• No results found

Handergotherapie Suriname

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Handergotherapie Suriname"

Copied!
44
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

2015

Revalidatiecentrum Academisch Ziekenhuis Paramaribo

Naam/studentnummer: Anne Schillemans / 500638810

Renate Welle / 500644037

Plaats en datum:

Paramaribo, 2 juni 2015

Opleiding:

Ergotherapie, Hogeschool van Amsterdam

Coach:

Soemitro Poerbodipoero

Opdrachtgever:

Marinthe Goedschalk

Betreft:

Beroepsproduct

Aantal woorden:

8869

(2)

: V oo rw oo rd

Voorwoord

Voor u ligt het beroepsproduct voor een afstudeerproject dat plaats heeft gevonden in het revalidatiecentrum van het Academisch Ziekenhuis Paramaribo (AZP) in Suriname. De eerste zeven weken heeft de werkgroep het project voorbereid in Nederland en een plan van aanpak geschreven. Na deze zeven weken is de werkgroep voor drie maanden naar

Suriname gegaan om daar het verdere praktijkonderzoek en literatuuronderzoek uit te voeren.

Voor dit project wil de werkgroep de volgende personen bedanken: - Soemitro Poerbodipoero (coach)

- Marinthe Goedschalk (opdrachtgever)

- Ergotherapeuten van het revalidatiecentrum AZP - Alle geïnterviewden

(3)

fdstuk : Inh ou dso pg a ve

Inhoudsopgave

Samenvatting ... 5 1 Inleiding ... 6 1.1 Aanleiding ... 6 1.2 Probleemstelling ... 7 2 Doel en relevantie ... 9 2.1 Doelstelling ... 9 2.2 Relevantie ... 9 3 Vraagstelling en deelvragen ... 10 4 Theoretische kaders ... 11 5 Methode ... 13 5.1 Literatuurstudie ... 13 5.2 Praktijkonderzoek ... 13 5.2.1 Semigestructureerd interviewen ... 13 5.2.2 Vrije observaties ... 14 5.3 Workshop ... 15 5.4 Adviesrapport ... 16 6 Resultaat ... 17 6.1 Hand-ergotherapie ... 17 6.1.1 Verzekering ... 18 6.2 Handelen ... 19 6.3 Cliënt ... 20

6.3.1 Kind & jeugd ... 21

6.3.2 Volwassenen/ouderen ... 21 6.3.3 Cliëntsysteem ... 22 6.4 Activiteiten ... 22 6.5 Context ... 23 6.6 Methodisch handelen ... 24 6.7 Werksetting ... 28 6.7.1 Meetinstrumenten ... 28 6.7.2 Behandelmateriaal... 28 6.7.3 Spalkmateriaal ... 29 6.7.4 Wondverzorging ... 30 6.7.5 Werkruimte ... 31

(4)

: Inh ou dso pg a ve 6.8 Hand-ergotherapeut ... 31 6.8.1 Communiceren ... 32 6.8.2 Samenwerken ... 32 6.8.3 Ondernemen ... 33 6.8.4 Professioneel werken ... 33

6.8.5 Pleiten voor participatie ... 34

6.8.6 Leven lang leren ... 34

6.9 Samenvatting adviesrapport ... 35

6.9.1 Implementeren van het advies ... 36

7 Discussie ... 38

8 Conclusie ... 40

9 Literatuurlijst ... 41

Bijlagenboek

Bijlage 1: Interview ergotherapeut (NL)

Bijlage 2: Interview hand-ergotherapeuten (NL) Bijlage 3: Interview docent ergotherapie (NL) Bijlage 4: Interview ergotherapeuten (SU) Bijlage 5: Interview ergotherapie assistent (SU) Bijlage 6: Fysiotherapeuten (SU)

Bijlage 7: Revalidatiearts (SU)

Bijlage 8: Orthopedisch instrumentmaker (SU) Bijlage 9: Orthopeed (SU)

Bijlage 10: Interview plastisch chirurg (SU) Bijlage 11: Vrije observatie omgeving Bijlage 12: Vrije observatie behandeling Bijlage 13: Notulen

(5)

fdstuk : S a m en va tt in g

Samenvatting

Aanleiding: Suriname heeft vier ziekenhuizen in de hoofdstad Paramaribo en één revalidatiecentrum. Dit afstudeerproject is uitgevoerd op de afdeling ergotherapie in het revalidatiecentrum van het Academisch Ziekenhuis Paramaribo (AZP) en de daarnaast gelegen mytylschool. Binnen het revalidatiecentrum zijn de enige vier ergotherapeuten van Suriname werkzaam. De ergotherapeuten willen graag handtherapie optimaliseren en verbreden. Op dit moment zijn er onvoldoende voorwaarden en vaardigheden in het revalidatiecentrum om handtherapie door ergotherapeuten uit te laten voeren.

Vraagstelling: Hoe kan handtherapie voor cliënten met handproblematiek gegeven door de ergotherapeuten in Suriname geoptimaliseerd en uitgebreid worden?

Methode: Voorafgaand aan dit beroepsproduct zijn twee literatuurstudies geschreven. Deze literatuurstudies zijn gericht op de meetinstrumenten en behandelmethodes die bij kinderen met cerebrale parese en een handfunctie beperking toegepast kunnen worden. De

ergotherapeuten hebben deze doelgroep aangegeven als grootste doelgroep die zij

behandelen. Naast de literatuurstudies is een praktijkonderzoek uitgevoerd door middel van vrije observaties, interviews en deskresearch. Om de ergotherapeuten een indruk te geven over handtherapie zijn twee workshopdagen georganiseerd.

Resultaten: Algemene handtherapie richt zich op functie- en activiteitenniveau. Er wordt gewerkt volgens de elementen client-centred, occupation-based, context-based en evidence-based. Om handtherapie in Suriname op te starten zijn een aantal veranderingen

noodzakelijk zoals scholing, een nauwe samenwerking met andere professionals en organisaties en financiële middelen om materialen aan te schaffen.

Discussie/conclusie: Ongeacht toespitsing op de doelgroep cerebrale parese, blijkt dat om handtherapie in Suriname te kunnen geven algemene handtherapie scholing gevolgd moet worden en materialen aangeschaft moeten worden. Om dit te kunnen realiseren is

(6)

: 1 I nl ei di ng

1 Inleiding

De werkgroep heeft gekozen voor een afstudeerproject in Suriname. Suriname is

Nederlandstalig en het onderwerp handtherapie sluit aan bij de interesses en expertise van de werkgroep. Ter oriëntatie en voorbereiding op afstuderen in Suriname is een ‘cultural readiness check’ uitgevoerd en uitgeschreven.

Om dit beroepsproduct vorm te geven zijn twee literatuurstudies geschreven. Deze

literatuurstudies zijn gericht op de meetinstrumenten en behandelmethodes bij kinderen met cerebrale parese en een handfunctie beperking. De resultaten vanuit de literatuurstudies worden gebruikt als onderbouwing van dit beroepsproduct. Daarnaast is dit beroepsproduct gericht op het toepassen van algemene handtherapie. De specifieke informatie gericht op cerebrale parese, verkregen vanuit de literatuurstudies zijn in dit beroepsproduct als

voorbeelden gebruikt en in kaders opgenomen. Deze kaders dienen gelezen te worden om een goed beeld te krijgen en omdat zij als voorbeeld dienen voor een advies naar de afdeling.

Naast de literatuurstudies is een praktijkonderzoek uitgevoerd. Het praktijkonderzoek bestond uit interviews met betrokken professionals en observaties van ergotherapeutische behandelingen. In het praktijkonderzoek is informatie verworven over de huidige situatie in Suriname betreffende handtherapie. Op deze manier is de informatie vanuit de

literatuurstudies afgestemd op de huidige situatie. Hierdoor is gericht advies gegeven over het optimaliseren en uitbreiden van handtherapie in Suriname.

De informatie uit deze onderzoeken is gebruikt om een adviesrapport met plan van aanpak voor de opdrachtgever te schrijven.

1.1 Aanleiding

Paramaribo heeft vier ziekenhuizen en één revalidatiecentrum. Dit afstudeerproject is uitgevoerd op de afdeling ergotherapie in het revalidatiecentrum van het Academisch Ziekenhuis Paramaribo (AZP) en de daarnaast gelegen mytylschool. Binnen het

revalidatiecentrum zijn de enige vier ergotherapeuten van Suriname werkzaam. Zij zien verschillende doelgroepen, voornamelijk kinderen met Cerebrale Parese (CP) en

volwassene met een Cerebro Vasculair Accident (CVA). De ergotherapeuten behandelen klinisch in het AZP en poliklinisch in het revalidatiecentrum en de mytylschool. De

ergotherapeuten zouden handtherapie voor deze doelgroepen willen optimaliseren en hun werkveld verbreden door cliënten met ander handletsel te gaan behandelen. Op dit moment zijn onvoldoende voorwaarden en vaardigheden in het revalidatiecentrum aanwezig om handtherapie door ergotherapeuten uit te laten voeren.

(7)

fdstuk : 1 I nl ei di ng

In Nederland wordt de jaarlijkse prevalentie van hand- en polsklachten geschat op 125 per 1000 personen. Van de cliënten die met hand- en polsklachten de huisarts bezoeken is ongeveer een kwart na drie maanden hersteld (Peters-Veluthamaningal, Willems, Smeets, Windt, Spies, Strackee, Vos, Wind, Geraets, 2010). In 2013 telde Suriname 539.300 inwoners (The World Bank, 2013). Er zijn (nog) geen gegevens bekend van de prevalentie van hand- polsklachten in Suriname.

