

= [l]

Omdat de aktuato uitgeoefende h a c

van de aktuatorkracht) kan q, nul blijven. We

van de weegfactoren bepalend is. De waarde voor r, kan dus

qii respectievelijk q2* te variëren kan men bepalen of de gaat hier vooral om de algemene prestaties. Men kan desg

bepaalde grootheid minimaliseren maar dit gaat natuurlijk wel ten koste van de andere groothe- den.

Uit Bijlage

I?

(Figuur F1 t/m F6) blijkt dat de huidige waarde van q l l = 8 * l P is. Een verkleining vergroot de veerindrukking sterk terwijl bandindrukking en

direct wordt gewogen m

(19)

Sirnulatieresufiaten met het filter 19

slechts weinig profiteren. Een vergroting levert amper verbetering in band- of veerindrukking terwijl de chassisversnelling snel oploopt. Uit Figuur F7, F8 en F9 blijkt dat q,-waarden lager dan 1*10l2 een flinke verhoging van de veerindrukking opleveren zonder dat de bandindrukking

en de chassisversnelling sterk ahemen. De instelling van qZ blijkt sterk afhankelijk van de eisen

die men aan het veersysteem stelt. Voor verder oplopende waarden neemt de chassisversnelling snel toe terwijl de bandindrukking nagenoeg gelijk blijft en de veerindrukking snel afneemt (Figuur F10, F11 en F12). Er wordt gekozen voor qZ2=6*lOl2, dit lijkt een redelijk compromis tussen de grootte van de chassisversnelling en de veerindrukking.

De optimaiisatie van de weegfactoren heeft ten opzichte van de oude insteiiing een afname van

3 % van de bandindrukking en een afname van 23 % van de veerindrukking opgeleverd waarbij

de chassisversnelling met 4 % is toegenomen.

Het beoordelen van de resultaten is erg moeilijk omdat bijvoorbeeld een toename van de

bandindrukking met 1 % een afname van de chassisversnelling met 5 % teweeg kan brengen.

4 3 Sirnula tieresultaa t

Met het optimaal ingestelde actieve veersysteem met toepassing van het laagdoorlaatfilter zijn simulaties met het half car-model verricht. A l s ingang is wederom een stapfunctie met hoogte

0.071 [m] en het begin op t=l/û

[SI

genomen. De tijdschaal loopt nu van t=-8.2 is] tot t = l Is]

om duidelijk te laten zien hoe het veersysteem de stapfunctie in het wegdek verwerkt. De simulatieresulaten van het optimaal ingestelde actieve veersysteem met het gekozen laagdoorlaat- filter zijn weergegeven in Figuur 4.1, 4.2 en 4.3.

0.04 I Tijd [SI Figuur 4.1

-

passief

----

actief

-***** actief met filter

Figuur 4.1: Bandindrukking in het half car-model indien het optimaal ingestelde actieve veersys-

teem met filter wordt gebruikt. Het previewsignaai (de asverplaatsing v.h. voorwiel) wordt steeds

per tijdstap over het previewinterval vooruit gefilterd. Het veersysteem met actief aangeduid is het actieve veersys teem met optimale wegdekreconstructie.

(20)

Sirnulatieresuitaten met het fiíter 20 0.04 0.02 a E 2 -0.02 2 3

.s

-0.04 3

-

Y o -0.06 -0.08 -0.1 : O 0.2 0.4 0.6 0.8 -15 -0.2 Tijd

[SI

Figuur 4.2 . .. .. .... . . .. . .

-

passief

----

actief

(21)

Simulatieresulfaten met het filfer 21

In tabelvorm krijgt men de volgende reducties ten opzichte van het passieve veersysteem. Met

actief systeem aangeduid is het actieve veersysteem met ideale wegdekreconstructie. De

toename van de aktuatorkracht van het actieve veerssysteem met laagdoorlaatfilter is genomen

ten opzichte van het actieve veersysteem met ideale wegdekreconstructie.

Tabel 4.1: Prestaties van het actieve veersysteem met optimale wegdekreconstructie en het

actieve veersysteem met filter ten opzichte van de prestaties van het passieve veersysteem.

