• No results found

Teelt van tulpen in Frankrijk : verslag van een studiereis gemaakt door de A.G.G. Tulp naar Frankrijk

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Teelt van tulpen in Frankrijk : verslag van een studiereis gemaakt door de A.G.G. Tulp naar Frankrijk"

Copied!
42
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

TEELT VAN TULPEN IN F!

BIBLIOTHEEK

PPO sector Bloembollen Postbus 85

2160 AB Lisse 0252 462121

Verslag van de s t u d i e r e i s gemaakt door de A.G.G. Tulp naar Frankrijk.

Lisse, december 1988

LBO-rapportnr. 68

(2)

Biz.

INLEIDING 4 1.1. Samenstelling reisgezelschap 4

1.2. Doel van de reis 4 1.2.1. Teelt van tulpen voor de Nederlandse broeierij 4

1.2.2. Bloemenproduktie van de zogenaamde Scheepers-sports

E.L.T. 5 1.2.3. Bezoek aan onderzoekinstellingen en bloemenveiling 6

1.3. Reisschema en organisatie 6 ONDERZOEKSTATION C.N.I.H. TE ANGERS 8

2.1. Algemeen 8 2.2. Outillage van het C.N.I.H. te Angers 8

2.3. Onderzoekprogramma C.N.I.H. 9

2.3.1. Algemeen 9 2.3.2. Kwaliteitsverbetering van vegetatief vermeerderd

materiaal 9 2.3.3. Onderzoek naar de bewaring en teelt van bolgewassen 10

2.3.4. Gebruikswaarde-onderzoek 10 2.4. De rol van Frankrijk in de bollenteelt 11

2.4.1. Visie van het C.N.I.H. op de huidige en toekomstige

situatie 11 2.4.2. Enkele statistische gegevens 12

TEELTGEBIED CESTAS (BORDEAUX) 13 3.1. Ligging en klimaat 13 3.2. Bedrij fsopzet 13 3.3. Bodem en bemesting 14 3.4. Teelt 14 3.4.1. Teeltplan ' 14 3.4.2. Schuuraccomodatie 15 3.4.3. Fust 15 3.4.4. Planten/oogsten 15 3.4.5. Beregening 15 3.4.6. Teelt en verwerking 16 3.5. Algemene indruk 16

(3)

4. TEELTGEBIED SOUSTONS (BAYONNE) 17

4.1. Ligging en klimaat 17

4.2. Bedrij fsopzet 17 4.3. Bodem en bemesting 17

4.4. Teelt 18 4.5. Serres d'Angresse te Hossegor 18

5. TEELTGEBIED CARPENTRAS (AVIGNON) 20

5.1. Ligging en klimaat 20

5.2. Bedrij fsopzet 20 5.3. Bodem en bemesting 20

5.4. Teelt 21 6. BEZOEK AAN DE VEILING MARCHÉ FLORAL MÉDITERRANÉEN TE

OLLIOULES 22

7. TEELTGEBIED HYÈRES (TOULON) 23

7.1. Ligging en klimaat 23 7.2. Teelt van enkele late tulpen 23

7.3. Bedrij fsbezoeken 24 8. REGIONALE PROEFTUIN S.C.R.A.D.H. TE HYÈRES 26

8.1. Algemeen 26 8.2. Bezichtigde proeven 26

8.3. Bloembollen- en bolbloemenonderzoek op het S.C.R.A.D.H. 27

9. SAMENVATTING 29

Bijlage 1. Onderzoekactiviteiten van het C.N.I.H. Bijlage 2. Cijfermatige gegevens over de bollenteelt in

Frankrijk

Bijlage 3. Analyseverslag grondonderzoek

Bijlage 4. Artikel Vakblad voor de Bloemisterij 17(1988): Frans geteelde tulpebollen nog steeds gewild voor de vroegbroei (voorlopig reisverslag)

(4)

1. INLEIDING

1.1. Samenstelling reisgezelschap

Vanuit de ambtelijke gewasgroep (AGG) Tulp werd de behoefte gevoeld om meer kennis te verkrijgen van de belangrijker wordende teelt van tulpen

in Frankrijk. De AGG's zijn overlegorganen tussen onderzoek en

voorlichting, en zijn onder andere verantwoordelijk voor het leveren van de informatie voor de diverse voorlichtingsrubrieken, brochures, artikelen etc.

Vanuit deze groep namen aan de reis naar Frankrijk deel:

- Peter Wolters van het Laboratorium voor Bloembollenonderzoek te Lisse; - Niek Smit van het Consulentschap voor de Tuinbouw te Hoorn;

- Gerard Schaap van het Consulentschap voor de Tuinbouw Midden-Ho11and te Ter Aar;

- Wim Granneman eveneens van het Consulentschap voor de Tuinbouw Midden-Holland te Ter Aar.

1.2. Doel van de reis

Het doel van de reis was drieledig. Er was ten eerste behoefte aan meer kennis van de teelt van tulpen in Frankrijk voor de Nederlandse broeierijmarkt. Daarnaast is de de bloementeelt van de zogenaamde

Scheepers-sports bij Toulon voor ons zeer interessant en tenslotte wilden we op de hoogte raken van het tulpenonderzoek in de te bezoeken gebieden. Deze doelen worden hieronder nader toegelicht.

1.2.1. Teelt van tulpen voor de Nederlandse broeierij

Nederlandse broeiers en exporteurs hebben een nog steeds groeiende belangstelling voor bollen die zijn geteeld in een warmer klimaat. Dit met het oog op de vroegbroeimogelijkheden van deze tulpebollen. De te bezoeken gebieden in Frankrijk behoren tot de warmste waar nog tulpen kunnen worden geteeld. De vervroeging van de bollen is hier ook het grootst. De problemen met de teelt (groei, ziekten) zijn hiermee echter evenredig. Om bijvoorbeeld de leverbaarproduktie op peil te houden moet regelmatig nieuw plantgoed van wat grotere maten uit Nederland worden aangeleverd.

(5)

5

-Bestudering van deze teelt is van belang om:

- telers (broeiers) in Nederland meer inzicht te kunnen geven in de kwaliteit van de broeibollen afkomstig uit de verschillende Franse teeltgebieden.

- meer kennis over de groei van diverse tulpecultivars in een warm klimaat te verzamelen.

Enkele klimatologische gegevens van Nederland en een aantal plaatsen in Frankrijk staan in tabel 1.

Tabel 1. Gemiddelde temperatuur per maand en aantal uren zonneschijn op verschillende plaatsen in Frankrijk, vergeleken met Nederland.

oktober november december januari februari maart april mei ïuni Bloempro« Nederland De Bilt tempe -ratuur 10,0 5,9 3,9 1,7 2,0 5,0 8,5 12,4 15.5 iuktie uren zon 56 69 127 164 211 223 Bretagne Brest tempe-ratuur 12,0 9,0 7,0 6,1 5,8 7,8 9,2 11,6 14.4 uren zon 66 85 142 189 220 209 van de zogenaamde Loire Nantes tempe-ratuur 12,2 8,2 5,5 5,0 5,3 8,4 10,8 13,9 17.2 uren zon 76 96 163 201 235 247 Les Landes Bordeaux tempe-ratuur 12,7 8,4 5,7 5,2 5,9 9,3 11,7 14,7 18.0 uren zon 81 103 174 210 229 253 Scheepers-sports (E.L.T Middel Marsei tempe-ratuur 15,0 10,2 6,9 5,5 6,6 10,0 13,0 16,8 20.8

A

. Zee Lie uren zon 134 157 208 251 281 323

De zogenaamde Scheepers-sports zijn tulpen die behoren tot de enkele late tulpen. Deze tulpen staan sterk in de belangstelling in verband met de zeer grote afmetingen die ze in Frankrijk bereiken. Deze tulpen worden met name rond Toulon geteeld. Een deel van de bloemproduktie wordt naar Nederland geëxporteerd en brengt hier zeer hoge prijzen op.

