• No results found

De toekomstige rol van en volgens de nationale bibliotheek.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De toekomstige rol van en volgens de nationale bibliotheek."

Copied!
89
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

TRUDIE STOUTJESDIJK: 0508640

MASTERSCRIPTIE CULTURELE

INFORMATIEWETENSCHAP

UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

BEGELEIDER: DR. IR. J. KAMPS

TWEEDE LEZER: DR. H.J. VOORBIJ

D E T O E KO M S T I G E R O L

V A N E N V O L G E N S D E

NATIONALE BIBLIOTHEEK

(2)

‘MY PAST IS EVERYTHING I FAILED TO BE’

(3)

VOORWOORD

Hierbij presenteer ik mijn scriptie waarmee ik de Masteropleiding Culturele Informatieweten-schap afsluit. Eindelijk is het zover! Nadat ik het schakeljaar en de master vlot had doorlopen kwam er, om verschillende reden, een kink in de kabel waardoor het schrijven van de master-scriptie alsmaar uitgesteld werd. Dat heeft niets te maken met het vak, wat nog steeds enorm in ontwikkeling en uitermate boeiend is. Ik wil mijn scriptiebegeleider Jaap Kamps, bedanken voor de begeleiding gedurende de afgelopen maanden. Evenals voor de ondersteuning en nuttige tips die hij, met zijn ruime kennis over het vakgebied, heeft gegeven. Ik wil Henk Voorbij bedanken voor het mede beoordelen van mijn scriptie als tweede lezer.

Ik ben blij dat mijn werkgever, de Koninklijke Bibliotheek, mij de tijd en ruimte heeft geboden om de opleiding af te ronden. Ik wil in het bijzonder Tanja de Boer bedanken voor haar steun, stimulans en inspanningen om tijd en ruimte beschikbaar te stellen. Verder wil ik mijn colle-ga’s, met name Inge, familie en vrienden bedanken voor het luisterend oor en de tijd die ik kreeg om mijn verhaal te doen. Tot slot wil ik Moniek bedanken, allereerst voor de opmaak, maar vooral haar geduld de afgelopen tijd en het aanhoren van mijn verhalen.

Veel plezier met het lezen van deze scriptie. Trudie Stoutjesdijk

Haarlem, 2015

(4)

SAMENVATTING

- SUMMARY

Samenvatting

Bibliotheken worden beïnvloed door de huidige technologische en maatschappelijke ont-wikkelingen. Deze ontwikkelingen raken de kernactiviteiten van bibliotheken en hebben bij de openbare en universiteitsbibliotheken onder andere geleid tot veranderingen van taken en rol. Ook nationale bibliotheken zien veranderingen plaatsvinden. Hun digitale collecties groeien, mede als gevolg van digitalisering, en de informatiebehoefte en het gebruikersge-drag veranderen.

Het is bekend dat nationale bibliotheken een andere rol hebben dan openbare, speciale of universiteitsbibliotheken. Maar hoe ziet die rol er volgens de nationale bibliotheek zelf uit? Is die rol aan verandering onderhevig? En hoe ziet de toekomstige rol eruit?

Om de rol van de nationale bibliotheek te kunnen achterhalen is het nodig om te weten wat een nationale bibliotheek is. Literatuuronderzoek over de nationale bibliotheek toont aan dat deze zich moeilijk laat beschrijven. Er zijn de afgelopen decennia meerdere pogingen on-dernomen waarbij de nationale bibliotheek vanuit diverse invalshoeken, met name vanuit de taken, is bezien. Dit heeft geen uniforme definitie opgeleverd. Door de nationale bibliotheek minder specifiek te beschrijven en uit te gaan van rollen in plaats van taken is geprobeerd een beschrijving van de nationale bibliotheek te geven.

Nationale bibliotheken gebruiken hun missie en visie om de stakeholders duidelijk te maken wat hun werkterrein is en wat zij van een nationale bibliotheek kunnen verwachten. Missies en visies zijn daarmee communicatie-uitingen die uitermate geschikt zijn voor onderzoek. In dit onderzoek zijn oude en huidige missies en visies onderzocht. Op deze manier kan vastgesteld worden wat de rol in het verleden, heden en de toekomst is en of de rol van de nationale bibliotheek verandert. Maar ook hoe de nationale bibliotheek haar toekomstige rol ziet en in hoeverre deze afwijkt van de huidige.

Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van de missies en visies van negentien nationale bi-bliotheken. Om de missies en visies te analyseren is een raamwerk gemaakt op basis van de

(5)

content van de missies en visies. Vervolgens zijn alle missies en visies geanalyseerd en geteld. Er is verandering van de rol waargenomen tussen de missies uit het heden en verleden en de visie. Volgens het onderzoek is rol in beide gevallen veranderd. Van de oude naar de huidige situatie is er een verandering te zien in de producten en diensten. En de toekomstige rol ligt volgens de nationale bibliotheken op het internationale vlak, waarbij de aandacht ligt op be-schikbaar stellen, ondersteunen en samenwerken.

De resultaten laten zien dat de rol van de nationale bibliotheek bepaald kan worden aan de hand van de missie en visie. Ook kunnen veranderingen waargenomen worden door missies en visies te vergelijken. Daarnaast geeft het onderzoek inzicht in de manier waarop nationale bibliotheken missies en visies opstellen en hanteren. Ontwikkelingen van nationale bibliotheken kunnen op deze manier in kaart gebracht worden. Het is wellicht interessant om dit onderzoek toe te passen binnen een specifiek tijdspad en/of gerelateerd aan specifieke ontwikkelingen

Summary

Libraries are affected by the technological developments and social changes. The impact of these changes have influenced public libraries and university libraries and led to changing roles and tasks. National libraries have to deal with the growth of the digital collections, born digital as well as digitized and changes in information and user behavior.

National libraries are known for their special role as gatekeeper of the cultural heritage. It is where their roles differ from public, special and university libraries. The question then arises what the role of an national library is. Especially the role according to the mission statement and vision? How did they see their own role, in the past and how do they see it in the present and the future? Did it change in the past and will it change in the near future?

In order to find the answer, it was necessary to examine the definition of a national library. Literature review showed that it is hard to describe a national library. There have been multi-ple attempts to define a national library, from different angles but it did not reveal a uniform definition of national library. By defining the national library less specific and describe the

roles instead of functions and tasks a description of the national library, which is applicable to all national libraries, can be given.

Mission and vision statement are used to make the remit clear to the stakeholders, they are suitable communications and are therefore appropriate for research. In this study missions and visions are investigated. The mission of the past and the present are being examined to explore the current role, the role in the past and the changes between those two missions. Examination of the current mission and vision of national libraries demonstrates how the na-tional library sees its future role and shows the differences from the current one.

The study used the mission statements and vision statements of nineteen national libraries. Based on the mission statements and vision statements a framework is created which is used to map the missions and visions. Change can be observed in the role between the missions from the past, present and the vision.

According to the research the role has changed in both cases, past to present and present to future. The difference between the past and the present mission is located in the products and services The future role lies in international network, acces, support and cooperation. Results show that the role of a national library can be determined on the basis of mission and vision statements. Changes of roles can be notified by examining the missions and vision of national libraries. Besides recognizing changes in roles it gains insight in the way national libraries deploy mission and vision statements. This method could be used to demonstrate the impact of developments on national libraries. It might be interesting to apply this research method within a specific timeframe or related to specific developments.

SAMENVATTING - SUMMARY

SAMENVATTING - SUMMARY

(6)

INHOUD

INHOUD

VOORWOORD

6

SAMENVATTING - SUMMARY

8

INHOUD

12

LIJST MET AFKORTINGEN

16

LIJST MET FIGUREN EN TABELLEN

18

HOOFDSTUK 1 INLEIDING

22

1.2 Relevantie van het onderzoek

26

1.3 Onderzoeksvraag en deelvragen

28

1.3.1 Onderzoeksvraag

28

1.3.2 Deelvragen

28

1.4 Methoden van onderzoek

29

1.4.1 Literatuuronderzoek

29

1.4.2 Kwantitatieve inhoudsanalyse

30

1.5 Leeswijzer

35

1.6 Glossary

36

HOOFDSTUK 2 DE NATIONALE BIBLIOTHEEK

38

2.1 Wat is een nationale bibliotheek, de theorie

39

2.1.1 Geschiedenis van de nationale bibliotheek

39

2.1.2 Ontwikkeling van de nationale bibliotheek

41

2.1.3 Definities van nationale bibliotheek

43

2.1.4 Indelen van nationale bibliotheken

49

2.2 Wat doet de nationale bibliotheek en voor wie, de praktijk

53

(7)

