• No results found

MULO-B Meetkunde 1950 Rooms-Katholiek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "MULO-B Meetkunde 1950 Rooms-Katholiek"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Uitwerkingen Mulo-B Examen 1950 Meetkunde Rooms-Katholiek Opgave 1

In driehoek

YBM

c geldt tan

12

5

c

YBM

waaruit volgt dat

67 22'

0 c

YBM

en dus

 

B

45 14'

0 . Zijde AB is dan ook bekend, want CZ = s = 21 zodat BC = a = 16.

In de rechthoekige driehoek

CM Z

c geldt

1

12

tan

2

21

c

M Z

C

CZ

 

waaruit volgt dat

1

29 44

0 '

2

 

C

en dus is nu de tophoek van driehoek ABC bekend;

 

C

59 29

0 0.

Dan geldt ten slotte

 

A

180

0

45 14 59 29

0 '

0 '

75 17

0 '

Om zijde AB te berekenen, kan de sinusregel dienen. Deze levert op

16

0 ' 0 '

sin 75 17

sin 59 29

AB

waaruit volgt dat AB = 14,25

5 12 X Z Y Mc C A B

(2)

Opgave 2

Driehoek BCD is direct construeerbaar. Omdat de oppervlakte van driehoek BAD twee keer zo groot is als de oppervlakte van driehoek BCD, is de hoogtelijn vanuit A op BD twee keer zo lang als de hoogtelijn vanuit C op BD. Zie de gestippelde lijnstukken op diagonaal BD.

Punt A ligt dus op de lijn die evenwijdig is aan BD, aan de andere kant als punt C, en op een afstand die gelijk is aan tweemaal de lengte van de hoogtelijn vanuit C op BD.

Lijnstuk BD wordt vanuit A gezien onder een hoek van (ongeveer) 600 en daarmee is de ligging van punt A

op een boog van een cirkel met BD als koorde vastgesteld. Deze cirkel is te construeren met behulp van de basis-tophoek constructie. Zie hiervoor het algemene gedeelte dat aan deze uitwerkingen is toegevoegd. Hiermee is de ligging van A als snijpunt van de eerder beschreven lijn en de cirkel bekend.

Er zijn twee mogelijke locaties voor het punt A; er is slechts 1 mogelijke vierhoek getekend.

A

2

A

1 E A D C B M

(3)

Opgave 3

1) Uit de gelijkheid van de hoeken BDA en BCA volgt de gelijkheid van de hoeken ADF en BCE.

De zijden rond deze gelijke hoeken hebben beide de verhouding 1 : 2, waaruit de gelijkvormigheid van de driehoeken ADF en BCE volgt.

2) Uit het voorgaande resultaat volgt de gelijkheid van de hoeken AEB en AFB. De vierhoek ABEF is dan een koordenvierhoek.

3) In koordenvierhoek ABCD zijn de hoeken ACD en ABD gelijk. Om dezelfde reden zijn in koordenvierhoek ABEF de hoeken AEF en ABF gelijk.

De conclusie is dan dat de hoeken ACD en AEF gelijk zijn, waarmee de evenwijdigheid van CD en EF is aangetoond. B A C D E F

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

We are testing the applicability of optically stimulated luminescence (OSL) dating to storm surge deposits, using an example from the North Holland.. The use of OSL dating for

Er is een zekere, maar niet significante, correlatie tussen deze twee variabelen in het Volkerak (R 2 =0,44) en in het Zoommeer (R 2 =0,60), en helemaal niet in het Hollandsch

Due to the fact that PCBs and dioxins cause extensive problems in the Dutch rivers and the fact that the mobilisation and emission of these substances from sediment to surface water

Based upon previous studies and newly acquired data, we suggest a new glacial model of the Hondsrug area: a complex of megaflutes as a result of a Late Saalian ice stream with a

It can be observed that there is no apparent influence of the direction of loading on the undrained shear strength values - both at peak and at 40% shear strain - with the test data

Op basis van een aantal criteria en overwegingen, is een keuze gemaakt uit een aantal locaties (dwarsprofielen), zodanig dat wordt verwacht dat de activiteiten zoals genoemd in het

It is important to understand which online technologies students use and how they use these technologies, in order to establish whether the teaching tools used in class be

Lead-Time focus Shorten lead time if it does not increase cost Invest aggressively in ways to reduce lead time Product-design Strategy Maximize performance and