(6)

Nederlandse broeiers zijn dan ook zeer geïnteresseerd in de

mogelijkheden van deze (bloemen)teelt. Tot op heden levert deze teelt onder Nederlandse omstandigheden grote problemen op. Het doel is vast te stellen welke factoren de oorzaak zijn dat deze teelt in Zuid-Europa wel en in West-Europa niet goed tot zijn recht komt.

1.2.3. Bezoek aan onderzoekinstellingen en bloemenveiling:

Het doel van deze bezoeken is inzicht te verkrijgen in de aard van het onderzoek met betrekking tot de teelt en broeierij van tulpen in de verschillende teeltgebieden. Het bezoek aan de bloemenveiling heeft vooral tot doel meer kennis te verkrijgen over de kwaliteit en het sortiment van de daar geproduceerde tulpen.

1.3. Reisschema en organisatie

Vanwege de grote afstanden tussen de verschillende reisdoelen, de grotere mobiliteit en uit oogpunt van kosten, werd besloten de reis per auto te maken. In totaal werd circa 4.000 km afgelegd in 7 dagen. Vantevoren werden vanuit Nederland de meeste hotels geboekt (bij de betreffende telers werden adressen opgevraagd). De reis werd financieel mogelijk gemaakt door vooral de vergoeding van de Directie Akker- en Tuinbouw. Onze dank gaat vanwege ondersteuning van de aanvraag uit naar: Directie L.B.O.; ir. J.J.J. Langeslag, C.A.D.; ir. H.G. Bus en ing. F. van Houts van CT Midden-Holland en ir. M.J.G. Timmer van CT Hoorn.

Reisschema (zie ook kaartje op pagina 7): - zondag 6 maart: reis Lisse - Angers

- maandag 7 maart: v.m. C.N.I.H. Angers, n.m. reis naar Cestas

- dinsdag 8 maart: v.m. teeltgebied Cestas, n.m. reis naar Soustons en bezoek teeltgebied aldaar.

- woensdag 9 maart: v.m. bezoek teeltgebied Soustons, n.m. en avond reis naar Carpentras.

- donderdag 10 maart: v.m. bezoek teeltgebied Carpentras.

- vrijdag 11 maart: bezoek veiling Ollioules, teeltgebied Hyères en Proeftuin S.CR.A.D.H.

(7)

7

-• - gebieden met tulpenteelt

(8)

2 . ONDERZOEKSTATION C . N . I . H . TE ANGERS

2.1. Algemeen

Op de eerste dag van onze studiereis werd het C.N.I.H. (Comité National Interprofessionel de l'Horticulture) bezocht. Met de heer Alain Mevel

(Coördinator bloembollenonderzoek) werd van gedachten gewisseld over de positie van de Franse bollenteelt. Tevens werd ons een indruk van het

station te Angers gegeven.

Het C.N.I.H. is gevestigd in Angers in het Loire-gebied. Deze vruchtbare streek ligt ten zuidwesten van Parijs en heeft een over het algemeen wat warmer klimaat dan Nederland. Naast de beroemde druiventeelt begint zich

in dit gebied ook bollenteelt te ontwikkelen. Het landelijk proefstation van het C.N.I.H. houdt zich bezig met onderzoek voor drie takken, te

weten:

- snijbloemen - boomteelt

- bloembollen- en potplanten.

Op dit proefstation wordt voornamelijk praktisch gericht onderzoek op het gebied van bloembollen en potplanten uitgevoerd. Daarnaast worden, onder leiding van het C.N.I.H. een aantal demonstratieproeven uitgevoerd op lokale stations of op praktijkbedrijven. Bij deze demonstratieproeven wordt onder andere gekeken naar de gebruikswaarde van diverse bestaande en nieuwe tulpecultivars. Het meer fundamentele onderzoek wordt in samenwerking met het I.N.R.A. (Institut National de Recherche

Agronomique) te Landerneau (onderzoekers: Le Nard en Cohat) en met de in Angers gevestigde universitaire onderzoekinstituten uitgevoerd. Het weefselkweekonderzoek wordt eveneens in samenwerking met deze instituten en met een groot particulier weefselkweekbedrij f te Angers uitgevoerd.

2.2. Outillage van het C.N.I.H. te Angers

Voor het onderzoek heeft men de beschikking over onderstaande outillage. 2 Potplantenonderzoek - 480 m laboratoriumruimte 2 - 1658 m kasruimte 2 70 m klimaatcellen (3 stuks)

(9)

9 -2 Bloembollenonderzoek - 380 m laboratoriumruimte 2 651 m kasruimte 2 135 m klimaatcellen (5 stuks)

Het totale complex omvat 3 ha. De financiering van het proefstation komt tot stand door een systeem van heffingen op de omzet van

sierteeltbedrijven, bloemenwinkels en tuincentra. Op het proefstation zijn twee onderzoekers en een onderzoekcoördinator verantwoordelijk voor het onderzoekprogramma.

2.3. Onderzoekprogramma C.N.I.H.

2.3.1. Algemeen

Het onderzoek richt zich in hoofdzaak op drie thema's te weten: - kwaliteitsverbetering van vegetatief vermeerderd materiaal, - onderzoek naar bewaring en teelt van bolgewassen en

- gebruikswaarde-onderzoek.

Hieronder volgt per thema een opsomming van de activiteiten. Voor een meer gedetailleerd overzicht van de onderzoeksactiviteiten wordt verwezen naar bijlage 1.

2.3.2. Kwaliteitsverbetering van vegetatief vermeerderd materiaal - Ontwikkeling van aangepaste toetsmethoden voor de detectie van

Erwinia chrysanthemi, mozaïekvirus en komkommervirus in Dahlia, met behulp van de Elisa-methode.

- Virusvrij maken van Dahlia door middel van in vitro vermeerdering. - Warmwaterbehandeling bij gladiolen ter bestrijding van Fusarium en

Stromatinia (droogrot).

- Ziektevrij maken van Convallaria majalis (lelietje der dalen). Van dit gewas wordt in Frankrijk maar liefst 100 ha in koude bakken .

geteeld. ' - Gebruikswaarde-onderzoek van veredelingsprodukten van het I.N.R.A.

Dit betreft kruisingsprodukten van gladiool, tulp, ranonkel en anemoon.

(10)

2.3.3. Onderzoek naar de bewaring en teelt van bolgewassen - Invloed van groeiseizoen, bemesting, irrigatie en

bestrijdingsmiddelen op de groei en kwaliteit van tulpen, hyacinten, narcissen en crocussen. Tevens wordt het na-effect van deze factoren in de broeierij onderzocht.

- Effect van bewaring, plantdatum, plantdichtheid,

ontsmettingsmethoden, bemesting en onkruidbestrijding bij de kralenteelt van gladiolen.

- Effect van bewaartemperatuur, ventilatie en relatieve luchtvochtigheid tijdens de bewaring van bolgewassen. - Invloed van grondbewerking op de structuur van de bodem. - Bemestingsonderzoek bij tulp en gladiool.

- Onkruidbestrijding, vooral de na-opkomst bespuiting in diverse bolgewassen.

- Invloed en consequenties van de mechanisatie op de teelt van diverse bolgewassen.

- Teelt van pottulpen, -narcissen en -dahlia's.

- Parteren van narcissen voor snelle vermeerdering en produktie van ronde bollen voor de broeierij.

2.3.4. Gebruikswaarde-onderzoek

- Onderzoek naar de gebruikswaarde van diverse bolgewassen als snijbloem.

- Onderzoek naar bewaring en conserveringstechnieken op verkooppunten van bloembollen.

- Invloed van het transport op de kwaliteit van bolbloemen.

- Gebruikswaarde-onderzoek aan nieuwe kruisingsprodukten van gladiool, afkomstig van het I.N.R.A.

