• No results found

Gerrit Mannoury (1867–1956) : een relativistisch denker

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Gerrit Mannoury (1867–1956) : een relativistisch denker"

Copied!
801
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

GERRIT

MANNOURY

(1867 - 1956)

Een relativistisch denker

MIREILLE KIRKELS

MIREILLE KIRKELS

GERRIT MANNOURY

(1867 - 1956)

UITNODIGING

voor het bijwonen van de openbare verdediging van

het proefschrift

GERRIT MANNOURY

(1867–1956)

Een relativistisch denker door

Mireille Kirkels

op donderdag 6 juni 2019 des namiddags te 15.30 uur

in de

SENAATSZAAL ERASMUS BUILDING

Erasmus Universiteit Rotterdam Burgemeester Oudlaan 50 Rotterdam Receptie na afloop van de promotie PARANIMFEN: Pascal Segers Sven Storms

(2)

Gerrit

Mannour

y(1867–1956)

Een

relativistisch

denker

Gerrit Mannoury (1867–1956)

(3)

Dit werk maakt deel uit van het onderzoeksproject “From Criticism to Methodology. Dutch Reflections on Science and Society 1926–1970” met projectnummer 360–20–300 dat gefinancierd is door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).

ISBN: 978 90 361 0562 0 © Mireille Kirkels, 2019

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opge-slagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.

Omslagfoto:

Mannoury in 1907. Herkomst: D. van Dalen, H. Freudenthal en G. Krol, ‘L.E.J. Brouwer en de eenzaamheid van het gelijk’, Vrij Nederland, 8 (bijvoegsel) (1981), p. 9.

Omslagontwerp:

Mireille Kirkels en Haveka BV Vormgeving binnenwerk:

Mireille Kirkels met behulp van LATEX

Drukwerk:

Haveka BV | De grafische partner, Alblasserdam ethodology. toM Criticism From oject“ zoekspr hetonder van deeluit kmaakt wer Dit

Dutch Reflections onScience andS ociety1926–1970” metpr ojectnummer360–20–300 datgefinancier dis doorde Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onder zoek (NWO). ISBN:978 90 361 0562 0 ©M ireille Kir kels,2019 Aller echtenv oorbehouden.N ietsuit deze uitgave magwor denv erveelv oudigd,opge-slagenin eengeautomatiseer dgegev ensbestand,of openbaargemaakt, inenige vor m ofop enige wijze, hetzijelektr onisch, mechanisch,door fotokopieën,opnamen, ofenig andere manier,z onderv oorafgaande schriftelijke toestemmingv ande auteur. Omslagfoto: Mannour yin 1907.H erkomst: D.v anD alen,H. Freudenthal enG. Krol, ‘L.E.J. Brouw er ende eenzaamheidv anhet gelijk’, Vrij Neder land,8 (bijvoegsel) (1981),p .9. Omslagontw erp: Mir eilleK irkels enH aveka BV Vor mgevingbinnenw erk: Mir eilleK irkels metbehulp van L A T EX Drukw erk: Hav ekaB V|D egr afischepar tner,Alblasser dam

(4)

Gerrit

Mannour

y(1867–1956)

relativistisch

Een

denker

Gerr itM annoury (1867–1956) Ar elativistthinker Proefschr ift terv erkr ijgingv ande graad van doctoraan de Erasmus Univ ersiteitR otterdam opge zagv ande rector magnificus Prof.dr .R.C.M.E. Engels env olgensbesluit van hetC ollegev oorP romoties . De openbare ver dedigingzal plaatsvindenop donderdag 6juni 2019om 15.30uur door M IRE ILLE P ETR ONEL LA A LPHON SIUS K IRKELS geboren teW eert

Gerrit Mannoury (1867–1956)

Een relativistisch denker

Gerrit Mannoury (1867–1956) A relativist thinker

Proefschrift

ter verkrijging van de graad van doctor aan de Erasmus Universiteit Rotterdam

op gezag van de rector magnificus Prof.dr. R.C.M.E. Engels

en volgens besluit van het College voor Promoties. De openbare verdediging zal plaatsvinden op

donderdag 6 juni 2019 om 15.30 uur door

MIREILLEPETRONELLAALPHONSIUSKIRKELS

(5)

Promotiecommissie

Promotor:

Prof.dr. F. A. Muller

Overige leden:

Dr. G. Alberts Prof.dr. H.A. Krop Prof.dr. H.C.M. de Swart Copromotor: Dr. L.J.M. Bergmans Promotiecommissie Promotor : Prof.dr .F .A. Muller Over igeleden : Dr. G.Alber ts Prof.dr .H.A. Krop Prof.dr .H.C.M. deS wart Copr omotor: Dr. L.J.M.B ergmans

(6)

Voor Pascal

(7)

Paranimfen: Pascal Segers Sven Storms Paranimfen: Pascal Segers Sven Stor ms

(8)

Misschien isniets geheelwaar ,en zelfs dàtniet. uit: Multatuli, Ideeën. Eerste bundel (Amsterdam: Quer ido,1985), p.9.

Misschien is niets geheel waar, en zelfs dàt niet.

uit: Multatuli, Ideeën. Eerste bundel (Amsterdam: Querido, 1985), p. 9.

(9)
(10)

Dankw

oord

Het schrijv env aneen proefschr iftlijkt eensolistische bezigheid, maaris alleen mogelijkmet dehulp van anderen. Op deze plaatswil ikieder eenbedanken die inde afgelopenz even jaarop verschillende manieren aande totstandkoming van ditpr oefschrift heeftbijgedr agen.I knoem metname dev olgendepersonen. Allereerst degenendie dev eleconceptv ersiesdoor dejar enheen inwoor d engeschr ifthebben becommentarieer d:dr .G. Alberts ,dr .L.J.M. Ber gmans, drs.J.A.A.J. Happel, prof.dr .F .A. Muller ,pr of.dr.H.C.M. deS wart endr .B .W illink. Hun kritische vragen enopmer kingenhebben bijgedragen aaneen betereindr e-sultaat.D r.Alber ts,pr of.dr.M ulleren prof.dr .D eS wart wilik ookb edankenv oor hunbijdr ageaan deleescommissie . Prof.dr .H.A. Krop bedankik voor hetter beschikkingstellen van zijnexper tise env oorzijn bereidheid omzitting tenemen inde leescommissie. Bijz ondere dankgaat uitnaar drs.A.F .H eijerman, prof.dr .H. Visser endr .W il-linkv oorhet beschikbaarstellen van hunonder zoeksmater iaalen hunwaar de-volle tipsen waarschuwingen. Ook benik erkentelijk voor debetr okkenheidv andegenen dieals spreker of alshoor derhebb endeelgenomen aande colloquiav anons project “Fr omC riti-cismto Methodology .D utchr eflections onscience andsociety 1926–1970”.V an hennoem ik:dr .D .J.B eckers,pr of.dr.J.P .v anB endegem,mw .dr .E.H.C. Elffers , prof.dr .P .v anE mdeB oas,dr .A. Hendr iks,dr .T .M.V .J anssen( †), prof.dr .T .K oet-sier,drs .J. Niekus ,dr .J. Noor degraaf, dr.J. Stigter ,dr .P .v anU lsen,dr .W .V eldman, mw.dr .L.K. Ver meeren prof.dr .P .G.Z iche. Dit onderzoek isuitgev oerd aande Erasmus Schoolof Philosophy van deE ras-musU niversiteit Rotter dam.I kwil defaculteit bedanken voor haargastvr ijheid env oorhet biedenv aneen stimulerende omgevingv oorhet schrijv env anmijn proefschr ifto ver hetlev enen wer kv anG errit Mannour y. Ver derdank ikv oorde hulpdie ikkr eegv ande medewer kersv anhet In-ternationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis teAmster damen van deafde-lingB ijzonder eC ollectiesv ande Univ ersiteitv anAmster dam,in hetbijz onder dhr.A.A. Bruins dieelke week dedo zen metar chiefmateriaal voor mijklaar zette , ookals ikdie pasop hetallerlaatste momentaanvr oeg. ix

Dankwoord

Het schrijven van een proefschrift lijkt een solistische bezigheid, maar is alleen mogelijk met de hulp van anderen. Op deze plaats wil ik iedereen bedanken die in de afgelopen zeven jaar op verschillende manieren aan de totstandkoming van dit proefschrift heeft bijgedragen. Ik noem met name de volgende personen.

Allereerst degenen die de vele conceptversies door de jaren heen in woord en geschrift hebben becommentarieerd: dr. G. Alberts, dr. L.J.M. Bergmans, drs. J.A.A.J. Happel, prof.dr. F. A. Muller, prof.dr. H.C.M. de Swart en dr. B. Willink. Hun kritische vragen en opmerkingen hebben bijgedragen aan een beter eindre-sultaat. Dr. Alberts, prof.dr. Muller en prof.dr. De Swart wil ik ook bedanken voor hun bijdrage aan de leescommissie.

Prof.dr. H.A. Krop bedank ik voor het ter beschikking stellen van zijn expertise en voor zijn bereidheid om zitting te nemen in de leescommissie.

Bijzondere dank gaat uit naar drs. A.F. Heijerman, prof.dr. H. Visser en dr. Wil-link voor het beschikbaar stellen van hun onderzoeksmateriaal en hun waarde-volle tips en waarschuwingen.

Ook ben ik erkentelijk voor de betrokkenheid van degenen die als spreker of als hoorder hebben deelgenomen aan de colloquia van ons project “From Criti-cism to Methodology. Dutch reflections on science and society 1926–1970”. Van hen noem ik: dr. D.J. Beckers, prof.dr. J.P. van Bendegem, mw. dr. E.H.C. Elffers, prof.dr. P. van Emde Boas, dr. A. Hendriks, dr. T.M.V. Janssen (†), prof.dr. T. Koet-sier, drs. J. Niekus, dr. J. Noordegraaf, dr. J. Stigter, dr. P. van Ulsen, dr. W. Veldman, mw. dr. L.K. Vermeer en prof.dr. P.G. Ziche.

Dit onderzoek is uitgevoerd aan de Erasmus School of Philosophy van de Eras-mus Universiteit Rotterdam. Ik wil de faculteit bedanken voor haar gastvrijheid en voor het bieden van een stimulerende omgeving voor het schrijven van mijn proefschrift over het leven en werk van Gerrit Mannoury.

