• No results found

Globale beschrijving van de geraamde verkeersongevallengegevens over het tweede kwartaal van 1979

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Globale beschrijving van de geraamde verkeersongevallengegevens over het tweede kwartaal van 1979"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

GLOBALE BESCHRIJVING VAN DE GERAAMDE VERKEERSONGEVALLENGEGEVENS OVER HET TWEEDE KWARTAAL VAN 1979

R-79-38

Voorburg, november 1979

(2)

INLEIDING

Dankzij de medewerking van het CBS kan thans in het kader van het project UBI (Uitgebreide Beleidsinformatie) binnen een periode van vier maanden na de maand waarin de verkeersongevallen plaatsvonden beschikt worden over gedetailleerde, geraamde ongevallengegevens. Hoewel de definitieve aantallen waarschijnlijk niet aanzienlijk van de geraamde aantallen zullen afwijken, moeten de voorlopige resultaten met voorzichtigheid gebruikt worden. Naast de verkeers-ongevallengegevens is ook enige informatie gegeven over o.a. de verkeersprestatie en weersomstandigheden.

Deze kwartaalbeschrijvingen zijn beperkt tot op het aantal verkeers-doden, omdat dit aantal nauwelijks beïnvloed wordt door verande-ringen in de ongevallenregistratie. De beschrijvingen hebben uit-sluitend tot doel het signaleren van (on)gewenste ontwikkelingen. Op grond hiervan kunnen hypotheses ontwikkeld worden, die in de jaaranalyse kunnen worden getoetst. Dit heeft het voordeel dat -veel eerder dan voorheen - de noodzaak kan worden onderkend van voor het toetsen benodigde specifieke informatie en eerder maat-regelen genomen kunnen worden om deze informatie te verzamelen.

Het materiaal is vooralsnog te beperkt voor het verklaren van de geconstateerde ontwikkelingen. Hiervoor zijn de beschikbare ongevallengegevens in dit stadium veelal niet gedetailleerd ge-noeg. Bovendien ontbreken voldoende, betrouwbare expositiegegevens. Hierdoor is het ook nog niet goed mogelijk verschillen in ontwik-kelingen van risico te geven.

Veel van de in deze kwartaalbeschrijvingen geconstateerde veran-deringen kunnen door toevalsfluctuaties worden veroorzaakt. Een daling nu kan gevolgd worden door een evengrote stijging volgend jaar, zonder dat er sprake behoeft te zijn van een wezenlijke verandering van de verkeersonveiligheid.

Weliswaar kan statistisch worden getoetst of verschillen signifi-cant afwijken, maar zonder informatie over de te verwachten ont-wikkeling kan ook dit aanleiding zijn voor onjuiste conclusies. Daarom is vooralsnog van statistische toetsing afgezien.

(3)

Deze kwartaalbeschrijvingen blijven dan ook beperkt tot een verge-lijking met de zelfde perioden van het voorgaande jaar.

(4)

1. ONTWIKKELING AANTALLEN VERKEERSONGEVALLEN EN VERKEERSSLACHTOFFERS IN HET TWEEDE KWARTAAL 1979

Aantallen verkeersongevallen en verkeersgewonden 5% lager

Het aantal verkeersongevallen met letsel enlof dodelijke afloop en het aantal gewonden was in het tweede kwartaal 1979 ongeveer 5%

lager dan in het tweede kwartaal 1978 (resp. 14.216 en 16.449).

Aantal verkeersdoden ongeveer 4% lager

Het aantal verkeersongevallen met dodelijke afloop en het aantal verkeersdoden nam in het tweede kwartaal 1979 met ongeveer 4% af ten opzichte van het tweede kwartaal 1978 (545). De maand april gaf een daling te zien van 8%, mei 4% en juni 1% (1978 resp.:

168, 186 en 191).

Aantal doden onder het langzame verkeer ca. 20% lager, onder de motorlscooterrijders bijna 50% hoger

Het aantal overleden inzittenden van personenauto's wijkt in het tweede kwartaal van 1979 nauwelijks af van het betreffende aantal in 1978 (280). Bij de groep motorlscooterrijders was het aantal doden in het tweede kwartaal 1979 bijna 50% hoger dan in 1978 (35). Het aantal bromfietsersdoden daalde met 18% (1978: 74).