Om handtherapie te kunnen geven is het belangrijk om de complexe anatomie van de normaal functionerende hand te kennen. Pas dan zal het mogelijk zijn om de afwijkende hand zo optimaal mogelijk te laten functioneren (Dongen & Pilon, 2002). Handen zijn zichtbaar, veel inzetbaar en kwetsbaar. Mensen gebruiken hun handen voor alle dagelijks activiteiten. Net als bij ergotherapie is het bij handtherapie belangrijk dat de behandeling aansluit bij de hulpvraag en betekenisvol is voor de cliënt zodat de therapie relevant en succesvol is (Cooper, 2014).

1.2 Probleemstelling

Op dit moment zijn onvoldoende voorwaarden in het revalidatiecentrum aanwezig om handtherapie door ergotherapeuten uit te laten voeren. De ergotherapeuten worden beperkt door gebrek aan kennis, vaardigheden, methodiek, materialen en financiering. Hierdoor kunnen de ergotherapeuten bij eventuele doorverwijzing niet voldoen aan de vraag van de cliënt en arts/specialist. Paramaribo heeft geen bedrijven die alle materialen voor

handtherapie kunnen leveren. Het verkrijgen van materialen en expertise vanuit het buitenland kan voor hoge kosten zorgen.

De ergotherapeuten geven aan meer cliënten te willen behandelen en hun takenpakket uit te breiden. Dit sluit goed aan bij de toenemende vraag van de specialisten/chirurgen over de doorverwijzing van cliënten met pees- en zenuwletsel voor nabehandeling.

De vraag van de opdrachtgever is: Hoe kan handtherapie voor cliënten met

handproblematiek gegeven door de ergotherapeuten in Suriname geoptimaliseerd en uitgebreid worden?

De ergotherapeuten willen zo breed mogelijk informatie over diverse doelgroepen. Voor de werkgroep is het niet mogelijk om meerdere doelgroepen in het project op te nemen omdat dit het project te groot maakt. Na overleg met de opdrachtgever is besloten om kinderen met cerebrale parese als hoofddoelgroep te nemen. De keuze voor deze doelgroep is gebaseerd op het feit dat de ergotherapeuten aan hebben gegeven veel kinderen met cerebrale parese

(8)

: 1 I nl ei di ng

te behandelen vanuit de mytylschool en buitenaf. Informatie vanuit het project kan direct toegepast worden tijdens de behandeling van de kinderen. Volgend jaar mei 2016 zal een symposium plaatsvinden waarop de ergotherapeuten informatie geven over ergotherapie voor kinderen met cerebrale parese.

(9)

fdstuk : 2 D oe l en r el eva ntie

2 Doel en relevantie

2.1 Doelstelling

Doelstelling van de werkgroep voor de opdrachtgever en de opleiding:

Aan het eind van het afstudeerproject heeft de opdrachtgever een adviesrapport over het optimaliseren en uitbreiden van handtherapie en over het opzetten van handtherapie voor kinderen met Cerebrale Parese op de afdeling ergotherapie binnen het Revalidatiecentrum van het AZP.

Het adviesrapport geeft antwoord op de hoofdvraag en deelvragen. Tevens worden de doorlopen stappen uit het proces beschreven en verantwoord.

2.2 Relevantie

De uitkomsten van het praktijkonderzoek zorgen ervoor dat de opdrachtgever een efficiëntere inschatting kan maken van benodigde materialen, opleiding/cursussen en behandelingen bij cliënten met een handfunctie beperking.

De ergotherapie in Suriname wordt hierdoor geoptimaliseerd en uitgebreid. De vraag van de cliënten en doorverwijzers kan beter beantwoord worden en er wordt efficiënter gewerkt. Door efficiënter te werken is het mogelijk om meer te kunnen uitvoeren tijdens één behandeling. Dit zorgt ervoor dat de kosten voor de cliënt beperkt blijven.

Binnen de ergotherapie in Suriname zijn hoofddoelgroepen cerebrale parese en Cerebro Vasculair Accident. Er komen nieuwe aanvragen binnen voor cliënten met traumatische of chronisch handletsel waarvoor een spalk noodzakelijk is. Voor al deze doelgroepen kan de ergotherapie op dit moment geen gerichte behandeling geven bij handletsel.

Door te focussen op de doelgroep cerebrale parese wordt het proces en de kwaliteit van de behandeling verbeterd. Om dit te realiseren is kennis nodig over de algemene voorwaarden van handtherapie. Deze kennis over de voorwaarden kan in een later proces meerdere doelgroepen bereiken.

Door uitbreiding van het beroep ergotherapie op dit gebied vergroot mogelijk de bekendheid binnen het AZP en kan gerichte zorg geboden worden. Voor de professionals wordt

duidelijker wat een ergotherapeut binnen handtherapie kan betekenen met als gevolg een grotere doorverwijzing van cliënten.

(10)

: 3 V raa gs tel ling en de el vr ag en

3 Vraagstelling en deelvragen

Hoofdvraag: Hoe kan handtherapie voor cliënten met handproblematiek gegeven door de ergotherapeuten in Suriname geoptimaliseerd en uitgebreid worden?

Deelvragen:

 Hoe is de gezondheidszorg geregeld in Suriname? (verwijzing en verzekering handproblematiek)

 Welke handproblematiek kan gezien worden bij hand-ergotherapie?  Welke materialen zijn nodig voor hand-ergotherapie en waar kunnen de

ergotherapeuten deze vandaan halen?

 Wat voor scholing moeten de ergotherapeuten volgen om hand-ergotherapie te mogen/kunnen geven?

 Met welke disciplines is samenwerking noodzakelijk om hand-ergotherapie te kunnen vormgeven?

 Wat voor kosten zijn er verbonden aan het opzetten van hand-ergotherapie binnen het revalidatiecentrum?

De volgende vragen worden in een literatuurstudie beantwoordt:

 Wat zijn geschikte ergotherapeutische meetinstrumenten (I) voor kinderen met een handfunctie beperking door cerebrale parese in de leeftijd van 2 t/m 12 jaar (P) om beperkingen in het dagelijks handelen te inventariseren (O)?

 Wat is het bewijs voor effectieve handtherapeutische behandelmethodes (I) bij

kinderen met een handfunctie beperking door cerebrale parese in de leeftijd van 2 t/m 12 jaar (P) ter verbetering van het dagelijks handelen (O)?

(11)

fdstuk : 4 Th eo re ti sch e kaders

4 Theoretische kaders

Door te werken met theoretisch kaders wordt er ergotherapeutisch geredeneerd. Om het proces en de resultaten uit dit verslag vorm te geven en het product ergotherapeutisch relevant te maken is gebruik gemaakt van een inhoudsmodel, het Person, Environment and Occupation model (PEO) (Chistiansen, Baum & Bass-Haugen, 2005). Er is voor dit model gekozen omdat de relaties tussen de elementen van handelen weergeven worden.

Daarnaast is dit model geschikt om de kerndomeinen van de (hand-) ergotherapie uit te leggen en ergotherapeutisch te redeneren (Hartingsveldt, Logister-Proost & Kinébanian, 2010). In het PEO model wordt de dynamiek tussen de persoon, handelen (activiteiten) en omgeving weergegeven. Dit zijn aangrijpingspunten voor de therapie. De overlap van deze elementen geeft het handelen weer (Figuur 1). Hoe groter de overkoepeling tussen de elementen hoe meer harmonie en tevredenheid binnen het handelen (Granse, Hartingsveldt & Kinébanian, 2012). Om verantwoording te kunnen geven op het doorlopen proces en informatie te verkrijgen wordt gebruik gemaakt van Evidence Based Practice (EBP). Het doel van EBP is het toepassen van wetenschappelijk onderzoek en getoetste en betrouwbaar gevonden kennis in de praktijksituatie. Hierdoor wordt de kwaliteit van de zorg verbeterd en verantwoord (Kuiper, Verhoef, Cox & Louw, 2012). In Suriname wordt evidence-based gewerkt met de kennis, vaardigheden en materialen die aanwezig zijn. Op het gebied van handtherapie is weinig/ tot geen ervaring en wordt niet gewerkt volgens richtlijnen en/of protocollen.

Figuur 1: Het Person, Environment and Occupation model

Het Profiel Specialisatie Hand-ergotherapeut van Boer-Vreeke, Ven-Stevens, Vroomen & Eissens (2014) is een Nederlands profiel ontwikkeld om tot een beschermd en erkend specialisme te komen. Het profiel is vormgegeven in een samenwerkingsverband met Ergotherapie Nederland en het Nederlands Gezelschap voor Handtherapie. In het profiel wordt het verschil tussen een hand-ergotherapeut en de “basis” ergotherapeut beschreven. Daarnaast worden de nationale en internationale ontwikkelingen op het gebied van

handtherapie weergegeven. Het profiel biedt ondersteuning van de hand-ergotherapie als specialistische groep, is een uitgangspunt voor onderwijs en cursussen, geeft aan wat

(12)

hand-: 4 Th eo re ti sch e kaders

ergotherapie kan bijdragen aan de gezondheid en welzijn van de cliënt en kan gebruikt worden voor een Public Relation (PR) beleid (Boer-Vreeke, Ven-Stevens, Vroomen & Eissens, 2014). Vanuit het profiel werkt de hand-ergotherapeut cliënt-centred, occupation-based, context-based en evidence-based. Deze vier elementen sluiten aan bij het PEO model en het EBP.

(13)

fdstuk : 5 M e tho de

5 Methode

Om alle verkregen informatie in resultaten te ordenen en weer te geven is gebruik gemaakt van de elementen uit Profiel Specialisatie Hand-ergotherapeut: hand-ergotherapie, handelen, cliënt, activiteiten, context, methodisch handelen, werksetting en hand-ergotherapeut (Boer-Vreeke, Ven-Stevens, Vroomen & Eissens, 2014).