Verder dank ik voor de hulp die ik kreeg van de medewerkers van het In-ternationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis te Amsterdam en van de afde-ling Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam, in het bijzonder dhr. A.A. Bruins die elke week de dozen met archiefmateriaal voor mij klaarzette, ook als ik die pas op het allerlaatste moment aanvroeg.

(11)

x Gerrit Mannoury (1867–1956)

Tot slot bedank ik mijn ouders voor hun vertrouwen en voor de mogelijk-heden die zij mij altijd hebben geboden en, last but not least, mijn man Pascal Segers die mij heeft aangemoedigd om voor de wetenschap te kiezen. Hem dank ik voor zijn niet aflatende hulp bij het digitaliseren van het archiefmateriaal en, misschien nog wel belangrijker, voor de tijd die hij me heeft gegund en de ruimte die hij me heeft gegeven om aan dit project te werken. Aan Pascal draag ik dit boek op. Mireille Kirkels m.p.a.kirkels@gmail.com x Gerr itM annoury (1867–1956) Tot slotbedank ikmijn oudersv oorhun ver trouw enen voor demogelijk-hedendi ezij mijaltijd hebbengeboden en,last butnot least, mijnman Pascal Segers diemij heeftaangemoedigd omv oorde wetenschap tekie zen. Hem dank ikv oorzijn nietaflatende hulpbij hetdigitaliser env anhet archiefmater iaalen, misschiennog wel belangrijker ,v oorde tijddie hijme heeftgegund ende ruimte diehij meheeft gegeven omaan ditpr ojectte wer ken.Aan Pascal draag ikdit boekop . Mir eilleK irkels m.p.a.kir kels@gmail.com

(12)

Inhoudsopgav

e

Dankw oord ix Inleiding env erantwoor ding xv 1 Jeugd enschooljar en 1 De familieM annoury .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. 1 Roz enschoolen Nieuw enhuizenschool teAmster dam .. .. .. .. .. .. . 9 Hoger eB urgerschool teAmster dam .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. 11 De familieSchaap .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. 13 2 Onder wijzer enleraar 21 Openbar elager eschool der1 ste klassenr .18 teAmster dam .. .. .. .. .. 21 Instituut Schreuders teN oordwijk-B innen .. .. .. .. .. .. .. .. .. . 22 Instituut Baudet teAr nhem .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. . 27 Openbar eH andelsschoolte Amsterdam .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. 27 Instituut Vredeoor dte Ooster hout .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. . 30 3 Gouver neur 31 Tindal .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. 31 Kor teweg .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. . 33 Van Eeden .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. 38 Mannour y’sbr iefaan Van Eeden (1897) .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. 46 Brouw er .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. . 51 De zoogenaamde grondeigenschap derr ekenkunde(1901) .. .. .. .. .. 53 4 Sociaal-Democratische Arbeiderspartij 59 Troelstr a .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. . 59 Sociaal-D emocratische Studieclub teAmster dam .. .. .. .. .. .. .. . 64 5 Onder wijzer enpr ivaatdocent 69 Bloemendaalsche Schoolver eenigingte Bloemendaal .. .. .. .. .. .. . 69 Gemeentelijke Univ ersiteitte Amsterdam .. .. .. .. .. .. .. .. .. . 73 Over debeteekenis derwiskundige logicav oorde philosophie(1903) .. .. . 75 xi

Inhoudsopgave

Dankwoord ix Inleiding en verantwoording xv 1 Jeugd en schooljaren 1 De familie Mannoury . . . 1

Rozenschool en Nieuwenhuizenschool te Amsterdam . . . 9

Hogere Burgerschool te Amsterdam . . . 11

De familie Schaap . . . 13

2 Onderwijzer en leraar 21 Openbare lagere school der 1steklasse nr. 18 te Amsterdam . . . 21

Instituut Schreuders te Noordwijk-Binnen . . . 22

Instituut Baudet te Arnhem . . . 27

Openbare Handelsschool te Amsterdam . . . 27

Instituut Vredeoord te Oosterhout . . . 30

3 Gouverneur 31 Tindal . . . 31

Korteweg. . . 33

Van Eeden . . . 38

Mannoury’s brief aan Van Eeden (1897) . . . 46

Brouwer . . . 51

De zoogenaamde grondeigenschap der rekenkunde (1901) . . . 53

4 Sociaal-Democratische Arbeiderspartij 59 Troelstra . . . 59

Sociaal-Democratische Studieclub te Amsterdam . . . 64

5 Onderwijzer en privaatdocent 69 Bloemendaalsche Schoolvereeniging te Bloemendaal . . . 69

Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam . . . 73

Over de beteekenis der wiskundige logica voor de philosophie (1903) . . . 75 xi

(13)

xii Gerrit Mannoury (1867–1956)

Welby . . . 83

Bolland . . . 86

Congres Interparlementair Comité te Londen . . . 89

6 Leraar 105 Couturat . . . 105

Rijks Hogere Burgerschool te Helmond . . . 111

Het Woord (1906) . . . 115

Het boeddhisme (1907) . . . 127

Boekbespreking: L.E.J. Brouwer, Over de grondslagen der wiskunde (1907) . . 139

7 Sociaal-Democratische Partij 151 De Tribunisten. . . 151

Het ééne noodige (1909) . . . 156

Nederlandsche Sociaal-Democratische Partij. . . 160

Middel en doel (1909) . . . 162

Methodologisches und philosophisches zur Elementar-Mathematik (1909). . 168

Neutraliteitsmeeting te Amsterdam. . . 181

8 Schoolleider 189 Hogere Burgerschool te Vlissingen . . . 189

Sociaal-Democratische Partij te Vlissingen . . . 194

Vrijdenkersvereniging De Dageraad. . . 199

Francisco Ferrer. † 13 oktober 1909 (1912) . . . 201

Gemeentelijke Handelsavondschool te Vlissingen . . . 207

Eerste Wereldoorlog . . . 216

9 Hoogleraar 225 Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam . . . 225

Internationaal Instituut voor Wijsbegeerte te Amsterdam . . . 235

Openingsrede (1917) . . . 249

Over de sociale betekenis van de wiskundige denkvorm (1917) . . . 255

Van Dantzig . . . 265

10 Significus 271 Internationale Academie voor Praktische Wijsbegeerte en Sociologie te Am-sterdam . . . 271

Signifisch taalonderzoek (1919) . . . 278

Signifische Kring te Bussum. . . 287

xii Gerr itM annoury (1867–1956) Welb y .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. 83 Bolland .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. . 86 Congr esInterparlementair Comité teLonden .. .. .. .. .. .. .. .. . 89 6 Leraar 105 Coutur at .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .105 RijksH ogere Bur gerschoolte Helmond .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. . 111 Het Woor d(1906) .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. 115 Het boeddhisme(1907) .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. . 127 Boekbespr eking:L.E.J. Brouw er,Ov erde grondslagen derwiskunde (1907) .. 139 7 Sociaal-Democratische Par tij 151 De Tribunisten .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. 151 Het éénenoodige (1909) .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. 156 Nederlandsche Sociaal-D emocratische Par tij .. .. .. .. .. .. .. .. .. 160 Middel endoel (1909) .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. 162 Methodologisches undphilosophisches zurE lementar-M athematik(1909) .. 168 Neutr aliteitsmeetingte Amsterdam .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. . 181 8 Schoolleider 189 Hoger eB urgerschool teVlissingen .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .189 Sociaal-D emocratische Par tijte Vlissingen .. .. .. .. .. .. .. .. .. . 194 Vrijdenkersv ereniging De Dager aad .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .199 Francisco Ferr er.† 13oktober 1909(1912) .. .. .. .. .. .. .. .. .. . 201 Gemeentelijke Handelsav ondschoolte Vlissingen .. .. .. .. .. .. .. . 207 Eerste Wer eldoorlog .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .216 9 Hoogleraar 225 Gemeentelijke Univ ersiteitte Amsterdam .. .. .. .. .. .. .. .. .. .225 Inter nationaalInstituut voor Wijsbegeer tete Amsterdam .. .. .. .. .. .235 Openingsr ede(1917) .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. 249 Over desociale betekenisv ande wiskundigedenkv orm (1917) .. .. .. .. 255 Van Dantzig .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .265 10S ignificus 271 Inter nationaleA cademiev oorP raktische Wijsbegeer teen Sociologie teAm-sterdam .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. 271 Signifisch taalonderzoek (1919) .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .278 Signifische Kring teB ussum .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. . 287

(14)

INHOUDSOPGAVE xiii 11C ommunistischeP artij Holland 303 Communistische Par tijin Nederland .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. 303 Confer entieK omintern teAmster dam .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .310 De twee zijdenv aneen moeilijkvr aagstuk(1921) .. .. .. .. .. .. .. .313 Communistische partijschool teAmster dam .. .. .. .. .. .. .. .. .. 325 Roland Holst .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .332 De waarheid van hetkommunisme (1927) .. .. .. .. .. .. .. .. .. . 347 Trotski .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. 356 12D idacticus 365 Het Nutsseminar iumv oorP aedagogiekte Amsterdam .. .. .. .. .. .. .36 5 Woor den gedachte(1931) .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. 373 Het Wer eldstrijdcongr este Amsterdam .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .398 Het Scottsboro-C omitéte Amsterdam .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .405 Het Protestkomitee van Kunstenaars enH oofdarbeiderste Amsterdam .. .. 412 Hitler kontra Einstein (1933) .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. 416 13U nityof ScienceM ovement 421 Car napen Reichenbach .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. . 421 De signifiesemethode van taal-en begrippenonder zoek (1933) .. .. .. .. 424 Die signifischenG rundlagen derM athematik(1934) .. .. .. .. .. .. .. 436 Neur ath .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .449 De Wiener Kreis ende signifischebegr ippenanalyse(1935) .. .. .. .. .. 454 Het gezin Mannour y .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .466 14E meritus 473 Vuysje .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. 473 In deschaduw env angister en(1936) .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. 479 De schoonheidder wiskundeals signifischpr obleem(1937) .. .. .. .. .. 497 Significs (1937) .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. . 504 Inter nationaleS ignifischeS tudiegroep teAmster dam .. .. .. .. .. .. .5 13 De betekenisv anhet Esperanto voor dew etenschappelijkegedachtewisseling (1938) .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .515 Enige opmerkingen over taalgradatie (1938) .. .. .. .. .. .. .. .. .. 518 Waismann .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. 523 Signifische Analyse derW illensspr acheals Grundlage einerphysikalistischen Spr achsynthese(1938) .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .535 Causer ie(1939) .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .555 INHOUDSOPGAVE xiii