INHOUD

INHOUD

HOOFDSTUK 3 DE MISSIE VAN DE NATIONALE BIBLIOTHEEK

64

3.1 Missie, de theorie

65

3.1.1 Discussiepunten missie en visie

68

3.1.2 Onderzoek naar mission statements

70

3.1.3 Missie van een bibliotheek

72

3.2 Oude missie

73

3.2.1 Dataverzameling oude missie

73

3.2.2 Eerste indruk

74

3.2.3 Toetsen aan raamwerk

75

3.2.4 Oude missies in de context geplaatst

79

3.3 Huidige missie

80

3.3.1 Dataverzameling huidige missies

80

3.3.3 Toetsen aan raamwerk

82

3.3.4 Huidige missies in de context

86

3.4 Verschil oude en huidige missie

87

3.5 Conclusie

91

HOOFDSTUK 4 DE VISIE VAN DE NATIONALE BIBLIOTHEEK

94

4.1 Visie, de theorie

95

4.2 Visie

96

4.2.1 Dataverzameling visie

96

4.2.2 Eerste indruk

97

4.2.3 Toetsen aan raamwerk

97

4.2.4 Visies in de context

100

4.5 Verschil visie en huidige missie

102

HOOFDSTUK 5 CONCLUSIE

108

LITERATUURLIJST

114

BIJLAGE HOOFDSTUK 1

128

BIJLAGE HOOFDSTUK 2

134

BIJLAGE HOOFDSTUK 3

146

BIJLAGE HOOFDSTUK 4

168

(8)

LIJST MET AFKORTINGEN

BL: BN: British Library, nationale bibliotheek van Groot BrittanieBiblioteca Nacional do Brasil, nationale bibliotheek van Brazilië

BNC: Biblioteca Nacional de Colombia, nationale bibliotheek van Colombia BNE: Biblioteca Nacional de España, nationale bibliotheek van Spanje BnF: Bibliothèque national France, nationale bibliotheek van Frankrijk CENL: Conference of European National Librarians

CDNL: Conference of Directors of National Libraries

CDNLAO: Conference of Directors of National Libraries in Asia and Oceania; subafdeling van de DCNL

CENL: Conference of European National Libraries, subafdeling van de CDNL CENL: The Conference of European National Librarians

DNB: Deutrsche Nationalbibliothek, nationale bibliotheek van Duitsland IBL: Interbibliothecair leenverkeer

IFLA: The International Federation of Library Associations and Institutions KB: Koninklijke Bibliotheek, nationale bibliotheek van Nederland

KNLS: Kenya National Library Service, nationale bibliotheekdienst Kenia

LAC: Library and Archives Canada, nationale bibliotheek en archief van Canada LKCRL: Lee Kong Chian Reference Library, nationale bibliotheek van Singapore LoC: Library of Congress, nationale bibliotheek van de Verenigde Staten NB: Nasjonalbiblioteket, nationale bibliotheek van Noorwegen

NDL: National Diet Library, nationale bibliotheek van Japan

NLA: National Library of Australia, nationale bibliotheek van Australië NLC: National Library of China, nationale bibliotheek van China NLF: Kansalliskirjasto, nationale bibliotheek van Finland

NLNZ: National Library of New Zealand (Te Puna Mãtauranga o Aotearoa), nationale bibliotheek van Nieuw Zeeland

NLSA: National Library of South Africa, nationale bibliotheek van Zuid Afrika RDA: Resource description and access

RDF: Resource Description Framework

RSL: Russian State Library, Russische staatsbibliotheek

UNESCO: United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization

(9)