5.1 Literatuurstudie

Binnen het EBP wordt gewerkt met klinische vragen. Klinische vragen gaan over de (beste) zorg voor cliënten en kunnen betrekking hebben op elk aspect van de behandeling (Kuiper, Verhoef, Cox & Louw, 2012). Elk lid van de werkgroep heeft individueel een literatuurstudie geschreven aan de hand van een PICO geformuleerde vraagstelling gericht op de zorg voor kinderen met cerebrale parese. Met deze vraagstelling zijn zoek- en MESHtermen opgesteld en is een zoekstring gevormd aan de hand van booleaanse operatoren, AND en OR (Kuiper, Verhoef, Cox & Louw, 2012). Deze zoekstring is gebruikt om in verschillende databanken te zoeken naar artikelen. De werkgroep heeft gebruik gemaakt van de volgende databanken: PubMed, Cochrane Library, Science Direct en Proquest. Om zoveel mogelijk toegang te krijgen tot full text artikelen is gebruik gemaakt van de toegankelijkheid tot artikelen in het netwerk van het Academisch Medisch Centrum te Amsterdam (AMC). Doormiddel van een selectieprocedure met opgestelde in- en exclusiecriteria zijn 10 à 12 artikelen geïncludeerd per literatuurstudie. Deze artikelen zijn doormiddel van een Cochrane (Dutch Cochrane Centre, 2014) of Mc Master beoordelingsformulier beoordeeld (Law, Stewart, Pollock, Letts, Bosch & Westmorland, 1998). Het hierboven benoemde proces is bij beide literatuurstudies ook doorlopen door een peer reviewer. Dit is gedaan om de kwaliteit van de literatuurstudies te waarborgen.

5.2 Praktijkonderzoek

5.2.1 Semigestructureerd interviewen

Ter oriëntatie op het afstudeerproject in Suriname heeft de werkgroep contact opgenomen met professionals in Nederland en Suriname die bekend zijn met Suriname en/of

handtherapie. De interviews zijn opgenomen in bijlage 4 t/m 12.

Er zijn drie interviews uitgevoerd in Nederland met:

 Ergotherapeut die werkzaam is geweest in het revalidatiecentrum van het AZP (Bijlage 1)

 Twee ergotherapeuten gespecialiseerd in handtherapie (Bijlage 2)  Ergotherapeut(docent) gespecialiseerd in kinderen (Bijlage 3)

(14)

: 5 M e tho de

Het doel van de interviews in Nederland was om te oriënteren op de Surinaamse cultuur, handtherapie en werkwijze van de professionals.

In Suriname zijn elf interviews uitgevoerd met:

 Twee ergotherapeuten en een stagiaire ergotherapie (Bijlage 4)  Ergotherapie assistent in het AZP (Bijlage 5)

 Twee Fysiotherapeuten in het revalidatiecentrum en AZP, één gespecialiseerd in kinderen de andere in volwassenen, waaronder handletsel (Bijlage 6)

 Revalidatiearts (Bijlage 7)

 Orthopedisch instrumentmaker (Bijlage 8)  Orthopeed in het AZP (Bijlage 9)

 Plastisch chirurg in het AZP en in het Diakonessenhuis (Bijlage 10)

Het doel van de interviews in Suriname was om informatie in te winnen over de handfunctie beperkingen die gezien worden, de werkwijze binnen de handtherapie en kennismaking met de Surinaamse cultuur in de context van samenwerken in de gezondheidszorg.

De interviews zijn semigestructureerd. Hiervoor is gekozen omdat de onderwerpen in het interview vaststonden maar de antwoorden en de manier van doorvragen niet. Dit betekent dat per onderwerp een beginvraag is opgesteld met bijbehorende topics waarop

doorgevraagd kan worden. De topics zijn opgesteld aan de hand van het Profiel Specialisatie Hand-ergotherapeut en de overlegmomenten die plaats hebben gevonden met de coach en opdrachtgever. De geïnterviewde is op de hoogte gesteld van het doel tijdens het maken van een afspraak en tijdens het interview. De werkgroep maakt de namen van de geïnterviewde professionals en/of besproken cliënten niet bekend in de verslaglegging. De negatieve aspecten over de organisatie of personen die tijdens een interview besproken zijn, worden op een professionele en respectvolle manier gebruikt in de verslaglegging. Hierbij zal geen schade worden gedaan aan de organisatie of desbetreffende personen (Baarda, Hulst & Goede, 2012).

5.2.2 Vrije observaties

Om een beeld te krijgen van de situatie in Suriname heeft de werkgroep meerdere

momenten met een ergotherapeut meegelopen in het revalidatiecentrum of AZP. Er zijn twee verschillende observaties uitgevoerd, gericht op de omgeving en gericht op de behandeling. Om de observaties vorm te geven is gebruik gemaakt van een raamwerk uit de

basisstructuur van ergotherapeutisch onderzoek (Zalmstra, Stomph, Speth- Lemmens & Tonneijck, 2009). De observatiepunten hieronder beschreven zijn opgesteld aan de hand

(15)

fdstuk : 5 M e tho de

van de elementen uit het Profiel Specialisatie Hand-ergotherapeut en de overlegmomenten met coach en opdrachtgever. Naast de observaties zijn noties gemaakt van alle relevante informatie die de werkgroep heeft gezien en gehoord tijdens de bezoeken aan het

revalidatiecentrum en AZP. Deze informatie is verwerkt in de resultaten van dit project.

Door observatie van de omgeving is geanalyseerd wat voor invloed de beperkingen van de omgeving hebben op het geven van de behandeling (Zalmstra, Stomph, Speth- Lemmens & Tonneijck, 2009). De doelstelling van deze observatie was het analyseren van de

werkomgeving van de ergotherapeuten binnen het AZP en revalidatiecentrum. Hierbij zijn de volgende twee subdoelstellingen opgesteld:

 Analyseren van de mogelijkheden van de werkomgeving.

 Analyseren van de invloed van de beperkingen binnen de werkomgeving. Tijdens deze observatie is gelet op de omgevingsaspecten: toegankelijkheid, indeling, klimaat, geluidsoverlast, privacy, hygiëne en veiligheid. Daarnaast is gekeken naar de aanwezige materialen. Hierbij is gekeken naar: meetinstrumenten, behandelmateriaal, spalkmateriaal, toegankelijkheid en organisatie (Bijlage 11).

In de observatie van een behandeling is geanalyseerd wat de kenmerken zijn van een ergotherapeutische behandeling in Suriname (Zalmstra, Stomph, Speth- Lemmens & Tonneijck, 2009). De doelstelling van deze observatie was het analyseren van een

behandeling gegeven door een ergotherapeut werkzaam in het revalidatiecentrum. Hierbij zijn de volgende twee subdoelstellingen opgesteld:

 Analyseren van de benaderingswijze tijdens een ergotherapeutische behandeling.  Analyseren van de behandelmethodes van een ergotherapeutische behandeling. Tijdens deze observaties is gelet op de volgende aspecten binnen de benaderingswijze van de behandeling: cliënt- therapeut relatie, culturele aspecten, communicatie en situatie. Daarnaast is gekeken naar de volgende aspecten van behandelmethodes: opbouw, administratie, interventies, meetinstrumenten, tijdsduur en omgeving (Bijlage 12).

5.3 Workshop

De werkgroep heeft samen met de coach een vakgerichte workshop verzorgd over

handtherapie. Deze workshop was verdeeld over twee ochtenden van drie uur en is gegeven in de ergotherapieruimte van het revalidatiecentrum. Er is gekozen voor twee ochtenden in plaats van een hele dag om cliënten in de workshop te kunnen zien en te zorgen dat de ergotherapeuten geen overvloed aan nieuwe informatie zouden krijgen. Daarnaast konden zij deze dagen alsnog cliënten zien. De volgende onderwerpen zijn aanbod gekomen:

(16)

: 5 M e tho de

 Algemene informatie over handtherapie

 Leren maken van spalken in de aanwezigheid van drie cliënten

Met deze workshop is informatie overgedragen over de resultaten die tot dan toe zijn opgedaan over handtherapie. De workshop was gericht op specifieke taken of problemen binnen de handtherapie en was resultaatgericht. Alle ergotherapeuten, de assistent ergotherapie en een fysiotherapeut waren aanwezig bij de workshop.

5.4 Adviesrapport

Het basis adviesdiagram van Heijsman & Weele (2009) geeft een schematisch weergave van alle elementen die met adviseren te maken hebben (Figuur 2). Door de context in deze weergave in te vullen is een oriëntatie uitgevoerd op het uiteindelijke advies. Vanuit deze oriëntatie is gebruik gemaakt van het adviesmodel om het definitieve advies te schrijven (Figuur 2). Het advies is een rapport waarin de werkgroep als professional op het gebied van hun eigen expertise een advies heeft uitgebracht. Daarnaast bevat het een plan van aanpak weergegeven in een stroomdiagram over het implementeren van het advies. Het

adviesrapport is een apart document, in dit beroepsproduct wordt alleen een samenvatting gegeven. Het advies wordt overgedragen aan de opdrachtgever. De opdrachtgever dient het advies te gaan toepassen.

(17)

fdstuk : 6 R esu lt aa t

6 Resultaat

6.1 Hand-ergotherapie

De arm-/handfunctie is een belangrijk onderdeel van de ergotherapie. Binnen het dagelijks handelen is de arm-/handfunctie essentieel. De handen worden gebruikt bij activiteiten als wonen/zorgen, werken/leren en vrije tijd/spel. Een stoornis aan de handen geeft dan ook vrijwel altijd een beperking in het handelen. De stoornissen kunnen ontstaan door trauma, operatie, aandoening of aangeboren afwijking. De beperkingen kunnen zowel tijdelijk als van chronische aard zijn (Broer-Vreeke & Vroomen, 2014).

Om het ergotherapeutisch redeneren en de beroepsethiek naar voren te laten komen werkt een hand-ergotherapeut volgens het Profiel Specialisatie Hand-ergotherapie aan de hand van de volgende elementen:

 Cliënt-centred. De cliënt staat centraal. Er is bekend dat doormiddel van cliëntgericht werken het aantal nodige behandelingen verminderd. Hierdoor worden de kosten voor de zorgverzekeraar en de cliënt beperkt omdat de cliënt eerder in staat is zelfstandig te functioneren (Boer-Vreeke, Ven-Stevens, Vroomen & Eissens, 2014). In Suriname komen verschillende geloofsovertuigingen, waarden en normen voor. Deze kunnen van invloed zijn op motivatie, doelen, wensen en

behandel-/geneeswijzen van de cliënt (Bijlage 4 & 10).