De keuze van een bepaald actief veersysteem is dus sterk afhankelijk van de eisen die men aan

de bandindrukking, veerindrukking en de chassisversnelling worden gesteld. Het actieve systeem met filter is natuurlijk makkelijker te realiseren maar levert minder goede prestaties dan het "ideale" actieve veersysteem met wegdekreconstructie.

(22)

22

5. Conclusies

De belangrijkste reden om een laagdoorlaatfilter toe te passen is het feit dat men dan de asverplaatsing van het voorwiel kan gebruiken als benadering voor het wegdek.

Het gebruik van een laagdoorlaatfilter bij een actief veersysteem levert redelijke resulta- ten. Ten opzichte van een passief veersysteem neemt de bandindrukking met i 12 % af,

de veerindrukking met i 8 % en de chassisversnelling met i 21 %. Ten opzichte van een

actief veersysteem met ideale wegdekreconstructie nemen deze grootheden toe met

respectievelijk i 53 %, i 30 % en I 31 %.

Indien men een laagdoorlaatfilter toepast op het actieve veersysteem uit [i] moeten de weegfactoren in de regelwet opnieuw worden ingesteld. Voor redelijke prestaties op alle gebieden is q11=8*1012, q,2=6*1012, qS3=O en r,=l een prima instelling. De bandindrukking

van het actieve veersysteem met laagdoorlaatfilter is dan nog eens 2 3 % beter en de veerindrukking 2 23 % terwijl de chassisversnelling met 2 4 % toeneemt ten opzichte van de vorige instelling van het actieve veersysteem met laagdoorlaatfilter.

Aanbevolen wordt een 2" orde Butterworthfilter met een afbreekfrequentie van 8

[Hz]

te gebruiken. Hogere orde filters leveren minder goede resultaten, een hogere afbreekfre- quentie geeft teveel hoge frequenties in het previewsignaal voor de aktuatorkrachtbereke- ning.

De asverplaatsing van het voorwiel (het previewsignaal) dient eenmaal voorwaarts en daarna eenmaal achterwaarts door het filter te gaan alvorens het voor de berekening van de aktuatorkracht te worden gebruikt. Deze manier van filteren is goed uitvoerbaar (bijv. m.b.v. de Matlabfunctie fiZ@lt) en levert een i 20 % betere bandindrukking, een i 15 %

betere veerindrukking en een i 9 % betere chassisversnelling dan bij het "normale" filteren met de Matlabfunctie fiker.

(23)

~

23

6.

Aanbevelingen

Het integraalcriterium zou eventueel nog aangepast\uitgebreid kunnen worden zodat bijvoorbeeld niet over het gehele tijdsinterval de parameters geminimaliseerd worden maar vooral de maxima in dit tijdsinterval.

Het testen van het filter in een uitgebreider half car-model. Waarmee men bijvoorbeeld ook het effect van de actieve vering op de rolbeweging en de dompbeweging kan bekij- ken, dus niet alleen de verticale beweging van het chassis.

Het testen van het veersysteem met laagdoorlaatfilter met andere ingangen, bijvoorbeeld een rounded puls.

Het schrijven van een C-programma voor het simulatiemodel zodat hiermee de simulatie- tijd sterk wordt verminderd.

(24)

24

7.

Literatuuropgave

[l]

An

Optimal Continuous Time Control Strategy for Active Suspensions with Preview.

R.G.M. Huisman, F.E. Veldpaus, H.J.M. Voets, JJ.

Kok

In: Vehicle System Dynamics, 1993, nog te verschijnen

[2] Rademaker

C.

Actieve regeling van een voertuigvering.

Rapport nr. WFW.92.010, TU Eindhoven, 1992

[3] Advanced Control Methods of Active Suspension

H. Tobata, K. Fukuyama, T. Kimura,

N.

