• No results found

Produktiekosten van trektulpen in het bloemteeltcentrum Rijnsburg : prijspeil 1965

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Produktiekosten van trektulpen in het bloemteeltcentrum Rijnsburg : prijspeil 1965"

Copied!
48
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

I r . W.G. de Haan C . O J . de Vroomen

PRODUCTIEKOSTEN VAN TREKTULPEN IN HET BLOEMENTEELTCENTRUM RIJNSBURG j ^ ^ DEN HAAG t ó

12 JAN. 1366

'h

s BIBLIOïnftK Verslag No. 138 ^ r i T Ü ^ ' 1965

(2)
(3)

WOORD VOORAF HOOFDSTUK HOOFDSTUK II HOOFDSTUK III HOOFDSTUK BIJLAGEN IV INHOUDSOPGAVE ALGEMME TOELICHTING § 1. Inleiding

§ 2. Beschrijving van het "bedrijfstype in Rijnsburg en keuze van de typebedrijven

§ 3. Beschrijving van de teelt TOELICHTING O? ENKELE BEBRIPPEN

§ 1. Het gehanteerde kostenbegrip § 2. De kostenindeling

§ 3. Het begrip "kasdagen"

TOELICHTING OP DE GEVOLGDE METHODE VAN BEREKENING § 1 „ Kosten van duurzame produktiemiddelen

§ 2. Teeltkosten

§ 3. Kosten afhankelijk van de grootte van de oogst § 4« Aanvullende berekeningen

§ 5» Bolkosten § 6. Stookkosten

DE RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK § 1. Enkele uitkomsten

§ 2. Samenstelling van de berekende kostpri 1. Overzicht duurzame produktiemiddelen 2. Overzicht teeltkosten onafhankelijk van

trekduur

3. Overzicht teeltkosten afhankelijk van trekduur

4. Overzicht oogst- en afleveringskosten 5. Samenvoeging kostengroepen

6. Overzicht duurzame produktiemiddelen 7. Overzicht teeltkosten onafhankelijk van

trekduur

8. Overzicht teeltkosten afhankelijk van trekduur

9. Overzicht oogst- en afleveringskosten

jzen

kleinbedrijf

10. Samenvoeging kostengroepen

11. Kostprijzen per 100 bos bij variërende oogst en trekduur

12. Kostprijzen per 100 bos bij variërende oogst en trekduur

13. Aanvullende berekeningen 14» Aanvullende berekeningen 15. Loonberekeningen

16. Berekening bolkosten bij variërende uitvalpercentages

17- Berekening stookkosten op verschillende tijdstippen grootbedrijf kleinbedrijf grootbedrijf Blz.

.5

7

7

7

8

11 11 11 12 15 15 16 16 16 17 17 19 19 21 27 kleinbedrijf 28 kleinbedrijf 30 kleinbedrijf 31 kleinbedrijf 32 grootbedrijf 33 grootbedrijf 34 grootbedrijf 36 grootbedrijf 37 grootbedrijf 38 kleinbedrijf 39 43 47 48 49 50 51 526

(4)

V/OORD VOORAF

Ingevolge een daartoe strekkend verzoek van het Produktschap voor Siergewassen is een onderzoek ingesteld naar de produktiekosten van trektulpen onder Rijnsburgse omstandigheden. Dit onderzoek is tevens dienstbaar gemaakt aan de "bestaande "behoefte aan "bedrijfseconomische gegevens "betreffende deze teelt« Dit is dan ook de reden waarom begro-tingen van produktiekosten zijn opgesteld voor vele., in de praktijk

zich voordoende, omstandigheden (verschillend aantal trekken, variëren-de uitvalpercentages, verschillenvariëren-de maten van variëren-de opgeplante bollen, e„d.)„ Daarbij zijn de kosten van de bollen, die als uitgangsmateriaal dienen, buiten beschouwing gelaten.

Uitdrukkelijk zij hier vermeld dat bij de bepaling van de arbeids-kosten geen rekening is gehouden met een aparte beloning voor leiding en toezicht van de ondernemer, evenmin is een post opgenomen voor dek-king van het ondernemersrisico„

Het onderzoek is uitgevoerd in de eerste maanden van 1965> de cijfers zijn gebaseerd op het toen geldende prijspeil.

De resultaten van het onderzoek, die in dit verslag worden gepubli-ceerd, zijn getoetst aan het oordeel van een commissie, die als volgt was samengesteld:

ir. 3j„ van Veen (voorzitter) rijkstuinbouwconsulent Lisse

P. van Delft bloemist Rijnsburg L„A„ Elferink bestuurder Landarbeidersbond Haarlem

A„ den Heyer bloemist Rijnsburg drs, A.F.G, Slootweg rijkstuinbouwconsulent in

algemene dienst Lisse Bovenstaande commissie heeft op 24 september de inhoud van het

rapport besproken„ Àan de hand van de gemaakte opmerkingen zijn nog een aantal wijzigingen aangebracht»

De verantwoordelijkheid voor het rapport blijft echter volledig berusten bij het Landbouw-Economisch Instituut.

De Heren den Heyer en Van Delft hebben gemeend zich van een defini-tief oordeel te moeten onthouden, aangezien naar hun mening de in dit

verslag gehanteerde uitgangspunten bedrijfseconomisch niet geheel verant-woord zijn. In dit verband hebben zij gewezen op de "royalere"

uitgangs-punten van het rapport 61/185O, dd. 20 juni 1961 van de Accountantsdienst van het Ministerie van Landbouw en Visserij, handelende over de export-kosten van bloembollen.

DE DIRECTEUR,

(5)

HOOFDSTUK I ALGEMENE TOELICHTING

§ 1 . I n l e i d i n g

In dit verslag worden de resultaten weergegeven van een onderzoek naar de produktiekosten van trektulpen in Rijnsburg. De berekeningen zijn uitge-voerd door middel van een aantal begrotingen op basis van het prijspeil van begin 1965? voor de kosten van een normaal uitgevoerde teelt op een daartoe geëigend bloemisterijbedrijf.

De gegevens waarop deze begrotingen berusten zijn verkregen door middel van mondelinge, enquêtes op 20 bedrijven 1 ) . Op 18 van deze bedrijven

werden in de trekkassen alleen of nagenoeg alleen tulpen getrokken. De beide andere bedrijven waren meer gespecialiseerd op het trekken van hyacinten.

De enquête was gericht op het verkrijgen van gegevens over teeltmethoden en bedrijfsuitrusting, terwijl speciale aandacht werd besteed aan gegevens over benodigde materialen en de arbeidsbehoefte.

Indien in dit verslag gesproken wordt over "Rijnsburg" wordt bedoeld de plaats Rijnsburg met de. zeer naaste omgeving, zonder rekening te houden met de gemeentegrenzen van Oegstgeest en Katwijk, welke ter plaatse een

grillig verloop hebben.

§ 2 . B e s c h r i j v i n g v a n h e t b e d r i j f s t y p e i n R i j n s b u r g e n k e u z e v a n d e t y p e b e d r i j v e n De tulpentrekkerij komt voor op de meeste Rijnsburgse

bloemisterijbe-drijvenv naast teelten in warEnhuizen (b.v. anjer en freesia e.d.) en

open-grondsteelten van bloemisterijgewassen. Het trekken van tulpen heeft over-wegend plaats in verwarmde kassen. In mindere mate wordt de teelt uitge-oefend in warenhuizen of bakken. De uitgevoerde berekeningen hebben alle betrekking op de eerstgenoemde teeltwijze.

Tabel 1 geeft een overzicht van de Rijnsburgse bedrijven ingedeeld naar het aantal in kistjes opgeplante bollen.

Uit deze tab;el blijkt dat de groepen 100 - < 200 en 200 - < 400

x 1000 opgeplante bollen (49$ van het totaalaantal bedrijven) 62$ van de

produktie verzorgen. In de groepen 0 - < 50 e n 50 -<100 komen wel veel

bedrijven voor, deze verzorgen evenwel slechts een gering gedeelte van de produktie.

De groep zeer grote bedrijven (meer dan 400.000 stuks tulpen) bestaat slechts uit een klein aantal bedrijven, die echter nog een vrij groot deel (22$) van de produktie verzorgen.

1) Een woord van dank aan het adres van de betrokken k w e k e r s is hier

zeker op zijn plaats; evenzeer geldt dit voor de Heer S. Hemmes,

ver-bonden aan de veiling Flora te Rijnsburg.

(6)

Aan-t per

0

50 100 200 400 al opgeplante bollen bedrijf x 1000 - < - < - < - < - < 50 100 200 400 t • 4. Totaal Gemeente Rijnsburg Aantal aantal 26 39 46 ?6 11 148 bedrijven ! * 18 26 31. 18

7

100 Opgeplante x 1000 698. 2717 6521 6835 466O 20431 stuks I fo

3

13 30 : 32 22 j 100 Nederland Opgepl.stuks x 1000 65.862

Bron s. januaritelling C„B.S, I964.

.Op' grond van voorgaande gegevens zijn de \olgende twee typebedrijven als uitgangspunten voor de calculatie gekozen,

a. Een typebedrijf met een produktie van omstreeks 150.OOO stuks bloemen met behulp van één trekkas van'110 M2 centraal verwarmd met behulp van een kölenstookinstallatie.. De arbeidsbezetting bestaat uit één onder-nemer met één volwaardige arbeidskracht„

b. Een typebedrijf met een produktie van omstreeks 300.000 stuks bloemen, met behulp van twee trekkassen van ieder 110 M2, centraal verwarmd met behulp van een oliestookinstallatie. De arbeidsbezetting bestaat uit één ondernemer met twee volwaardige arbeidskrachten.

De als uitgangspunten gekozen typebedrijven zijn dus onderdelen van de hiervoor globaal beschreven bedrijven. In beide gevallen zijn

bereke-ningen uitgevoerd voor respectievelijk 75 '6 en 5 trekken.