 Occupation-based. Het handelen is zowel middel als doel binnen de ergotherapie (Hartingsveldt, Logister-Proost & Kinébanian, 2010). Binnen de hand-ergotherapie staan vooral fysieke beperkingen centraal, deze kunnen vertaald worden naar problemen in het handelen. Taken van een hand-ergotherapeut bestaan uit het creëren van voorwaarden voor het handelen, adviseren over de behandeling (spalk en/of operatie) en functioneel oefenen (Boer-Vreeke, Ven-Stevens, Vroomen & Eissens, 2014).

Tijdens de intake fase in het revalidatiecentrum en het AZP wordt eerst gekeken naar de mogelijkheden van de cliënt en worden samen met de cliënt behandeldoelen opgesteld. Deze doelen zijn handelings- of functiegericht (Bijlage 4, 5 & 12).

 Context-based. De fysieke, sociale, institutionele en culturele omgeving is van invloed op de persoonlijke gezondheidstoestand en de omgevingsfactoren en bepaalt

iemands functioneren (Boer-Vreeke, Ven-Stevens, Vroomen & Eissens, 2014). In Suriname speelt het vervoer naar het revalidatiecentrum een grote rol in het nakomen van afspraken. Daarnaast zijn er beperkingen in de ruimtes en materialen om de behandeling vorm te geven (Bijlage 4 t/m 12).

(18)

: 6 R esu lt aa t

 Evidence-based. Hand-ergotherapie is gebaseerd op de informatie en ervaringen van de cliënt, de ergotherapeut en relevant wetenschappelijk onderzoek (Boer-Vreeke, Ven-Stevens, Vroomen & Eissens, 2014).

In Suriname wordt gewerkt met de ervaringen van de cliënt. De kennis over behandeling wordt up to date gehouden door het lezen van onderzoeken, het begeleiden van stagiaires en uitvoeren van projecten. Daarnaast wordt gewerkt met de middelen, kennis en ervaring, die aanwezig is (Bijlage 4 en 12).

6.1.1 Verzekering

Om zicht te krijgen op de haalbaarheid van hand-ergotherapie in Suriname is gekeken naar de mogelijkheden en beperkingen in het vergoeden van behandelingen en benodigde materialen.

In Suriname zijn diverse verzekeringsmaatschappijen. De verschillende medische verzekeringsmaatschappijen zijn:

 Self Reliance  Assuria

 Stichting staatziekenfonds

In figuur 3 is per verzekeringsmaatschappij en pakket te zien hoeveel behandelingen per jaar (p/j) of per verzekeringsjaar (p/vj) vergoed worden. Het bedrag genoteerd in figuur 3 is het bedrag dat een ergotherapeut vergoed krijgt door de desbetreffende verzekering. De prijs van de ergotherapeutische behandeling van 30 minuten of 1 uur staat vast en bedraagt 75 Surinaamse Dollars (€20,23).

Figuur 3: Overzicht verzekeringsmaatschappijen

Per 1 juli 2013 heeft de Surinaamse Regering de ‘gratis’ basiszorgverzekering ingevoerd voor kinderen van 0 t/m 16 jaar en personen van 60 jaar en ouder (AOV-ers). De

(19)

fdstuk : 6 R esu lt aa t

januari 2016 ingaat. In de Wet Nationale Basiszorgverzekering, wordt onder meer het volgende geregeld:

 Iedereen is verplicht minimaal een basiszorgverzekering te hebben.

 Iedereen is verplicht de premie te betalen voor deze zorgverzekering.

 Iedereen wordt geaccepteerd door de zorgverzekeraar, ongeacht of u al een aandoening of ziekte heeft.

Het is de bedoeling dat elke burger verzekerd is via een verzekeringsmaatschappij, ook mensen die in de groep van on- en minvermogen (sociale zaken) vallen. Deze groep krijgt nu gratis ergotherapie behandeling.

Naast deze pakketten zijn verschillende andere regelingen aanwezig. Er zijn willekeurige bedrijven die de kosten voor de ergotherapeutische behandelingen betalen voor hun werknemers. Het bedrijf bepaald hoeveel behandelingen vergoed worden en wanneer de behandelingen stoppen.

Het salaris van de ergotherapeuten is een vast bedrag in de maand wat betaald wordt vanuit het AZP op basis van fiso (Republiek Suriname ministerie van binnenlandse zaken,

2015). Iedere cliënt die behandeld wordt is ‘extra’ inkomsten. Per behandeling wordt aan het eind van de maand een bedrag afgedragen aan het AZP (Bijlage 4).

6.2 Handelen

Bij cliënten met een handfunctie beperking zijn de voorwaarden om te handelen verstoord. Dit komt door het verlies van sensomotorisch en/of psychosociale vaardigheden. Letsels aan de handen en armen kan gepaard gaan met blijvende stoornissen zoals pijn, gevoelloosheid of bewegingsbeperking. Een beperking in de handfunctie kan voor iedere cliënt andere gevolgen hebben (Boer-Vreeke, Ven-Stevens, Vroomen & Eissens, 2014).

(20)

: 6 R esu lt aa t

Voor cliënten in Suriname zorgt een handfunctie beperking voor moeizame participatie in de maatschappij. Binnen een werksetting wordt vaak niet gezocht naar vervangende

werkzaamheden die een cliënt ondanks de beperking wel kan uitvoeren, maar werkt de cliënt niet. In de thuissituatie wordt vanuit de cliënt zelf weinig gezocht naar compensatie

strategieën. Over het algemeen worden de huishoudelijke taken van de cliënt overgenomen door familieleden (Bijlage 4 & 5).

6.3 Cliënt

De cliënt is een persoon, populatie of organisatie met zijn of haar eigen probleem op het gebied van handelen en participatie (Figuur 5). De mate van aandoening bepaalt in hoeverre de cliënt beperkt is in het dagelijks leven. Mede hierdoor is het belangrijk om de

verschillende handletsels met bijbehorende beperkingen te kennen (Hartingsveldt, Logister-Proost & Kinébanian, 2010).

Er zijn veel verschillende doelgroepen die gezien kunnen worden door

hand-ergotherapeuten. Binnen het AZP wordt tijdens het stellen van de diagnose alleen gekeken naar de symptomen. In het algemeen wordt niet gekeken naar het ziektebeeld waar deze symptomen bij zouden kunnen passen (Bijlage 11).

Figuur 5: Persoon vanuit het PEO-model

Voorbeeld casus diagnose stellen

Een kind met epilepsie krijgt de diagnose epilepsie terwijl dit een symptoom zou kunnen zijn van cerebrale parese. Mede daardoor is er geen percentage bekend over de prevalentie van cerebrale parese in Suriname. De meeste kinderen worden gediagnosticeerd met een ontwikkelingsachterstand. Na het interview met de ergotherapeuten is gebleken dat zij bij veel kinderen de symptomen van cerebrale parese zien. Zij stemmen de behandeling af met de behandelwijzen die gebruikt worden voor kinderen met cerebrale parese (Bijlage 4).

(21)

fdstuk : 6 R esu lt aa t

6.3.1 Kind & jeugd

Handletsel bij kinderen is vaak aangeboren of ontstaan door trauma. De focus van de behandeling ligt op bevordering van mentale of lichamelijke ontwikkeling en het inzetten van de hand/arm tijdens het dagelijks handelen (Broer-Vreeke & Vroomen, 2014).

De grootste doelgroep kinderen in Suriname zijn kinderen met een ontwikkelingsachterstand. Ondanks dat de diagnose cerebrale parese weinig gesteld wordt, merken de

ergotherapeuten dat dit een veel voorkomende doelgroep is (Bijlage 4).

Cerebrale parese

Cerebrale parese is een verzameldiagnose voor motorische handicaps ten gevolge van een aanlegstoornis of vroege beschadiging van de hersenen. Stoornissen die bij het kind kunnen voorkomen zijn problemen in taal, spraak, bewegingsapparaat of het cognitief vermogen. Problemen die zich kunnen voordoen aan de handen/armen zijn, spastische bewegingen en/of spierstijfheid van de vingers, pols en elleboog (Meihuizen- de Regt, Moor, Mulders, 2009).

6.3.2 Volwassenen/ouderen

Volwassenen zijn de grootste doelgroep binnen de handtherapie. Hun letsels ontstaan vaak door trauma, aandoening of ziekte (pathologisch). Volwassenen staan midden in het

arbeidsleven en hebben diverse taken zoals partnerschap, ouderschap, onderhouden van een sociaal netwerk en op latere leeftijd de zorg over ouders (Hartingsveldt, Logister-Proost & Kinébanian, 2010).

De doelgroep ouderen bestaat voornamelijk uit degeneratieve, neurologisch of

orthopedische aandoeningen (Broer-Vreeke & Vroomen, 2014). Ouderen hebben te maken met veranderingen in hun levensloop, ouderdom en/of ziekte. Dit maakt het dagelijkse en maatschappelijk handelen in toenemende mate moeilijker (Hartingsveldt, Logister-Proost & Kinébanian, 2010).

Naar aanleiding van de interviews met de plastisch chirurg en de fysiotherapeuten in Suriname zijn een aantal hoofddoelgroepen naar voren gekomen.

 Pees- en zenuwletsel  Flegmoneuze ontsteking  Cerebro vasculair accident  Brandwonden

(22)

: 6 R esu lt aa t

Deze hoofddoelgroepen kunnen de ergotherapeuten in Suriname verwachten voor behandeling van de hand/arm (Bijlage 6 t/m 10).