11 Communistische Partij Holland 303

Communistische Partij in Nederland . . . 303

Conferentie Komintern te Amsterdam . . . 310

De twee zijden van een moeilijk vraagstuk (1921) . . . 313

Communistische partijschool te Amsterdam . . . 325

Roland Holst. . . 332

De waarheid van het kommunisme (1927) . . . 347

Trotski . . . 356

12 Didacticus 365 Het Nutsseminarium voor Paedagogiek te Amsterdam . . . 365

Woord en gedachte (1931). . . 373

Het Wereldstrijdcongres te Amsterdam . . . 398

Het Scottsboro-Comité te Amsterdam . . . 405

Het Protestkomitee van Kunstenaars en Hoofdarbeiders te Amsterdam . . . . 412

Hitler kontra Einstein (1933) . . . 416

13 Unity of Science Movement 421 Carnap en Reichenbach. . . 421

De signifiese methode van taal- en begrippenonderzoek (1933) . . . 424

Die signifischen Grundlagen der Mathematik (1934) . . . 436

Neurath . . . 449

De Wiener Kreis en de signifische begrippenanalyse (1935) . . . 454

Het gezin Mannoury. . . 466

14 Emeritus 473 Vuysje . . . 473

In de schaduwen van gisteren (1936) . . . 479

De schoonheid der wiskunde als signifisch probleem (1937). . . 497

Significs (1937) . . . 504

Internationale Signifische Studiegroep te Amsterdam . . . 513

De betekenis van het Esperanto voor de wetenschappelijke gedachtewisseling (1938) . . . 515

Enige opmerkingen over taalgradatie (1938) . . . 518

Waismann . . . 523

Signifische Analyse der Willenssprache als Grundlage einer physikalistischen Sprachsynthese (1938). . . 535

(15)

xiv Gerrit Mannoury (1867–1956)

Tweede Wereldoorlog . . . 570

Internationaal Signifisch Genootschap te Amsterdam . . . 584

Boekbespreking: R.E. von Mises, Kleines Lehrbuch des Positivismus (1946). . 588

15 Eredoctor 595 Massa-edukatieve bestrijding van ultra-agressieve groepstendenties (1946) . 595 Eredoctoraat Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam . . . 614

Huldigingscomité Mannoury . . . 625

De dood als zegepraal (1948) . . . 642

Studiegenootschap voor Psychische Massa-Hygiëne te Amsterdam . . . 661

Spreken en verstaan (1952) . . . 672

Besluit 697 Summary 719 Lijst van geraadpleegde archieven 727 Lijst van geraadpleegde literatuur 731 Lijst van illustraties 747 Personenregister 753 Curriculum vitae 775 xiv Gerr itM annoury (1867–1956) Tw eedeW ereldoorlog .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. 570 Inter nationaalS ignifischG enootschapte Amsterdam .. .. .. .. .. .. . 584 Boekbespr eking:R.E. von Mises ,Kleines Lehrbuchdes Positivismus (1946) .. 588 15E redoctor 595 Massa-edukatiev ebestr ijdingv anultr a-agressiev egr oepstendenties(1946) .595 Eredoctor aatG emeentelijkeU niversiteit teAmster dam .. .. .. .. .. .. 614 Huldigingscomité Mannour y .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. 625 De doodals zegepr aal(1948) .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. 642 Studiegenootschap voor Psy chischeM assa-Hygiëne teAmster dam .. .. .. 661 Spr ekenen verstaan (1952) .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .. .672 Besluit 697 Summar y 719 Lijstv angeraadpleegde archiev en 727 Lijstv angeraadpleegde literatuur 731 Lijstv anillustraties 747 Personenr egister 753 Curr iculumvitae 775

(16)

Inleiding

env

erantwoor

ding

Gerr itM annoury (1867-1956)was eenN ederlandswiskundige ,filosoof encom-munist.H ijbegon zijncarr ière alsonder wijzer enwas ookw erkzaam alsler aar, alsgouv erneur ,als schoolleideren alsaccountant. 1 Daar naastdoceer dehij aande Gemeentelijke Univ ersiteitte Amsterdam alspr ivaatdocent inde logi-schegr ondslagender wiskunde. Laterw erd hijhoog leraar inde meetkunde, demechanic aen dewijsbegeer teder wiskundeaan diezelfde universiteit. Na zijnemer itaatv erleendede universiteit hemhet eredoctor aatin dewis- enna-tuurkunde .M annoury’ sinter esses lagen,behalv eop hetterr einv ande zuiver e wiskunde,v oornamelijk ophet gebiedv ande filosofiev ande wiskunde,v ande geschiedenisv ande wiskundeen van dedidactiek van dewiskunde ,en tevens op hetgebied van defilosofie ,v ande significa,v ande massapsychologie env ande politiek.Al deze gebiedenbekeek hijv anuiteen relativistisch standpunten indie zinkan gesteldwor dendat hetrelativisme –het ideedat allesb etrekkelijk enniets absoluutis –het enigeonder werp van Mannour y’sw erkzaamheid gedurende het grootste deel van zijnlev enis geweest. 2 Dit boekgaat over Mannour y’slev enen wer k.H etaccent ligtop deontwikkeling van zijnr elativistischdenken. Aanpublicaties over Mannour yheeft hettot nutoe nietontbr oken.S indszijn doodin 1956v erschenener talloze studies,waar inniet alleenaandacht wer d besteedaan zijn voor naamstegeschr iften,maar ookaan zijnlev en.B elangrijke publicatiesw erden geschrev endoor E.W.B eth,J.Ch. Boland, D.v anD antzig, A.H eytingen D.V uysje.Z ijhebben Mannour yallen persoonlijkgekend. Meer recente publicatieszijn van dehand van G.Alber ts,L.J. Altena,J.P .v anB endegem, L.J.M.B ergmans ,A. van Bocho ve, J.A.A.J.H appel,A.F .H eijerman, J.v anN ieuw-stadt,H.W .Schmitz, J.H.S tegeman,H. Visser ,G. Voer man,B .W illinken P .G. Zi-che.Al deze publicatieshebben bijgedragen aaneen beterbegr ipv anM an-noury’ slev enen zijnw erk. Een over zichtswer kdat hetlev env anM annoury 1 Zie ookD .v anD antzig,‘M annoury, Gerrit ’ ,in E.de Bruyne, G.B .J. Hilter mannen H.R. Hoetink (redacteurs), Winkler Prins ’E ncyclopaedie,deel 13(Amster dam:E lsevier,1952),

p.324. Archief ollecties(BC), eC ijzonder (UBA),B Amsterdam niversiteitsbibliotheek Vgl.U 2

Mannour

y- Dr. Prof. van erken enw leven van eknopteschets antzig,‘B anD D.v .18, inv.nr (MV), Vuysje

G.Mannour y’(T yposcript, ca.1946), p.2; zieook D.v anD antzig,‘ Mannour y’s

impacton anM ekingv eenbespr voor .423–424 (1958),pp ,10a Synthese significs’, philosophyand

annoury’

s . relativisme

xv

Inleiding en verantwoording

Gerrit Mannoury (1867-1956) was een Nederlands wiskundige, filosoof en com-munist. Hij begon zijn carrière als onderwijzer en was ook werkzaam als leraar, als gouverneur, als schoolleider en als accountant.1 Daarnaast doceerde hij

aan de Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam als privaatdocent in de logi-sche grondslagen der wiskunde. Later werd hij hoogleraar in de meetkunde, de mechanica en de wijsbegeerte der wiskunde aan diezelfde universiteit. Na zijn emeritaat verleende de universiteit hem het eredoctoraat in de wis- en na-tuurkunde. Mannoury’s interesses lagen, behalve op het terrein van de zuivere wiskunde, voornamelijk op het gebied van de filosofie van de wiskunde, van de geschiedenis van de wiskunde en van de didactiek van de wiskunde, en tevens op het gebied van de filosofie, van de significa, van de massapsychologie en van de politiek. Al deze gebieden bekeek hij vanuit een relativistisch standpunt en in die zin kan gesteld worden dat het relativisme – het idee dat alles betrekkelijk en niets absoluut is – het enige onderwerp van Mannoury’s werkzaamheid gedurende het grootste deel van zijn leven is geweest.2Dit boek gaat over Mannoury’s leven en

werk. Het accent ligt op de ontwikkeling van zijn relativistisch denken.

Aan publicaties over Mannoury heeft het tot nu toe niet ontbroken. Sinds zijn dood in 1956 verschenen er talloze studies, waarin niet alleen aandacht werd besteed aan zijn voornaamste geschriften, maar ook aan zijn leven. Belangrijke publicaties werden geschreven door E.W. Beth, J.Ch. Boland, D. van Dantzig, A. Heyting en D. Vuysje. Zij hebben Mannoury allen persoonlijk gekend. Meer recente publicaties zijn van de hand van G. Alberts, L.J. Altena, J.P. van Bendegem, L.J.M. Bergmans, A. van Bochove, J.A.A.J. Happel, A.F. Heijerman, J. van Nieuw-stadt, H.W. Schmitz, J.H. Stegeman, H. Visser, G. Voerman, B. Willink en P. G. Zi-che. Al deze publicaties hebben bijgedragen aan een beter begrip van Man-noury’s leven en zijn werk. Een overzichtswerk dat het leven van Mannoury

1Zie ook D. van Dantzig, ‘Mannoury, Gerrit’, in E. de Bruyne, G. B. J. Hiltermann en H. R. Hoetink

(redacteurs), Winkler Prins’ Encyclopaedie, deel 13 (Amsterdam: Elsevier, 1952), p. 324.