In het tweede kwartaal 1979 daalde het aantal doden onder de fiet-sers met 21% t.O.V. hetzelfde kwartaal in 1978 (121).

Ook het aantal overleden voetgangers daalde, en wel met 16% t.o.v. 1978 (81).

Het aantal verkeersdoden in de categorie "overigen" (voornamelijk inzittenden van vracht- en bestelauto's) in het tweede kwartaal 1979 verdubbelde ten opzichte van dat in 1978 (15).

Aantal doden in de leeftijdsgroep 0 tlm 14 jaar sterk gedaald (48%), in de leeftijdsgroep 20 tlm 34 jaar sterke stijging (22%)

Het aantal verkeersdoden in de leeftijdsgroep 0 tlm 14 jaar was 1n het tweede kwartaal 1979 ongeveer de helft van dat in 1978 (85). Deze daling vond voornamelijk plaats als gevolg van de lagere

(5)

In de leeftijdsgroep 15 t/m 19 jaar daalde het aantal verkeersdoden in het tweede kwartaal van 1979 met ca. 17% (1978: 122). In deze leeftijdsgroep steeg het aantal doden onder de motorrijders, maar daalde bij de groep inzittenden van personenauto's en de brom/snor-fietsers.

In de leeftijdsgroep 20 t/m 34 jaar nam het aantal verkeersdoden 1n het tweede kwartaal 1979 toe met 22% t.o.v. dat in hetzelfde kwartaal in 1978 (148). Deze stijging vond vooral plaats in de cate-gorieën bestuurders personenauto's, motorrijders en "overigenll

(voornamelijk inzittenden van bestel- en vrachtauto's).

In de leeftijdsgroepen boven de 34 jaar verschilden de aantallen verkeersdoden in het tweede kwartaal 1979 nauwelijks van die in de overeenkomstige periode in 1978 (251).

Sterke daling (23%) van het aantal verkeersdoden onder het langzame verkeer bij ongevallen binnen de bebouwde kom, sterke stijging (40%) bij het snelverkeer

Het aantal verkeersdoden in het tweede kwartaal 1979 was zowel bij ongevallen binnen als buiten de bebouwde kom 4 à 5% lager dan in 1978 (resp. 217 en 389).

Bij ongevallen binnen de bebouwde kom vonden echter sterke ver-schuivingen plaats. Hier daalde het aantal doden onder het langzame verkeer «brom)fietser, voetganger) met ongeveer 23% t.o.v. 1978

(155), terwijl bij het snelverkeer het aantal doden met ca. 40%

toe-nam t. 0 • v . I 978 ( 6 2) .

Het aantal verkeersdoden onder het snelverkeer als gevolg van on-gevallen buiten de bebouwde kom veranderde niet (1978: 268), onder het langzame verkeer was het aantal verkeersdoden in het tweede kwartaal ca. 14% lager dan in het tweede kwartaal 1978 (276).

Overdag daling, 's nachts stijging aantal verkeersdoden

Het aantal verkeersdoden in de nachtelijke uren (22.00-04.00 uur) was in het tweede kwartaal van 1979 zowel op werkdagen als weekend-dagen ca. 10% hoger dan in het tweede kwartaal 1978 (resp. 46 en 77). Overdag was er sprake van een daling van gemiddeld 8%, op werkdagen was deze daling ca. 4% en op weekenddagen ca. 17% (1978 resp.: 344 en 139).

(6)

2. AANTAL VERKEERSDODEN IN EERSTE HALFJAAR 1979 CA. 23% LAGER, AANTAL GEWONDEN CA. 16% LAGER

In het eerste halfjaar van 1979 was het aantal verkeersongevallen met letsel en/of dodelijke afloop, evenals het aantal gewonden ca.

16% lager dan in het eerste halfjaar van 1978 (resp. 26.212 en 30.364).

Bij de verkeersongevallen met dodelijke afloop en de verkeersdoden was sprake van een afname met ongeveer 23% (1978 resp.: 1058 en

1175).

