Ongelijkheid en armoede op
Ongelijkheid en armoede op
wereldvlak:
wereldvlak:
wat meten we ?
wat meten we ?
wat weten we?
wat weten we?
2
Lessen XXIste eeuw: Wereldongelijkheid 14 maart 2005 Prof. A. Decoster
2
Human Development Report
, 1999, p.3:
"The income gap between the fifth of the world's people
living in the richest countries and the fifth in the poorest
was 74 to 1 in 1997, up from 60 to 1 in 1990 and 30 to 1 in
1960"
Bhalla
, 2002, p.2:
"Poverty [...] declined at a faster pace than at any time in
world history. Using the popular $1-a-day poverty line, the
precentage of poor people in the developing world declined
by 25% points from 1985 to 2000 – from 37.4 to 13.1
percent"
Chen and Ravallion
, 2004, p.15-16:
"[...] we find that the percentage of the population of the
developing world living below $1 per day was almost
halved, falling from 40% to 21% over 1981-2001. [...] The
number of poor fell by 390 million, from 1.5 billion in 1981"
Milanovic
, 2002, p.88-89:
"World income inequality is very high. [...] World inequality
has increased from a Gini of 62.8 in 1988 to 66.0 in 1993.
The bottom 5% of the world grew poorer, [...] while the
richest quintile grew richer. [...] The ratio between average
4
Lessen XXIste eeuw: Wereldongelijkheid 14 maart 2005 Prof. A. Decoster
4
Doelstelling van deze lezing
Doelstelling van deze lezing
! vanwaar deze "verwarring", kakofonie?
! vraag lijkt nochtans eenvoudig:
zijn ongelijkheid tussen en/of armoede van de mensen in de
wereld nu toegenomen of afgenomen?
! maar antwoord is niet noodzakelijk eenvoudig:
1. probleem van gegevens? ja, maar...
2. conceptueel: ongelijkheid en armoede zijn rijke,
multidimensionele concepten, die bovendien inherent
waardegeladen zijn.
Welke gegevens hebben we?
Welke gegevens hebben we?
! BBP of BBP/capita
! nu meestal beschikbaar per land
! tot ongeveer 1975 (World Development
Indicators 2004 van de Wereldbank)
6
Lessen XXIste eeuw: Wereldongelijkheid 14 maart 2005 Prof. A. Decoster
6
De "taart" van het wereld BBP
De "taart" van het wereld BBP
1975
1980
1985
1990
1995
2002
1) de taart per inwoner: het wereld BBP
1) de taart per inwoner: het wereld BBP
per capita
per capita
1975
1980
1985
1990
1995
2002
100
209
100
139
twee opmerkingen:
2) hoe is de taart verdeeld?
En welke gegevens hebben we nodig?
En welke gegevens hebben we nodig?
! het wereld BBP zegt niets over de
verdeling
ervan
(juist zoals een BBP van een land niets zegt over de verdeling binnen een land);
! als we de ongelijkheid tussen de burgers van de
wereldsamenleving willen in kaart brengen hebben we
gegevens nodig over het welvaartsniveau van individuele
burgers:
microdata
! Dus meer dan 6 miljard gegevens, en als we iets willen
zeggen doorheen de tijd: nodig over vele jaren
! steeds meer "surveys" met microdata ter beschikking
(Wereldbank)
8
Lessen XXIste eeuw: Wereldongelijkheid 14 maart 2005 Prof. A. Decoster
8
Maar...
Maar...
! een "verdeling" is een complex gegeven, dat zich
niet makkelijk (of op veel manieren) laat
samenvatten
! we geven een voorbeeld van een individueel land:
Rusland in 2000:
"
op basis van microdata (survey)
"
bij een volledige gelijke verdeling zou iedereen het
Russische welvaartsverdeling in 2000
Russische welvaartsverdeling in 2000
2
4
6
8
10
12
% van de
bevolking
gemiddeld
welvaartsniveau:
2030 Roebel per
maand
Percentage van de bevolking
in deze klasse
10
Lessen XXIste eeuw: Wereldongelijkheid 14 maart 2005 Prof. A. Decoster
10
! maar zelfs als we over voldoende microdata zouden
beschikken op wereldvlak, dan nog verre van
eenvoudig
! hoe vergelijken we "verdelingen"?
