• No results found

Het genus Cryptocoryne 11. Cryptocoryne ciliata (Roxb.) Fischer ex Wydler

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het genus Cryptocoryne 11. Cryptocoryne ciliata (Roxb.) Fischer ex Wydler"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Overdr. PI. syst.

No. - 1 0 8 7 1

Overdruk uit: 'Het Aquarium', 31 (1) : 2 - 4 (1960)

PROF. DR. H. C. D. DE WIT

het genus Cryptocoryne 11

Cryptocoryne ciliata (Roxb.) Fiseher ex Wydler

In 1814 verwees W. R o x b u r g b, een Schot in dienst van de Engelse Oost-Indische Compagnie, en van 1793—1814 directeur van de botanische tuin te Calcutta, naar een plant, die hij

Ambro-sinia ciliata noemde en vervolgens in 1820

af-beeldde. Beide publikaties zijn niet geldig als het er op aankomt een 'wettige' naam voor deze soort vast te stellen, al bleek er wel uit dat Roxburgh de plant wilde zien als een soort Ambrosinia, een genus der Aronskelkachtigen, dat reeds door Lin-naeus was opgesteld.

Eerst in 1830 volgde de wettige naamgeving, door

Cryptocoryne ciliata (Roxb.) Fisch, ex Wydl. Keel en vlag.

Foto A. v. cl. Nieuwenhuizen

W y d l e r , die een uitvoerige beschrijving van de soort gaf waarbij deze als een nieuw genus werd voorgesteld: Cryptocoryne (Linnaea 5, 1830, p. 428) een en ander mede op basis van aan-tekeningen nagelaten door de natuurhistoricus F i s c h e r .

Cryptocoryne ciliata is verreweg de wijdst

ver-spreide soort; alle later ontdekte soorten Crypto-coryne bleken een veel minder groot areaal te hebben en zo valt het verspreidingsgebied van het genus (zie Het Aquarium 29, 1958, p. 102) voor de zuidelijke helft samen met dat van

Crypto-coryne ciliata, wel te verstaan: de soort komt

al-leen voor aan zeekusten, in en langs de zoute of brakke kreken van aanslibbende baaien waar eb en vloed zich doen gelden of op slijkerige oevers, waar het zeewater zicl^nog met het rivier-water vermengt. Gewoonlijk staan ze in dichte groepen opeen, soms wel als hele 'velden'. Het is dus één der zgn. 'mangrove'-planten en, evenals zovele van deze, vertoont de soort eigen-aardige levensgewoonten, die eerst kenmerkend werden geacht voor het hele genus. Toen allengs meer soorten werden ontdekt, die thuis behoor-den in de zoete wateren van het tropische laag-land, bleek dat Cryptocoryne ciliata in enkele opzichten van sommige andere soorten Crypto-corynen afwijkt. In hoge mate trok de aandacht, dat de plant zgn. 'levendbarend' was. Hier-mede bedoelde men te zeggen dat het zaad, na bevruchting tot ontwikkeling gekomen, geen rust-periode doormaakt maar onmiddellijk verder groeit en zich tot kiemplant ontwikkelt. Deze kiem-plant is in het bezit van een aantal priemvor-mige 'blaadjes', die als een pruikebol uitstaan en mogelijkerwijs wel meehelpen om de jonge plant in het losse slib te 'verankeren'. Ook hier-over heb ik al eens eerder geschreven en het ge-schrevene geïllustreerd (zie Het Aquarium 29, 1959, p. 195). Overigens ben ik van dat 'veranke-ren' nog zo zeker niet. Men zou immers evengoed kunnen veronderstellen, dat die pruiken juist mee-helpen om met de stroom weg te drijven en bij-dragen tot een uitbreiding van het areaal in plaats van stabilisering. Dit zou nu eens door een goed waarnemer ter plaatse moeten worden gevolgd! Over deze interessante kwestie moet ik nu dus verder zwijgen.

(2)

• u u s ï . ' Ü ' ö i t f i

Cryptocorijne ciliata (Roxb.) Fisch, ex Wydl. Vlag met randfranje.

Foto A. v. cl. Nieuwenhuizen

Cryptocorijne ciliata, zoals deze tot nog toe

alge-meen werd opgevat, misschien een complex van enige nauw verwante soorten of ondersoorten of variëteiten zou kunnen zijn.

Men komt op deze gedachte omdat de purperen of wijnrode vlag een enkele maal vleeskleurig of zelfs rose tot geelachtig groen blijkt te zijn. Ook varieert de merkwaardige franje (zie foto's)

langs de rand van de vlag. Soms zijn er vele, lange, wormvormige uitsteeksels, maar soms ook ontbreken deze vrijwel en is de rand bijna gaaf. Al deze variaties naar kleuren en/of vorm moeten naar mijn mening bepaald niet als afzonderlijk, systematisch te onderscheiden eenheden worden beschouwd, maar als 'toevallige' vormen.