Fukushima

In: Proceedings of the International Symposium on Advanced Vehicle Control Yokohama 14-17 September 1992, p136-p138

(25)
(26)

26 Bijlage A: De regelstrategie

De toestandsbeschrijving wordt

i(r) = h ( r ) + Bu(t) + EW(7)

y(s) = CX(T) + Fw(r)

met daarin

Het criterium wordt gedefinieerd door

De ingang die dit criterium minimaliseert is dan

U(T) =

-

K,x(r) +

K2T(T)

K, is hierin een terugkoppeling, K, is een voorwaartskoppeling. K,, K, kunnen worden bepaald met de vergelijkingen

=

R-'BTP

;

5

=

R-

A@)

ATP + PA

-

PBR-'

= o

A(7)

waarin P de oplossing is van de Riccati-vergelijking

Men kan r bepalen door het oplossen van de differentiaalvergelijking

P(7) =

-

A,Tr(r) + [PE + CTQFJw(t), = A@)

(27)

27

BUlage

B:

Twee

previewmethoden

Het verschil tussen het vooraf filteren van het gehele previewsignaal en het per tijdstap filteren van het previewsignaal over het previewinterval is te zien in Figuur B1, B2 en B3. De eerste methode levert iets betere resultsten maar is in de praktijk niet realiseerbaar omdat het preview- signaal alleen over het previewinterval "bekend" is. We weten niets over het wegdek dat voor de voorwielen ligt. 0.02 I 0.08 -0.2 -0.1 O 0. I 0.2 0.3 0.4 0.5 Tijd [s] Figuur B1 0.04

-

1" filtermethode

----

2" filtermethode -0.2 -0.1 O 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5 Tijd [SI Figuur B2

Figuur B1 en B2: Band- en veerindrukking in het half car-model bij verschillende filtermetho- den: 1" methode is het ineens filteren van het gehele previewsignaal (de asverplaatsing van het voorwiel), 2" methode is het per tijdstap vooruit filteren van het previewsignaal over previewinterval.

(28)

BJíage 5 28

-0.2 -0.1 O o. 1 0.2 0.3 0.4 0.5

-10

Tijd [SI Figuur B3

-

1" filtermethode

----

2" fiItemethode

Figuur B3: Chassisversnelling in het half car-model bij verschillende filtermethoden: 1" methode is het ineens filteren van het gehele previewsignaal (de asverplaatsing van het voorwiel), 2" methode is het per tijdstap vooruit filteren van het previewsignaal over het previewintewal.

De wiellast blijft nagenoeg gelijk, de veerweg neemt een weinig toe, doch de chassisversnelling wordt er nadelig door beïnvloedt. Er is in alle figuren goed te zien dat de reactie van de aktuator later begint (na t=O [s]!) dan bij het "ineens" filteren.

(29)

29

BUlage C: Twee filtermethoden

Het "heen en weer" filteren van het signaal met de Matlabfunctie filtfdt levert iets betere simulatieresultaten dan de Matlabfunctie filter (zie Figuur C1, C2 en C3). Dit komt vooral doordat er geen faseverdraaiing is tijdens het filteren en tevens door het uitstrijken van de stap door f;ZtfiZt waardoor er eerder gereageerd kan worden door de aktuator. Dit is ook in de simulatieresultaten te zien: reeds voor t=O

[SI

reageert de aktuator terwijl het systeem met filter

vanaf t=O

[SI

reageert.

-

filter

----

fiigilt

Figuur G1

Tijd Es1

Figuur C2

Figuur C1 en C2: Band- en veerindrukking in het half car-model indien gefiPterd wordt met de Matlab-functies fiZter en fiZ@Zt. Gebruikt is een 2" orde filter met een afbree

(30)

Bijlage C 30 . . . . . .. .. . .... .. .

4

. . . .. . ! I 0.4

-

filter --y filtjìlt Tijd [SI Figuur C3

Figuur C3: Chassisversnelling in het half car-model indien gefilterd wordt met de Matlab- functies filter en filfilt. Gebruikt is een 2" orde filter met een afbreekfrequentie van 8

[Hz].

(31)

31 BUlage D: Bepalen van de filterorde

Bij het variëren van de filterorde kan men aan de simulatieresultaten afleiden welke filterorde de optimale is. In onderstaande figuren zijn een 2" orde t/m een 8" orde tegen elkaar uitgezet. Hieruit blijkt dat het 2" orde filter in zijn eenvoud prima prestaties levert: een betere band- en veerindrukking tegen een iets mindere chassisversnelling.