§ 3 . B e s c h r i j v i n g v a n d e t e e l t

In de zomermaanden^ zo snel mogelijk na de oogst,, worden de voor de trekkerij bestemde tulpen in hiervoor- ingerichte ruimten opgeslagen in gaasbakken voor een temperatuurbehandeling. De tulpen bestemd voor de allervroegste bloei worden vervolgens omstreeks het midder. van augustus>

afhankelijk van hun ontwikkeling^ • naar een koelcel overgebrachts waar

gedurende 6 - 8 wek^n een temperatuurbehandeling bij p° 0 wordt toege-past. Gedurende het najaar worden de bollen buiten in kistjes geplant

en met zand en aarde afgedekt (inkuilen). Do bollen gaan beirortelen en de ontwikkeling van de bovengrondse delen neemt een aanvang. Door middel van gieten en afdekken met stro e.d. probeert men een zo gunstig mogelijk

"grondklimaat" te scheppen voor de gewenste ontwikkeling van de geplante bollen. Een optimale ontwikkeling heeft plaats bij _+9° C.

Omstreeks 1 december zijn de eerste bollen nl, die welke zijn gekoeld bij 9° C> voldoende ver ontwikkeld om in de trekkas te worden gebracht. De kistjes van deze "eerste trek" worden op de tabletten geplaatst:,, bij een temperatuur van 1 8 - 2 0 C (dag- en nachttemperatuur ontlopen elkaar niet veel) worden de bloemen getrokken. Deze temperatuur wordt gedurende ds gehele trekperiode gehandhaafd.

(7)

9

-Om het aantal trekken zo groot mogelijk te doen zijn (intensief gebruik van de trekkas) en ter bevordering van de lengtegroei van de "pennen" plaatst men de kistjes van de tweede en volgende trekken

eerst een aantal dagen onder de tabletten. Als gevolg hiervan overlappen de opeenvolgende trekken elkaar gedeeltelijk. Het aantal dagen dat een trek

"onderop" moet staan> vermindert naarmate de trek later is, het een en

ander afhankelijk van de eisen die het sortiment stelt.

De trekduur is hoofdzakelijk afhankelijk van de gebruikte tulpe-variëteit hoewel ook de weersomstandigheden waaronder de bol is gegroeid en die tijdens de kuilperiode van invloed zijn. Mede door het sterk ge-varieerde sortiment kan de trekduur zeer uiteenlopen,, nl. van 3 weken (b.v. Brilliant Star) tot 5 à 6 weken (Copland-sporten). Op de meeste

Rijnburgse bedrijven komen 5 ^ot 7 trekken voor 1).

Niet elke bol die wordt opgeplant levert ook een bloem. Altijd heeft men te maken met een zeker uitvalpercentage. Dit uitvalpercentage wordt o.m. bepaald door de gebruikte variëteit en door de maat van de opgeplante bollen. Naarmate deze maat kleiner is, noemt het uitvalpercentage toe. Overigens speelt ook het vakmanschap van de kweker hier een zeer belang-rijke roi, evenals de "innerlijke" kwaliteit van de bol en de omstandighe-den waaronder de trek plaats heeft.

De bollen bestemd voor de eerste trekken worden bij voorkeur uit de eigen tulpenkraam verkregen, hetzij in eigen teelt hetzij in contract-teelt. Voor de latere trekken wordt meer gebruik gemaakt van aangekochte bollen, hetzij verkregen bij bollenkwekers, hetzij aangekocht op de bollenveilingen.

1) In een ongunstig trekseizoen zal het niet altijd mogelijk zijn een zevende trek volledig te realiseren.

(8)

HOOFDSTUK II

TOELICHTING OP ENKELE BEGRIPPEN

§ 1 . H e t g e h a n t e e r d e k o s t e n b e g r i p

De berekeningen zijn opgesteld tegen de achtergrond van wat bedrijfs-economisch gezien als kosten moet worden beschouwd. Het gaat hierbij niet alleen om kosten die werkelijk betaald zijn, doch ook om niet betaalde kosten. Als zodanig kan worden genoemd s de beloning voor de arbeid welke door de ondernemer en eventueel meewerkende gezinsleden zal worden ver-richt en die niet door elke ondernemer als kosten zal worden beschouwd. Hetzelfde geldt voor de rente over het in het bedrijf geïnvesteerde eigen vermogen. In dit verband kan worden opgemerkt dat bij de berekening van de jaarlijkse kosten van de duurzame produktiemiddelen is uitgegaan van de vervangingswaarde. Dit is dus de prijs die op het moment van de calcu-latie voor de bedoelde produktiemiddelen geldt en niet de prijs waarvoor zij werden aangeschaft.

§ 2 „ D e k o s t e n i n d e l i n g

In de uitgevoerde berekeningen is een drietal groepen van kosten onderscheiden., nl. :

a. kosten van duurzame produktiemiddelen; b„ teeltkosten;

c. oogst- en afleveringskosten.

Ad a. Tot de duurzame produktiemiddelen worden gerekend die produktie-middelen welke gedurende een aantal jaren worden gebruikt, zoals de grond, de trekkas, de verwarmingsinstallatie, de bloemenschuur (tevens ketelhuis),

de trekkistjes, gaasbakken e.d. Er is echter geen rekening gehouden met

teeltvergunningen.

Zoals reeds vermeld, wordt bij de berekening van de jaarlijkse kosten, die aan het gebruik van deze produktiemiddelen zijn verbonden, uitgegaan

van de vervangingswaarde. Als kosten zijn hierbij beschouwd de rente (5'/°) ?

de afschrijvingen en het onderhoud, voorts ook grond- eh polderlasten en

de rjremies van de brandverzekering (2?oo) . De rente van de slijtende

duur-zame produktiemiddelen is berekend over het gemiddeld geïnvesteerd

ver-mogen; dit is gesteld op 6Cf/o van de vervangingswaarde. Daar de grond een

niet-slijtend duurzaam produktiemiddel is, is de renteberekening hier

over 100^ van de waarde uitgevoerd en is geen bedrag voor afschrijving

opgenomen. De afschrijvingen zijn vastgesteld op basis van de periode waarover een nuttig gebruik van het produktiemiddel kan worden verwacht.

De onderhoudskosten zijn gebaseerd op het onderhoud dat men bij nor-maal gebruik gemiddeld over de gehele gebruiksduur mag verwachten. In de bijlagenis de onderhoudspost nog gesplitst in eigen arbeid en in diensten van derden (à.v.d.)„ Tot deze laatste categorie zijn tevens de verzekerings-premies gerekend.

(9)

- 12

Gezien het karakter van de teeltwijze zijn de kosten van de duurzame produktiemiddelen onderscheiden in aen gedeelte dat onafhankelijk van de trekduur is en een gedeelte dat daarvan wel afhankelijk is. Hier wordt nader op teruggekomen.

Ad h. De teeltkosten zijn berekend vanaf het moment dat de op te zetten hollen op het bedrijf aankomen. Zij bestaan uit de kosten besteed aan be-werking van de bollen, het inkuilen, het in de kas brengen van de kistjes en de teelt en verzorging van het gewas tot aan het snijden van de bloemen. Deze kosten kunnen als volgt worden onderscheiden.

1. Arbeidskosten. Hierbij is uitgegaa.n van de uurlonen, zoals die op basis van de C.A.O, 1964-I965 voor het bloemisterijbedrijf kunnen worden be-taald, waarbij rekening is gehouden met bepaalde toeslagen, die volgens deze C.A.O. kunnen worden gegeven (bijlage 15)- Zoals reeds oerder vermeld is voor de ondernemer geen aparte beloning opgenomen voor leiding, toe-zicht en ondernemersrisico.

2„ Materiaalkosten, zoals van stro, brandstoffen, zand e.d.

3. Diensten van derden (afgekort d(.v.d.). Hiertoe zijn gerekend de

administratiekosten, porti, telefoon e.d. Hiervoor is een stelpost opgenomen van f.25,- per trek.

Evenals de jaarkosten van de duurzame produktiemiddelen zijn de teeltkisten onderscheiden in een gedeelte dat onafhankelijk en een ge-deelte dat wel afhankelijk is van de trekduur.

Ad c. De oogst- en afleveringskosten bestaan uit de kosten verbonden aan het trekken., snijden en bossen en sorteren van de bloemen, het transport naar de veiling, het veilingwerk en de veilingkosten. Deze kosten worden alleen, bepaald door het aantal geoogste bloemen.

§ 3. H e t b e g r i p "k a s d a g e n"

Bij de beschrijving van de teelt (blz. 8) is reeds vermeld dat het - met uitzondering van de eerste trek - gebruikelijk is de in de kas ge-brachte kistjes ongeveer één week onder de tabletten te plaatsen» De

ver-schillende trekken overlappen elkaar dus gedeeltelijk. Hoewel volgens het spraakgebruik de trekduur wordt bepaald door het aantal dagen dat de

kistjes "bovenop" staan, is in feite het beslag dat op de kas wordt gelegd een week langer. Dit is dan ook de reden waarom hier het begrip "kasdag" wordt ingevoerd. Onder een "kasdag" wordt verstaan elke dag dat een trek in de trekkas heeft gestaan, hetzij onder, hetzij op het tablet.

Bij de berekening van het aantal "kasdagen" is van de volgende punten uitgegaan. Bij.een aantal van 7 trekken is het begin van het seizoen op

1 december gesteld en het eind op 5 april; bij 6 en 5 trekken is het be-gin van het seizoen op 1 december en het eind op 25 maart. Het verschil wordt bepaald door het te trekken sortiment. Het aantal dagen dat een trek gemiddeld onder de tabletten staat is gesteld op 7.

(10)

Tabel 2 B E R E K E N I N G A A N T A L K A S D A G E N P e r i o d e 7 trekken 6 trekken 5 t r e k k e n D e c e m b e r Januari F e b r u a r i M a a r t A p r i l 31 31 28 31 S 31 31 28 25 31 31 28 25 A a n t a l k a l e n d e r d a g e n 126 115 115 A ^ a l . A f - S e A . p n j I e r . i a M ^ . l t e j C . X ^ T ) . 4-2- (5?7.). Â5. l4x7)____28_ A a n t a l k a s d a g e n l) 1i 150 143

1) Voor het grote t y p e b e d r i j f , w a a r met twee t r e k k a s s e n wordt g e w e r k t , m o e t het aantal k a s d a g e n met 2 w o r d e n v e r m e n i g v u l d i g d .