- Ontwikkeling van nieuwe en betere cultivars bij ranonkel. De groep Friandine met 30 typen lijkt goede perspectieven te bieden. - Veredelingsprogramma voor tulpen. Getracht wordt om vroege

langstelige tulpen te verkrijgen. Deze tulpen worden uitgegeven aan een geselecteerde groep telers.

(11)

11

-2.4. De rol van Frankrijk in de bollenteelt

2.4.1. Visie van het C.N.I.H. O P de huidige en toekomstige situatie

De Franse produktie van bloembollen begint steeds meer van de grond te komen. Voor de bollen bestaat in Frankrijk zelf een beperkte markt en de concurrentie vanuit Nederland is zeer groot. Het telen in Frankrijk heeft ten opzichte van de teelt in Nederland echter ook een aantal voordelen. Men ziet dan ook dat het aantal Nederlandse telers dat in Frankrijk teelt toeneemt. Het areaal bollen dat op contractbasis wordt geteeld neemt eveneens toe.

Het grote voordeel van de Franse teelt is de snellere ontwikkeling van de bollen die daardoor zeer geschikt zijn voor de vroegbroei. Hierdoor kan men op een vroeg moment met een kwalitatief goed produkt op de

markt komen.

Doordat in Frankrijk voldoende bollengrond aanwezig is, kan in tegenstelling tot in Nederland een ruime vruchtwisseling worden aangehouden.

Tevens bieden diverse vollegrondsgroenten goede mogelijkheden om naast bloembollen in het bouwplan te worden opgenomen. Daarnaast ligt de

grondprijs op een over het algemeen lager niveau dan in Nederland. Op dit moment zijn er circa 500 telers van bolgewassen in Frankrijk met een areaal van 1 ha of groter. De helft van deze telers produceert zijn bollen in een coöperatief verband. Ongeveer 200 telers telen bollen op contractbasis en circa 50 bedrijven hebben export op Nederland. Over het algemeen beschikken de bedrijven niet over de juiste bedrij fsuitrusting om de gewenste temperatuur, relatieve

luchtvochtigheid of ventilatie te kunnen geven die benodigd is voor optimale bolbewaring. Veelal wordt dit centraal in coöperatief verband op een gespecialiseerd bedrijf uitgevoerd.

Bolgewassen worden door de Fransen nog niet op, grote schaal voor

tuinbeplanting gebruikt. Ook de aankoop van (een bos) bolbloemen ligt in Frankrijk nog op een laag niveau.

Van de in Frankrijk geteelde bollen die ook in Frankrijk worden gebruikt is 43% bestemd voor de binnenlandse afbroei. De andere 57% wordt gebruikt voor de droogverkoop. Vanuit Nederland worden in

volgorde van belangrijkheid tulpen, gladiolen, hyacinten en in mindere mate lelies geïmporteerd.

(12)

Nieuwe ontwikkelingen vormen de veredeling van bolgewassen, met name tulp en gladiool. Hierbij wordt aandacht geschonken aan de mogelijkheid van produktie onder Franse condities, en aan de in Frankrijk gewenste kwaliteit. Bovendien wordt gestreefd naar sortimentsverbreding.

2.4.2. Enkele statistische gegevens

In bijlage 2 staan enkele tabellen waarin de huidige en te voorziene ontwikkelingen in de bloembollenteelt in Frankrijk nader worden toegelicht. Deze tabellen zijn afkomstig van het C.N.I.H.

(13)

13

-3. TEELTGEBIED CESTAS (BORDEAUX)

3.1. Ligging en klimaat

Cestas ligt in het zuidwesten van Frankrijk, nabij de stad Bordeaux; hier worden verscheidene bolgewassen geteeld.

Het teeltgebied Cestas bevindt zich aan de noordzijde van het grote bosgebied Les Landes.

Het klimaat is in de wintermaanden wat milder dan in Nederland; het kan er echter ook flink vriezen. Temperaturen van -10° tot -15°C behoren daar ook zeker tot de mogelijkheden. Het grote verschil in vergelijking met het Nederlandse klimaat is dat het voorjaar en de zomer eerder beginnen en dat doorgaans de temperaturen dan belangrijk hoger liggen.

Tijdens onze studiereis werd het bedrijf France-Bulbes bezocht.

France-Bulbes is een onderneming met Nederlandse en Franse deelnemers, die verschillende bolgewassen, voornamelijk tulp, gladiool, iris, en lelie teelt.

3.2. Bedrij fsopzet

De onderneming bestaat voor 50% uit de Nederlandse deelnemers: Van Dam, Oude Niedorp; Fr. Veul, Anna Paulowna en de Gebrs. Beerepoot uit

Wijdenes. De andere 50% is in het bezit van drie Franse partners. Als

bedrijfsleiders fungeren de ook uit Nederland afkomstige heren Baltus en Van Eerd.

Ruud Baltus regelt alle zaken in de schuur en Nico van Eerd de teelt buiten.

3.3. Bodem en bemesting

De bodem bestaat uit een zwarte humusrijke slibarme, vrij grove zandgrond met een humusgehalte van ± 4% en een pH van 5.6-6.5.

(14)

Bodemprofiel :

maaiveld

±0,50 - l m (zwarte humusrijke slibarme zandgrond)

10 - 15 cm ondoorlatende laag van ijzer + humus

in diepere lagen wit zand

De in produktie zijnde gronden zijn ontstaan na ontginning van bos. Bij deze ontginning is de ondoorlatende laag mechanisch gebroken. Opvallend bij deze grondsoort is dat de humus zich slecht aan het zand hecht. In droge periodes met veel wind kan dit zelfs aanleiding geven tot

stofstormen.

Bij aankoop van grond moet er ± ƒ 35.000,-- per ha betaald worden.

Er moet wel de mogelijkheid voor beregening aanwezig zijn; zonder dit is het land niet veel waard.

Voor wat betreft de bemesting worden naast de gebruikelijke bemesting ook extra sporenelementen gegeven.

3.4. Teelt

3.4.1. Teeltplan

Er worden verschillende bol/knolgewassen geteeld op een totaal oppervlak van ± 110 ha. Dit is onderverdeeld in:

6-8 ha lelies 30 ha tulpen 40 ha gladiolen 30 ha irissen.

Vruchtwisseling is in ruime mate mogelijk doordat grote hoeveelheden grond ter beschikking staan (totaal ± 2.500 ha).

(15)

15

3.4.2. Schuuraccomodatie

France-Bulbes verwerkt zijn bloembollen in een moderne 2

bloembollenschuur met een oppervlakte van 4.500 m . De buitenwanden van de schuur bestaan uit stalendamwand-profielplaten. Op het dak zijn gesatineerde golfplaten aangebracht. Naast de aanwezige cellen staan er in de verwerkingsruimten 54 (18 x 3) droogunits opgesteld, met een

capaciteit van circa 1.000 palletkisten.

3.4.3. Fust

De bollen worden grotendeels in palletkisten verwerkt. Op dit bedrijf wordt naast palletkisten ook met de plastic 'Curver'bak (75 x 50 cm) gewerkt.

3.4.4. Planten/oogsten

Ongeveer half oktober worden de bollen geplant. Men rekent bij het planten niet in kg maar in stuks per ha. Bij opplant van zift 9/10 plant men ongeveer 400.000 stuks per ha. Dit levert voor Nederlandse begrippen een lage plantdichtheid op (- ± 5,6 ton per ha). Begin juni worden de tulpen machinaal gerooid. Indien nodig wordt de grond nat

gemaakt voordat men met de oogst begint. Men doet dit omdat bij het machinaal oogsten onder droge weersomstandigheden te veel beschadigingen ontstaan. Bovendien is beregening onder droge omstandigheden noodzakelijk om stofwolken tijdens het oogsten te voorkomen.