0.04 1

I

0.02 M

j

-0.02

e

a fa m -0.04 -0.06 -O.OE 0.05 0. 1 0.15 0.2 0.25 0.3 Tijd [SI

-

2" orde

----

4" orde -

.-

8" orde

...

6" orde Figuur D 1 0.02, I Figuur D2

Figuur D I en D2: Band- en veerindrukking in het half car-model bij variatie van de filterorde en een vaste afbreekfrequentie van 8

w].

Het previewsignaal wordt ineens gefilterd over het gehele tijdsinterval.

(32)

Bylage D 32 15 10 5 O -5 -10

-

2" orde

----

4" orde

-

- 8" orde

...

6" orde 0.05 o 1 0.15 0.2 0.25 0.3 Tijd [SI Figuur D3

Figuur D3: Chassisversnelling in het half car-model bij variatie van de filterorde en een vaste afbreekfrequentie van 8 [Hz]. Het previewsignaal wordt ineens gefilterd over het gehele tijdsinterval.

(33)

Bijlage D 33 De Figuren

D4

en

D5

geven respectievelijk het Bodediagram en de stapresponsie van de filters van verschillende orde. In Figuur D6 is het previewsignaal, dat de filters aan de regelaar leveren, te zien. frequentie f

w]

o E 8 P d Y Y L: -2

c

-4 - -6 - -8

-

-10

1

-12L

-14 1 O0 Figuur D4: 8

[W.

-

2" orde

----

4" orde

- -

8" orde e... 6" orde Figuur D4

(34)

5ij/age D 34 0.07 0.06 - E .- 2 0.05 - 3 m e ^.G4 -

s

'

0.03-

-

Y

-

0.01 O * O 2 I 0 -O 0.05 0.1

-

2" orde

----

4" orde - - 8" orde .S.... 6" orde Tijd

[SI

Figuur D5

Figuur D5: De stapresponsies van het 2" t/m het 8" orde filter met een afbreekfrequentie van

8 [Hz]. 0.12

-

c Y

-

2" orde

----

4" orde e

t/m een 8" orde filter met een afbreekfrequentie van 8

[Hz].

Het verloop van het Bodediagram van de hogere orde filters is steiler vanaf 8

[Hz]

doch dit heek een negatief effect op de stapresponsie. Er wordt teveel informatie uit het signaal

(35)

35

-0.06

Bijlage

E:

Bepalen van de afbreekfrequentie

-

Bij het variëren van de afbreekfrequentie van het filter kan men aan de simulatieresultaten afleiden welke de optimale is. In onderstaande figuren zijn de simulatieresultaten van een viertal 2" orde filters met verschillende afbreekfrequenties tegen elkaar uitgezet. Hieruit blijkt dat het filter met afbreekfrequentie 8

p]

op alle gebieden redelijke prestaties levert.

I -0.08

1

0 0.05 o. 1 o. 15 0.2 0.25 0.3 Tijd fs] Figuur E l 0.02 r I - -

I

< -- 4

PI

----

6

[Hz]

Figuur E2

Figuur E l en E2: Band- en veerindmkking in het half car-modell bij variatie van de afiireekfre- quentie van een 2" orde filter. Het previewsignaal wordt ineens gefilterd over het gehele tijdsinterval.

(36)

Bglage E 36

-10‘ I

O 0.05 0.1 0.15 0.2 0.25 0.3

Tijd [sJ

Figuur E3

Figuur E3: Chassisversnelling in het half car-model bij variatie van de afbreekfrequentie van een 2” orde filter. Het previewsignaal wordt ineens gefilterd over het gehele tijdsinterval.

(37)

37

BUlage F: Bepalen van de optimale weegfactoren

Indien men de waarden voor de weegfactoren varieert ontstaan de Figuren F1 t/m F6 voor qil en

de Figuren

F 7

t/m F12 voor qm Hieruit is de optimale instelling voor deze weegfactoren van het actieve veersysteem met filter af te leiden.