2Vgl. Universiteitsbibliotheek Amsterdam (UBA), Bijzondere Collecties (BC), Archief

Mannoury-Vuysje (MV), inv. nr. 18, D. van Dantzig, ‘Beknopte schets van leven en werken van Prof. Dr. G. Mannoury’ (Typoscript, ca. 1946), p. 2; zie ook D. van Dantzig, ‘Mannoury’s impact on philosophy and significs’, Synthese, 10a (1958), pp. 423–424 voor een bespreking van Mannoury’s relativisme.

(17)

xvi Gerrit Mannoury (1867–1956)

chronologisch volgt en dat de ontwikkeling van zijn relativistische ideeën laat zien, bestaat nog niet. Het doel van dit boek is in deze lacune te voorzien.

Een historisch-filosofisch onderzoek kan op verschillende manieren worden benaderd. In dit onderzoek is gekozen voor de historische reconstructie.3Het

gaat om een beschrijving van de ontwikkeling van Mannoury’s relativistisch denken en de historische context, waarin dit denken plaatsvond. De historische context wordt hierbij opgevat in beperkte zin. Er wordt gekeken naar direct aanwijsbare invloeden op Mannoury’s denken, zoals het gezin waar hij vandaan kwam, de opleidingen die hij volgde, de contacten die hij had, de boeken die hij las, de congressen die hij bezocht en de genootschappen, commissies, politieke partijen en andere organisaties waar hij lid van was. Het onderzoek baseert zich zoveel mogelijk op teksten en uitspraken van Mannoury zelf en het probeert zijn denken zo objectief mogelijk weer te geven. Onvermijdelijk spelen hierbij de eigen expliciete of impliciete opvattingen van de onderzoeker echter ook een rol: “Niemand [kan] een historische tekst (. . . ) interpreteren met volledige uitschakeling van de eigen vraagstellingen, interesses, vooronderstellingen en achtergrond.”4

De hoeveelheid materiaal waaruit geput kon worden om Mannoury’s leven en werk te reconstrueren, was groot. Mannoury heeft in zijn lange leven veel gepubliceerd. Hij bleef tot op zeer hoge leeftijd actief als schrijver. Na zijn emeri-taat in 1937 schreef hij nog tientallen artikelen en publiceerde hij nog een tweetal brochures en een vijftal boeken. Zijn vriend Van Dantzig zei hier later over: “Wel zelden zal het voorkomen dat het emeritaat van een geleerde het begin is, niet van een welverdiend ‘otium cum dignitate’, maar van een nieuwe periode van wetenschappelijke werkzaamheid, die naar omvang en inhoud alle vroegere verre overtreft.”5Tussen het eerste artikel uit 1895 en het laatste artikel uit 1955

liggen zestig jaar. In die periode schreef Mannoury een kleine vierhonderd publi-caties. De meeste hiervan zijn opgenomen in de nagenoeg complete bibliografie van Stegeman.6Een kort overzicht van Mannoury’s belangrijkste publicaties is

te vinden in de bibliografie van Schmitz, die tevens een bijdrage tot de biblio-grafie van de signifische beweging vormt.7Een beknopte en geannoteerde lijst

van Mannoury’s signifische werken is opgenomen in de documentatie over de Nederlandse significa van Van Nieuwstadt.8

3Zie hierover L. Nauta, ‘Filosofie en haar geschiedenis’, in M. van Hees, E. de Jonge en L. Nauta

(redacteurs), Kernthema’s van de filosofie (Amsterdam: Boom, 2003), pp. 276-283.

4Ibid., p. 281.

5D. van Dantzig, ‘Toespraak gericht tot Prof. Dr. G. M., ter gelegenheid van zijn tachtigste

verjaardag op 17 mei 1947 door Prof. Dr. van Dantzig’, Euclides, 23:1 (1947), p. 27.

6J. H. Stegeman, Gerrit Mannoury. A bibliography (Tilburg: Tilburg University Press, 1992).

7H. W. Schmitz, De Hollandse significa. Een reconstructie van de geschiedenis van 1892 tot 1926

(Assen: Van Gorcum, 1990), pp. 457–464.

8J. van Nieuwstadt, ‘De Nederlandse significa. Een documentatie’, Kennis en Methode, 2:4 (1978).

xvi Gerr itM annoury (1867–1956) chronologisch volgt endat deontwikkeling van zijnr elativistischeideeën laat zien,bestaat nogniet. Het doelv andit boekis inde ze lacunete voor zien. Een historisch-filosofisch onderzoek kanop verschillende manieren worden benaderd. In ditonder zoek isgeko zen voor dehistor ischer econstr uctie. 3 Het gaatom eenbeschr ijvingv ande ontwikkelingv anM annoury’ sr elativistisch denkenen dehistor ischecontext, waarin ditdenken plaatsvond. De historische contextwor dthierbij opgevat inbeper ktezin. Er wordt gekekennaar direct aanwijsbare invloedenop Mannour y’sdenken, zoals hetge zinwaar hijv andaan kwam,de opleidingendie hijv olgde,de contactendie hijhad, deboeken diehij las,de congressen diehij bezocht ende genootschappen,commissies ,politieke partijen enander eor ganisatieswaar hijlid van was.H etonder zoek baseert zich zov eelmogelijk opteksten enuitspr akenv anM annoury zelf enhet probeer t zijndenken zo objectiefmogelijk weer tegev en.O nver mijdelijk spelenhierbij deeigen explicieteof implicieteopv attingenv ande onderzoeker echterook eenr ol:“ Niemand [kan]een historische tekst(. ..) interpreter enmet volledige uitschakelingv ande eigenvr aagstellingen,inter esses,v ooronderstellingen en achtergr ond.” 4 De hoeveelheid materiaal waaruit geputkon worden omM annoury’ slev en enw erk ter econstruer en,was groot. Mannour yheeft inz ijnlange leven veel gepubliceerd. Hij bleeftot opz eerhoge leeftijd actiefals schrijv er.N azijn emeri-taatin 1937schr eefhij nogtientallen artikelen enpubliceer dehij nogeen tweetal brochur esen eenvijftal boeken.Z ijnvr iendV anD antzigz eihier latero ver :“ Wel zelden zalhet voor komendat hetemer itaatv aneen geleerde hetbegi nis ,niet van eenw elver diend‘otium cumdignitate’ ,maar van eennieuw eper iodev an wetenschappelijke wer kzaamheid,die naaromv angen inhoudalle vroeger e verr eo ver treft. ” 5 Tussen heteerste artikel uit1895 enhet laatstear tikeluit 1955 liggenz estigjaar .I ndie periode schreef Mannour yeen kleinevier honderd publi-caties.D emeeste hiervan zijnopgenomen inde nagenoegcomplete bibliografie van Stegeman. 6 Een kort over zichtv anM annoury’ sbelangr ijkstepublicaties is tevinden inde bibliografie van Schmitz,die tevens eenbijdr agetot debiblio-grafie van designifische beweging vor mt. 7 Een beknopteen geannoteerde lijst van Mannour y’ssignifische wer kenis opgenomenin dedocumentatie over de Nederlandse significav anV anN ieuwstadt. 8 3 Zie hierov erL. Nauta, ‘Filosofie enhaar geschiedenis’, inM. van Hees, E.de Jonge enL. Nauta (redacteurs), Kernthema ’sv ande filosofie(Amster dam:B oom,2003), pp.276-283. p.281. Ibid., 4 5 D.v anD antzig,‘ Toespr aakger ichttot Prof. Dr. G.M., tergelegenheid van zijn

tachtigste .27. (1947),p uclides,23:1 ’ ,E anDantzig Dr.v Prof. 1947door 17mei dagop verjaar

6 J.H. Stegeman, Gerrit Mannour y.A bibliography (Tilbur g:T ilburg Univ ersityP ress, 1992). 7 H.W .Schmitz, De Hollandse significa.E enr econstructiev ande geschiedenisv an1892

tot1926 .457–464. 1990),pp orcum, anG (Assen:V

8 J.v anN ieuwstadt,‘D eN ederlandsesignifica. Een documentatie’,K ennisen Methode ,2:4 (1978).

(18)

Inleiding env erantwoor ding xvii Naast eengr ootaantal publicatiesheeft Mannour yook eengr otehoev eelheid niet-gepubliceerd materiaal nagelaten,waar ondermanuscr ipten,typo scripten, brochur es,collegeaantekeningen, persoonlijkenotities ,kr antenknipsels,adr es-boeken,dagboeken, kasboeken,getuigschr iften,ansichtkaar tenen briev en.D it materiaal isonder gebracht bijv erschillendeinstellingen. Het wetenschappelijk deelbevindt zichin hetar chiefM annoury-V uysjev ande Bijz ondere Collecties van deU niversiteit van Amsterdam. Het politiekdeel bevindtzich inhet archief Gerr itM annoury van hetInter nationaalInstituut voor Soci aleG eschiedeniste Amsterdam. Andere belangrijke collectiesv andit Instituut zijnhet archief van de Sociaal-D emocratische Studieclub ende persoonsarchiev env anH.G.A. Roland Holst-V ander Schalken P .J. Troelstr a. Het persoonlijkar chiefheeft Mannour ygr otendeelsnagelaten aanzijn zoon Jan, dieeen deelv anhet materiaal heeftv erw erkt inzijn “ Aantekeningen over de geschiedenisv ande familieM annoury” (2002).D itdocument ister inzageaan tevr agenbij hetC entraal Bur eauv oorG enealogiete Den Haag. In deper iode 1999–2003corr espondeerde Jan Mannour ymet Willink, diedestijds onderzoek naarG errit Mannour ydeed. Willi nkmocht fotokopieënmaken van eendeel van hetar chief.M etde meerpersoonlijke documentenwas Jan terughoudend. De fotokopieënen decorr espondentiebevinden zichin hetpr ivéarchief van Willink. Hier inzitten ookdocumenten uitander ear chieven, dieW illinkin het kaderv anzijn onderzoek heeftv erzameld. Genoemd materiaal lever tbelangr ijke aanvullendeinfor matie. Behalv ev ande reeds genoemdebr onnenis tevens gebruik gemaaktv anhisto-rische kranten. Mannour ywas inzijn tijdeen van Nederlands meestbelangr ijke intellectuelenen hijkwam geregeld inhet nieuws.V ooral zijnlidmaatschap van deS ociaal-Democr atischeArbei derspartij enlater deS ociaal-Democr atischeP ar-tijen deC ommunistischeP artij Holland lever deeen groot aantalber ichtenop , waarin zijnpolitieke activiteitenw erden besproken. Ook aanzijn wetenschappe-lijkeactiviteiten wer dr egelmatigaandacht besteedin diverse dagbladen. Veel historische kranten zijnter ugte vindenin digitalear chieven. In ditonder zoek is gebruik gemaaktv ande digitalekr antenarchiev env ande Koninklijke Bibliotheek env anKr antenbankZ eeland. Ver deris gebruik gemaaktv ande persoonlijkear chieven van Heijer manen Visser. Beiden hebbenonder zoek naarM annoury gedaanen inhet kaderdaar van veel materiaal ver zameld.D itmater iaalstond mijter beschikking. Ten slottezijn verspr eidebiogr afischegegev ensontleend aanhet Gemeente-archief van Vlissingen,het Stadsar chiefv anAmster damen dew ebsites https : //www.archieven.nl/nl/,https://www.genealogieonline.nl /en https://www.