3.4.5. Beregening

Het beregenen van de gewassen gebeurt met zogenaamde molens. Dit zijn regeninstallaties op wielen die vanaf één punt gevoed worden door een waterbron. Ze bewegen zich rondgaand over het perceel. De totale lengte van deze molens kan sterk variëren. De langste die we gezien hebben had

een totale lengte van 750 meter. Het gebruikte water is zeer

ijzerhoudend. Het materiaal van de regeninstallaties is dan ook bedekt met een roodbruine laag ijzerafzetting.

(16)

3.4.6. Teelt en verwerking

De teelt wordt hoofdzakelijk uitgevoerd voor derden. Telers uit Nederland moeten eigen plantgoed (hoofdzakelijk zift 9/10 en 10/11)

inbrengen, waarbij dan tegen een van tevoren bepaalde prijs per geplante bol wordt geteeld.

Na het oogsten worden de bollen direct gedroogd en zo spoedig mogelijk naar Nederland verzonden. Bollen met bestemming Nederland worden niet gepeld.

Wel gepeld worden de bollen die in Frankrijk blijven. Voor het pellen is men aangewezen op huisvrouwen en/of scholieren. Pellers of pelsters moeten minimaal het mimimumloon verdienen (staat omschreven in het contract). Zijn de prestaties minder dan normaal dan moet toch het minimumloon worden uitbetaald (of ontslaan). Door deze regeling moet men er vanuit gaan dat de totale pelkosten ongeveer 3 x zo hoog kunnen zijn als in Nederland.

3.5. Algemene indruk

Samenvattend kan gesteld worden dat het telen van tulpen op het bedrijf France-Bulbes goed mogelijk is. De schuuraccomodatie is modern evenals de mechanisatie. De grond is met enige aanpassingen goed te gebruiken.

Opvallend is de grote opzet van dit bedrijf en het enorme areaal waarover men in dit gebied kan beschikken.

De combinatie van Nederlandse/Franse management lijkt bij dit bedrijf goed te functioneren.

De stand van de gewassen was goed maar wel kort. De eerste Monte Carlo's begonnen tijdens ons bezoek te bloeien. Het bedrijf heeft bij ons een

(17)

- 17

4. TEELTGEBIED SOUSTONS (BAYONNE1)

4.1. Ligging en klimaat

Aan de voet van de Pyreneeën, vlakbij de Franse zuid-westkust in het zuidelijk deel van l'Aquitaine ligt Soustons. Rond dit plaatsje wordt op een zestal bedrijven tulpen geteeld. Dit teeltgebied ligt aan de

zuidzijde van het bosgebied Les Landes.

Het klimaat staat hier sterk onder invloed van de koude golfstroom langs de kust. De winters zijn er mild met regelmatige neerslag. Het voorjaar duurt er kort, waarna een lange zomer volgt die onder invloed van het zeeklimaat zo nu en regen brengt.

4.2. Bedrij fsopzet

De zes tulpentelers in dit gebied hebben zich voor de verwerking van de bollen verenigd in een coöperatie die is ondergebracht bij de C.O.P.A.L., een coöperatie die vooral voor aspergetelers uit de omgeving is

uitgerust.

Het geteelde sortiment bestaat uit Darwin-hybriden, de Triumph-tulpen Kees Nelis en Lucky Strike, en een aantal cultivars van de zogenaamde

Scheepers-sports. De leverbare bollen worden voor 2/3 geleverd aan Franse bloementelers en 1/3 gaat naar Nederlandse importeurs.

De telers worden van overheidswege begeleid om te stimuleren dat de bloembollenteelt in dit gebied van de grond komt. De begeleider,

M. Alain Vendryes, houdt een uitgebreide boekhouding bij van geplante en geoogste hoeveelheden, doet een aantal praktijkproeven, bemiddelt bij de afzet, en geeft de telers voorlichting over teeltbehandelingen, ziekten, en dergelijke. Hij leidde ons in het gebied rond, en vergezelde ons ook naar Carpentras.

4.3. Bodem en bemesting

De percelen zijn gelegen op ontgonnen bosgronden met oorspronkelijk een podsol-profiel. Bij de ontginning is de 'allois', de ondoorlaatbare

inspoelingslaag mechanisch gebroken. De bovenste profiellaag bestaat uit wit/grijs glad zand met zwarte humus (2% organische stof, pH KCl 5.3, zie ook bijlage 3 met het analyse-verslag).

(18)

Het bemestingsadvies voor een proefveld in dit gebied luidde; 150-180 kg N, 100 kg P205 en 250 kg K. In de proef werd de stikstof in 4 of 5

giften toegediend in de vorm van ammonium-salpeter (33% N ) ,

ammonium-fosfaat, ureum en kalksalpeter. De kali werd gegeven in een gift voor het planten, en een of twee giften tijdens de groei.

4.4. Teelt

Het plantgoed voor de tulpenteelt is gedeeltelijk afkomstig uit

Nederland, en gedeeltelijk van eigen teelt. Er zal waarschijnlijk steeds een aanvulling van Nederlands plantgoed nodig blijven, omdat de tulpen die hier geteeld worden niet voldoende plantgoed leveren om op eenzelfde niveau te blijven telen. De teelt gebeurt geheel voor eigen risico van de

teler zelf.

De tulpen worden eind november geplant. Tijdens ons bezoek in begin maart stonden de planten al ruim boven de grond, maar bloeiden nog niet. De Scheepers-sports hadden behoorlijke schade opgelopen door nachtvorst/geelpok. Ons viel op dat de bollen ondiep (± 5 cm) waren

geplant. De plantdichtheid was laag (5-8 ton per ha). Dit kwam onder andere doordat men de paden erg breed had gehouden (± 55 cm).

De bollen worden vanaf eind mei gerooid, en op een centrale plaats bij de coöperatie verwerkt. Daar zijn een werkruimte (onder dak, in de open

lucht), verwerkingsmachines (leesband, sorteermachine, telmachine, etc.) en 3 bewaarcellen beschikbaar. Deze cellen zijn uitgerust om zowel

warmtebehandelingen te geven als om te koelen. Bovendien kan men gebruik maken van de accomodatie van de aspergetelers. In de cellen lagen nu verschillende soorten tweede hands fust opgeslagen.

Door dhr. Vendryes is al een aantal jaren de ontwikkeling van de spruit bij de diverse tulpen bijgehouden. Op 14 juli 1987 waren alle partijen al ruim of minder ruim in stadium G. In 1986 gold dat voor een flink deel van de partijen op die datum.

De opbrengsten van de plantmaten boven zift 8 variëren van 80.000 tot bijna 500.000 stuks leverbaar (Il/op) per ha.

4.5. Serres d'Angresse te Hossegor

Donderdag voormiddags werd een bezoek gebracht aan het grote bedrijf van M. Faure te Angresse, Hossegor. M. Faure is onder meer president van de groep bloembollen van de C.N.I.H.

(19)

19

-Het bedrijf bestaat in de eerste plaats uit een groot kassencomplex, waarin aan de wegzijde een groot tuincentrum wordt geëxploiteerd. In de overige kassen wordt de bloementeelt uitgeoefend.

Aangezien door dit bedrijf verschillende winkels in de regio van bloemen worden voorzien, worden talrijke siergewassen geteeld, onder andere Gerbera, Cymbidium, Strelitzia, roos. Van de bolbloemen: narcis, tulp, gladiool, anemoon en lelie. Dit laatste bolgewas werd met behulp van assimilatiebelichting jaarrond geproduceerd.

Tulpen werden ten tijde van ons bezoek zonder bijverwarming in plastic tunnels in bloei gebracht. Het betrof hier cultivars van het 'gewone'

Nederlandse broeisortiment alsmede de zogenaamde Scheepers-sports. Bij de laatste groep had men nogal problemen met pokken in de cultivar Avignon. Opvallend was de zeer stevige kwaliteit van de tulpen. In de verwarmde kassen worden ook nog vroeger tulpen gebroeid.