Hetzelfde geldt voor het verschijnsel, dat soms uit de bladoksel als het ware een uitloper te voor-schijn komt. Zo'n stevige stengel draagt dan vele jonge plantjes. Deze waarneming is zowel in de vrije natuur als in het aquarium gedaan. Het komt

Fig. 1. Cryptocorijne ciliata (Roxb.) Fisch, ex Wydl. 1: blad (x 'A); 2: spatha (x'h); 3: ketel lengtedoorsnede (x 2); 4: meeldraden (x 4); 5: meeldraad, terzijde gezien (x 30); 6: ovarium, lengtedoorsnede (x 8); 7: eitje (x 24).

(3)

Fig. 2. Voet van bladschijf en top van bladsteel. a: Lagenandra ovata; b, c: Cryptocoryne ciliata.

mij voor dat dit eveneens een optreden van 'vivi-parie' is, d.w.z. dat in plaats van een normale bloeiwijze een stengel ontstaat, die jonge plantjes draagt. Dergelijke verschijnselen zijn bijvoorbeeld bij sommige Echinodorus-soovten haast 'normaal' te noemen.

Cryptocoryne ciliata is in het aquarium een

prach-tige plant. Als solitair gekweekt maakt hij met zijn rozet van rechtopstaande, forse, wat vlezige, fris groene bladeren een hoogst aantrekkelijke indruk. Merkwaardig is, dat hij in het zoete water van de meeste tropische aquaria uitmuntend groeit. E n

nog merkwaardiger is misschien wel, dat ik nog nooit heb gehoord, dat liefhebbers eens een goede poging hebben gewaagd de soort in zeewater-aquaria te kweken. Men zou haast zeggen, dat dit toch wel succes zou kunnen hebben.

De bijgevoegde illustraties laten verder alle ken-merken goed zien. Opken-merkenswaard is de inwen-dige insnoering van de ketel, die tevens een sterk gerimpelde binnenwand heeft.

D e langwerpige bladen kunnen meer dan een halve meter lang worden; soms liggen ze vlak tegen de oppervlakte van het water, soms steken ze er rechtop bovenuit. Ze zijn nooit purperachtig (wel eens wat blauw-groen of metaalachtig getint) en de (zeer zware) hoofdnerf en de zijnerven zijn van dezelfde groene kleur als de bladschijf. De soort is zo goed gekenmerkt, dat verwarring met andere wel uitgesloten is. De enige mogelijkheid tot verwarring schuilt in, bij aquariumliefhebbers wel eens aangetroffen, Lagenandra ovata, die vegetatief wel zeer veel op Cryptocoryne ciliata ge-lijkt. Bij deze La genandra-soori loopt de rand van de voet van de bladschijf echter als een opstaand randje boven op de inhechting van de bladsteel door (zie Het Aquarium 29 (10), 1959, p. 225, fig. a) en fig. 2 geeft een afbeelding van dit verschil.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bij het boodschappen doen, lijken consumenten planmatiger te werk te gaan: 26% maakt vaker gebruik van een boodschappenlijstje en bijna een derde laat zich minder verleiden

Het verzuilingsvoorbeeld van het over- wegend 'linkse' Groningen, dat naar aanleiding van het optreden van Linthorst Homan in 1938-1939 aangevoerd wordt, is dan ook niet

In zijn bijdrage 'Het dubbelspoor van de Katholieke Actie tijdens het interbellum' gaat Vos in op de concrete gevolgen van de wrijvingen tussen de gespecialiseerde

De grootste verdienste van De Brabantsche Saecke is mijns inziens het doorprikken van de hardnekkige mythe als zou de protestantse angst voor het roomse Brabant de reden zijn

Deze opvatting wordt bevestigd door de dissertatie van Van Zanden, waarin wordt berekend dat in Groningen in het begin van de negentiende eeuw, toen ruim 60% van de

Deze opvatting wordt bevestigd door de dissertatie van Van Zanden, waarin wordt berekend dat in Groningen in het begin van de negentiende eeuw, toen ruim 60% van de

Voegt men daarbij het dreigement van de leden van de raad (in 1806), dat zittende leden zullen aftreden en nieuwe niet bereid zullen worden gevonden om zitting te nemen als ook

Maar als cultuurwinst, die toch ongetwijfeld zowel door de Vondel van de hekel- als door die van de lofdichten zou zijn toegejuicht, mag toch wel worden aangemerkt dat in onze