Deze afname 1S hoofdzakelijk veroorzaakt door de verschillen die optraden in het eerste kwartaal (zie hiervoor de Globale analyse van de geraamde verkeersongevallencijfers over het eerste kwartaal

(7)

3. ONTWIKKELING KERNCIJFERS VERKEER EN WEERSOMSTANDIGHEDEN

Verkeersprestatie

Op dit moment zijn nog weinig gegevens bekend over de verkeerspres-tatie in het tweede kwartaal 1979.

De afzet van motorbrandstof op de binnenlandse markt steeg in het tweede kwartaal 1979 met ca. 5% ten opzichte van dezelfde periode in 1978.

Indexcijfers van de ontwikkeling van de intensiteit van het gemoto-riseerde verkeer op wegen buiten de bebouwde kom zijn alleen nog maar gepubliceerd voor de maand april 1979. In deze maand nam de verkeersindex met ca. 8% toe ten opzichte van april 1978. Hoewel van het CBS nog geen officiële cijfers verkregen zijn, kan uit reeds bekende telgegevens een stijgingspercentage van ca. 5% worden afgeleid voor de maanden mei en juni 1979 ten opzichte van dezelfde maanden in 1978. Gegevens over het reizigersvervoer bij de spoor-wegen geven aan dat zowel de aantallen reizigers als de aantallen

reizigerskilometers 1n de maanden april en mei 1979 gemiddeld ca. 6% hoger lagen dan die in 1978. Over de maand juni 1979 zijn nog geen gegevens bekend, evenmin als over de aantallen reizigers en de aantallen reizigerskilometers bij het bus- en tramvervoer voor het hele tweede kwartaal 1979.

Weersomstandigheden

Uit gegevens van het KNMI blijkt dat het in het tweede kwartaal van 1979 meer heeft geregend (155 uur) dan in hetzelfde kwartaal van 1978 (94 uur).

Overigens gelden deze slechte weersomstandigheden voornamelijk voor de maanden april en mei 1979. In juni 1979 was het aantal uren neer-slag (37 uur) lager dan in 1978 (46 uur).

(8)

AFBEELDINGEN

Afbeelding I. Ontwikkeling van de index van de 12-maandelijks voort-schrijdende totalen van overleden verkeersslachtoffers en van de gemiddelde verkeersintensiteit (verkeersprestatie) van motorvoer-tuigen buiten de bebouwde kom (1972 gem.

=

100).

Afbeelding 2. Ontwikkeling van de 12-maandelijks voortschrijdende totalen van overleden verkeersslachtoffers naar wijze van ver-keersdeelname.

Afbeelding 3. Ontwikkeling van de 12-maandelijks voortschrijdende totalen van overleden verkeersslachtoffers naar plaats ongeval (binnen of buiten de bebouwde kom).

Afbeelding 4. Ontwikkeling van de 12-maandelijks voortschrijdende totalen van overleden verkeersslachtoffers bij langzaam en snel-verkeer naar plaats ongeval (binnen of buiten de bebouwde kom).

Afbeelding 5. Ontwikkeling van de 12-maandelijks voortschrijdende totalen van overleden verkeersslachtoffers naar leeftijdsgroepen.

(9)

TOTALEN VAN OVERLEDEN VERKEERSSLACHTOFFERS EN DE

GEMIDDELDE VERKEERSINDEX VAN MOTORVOERTUIGEN

BUITEN DE BEBOUWDE KOM.

(INDEXCIJFERS: 1972

=

100 )

indexcijfer

-150

-135

-120

105

V

I'-'

f

V

" ,

-

'.

V

V

,

--"

90

-

....

..

. ? .•.•..

...

....

...

...

...

.

...

...

.

...

-

...

...

t

...

.•.

• ... J ... ~.

.

..

75

\

.

,

...

-60

45

--

verkeersindex

I

overleden slachtoffers

I

I

•...

30

15

-Jj

o

1979 ) 1980

1974

1975

1976

1977

1978

(10)

NAAR WIJZE' VAN VERKEERSDEELNAME •

aantal

overleden

slachtoffers

1000

900

800

700

600

500

400

300

200 .

..

",1'-

,

~ . \ l"',

,

r '

I I I

,

\ ,

BROMFIETS \

r'

\~

\

...