Buiten heeft men naast boomkwekerijprodukten op dit bedrijf ook nog tulpenteelt.

(20)

5. TEELTGEBIED CARPENTRAS (AVIGNON")

5.1. Ligging en klimaat

Op een kleine tachtig kilometer van de Middellandse Zee ligt in het Rhône-dal de stad Carpentras, vlakbij Avignon. In deze omgeving is vrij veel tuinbouw, vooral fruitteelt, te vinden.

Het gebied staat 's winters onder invloed van de Mistral. Dit is een

kille droge wind die ontstaat doordat koude lucht vanaf het hoge Centraal Massief door het Rhône-dal naar het zuiden stroomt. Tussen de percelen staan Cypressen-hagen geplant die de wind moeten breken. Het klimaat wordt er door zowel de droge lucht van het 1andklimaat, als door de vochtige zeewinden beïnvloed.

5.2. Bedrij fsopzet

In dit gebied worden door Franse telers tulpen geteeld zowel voor Franse bloementeeltbedrijven, met name bedrijven uit de buurt van Hyères, als voor Nederlandse broeiers. De oogst van een twaalftal van deze bedrijven wordt op het bedrijf van onze gastheer M. Chabran verwerkt en op

transport naar Nederland gezet. De bollen gaan na één dag drogen ongepeld in gaasbakken per vrachtwagen naar Nederland.

In de grote schuur van de heer Chabran, die bestaat uit een complex van een aantal verschillende open ruimten, is er de mogelijkheid om door

middel van verplaatsbare ventilatoren voor enige circulatie te zorgen. Op een centrale plaats in de schuur staat een verwarmingsketel. De warme lucht kan met plastic buizen naar de verschillende hoeken van de schuur gebracht worden. Voor een nauwkeurige temperatuurbehandeling is de schuur niet uitgerust.

5.3. Bodem en bemesting , Op de percelen die wij bezocht hebben bestaat de bodem uit kalkrijke,

weinig humeuze zware zavel en klei. De bodem is rijk aan kalium met als gevolg dat door verdringing een gebrek aan beschikbaar mangaan en ijzer ontstaat. Deze voedingsstoffen worden daarom bij voorkeur als

bladbemesting gegeven. Er wordt vanaf opkomst tot rooien 8 tot 10 keer 2 kg Actilate gespoten.

(21)

- 21

Dit is een bladmeststof waarin mangaan, koper, ijzer en borium voorkomen. Hieraan wordt twee keer tijdens het groeiseizoen 10 tot 14 kg

ijzer-chelaat extra toegevoegd.

5.4. Teelt

Het plantmateriaal komt behalve van eigen teelt ook uit Nederland en uit de bloementeeltgebieden aan de Franse Zuidkust. Het sortiment bestaat uit Darwin-hybriden, Triumph-tulpen in een modern broeierij sortiment, en Scheepers-sports. De tulpen worden in oktober/november geplant op een moment dat dit op het veld mogelijk is. Het gewas blijft door de droge en koude wind kort en is daardoor ongeschikt voor bloemproduktie. Tijdens ons bezoek was de stand goed maar kort; opvallend was de donkergroene kleur van de tulpen.

De tulpen worden geplant op regels met een onderlinge afstand van 50 cm. Daartoe is een gewone 4-rijige bollenplanter aangepast. De planten staan in de regel dicht op elkaar. Door dit teeltsysteem is toediening van

meststoffen door middel van strooipijpen en mechanische onkruidbestrijding beter mogelijk.

De bollen worden vanaf 21 mei gerooid met een rooimachine gebaseerd op het principe van de prei-lichter, een principe dat ook ook bij peen- en dahliarooimachines wordt gebruikt. Met de machine kan op deze kleigrond ongeveer 0,5 ha per dag worden gerooid. Om niet te veel bollen te

verliezen is het wel een voorwaarde dat er gerooid wordt als de planten nog groen zijn, en de bollen dus nog redelijk stevig aan de stengel vastzitten.

De meeste bollen worden snel verwerkt. De bollen die voor Nederland bestemd zijn gaan na één dag drogen in gaasbakken per vrachtwagen naar Nederland.

(22)

BEZOEK AAN DE VEILING MARCHE FLORAL MEDITERRANEEN TE OLLIOULES

Vrijdagmorgen werd in alle vroegte de bloemenveiling te Ollioules bezocht. Aan tulpen werden hier onder andere de volgende cultivars geveild: Renown, Maureen, Menton, Avignon, Apeldoorn, Golden Apeldoorn, Flaming Parrot, Don Quichotte, Parade, Suède, Kingsblood, Mrs. John T. Scheepers, Pandron en Red Parrot.

De kwaliteit varieerde van redelijk tot zeer goed. Naast zeer zware bossen tulpen waren er ook lichtere bossen, kennelijk afkomstig van veel kleinere bollen, en ook afgesneden tulpen met een blaadje. De prijzen varieerden

tijdens ons bezoek van 60 tot 250 centimes (20 tot 85 cent/steel). Van de overige bolbloemen zagen we Iris, Anemone, gladiool, Allium, hyacint, Freesia en ranonkel. Er is ook een gesprek gevoerd met de bedrijfsleiding met de bedoeling wat statistische gegevens over de gegroeide aantallen

tulpen te verkrijgen. Deze werden wel toegezegd (zouden toegestuurd worden), maar werden echter ook na een herinnering vanuit Nederland niet

ontvangen.

Interessant was ook te horen dat een proef was uitgevoerd waarbij tijdens de aanvoer in februari door de veiling tulpen uit de markt zijn genomen om ze vervolgens in Aalsmeer te veilen.

De totale kosten waren bij elkaar te hoog om door de hogere opbrengst in Aalsmeer goedgemaakt te kunnen worden.

(23)

23

7. TEELTGEBIED HYÈRES (TOULON)

7.1. Ligging en klimaat

De omgeving van Toulon is een belangrijk bloementeeltgebied aan de Middellandse Zeekust. Belangrijke plaatsen waar hier bloemen worden geteeld zijn: Hyères, Carqueranne en Ollioules. Het klimaat is er zeer gematigd en vorst is in het algemeen zeldzaam, alhoewel het er tijdens de laatste strenge winters toch behoorlijk gevroren heeft.

7.2. Teelt van enkele late tulpen

Bekend in deze streek is de snijbloementeelt van de enkele late tulpen. Het betreft hier voornamelijk cultivars als: Maureen, Renown, Avignon, Menton en dergelijke. Men slaagt er in bloei te realiseren van half

november tot april. De werkwijze is als volgt: leverbare bollen worden in Nederland aangekocht en krijgen voor het planten buiten in november een verkorte 5°C-behandeling. De bloei valt dan omstreeks maart. De tulpen worden dan vaak 'met een blaadje' gesneden.

De eerste tulpen worden vervolgens ongeveer 10 mei gerooid, ontvangen de temperatuurbehandeling inclusief de 5°C periode, en worden vervolgens omstreeks 10 september geplant. De bloei kan dan plaatshebben vanaf half november.

Het eerste jaar vindt de teelt buiten plaats. Na deze zogenaamde

'acclimatisation' worden de tulpen het daaropvolgende jaar (in de winter zonodig onder bescherming van plastic of glas) vervroegd geteeld.

Nadrukkelijk wordt hier gesproken over telen en niet over broeien. Indien deze tulpen worden geforceerd, krijgt men grote problemen met de

bladkwaliteit. Deze problemen uiten zich vooral in bladkiepen.

Verwarming blijkt soms noodzakelijk omdat in de afgelopen strenge winters de nodige planten waren bevroren.

De hier beschreven tulpen zijn van zeer zware kwaliteit en zijn bijzonder lang. Ook de Nederlandse bloemenexporteurs tonen veel interesse'voor deze tulpen die tot ƒ 1,50 per stuk op kunnen brengen.