Het aantal t r e k d a g e n is dus het aantal k a l e n d e r d a g e n dat de k a s in gebruik is geweest,. Het aantal k a s d a g e n is het aantal eenheden op b a s i s w a a r v a n d i e k o s t e n zijn t o e g e d e e l d , d i e a f h a n k e l i j k zijn v a n d e t r e k d u u r .

(11)

- 15

-HOOFDSTUK III

TOELICHTING OP DE GEVOLGDE METHODE VAN BEREKENING

§ I . K o s t e n v a n d u u r z a m e p r o d u k t i e m i d d e l e n

In de bijlagen .1 en 6 wordt een overzicht gegeven van de investeringen

in en de jaarkosten van de duurzame produktiemiddelen "bij rœpectievelijk 7, 6 en 5 trekken, zowel voor het kleine als voor het grote typebedrijf. Hierbij is ervan uitgegaan dat een bedrijf voor 7, 6 of voor 5 trekken is uitgerust.

Op de investeringen en jaarkosten van met name de trekkas, de norton-pomp en het kleingereedschap zijn correcties aangebracht, daar deze produk-tiemiddelen ook voor andere teelten worden gebruikt. Deze correcties zijn de volgende.

De trekkas s in het kleine bedrijf is 10% in mindering gebracht, wegens aanwending van deze ruimte voor het kweken van stekken van chrysanten of van andere planten. In het grote bedrijf is deze correctie toegepast op één van de twee kassen.

De

norton-pomp: deze is voor 1/5 deel aan de trekkerij toegedeeld. Het

kleinge-reedschap s vastgesteld is welke gekleinge-reedschappen beslist nodig zijn voor de trekkerij. Deze gereedschappen worden evenwel • ook voor andere teelten gebruikt, zodat slechts de helft ten laste van de trek-kerij is gebracht; dit met uitzondering van de schermmatten, welke geheel op de trekkerij drukken.

Zoals reeds vermeld zijn de jaarkosten van de duurzame produktie-middelen onderscheiden in een gedeelte dat geheel afhankelijk is van de

trekduur en in een gedeelte dat geheel (of grotendeels) onafhankelijk van de trekduur is. Tot de eerste categorie behoren die kosten die het gevolg zijn van het gebruik van de trekkas. Een lange trek ten opzichte van een kortere trek legt uiteraard gedurende een langere periode beslag op het in de trekkas(met toebehoren) geïnvesteerde vermogen en dient dan ook naar rato zwaarder in de jaarkosten te delen. Tot deze van de trekduur afhankelijke jaarkosten zijn gerekend^ behalve die van de trekkas zelf, ook die van de grond onder de trekkas (inclusief één meter omtrek

buitenwerk3 de kosten van de verwarming en elektrische installatie en van de nortonpomp. De som van deze kosten is omgerekend per kasdag (bijlage 1 en 6 ) .

Alle overige jaarkosten van duurzame produktiemiddelen zijn geheel (of grotendeels) onafhankelijk van de trekduur. Het betreft hier de

kosten van de grond met uitzondering van die onder de trekkas,de kosten van de bloemenschuur (tevens ketelhuis), de kosten van trekkistjes, gaas-bakken en kleingereedschap. De som van deze kosten is uitgedrukt per

trek,(bijlagen 1 en 6 ) . De kosten van de bloemenschuur zijn volledig ten laste van de trekkerij gebracht in verband met het feit dat van vele Rijnsburgse bedrijven de trekkassen in het dorp liggen en het overige deel van het bedrijf zich daarbuiten bevindt.

(12)

§ 2 . D e t e e l t k o s t e n

De teeltkosten zijn eveneens onderscheiden in een gedeelte dat on-afhankelijk van de trekduur is en een gedeelte dat daar wèl van on-afhankelijk is.

a. kosten onafhankelijk van de trekduur

Hieronder zijn begrepen de verwerking van de droge bollen, het

in-kuil en s het binnenhalen van de kistjes, het van onder naar boven zetten,

het leegruimen van de trekkas en de overige- kosten. In de bijlagen 2 en 7

zijn deze kosten gespecificeerd opgenomen. Hierbij is nog onderscheid

ge-maakt tussen de bolmaten 12/op, 11-12 en 10-11 na wegens hot verschil in

arbeidsverbruik tijdens het planten, als gevolg van andere aantallen bollen per.kistje.

Het totaal van- deze kosten is berekend voor 7S respectievelijk 6 en 5

trekken bij een trek van 440 kistjes. b. Kosten afhankelijk van de trekduur

Afhankelijk van de trekduur zijn gesteld de stookkosten, het

stroom-verbruik en het gieten. De bijlagen 3 en 8 geven het totaal van de kosten

per trekseizoen. Voor de toedeling zijn ze omgerekend per kasdag. In bij-lage 8 (het grote typebedrijf) is geen arbeid opgenomen voor stoken daar de

warmtevoorziening door middel van een volautomatische oliestookinstallatie plaatsheeft..Voor het stoken van de cokesketel (klein typebedrijf) is

in de bijlage 3 een half uur per dag gerekend (aanvoer cokes, vullen en leeghalen).

§ 3 . K o . s t e n a f h a n k e l i j k v a n d e g r o o t t e v a n d e o o g s t

In de bijlagen 4 en 9 zijn de kosten opgenomen welke alleen worden beïnvloed door de grootte van de oogst 5 deze kosten zijn dan ook uitgedrukt per 100 bos. Zoals reeds vermeld betreft het hier het oogsten, veilingklaar

maken en het veilen van de bloemen. De veilingkosten zijn berekend op 6fo,

van resp. f.140,-, f.120,- en f.100,- per 100 bos, voor tulpen resp. ge-trokken van de maten 12/op, 11-12 en 10-11 cm.

Deze•opbrengsten komen globaal neer op de kostprijs, uitgaande van

fictieve bedragen aan bolkosten van resp. f.6,00, f.5*25 en f.4,00 per lOObollai, vermeerderd met de kosten van trekken.

§ 4 . A a n v u l l e n d e b e r e k e n i n g e n

Zoals reeds vermeld is het noodzakelijk de bollen, bestemd voor de eerste trekken kunstmatig te koelen» Hierdoor ontstaan extra kosten, welke in de bijlagen 13 en 14 zijn gespecificeerd en per 100 bos zijn uitgedrukt.

Haast deze kostenverzwaring treedt bij de eerste trek een kostenbespa-ring op, omdat hierbij de kistjes meteen boven op de tabletten worden ge-plaatst. De arbeid om de kistjes "van onder naar boven" te plaatsen

komt dan te vervallen. In bovengenoemde bijlagen wordt deze kostenbesparing gespecificeerd en wederom per 100 bos uitgedrukt.

(13)

17

-Tenslotte moet aan de laatste trekken nog extra zorg worden besteed; overbodig blad (zijspruiten) moet worden verwijderd en "stekers" worden uitgetrokken. De extra kosten die hierdoor ontstaan zijn ook in de bijlagen 13 en 14 opgenomen en eveneens per 100 bos uitgedrukt.

De resultaten van deze aanvullende berekeningen kunnen in de bijlagen 11 en 12 zonder meer worden opgenomen om de produktiekosten onder de be-doelde omstandigheden te kunnen vaststellen.

§ 5 . B o l k o s t e n

In do calculaties is geen rekening gehouden met de kosten van de bollen die als uitgangsmateriaal voor de trekkerij worden gebruikt.

De reden hiervan is, dat voor deze op zichzelf zeer belangrijke -kostenpost bezwaarlijk een bepaald bedrag kan worden gefixeerd, daar hier

van soort tot soort5 van sortering tot sortering en van kwaliteit tot

kwaliteit zeer grote prijsverschillen voorkomen. Dit geldt evenzeer voor de produktiekosten van bollen die uit de eigen kraam afkomstig zijn.

Bovendien dient in vele gevallen nog rekening te worden gehouden met kosten van provisie^ vrachtkosten en de reis- en verblijfkosten, die ver-bonden zijn aan veilingbezoek en bezoek aan eventuele particuliere leveran-ciers va.n bollen. Deze "bijkomende" kosten verhogen vanzelfsprekend de aan-koopkosten.

Bij de verwerking van de bollen na ontvangst op het bedrijf zal voorts een gedeelte niet geschikt worden bevonden, terwijl tijdens de trek even-eens een bepaald percentage zal uitvallen. De bolkosten (per geproduceerde bloem) zullen ook daardoor worden verhoogd. In bijlage 16 is een omrekenings-tabel opgenomen, met behulp waarvan de uiteindelijke bolkosten kunnen worden bepaald.

§ 6 . S t o o k k o s t e n

Bij de uitgevoerde berekeningen is geen rekening gehouden met de

ver-schillen in brandstofverbruik die het gevolg zijn van een vroeger of een later tijdstip van trekken. Dit is in beginsel wel mogelijk. Daar het te overbruggen temperatuurverschil b.v. in januari groter zal zijn dan in maart, zullen de kosten aan brandstof dan hoger zijn. Aan de hand van

door het K.N.M.I. verstrekte gegevens over gemiddelde etmaaltemperatuur en straling, is het totale brandstofverbruik (van december tot en met

maart) verdeeld per 10-daagse periode (decade). De wijze waarop dit is ge-beurd is in bijlage 17 beschreven. In deze bijlage zijn tevens de uit-komsten van deze berekeningen opgenomen.