! bvb. doorheen de tijd voor Rusland:
de verandering in de welvaartsverdeling in Rusland van 1994 tot
de verandering in de welvaartsverdeling in Rusland van 1994 tot 2001
2001
1994
1995
1996
1998
2000
2001
12
Lessen XXIste eeuw: Wereldongelijkheid 14 maart 2005 Prof. A. Decoster
12
Russische en Belgische inkomensverdeling
Russische en Belgische inkomensverdeling
0 2 4 6 8 10 12 <250 500 750 1000 1250 1500 1750 2000 2250 2500 2750 3000 3250 3500 3750 4000 4250 4500 4750 5000 5250 5500 5750 6000 6250 6500 6750 7000 7250 7500>7500
Klassen van 250 Roebel per maand (per capita)
0 2 4 6 8 10 12 250050007500100001250015000175002000022500250002750030000325003500037500400004250045000475005000052500550005750060000625006500067500700007250075000775008000082500850008750090000925009500097500100000>100000
Klassen van 2500 BEF per maand (per capita)
hoe vergelijken?
• welvaartsbegrip: inkomen?
uitgaven?
• munteenheid verschillend: $
• prijzen verschillend: PPP
hoe samenvatten?
• ongelijkheid
• armoede
Russische en Belgische inkomensverdeling
Russische en Belgische inkomensverdeling
0
1
2
3
4
5
6
7
8
.05
5
5
5
5
5
5
55
65
2.5
3.5
4.5
10
gemiddeld
welvaartsniveau:
genormaliseerd op 1
armoedelijn
14
Lessen XXIste eeuw: Wereldongelijkheid 14 maart 2005 Prof. A. Decoster
14
Deel 1:
Deel 1:
Ongelijkheid
Ongelijkheid
Deel 2:
Deel 2:
Armoede
Armoede
Ongelijkheid: moeilijker te meten dan we denken
Ongelijkheid: moeilijker te meten dan we denken
! vergelijkt alle inkomens met elkaar
! bij meer dan 2, wordt dat al snel "moeilijk", en is de
intuïtie van de taart in gelijke stukken snijden
16
Lessen XXIste eeuw: Wereldongelijkheid 14 maart 2005 Prof. A. Decoster
16
welke verdeling is (on)gelijker dan de andere?
welke verdeling is (on)gelijker dan de andere?
30
F
30
E
20
D
20
C
20
B
6
6
4
3
1
20
A
4
4
4
4
4
20
gelijk
Evert
Donna
Carl
Bert
An
persoon
te
verdelen
Verdeling
welke verdeling is (on)gelijker dan de andere?
welke verdeling is (on)gelijker dan de andere?
7
6
3
2
2
20
D
6
6
4
2
2
20
C
7
5
4
3
1
20
B
6
6
4
3
1
20
A
4
4
4
4
4
20
gelijk
Evert
Donna
Carl
Bert
An
persoon
te
verdelen
Verdeling
18
Lessen XXIste eeuw: Wereldongelijkheid 14 maart 2005 Prof. A. Decoster
18
welke verdeling is (on)gelijker dan de andere?
welke verdeling is (on)gelijker dan de andere?
30
F
9
9
6
4,5
1,5
30
E
7
6
3
2
2
20
D
6
6
4
2
2
20
C
7
5
4
3
1
20
B
6
6
4
3
1
20
A
4
4
4
4
4
20
gelijk
Evert
Donna
Carl
Bert
An
persoon
te
verdelen
Verdeling
procenten
verhoudingen
ongewijzigd
absolute kloof groter
wordt vertaald in
een schaalinvariante
of relatieve maatstaf
welke verdeling is (on)gelijker dan de andere?
welke verdeling is (on)gelijker dan de andere?
9
9
6
4,5
1,5
30
E
7
6
3
2
2
20
D
6
6
4
2
2
20
C
7
5
4
3
1
20
B
6
6
4
3
1
20
A
4
4
4
4
4
20
gelijk
Evert
Donna
Carl
Bert
An
persoon
te
verdelen
Verdeling
centen
absolute kloof ongewijzigd
verhouding rijk/arm
gedaald
wordt vertaald in
een absolute
("linkse") maatstaf
20
Lessen XXIste eeuw: Wereldongelijkheid 14 maart 2005 Prof. A. Decoster
20
Ongelijkheid: moeilijker te meten dan we denken
Ongelijkheid: moeilijker te meten dan we denken
! meest gebruikte ongelijkheidsmaatstaven zijn
relatief
van aard
! bovendien: verschillende maatstaven, zelfs de
relatieve, geven verschillend gewicht aan
veranderingen in de verdeling op verschillende
plaatsen
! maar als je naar absolute kloof wil kijken: dan moet
je
absolute maatstaf
gebruiken
Hoe ziet de ongelijkheid op wereldvlak eruit?