(24)

In Nederland is het vervroegen van deze tulpen verscheidene keren geprobeerd, echter zonder goede resultaten. De 'stugge'

groeiomstandigheden in dit Franse teeltgebied (zeer veel licht, een lage luchtvochtigheid en gematigde temperatuur) zijn 's winters in Nederland moeilijk na te bootsen, ook niet met assimilatiebelichting.

7.3. Bedrij fsbezoeken

Te Hyères en Carqueranne werden de bedrijven van respectievelijk de heren Oudshoorn en Guisson bezocht. De fa. Oudshoorn teelt in de volle grond allerlei soorten vaste planten en bollen voor de snijbloementeelt. Men vindt er onder andere pioen, Achillea, Allium cowanii en Agapanthus. Een deel van de planten wordt onder een gaasdek geteeld om ze tegen

schadelijke weersinvloeden te beschermen. Ook tulpen komen op het programma voor.

De fa. Guisson geniet een grote faam op het gebied van de hiervoor

beschreven teelt en vervroeging van tulpen. De teelt van deze enkele late tulpen zou hier zo'n 50 jaar geleden al begonnen zijn.

Het is de ervaring van de heer Guisson dat als de tulpen na de

eerstejaarsteelt te vroeg worden gekoeld er problemen als verdroging, kleinere bloemen en verdroogde of groene bloempunten ontstaan. De vroegste bollen moeten daarom niet voor 10 juli worden gekoeld, waarna ze vanaf ongeveer 10 september kunnen worden geplant. Er zijn ook

verschillen tussen de cultivars. 'Kingsblood' bijvoorbeeld kan in verband met de veel hogere groeisnelheid beter niet voor 1 oktober worden

geplant.

Het eerste jaar plant men bij Guisson zift 12/- van de enkele late tulpen. Het jaar daarop rooit men van deze planten dan ongeveer 70 tot 80% zift 12/- en 20 tot 30% zift 11/12. De bollen die te klein zijn voor deze vervroegde teelt worden dikwijIs nog een keer opgeplant en men kan dan tot 70% zift 11/- rooien. f Door de goede prijzen is de snijbloementeelt van enkele late tulpen de

laatste 10 jaar steeds uitgebreid. De heer Guisson schat deze uitbreiding op gemiddeld 10% per jaar.

(25)

25

-De afgelopen winter gaf nogal problemen met de prijsvorming van deze tulpen door een te grote aanvoer in een te korte periode. Eind november was het (net als bij ons) te koud voor de tijd van het jaar waardoor de produktie werd uitgesteld. Vervolgens kwamen de latere trekken door de zachte winter versneld in bloei.

Bij de fa. Guisson waren in de buitenteelt de cultivars Renown en de gefranjerde Maja te zien.

(26)

8. REGIONALE PROEFTUIN S.CR.A.D.H. TE HYÈRES

8.1. Algemeen

Op vrijdag 11 maart werd het S.CR.A.D.H. (Syndicat Centre Regional d'Application et de Demonstration Horticulture) te Hyères door ons bezocht.

Het S.CR.A.D.H. ligt aan de Middellandse Zee in de plaats Hyères ten oosten van Toulon. In dit tuinbouwgebied heerst een gematigd klimaat onder invloed van de Middellandse Zee. In vergelijking tot Nederland heerst hier een aanzienlijk warmer klimaat met meer uren zonneschijn. Het S.CR.A.D.H, is een regionale proeftuin waar sinds 1980 praktisch gericht onderzoek wordt uitgevoerd voor de telers en broeiers in het gebied rond Hyères.

Het onderzoek wordt volledig door het bedrijfsleven gefinancieerd. Aandachtspunten in het onderzoek zijn:

- snijbloemen - boomteelt

- bloembollen- en potplanten.

2 De proeftuin staat op circa 2 ha grond en beschikt over 2.000 m

kasruimte verdeeld in 6 afdelingen. Daarnaast heeft men de beschikking over een aantal plastic tunnels.

8.2. Bezichtigde proeven

Op de proeftuin kregen we een rondleiding langs de proeven onder leiding van E. Oudshoorn. De onderzoeker Yves Chapugier is met het

onderzoekprogramma van het S.CR.A.D.H, belast.

Tijdens ons bezoek waren een aantal proeven te zien. Buiten werd een sortiment tulpen onder Franse condities geteeld pm de invloed op de broeikwaliteit later in de kas vast te kunnen stellen. De

gebruiksmogelijkheden van dit broeierijsortiment werd op deze wijze onderzocht.

(27)

27

-In de kas werd een groot aantal tulpecultivars op kisten gebroeid. Deze kisten met tulpen waren door dhr. H. van Dam geleverd om de mogelijkheden van deze broeimethode ook aan de Franse broeiers te laten zien. De

kistenbroei van Monte Carlo, Madison Garden, White Dream, Prominence, Attila, Lustige Witwe, Princes Irene en Rosario werd op deze manier gedemonstreerd.

Naast deze proeven met tulpen waren verder een plantdichtheids- en een bernestingsproef bij lelie en een proef met diverse groeiregulatoren om gladiolen korter te houden te bezichtigen.

De proeven zagen er goed verzorgd uit, men beschikte over een goede outillage. Het geheel maakte op ons een bijzonder goede indruk.

8.3. Bloembollen- en bolbloemenonderzoek op het S.CR.A.D.H.

Naast de bezichtigde proeven omvat het onderzoekprogramma de hieronder beschreven onderwerpen:

Tulp

- Produktieverhoging door middel van plantdichtheid. - Onderzoek naar de vruchtwisseling in kassen.

- Optimalisering van opbrengst en kwaliteit. - Sortimentsonderzoek van duurdere soorten.

- Onderzoek naar de mogelijkheden van kistenbroei met zeer hoge

plantdichtheden. Deze tulpen worden hier de 'kleine tulpen' genoemd daar men de grote Scheepers-sports gewend is.

- Mogelijkheden van continu produktie van tulpebloemen onder glas in de periode van december tot en met april.

- Acclimatisering van Nederlandse bollen voor de Franse bloemproduktie. Gladiool

- Gebruikswaarde-onderzoek van oude en nieuwe cultivars. - Plantdichtheidsonderzoek.

- Onderzoek naar de 1 op 1 teelt van gladiolen.

- Optimalisatie van de produktie door belichting en C0„ bemesting. - Veredeling op resistentie tegen Fusarium.

- Beregeningsonderzoek met diverse systemen. - Onkruidbestrijding.

(28)

L e l i e

- Substraatonderzoek.

- Bemesting met C0_ tijdens de broei.

- Invloed van kunstlicht op de kwaliteit en produktie van lelies. - Onderzoek naar de invloed van de kastemperatuur op de produktie van

lelies.

- Plantdichtheidsproeven.

- Onderzoek naar de toepassing van onkruidbestrijdingsmiddelen. - Onderzoek naar de reactie van nieuwe cultivars op warme perioden in de

kas.

- Mogelijkheden en invloed van groeiregulatoren op lelies. - Gebruik van grondkoeling tijdens de broei van lelies. Iris

- Broei van irissen bij hoge plantdichtheden. - Sortimentsonderzoek.

- Bestrijding van roest langs chemische en fysische weg.

Naast deze hoofdgewassen worden ook proeven met ranonkel, anemoon en Allium-soorten uitgevoerd. De onderzoekresultaten worden in de vorm van rapporten gepubliceerd. Het onderzoekprogramma wordt op verzoek van het bedrijfsleven opgesteld. Op deze manier kunnen nieuwe ontwikkelingen centraal worden uitgeprobeerd voordat de telers en broeiers deze ontwikkelingen zelf gaan toepassen.