(14)

HOOFDSTUK IV

RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK

In voorgaande hoofdstukken is aangegeven hoe de produktiekosten zijn "berekend en ingedeeld en van welke uitgangspunten is uitgegaan. Zelfs bij de nauwkeurig omschreven typebedrijven kan men niet spreken van "de" kostprijs maar van een reeks van kostprijzen, waarvan de hoogte wordt bepaald door de uitgangspunten. De verschillen tussen de berekende

kost-prijzen worden onder meer veroorzaakt door het aantal trekken (5, 6 of 7 )3

de bolmaat (10/11, 1l/l2 en 12 op), het uitvalpercentage van het aantal opgeplante bollen'en het brandstofverbruik per trek (vroege trekken).

Het hanteren van verschillende uitgangspunten maakt het rapport niet eenvoudiger, doch geeft het bedrijfsleven belangrijk meer inzicht. In de bijlagen zijn de basisgegevens opgenomen, waarmede een reeks van kostprijzen kunnen worden berekend. Dit zal in dit hoofdstuk met een a.antal voorbeelden worden toegelicht.

§ 1 . E n k e l e u i t k o m s t e n

Voor het vaststellen van het eindresultaat zijn de verschillende kostengroepen samengevoegd en omgerekend per 100 bos (1000 bloemen) ge-oogste tjtlpen. Bijlage 5 geeft een overzicht van de wijze waarop dit is gebeurd voor het kleine typebedrijf en bijlage 10 voor het grote typebe-dri jf. In beide gevallen is een voorbeeld gegeven voor een seizoen van 6 trekken., waaruit een trek is genomen van 26 kasdagen, een opplant van zift 11/12 en een oogstresulta,at van respectievelijk 95? 90? 85, 80 en 75^ van de opplant.

In de tabellen 3 en 4 zijn de kostprijzen per 100 bos opgenomen van a lie maten bij 26 kasdagen bij resp. 5? 6 en 7 trekken. In de bijlagen

11 en 12 zijn deze tabellen verder uitgewerkt.

(15)

20

-Tabel 3 KLEIN TYPEBEDRIJF, KOSTPRIJZEN VAN TREKTULPEN PER 100 BOS

BIJ EEN TREKDUÜR VAN 26 KASDAGEN (EXCLUSIEF BOLKOSTBN) O m s c h r i j v i n g maat 12/op 1 2 / o p T2/op 12/op 12/op 12/op 1 1 / 1 2 1 1 / 1 2 1 1 / 1 2 10/11 10/11 10/11 a a n t a l t o l l e n p e r k i s t j e 48 48 ' 48 54 54 54 63 63 63 70 70 70 j t o t a l e o p p l a n t j p e r t r e k 21.120 21 .1 20 21.120 23.76O 23.76O 23.76O 27.7 20 2 7 . 7 2 0 27.72O 3 0 . 8 0 0 3 0 . 8 0 0 3 0 . 8 0 0 ( a a n t a l j t r e k k e n 5 6 7 5 • 6 7 5 6 7 5 .6 • 7 Oo 95 8 3 , 0 9 8 1 , 1 4 7 9 , 0 4 7 6 , 5 1 7 4 , 7 9 7 2 , 9 1 68,1'2 6 6 , 6 2 6 5 , 0 3 6 2 , 6 6 6 1 , 3 2 5 9 , 8 7 g s t in fo j 90 8 6 , 3 9 8 4 , 3 2 8 2 , 1 0 7 9 , 4 4 7 7 , 6 1 7 5 , 6 3 7 0 , 6 4 6 9 , 0 6 67,37 6 4 , 9 4 6 3 , 5 3 62,00 van o p p l a n t 85 9 0 , 0 7 8 7 , 6 7 8 5 , 5 2 8 2 , 7 1 8 0 , 7 7 7 8 , 6 7 7 3 , 4 5 7 1 , 8 0 7 0 , 0 0 6 7 , 5 0 6 6 , 0 0 6 4 , 3 9 ! 80 9 4 , 2 0 9 1 , 8 7 8 9 , 3 8 8 6 , 3 9 8 4 , 3 2 8 2 , 1 0 7 6 , 6 2 7 4 , 8 6 7 2 , 9 6 7 0 , 3 7 68,77 67,07

I

75 9 8 , 8 8 96,41 9 3 , 7 4 9 0 , 5 5 8 8 , 3 5 85,97 8 0 , 2 3 7 8 , 3 4 76,32 7 3 , 6 4 7 1 , 9 3 7 0 , 1 2 Tabel 4 GROOT TYPEBEDRIJF, KOSTPRIJZEN VAN TREKTULPEN PER

BIJ ESN TREKDUÜR VAU 26 KASDAGEN (EXCLUSIEF BOLKOSTEN) 100 BOS maat | 12/op 12/op 12/op 12/op 12/op 12/op 11-12 11-12 11-12 10-11 10-11 10-11 Om s a a n t p e r c h r i j v i n g a l b o l l e n k i s 48 48 48 54 54 54 63 63 63 70 70 70 t j e t o t a l e o p p l a n t p e r t r e k 21.120 21 .1 20 21 .1 20 23.76O 23.76O 23.76O 27.720 27.7 20 27.72O 3 0 . 8 0 0 3 0 . 8 0 0 3 0 . 8 0 0 a a n t a l t r e k k e n 5 6 7 5 6 7 R 6 7 5 6 7 Oo 95 7 9 , 0 7 7 7 , 4 5 7 5 , 4 3 7 2 , 9 1 7 1 , 4 9 6 9 , 6 8 6 4 , 9 9 6 3 , 7 8 6 2 , 2 3 5 9 , 8 5 5 8 , 7 4 5 7 , 3 4 g s t i n '/o I 90 8 2 , 1 4 8 0 , 4 4 7 8 , 3 0 7 5 , 6 5 7 4 , 1 4 7 2 , 2 4 6 7 , 3 6 66,07 6 4 , 4 4 6 1 , 9 8 6 0 , 8 1 5 9 , 3 4 van de i 85 8 5 , 5 8 8 3 , 7 9 8 1 , 5 2 7 8 , 7 1 7 7 , 1 1 7 5 , 0 9 7 0 . 0 0 6 8 , 6 3 66,91 64,37 6 3 , 1 3 6 1 , 5 8 o p p l a n t i 80 8 9 , 4 4 8 7 , 5 4 8 5 , 1 2 8 2 , 1 4 8 0 , 4 4 7 8 , 3 0 7 2 , 9 7 7 1 , 5 1 6 9 , 6 8 6 7 , 0 6 6 5 , 7 5 64,10 ! 75 9 3 , 8 3 9 1 , 8 0 8 9 , 2 3 8 6 , 0 3 8 4 , 2 3 8 1 , 9 5 7 7 , 3 3 7 4 . 7 8 7 2 , 8 3 7 0 , 1 1 68,71 6 6 , 9 5

De cijfers in de tabellen 3 en 4 gelden voor gemiddelde omstandigheden. Zo is er bv. geen rekening gehouden met extra-brandstofverbruik, wanneer de trek op een vroeg tijdstip plaats heeft.

Evenmin zijn afwijkende omstandigheden ingecalculeerd als gevolg van koelen (voor de vroegste trekken) e.d.

Aan de hand van de gegevens in de bijlagen 13, 14 en 17 kunnen

afzonder-lijke berekeningen worden uitgevoerd voor de produktiekosten van trekken onder dergelijke afwijkende omstandigheden. Als voorbeeld zal hier worden uitgewerkt de produktiekosten van een trek van 20 december t/m 20 januari (dus 32 kasdagen), 526

(16)

uitgaande van gekoelde bollen van maat 11/12, en met een uitval van 15$ (groot typebedrijf 6 trekken)„

Tabel 5 PRODUKTIEKOSTEN VAN EEN TREK VAN 440 KISTJES, MAAT 11/12,

VAN 20 DECEMBER - 20 JANUARI, BIJ EEN UITVAL VAN 15$ GROOT TYPEBEDRIJF

A. Kosten onafhankelijk van trekduur

1. Duurzame produktiemiddelen (bijlage 6) 192,78 2. Teeltkosten (bijlage 7) 421,53 •B • Kosten afhankelijk van trekduur

1. Duurzame produktiemiddelen

bijlage 6% 32 x 10,57

2, Teeltkosten

bijlage 8: 32 x 7,60 C. Oogst- en afleveringskosten

"(22,51 per 1000 bloemen, bijlage 9) D. Extra kosten

1. Koelkosten (bijlage 14)

2. Extra brandstofkosten (bijlage 17) 1 x (6,41 - 5j63) (1 dag 2e decade december) 11x (6,62 - 5?63) (laatste decade december ) 10x (6,38 - 5s 63) (eerste decade januari )

10x (6,79 - 5>°3) (tweede decade januari ) 25,77 3385 243, 530,

54

:

,24

,20

38

,9 A Totale produktiekosten

Oogst in stuks (aantal bloemen) Kostprijs per bos (10 bloemen)

(exclusief

bolkosten)-1806,84 23562 f. 0,77

§ 2« S a m e n s t e 1 1 i n g v a n d e b e r e k e n d e k o s t p r ij

De cijfers uit de bijlagen 11 en 12 zijn nader geanalyseerd met be-trekking tot het aandeel dat de verschillende kostensoorten in de totale berekende kostprijs innemen. Enkele resultaten van deze bewerking worden in de tabellen 6 en 7 weergegeven.