Hoe ziet de ongelijkheid op wereldvlak eruit?
Drie stappen:
1. convergentie of divergentie tussen BBP's per
capita van de
landen
(de VN Assemblee)
2.
mensen
i.p.v. landen
22
Lessen XXIste eeuw: Wereldongelijkheid 14 maart 2005 Prof. A. Decoster
22
Ongelijkheid in de VN Assemblee: 2002
Ongelijkheid in de VN Assemblee: 2002
0
5
10
15
20
500 1500 2500 3500 4500 5500 6500 7500 8500 9500 10500 11500 12500 13500 14500 15500 16500 17500 18500 19500>2000Klassen van BB P per capita van 500 P P P -$ per jaar
Aantal landen
(op 158)
Normale verdeling
Wereldverdeling
De verdeling is zeker
ongelijk, eigenlijk
gepolariseerd
gemiddelde:
7969 PPP$
"Ongelijkheid" in de VN Assemblee: evolutie doorheen de
"Ongelijkheid" in de VN Assemblee: evolutie doorheen de
tijd
tijd
2
4
6
8
10
12
14
% van aantal landen
in WDI
1975
1985
1995
2002
De polarisering neemt toe
doorheen de tijd…
24
Lessen XXIste eeuw: Wereldongelijkheid 14 maart 2005 Prof. A. Decoster
24
Ongelijkheid in de VN Assemblee
Ongelijkheid in de VN Assemblee
! Maar het beeld is “ingewikkeld” en onze grove
indruk kan misleidend zijn,
! dus ongelijkheidsmaatstaven gebruiken
! Figuur 1: verhouding bovenste 20% en armste 20%
! Figuur 2: Gini-coefficiënt
Verhouding BBP/capita van 20% rijkste landen
Verhouding BBP/capita van 20% rijkste landen
t.o.v. 20% armste landen en Gini coëfficiënt
t.o.v. 20% armste landen en Gini coëfficiënt
19
21
23
25
27
29
51
52
53
54
55
56
20% rijkste landen/20% armste
landen (linker as)
26
Lessen XXIste eeuw: Wereldongelijkheid 14 maart 2005 Prof. A. Decoster
26
Ongelijkheid in de VN Assemblee: van landen naar
Ongelijkheid in de VN Assemblee: van landen naar
mensen
mensen
! Maar: is eigenlijk geen antwoord op onze vraag naar
de ongelijkheid tussen de wereld
bevolking
! Dus: we wegen elk land met de bevolking
! We bekijken achtereenvolgens:
"
Histogram van 2002 voor landen en mensen
"Evolutie doorheen de tijd in het histogram
"
Evolutie doorheen de tijd in de quintiel ratio (20%
rijkste/20% armste mensen in de wereld)
Van landen naar mensen: 2002
Van landen naar mensen: 2002
5
10
15
20
25
% van aantal landen
of mensen in WDI
landen
mensen
Maakt een groot, zeer
groot verschil
28
Lessen XXIste eeuw: Wereldongelijkheid 14 maart 2005 Prof. A. Decoster
28
Van landen naar mensen: 1975
Van landen naar mensen: 1975
-
-
2002
2002
0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
500 1500 2500 3500 4500 5500 6500 7500 8500 9500 10500115001250013500145001550016500175001850019500>20000Klassen van B B P per capita van 500 P P P -$ per jaar
% van bevolking in
WDI
1975
1985
1995
2002
Rol van China en
India is
Verhouding BBP/capita van 20% rijkste mensen
Verhouding BBP/capita van 20% rijkste mensen
t.o.v. 20% armste mensen: 1975
t.o.v. 20% armste mensen: 1975
-
-
1999
1999
10
15
20
25
30
landen
mensen
Het wegen met bevolking is
CRUCIAAL voor het beeld
30
Lessen XXIste eeuw: Wereldongelijkheid 14 maart 2005 Prof. A. Decoster
30
Gini voor ongelijkheid tussen wereldbevolking:
Gini voor ongelijkheid tussen wereldbevolking:
1975
1975
-
-
99
99
45
47
49
51
53
55
57
59
61
63
65
19
75
19
76
19
77
197
8
19
79
19
80
19
81
19
82
19
83
19
84
19
85
19
86
19
87
19
88
19
89
19
90
19
91
19
92
19
93
19
94
19
95