pondes.nl/. Inleiding en verantwoording xvii

Naast een groot aantal publicaties heeft Mannoury ook een grote hoeveelheid niet-gepubliceerd materiaal nagelaten, waaronder manuscripten, typoscripten, brochures, collegeaantekeningen, persoonlijke notities, krantenknipsels, adres-boeken, dagadres-boeken, kasadres-boeken, getuigschriften, ansichtkaarten en brieven. Dit materiaal is ondergebracht bij verschillende instellingen. Het wetenschappelijk deel bevindt zich in het archief Mannoury-Vuysje van de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam. Het politiek deel bevindt zich in het archief Gerrit Mannoury van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis te Amsterdam. Andere belangrijke collecties van dit Instituut zijn het archief van de Sociaal-Democratische Studieclub en de persoonsarchieven van H.G.A. Roland Holst-Van der Schalk en P. J. Troelstra.

Het persoonlijk archief heeft Mannoury grotendeels nagelaten aan zijn zoon Jan, die een deel van het materiaal heeft verwerkt in zijn “Aantekeningen over de geschiedenis van de familie Mannoury” (2002). Dit document is ter inzage aan te vragen bij het Centraal Bureau voor Genealogie te Den Haag. In de periode 1999–2003 correspondeerde Jan Mannoury met Willink, die destijds onderzoek naar Gerrit Mannoury deed. Willink mocht fotokopieën maken van een deel van het archief. Met de meer persoonlijke documenten was Jan terughoudend. De fotokopieën en de correspondentie bevinden zich in het privéarchief van Willink. Hierin zitten ook documenten uit andere archieven, die Willink in het kader van zijn onderzoek heeft verzameld. Genoemd materiaal levert belangrijke aanvullende informatie.

Behalve van de reeds genoemde bronnen is tevens gebruik gemaakt van histo-rische kranten. Mannoury was in zijn tijd een van Nederlands meest belangrijke intellectuelen en hij kwam geregeld in het nieuws. Vooral zijn lidmaatschap van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij en later de Sociaal-Democratische Par-tij en de Communistische ParPar-tij Holland leverde een groot aantal berichten op, waarin zijn politieke activiteiten werden besproken. Ook aan zijn wetenschappe-lijke activiteiten werd regelmatig aandacht besteed in diverse dagbladen. Veel historische kranten zijn terug te vinden in digitale archieven. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van de digitale krantenarchieven van de Koninklijke Bibliotheek en van Krantenbank Zeeland.

Verder is gebruik gemaakt van de persoonlijke archieven van Heijerman en Visser. Beiden hebben onderzoek naar Mannoury gedaan en in het kader daarvan veel materiaal verzameld. Dit materiaal stond mij ter beschikking.

Ten slotte zijn verspreide biografische gegevens ontleend aan het Gemeente-archief van Vlissingen, het StadsGemeente-archief van Amsterdam en de websiteshttps: //www.archieven.nl/nl/, https://www.genealogieonline.nl/ en https://www. pondes.nl/.

(19)

xviii Gerrit Mannoury (1867–1956)

Dit boek is chronologisch opgebouwd en bestaat, naast een inleiding en een besluit, uit vijftien hoofdstukken. In deze hoofdstukken worden eenendertig centrale wetenschappelijke en politieke teksten van Mannoury besproken tegen de achtergrond van zijn leven. De hoofdstukindeling is gebaseerd op Mannoury’s loopbaan.

Hoofdstuk 1 geeft een beschrijving van Mannoury’s jeugd en schooljaren. Er wordt aandacht besteed aan de geschiedenis van de familie Mannoury, het gezin waarin Mannoury opgroeide, de opleidingen die Mannoury volgde en de betekenis die het contact met de familie Schaap voor hem had.

Hoofdstuk 2 schetst een beeld van Mannoury’s betrekkingen als onderwijzer en als leraar. Hij werkte achtereenvolgens als onderwijzer aan de openbare lagere school der 1steklasse nr. 18 te Amsterdam, als onderwijzer in de wiskunde

aan Instituut Schreuders te Noordwijk-Binnen, als secondant voor met name de wiskundige vakken aan Instituut Baudet te Arnhem, als leraar wiskunde aan de Openbare Handelsschool en de daaraan verbonden driejarige Hogere Burgerschool (HBS) te Amsterdam en ten slotte als secondant aan Instituut Vredeoord te Oosterhout.

Hoofdstuk 3 beschrijft de periode waarin Mannoury een betrekking had als gouverneur bij H.P. Tindal te Amsterdam en te ’s-Graveland. In deze periode ontmoette hij L.E.J. Brouwer, F. W. van Eeden en D.J. Korteweg, die allen een belangrijke rol in zijn leven speelden. Er wordt ook aandacht besteed aan de reis die Mannoury ondernam om zijn ziek geworden broer Jan in Zuid-Afrika op te halen. Tevens worden de eerste twee centrale teksten besproken: “Man-noury brief aan Van Eeden” (1897) en “De Zoogenaamde Grondeigenschap der Rekenkunde” (1901).

Hoofdstuk 4 gaat in op Mannoury’s kennismaking met P. J. Troelstra, zijn lidmaatschap van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij en zijn rol in de Sociaal-Democratische Studieclub.

Hoofdstuk 5 geeft een beeld van Mannoury’s betrekking als onderwijzer in de wiskunde aan de School der Bloemendaalsche Schoolvereeniging te Bloemendaal en van zijn aanstelling als privaatdocent in de logische grondslagen der wiskunde aan de Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam. Verder wordt zijn openbare les

Over de beteekenis der wiskundige logica voor de philosophie (1903) besproken,

die aan zijn universitaire colleges voorafging. Ook komt zijn kennismaking met het werk van Lady V. Welby en G.J.P. J. Bolland aan bod. Beiden hadden een zekere betekenis voor de ontwikkeling van Mannoury’s filosofische ideeën. Vervolgens wordt ingegaan op Mannoury’s kennismaking met Elisabeth Berkelbach van der Sprenkel, met wie Mannoury in 1907 trouwde. Ten slotte komt Mannoury’s deelname aan het Interparlementair Socialistisch Congres te Londen aan bod.

xviii Gerr itM annoury (1867–1956) Dit boekis chronologisch opgebouwd enbestaat, naasteen inleidingen een besluit,uit vijftienhoofdstukken. In deze hoofdstukkenwor deneenender tig centrale wetenschappelij keen politieketeksten van Mannour ybespr okentegen deachter grond van zijnlev en.D ehoofdstukindeling isgebaseer dop Mannour y’s loopbaan. Hoofdstuk 1geeft eenbeschr ijvingv anM annoury’ sjeugd enschooljar en. Er wordt aandachtbesteed aande geschiedenisv ande familieM annoury, het gezin waarin Mannour yopgr oeide,de opleidingen dieM annoury volgde ende betekenisdie hetcontact metde familieSchaap voor hemhad. Hoofdstuk 2schetst eenbeeld van Mannour y’sbetr ekkingenals onderwijz er enals leraar . Hij wer kteachter eenvolgens alsonder wijzer aande openbare lagere schoolder 1 ste klassenr .18 teAmster dam,als onderwijz erin dewiskunde aanI nstituutSch reuders teN oordwijk-B innen,als secondantv oormet name dewiskundige vakken aanI nstituutB audette Arnhem, alsler aarwiskunde aande Openbar eH andelsschoolen dedaar aanv erbondendr iejarige Hoger e Bur gerschool(HBS) teAmst erdam enten slotteals secondantaan Instituut Vredeoor dte Ooster hout. Hoofdstuk 3beschr ijftde periode waarin Mannour yeen betrekking hadals gouver neurbij H.P .T indalte Amsterdam ente ’s-G rav eland.I nde ze periode ontmoettehij L.E.J.B rouw er,F .W .v anE edenen D.J. Kor teweg, dieallen een belangrijke rol inzijn leven speelden.E rwor dtook aandachtbesteed aande reis dieM annoury ondernam omzijn ziekgewor denbr oerJ anin Zuid-Afr ika opte halen.T evens worden deeerste twee centrale tekstenbespr oken:“ Man-noury brief aanV anE eden” (1897)en “D eZ oogenaamdeG rondeigenschap der Rekenkunde ”(1901). Hoofdstuk 4gaat inop Mannour y’s kennismakingmet P .J. Troelstr a,zijn lidmaatschapv ande Sociaal-D emocratische Arbeiderspartij enzijn rol inde Sociaal-D emocratische Studieclub . Hoo fdstuk5 geefteen beeldv anM annoury’ sbetr ekking alsonder wijzer inde wiskundeaan deSchool derB loemendaalscheSchoolv ereeniging teB loemendaal env anzijn aanstellingals priv aatdocentin delogische grondslagen derwiskunde aande Gemeentelijke Univ ersiteitte Amsterdam. Ver derw ordt zijnopenbar eles Over debeteekenis derwiskundige logica voor dephilosophie (1903)be sproken , dieaan zijnuniv ersitaire collegesv oorafging. Ook komtzijn kennismakingmet hetw erk van LadyV .W elby enG.J.P .J. Bolland aanbod. Beiden haddeneen zeker e betekenisv oorde ontwikkelingv anM annoury’ sfilosofische ideeën.V ervolgens wordt ingegaanop Mannour y’s kennismakingmet Elisabeth Ber kelbachv an derS prenkel, metwie Mannour yin 1907tr ouwde .T enslotte komtM annoury’ s deelnameaan hetInterparlementair Socialistisch Congr este Londenaan bod.