(17)

- 22

Tabel 6 SAMENSTELLING VAN DE BEREKENDE KOSTPRIJS

(6 TREKKEN, 26 KASDAGEN, UITVAL 15$) (IN PROCENTEN VAN HET TOTAAL)

(maat opgeplante bollen) (aantal bollen per kist)

Groot typebedri.jf

T27op~

54

11/12 63

lö/T

70 Klein -typebedri.jf 12/op 1 1 1 - 1 2 ! 10-11 54 ! 63 ! 70

Kosten van duurzame nroduktiemiddelen Rente Afschrijving Onderhoud Subtotaal Teelt- en oogstkosten 8,2

15,4

6,4 30,0 7,9 14,8 6,2 28,9 7,7 14,6 6,0 28,3 7,7 14,1 6,4 28,2 7,5 13,6 6,2 27,3 7,3 13,3 6,1 2-6,7 Brandstoffen Overige materialen D„v.d.l)en belastingen Teeltwerkzaamheden Oogstwerkzaamheden Veilingkosten Rente niet;-duurzame produktiemiddelen Subtotaal Totaal 11,6 4,8 3,3 20,1 18,9 10,9 0,4 70,0 100,0 11,1 4,8 3,2 19,9 21,2 10,5 0,4 71,1 100,0 10,9 4,8 3,1 19,9 23,1 9,5 0,4 71,7 100,0 13,0 4,9 3,2 21,7 18,2 10,4 0,4 71,8 100,0 12,5 4,8 3,1 21,4 20,5 10,0 0,4 72,7 100,0 12,2 4,9 3,0 21,4 22,3 9,1 0,4 73,3 100,0 1) Diensten van derden

Uit de cijfers van tabel 6 blijkt dat de kosten van de duurzame produktie-middelen 25-30% van de berekende produktiekosten uitmaken. De teelt- en oogstwerkzaamheden nemen rond 4 0 % van de produktiekosten voor hun rekening. De brandstof- en de veilingkosten zijn daarna de belangrijkste posten, ieder met ca 10%.

De afwijkingen die in deze cijfers kunnen ontstaan door andere

uitval-percentages dan de gahanteerde fffc of ten gevolge van een ander aantal kasdagen

zijn gering en bedragen voor de hier genoemde kostensoorten 1 à 2 punten, met uitzondering voor de arbeid (aan teelt en oogst) die tot 5 punten varieert. Naarmate de teeltduur langer wordt en/of het uitvalpercentage toeneemt, stijgt

ook het aandeel van de duurzame produktiemiddelen en van de brandstof, het aandeel van de overige kostensoorten(m.n. de arbeid) daalt dan. Tabel 7 geeft hiervan een nader beeld.

(18)

label 7 SAMENSTELLING VAN DE BEREKENDE KOSTPRIJS

(6 TREKKEN, ZIFT 11/12, GROOTBEDRIJF) (IN PROCENTEN- VAN HST TOTAAL)

Kosten van duurzame pro Rente Afschrijving Onderhoud Teelt- en oogstkosten Brandstof Overige materialen D.v.d.1) + belastingen Teeltwerkzaamheden Oogstwerkzaamheden Veilingkosten dukt Bub

Rente niet-duurzame produkt

iemiddelen totaal iemiddelen A 6,9 13,0 5,1 25,0 8,1 5,1 3,4 20,6 25,0 12,4 0,4 ! B

7,5

14,1 §jé 27,2 8,8 5,3

3,7

22,5 21,5 10,6 0,4 M

7,9

14,8 622

2B79

11,1. 4,8 3,2 19,9 21,2 10,5 0,4

! c

8,3 15,7 6,8 30,8 13,4 4,2 2,8 17,6 20,6 10,2 0,4 D 8,9 16,8

„L.3

33,0 14,4 4,3 3,0 18,9 17,4 8,6 0,4 Subtotaal Totaal 75^0 100,0 72,8 100,0 100,0

7V

69,2 100,0 6730 100,0 1) Diensten van derden

A B M C D = = = = = 18 36 26 18 36 kasdagen kasdagen kasdagen kasdagen kasdagen Lij Li.i Lij Lij *ij J/o ! 5#i 15$ 2^o 2^0 uitval (middenwaarde) uitval uitval

Ook is nagegaan welke invloed het uitvalpercentage heeft op de berekende kostprijs. Naarmate dit uitvalpercentage toeneemt stijgt de kostprijs per bos. Daar de kosten van de duurzame produktiemiddelen en de teeltkosten geen

ver-band houden met de grootte van de oogst5 zullen deze kosten, uitgedrukt per

bos, bij een toehemend uitvalpercentage, in gelijke mate stijgen.

De kosten van oogst en aflevering daarentegen zijn per bos onafhankelijk van de oogstgrootte en "remmen" hierdoor de stijging van de totale produktiekosten per bos bij toenemend uitvalpercentage.

Tabel RELATIEVE STIJGING VAN DE KOSTPRIJS PER BOS

BIJ TOENEMEND UITVALPERCENTAGE

(26 KASDAGEN, OPPLANT 11/12, GROOT-EN KLEINBEDRIJF)

Oogst Kostpri js/bo E

ü j 5% 10$ 15^O 2Qffo

2JJ,

uitval H ii ii !i 100

95

90

84

79

100 104 108 113 118

526

(19)

24

-Op overeenkomstige wijze kan worden vastgesteld, welke invloed de berekende kostp ijs per bos ondergaat wanneer van een andere maat plantgoed wordt uitgegaan. Naarmate er kleinere maten worden opgezet;, stijgt het aan-tal bollen per trek. Bij gelijkblijvend uitvalpercentage daalt dan de kost-prijs per bos. Dit is in grafiek 1 weergegeven, bij een uitvalpercentage van

15, bij 26 kasdagen (groot- en kleinbedrijf).

Grafiek 1 DALING KOSTPRIJS BIJ KLEINERE MATEN VAN OPPLANT

toename aantal geproduceerde stuks op basis van 12/op 48 per kistje » 100

(schaal 100-150)

afname kostprijs per bos, op basis van kostprijs 12/op 48 per kistje . 100

(schaal 100-50)

(20)

Uit de grafiek blijkt dat de kostprijs per "bos minder snel daalt dan het aantal geoogste bloemen stijgt. Dit is wederom het gevolg van het feit

dat de kosten van de duurzame produktiemiddelen en de teeltkosten geen

verband houden met de grootte van de oogst en dus per bos uitgedrukt

in dezelfde mate dalen naarmate de oogst toeneemt. De oogst- en afleverings-kosten daarentegen zijn per bos onafhankelijk van de grootte van de oogst en "remmen" daardoor de daling van de totale produktiekosten per bos.

Tenslotte is nagegaan welke de gevolgen zijn van veranderingen in enkele gekozen uitgangspunten. Deze veranderingen hebben betrekking op de rente (6$ en 7$ in plaats van de berekende 5$), de arbeid (afwijking van

10$), de brandstof (afwijking van 10$), de grond (afwijking van f.1,-/M2) en de investeringen in kassen, verwarming., elektrische installatie en bloernenschuur (afwijking van 10$). De resultaten van deze berekeningen zijn uitgedrukt in procenten van de berekende kostprijzen, uitgaande van de

"middenwaarde" bij 26 kasdagen en 15$ uitval.

Tabel 9

[NVL.0ED

VAN VERANDERDE UITGANGSPOTTEN (KLEINBEDRIJF) Opplant 12/op, 11/12, 10/11,

54

7

6

5

63

7

6

5

70

7

O

5

per kist trekken trekken trekken per kist trekken trekken trekken per kist trekken trekken trekken Bereken-de kost-prijs per 100 bos(gld) 78,67 80,77 82,71 70,00 71,80 73,45 64,39 66,00 67,50 Procentuele rente

1$

1,5

1,6

1,7

1,5

1,6

1,6

1,5

1,5-1,6

kostj rente

2$

3,1

3,3

3,4

3,0

3,1

3,3

2,9

3,1

3,2

veranderingen van de jrijs bij arbeid ! 10$ j

4,1

4,0

3,9

4,3

4,2

4,1

4,5

4,4

4,3

afwijk. brand-stof 10$

1,3

1,3

1,3

1,3

1,3

1,3

1,2

1,2

1,2

mgen bere

van

i Opstal-jlen e.d.

ho$

1,1

1,3

1,3

1,1

1,2

1,2

1,1

1,2

1,2

kende grond f.1,-/M2

0

5

4

0,4

0,4

0,4

0,4

0,4

0,4

0,4

0,4

Uit de cijfers van tabel 9 blijkt, dat het vooral afwijkingen in de

gehanteerde arbeidslonen zijn die de berekende kostprijzen kunnen beïnvloe-den. Ook als de rente 2 punten zou afwijken van de berekende 5$ (dus 3 of

7$ zou bedragen) is er een vrij sterk effect op de berekende kostprijs. In de overige gevallen is de invloed gering.

(21)
(22)