19
96
199
7
19
98
19
99
200
0
20
01
20
02
landen
mensen
Van landen naar mensen: 1975
Van landen naar mensen: 1975
-
-
2002
2002
Maar…
Het is dit inzicht dat tot euforische commentaren
heeft geleid de laatste jaren, bijvoorbeeld in The
Economist, maar ook in vele andere media:
32
Lessen XXIste eeuw: Wereldongelijkheid 14 maart 2005 Prof. A. Decoster
32
Van landen naar mensen: 1975
Van landen naar mensen: 1975-
-
2002
2002
! Maar…
! Beetje te “optimistische” of te euforische
boodschap, omwille van twee redenen:
1. blijft cruciaal afhankelijk van de
waardegeladen
veronderstellingen
in de meetapparatuur
Welke ongelijkheid? Verschillende Gini’s
Welke ongelijkheid? Verschillende Gini’s
45
50
55
60
65
70
75
80
85
90
gewone Gini
meer gewicht onderaan
nog meer gewicht onderaan
focus op onderste staart
“Weten is meer dan Meten”:
waardegeladen keuzes in de
meetprocedure bepalen (mee)
34
Lessen XXIste eeuw: Wereldongelijkheid 14 maart 2005 Prof. A. Decoster
34
Welke ongelijkheid? Relatief of absoluut?
Welke ongelijkheid? Relatief of absoluut?
50
52
54
56
58
60
62
64
19
75
19
76
19
77
19
78
197
9
19
80
19
81
19
82
19
83
19
84
19
85
19
86
19
87
19
88
19
89
19
90
19
91
199
2
19
93
19
94
19
95
19
96
199
7
19
98
19
99
20
00
20
01
20
02
2500
2700
2900
3100
3300
3500
3700
3900
4100
relatieve Gini (linker as)
absolute Gini (rechter as)
Dat geldt a fortiori voor de
switch van “relatieve” naar
“absolute” Gini
Wereldongelijkheid mag ongelijkheid binnen landen
Wereldongelijkheid mag ongelijkheid binnen landen
niet verwaarlozen
niet verwaarlozen
! hierboven: ongelijkheid
binnen landen
verwaarloosd
! Er is evidentie dat ongelijkheid binnen belangrijke landen is
toegenomen (China, India, voormalige Sovjet-Unie en
Oostbloklanden)
"
bvb. Gini voor China 1983-1995 (uit Zhang and Kanbur, 2001)
22 21.7 21.6 22.5 23 23.9 23.7 24.1 25 26.3 26.7 27.3 27.7 22 23 24 25 26 27 28 29
36
Lessen XXIste eeuw: Wereldongelijkheid 14 maart 2005 Prof. A. Decoster
36
Wereldongelijkheid mag ongelijkheid binnen landen
Wereldongelijkheid mag ongelijkheid binnen landen
niet verwaarlozen
niet verwaarlozen
! hierboven: ongelijkheid
binnen landen
verwaarloosd
! Er is evidentie dat ongelijkheid binnen belangrijke landen is
toegenomen (China, India, voormalige Sovjet-Unie en
Oostbloklanden)
! jammer genoeg kunnen we niet over de gegevens beschikken met
microdata voor heel de wereld
! diegenen die die wel ter beschikking hebben: enkel voor twee jaren
(gigantisch werk van vergelijkbaar maken van de data)
! twee grote “scholen”:
"
gebruik BBP en verdeel het over bvb. 5 groepen (o.a. Bhalla, Sala-i-Martin),
"gebruik de microdata (Milanovic)
Milanovic over de evolutie van de
Milanovic over de evolutie van de
wereldongelijkheid
wereldongelijkheid
0
10
20
30
40
50
60
70
Wereld
Azië
Latijns
Amerika en
Afrika
Oost Europa en
Voormalige SU
West Europa,
Noord
Gini
1988
1993
38
Lessen XXIste eeuw: Wereldongelijkheid 14 maart 2005 Prof. A. Decoster
38
Besluit over de wereldongelijkheid
Besluit over de wereldongelijkheid
! mensen i.p.v. landen speelt een grote rol voor het beeld dat
bekomen wordt (China, India)
! meestal wordt de verandering in ongelijkheid binnen landen
verwaarloosd
! weten is meer dan meten:
"