(20)

Inleiding env erantwoor ding xix Hoofdstuk 6beschr ijftde periode waarin Mannour yeen betrekking hadals leraar wiskundeaan deRijks Hoger eB urgerschool (Rijks-HBS)te Helmond. Ook wordt ingegaanop Mannour y’splan omsamen metB rouw erhet redacteur schap van eennieuw opte richten filosofischtijdschr iftop zichte nemenen decor -respondentie dieM annoury hierov erv oerde metL. Cou turat. Er worden drie belangrijke tekstenbespr oken:“ Het Woor d” (1906),H etB oeddhisme.O verzicht van leeren geschiedenis(1907) enM annoury’ sboekbespr ekingv anB rouw ers Over degr ondslagender wiskunde(1907). Hoofdstuk 7bespr eektde meningsverschillen tussenhet partijbestuur van deS ociaal-D emocratische Arbeiderspartij ende Tribunisten, dieuiteindelijk leiddentot eenscheur ingin depar tij.T evens wordt ingegaanop deopr ichting van deS ociaal-Democr atischeP artij ,waar Manno ury nauwbij betrokken was. Rondom deze gebeurtenissen schreef Mannour y“ Het EéneN oodige” (1909) en“ Middel enDoel ”(190 9).B eideteksten worden besproken. Ver derwor dt aandachtbesteed aanM annoury’ sboek Methodologisches undphilosophisches zurE lementar-M athematik (1909).T enslotte komtM annoury’ sdeelname aan deN eutraliteitsmeeting teAmster damaan bod. Hoofdstuk 8gaat over deper iode waarin Mannour yin Vlissingenwoonde .I n deze periode wer ktehij alsler aarboekhouden enhandelsw etenschappenaan deHBS endaar aanv erbondenH andelsschool,en alsschooll eiderv ande nieuw opgerichte Gemeentelijke Handelsav ondschool.O okwor dtaandacht besteed aanM annoury’ sactivite itenv oorde afdelingVlissingen-M iddelburg van de Sociaal-D emocratische Par tijen voor Vrijdenkersv ereniging De Dager aad.V erder beschrijft dithoofdstuk Mannour y’sbetr okkenheidbij dediv erseor ganisatiesdie zichinz ettenv oorde vluchtelingentijdens deE ersteW ereldoorlog. Alscentr ale tekstwor dtM annoury’ sar tikel“ Francisco Ferr er. †13 oktober1909 (1912)” besproken. Hoofdstuk 9bespr eektM annoury’ sbenoeming totbuitengewoon hoogleraar inde wiskundeaan deG emeentelijkeU niversiteit teAmster damen gaattev ens inop zijninaugur eler edeO ver desociale betekenisv ande wiskundigedenkv orm (1917),die hijbij deaanv aarding van ditnieuw eambt hield.O okwor dtinge-gaanop Mannour y’skennismaking metD .v anD antzig,die eenbelangr ijker ol speeldebij deontwikkeling van Mannour y’s signifischeideeën. Tev enswor dt aandachtbesteed aanM annoury’ sw erkzaamheden voor hetInter nationaalInsti-tuutv oorW ijsbegeerte teAmster dam,dat hijsamen metonder anderen Brouw er enV anE edenhad opgericht, enaan dehier meev erbandhoudende “O penings-rede ”(1917), dieM annoury uitsprak alsv oorzitter van destichtingsv ergader ing van deV ereeniging totI nstandhoudingv anhet Inter nationaalI nstituutv oor Wijsbegeer tete

Amsterdam. Inleiding en verantwoording xix

Hoofdstuk 6 beschrijft de periode waarin Mannoury een betrekking had als leraar wiskunde aan de Rijks Hogere Burgerschool (Rijks-HBS) te Helmond. Ook wordt ingegaan op Mannoury’s plan om samen met Brouwer het redacteurschap van een nieuw op te richten filosofisch tijdschrift op zich te nemen en de cor-respondentie die Mannoury hierover voerde met L. Couturat. Er worden drie belangrijke teksten besproken: “Het Woord” (1906), Het Boeddhisme. Overzicht van leer en geschiedenis (1907) en Mannoury’s boekbespreking van Brouwers Over de grondslagen der wiskunde (1907).

Hoofdstuk 7 bespreekt de meningsverschillen tussen het partijbestuur van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij en de Tribunisten, die uiteindelijk leidden tot een scheuring in de partij. Tevens wordt ingegaan op de oprichting van de Sociaal-Democratische Partij, waar Mannoury nauw bij betrokken was. Rondom deze gebeurtenissen schreef Mannoury “Het Eéne Noodige” (1909) en “Middel en Doel” (1909). Beide teksten worden besproken. Verder wordt aandacht besteed aan Mannoury’s boek Methodologisches und philosophisches zur Elementar-Mathematik (1909). Ten slotte komt Mannoury’s deelname aan de Neutraliteitsmeeting te Amsterdam aan bod.

Hoofdstuk 8 gaat over de periode waarin Mannoury in Vlissingen woonde. In deze periode werkte hij als leraar boekhouden en handelswetenschappen aan de HBS en daaraan verbonden Handelsschool, en als schoolleider van de nieuw opgerichte Gemeentelijke Handelsavondschool. Ook wordt aandacht besteed aan Mannoury’s activiteiten voor de afdeling Vlissingen-Middelburg van de Sociaal-Democratische Partij en voor Vrijdenkersvereniging De Dageraad. Verder beschrijft dit hoofdstuk Mannoury’s betrokkenheid bij de diverse organisaties die zich inzetten voor de vluchtelingen tijdens de Eerste Wereldoorlog. Als centrale tekst wordt Mannoury’s artikel “Francisco Ferrer. † 13 oktober 1909 (1912)” besproken.

Hoofdstuk 9 bespreekt Mannoury’s benoeming tot buitengewoon hoogleraar in de wiskunde aan de Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam en gaat tevens in op zijn inaugurele rede Over de sociale betekenis van de wiskundige denkvorm (1917), die hij bij de aanvaarding van dit nieuwe ambt hield. Ook wordt inge-gaan op Mannoury’s kennismaking met D. van Dantzig, die een belangrijke rol speelde bij de ontwikkeling van Mannoury’s signifische ideeën. Tevens wordt aandacht besteed aan Mannoury’s werkzaamheden voor het Internationaal Insti-tuut voor Wijsbegeerte te Amsterdam, dat hij samen met onder anderen Brouwer en Van Eeden had opgericht, en aan de hiermee verband houdende “Openings-rede” (1917), die Mannoury uitsprak als voorzitter van de stichtingsvergadering van de Vereeniging tot Instandhouding van het Internationaal Instituut voor Wijsbegeerte te Amsterdam.

(21)

xx Gerrit Mannoury (1867–1956)

Hoofdstuk 10 behandelt Mannoury’s voorbereidende werkzaamheden voor de Internationale Academie voor Praktische Wijsbegeerte en Sociologie te Am-sterdam, die als onderdeel van het Internationaal Instituut voor Wijsbegeerte te Amsterdam zou worden opgericht, en de tekst “Signifisch Taalonderzoek” (1919), die hij in verband hiermee schreef. Verder wordt aandacht besteed aan Mannoury’s werkzaamheden voor de Signifische Kring.

Hoofdstuk 11 beschrijft de aansluiting van de Sociaal-Democratische Partij bij de Communistische Internationale en de hiermee samenhangende naamsveran-dering van de partij in de Communistische Partij Holland. Verder wordt ingegaan op Mannoury’s deelname aan de conferentie van de Komintern te Amsterdam in 1920. Tevens is er aandacht voor de vele politieke activiteiten die Mannoury rond deze tijd ontwikkelde, zoals zijn werkzaamheden voor de communistische partijschool. Ook is er aandacht voor Mannoury’s strijd voor de vrijheid van meningsuiting, die hij deels samen met zijn partijgenoot H.G.A. Roland Holst-Van der Schalk voerde, en zijn verdediging van L. Trotski, die uiteindelijk tot zijn royement leidde. Als centrale teksten komen “De Twee Zijden van een Moeilijk Vraagstuk” (1921) en “De Waarheid van het Kommunisme” (1927) aan bod.

Hoofdstuk 12 geeft een beeld van Mannoury als didacticus. Mannoury orga-niseerde, samen met zijn collega Ph.A. Kohnstamm, een cursus over de didactiek van de wiskunde voor het Nutsseminarium voor Paedagogiek te Amsterdam en hij schreef een boek voor (aanstaande) wiskundedocenten over de didactiek van de wiskunde. Dit boek, met de titel Woord en Gedachte. Een inleiding tot de

signi-fika, inzonderheid met het oog op het onderwijs in de wiskunde (1931), wordt in

het hoofdstuk besproken. Daarnaast komen de verschillende maatschappelijke en politieke activiteiten aan bod waaraan Mannoury actief deelnam. Hij organi-seerde het Wereldstrijdcongres te Amsterdam en hij speelde een belangrijke rol in het Scottsboro-Comité. Ook richtte Mannoury samen met Roland Holst-Van der Schalk het Protestkomitee van Kunstenaars en Hoofdarbeiders op, dat zich inzette voor de muiters van De Zeven Provinciën en de slachtoffers van de Duitse terreur onder A. Hitler. Ten slotte wordt Mannoury’s tekst “Hitler kontra Einstein” (1933) besproken.