6.3.3 Cliëntsysteem

In Suriname is niet alleen de cliënt met de beperking aanwezig maar vaak ook meerdere familieleden. Daarnaast wordt wegens het groot aantal culturen verschillende talen gesproken door de cliënt en zijn systeem. In Suriname zijn bijvoorbeeld veel mensen die Sranantongo spreken en geen Nederlands. Ook zijn er cliënten die eerst alternatieve

geneeswijzen uitproberen en daardoor in een latere fase in behandeling komen (Bijlage 4 t/m 10 & 12).

Cliëntsysteem kinderen

Voornamelijk bij de behandeling van kinderen is het belangrijk om ouders bij de behandeling te betrekken. In samenspraak met het kind en ouders worden de gezamenlijke prioriteiten voor de interventies bekend, dit is family-centered werken (Hartingsveldt, Logister-Proost & Kinébanian, 2010). De relaties en interacties tussen de gezinsleden zijn van invloed op het succes van de behandeling (Meihuizen-de Regt, Moor & Mulders, 2009).

In Suriname is bij de behandeling van een kind altijd familie aanwezig. Dit zorgt ervoor dat het cliëntensysteem (familie) op de hoogte is van de inhoud van de behandeling, de eventuele oefeningen voor thuis en vooruitgang van de cliënt. Daarnaast kunnen de vragen persoonlijk gesteld en beantwoord worden (Bijlage 4 & 12).

6.4 Activiteiten

Hand-ergotherapie is gericht op de voorwaarden en het faciliteren van bewegingen, een goed genezingsproces en het verbeteren van arm- /handfunctie. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar de hele activiteit maar ook naar de deelhandelingen waaruit de activiteit

bestaat (Figuur 6). Door stoornissen aan de arm/hand kunnen de basisvaardigheden beperkt worden. De behandeling van cliënten bestaat uit acute zorg of niet-acute zorg. Acute zorg wordt gegeven na acuut letsel of chirurgische ingrepen. Hierbij wordt gekozen voor een bottum-up benadering die zo snel mogelijk start en in eerste instantie stoornis gericht is. Niet-acute zorg wordt gegeven bij een blijvende beperking aan de arm/hand. Hierbij wordt gekozen voor een top-down benadering of occupation-based benadering. De

hand-ergotherapeut start vanuit een breed perspectief en bekijkt de cliënt in zijn handelingscontext (Boer-Vreeke, Ven-Stevens, Vroomen & Eissens, 2014).

(23)

fdstuk : 6 R esu lt aa t

Figuur 6: Activiteiten vanuit het PEO-model

Binnen het AZP is het doel van de behandeling zo snel mogelijk zelfstandig te kunnen functioneren. Hierin wordt de behandeling gericht op functieherstel en het instrueren van het cliëntsysteem zodat de cliënt zo snel mogelijk naar huis kan. In het revalidatiecentrum wordt de behandeling nauwkeurige afgestemd op de behoeften en wensen van de cliënt. De ergotherapeuten in het revalidatiecentrum werken activiteitgericht (Bijlage 4 en 12).

Activiteiten bij Cerebrale parese

Bij kinderen met cerebrale parese is de behandeling veel gericht op Algemene Dagelijkse Levensbehoeften (ADL), schoolse vaardigheden en zelfredzaamheid (Meihuizen- de Regt, Moor, Mulders, 2009). Cerebrale parese is een blijvende aandoening waardoor de therapie activiteitgericht is. Dit betekend dat de top-down benadering gevolgd wordt (Boer-Vreeke, Ven-Stevens, Vroomen & Eissens, 2014). In Suriname worden de activiteiten die gebruikt worden voor de behandeling, in samenspraak met de cliënt en zijn systeem besproken. Vanuit de observaties is gebleken dat in Suriname de behandeling van kinderen gericht is op ADL en schoolse vaardigheden (Bijlage 12).

6.5 Context

De factoren die een persoon, organisatie of populatie omringen is de context die de ontwikkeling en het handelen van een cliënt beïnvloedt. De context heeft invloed op het handelen en het handelen heeft invloed op de omgeving (Figuur 7). Bij voorkeur vindt de behandeling plaats in de eigen natuurlijke omgeving van de cliënt (Hartingsveldt, Logister-Proost & Kinébanian, 2010).

(24)

: 6 R esu lt aa t

Figuur 7: Context vanuit het PEO-model

In Suriname wordt op dit moment handtherapie gegeven in het revalidatiecentrum. Binnen het revalidatiecentrum is geen spalkenbak aanwezig. Hiervoor in de plaats wordt een pan met heet water gebruikt om het spalkmateriaal te vormen. De oefenkeuken en toiletruimte worden ingezet in de behandeling om ADL vaardigheden zo realistische mogelijk te kunnen nabootsen (Bijlage 11). Aangezien de ergotherapeuten in het revalidatiecentrum de enige ergotherapeuten in Suriname zijn is het voor een grote groep cliënten een probleem om het revalidatiecentrum te bereiken. De infrastructuur van Suriname is niet optimaal, zo stopt er geen bus voor het revalidatiecentrum, zijn vele wegen onverhard en zijn taxi’s niet voor iedereen betaalbaar (Bijlage 4).

6.6 Methodisch handelen

6.6.1 Benadering

In de acute zorg wordt een bottum-up benadering toegepast terwijl bij blijvende beperking gebruik wordt gemaakt van een top-down benadering. Voor verdere informatie zie hoofdstuk 6.4 Activiteiten.

6.6.2 Professioneel redeneren

Professioneel redeneren is het denkproces dat tijdens het definiëren van de hulpvraag van de cliënt, het stellen van doelen, de keuze voor interventies en het evalueren van de doelen plaatsvindt. Hand-ergotherapeuten redeneren vanuit two-body practice waarbij wordt

gekeken naar het lichaam als een machine en naar de persoon als levend wezen. Hierbij wordt gestreefd naar de meest effectieve, veilige, efficiënte en betekenisvolle werkwijze om de doelen te bereiken (Boer-Vreeke, Ven-Stevens, Vroomen & Eissens, 2014). Daarnaast komen de elementen van het ergotherapeutische redeneren genoemd in hoofdstuk 6.1 Hand-ergotherapie terug.

Uit observaties blijkt dat de ergotherapeuten in Suriname ook redeneren vanuit een two-body practice benadering (Bijlage 12).

(25)

fdstuk : 6 R esu lt aa t 6.6.3 Proces

Binnen de hand-ergotherapie wordt gebruik gemaakt van verschillende inhouds- en procesmodellen. De keuze voor het inhoudsmodel is afhankelijk van de visie van de therapeut en de vraag van de cliënt. Voorbeelden van inhoudsmodellen zijn: Person Evironment Occupation model (PEO), Model Of Human Occupation (MOHO), Canadian Model of Occupational Performance and Environment (CMOP-E) en Kawa river model. Een veel gebruikt procesmodel is het Canadian Practice Process Framework (CPPF) dit model sluit aan bij het PEO model.

In Suriname wordt geen gebruik gemaakt van een procesmodel. De behandeling wordt gestart met een intake waarin doelen worden gesteld voor verdere behandeling. Soms wordt gebruik gemaakt van meetinstrumenten. De keuze van meetinstrumenten is beperkt door het gebrek aan kennis en materialen (Bijlage 4 & 12).

6.6.4 Meetinstrumenten

In de inventarisatiefase worden meetinstrumenten gebruikt om de handfunctie en beperkingen in activiteiten te inventariseren. Tijdens de evaluatiefase worden deze

meetinstrumenten herhaald om vooruitgang van het behandelingsproces vast te leggen. De ergotherapeut maakt zelf de keuze welk meetinstrument geschikt is voor het inventariseren van de informatie die nodig is. De keuze hangt af van de stoornis van de cliënt en de visie van de therapeut om te bepalen welk meetinstrument afgenomen wordt (Granse,

Hartingsveldt & Kinébanian, 2012). Binnen de algemene handtherapie zijn meetinstrumenten gericht op participatie, activiteiten en functie. (Annevelink, Berg, Rens, Schmalgemeijer & Stevens, 2009). Veelgebruikte meetinstrumenten zijn:

 Canadian Occupational Performance Measurement (COPM) (COPM, 2015)  Patiënt Specifieke Klachten (PSK) (Meetinstrumentenzorg, 2014)

 Disability of Arm, Schoulder and Hand (DASH) (The DASH, z.j.)  Goniometer (klein en groot model) (Goniometers, 2006)

In Suriname worden de bovengenoemde meetinstrumenten niet gestructureerd ingezet. De COPM, goniometer, handkrachtmeter, pinch meter, A-one, AMPS (niet gecertificeerd), UAT, SULCS en een vergelijkbare test als de Nine-hole peg zijn aanwezig (Bijlage 13).

Literatuurstudie meetinstrumenten

Uit de literatuurstudie is gebleken dat, ondanks dat er weinig onderzoek naar het meetinstrument is gedaan, de Besta Scale een geschikt meetinstrument is voor

(26)

: 6 R esu lt aa t

Suriname. Dit meetinstrument meet als enige zowel de handfunctie als het effect van de beperkingen van de handfunctie op het dagelijks handelen(Rosa-Rizzotto, Visonà Dalla Pozza, Corlatti, Luparia, Marchi, Molteni, Facchin, Pagliano, et al., 2014). Echter met dit meetinstrument kan niet de gehele groep kinderen met cerebrale parese in Suriname getest worden vanwege de leeftijdsgrens. Voor de kinderen van 9 -12 jaar kan gebruik gemaakt worden van The Bruininks-Oseretsky Test of Motor Proficiency (BOTMP) om de handfunctie te testen (Klingels, Jaspers & Winckel, 2010). Dit meetinstrument kan gebruikt worden in combinatie met de Abilhand-kids dat het effect van de handfunctie beperking op het dagelijks handelen inventariseert (Carlyne Arnould, Massimo Penta, Anne Renders & Jean-Louis Thonnard, 2004). Dit geeft de ergotherapeuten de mogelijkheid voldoende informatie te verkrijgen om de behandelingen vorm te geven.