_ 0 ; -^ •— CD _ Ü t e r H - c o - = c j r ; ; „ * : • •— :, t eu H - _ * : ca s= e r 03, C D - d ' c d co -+-* o 1 - o "— c CD : Q _LD : CT* C V ^ --••< . CD , t Oo :ca eu C O c eu , 00 c s -CD O •— o a - o cz CD « J ..— s_ CD -V-" ca ^ é : I • t— i -C/î M ^ -SC CD - H ' c a> ce:. CD CTi CO £± CD C_> S -CD d -CD - o t - , CXÎ ' ca 5= 3 r^ o •— i = G -CD _* _*: CD £_ r— S_ ZJ =3 - a -JïC. CD S_ "^ C n : J " D _•.£ CD £_ H - ' " C ? -O - C s_ CD " O c o c : CD O l c .— _!_, c CD i - a £_• CD - o CD* c > • s_ _ c o CO H -co U D r— C D CXI U D i c o t ^— L O r— T — - J - C D - d " CNJ rc o d -C D c o *— T — CNJ c o e n CNJ U D CNJ U D \— d d -r— r— C O 1 t I I C D C D CNJ ' t " j C D C D C D J -CNJ *= C D C D C O -a c o c CJD t CNJ | | c o C N J • O O C M U D O O C O f 4 - ( \ J n J ( N j c o r ^ r -C O -CNJ - + C M C D O D 1 C O CNJ U D t - d - c o i t t r CNJ L O - d " C D l r— U D C O l ^ J - L O L O C D L O t I I t_£> U D L O C D f — T— CNJ \ — U D CNJ C D i i - o r CNj T — r o c o r - C M m 4 -c o T — c N j C D L O o n r— t c u D o a - t c o e n CNj cNj T — T -C D i e n i t U D m C O CNJ C D ( CNJ C D - d - i r - - c o c g C N J U D C O C D C N j C D •••r—. e n - C N J C F Ï - t t û r - c o c o en CNJ U D L O V — T — C D CNJ i i c o r— c o U D d -CNJ C O Y — 1 ( 1 1 C O C D -ï— 1 — L O C D CNJ CDD i n o C M T -C D L O r r t 1 — L O CD en L O 1 L D r— i — t _ o C N J i _ o r— U D CNJ L O x — - d - T — O CD C O L O p— L O C D L O en m en cr> c o v - m CNJ • C i • CNJ > - d " > • L D ' • . — •.— - o - a ' 4 - C ! 1 C D L O C D C D •,— CNj CD C D CNJ C D C D C O U D r o ~ d -> - o o c : • CD 0 0 C _ ^ ••— CD Q> 3 r-T-£_ _ C O CD ' — -*C CT> CD — -CD - ^ - -CD O CD CD • — - * - ' _ * : • — - < - ' -+-* ca t - s * . X CO i — CD' " CD". • — • — e n c : ".— ca >—' c : ro' - H * CO • • - ( - ' t o CNJ oo c : s = s c -3 &#-34; ~ O 3 W Q ) * — _ c : e n _ £ r T — c_> c : a> c o — - o o oo e r e ••— CO CD t £ -_ Ü e c a -t-r' _*: CD s . _ * ; CD O t ^ CD £_ . CD , 1 C O > L U U D ' L O L O > -,— ,*-- o C D I ( L O I t C D C D C N J U D , CDD L O C D C O i r-- - J " *— C D CNJ T— CO '—-_ x ; i — n CD co •+-> CD JX: CO T D 13 - t - * C D C D CO C D r - O . ^ — " ^ ^ C D 0 3 en C N J L O _ C • * — r o o * 00 CD O - c : CD ••—i e CD CD H - ' O _ i C S i 0 0 CX - Ü ' CD •• ••—. C " ca e n _ ü o J Q - C " _X.• - M 0 0 • « CD £-=-•'• CO CD s - o c ; i — i — s : c a N^.. L. ! c o f L° « C D i U D ! -c3" ! U D 1 C D ! 3 -. r--1 r o T — d -L O L O c o c o CNJ CD CJD r~-C D ^~ r - r^-c o r o ^— CNJ' r^-CNJ i C D C O U D CDD U D ~ CNJ r -c o c o C D c o r -i CD L O CNJ U D C O en CNJ C Cl) -*: V S -- § — * U D "— ~ | • 1 - N . f C O c o o 4 -a i r^-^— U ï -^f-^_ U J C~3 U D c o ^~ d -c o c o e n i d -c o -cr-i - O CXJ C D U D T — C O c o c o U D C D O ) C D d -U D d -, > TD l C D 1 d -L O . c : CD > O '_LD .ca CDD n -K d -^ Cn\ U D c o t x — L O CO d -0 O U D U D CDD C O C D . * " " ~=t" d ~ d -r— U D C O C D c o e n o j ~ d -C O -CNJ _ d ~ c o C D C D ~3- *— C D 1 1 — r— t r— d -C D I LCD ' U D C D 1 L O 1 — C D C O L O L O CNJ L O T — r1 c o r -T — c o CNJ 1 U D , _ [ L O L O CNJ c o U D en en C N J • 00 V 3 - t -J en ••• u D • i~a CNJ ÇNJ: 0 0 U D - CD CNJ •—> {•<•• - f - ^ oo TD _ ^ : C _ v ; O - CD S - £_ CJD 1 — 1 r^r -c o C D 1 r~-i — c o C D Y — C O CNJ ^— c o I C D C O ^— t U D CNJ r— d -L O c o C O ' CNJ U D I L O d -o » co v -Z3 • CO C D CD C^3 cz -CD • V :. v co - O oo co co C D O D L O C D U D d -c o o -cf-.CNJ ' T U D r^~ r— C D r— CNJ CNJ CDD c i -c o C D r— F x — r— CNJ i C O C O 1 — C O U D ^— U D c o U D CNJ t - O d -r— t U D CNJ d -CNJ CNJ CD V V CD C - t — ' V m i _ - t - * L f > <i > CD CNJ C Gî . V . Y Cl> i -"^ U D 1 C CNJ C O C D d -C D r~-^— U D - = h U J r - ) U D e n Ï — ~ d -c o c o C D d -r o ^ r j -U D CNJ C D L O T P O ** c o c o U D r •> e n C D x— d -U D d -, > •t— " O C_J r^-L O c CD > a - O . co C0 a ^ r^-t T ) n * d -„ r o ^ CNJ Ó D •Wi a > '1' U D U D CNJ U D T-_ U D U D d -CNJ C D C O U D C O U D CNJ U D I l i C D L f ) CNJ U D r -( C D U D d -T— ~~* C D L O d d d -U D U D l U D CDD C O C D L O L O [ C~) en en Ci m L O C O . :..CNJ.. . I C D CNJ C O CNJ CD L O U D <_) C I o c C D U D ^ 1 C D C O CDD CO r 3 _i_i co C D CD .'CNJ CNJ „ CO • CD "~\ -*-' 0 0 •^ -_*: c i — _• i U D • C O C D C D L O C O CD C D U D r— U D CNJ l C O U D T 1 C O c o C D en en U D C O CNJ L O CD U D r— c o 0 0 v 3 CO CD L O CNJ . C CD V v CO o 00 . co co . C D C O CD U D -^J* • C D CNJ C D ^~ 1— CD CD C O U D CNJ ^ 3 -C D CNJ r— v — L O CNJ UD** C O C O co U D CNJ [ r*-r o ^ •CVJ U D P— CNJ C O U D CDD CD r -t CD r— C O d -CNJ - o " O CNJ

(23)

29 1 CO CO O T C D i — C N J t — *— x C L O O J ^ - o CU - O s_ *=r c: CD o > cr •+-' co ca CD ca cz <D - o CZ £-. CD CD •+-* *TD CO • c z s_ CU o .,— o e n - o c CU ca • r— ï ~ CD - t -1 ca CD H - * CZ CD CSC t co - o • r— CD C - O CD S_ £ -- = * : 3 cz cp CD C_ I — CZ CD , O - O CU en o t _ " O e n cr _ ü t _ CD sC CD >• d - r~- =* --tf*. p — d --*• r d -CNJ •ï c o o o l t C D O J d -\— 1 en r— t — X i CD CD H -,ca CO CD j * : o o c : o •+-» T— e n cz .>— CD CZ ca _sz eu - O £_ Z3 Z3 x : o co M— O _+_/ CO -a c co i _ O D O J en en CD O . t o C I o C V l o o co co „ c r CD -f-* - f - j O . CO •. c: CD - Ü ca e c : o o . j e o co • ^-3 ^ c o d -c o OvJ c o 3 -C O CNJ C O - d " C O O J CNJ O ) co C N J t 1 ^— L O - d " 1 H O J U D e n j * : a T — - = t - " , « J co c; o T t t d -I U D L O r— U D o o i r— C D t — . — - s U D - d " C D CXJ ( O CT> C O C O _ ( 1 1 1 C D f - 4 " U D C N J t I r H K CNJ J -CNJ -CNJ „ , CO CD •+-' = CO _ ü C D s O £_ CD = C L t _ 13 ~ 13 '-HJCVJ L O L O O . CNJ o t — " • — - . " — - — C N J T — * — T — C S -CD -CD - C O C > co c .— co Q _ CO CNJ en c o CNJ I I ,—, C N J L O r— e n i i [ U D CNJ .. r. = — 1 -, C D — » M -^ca U D C O S= 'T— T— - * • • U D C D T — CNJ t o " O CD CZ ••—x CO - W M " O CO cz — C ca - S C C D INJ C O CD C O C O CD C O T— C O CD C O T — C O uo C O 1 t C D = t d -v — 1 •(— co co - O CD CNJ c o H - * ,ca o c - w co co co J = l • - < C M d -n C I CD -^ JXL CD - o H -CO . r — Z ï N e ; -4-C O r - =* j =* -co r ^ •^t ^ J -c o r J • j -co r-* 4 -i ) 1 1 C O \— c CD CD - Q co i-CÜ 1 3 C O C CD CD *«™-» • . — £_ C CD >^-- O e CD r — CO - C - t -1 • r — S C • CO CD CD CO ••—t -•—' - M CO co ca ._ ,__ i c : o . _• CNJ C D C O CNJ C N J e n c o CNJ CNJ en c o CNJ CNJ e n c o CsJ L 1 1 t r-tjCM U D CD CO -+-' CO ca ex c CD _ Û ca - t - * CD - o O -o £_ CD - o C o . c : co > . co CD •«—» -*-> • CO N ^ : o o 4 -C D 4 -c o ^ t -C D 3 -O -O d -C D - J ~ c o -=f-C D d -( i i l v — T C eu cz CD C L C L CO e x o 1 — =3 _*: » c CD CD C L ca - t - " co co CD - t - * co .,— _^: c: CD S 3 I _ CZft CD CD ^~ CO ca ^n CNJ i t r— L O L O d C N J C N J v -C N J i c r L O L O ^ t O J C \ J r -CNJ « t r U O L O d C \ J ( N J r -CsJ t ( r -- d * y — t t t 1 l ( L O * LO** CNJ CNJ ( L t I [ I t i d -., - , k NJ C D C C N j a i CD 1 — . M - 1 » , C 0 Û _ E '' _ ü CD L O -+-< C N j c a T — t _ -t—1 co - + - • « r - - M J C : c : eu CT e ï -ï - T D CD > - co > C D c o d -c n o o o g L O l U2» c o c o d -CNJ • ( c o c o - d " C N J C D uz) e n CNj O O U D L O I Û f N . C O CNJ CNJ CNJ -—-.—-l ' t C D L O C D U D e n L O 1 c o L O r— r ^ r - i — • « — ' x _ ^ -e n Cl • r— i :a> t -co CNJ t— c o c o CNJ ^— c o c o C N J t — C O co . CNJ ^— c o 1 1 1 l - H ( O J co C D -en C D .. L O e n H H -/C 0 CJ C 3

i -;