Hoofdstuk 13 bespreekt Mannoury’s kennismaking met de Wiener Kreis en de Unity of Science Movement. Mannoury kwam in contact met R. Carnap, O. Neurath en H. Reichenbach, met wie hij discussieerde over de overeenkomsten en verschillen tussen de significa en het logisch empirisme. Dit komt naar voren in de drie centrale teksten van dit hoofdstuk: “De Signifiese Methode van Taal-en BegrippTaal-enonderzoek” (1933), “Die SignifischTaal-en GrundlagTaal-en der Mathematik” (1934) en “De Wiener Kreis en de signifische begrippenanalyse” (1935). Het hoofdstuk sluit af met een bespreking van de ontwikkeling en de opleiding van

xx Gerr itM annoury (1867–1956) Hoofdstuk 10behandelt Mannour y’sv oorber eidendew erkzaamhede nv oor deInter nationaleA cademiev oorP raktische Wijsbegeer teen Sociologie teAm-sterdam, dieals onderdeel van hetI nternationaal Instituut voor Wijsbegeer te teAmster damz ouwor denopger icht,en detekst “Signifisch Taalonder zoek ” (1919),die hijin verband hiermee schreef. Ver derwor dtaandacht besteedaan Mannour y’sw erkzaamheden voor deS ignifischeKr ing. Hoofdstuk 11 beschrijft deaansluiting van deS ociaal-Democr atischeP artij bij deC ommunistischeInter nationaleen deh iermee samenhangendenaamsv eran-dering van depar tijin deC ommunistischeP artij Holland. Ver derwor dtingegaan opM annoury’ sdeelname aande conferentie van deK omintern teAmste rdam in1920. Tev ensis eraandacht voor dev ele politiekeactiviteiten dieM annoury rond deze tijdontwikkelde ,z oalszijn wer kzaamhedenv oorde communistische partijschool. Ook iser aandachtv oorM annoury’ sstr ijdv oorde vrijheid van meningsuiting,die hijdeels samenmet zijnpar tijgenootH.G. A.R olandH olst-Van derSchalk voer de,en zijnv erdediging van L.T rotski, dieuiteindelijk totzijn roy ementleidde .Als centrale tekstenkomen “D eT wee Zijden van eenM oeilijk Vraagstuk ”(1921) en“ De Waar heidv anhet Kommunisme ”(1927) aanbod. Hoofdstuk 12geeft eenbeeld van Mannour yals didacticus.M annoury orga-niseerde ,samen metzijn collegaP h.A.K ohnstamm,een cursuso ver dedidactiek van dewiskunde voor hetN utsseminarium voor Paedagogiek teAmster damen hijschr eefeen boekv oor(aanstaande) wiskundedocenteno ver dedidactiek van dewiskunde .D itboek, metde titelW oord enG edachte.E eninleiding totde signi-fika,inz onderheid methet oogop hetonder wijsin dewiskunde (1931),wor dtin hethoofdstuk besproken. Daar naastkomen dev erschillendemaatschappelijke enpolitieke activiteitenaan bodwaar aanM annoury actiefdeelnam. Hij organi-seerde hetW ereldstr ijdcongr este Amsterdam enh ijspeelde eenbelangr ijker ol inhet Scottsboro-C omité.O okr ichtteM annoury samenmet Roland Holst-V an derSchalk hetP rotestkomitee van Kunstenaars enH oofdarbeidersop ,dat zich inzette voor demuiters van De Zev enP rovinciën ende slachtoffersv ande Duitse terreur onderA. Hitler. Ten slottewor dtM annoury’ stekst “H itlerkontr aE instein” (1933)bespr oken. Hoofdstuk 13bespr eektM annoury’ skennismaki ngmet deW ienerKr eisen deU nityof ScienceM ovement. Mannour ykwam incontact metR. Car nap, O.N eurath enH. Reichenbach, metwie hijdiscussieer deo ver deo ver eenkomsten env erschillentusse nde significaen hetlogisch empirisme .D itkomt naarv oren inde drie centrale tekstenv andit hoofdstuk: “D eS ignifieseM ethodev anT aal-enB egrippenonder zoek ”(1933), “D ieS ignifischenG rundlagen derM athematik” (1934)en “D eW ienerK reis ende signifische begrippenanalyse ”(1935). Het hoofdstuksluit afmet eenbespr ekingv ande ontwikkelinge nde opleidingv an

(22)

Inleiding env erantwoor ding xxi Mannour y’skinder enJan, Els ,C oren Ans. Hoofdstuk 14beschr ijftde kennismakingtussen Mannour yen D.V uysje,de oprichter van hettijdschr iftS ynthese.O okwor dthet eerstear tikelbesp roken dat Mannour yin dittijdschr iftpubliceer de:“ In deSchaduw env anG isteren ”(1936). Ver derwor dtingegaan opM annoury’ semer itaaten zijnafscheidscolle ge“ De Schoonheidder Wiskunde alsS ignifischP robleem ”(1937). Bov endienwor dt aandachtbesteed aanM annoury’ sw erkzaamheden voor deInter nationaleS igni-fischeS tudiegroep ,waar onderhet eerster eferaat dathij voor deze Studiegr oep hield:“ Enige Opmer kingeno ver Taalgr adatie” (1938).T evens komtM annoury’ s kennismakingmet F .W aismannaan bod.D aarnaast bespreekt dithoofdstuk dev oordr achtendie Mannour yhield ophet derde enhet vierde internationale congres van deU nityof Science:“ Significs ”(1937) en“ Signifische Analyseder Willenspr acheals Grundlage einerP hysikalistischenS prachsynthese ”(1938). Op beidecongr essendeed Mannour yeen oproep voor hetgebr uikv anEsper antoin dew etenschap.O phet belanghier van wees hijook inzijn artikel “D eB etekenis van hetEsper antov oorde Wetenschappe lijkeG edachtewisseling(1938)” ,dat tevens wordt besproken. Ver derkomt Mannour y’s “C auserie ”(1939) aanbod, eenv oordr achtdie hijhield opde Eerste Inter nationaleS ignifischeZ omerconfe-rentie .H ethoofdstuk behandeltook hetuitbr ekenv ande Tw eede Wer eldoorlog ende illegaleactiviteiten dieM annoury tijdensde oorlogonder nam.V ervolgens gaathet inop hetontstaan van hetI nternationaal Signifisch Genootschap en Mannour y’sbespr ekingv anR.E. von Mises ’Kleines Lehrbuchdes Positivismus. Einführung indie empiristischeW issenschaftsauffassung(1939). Hoofdstuk 15behandelt twee centrale teksteno ver demassa-psy chologie: Massa-edukatiev ebestrijding van ultra-agr essieve groepstendenties (1946),een memorie diewas opgedragen aande Nederlandse reger ingen aanhet Neder -landsev olk,en De doodals zegepr aal(1948), eenbundeling van opstelleno ver demassa-educatiev ezijde van hetdoodstr afprobleem. Ook wordt detoeken-ningdoor deG emeentelijkeU niversiteit teAmster damv anhet eredoctor aat inde wis-en natuurkunde aanM annoury besproken. Zow elde toespraak die Brouw erbij deze gelegenheidhield alsM annoury’ santwoor dhier opkomt aan bod.T evens wordt aandachtbesteed aande huldigingter ere van Mannour y’s 80stev erjaardag, diedoor hethier toeopger ichteH uldigingscomité,bestaande uitB eth,B rouw er,J. Clay,V anD antzigen G.Révész, wer dge organiseer d.H ierbij wordt ingegaanop detoespr aakdie Van Dantzig totM annoury richtte .V erder gaathet hoofdstukin ophet Studiegenootschap voor Psy chischeM assa-Hygiëne teAmster dam,in hetbijz onderop dev erme endeconcurr entiestrijd tussendit Studiegenootschap enhet Inter nationaalS ignifischG enootschap,die totone-nigheidtussen Mannour yen Van Dantzig leidde.T enslotte wordt

ingegaanop Inleiding en verantwoording xxi

Mannoury’s kinderen Jan, Els, Cor en Ans.

Hoofdstuk 14 beschrijft de kennismaking tussen Mannoury en D. Vuysje, de oprichter van het tijdschrift Synthese. Ook wordt het eerste artikel besproken dat Mannoury in dit tijdschrift publiceerde: “In de Schaduwen van Gisteren” (1936). Verder wordt ingegaan op Mannoury’s emeritaat en zijn afscheidscollege “De Schoonheid der Wiskunde als Signifisch Probleem” (1937). Bovendien wordt aandacht besteed aan Mannoury’s werkzaamheden voor de Internationale Signi-fische Studiegroep, waaronder het eerste referaat dat hij voor deze Studiegroep hield: “Enige Opmerkingen over Taalgradatie” (1938). Tevens komt Mannoury’s kennismaking met F. Waismann aan bod. Daarnaast bespreekt dit hoofdstuk de voordrachten die Mannoury hield op het derde en het vierde internationale congres van de Unity of Science: “Significs” (1937) en “Signifische Analyse der Willensprache als Grundlage einer Physikalistischen Sprachsynthese” (1938). Op beide congressen deed Mannoury een oproep voor het gebruik van Esperanto in de wetenschap. Op het belang hiervan wees hij ook in zijn artikel “De Betekenis van het Esperanto voor de Wetenschappelijke Gedachtewisseling (1938)”, dat tevens wordt besproken. Verder komt Mannoury’s “Causerie” (1939) aan bod, een voordracht die hij hield op de Eerste Internationale Signifische Zomerconfe-rentie. Het hoofdstuk behandelt ook het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog en de illegale activiteiten die Mannoury tijdens de oorlog ondernam. Vervolgens gaat het in op het ontstaan van het Internationaal Signifisch Genootschap en Mannoury’s bespreking van R.E. von Mises’ Kleines Lehrbuch des Positivismus. Einführung in die empiristische Wissenschaftsauffassung (1939).

