• No results found

Operationalisering van kennis over zouttolerantie van landbouwgewassen in Waterwijzer Landbouw

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Operationalisering van kennis over zouttolerantie van landbouwgewassen in Waterwijzer Landbouw"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Waterwijzer Landbouw

3 Zilt Proefbedrijf Texel

1797 RA Den Hoorn

Contact: adevos@saltfarmtexel.com T + 31 (0)6 12 42 66 39

www.ziltproefbedrijf.nl

Operationalisering van kennis over zouttolerantie

van landbouwgewassen in Waterwijzer Landbouw

Achtergrond

Landbouwgewassen kunnen gedurende het groeiseizoen schade

ondervinden als gevolg van te veel zout in de wortelzone. Zout kan via beregeningswater of via capillaire opstijging worden aangevoerd. In

de literatuur en de praktijk is veel kennis te vinden over de zoutgevoeligheid van verschillende gewassen. In Waterwijzer Landbouw wordt de kennis hierover geoperationaliseerd.

Resultaten

Voor de periode 2012 – 2015 is het model SWAP-WOFOST toegepast op proefveldgegevens van de aardappelvariëteiten Miss Mignonne en Achilles met, vooral in 2015, een goede overeenkomst tussen

gesimuleerde en gemeten opbrengsten van de verschillende zoutbehandelingen.

Kennis uit de literatuur

Voor de periode 1986 – 2015 is een analyse uitgevoerd waarbij per run wordt beregend met een constant zoutgehalte in het beregeningswater. De gesimuleerde zoutschade per run in de afzonderlijke jaren hangt

sterk af van de hoeveelheid beregening, dus van de droogtegraad van de afzonderlijke jaren. Daardoor treedt een grote spreiding op in

opbrengstreducties. Maar de mediaan van de opbrengsten neemt af met toenemend zoutgehalte in het beregeningswater.

Operationalisering in Waterwijzer Landbouw

In Waterwijzer Landbouw wordt een relatie gelegd tussen een

meetbare grootheid zoals het Elektrisch GeleidingsVermogen (EGV) van het beregeningswater en de zoutschade. De EGV kan worden omgezet in een zoutgehalte. Voor berekening van de zoutschade wordt het model SWAP-WOFOST gebruikt. In dit model wordt de zoutbalans van de wortelzone bijgehouden. Met een -per gewas te specificeren- relatie tussen zoutgehalte in de wortelzone en reductie van de wateropname van de plantenwortels wordt met SWAP een

reductie in gewasverdamping berekend. Via WOFOST wordt een reductie in gewasopbrengst berekend.

Figuur 5. Boxplots met SWAP-WOFOST

gesimuleerde relatieve gewasopbrengst bij

oplopende zoutconcen-traties in het irrigatie-water gedurende de

periode 1986 - 2015, met in het oranje Achilles en in het blauw Miss Mignonne. In het grijs is de relatieve gewasopbrengst

weergegeven indien er geen beregening

plaatsvindt

Conclusies

Toetsing van met SWAP-WOFOST gesimuleerde gewasopbrengsten

aan proefveldresultaten van het Zilt Proefbedrijf Texel levert plausibele resultaten. Het model is dus geschikt om voor Waterwijzer Landbouw de effecten van zout in het beregeningswater of van zout in het

ondiepe grondwater op de gewasopbrengsten te operationaliseren.

Toetsing aan proefveldresultaten van het Zilt Proefbedrijf

Op het Zilt Proefbedrijf Texel worden sinds 2012 proeven gedaan waarbij, door toediening van water met een verschillend EGV, het zoutgehalte in de wortelzone per behandeling vrijwel constant is

gehouden gedurende het groeiseizoen. Aan het eind van het seizoen is de opbrengst aan oogstbare delen bepaald.

In Van Bakel et al. (2011) en Stuyt et al. (2016) zijn resultaten van literatuuronderzoek, expertkennis en praktische ervaringen

beschreven. Met die kennis kan per gewas een relatie worden gelegd tussen zoutgehalte in de wortelzone en de opbrengstreductie.

Bij het waterbeheer in Nederland gaat het om de relatie tussen het zoutgehalte van het beregeningswater (of grondwater) en de

opbrengstreductie. Door de wisselende weersomstandigheden en de grote verschillen in bodemeigenschappen is die relatie zeer variabel.

Figuur 2. Grafische weergave van de zouttolerantiedrempels met hun

betrouwbaarheidsintervallen (Stuyt et al., 2016)

Martin Mulder 1

Soil, Water and Land use

Jan van Bakel 2

De Bakelse Stroom

Figuur 1. Relatie tussen de EGV en de relatieve gewasopbrengst

(Maas et al., 1970)

Figuur 3. Gewasontwikkeling in ton ha-1 bij

verschillende zoutbehandelingen, met in het groen en zwart resp. de potentiele en actuele gewasontwikkeling en in het rood de

geobserveerde gewasopbrengst (aardappelvariëteit Achilles)

Figuur 4. Reductie in transpiratie als gevolg van te zoute omstandigheden in mm d-1 bij

verschillende zoutbehandelingen (aardappelvariëteit Achilles)

1 Wageningen University & Research

Postbus 47, 6700 AA Wageningen Contact: Martin2.Mulder@wur.nl T + 31 (0)317 48 65 81 2 De Bakelse Stroom 6708 NW Wageningen Contact: Jan.van.Bakel@hetnet.nl T + 31 (0)6 22 45 24 78 www.debakelsestroom.nl

Beregenen met zout water

Gewassen verschillen sterk in zoutgevoeligheid. Specificeren kan met • zoutschadedrempel en;

• Schadegevoeligheid.

Hoe gevoeliger het gewas, des te lager is de zoutschadedrempel en des te hoger de zoutschadegevoeligheid.

Arjen de Vos 3

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Meneer Saddal legt op de laatste trainingsdag van week 10, als hij een halfuur lang zonder onderbreking kan hardlopen, een veel grotere afstand af dan op de eerste trainingsdag

[r]

[r]

Beide instrumenten kunnen tegelijk worden ingezet voor een integrale optimalisatie van de waterhuishouding van een gebied, waarvan zowel landbouw als natuur profiteren. De

De onderstaande woorden zijn uit de tekst verwijderd: endurance runners, heel-first runners, toe-runners. 2p 41 Geef aan waar deze woorden oorspronkelijk in de tekst

Citeer uit het voorafgaande (vanaf regel 48) een Latijns woord dat hetzelfde aanduidt als quam.. Citeer uit het vervolg (t/m caelum regel 59) een Latijns woord dat

nieuws Voor veel voorzieningen is een flink aantal open standaarden relevant: voor de dit jaar onderzochte voorzieningen gemiddeld 12,3 standaarden per voorziening?. Van de

Each period the agents are engaged in Bertrand competition in a strategic environment determined by their past advertising e¤orts and the current advertising decisions, both taken