Door het toepassen van deze meetinstrumenten kan een ergotherapeut de

behandeling efficiënt opbouwen. Daarnaast kan vanuit de verkregen gegevens bij de afname van de meetinstrumenten een hulpvraag concreet geformuleerd worden (Granse, Hartingsveldt & Kinébanian, 2012).

Meetinstrumenten voor cerebrale parese

Hier volgt een selectie van de meeste gebruikte meetinstrumenten voor kinderen met cerebrale parese.

Participatie/activiteiten

 Quality of upper Extremity Skills Test (Quest)

 Canadian Occupational Performance Measurement (COPM)  Abilhand-kids

 Pedeatric Evaluation of Disability Inventory (PEDI)  Besta Scale

Functie

 Melbourne Assessment of Unilateral Upper Limb Function (Melbourne assessment)

 Assisting Hand Assessment (AHA)

 The Bruininks-Oseretsky Test of Motor Proficiency (BOTMP) Classificaties

(27)

fdstuk : 6 R esu lt aa t  Zancolli  House

(Meihuizen-de Regt, Moor & Mulders, 2009)

6.6.5 Behandeling

Na inventarisatie van de beperkingen en de hulpvraag van de cliënt worden persoonlijke behandeldoelen opgesteld. Afhankelijk van het soort letsel en de vraag van de cliënt wordt de behandeling gericht op functieherstel, activiteiten en/of participatie (Granse, Hartingsveldt & Kinébanian, 2012). Binnen de hand-ergotherapie zijn verschillende evidence-based

protocollen en richtlijnen beschikbaar waarin behandelopties worden beschreven (Boer-Vreeke, Ven-Stevens, Vroomen & Eissens, 2014).

Veel voorkomende behandelingen zijn:

 Gewrichtsbeschermende principes en/of compensatiestrategieën  Krachttraining

 Sensibiliteitstraining  ADL-training

 Wondverzorging  Spalktherapie

In Suriname worden cliënten voornamelijk doorverwezen naar de ergotherapie voor spalktherapie of ADL training. Protocollen en richtlijnen worden niet standaard ingezet (Bijlage 4 & 11).

Literatuurstudie behandelmethodes

Uit de literatuurstudie is gebleken dat voornamelijk het intensief ergotherapeutisch behandelen van kinderen met cerebrale parese positief effect heeft op het dagelijks handelen (Deppe, Thuemmler, Fleischer, Berger, Meyer & Wiedemann, 2013). Een voorbeeld van een intensieve behandelwijze is de Constrained Induced Movement Therapy (CIMT). Binnen deze behandeling wordt de niet-aangedane arm/hand van een kind met cerebrale parese in en sling/spalk gedaan. De aangedane hand moet hierdoor ingezet worden. Voor kinderen van 4-18 jaar wordt er geadviseerd om de spalk/sling 6-8 uur te dragen voor 2-3 weken lang (5 dagen per week). Het oefenen tijdens het dragen moet volgens een bepaald protocol gebeuren (Becher, Pangalila, Vermeulen, Barneveld, & Raats, 2006). Naast de CIMT bestaan ook bimanuele

(28)

: 6 R esu lt aa t

behandelmethodes waarbij het kind wordt gestimuleerd om beide handen in te zetten. De CIMT en de bimanuele behandelmethodes hebben beide positief effect op zelfverzorging en onafhankelijkheid (Brito Brandão, Gordon & Cotta Mancini, 2012). Het dragen van een handspalk heeft mogelijk ook positief effect op de handfunctie, hier moet echter meer onderzoek naar gedaan worden (Jackman, Novak & Lannin, 2013).

Al deze behandelmethodes zijn uit te voeren door ergotherapeuten. In Suriname zou gekeken kunnen worden naar het implementeren van de CIMT of het gebruik van handspalken. Bij het implementeren moet rekening gehouden worden met de kosten van materiaal, de behandeling en benodigde vaardigheden van de ergotherapeuten. Tijdens de ergotherapeutische behandeling van het kind is het belangrijk dat deze aansluit op de hulpvraag. Hierdoor blijft zowel het kind als de familie gemotiveerd om naar de behandeling toe te komen.

6.7 Werksetting

De fysieke gebouwde omgeving is van invloed op het handelen. Het is daarom belangrijk dat de therapieruimte geschikt is voor het geven van hand-ergotherapeutische behandelingen (Hartingsveldt, Logister-Proost & Kinébanian, 2010).

6.7.1 Meetinstrumenten

Voor het afnemen van meetinstrumenten moeten materialen aangeschaft worden. De kosten van een meetinstrument liggen tussen de 100-170 SRD (€27-€45) (DASH, z.j.) (COPM, 2015). Het is aan de afdeling om te beslissen welke officiële materialen aangeschaft worden. Daarnaast moet rekening gehouden worden met de scholing die voor sommige

meetinstrumenten noodzakelijk is. De kosten van scholing liggen tussen de 100-2000 SRD (€26-€520) (VOAA, 2012).

6.7.2 Behandelmateriaal

Binnen de algemene handtherapie worden behandelmaterialen onderverdeeld in:  Gewrichtsbeschermende hulpmiddelen

 Krachttrainingsmateriaal  Sensibiliteitsmateriaal  ADL-trainingsmateriaal

 Werk gerelateerd oefenmateriaal

Deze materialen zijn verkrijgbaar als officieel medisch behandelmateriaal. Sommige alternatieve materialen zijn verkrijgbaar in doe-het-zelf zaken. Hierdoor lopen de prijzen

(29)

fdstuk : 6 R esu lt aa t

uiteen van 50-500 SRD (€14-€140). In Suriname zijn in de Mega J supermarkt Jong a Kiem medische materialen te verkrijgen. Daarnaast zijn in de drogisterij DIO

gewrichtsbeschermende hulpmiddelen verkrijgbaar, de prijzen verschillen van 20-220 SRD (€5-€62).

Behandelmateriaal cerebrale parese ADL

 Zelfverzorging (tandenborstel, kleding, shampoo etc.)  Eten en drinken (beker, bestek, etenswaren etc.) Fijne motoriek  Blokjes  Bord spellen  Kralen  Etc. Schoolvaardigheden  Papier

 Schrijfmateriaal (potloden, pennen, stiften, krijt, etc.)  Knutselmateriaal (lijm, schaar, etc.)

 Computer Functiemateriaal

 Krachtoefeningen (knijpers, klei, sponzen, etc.)  Grijpoefeningen (vormenstoof, blokjes, bekers, etc.) CIMT (930 SRD/€250 (Avansplus, z.j.))

 Spalk/sling

 Bovengenoemd materiaal

(Brito Brandão, Cotta Mancini, Virgínia Vaz, Pereira de Melo & Teixeira Fonseca, 2010)

6.7.3 Spalkmateriaal

Een onderdeel van hand-ergotherapie is het maken van spalken waarvoor materialen nodig zijn (Tabel 1) (Dongen & Pilon, 2002). Om de materialen uit tabel 1 eenmalig aan te schaffen

(30)

: 6 R esu lt a at

kost dat ongeveer 6532-9220 SRD (€1757-€2480) (Norht Coast, 2015). Dit zijn de kosten van de materialen voor een startpakket er is niet bekend hoelang met het startpakket gewerkt kan worden.

In Suriname is het niet altijd mogelijk om therapeutisch materiaal te kopen (Bijlage 4). De alternatieve materialen (Tabel 1) zijn te verkrijgen in Chinese supermarkten en verschillende bouwmarkten zoals Lifarma en zijn goedkoper dan het officiële materiaal.

Tabel 1: Spalkmaterialen

6.7.4 Wondverzorging

De hand-ergotherapeut ziet de cliënt na de operatie. Op dat moment heeft de cliënt een gipsverbandspalk om. De hand-ergotherapeut dient deze gipsverbandspalk te verwijderen,

Voorbeeld: Workshop cliënt cerebrale parese

Tijdens het maken van een spalk voor een cliënt met cerebrale parese bleek dat er geen goede spalkenbak,

klittenband, spalkscharen en spalkkrijt aanwezig was. Daarnaast was de stroomvoorziening niet op een logische plaats beschikbaar en werkte deze niet.

(31)

fdstuk : 6 R esu lt aa t

de wond te controleren en opnieuw te verbinden. Voor het verzorgen van de wond zijn wondverzorgingsproducten nodig (Morree, 2014). De belangrijkste

wondverzorgingsmiddelen zijn: vetgaasjes, verband, alcohol en tape. Deze producten zijn verkrijgbaar in apotheken in Suriname, een voorbeeld is de NV Soma Apotheek, de

drogisterij DIO of Mega J supermarkt. De kosten voor een starterpakket bedraagt ongeveer 595 SRD (€160) (North Coast, 2015).

Op dit moment worden de wonden verzorgd door de wondverpleging in Suriname en zorgt de fysiotherapeut voor mobilisatie en het starten van oefeningen in de acute fase. De ergotherapeuten zien de cliënten in een latere fase waardoor geen wondverzorging meer nodig is. Als hand-ergotherapie wordt opgestart dienen de ergotherapeuten wondverzorging op zich te nemen waarvoor materialen hierboven genoemd noodzakelijk zijn (Bijlage 4 t/m 6).

6.7.5 Werkruimte

Binnen de behandeling wordt gestreefd naar een natuurlijke handelingscontext die het meeste lijkt op de thuissituatie (Hartingsveldt, Logister-Proost & Kinébanian, 2010). Slecht ingerichte werkplekken kunnen leiden tot gezondheidsklachten en ongevallen. Normen waarop gelet wordt zijn: hygiëne, veiligheid, functionerende noodverlichting, ergonomisch verantwoord meubilair, voldoende bewegingsruimte,

verblindingen/weerspiegeling voorkomen (Arboportaal, z.j.). Als hand-ergotherapeut wordt gewerkt in veel verschillende houdingen. De hand-ergotherapeut dient altijd alert te zijn op eigen werkhouding om klachten te voorkomen.