0.06 0.25 -0.08

'

O 0.05 o. 1 0.15 0.2 Tijd fs] Figuur F1 0.04 0.02 O

-

E i F -0.02 2

3

.E

-0.04

::

U -0.06 -0.08 -o. 1 Tijd [SI Figuur

F2

i

-

qll=8*1011

Figuur F1 en F2: Band- en veerindrukking in het half car-model bij negatieve variatie van de weegfactor qii. Het previewsignaal (de asverplaatsing vam het voorwiel) wordt steeds per tijdstag

(38)

Bvlage F 38

Tijd [SI

Figuur F3

Figuur F3: Chassisversnelling in het half car-model bij negatieve variatie van de weegfactor qlP Het previewsignaal (de asverplaatsing van het voorwiel) wordt steeds per tijdstap over het previewinterval vooruit gefilterd.

Figuur

F4:

Bandind previewsignaal (de terval vooruit gefilterd.

(39)

Bijlage F 39

Tijd [SI

Figuur F5

Figuur

F5 en

F6: VeeBndmMaing en chassisversnelling in het

variatie van de weegfactor qll. Het previewsignaal (de asverplaat

steeds per tijdstap over het previewinterval vooruit gefilterd.

If car-model bij positieve

(40)
(41)

Bijlage F 41 5 I ! 0.25 0.3 O 0.05 o. I ( -10 I Tijd [SI Figuur

FI)

Figuur F9: Chassisversnelling in het half car-model bij negatieve variat,; van de weegfactor qW

Het previewsignaal (de asverplaatsing van het voorwiel) wordt steeds per tijdstap over het previewinterval vooruit gefilterd.

(42)

Btlage F 42 Tijd

[SI

Figuur F11 . . . . . ,. . mjd[sI Figuur F12 Figuur F11 en F12: variatie van de weeg steeds per tijdstap OV

Er wordt aan de ha Voor de andere we instelling van de

(43)

43

Symbolenlo s t

Algemeen b2

f

k.1,

k2

L

m1

m2

41

42

t t P

V

: Dempingsconstante

: Kracht door aktuator geleverd

: Veerconstanten

: Wielbasis

: Massa van het chassis, onafgeveerd

: Massa van de as, afgeveerd

: Asverplaatsing

: Chassisverplaatsing

: Tijd

: Previewtijd (a L/V)

: Rijsnelheid

Betreffende de toestandsbeschrijving en de regelstrategie

A : Systeemmatrix B : Ingangsmatrix

c

: Uitgangsmatrix

D

: Doorverbindingsmatrix E : Systeem-verstoringsmatnx F : Uitgang-verstoringsnmatrix J : Prestatie-index Kl : Terugkoppel-factor

K,

: Voonvaartskoppelings-factor

qll, 42u

q3jr, r, : Weegfactoren r

Q,

8 U w

z

Y

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In previous studies, to determine the effect of swollenin on cellulose substrates, the swollenin protein was either purified or the supernatant containing the

De kosten van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg voor verzekerden van jonger dan 18 jaar worden per 2014 niet meer apart gezet, maar worden opgenomen onder de vaste

De Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) van de Verenig- de Naties schrijft voor dat het verlof voor beide ouders beschikbaar moet zijn zonder dat hun arbeidscontract en -rechten

De huisvesting van de dieren in de opfokperiode (individueel of in een groep) zou van invloed kunnen zijn op het gedrag van de dieren. De huisvesting in de opfokperiode

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij

In contrast to chapter 2 of the Monitor of Well-being &amp; the Sustainable Development Goals, in Chapter 4 of the Monitor of Well-being (SDG 17) this indicator is interpreted as

4.1.3 Opengemaakte droge duinen Panproject 32 4.1.4 Niet opengemaakte droge duinen Panproject (begraasd) 34 4.2 Resultaten flora en vegetatie Vogelpoelproject 35.. 4.2.1

Omdat vrouwen heteroseksualiteit ervaren als een dwingende norm voor seksbeleving en in strijd achten met het recht van vrouwen op zeggenschap over eigen lijf, leven en