O -o en T ^ cz c o CD r— CD v — _e: ^— e ca s— co INJ C _ ^ O s _ • -CD - c : 3 -*-• c co . C D S -C i -CO CD CO CD-CO • — S_ £_ • CD CD i > -^ " - c a H r > j C D S * ^ -i \ — C D , ' e n r - - c o i C D . L O U D . C O t o o i d -T— c o ! e n r - - T — i u D L O U D j e n C v l T — U D ' e n r - C D ] c v j i L O UZ) | T -I C N J ' d -i C N J " c D ' C O [ I t 1 ! O T N - t ! e n c o U D t e n C D v -t C N j c o c o ; .—. ^ r— ' r— r— i i i i r— x — i •*— l ( C l ! t S -^- î -^t-c n i * - i ' L O c o ! c o ! U D ! ^t U D C O C D J U D C Û C D 1 CD r— C O ( C D r— C O U D U D U D ' U D U D U D .i ^ — ' "——' W c j r o H -i -i î — en U D i c o c o c o ] ^ , , •> >^_-' C L C v j t — CNJ v - C D T — T— T— c o T ~ en C N J L O - r— L O C O T — r - CNJ C O d d d -H ^ S - ^ -H - " > > >; O . C N j r— O T— t — e n * - ^ , c v j t— C D -C N J X " O T— £Z C • r^- ca CD H - e n ra - x - E - i E cz e n CD CD C O ^ O J £ -CT* O O - H » cz •— " - co a) r— H - CO - + - ' H _ - H - C : r— CD O CD CO t— i — c r . " c a -_'

(24)

u _ - o o r LZ3 L U C D L U C _ >— "l~ ÏE U J v ^ -c o L U —> !—, C O N £ O d ^ d --=c > N Ü L U e r : C=L L U Q _ C r : zz> zr> CZï Ü L U o r : •*C z a -^ L U « = t nz u_ *=r -=si C D ^ I i, ,i C O C D Ü : b - e i L U L U 1-— ca ca - H O T — -^ C u T — C N J "~-^. x — C L O CNJ - o • ^~ CD - Q L . - * t c z C D cr> cz -t—' co ca a > ;a u c : CD -+-» 0 0 d CD • -— cn e r CD c a £_ CD c a == CD ^-* CZ O c r : i c o " O CD - O £_ -=E CZ CD _^ - ü CD i --+_. so c z CD " O CD " O s_ o o - o CZ CD S_ Z3 C O d -CT> CD e x j L O U D C O C O -tf-CNJ C O r -c o ' * * * ^ 1 - N o L O C D c u C O U D L O U D r— c o CvJ ( N I CNJ I 1 CD L O CD '. L O ( «. C D L O i " — • » * » • — -H ^ - ^ C N J CD i_o r ^ r— £_^^_^, C * d .— ,— a> -+~* c CD _ ï £ -X. CD £_ - 1 — ' 1 CD INt C O . CD c o r— L O c o • - = * - c n C J Ï v— ; •* r~~ L O r o - d - r— C D C D f—- L O c o C O C N J t r i ^— c o r— C D t 1 1 CNJ 1 1 t f CD L O | [ i - d " " r— en T— 1 C D T - c o L D L O L O ^[CM C O 1 L O T — X C O L O - d " t — - d - r— n - - «. C D L O - d - CNJ * r - r \ j n c m d d d -C O c z s= c * co ca e i H ~ > > > C X CNJ y — CNJ O v — T ~ CD CNJ x~ C D D i T - r T -ca i — • ^^ _a -o EZ c o ca . — ca ca e £ Z r-t,C-i CD C O CO L . CD CD •+-* > - CZ • - - O C D C D " C O d -L O L O C D C O 4 -L O CNJ ' CNJ CNJ d -C M c n c o C D CNJ 3 -cn co "-o C D C D T ~ CNJ c o c o r -C D CNJ 1 1 CD L O C D M d -L O r * - c o t — C D ^ — c o L O L O L O -ioi f^* T— CD L O C O c o * c o — —' C X CNJ r ~ O T — T — CNJ ^ — C D c : CD _ Ü _ i : CD £_ -+-• L O r — "CC d -CNJ C O r— c o d -L O C O L O CNJ t C O r— e n e r i — • — CD • * - > cz CD -^ jz: CD £_ _f_j r^ CD M C O -CNJ L O L O C O c o CNJ CD U D r— CNJ 1 ! CD L O C D L O C D L O 1 oo J -C D c o C D CNJ L O co CNJ ! 1 I 1 r-H-f --lira L O r— r— r— CNJ C D C O C O CNJ C D C O C O CNJ cr> c o c o CNJ x — co co d -CNJ 1 CNJ L O LO** [ H O J co L O "^ X r -C D C D C O . s -*• CNJ CD czn i— _ o c o ca cz CD CO CD r C D CD L O 1 1 t C D CD L O 1 CNJ L O f ^ -^~ d -c c a ?~ Q . O ~^^. CNJ - o £Z c a ca £ —iJCM C O CD _+_/ c -°? CNJ L O I r i i ^~ CNJ L O CD C O L O ~ CNJ d -c ca > r » j *— ~*~-^ ^Z c o L O t 1 I I c o c o L O C O C D - d - ~ c o d -c z CO > t — T *"~-—. ' C D t — L D C O CNJ ^ f CNJ C D CD CD CNJ C D C D L O d -C D d J -C D CNJ C O d -C D -C O C N I d -O -O L D CD T— c o c o c o d -CNJ I

s*

CNJ L O ^ — c o CNJ c o L O L O H « i*^* C O Q . O CNJ C O L O C O C O CNI T ^ ^—. r ~ CD C CD CD S_ •+-• L O , c a

(25)

30 -L O C D CZ1 L U C O ce: Z D r— CO m o i — TZ> • f — CD - O L_ -< CZ CD e n cz - w CO ca CD C O cz a> co cz 03 C U cz CD CO £_ CD -+-• CO CD C CD C £ 1 CO - o CD - O c -=c _ co CC -IC 1— —' cz CD _*: _*: CD E_ 1 — CZ O * o L . CD " O £_ O O - o cz CD t _ 3 C Q H - ' 1 czT C D T -H - ' , c a t o o _*: o o er o ~*~' x — c s j ^— er CD CO o _*; o o c o ^ ^— d -c o x — J - ~J-T d -c o 1 — C D CSJ 1 I I C D CSJ !— 1 C O L O c CD CT> CO - a L O CS] *~ e n ca " O 5 -CD s_ 13 3 -4CM - o • ^ -CD _ o t _ CO t C D ~ d -T — 1 1 1 l C D J -l 1 _^: • i — =3 ï _ _ o S_ CD > 1= O O £_ -*-" c o . c o C D ~zt t — C O C D d -T~ t 1 [ l ,— C O cz CD H -1 O 3 CZ CD CZ CD -+-* CO C U . c o L O C O 1 1 1 l c o u n •. c o 1 CSJ C D L O C D L O "!— M - " C CO > - o . c ' co ' co E <-^CM co - t -1 • cz co Q Z . L O 3 -c n cr> L O i CSJ c n L O ^ t -r o i l 1 O * L O C O •ï— P O u o • 0 c o d -0 3 CO CO -f-* o 1 — 0 1 co - ü 1 — CZ CD _*: _ i : co £_ -+-* L O CZ ca H - * t C D C D H^ , £ 0 CO CO J * o o c : . o - 4 ^ C D ^— s— CZ CD H -t o O _* JX. O G - M C O r. CD L O ^~ c o * C D L O Y ™ ^ CSJ t r i C D C D t — i r-iJW r— L O CZ CD c n co - o L f ) •* -e n co ~ o t _ Cü Q -c_ 3 3 H o * - C 3 CO - O L -co ( C D c s j T — t 1 I I O CSJ 1 — 1 i -^: »- 3 £_ _ a t _ CO •> s o o t -C O , o g L O r— C D C \ ) L O r*-C D I 1 l c r-4CM CSJ cz CD c~ O 3 r ™ C CD C CO - 4 - ' CD C O . C73 v ~ C O t t 1 l C D C O 1 OsJ t — c n CNJ L O cz CO > - o cz co co e H < N CD - 1 - ' c CD e r : • . c o CSJ c o L O ' CSJ 1 — O ) C D C O 1 ( 1 C D CSJ CSI i — co CO ra o L O t — C O T~ -C D L O v — CSI T 1 1 C D C D I ^ O J r— L O cz CD c n co - a L O Ï — T— c n CO - o o . L . 3 3 r-iOi - o CD J D £_ co U 1 C D (ZJ t H -/CO CO co _ ü o o cz • o H - " C D ^~ c CD H - ' CO o -SE _*: o o - w on » -( C D C D 1 1 I I C D C D ( 1 JxZ 3 S_ - Q £_ CD > E O 3 «_ -*-* o o , C S I CSJ L O r -c;") CSJ L O r*~ <ZT> t I r t •-ITVJ L O CSJ £= CD -t~*. _cz CJ ^ 3 CZ CD CZ co - h ^ CD C D -. C O -^ t — c o l [ I t T T -C O 1 CSI \— cn C D L O . M -CZ ca > - o cz ca co E -H^N CD - H * CZ co C d 4 -L O CSJ CSJ L O ^ CSJ • * " " czo C D c o t 1 [ CD C D Ç S I c o " ^ d -Ç O co ra o L O CS] L O

(26)