(29)

29

-9. SAMENVATTING

De bloembollenteelt is in Frankrijk een kleine tak van tuinbouw en hierin speelt de tulp maar een ondergeschikte rol. Toch wordt er het een en ander voor de bloembollenteelt, en ook voor de tulpenteelt, gedaan.

Op het centrum van het C.N.I.H. in Angers worden onderzoek en voorlichting over de sierteelt in Frankrijk georganiseerd. Ook statistieken worden er bijgehouden en men geeft een eigen blad uit. Er is op het gebied van de

bloembollenteelt een uitgebreid onderzoekprogramma samengesteld. Men beschikt in Angers over een redelijk goed uitgerust onderzoekcentrum, maar de capaciteit is beperkt. Veel van het werk moet worden gedaan in de

regio's.

In Soustons worden de bloembollentelers intensief begeleid. Regionaal worden er proeven genomen die een goede ondersteuning zijn van de

voorlichting en teeltbegeleiding.

In Hyères beschikt men over een uitstekend uitgeruste regionale proeftuin, de S.CA.R.D.H. Hier worden regionaal proeven met sierteeltgewassen uitgevoerd. De bloembollen zijn in deze proeven ruim vertegenwoordigd en ook de tulp speelt daarbij een rol.

Een probleem bij de teelt van tulpen in de gebieden in Frankrijk die wij bezocht hebben is dat men onvoldoende plantgoed oogst om het volgend jaar op dezelfde schaal tulpen te kunnen blijven telen. Aanvulling van

plantmateriaal (uit Nederland) blijft nodig. Zuur kan ook in Frankrijk voor grote uitvalspercentages zorgen. Over problemen met mozaïekvirus hebben wij weinig gehoord.

Het sortiment bestaat voor een belangrijk deel uit Scheepers - sports, aangevuld met Apeldoorn en -sports. Naarmate de Nederlandse broeiers als afnemers een belangrijkere rol spelen, wordt er meer van het moderne broeierijsortiment geteeld.

Grootschalige bloembollenteelt hebben wij alleen in Cestas gezien. Het bedrijf van France Bulbes is grootschalig en met een duidelijke Nederlandse

inbreng opgezet. In de andere gebieden die wij hebben gezien hebben de franse bedrijven zelf een manier van bedrijfsvoering opgezet die te vergelijken is met de bloembollenteelt zoals die in Nederland wordt

uitgevoerd. Alleen de wijze van bollen telen zoals toegepast in Hyères laat zich moeilijk met de Nederlandse bloembollenteelt vergelijken.

(30)

De bodem in de bezochte gebieden verschilt onderling en is ook anders dan in Nederland. Opvallend was dat sporenelementen bij de bemesting een belangrijke rol spelen.

Het tulpegewas was in Frankrijk vroeger en verder ontwikkeld dan in

Nederland. De tulpen stonden er begin maart tegen de bloei aan. Afhankelijk van de ligging van het gebied werd er vanaf begin mei tot juni gerooid.

Naarmate het produktiegebied warmer is zal stadium G eerder kunnen worden bereikt.

Een systematische vergelijking tussen de verschillende gebieden was moeilijk te maken. Om goed inzicht te verkrijgen in de groei,

stadiumontwikkeling en kwaliteitsaspecten in de broeierij is nader onderzoek gewenst. Ons viel op dat er doorgaans ruim was geplant. Het gewas was erg kort en gedrongen. De Scheepers-sports hadden doorgaans al meer

gewas ontwikkeld en ook schade door vorst en/of geelpok opgelopen. Het drogen van de bollen na de oogst kan ook in Frankrijk een probleem zijn. Men was daar voor wat betreft apparatuur niet overal voldoende voor uitgerust.

De in Frankrijk geteelde tulpebollen vinden hun bestemming bij Franse bloementeeltbedrijven, met name rond Toulon, en bij Nederlandse broeierijbedrijven. De afzet van Franse bollen op de eigen

droogverkoopmarkt is maar beperkt.

De bloementeelt van tulpen hebben wij op twee plaatsen bekeken. Op het bedrijf van M. Faure nabij Soustons worden alle geteelde bloemen in de eigen regio afgezet. Het bedrijf moet daarom het hele jaar door een

uitgebreid sortiment bloemen leveren. Dit betekent dat er van specialisatie geen sprake is en dat de produktie vooral niet te groot mag zijn. Doordat

het bedrijf van Faure zo groot is kan het toch op een behoorlijke schaal bolbloemen telen.

De bloemen en bolbloemen die rond Toulon worden geteeld worden ook buiten de regio afgezet. De tulp is er een van de belangrijkste produkten. De bedrijven kunnen zich meer specialiseren, en teelten groter opzetten. In dit gebied is het onder invloed van het klimaat (temperatuur en straling) mogelijk tulpen in de winter buiten te 'telen', er een bloem van te

snijden, en de bol het volgende jaar weer te gebruiken voor de vroege

produktie van een tulpebloem. Deze tulpen worden onder deze omstandigheden bijzonder groot. Het Nederlandse klimaat is niet geschikt voor deze teelt.

(31)

31

Tijdens deze studiereis zijn door ons veel indrukken opgedaan. Op deze wijze hebben we een redelijk goed inzicht gekregen in de mogelijkheden en problemen van de teelt van tulpen in Frankrijk.

Uiteraard zijn de ervaringen van één week een momentopname van de situatie in de verschillende teeltgebieden. Een totaalbeeld van de gehele teelt is daarom moeilijk te geven. Behalve de Scheepers-sports hebben wij op de proeftuin in Hyères ook op (Nederlandse) kisten getrokken tulpen gezien van bijzonder goede kwaliteit.

Al met al kan de bollenteelt van tulpen in Frankrijk een welkome aanvulling zijn op de teelt in Nederland omdat de in Frankrijk geteelde tulpen bij ons vroeger te broeien zijn. Bij voldoende vraag uit Nederland zal het

sortiment meer in de richting van de moderne broeierijsoorten gaan. Er zal steeds een vraag naar goed plantgoed vanuit Nederland blijven.

De bloementeelt van tulpen is alleen in het gebied rond Hyères van enige omvang. De wijze waarop in dit gebied tulpen in bloei worden gebracht is in Nederland onmogelijk omdat met name de sterke straling van de zon daarbij een grote rol speelt.

(32)

W

W

A

P

A

(33)

< H

I

<

O

D

O

U C H < b H

z

< 2 0 H b < E

o

H

ï

<i U. »-»

C

u 1 a O c s a u • - b — U B « X «I - D a 73 73 « C H C 0 « b o ••* 73 1 1 ~4 * > D U C • u u t « "» I l *» - . x — « s n 73 u • b a l« n _ t, _ A 73 3 D U h l | C t E <B • a u ** «1 x J J •a u v B B E d «1 b U H) C 4) 3 3 3 a i l r r . •M 6 "O b > « l o u e 3 b C H o a - JJ a. o s a o * • b - < C 3 0 a *> 4» -H 73 *> t l • * •) «1 > — tl g b E > •C «1 V B a 4-> C - 4 • 0 C «I O b 3 •U a b a «i c u a « » • • • •* n u e - * - • « t l » x « • D A « ) b «1 C - 1 «1 b i« b ü 3 • • « •H 4J SN t l j u E - 4 b b O • H 3 X « 1 H J U U E Ü U H U Z H t u u s 05 Z o M fr-a » 4 B U 10 (d O <3 a D c 4 4