absolute kloof neemt toe, relatieve daalt wellicht
"
hangt ook af van gewicht dat we toekennen aan verschillende delen van de
verdeling
"
wellicht zijn polarisatiemaatstaven meer aangewezen
! Empirisch:
"
niveau: ongelijkheid in de wereld is hoog
"
verandering: in begin jaren negentig nam ze sterk toe in voormalige SU en
vroegere Oostblok
"
de regionale ongelijkheid in de grote landen (China, India) is eveneens
Deel 1:
Deel 1:
Ongelijkheid
Ongelijkheid
Deel 2:
Deel 2:
Armoede
Armoede
40
Lessen XXIste eeuw: Wereldongelijkheid 14 maart 2005 Prof. A. Decoster
40
Armoede
Armoede
! Ook hier keuze tussen absoluut of relatief
! meest geciteerde cijfers in wereldcontext: absolute
armoede:
$1,08 per dag-lijn
! controversieel, niet omwille van de laagte ervan
(want wil absolute armoede meten), maar omwille
van de gebruikte
PPP-factoren
Armoede: miljoen mensen onder 1.08$ per dag
Armoede: miljoen mensen onder 1.08$ per dag
1481.8
1218.5
1095.7
1089
848.1
843.7
872.9
877.4
0
200
400
600
800
1000
1200
1400
1600
wereld
wereld zonder China
Persbericht Wereldbank:
armoede daalt met 400
42
Lessen XXIste eeuw: Wereldongelijkheid 14 maart 2005 Prof. A. Decoster
42
Armoede: miljoen mensen onder 1.08$ per
Armoede: miljoen mensen onder 1.08$ per
dag
dag
1089
1096
1219
1482
Wereld
313
294
227
164
Sub Sahara Afrika
7.1
7.8
5.5
9.1
Midden Oosten en N Afrika
50
54
49
36
Latijns Amerika en Caraïben
17
30
2.3
3.1
Oost Europa en Centraal Azië
132
135
202
254
Rest van ZO Azië
359
352
357
382
India
212
223
375
634
China
2001
1999
1990
1981
Regio
Maar vooral zeer sterke toename in
Sub Sahara Afrika
India: daling gestokt in jaren 90
Oost-Europa en voormalige SU:
vertienvoudiging in jaren 90, nu gedaald
Latijns en Centraal Amerika: stijging
Dus uitspraak Wereldbank is correct,
maar betere verwoording zou zijn:
“forse groei in China reveleert zich
ook in een daling van het aantal
Armoede: sterke regionale verschuiving
Armoede: sterke regionale verschuiving
42.8
30.8
25.8
29.3
32.2
32.9
2.4
4
4.9
4.6
11.0
18.6
26.9
28.7
20
30
40
50
60
70
80
90
100
aandeel in de
wereldarmoede in %
Sub Sahara Afrika
Midden Oosten en Noord Afrika
Latijns Amerika en Caraïben
Oost-Europa en Centraal Azië
Rest van Zuid-Oost Azië
India
China
Van 100 arme mensen in 1981 woonden er 11 in Sub-Sahara
Afrika en 43 in China.
Nu wonen er van die 100 armen, nog slechts 19 in China, maar
bijna 30 in Sub Sahara Afrika
44
Lessen XXIste eeuw: Wereldongelijkheid 14 maart 2005 Prof. A. Decoster
44
De resultaten zijn gevoelig voor
De resultaten zijn gevoelig voor
! Kijken we naar
aantal armen
, of naar het
percentage
van de bevolking dat arm is?
1089
1096
1219
1482
Aantal (miljoen)
21.1
21.8
27.9
40.4
% van de bevolking
2001
1999
1990
1981
De resultaten zijn gevoelig voor
De resultaten zijn gevoelig voor
! Kijken we naar
aantal armen
, of naar het
percentage
van de bevolking dat arm is?
1089
1096
1219
1482
Aantal (miljoen)
52.2
54.0
69.1
100.0
% (1981=100)
21.1
21.8
27.9
40.4
% van de bevolking
73.5
73.9
82.2
100.0
Aantal (1981=100)
2001
1999
1990
1981
46
Lessen XXIste eeuw: Wereldongelijkheid 14 maart 2005 Prof. A. Decoster
46
Aantal armen of percentage van de bevolking?
Aantal armen of percentage van de bevolking?