Geregistreerde leden van Ergotherapie Nederland (EN) kunnen via de website een document downloaden met de minimalen inrichtingseisen voor praktijken (Ergotherapie Nederland, z.j.).

Er bestaat in Suriname geen Arbowet. In het revalidatiecentrum wordt de werksetting gekeurd door de arbeidsinspectie. Volgens de Stichting bedrijfsgezondheidszorg (2015) in Suriname moeten fysische, chemische, biologische en ergonomische risico’s voorkomen worden in een werksetting.

6.8 Hand-ergotherapeut

In dit hoofdstuk wordt gebruik gemaakt van het raamwerk beroepscompetenties

ergotherapeut (Figuur 8). Deze competenties zijn aangepast aan de situatie in Suriname. De informatie beschreven in deze competenties is verkregen doormiddel van de observaties en interviews die in Suriname zijn uitgevoerd.

(32)

: 6 R esu lt aa t Figuur 8: Beroepscompetenties 6.8.1 Communiceren

Het communiceren naar de cliënt toe verbaal en non-verbaal is belangrijk. De communicatie met de cliënt verloopt cliënt-centred. Hierbij is de ergotherapeut empatisch, erkent de ander als expert en is bereid kennis te delen. De diversiteit tussen de cliënten wordt gerespecteerd (Hartingsveldt, Logister-Proost & Kinébanian, 2010). Het geven van voorlichting staat binnen de hand-ergotherapie centraal. De hand-ergotherapeut kan gebruik maken van verschillende gesprekstechnieken zoals Motivational Interviewing. Binnen het behandelproces is het belangrijk dat de cliënt de regie kan nemen over zijn eigen herstel (Boer-Vreeke, Ven-Stevens, Vroomen & Eissens, 2014).

Het blijkt dat de cliënten in Suriname naar de rangen van de verschillende professionals kijken, zo neemt een cliënt eerder informatie aan van de arts dan van de ergotherapeut. Daarnaast spelen de cultuurverschillen een grote rol. Cliënten of het cliëntensysteem spreken niet altijd Nederlands, de behandeling wordt dan in het Sranantongo gegeven of vertaald door een familielid. Het is belangrijk dat het cliëntensysteem ook geïnformeerd wordt. De ergotherapeuten merken dat de cliënt niet geloofd wordt als hij/zij de informatie thuis doorgeeft. Het is gebleken dat de informatieoverdracht regelmatig herhaalt moet worden en zo concreet mogelijk moet zijn. Daarnaast moet rekening gehouden worden met de geloofsovertuiging van de cliënt. Er zijn cliënten die gebruik maken van alternatieve geneeswijze en niet direct de adviezen van de ergotherapeut opvolgen (Bijlage 4 & 6).

6.8.2 Samenwerken

Naast het samenwerken met de cliënt is het samenwerken met andere professionals een belangrijk aspect binnen de ergotherapie. De ergotherapeut deelt gezamenlijke

(33)

fdstuk : 6 R esu lt aa t

samen met andere professionals zoals een plastisch chirurg, revalidatiearts en fysiotherapeut.

In het AZP is een plastisch chirurg aanwezig die spoedeisend traumatisch handletsel behandeld. De plastisch chirurg in het Diakonessenhuis ziet voornamelijk chronische letsels of verwaarloosde traumatische letsels. Vaak zijn dit mensen vanuit het binnenland die wegens beperkt vervoer of door het gebruik van alternatieve geneeswijzen pas in een latere fase naar een arts gaan (Bijlage 10). Daarnaast zijn in het AZP fysiotherapeuten aanwezig die bij handletsel direct functioneel kunnen oefenen met de cliënt (Bijlage 6). In het

revalidatiecentrum is een revalidatiearts aanwezig die de zorg voor een cliënt coördineert (Bijlage 7). Er is één fysiotherapeut die op dit moment volwassen cliënten met handletsels behandeld. Zij heeft geen specifieke scholing voor handtherapie gevolgd. Daarnaast is een kinderfysiotherapeut aanwezig die de kinderen met cerebrale parese behandelt (Bijlage 6). De orthopedisch instrumentmaker uit het revalidatiecentrum is betrokken bij het maken van protheses en heeft kennis over het maken van spalken (Bijlage 8). Wondverzorging wordt uitgevoerd door een wondverpleegkundige.

Dit zijn de belangrijkste samenwerkingspartners voor de ergotherapeuten in Suriname om cliënten met handletsel zo optimaal mogelijk te behandelen. Op dit moment is er alleen met de revalidatiearts een nauwe samenwerking. Buiten de multidisciplinaire overleggen is er geen onderlinge communicatie tussen de verschillende disciplines.

6.8.3 Ondernemen

Het is belangrijk dat de ergotherapeut als ondernemer een proactieve rol speelt in de ontwikkeling, verbetering en promotie van ergotherapie. Hierbij bewaakt, evalueert, vernieuwt en verbetert de ergotherapeut de kwaliteit van de geboden ergotherapeutische diensten (Hartingsveldt, Logister-Proost & Kinébanian, 2010).

Voor de fysiotherapeuten in Suriname is niet bekend wanneer een cliënt doorverwezen kan worden voor hand-ergotherapie en spalktherapie (Bijlage 6). Daarnaast is het bij de plastisch chirurgen pas sinds kort bekend dat er ergotherapeuten aanwezig zijn in Suriname (Bijlage 11). De ergotherapeuten bezoeken cliënten in het AZP, indien er een indicatie is voor poliklinische ergotherapie krijgt de cliënt een folder over ergotherapie. De cliënt dient vervolgens zelf een afspraak te maken bij de ergotherapeut (Bijlage 12).

6.8.4 Professioneel werken

In de ergotherapie wordt gebruik gemaakt van passende inhoud- en procesmodellen. Door professioneel redeneren toe te passen wordt gedurende het ergotherapieproces evidence-based en ethisch geredeneerd.

(34)

: 6 R esu lt aa t

Door gebrek aan scholing, officiële materialen en financiële middelen is het in Suriname lastiger om professioneel te werken. Er wordt door middel van creatieve werkwijzen gewerkt met de middelen en kennis die aanwezig zijn (Bijlage 4).

6.8.5 Pleiten voor participatie

Ergotherapeuten gaan met de cliënt of uit naam van de cliënt aan het werk om positieve veranderingen te bewerkstelligen ten aanzien van participatie in de maatschappij. Ergotherapeuten kunnen een doelgroep vertegenwoordigen bij het werven van fondsen, gemeentelijke subsidies en andere stelsels (Hartingsveldt, Logister-Proost & Kinébanian, 2010).

De ergotherapeuten in Suriname behandelen cliënten die geen behandelingen meer vergoed krijgen gratis. Dit wordt gedaan zodat de cliënten kunnen participeren in de maatschappij. De ergotherapeuten zorgen binnen deze behandelingen dat er geen kosten op het gebied van materialen worden gemaakt (Bijlage 4).

6.8.6 Leven lang leren

De ergotherapeut is verantwoordelijk voor het constant verbeteren van de kwaliteit van eigen dienstverlening. Ergotherapeuten kunnen verschillende cursussen en specialisaties volgen om hun eigen diensten te verbreden (Hartingsveldt, Logister-Proost & Kinébanian, 2010). Door het geven van hand-ergotherapie in Suriname wordt het werkveld van de

ergotherapeuten verbreed.

In Nederland en Amerika bestaan verschillende opleidingen voor handtherapie. De kosten voor deze opleiding bedragen 12247 SRD (€3295) (NPI, z.j.). De opleiding is bedoeld voor ergotherapeuten en fysiotherapeuten. Daarnaast zijn er verschillende clinics/workshops met elke keer een ander onderwerp zoals ‘handspalken, de basis’, kosten 1208 SRD (€325) (Handtherapie onderwijs, 2013). Dit kan een aanvulling zijn op de handtherapie opleiding (Handtherapie onderwijs, 2013).

Een ergotherapeut van het revalidatiecentrum AZP is op dit moment bezig met een cursus over het verwerven van fondsen. Het krijgen van een fonds zorgt voor de financiële middelen om handtherapie op te kunnen starten (Bijlage 4).

Scholing cerebrale parese

De opleiding tot algemene handtherapie in Nederland bevat niet de doelgroep

cerebrale parese. Om kinderen met cerebrale parese te kunnen behandelen zou een opleiding tot kinderneurorevalidatie in Nederland gevolgd kunnen worden van

(35)

fdstuk : 6 R esu lt aa t

4088 SRD (€1100) (NPI kennis in beweging, z.j.).

Voor de volgende meetinstrumenten en behandelmethodes dient een ergotherapeut geschoold te zijn om deze officieel af te nemen:

 Quest  COPM  Abilhand-kids  PEDI  Melbourne assessment  AHA  CIMT

6.9 Samenvatting adviesrapport

Het advies is net als dit beroepsproduct vormgegeven aan de hand van de elementen uit het Profiel Specialisatie hand-ergotherapie. De werkgroep adviseert om als hand-ergotherapeut te werken volgens de elementen cliënt-centred, occupation-based, context-based en

evidence-based. Om het handletsel van de cliënt te kunnen behandelen is het belangrijk om informatie te hebben over de ‘normale’ hand maar ook over de oorzaken, symptomen en pathologie van het letsel zelf. Het advies is om een ergotherapeut te laten scholen of een geschoolde hand-ergotherapeut in dienst te nemen. Op het moment dat er voldoende kennis aanwezig is kunnen materialen aangeschaft worden. Er wordt geadviseerd om een

basispakket spalkmaterialen, wondverzorgingsmiddelen en oefenmaterialen aan te schaffen. Als deze materialen aanwezig zijn dienen de ergotherapeuten de werkomgeving

ergonomisch in te richten zodat efficiënt gewerkt kan worden.