'

\

"

\ V

100

MOTOR / SCOOTER

... \

<.';:;:. .. .;:: •. ':; •...

·.:;:::C;· ..

···+··· .. ··-··· ..

····1···::~---r ~ ~

.. , ... ··· ...

f ~. ,;I' __ J ' " , . ' - - . / .

--"""",-OVERIG/ REST

1974

1975

19.76

1977

1978

1979

Jf)

1980

(11)

TOTALEN VAN OVERLEDEN VERKEERSSLACHTOFFERS

NAAR BINNEN- EN BUITEN BEBOUWDE KOM.

aantal

overleden

slachtoffers

2000

1800

1600

1400

1200

1000

800

600

400

200

\. \ \.

\.

:-

.~

.... .

... I .... ~. ...

.

....

~... \

....

-..

:

\'

-..

.

..

: ':.

.... ...

. ... " l

\.

... .l-: ••••••

...

..

.

.

~

...

\.

\ \

..

~.

binnen bebouwde kom

I

buiten bebouwde kom

19.74

1975

1976

1977

19]8

1979 .) 1980

.) voorlopige cijfers

(12)

BINNEN- EN BUITEN BEBOUWDE KOM EN NAAR LANGZAAM EN

SNELVERKEER.

aantal

overleden

slachtoffers

'1100

1000

900.

800

... \

700

\ /

..

\

600

500

400

300

snelverkeer

buiten bebouwde kom

langzaamverkeer

binnen bebouwde kom

~' . .. \ ••••• / "o. •• : ... ~ 0" • ...

....

: . / .

.

~""'."'

..

'" ..•..

.

·· ... l ... ~: '.' .

.

~

...•

;~

.. ~_ ...•• :i

langzaamverkeer

. buiten bebouwde kom

r·-···· ..

.

.

...

: '\

...

'"

...

.

-

.

'

...

. .

...

~ :

..

~

... ..

.

...:-

... .

~

.

snelverkeer

200

binnen bebouwde kom

'.

.

...

,l

Ji

1975

1976

1977

1978

1979

1980

.) voorlopige cijfers

(13)

TOTALEN VAN OVERLEDEN VERKEERSSLACHTOFFERS NAAR

LEEFTIJDSGROEPEN

aantal

overleden

slachtoffers

900

800

700

600

500

400

300

200

100

/ ' '\ , \. 1\ \ 1"'_.,1 .., ,,"\ \'\ , ' - I v\ l \ / . ' " ,l

\

" '-' 20-3

i

4

Jr .\

\

"

..

\

,

~ I v ... v,. 1 .' •

..

: \~.:....

,

..

,:...

\

...•....

•• I~ ... • • • • - •• •••••• .. .._. .... .. .. .... e.

'.'

65'J~'~r

en

o~der

... .

...

_

.•...•...

,...

...

.

... ..-...

0-14 jr

'

.

..

~

..

...

,--,

..

,\.,

".

o~~----~----~----~----~----~----~----~

1974

1975

1976

1977

1978

1979

x

1980

x voorlopige cijfers

jaar

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Field evaluation of an integrated Striga hermontica management in Sub-Saharan Africa: Synergy between Striga- mycoherbicides (biocontrol) and sorghum and maize

Massive areas of burnt fynbos vegetation are recolonized, presumably via beetles and mites carrying spores derived from other populations (Roets et al., 2009a).. 13 The four

A.1.2: Cell viability analysis following autophagy upregulation by starvation: Autophagy was induced by treating cells with starvation medium.. Additionally, cells were treated

The borrowing country government based on its own development plan and national strategy sends the project to the Chinese Government while the Ministry of Finance sends

The present study therefore sought to describe the current use of contraceptive methods, particularly LTPMs, amongst post-partum HIV-positive and HIV-negative women in Swaziland,

Patients who developed coupled con- tractions had a longer duration of labour, a higher uterine activity integral and an increased inci- dence of caesarean section for failure

Keywords: nitric oxide/ cGMP signal transduction pathway; neuronal nitric oxide synthase activity; Flinders Sensitive Line rat; animal model of depression;

a Family and Reproductive Health Cluster, World Health Organization, Regional Office for Africa, Brazzaville, Republic.. of the Congo; b Nutrition Unit, Family Health and