(1981=100)
(1981=100)
82.2
73.9
73.5
69.1
54
52.2
50
55
60
65
70
75
80
85
90
95
100
1981
1990
1999
2001
Wereld: aantal armen
Wereld: % van de bevolking
De daling van het aantal armen was
groter dan de aanwas van de
bevolking, zodat het percentage
armen nog sterker daalde
Aantal armen of percentage van de bevolking?
Aantal armen of percentage van de bevolking?
(1981=100)
(1981=100)
59.1
35.2
33.4
51.7
27.9
26.0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
China: aantal armen
China: % van de bevolking
48
Lessen XXIste eeuw: Wereldongelijkheid 14 maart 2005 Prof. A. Decoster
48
Aantal armen of percentage van de bevolking?
Aantal armen of percentage van de bevolking?
(1981=100)
(1981=100)
99.5
102.9
103.5
82.3
72.9
71.0
60
70
80
90
100
110
120
1981
1990
1999
2001
Wereld zonder China: aantal
Wereld zonder China: %
Maar, wat belangrijker is, keert
de conclusie om voor de wereld
zonder China:
Een stijging van de aantallen
wordt een daling van het
percentage: van 31,7% armen
Aantal armen of percentage van de bevolking?
Aantal armen of percentage van de bevolking?
(1981=100)
(1981=100)
139
180
191
107
110
112
80
100
120
140
160
180
200
Sub Sahara Afrika: aantal
Sub Sahara Afrika: %
Dit geldt mutatis mutandis zelfs
voor Sub-Sahara Afrika:
De bijna verdubbeling van de aantallen
(164 tot 313 miljoen) wordt
teruggebracht tot een stijging van het
percentage van 41,6% tot 46,4%
50
Lessen XXIste eeuw: Wereldongelijkheid 14 maart 2005 Prof. A. Decoster
50
De resultaten zijn gevoelig voor
De resultaten zijn gevoelig voor
! Kijken we naar
aantal armen
, of naar het
percentage
van de bevolking dat arm is?
!
Hoogte
van de armoedelijn: i.p.v. $1 per dag, $2 per
Gevoeligheid voor de hoogte van de armoedelijn
Gevoeligheid voor de hoogte van de armoedelijn
1482
1219
1096
1089
2450
2654
2739
2735
0
500
1000
1500
2000
2500
3000
mi
lj
oe
n
me
ns
en
onde
r de
ar
moe
d
el
ij
n
$1 per dag
$2 per dag
Zelfs inclusief China krijgen we nu
geen daling, maar een stijging van de
armoede.
52
Lessen XXIste eeuw: Wereldongelijkheid 14 maart 2005 Prof. A. Decoster
52
De resultaten zijn gevoelig voor
De resultaten zijn gevoelig voor
! Kijken we naar
aantal armen
, of naar het
percentage
van de bevolking dat arm is?
!
Hoogte
van de armoedelijn
! De keuze voor een
relatieve
i.p.v. een
absolute
Een relatieve armoedelijn i.p.v. een absolute
Een relatieve armoedelijn i.p.v. een absolute
1171
1096
1517
1722
0
200
400
600
800
1000
1200
1400
1600
1800
2000
mi
lj
oe
n
me
ns
en
onde
r de
ar
moe
d
el
ij
n
absolute lijn
relatieve lijn
afname van het aantal armen, wordt
toename bij een relatieve lijn
54
Lessen XXIste eeuw: Wereldongelijkheid 14 maart 2005 Prof. A. Decoster
54
De resultaten zijn gevoelig voor
De resultaten zijn gevoelig voor
! Kijken we naar
aantal armen
, of naar het
percentage
van de bevolking dat arm is?
!
Hoogte
van de armoedelijn
! De keuze voor een
relatieve
i.p.v. een absolute
armoedelijn
! De gebruikte
PPP-factoren
Besluit (1)
Besluit (1)
! het beeld hoeft geen kakofonie te zijn, maar wel
genuanceerd
! ongelijkheid:
"
mensen tellen (en dus gedomineerd door China, India)
"binnenland ongelijkheid in rekening brengen
"
zich bewust zijn van de waardegeladen meting
"resultaat: voorlopig onzeker
! armoede:
56
Lessen XXIste eeuw: Wereldongelijkheid 14 maart 2005 Prof. A. Decoster
56
Besluit (2)
Besluit (2)
! wat we
niet besproken
hebben:
!
verklaring
van niveau en vooral verandering in
ongelijkheid en armoede:
"
rol van economische groei
"verband met globalisering
"