a

3 « •»4 E «•» < i n •-• • J u t i 3 cr ~ 4 J J « E >. N C I I 1 o c 3 E E - M tl m t l «> c 3 73 a I I - 4 - H « b t l C > 0 • H I I j j - 0 • < • H • • 4 • H tl 3 1 B Z M B - 4 D • D C t l * «1 - 4 E 3 • «1 O * J 73 b a e «i *» • x — b 3 9 * » • • I l - 4 • b «1 b 73 t ) b 4J • o o t i •M I l — B t e > . E 0 —4 C - 4 «0 - - i C "O -4 •S D • e - e « I l x t> S H u 3 0 t l t r E - H • E • I l O t l 73 C 7 3 0 C U t l 0 i i . c •* V tl U b 1« I I « > X b « U t l s t i a trac c - 4 0 C • t l X M Ü 3 « t l « t l D > o> a a « U > i tl tl O -4 b —' t l J3 • •** - o a X - » H I a a M a n u t i •*« E a 73 a t i t i c b . 4J * J -H 1 41 t l b 3 D 9 0 a 4 1 b a « » a t i H I e c a a b s t i •*« a 3 • • 4 a b 3 B B C 0 • • 4 D a c • • * E a ti c 0 u I I b a I I • 0 t l 73 3 J J U "l b -*4 « e - * 4 t l • 4 0 . t l * 4 • M t l 3 a • H > C 0 - * 4 4 J U t l H 1 1 a a — 4 I I 73 t l 4 J •rf U a u •*4 «M « 4 U 1 V) H < t-- 3 9 CO U S I M I « 4 • * 4 • 0 a a t i « b - H g b g I l 0 tl SI • H > b 1 1 9 • a •0 a D D c a « t i 4J D tl I I I I E T ) b t l t l CLJJ - * 4 a g « a •••4 9 a 0 — b I l 4« X « • • u o> a b g tl g 0 g * J x tl c a a e u t i •v > b 9 a t a * » 3 tl t i a • • 4 - ^ I l 0 b O 3 c a E b O D 7 3 b —4 3 9 a u a « 4J T ) a t i a D t i < a t i « • 4 3 U b t l * > X a -< 3 « g * J •J u ** t> ^ 4 X • • 4 a c «i M tl C I I

i

a a ~4 • M • M 3 a a a a 4 J B I I • C t l g er • H C 3 « 1 b 9 tl 3 0 X b 3 B < 10 *-t • J U D B I I D t l • J 0 S. «M D a D - 4 «I o a •* « t « 01 X M a • a 73 u 9 b T J S. ti ti 3 1 1 b ( T f t l « 0 4J a b u a t i I l o x u E u t i u 73 « b « 4 t i a 7J I I b 7J 3 D 0 C B 4 - > a 9 3 D b 0 JJ • - 4J t l > E D b a s t i t i t i a - « « • U b * » « X m E « 1 - 0 ü E u «i e « 1 X 0 73 D 0 e c a s 0 » 7 3 a >• • H b «1 a x g C U D * •*4 M x a a E • * B 0 C 0 0 ~< E 3 a b a J U - 4 ^ «1 > a » « i ••4 • a a « 4 « * a l « 1 - 4 a - 4 3 * a — a a b C «1 a > 73 I I 73 «1 < -* a b Z D »4 a • g — 73 C 4« •#4 B D «1 - * 7 3 je s 4 J C t l 3 -73 b «1 *3 m c •«4 f - l - 4 X - H 0 * > • 3 - 4 73 • X I l M 4J Z -"< O « 4 - « 3 X 73 4 4 B - x B 3 o a a a a a -• a — — a • i • « t i t l > a O 3 73 v a o «* - 4 C o a X b JJ b . a a a «I t l 73 C c c o O - H a o — b a B «I B - 4 «I — 73 • H a D B C b «I « E > S a < 3 K O Z b M Ü > E O 9C U 0 K b H Z H Z 0 H b < U H

a

H

J

3 S < H S < Q D 0 « 1 - 4 «I B 9 «i er b i-l g a 4J a g ! u a D — 73 t l B 73 tl 3 B B D a c • * t i o< a a «i —. B g 9 4J b C-* a > a a • H 7 » a a « 1 1 7 3 * .

2?

4J I -4 et > I i a e-»4 - 4 > • e a b O « X • M U E a *> o u a u -* • e —I 4J O a o - 4 4J 4J t l 3 - 4 7 J 9 a C « ** E « a « — *» a - a - i

U

b X a 73 b • S D>73 73

S ï "

• ^ - 4 a t i b t ) C t l o> 1 1 b B 4 J C . a ^ 4 a «i 73 0 b « i -4 > 1 C * 4 « o> a b 9 * > « D 9o>

Ä5

1 o e b a U • » 4 < 0 e b l » ? a a » a o t * 4 e o c • H • *> a a U t ) - 4 4J - 4 U a - 4 - H b «J a - 4 >

é«

b 3 a o b 4 J •*4 > 1 C • * 4 a 4J C a a a "O m • • a -4 «I * > b b « o e a a • 73 7 3 • • H - 4 a 2 . - 4 • * J - 4 a g o u b b «1 • X - * g b D 7 3 C • « 1 7 3 ^ 4 ) a c l ) 0 - H 9 D 7 3 a o • - 4 7 3 b 9 X *> m k l « 4 a 3 a c a a a «i C 0 • H 4 J a 4 J

1

• H - 4 O u < b 9 a 73 -F4 0 b • 4 3 a a « 9 D c • a a « «1 a g • a — i l u a • •

IS

m m •m *J e b o • V o mm •o n u 4^ e • H a — a • H a X - H •44 0 • b • U & b 9 a • * 4 J 4 4 ] • b 7 3 - H *i m e 7 3 • a — i • i a • 1 b K 9 a •«4 U b «

i

0 u 4J ' B t l b t l C 1 1 0> 1 ) b a 4J C a —4 a 73 B

S

*> b

8.

E 0 U 9 73 C 0 a —4 a b g

-h

u a a b « 9 - i «1 a g b t l J5 - H a « t » 4 C a a 4 M U

S.

a a • 4 4 b • a 7 3 > c D 0 4 J - H - H i J - 4 U - 4 9 X 7 3 a o *i b a a • • C «I 973 b • •44 ^ 4 e u • b D 0 x a O • B 7 3 * b <ti a a <t -H - 4 C •H n X - 4 C B 3 a a «i a c ^ ">4 a • -« u u C b « 5

Si

> o 11 u e e • o 44 • a -4 e BE a«4 73 r» B II 0 > 7 3 w4 t l C b

"I

a 73 «i • e s • u b b • a a • x x e 9 g O tl u 73 « as B (0 e « > B t l 73 B Al b 0 9 a u z w z u M ta m z u z < > , s

s

k l • J u

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De steenzetter/rijswerker kiest, beoordeelt en gebruikt bij het verwijderen van waterbouwkundige constructies het benodigde materiaal, gereedschap en materieel zorgvuldig, efficiënt

Maar er kunnen ook nadelen zijn: hoe meer medicatie je gebruikt, hoe groter de kans op nadelen, fouten, vergissin- gen, … Als patiënt kan je veel doen om ervoor te zorgen dat

Wijnens boek heeft inmiddels een tweede en een derde editie en toen Smits nadat zijn eerdere boek was uitverkocht voor de keuze werd gesteld om het te herdrukken, achtte hij de

De tomaten op de methylbromide gaven bijna geen aantasting door wortelknobbelaaltjes tesien terwijl er een seer lichte kurk­ wortelaantasting werd geconstateerd!. Het stomen

Het hooi van goede kwaliteit was gewonnen bij zeer goed oogstweer» Vóór het persen was niet in het hooi geschud» Bij de goede partij hooi was de dag na het maaien gekeerd,

De exotische tapijtschelp (Ruditapes philippinarum, figuur 9 en 10) is daarentegen een algemeen aangetroffen soort, verspreid over het gehele Veerse meer en regelmatig in

In artikel 43 wordt verduidelijkt dat het afgenomen menselijk materiaal dat niet meer traceerbaar zou zijn, voor wetenschappelijk onderzoek kan worden gebruikt,

Op het heweidingsproefveld waar ook nog timothee, kropaar, ruwheemd- gras, veldheemdgras en roodzwenkgras in oomhinatie met Italiaans raaigras en/of Engels raaigras en