Hoofdstuk 15 behandelt twee centrale teksten over de massa-psychologie: Massa-edukatieve bestrijding van ultra-agressieve groepstendenties (1946), een memorie die was opgedragen aan de Nederlandse regering en aan het Neder-landse volk, en De dood als zegepraal (1948), een bundeling van opstellen over de massa-educatieve zijde van het doodstrafprobleem. Ook wordt de toeken-ning door de Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam van het eredoctoraat in de wis- en natuurkunde aan Mannoury besproken. Zowel de toespraak die Brouwer bij deze gelegenheid hield als Mannoury’s antwoord hierop komt aan bod. Tevens wordt aandacht besteed aan de huldiging ter ere van Mannoury’s 80ste verjaardag, die door het hiertoe opgerichte Huldigingscomité, bestaande uit Beth, Brouwer, J. Clay, Van Dantzig en G. Révész, werd georganiseerd. Hierbij wordt ingegaan op de toespraak die Van Dantzig tot Mannoury richtte. Verder gaat het hoofdstuk in op het Studiegenootschap voor Psychische Massa-Hygiëne te Amsterdam, in het bijzonder op de vermeende concurrentiestrijd tussen dit Studiegenootschap en het Internationaal Signifisch Genootschap, die tot one-nigheid tussen Mannoury en Van Dantzig leidde. Ten slotte wordt ingegaan op

(23)

xxii Gerrit Mannoury (1867–1956)

Mannoury’s “Spreken en Verstaan” (1952), een signifisch lees- en oefenboekje voor de lagere klassen van de HBS en het gymnasium, dat ook geschikt was voor zelfstudie.

Na hoofdstuk 15 volgt een besluit, waarin wordt teruggekeken op Mannoury’s leven en zijn werk vanuit het perspectief van enkele van zijn tijdgenoten. Tot slot nog een laatste en zeker niet onbelangrijke opmerking. Mannoury paste het relativisme voortdurend toe op zijn eigen ideeën. Hij was er volgens Heyting zo bevreesd voor dat zijn beweringen dogmatisch zouden worden opgevat, dat het dikwijls scheen dat hij van iedere bewering terstond weer de helft terugnam.9

Mannoury erkende geen vaststaande definities, hanteerde geen consistente ter-minologie en probeerde te allen tijde te voorkomen dat zijn ideeën als een soort filosofisch stelsel zouden worden beschouwd. Om recht te doen aan Mannoury’s relativisme wordt van de lezer dan ook gevraagd om deze reservatio mentalis toe te passen en de uitspraken in dit boek niet al te dogmatisch op te vatten.

9Koninklijke Bibliotheek (KB), Archief Historische Kranten (HK), NRC Handelsblad (19 maart

1976); zie ook J. C. Boland, ‘Significa’, Wijsgerig Perspectief op Maatschappij en Wetenschap, 20:2 (1979), p. 35. xxii Gerr itM annoury (1867–1956) Mannour y’s “Sp reken enV erstaan ”(1952), eensignifisch lees-en oefenboekje voor delager eklassen van deHBS enhet gymnasium,dat ookgeschikt wasv oor zelfstudie . Na hoofdstuk15 volgt eenbesluit, waarin wordt teruggekeken opM annoury’ s leven enzijn wer kv anuithet perspectiefv anenkele van zijntijdgenoten. Tot slotnog eenlaatste enz ekerniet onbelangrijke opmerking. Mannour ypaste hetr elativismev oortdur endtoe opzijn eigenideeën. Hij waser volgens Heyting zo bevreesd voor datzijn bewer ingendogmatisch zoude nwor denopgev at,dat hetdikwijls scheendat hijv anieder ebew ering terstondw eerde helftter ugnam. 9 Mannour yer kendegeen vaststaande definities,hanteer degeen consistenteter -minologieen probeer dete allentijde tev oorkomen datzijn ideeënals eensoor t filosofischstelsel zouden worden beschouwd. Om recht tedoen aanM annoury’ s relativisme wordt van dele zer danook gevraagd omde ze reser vatio mentalistoe tepassen ende uitspraken indit boekniet alte dogmatischop tev atten. 9 Koninklijke Bibliotheek (KB),Ar chiefH istor ischeKr anten (HK),NR CH andelsblad(19

maart enWetenschap opMaatschappij ijsgerigPerspectief ignifica’,W oland,‘S C.B ookJ. 1976);zie

(24)

1

|

Jeugd

enschooljar

en

Jonge, jonge,daar kunnenmijn biografen plezierv anbelev en!I kzie ze alaan hetharr ewarr enen aanhet snuffelenin ’toud archief van Amster damv an hetjaar tweeduizend. —–G. Mannour y 1

De

familieM

annoury

De geschiedenisv ande familieM annoury gaatter ugtot Jean Mannour y,die zich,komende uitF rankr ijk,in Nederland hadgev estigd. 2 Hij woondein deRid-derstraat teAmster dam,in hetindustr ie-en havengebied De Lastage.J eanwas greinw erker van beroep enniet onbemiddeld.I n1672 trouw dehij teAmster dam metI sabelleM arcq ,die ookv anF ranse afkomstwas .H ete chtpaarkr eegz es kinderen. Na twintigjaar huwelijk ginghet steluit elkaar.I sabellev ertr oknaar familiein Leiden,Jean ver huisdenaar Loenenaan deV echt. Rond deze tijdw erd defamilienaam, dietot dantoe opv erschillendemanier enw erd geschrev en– o.a. Manor y,M annouri–, meestalgespeld alsM annour yof Mannour ij.N ahet over -lijdenv anJean beslotende erfgenamen tothet vestigen van eendeftige Franse kostschoolop hetlandgoed Queekho ven teB reukelen. Verschillende ledenv an defamilie Mannour ywar enals leerkr achtof opander ewijz ebij dekostschool betrokken. Onder henwar en Pierre, deoudste zoon van Jean enIsabelle ,die de leidingkr eeg,en zijnjonger ebr oerJacques. Jacques Mannour ytr ouwde in1707 teB reukele nmet Abigail deV rij. 3 Zij kregen eendochter Isabella, dieal vroeg overleed, entw eez oonsA driaan en Johannes. Adr iaanschr eefzich in1722 inals studentwiskunde aande Leidse universiteit. Johannes volgde drie jaarlater .B ijhet overlijden van hunv ader luiddende kerkklokken twee uurlang. Hier uitv altop temaken datde familie Mannour ytot denotabelen behoorde .O okbij andere begrafenissen inde fa-1 G.M annoury, Mathesis enmystiek. Een signifiesestudie van kommunistiesstandpunt

(Amster- p.28. lectuur,1925), engoedkoope oorgoede aatschappijv dam:M

2 Centr aalB ureau voor Genealogi e,B ibliotheek,inv .nr .BG NL011112,J. Mannour

y,‘Aantekenin- pp.3–8. ipt,2002), Typoscr y’( Mannour defamilie van degeschiedenis ver geno

3

Ibid., pp.9–12.

1

1

|

Jeugd en schooljaren

Jonge, jonge, daar kunnen mijn biografen plezier van beleven! Ik zie ze al aan het harrewarren en aan het snuffelen in ’t oud archief van Amsterdam van het jaar tweeduizend.

—– G. Mannoury1

De familie Mannoury

De geschiedenis van de familie Mannoury gaat terug tot Jean Mannoury, die zich, komende uit Frankrijk, in Nederland had gevestigd.2Hij woonde in de

Rid-derstraat te Amsterdam, in het industrie- en havengebied De Lastage. Jean was greinwerker van beroep en niet onbemiddeld. In 1672 trouwde hij te Amsterdam met Isabelle Marcq, die ook van Franse afkomst was. Het echtpaar kreeg zes kinderen. Na twintig jaar huwelijk ging het stel uit elkaar. Isabelle vertrok naar familie in Leiden, Jean verhuisde naar Loenen aan de Vecht. Rond deze tijd werd de familienaam, die tot dan toe op verschillende manieren werd geschreven – o.a. Manory, Mannouri –, meestal gespeld als Mannoury of Mannourij. Na het over-lijden van Jean besloten de erfgenamen tot het vestigen van een deftige Franse kostschool op het landgoed Queekhoven te Breukelen. Verschillende leden van de familie Mannoury waren als leerkracht of op andere wijze bij de kostschool betrokken. Onder hen waren Pierre, de oudste zoon van Jean en Isabelle, die de leiding kreeg, en zijn jongere broer Jacques.

Jacques Mannoury trouwde in 1707 te Breukelen met Abigail de Vrij.3 Zij

kregen een dochter Isabella, die al vroeg overleed, en twee zoons Adriaan en Johannes. Adriaan schreef zich in 1722 in als student wiskunde aan de Leidse universiteit. Johannes volgde drie jaar later. Bij het overlijden van hun vader luidden de kerkklokken twee uur lang. Hieruit valt op te maken dat de familie Mannoury tot de notabelen behoorde. Ook bij andere begrafenissen in de

fa-1G. Mannoury, Mathesis en mystiek. Een signifiese studie van kommunisties standpunt

(Amster-dam: Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur, 1925), p. 28.

2Centraal Bureau voor Genealogie, Bibliotheek, inv. nr. BG NL011112, J. Mannoury,

‘Aantekenin-gen over de geschiedenis van de familie Mannoury’ (Typoscript, 2002), pp. 3–8.

3Ibid., pp. 9–12.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

“Cynisme kan het denken uitschakelen en de waarheid blokke- ren.” Deze cynische antihouding valt in goede aarde bij veel krantenlezers, want mensen willen niet worden verrast,

te doen verdwijnen. Een der middelen daartoe is ten aanzien van de werkloosheid de uitreiking van den steun door de vakcentrales. Kan die steun niet door de

1) Eerste deputasie: Di. Twede deputasie: Dr. Faure en Dr. Derde Herderlike besoek: Ds. Andrew Murray Jnr. Sesde Kommissie Di. van Bloemfontein en H.J.. Sy groot

Daar kan onder meer aan toegevoegd worden, dat het door Mannoury zelf uitvoerig verdedigde onder- scheid tussen 'indicatieve' en `volitioneel-affectieve' begrippen sommige niet

Wij hopen dat dit jaarverslag u een goed beeld geeft van AZRR en de vele ontwikkelingen en activiteiten die in het kalenderjaar 2010 zijn uitgevoerd.. G.A.J.M,

‘Schippers die in Zuid- Holland varen zien nu in onze provincie overal dezelfde borden en dat zorgt voor duidelijkheid en een betere veiligheid’, aldus Berend die met gepaste trots

Voor niet-symmetrische A is GMRES een dure methode, maar het kan worden aange- toond dat bruikbare iteranden goedkoper kunnen worden geconstrueerd door twee ruimtes bij te houden:

menschen, die de Schryvers deezer Bybelboeken zyn, die overal zulk eene zelfverlochening, zulk eene zugt voor Gods eere aan den dag leggen, moeten geheel andere menschen zyn, als