^ U J U J C O r C O o co C O "*—-' C O co ca C O O *~ C Ü U J CL, •» U _ __, L< . ' . O U J C O U J C l _ >-— U J ^r T ^ " U J co C 3 C O co S I C i U J :> U J — 1 u_ -=c U J co co co co t — 03 c o -*-* o h — -C o CNJ *— o . o CNJ r^~ - o 0 5 . O s_ < t SU CU o* '•— H - * co c a • — o C Q cc CD H - * co c CD en c <x> ca 1 _ CD - t - " ca == CD _+_! c : CD c c : 1 c o TD <D -Cl £_ *< £ r CD -o £_ CD ~a £_ o o " O c CD c_ UJ ~^-L O " T— r— 4 -L O ^— r~~ ~ 3 -L O " CNJ r— d -t L O 1 — co I d -_*: s_ CD e n , CD r> ^ z s o H—' d CD £_ CD O . ro o . cz CD CO CO o J O e r CD - o .< ! • — •+-» c : £_ c o o CL. * c o c c z CD CO _ ü i -_ * : - M C D " co CNJ r— co d -co co co -=f" CNJ [ - * • C O 1 ^ - C O 1 t 1 co" co" co" -et- O U c o . * » > > > ; t - s . ^ « . fc-Jï. ; U D L D KJD C L CNJ v — O x — v — CNJ ^ — c o • ; c CD » - t -1 ; CO O _*-" e n sr: *^— i — r— CNJ r— U D CNJ CNJ C O C D CNJ CNJ r— d -co -co - d - CNj i •, -co r— '-o u O r*~ • c o d -cö H_> O 1 —

(27)

- 32 co CD co —> en L U CJD •22* t_i_l CL. U J C D Cri CT3 =CZl co L O / C O ( O <D —^ CO _*: Z ï -*-> CO CD CNJ m L O CNJ L O L O CNJ C O un co L O L O CNJ CNj O L O co L O CXI L O LO CNJ j -co L O LTD L O CNt LO LO CNJ CNJ L O L O L O L O en LO M ça -+-' co 1— CD - o - o E 0 3 -*-* -ic: n TD o L -- d " 1— C D X L O CNJ CNJ CNJ •» C O X L O CNJ tz C O ) - + - " co o - i C co en c ï_ CD > CD CD CD v— t _ CD O . r— L O B . CNJ CNJ N (13 - H CO n —. eu •—* = 3 • < - CD ••— 1— r— oo CNJ L O O C D i p - . » O CNJ d -co co r -CNJ L O m co CNJ co -et* en -d-L O O » C D L D d -co co L O CNJ CNJ L O L O L O L D CNJ L O

(28)

L U * ~ } OC C 3 L U C D L U o _ >-l— C D C D c e : CJU « •=^ L U 1 L U . C D u l SES u u — 1 — 1 3 c a C D c e L U S = - c e r - o oc m — > c a y L U C O C D : * £ Q T •< - < c — > S T L U ^ L U C O ~-~ OC L U C O L U ;> 1 — r c C D l"*0 r-f L U >-C D

I

•<c i H -CO m C D c o co -*-• o i — " O • f— CD - O C -CC c CD e n c -+-CO CO CD C O c CD •+-> c o c CD • r— CD. c : CD c o c CD _ 4 _ , CO y — CD* £Z > • i — C - £ Z O CO M -- a : CD ' -*-' c : CD c e CD e n CO -*-> c CD O £_ CD C L C D TD £_ CO CO s = ï 3 CD • r— ^ C CD U x : U £ CD C H - ' r— - C H - * u * : • ^ s_ — 3 < 3 CD " O - ^ - X C CD CO U-_ e : -+-• - o 3 O - C c : s_ CD CD e n - o • •— c : CD o CD TD £_ CD " O £_ O O - o il ç— O CO H -CO CT> r * -L O C D e n c o e n •. L O C O 4 -C D C O CSJ r— _ C O r o t 1 i i L O * r— c o t i CD C D L O 1 — CSJ S CD CNJ T— ^= X C D S ~ v — CO - co " O JzC e. u c O CD L O 1 • J -C D C D C O L O l v — en t C D d -c n C D C O L O C O L O L O L O ~ d -r— d -r— - d " CDD L O L O C O > ~ D [ C O CDD C O T_ CO ca _*: c V D •«CD C CO > *-$. C D CO 3 c : E C O U D C-O L O L O C O L O C O L O L O 1 C O C O ^ T ~ t L O " C N J C D U D r~~ c o C M C D O J C O c d -( C D d -CDD L O CO • -— 3 - C CD CD _*: X CD c : c a s_ 3 3 J Z ; O CO c z CD £ CD O CXJ I ^ j -L O ^ d -CNJ C O T— C D C O C O r -t CD d -C D t C D L O d d -r— CD i — r d -CSJ c o > - o 1 C D C D C O C D T— _* O o CO CD O -e n c e £_ CO .=* S -.CD > CD r— CO t -- f -- ' C l 1 C O c o T— ) 1 ( I C D c o 1 C D r*-i C s j d -L O C D e n L O î= L O C D e n L O -C D L O L O d -I L O •t— ^ I L O T— l C D C O C D C D d -r— L O c o "--^. o o ^ Ç . L O 1 CD CD d -^— CD > • — .-t— CO 1— c o - M co I Z .— CD J C o c o • _ ^ -s_ - t - J - Ü CD L O T— 1 CD C O L O L O CO _ x : 3 -4-j CO C D C D o o L O •. c o CD -t-< . CO • •— u s : -^ CD t < b L O C O c o ( I d -cn C D 1 C D L O c o C O C D - d " ^~ U D 1 CD ,—*--*• i — CD CD - a CD —^. C s j • » C L S O O -c : o • * - • c L O c o L O o o ^~ L O C O L O c o C D c o o o r— t v — ^ 3 " d -i L O CNJ C D ^-~ L O L O L O L O t L O CD CvJ C s j CO _ x 3 CO C D C D r— •. c CD u s : -^ co a r a c o c o c o C^J L O C D o - o c o CNJ L O CD C O L O L O d -^ — • [ r— c o O J i L O L O r * r * d -L O L O L O C O > - o 1 L O ca \— CD-CO _ c o co - o CD CD L . CD e n c : CD c o L O C O v ~ r -L O o o ^ r— d -L O L O • d -» en L O c o n c o c o L Q L O CD \— L O L O C O 1 — C O C v l e n e n c o r— e n c o -4-o -4-o c o L D L O ^~ I C O r— CNJ r— d -, 03 CC •+-> O ( — C O CD C O C L H -c : m . X . v i CD C - w L O < î c o CD r-— U ) r ^ c o T— c o c o c o L O c o I m O-) ~ d -c n d -L O C N ) L O L O C N J d r * -r o c o r n ^ C D r— r n l . O o ^ , > ..— T D l C O e n e n c o c : CD > O - O c o co Ü ) r -L T J d -B . C O C D C D C N J d -C O C O C O r— c o d -c o L O m L O C D C O c o l I 1 C D Lf ) 1 C O c o ~ d -L O L O e n c o 4 -U ' i L O e n e n n d -L O C O t d -L O C D C D L O CNJ T t L O e n ' r— C D ^~ C O 4 T -c o CSJ I cr> L O i — U D c o ï = C D Lf ) C O \—< TD C O L C ' J I r— r— d -co 3 CO r o c o •. c o a ? * • — > t o Y Y CD L O C O L O *— CNJ L O C O L O ^~ C O c o c o T -U D I C O I — c o 1 C D L O d -cn CD r— L O L O L O I CD en c o c o Y 3 en CD CD L O c : CD Y Y CO <~i CO c a T — c o e n c o c o T — c o c o L O c o c o c o d -L O L O • * ~ C O d -c o C D C O -4-** c o 1^— c o C O

s

L O r -c o r~-C N J 4 -CSJ c o CNJ c o CSJ en CD en d -! C O S d -co ca •+-' o y~ -X _ * co ( Z CD U £ _^r CD u . LT3 c > c - o en r— r -c o T— C O c o c r i c o L O C O C O r -i e n e n d -O - ) 4 -L O C O L O L O CSJ d r -c o c o c n ^ c n r -en en , > •*— - o c o o - > 0 5 C O c CD > O - Q CO co en r -L f > d -•. c o r n d -c o C D C O C O r ^ m c n c o d -CNJ e n L O e n d -C D C O ( l 1 I C D c>o co J -r n CNJ C O c o ^ 1 -r n c o U D r— CSJ c o 1 c o en i C D t r o U D LC) C D C O c o Y— c o CSJ 1 C D C D r D L O CSJ - s C~> C î CSJ r— - a c . o ! H L O l C D L O e n c o co 3 CO C D C D ^ h - d ~ •. c o CD • •—i - t - * CO Y Y • CD x — C D C O v — v -CD C O L O en CD L O ' L O t — C O I L O r~~ C O r— L O C N r— d -L O I L O r— L O n — CO Y 3 H - * C O CD £rf C CD v v CO , . n t o 03 C O c n c n CD L O C D C N J L O d -T C O CNJ L O c o c o CD CSJ c o e n d -C D C O L O C D U D C D L O L O CSJ L O r— CN) en d -C N J r * -L O C O d -C O L O c o d -x — 1 c o c o L O c o d -CÜ co -+-' o CSJ C L M— U D CD CSJ

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als Waszink in de toekomst ook een vertaling van het tweede deel, de Historiae, publiceert dan zouden concretere vertaalvoorbeelden overtui- gender kunnen aantonen dat vorm en inhoud

Het landbouwbedrijf vertoont vele variaties in verband met grondsoort, bedrij f sgrootte, kennis en aanleg van de boer e.d. Het moet daarom niet mogelijk geacht worden

wel zeggen dat het zuiden iets vroeger is dan het noorden, dat de lage en vochtige ge- bieden wat achteraan komen en dat men in de akkerbouwstreken op de zeeklei( ook in het

Als echter de program planning gezien wordt als een voorbereiding van niet wiskundig geschoolden op het toepassen van de lineaire programmering dan draagt de program planning

Observeer tot de volgende ochtend: • de evolutie van de diarree • optreden van alarmsymptomen • urineproduktie Voorzie: • extra vochtinname • restenarme voeding •

Indirect was het doel van de agenda om op landelijk niveau aan te tonen dat stadslandbouw leeft; door de agenda te ondertekenen laten steden immers zien dat ze serieus met

In deze studie hebben we de positie van jongeren op agrarische bedrijven in Nederland belicht, waarbij we in het bijzonder aandacht hebben besteed aan of jongeren al dan niet

Hierbij werd de verras- sende waarneming gedaan dat er een correlatie bestond tussen resis- tentie van de plant tegen de schimmel en gevoeligheid voor de door deze