Naast dat de ergotherapeut zelf kennis nodig heeft over hand-ergotherapie is het ook belangrijk om de kennis van andere professionals in te kunnen schakelen. De werkgroep adviseert om een samenwerkingsverband met de fysiotherapeuten, revalidatiearts, orthopedistinstrumentmaker, (wond)verpleegkundige en plastisch chirurgen te starten/optimaliseren. In andere landen zoals Nederland is meer kennis over hand-ergotherapie omdat dit hier al wordt toegepast. Er wordt dan ook geadviseerd om een samenwerkingsverband te starten met organisaties in Nederland en/of Amerika. Indien de hand-ergotherapie in Suriname is opgestart is het belangrijk om deze ook te promoten voor een toenemende cliënten stroom.

Voor meer informatie over bovenstaand genoemde adviespunten wordt verwezen naar het adviesrapport.

(36)

: 6 R esu lt aa t

6.9.1 Implementeren van het advies

Om het advies te kunnen implementeren is een plan van aanpak vormgegeven in een stroomdiagram (Figuur 9). De opdrachtgever dient deze stappen zelf te doorlopen en eventueel te laten evalueren en/of ondersteunen door een vervolgproject. Voor

verantwoording en onderbouwing van de keuzes wordt verwezen naar de bijbehorende hoofdstukken van dit beroepsproduct.

(37)

Informatie opzoeken/ordenen (vanuit de al aanwezige mappen) over verschillende soorten handletsel. Maak per handletsel

een overzicht van de diagnose, het verloop, de behandelmethode/p rotocol en de benodigde materialen (§6.3). Redeneer of er voldoende kennis is om het handletsel te gaan behandelen. Ja Dien een financieringsaanvraag in voor de aanschaf van behandelmateriaal (§6.7). Schaf geschikte materialen aan (§6.7). Ben je als ergotherapeut bevoegd alle delen van de behandeling uit te voeren? En beschik je over voldoende informatie van de situatie van de cliënt. Ja behandeling Start de Nee Schakel een samenwerkingsp artner in (fysiotherapeut of plastisch chirurg) (§6.8) Start de behandeling in combinatie met de samenwerkingsp artner (§6.8). Nee

Zorg voor een geschoolde hand-ergotherapeut (§6.8). Dien een financieringsaanv raag in voor de aanschaf van behandelmateria al.(§6.7) Schaf geschikte materialen aan (§6.7). Ben je als ergotherapeut bevoegd alle delen van de behandeling uit te voeren? En beschik je over voldoende informatie van de situatie van de cliënt. Ja Start de behandeling Nee Schakel een samenwerkingsp artner in (fysiotherapeut of plastisch chirurg) (§6.8) Start de behandeling in combinatie met de samenwerkingsp artner (§6.8). Start een samenwerkingsverb and met organisaties in Nederland (§6.8). Vraag toestemming voor het overnemen van richtlijnen en protocollen vanuit de organisatie(§6.6) . Pas de richtlijnen en protocollen aan naar de situatie in Suriname (§6.6). Ga verder met stap 2 uit het donker blauwe

diagram.

(38)

Uit de resultaten van het literatuuronderzoek en praktijkonderzoek is gebleken dat binnen de handtherapie veel verschillende doelgroepen behandeld worden. Om deze behandeling op functie- en activiteitenniveau vorm te geven zijn verschillende materialen nodig.

Op dit moment heeft Suriname onvoldoende middelen en financiële ondersteuning om hand-ergotherapeutische behandeling cliënt-centred te kunnen vormgeven. Het is lastig om financiële middelen te verkrijgen, hiervoor is goedkeuring nodig van het AZP. Vele lopende processen worden vanwege de verkiezingen stil gelegd.

Binnen de handtherapie is specifieke behandeling vereist waar kennis voor nodig is. De ergotherapeut dient een scholing gevolgd te hebben. In Suriname zou een ergotherapeut naar Nederland of Amerika moeten om geschoold te worden. Op dit moment is geen van de ergotherapeuten in staat om een dergelijke scholing te volgen. Een andere oplossing is het uitzetten van een vacature voor een hand-ergotherapeut. Doordat het volgen van een scholing of uitzetten van een vacature veel tijd in beslag neemt duurt het lang voordat de ergotherapeuten voldoende kennis hebben om cliënten met handletsel te behandelen. Totdat de ergotherapeuten geschoold zijn kan er minimaal aan de vraag van de verwijzers en cliënten voldaan worden.

Uit de interviews met de fysiotherapeuten en plastische chirurgen is gaandeweg gebleken dat zij meer traumatisch letsel dan cerebrale parese zien binnen de handtherapie. Daarnaast bleek dat binnen de ergotherapie meer aanvragen binnenkwamen voor traumatisch

handletsel dan voor handtherapie bij kinderen met cerebrale parese. Achteraf blijkt dat de werkgroep zich hier beter op had kunnen richten zodat deze doelgroep meer en sneller gezien kan worden door de ergotherapeuten. Voor traumatisch handletsel is meer algemene kennis nodig dan voor cerebrale parese. Cerebrale parese is chronisch waardoor meer uitgeprobeerd en geleerd kan worden zonder schade of beïnvloeding op een

wondgenezingsproces. Traumatisch letsel is vaak acuut en dient direct op de juiste wijze behandeld te worden zodat het herstel spoedig verloopt.

In de beginfase van het project is via skype contact geweest met de opdrachtgever. Tijdens het proces blijkt dat deze manier van communicatie beperkt in het verkrijgen van specifieke informatie. Relevante achtergrondinformatie komt niet duidelijk over en doorvragen wordt minder gedaan waardoor de kern onduidelijk blijft. Deze beperkingen hebben invloed gehad op de keuzes in het project zoals de specifieke keuze voor cerebrale parese. Een cultureel verschil in Suriname is dat niet snel direct antwoord wordt gegeven op de vraag. De

(39)

fdstuk : 7 D iscussi e

vraag. In het vervolg zou een samenvatting gegeven kunnen worden aan het eind van het gesprek.

Het ergotherapeutisch redeneren vanuit het EBP was lastig vorm te geven. In het gehele proces heeft de werkgroep geen cliënten gesproken over de ergotherapeutische

behandelingen. Hierdoor zijn geen ervaringen van cliënten opgenomen in het

beroepsproduct. Dit had echter een bijdrage kunnen leveren bij het inventariseren van de beperkingen in het revalidatieproces van handletsels. Door het toepassen van het PEO-model heeft de werkgroep wel gekeken naar de soorten cliënten die gezien kunnen worden voor hand-ergotherapie. Binnen het EBP wordt gewerkt met protocollen en richtlijnen. Voor het inzetten hiervan zijn suggesties gedaan in het adviesrapport.

Het toepassen van het Profiel Specialisatie Hand-ergotherapie heeft ervoor gezorgd dat algemene informatie gegeven kon worden over hand-ergotherapie. Het toevoegen van de informatie over cerebrale parese moest gedaan worden met kaders omdat het anders niet in het profiel paste. Een nadeel van het gebruiken van kaders is dat de lezer deze informatie niet leest.

(40)

: 8 C on cl usi e

8 Conclusie

Om hand-ergotherapie te kunnen geven zijn diverse voorwaarden nodig. Er moet kennis zijn over de anatomie van de hand/ arm, verschillende handletsels, meetinstrumenten en

behandelmethodes. Daarnaast moeten financiële middelen aanwezig zijn om materialen voor het geven van hand-ergotherapie aan te kunnen schaffen en scholing te kunnen volgen. Een beperking binnen de behandeling in Suriname is dat maar weinig behandelingen en materialen vergoed worden door verzekeringsmaatschappijen. Cliënten moeten in sommige gevallen zelf de kosten dragen waartoe niet iedereen in staat is. Daarnaast komen cliënten van ver, gebruiken sommigen eerst alternatieve geneeswijzen en is de informatie

verstrekking over ergotherapie beperkt.

Om hand-ergotherapie in Suriname op te zetten wordt geadviseerd om een ergotherapeut te scholen of een geschoolde ergotherapeut in dienst te nemen en materialen aan te schaffen. Daarnaast moeten de samenwerkingsverbanden met andere professionals en organisatie opgestart/geoptimaliseerd worden.

Voor een vervolgproject wordt geadviseerd om een afstudeerproject te richten op het ondersteunen en/of evalueren van het implementeren van dit advies. Daarnaast kan een interventieboek gemaakt worden voor de overige doelgroepen, bij voorkeur traumatische handletsels.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Using Large Eddy Simulation (LES), we investigate the influence of the alignment of successive turbine rows on the average power output of a finite length wind-farm with a

Deze zoönose wordt namelijk niet opgelopen door direct contact met hond of kat en zelfs niet door onverhoopt contact met de “verse” ontlasting van besmette dieren.. De eitjes

De huisvesting van de dieren in de opfokperiode (individueel of in een groep) zou van invloed kunnen zijn op het gedrag van de dieren. De huisvesting in de opfokperiode

As the previous chapters were based on already published work , in Chapter 4 we build a new incomplete model example in discrete time which is then used to demonstrate how the prices

Deze gedachte is niet nieuw, zij werd in feite reeds in 1927 door Dijker naar voren gebracht, zij het dat hij hetgeen in de praktijk ,,gemiddeld” werd verricht tot

The Naked-Neck drumstick muscles had higher (P<0.05) protein and fat when compared to the Hybrid. error) for the proximate chemical composition (%) of meat obtained from the

Bij het waarderen van het vastgoed tegen bedrijfswaarde of marktwaarde zal eerder earnings management toegepast worden dan bij het waarderen tegen historische kostprijs.. Bij

Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen cliënten met laag of verhoogd risicoprofiel, want wanneer een cliënt eenmaal is aanvaard, alle soorten opdrachten voor