LIJST MET

FIGUREN EN

TABELLEN

LIJST MET FIGUREN EN TABELLEN

Figuur 01: Analyse van definities 46

Figuur 02: Impressie van de doelgroep 54

Figuur 03: Doelgroepen van de nationale bibliotheek 55

Figuur 04: De collectie van een nationale bibliotheek 56

Figuur 05: Missie, visie, waarden, strategie 64

Figuur 06: Missie oud word cloud 72

Figuur 07: Missie oud tekstanalyse 73

Figuur 08: Missie oud activiteiten 74

Figuur 09: Missie oud stakeholders 74

Figuur 10: Missie oud diensten 75

Figuur 11: Missie word cloud 79

Figuur 12: Missie tekstanalyse 79

Figuur 13: Missie activiteiten 80

Figuur 14: Missie stakeholders 81

Figuur 15: Missie diensten 81

Figuur 16: Missie doel 83

Figuur 17: Missie oud huidig tekstanalyse 85

Figuur 18: Missie oud huidig activiteiten 87

Figuur 19: Missie oud huidig producten en diensten 87

Figuur 20: Missie oud huidig stakeholders 88

Figuur 21: De drie onderdelen van een visie 94

Figuur 22: Visie word cloud 95

Figuur 23: Visie tekstanalyse 95

Figuur 24: Visie diensten 96

Figuur 25: Visie doel 98

Figuur 26: Visie toekomstbeeld 98

Figuur 27: Visie missie tekstanalyse 100

Figuur 28: Visie missie activiteiten 101

Figuur 29: Visie missie producten en diensten 102

Figuur 30: Visie missie stakeholders 102

(10)

LIJST MET FIGUREN EN TABELLEN

LIJST MET FIGUREN EN TABELLEN

Tabel 02: De vijf wetten van Ranganathan 70

Tabel 03: Aantal nationale bibliotheken per element oude missie 73

Tabel 04: Aantal nationale bibliotheken per element huidige missie 80

Tabel 05: Missie oud huidig aantal nationale bibliotheken per element 86

(11)

23

HOOFDSTUK 1

INLEIDING

Dit inleidende hoofdstuk beschrijft de achtergrond waarin deze scriptie tot stand is geko-men. Hierin komen de technologische ontwikkelingen in relatie tot de informatievoorziening en bibliotheek en tot slot op de nationale bibliotheken aan de orde. In dit hoofdstuk worden ook de relevantie van het onderzoek, de onderzoeksvraag en deelvragen en de methode van onderzoek beschreven. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een leeswijzer voor de ge-hele scriptie.

1.1 Achtergrond en aanleiding

Het internettijdperk, de digitale revolutie, de derde of de vierde industriële revolutie, zijn veel gebruikte en gehoorde begrippen in de media en de literatuur. Ongeacht de keuze en de juistheid van de term, maakt het duidelijk dat er sprake is van een periode van grote en elkaar snel opeenvolgende veranderingen waarbij informatie- en communicatietechnologie een grote rol speelt.

1.1.1 Ontwikkelingen binnen de informatievoorziening

Digitale technologie heeft voor ingrijpende veranderingen in de informatieketen gezorgd. De komst van digitale informatie heeft onder andere de rol van de uitgeverij en bibliotheek ingrijpend veranderd. De traditionele publicatievormen zijn grotendeels vervangen door di-gitale en uitgebreid met nieuwe vormen zoals websites, blogs, wiki’s en tweets. En met de komst van smartphone, tablet, 4G, een uitgebreid wifi netwerk en cloudstorage is het moge-lijk om altijd, overal toegang te hebben tot alle digitale informatie. De uitwisseling van infor-matie is daarmee losgemaakt van tijd en plaats en heeft gezorgd voor toename van verkeer van informatie, goederen en mensen binnen en buiten de grenzen. Bij gebruikers zien we verschil in de mate waarin digitale producten en diensten geaccepteerd en gebruikt worden. Er is onderscheid waarneembaar tussen generaties, degene die de digitale ontwikkelingen hebben zien komen en de generatie die er mee opgegroeid is: ‘digital immigrants’ en ‘digital natives’ (Prensky, 2001). Onder de ‘digital immigrants’ bevindt zich ook de groep mensen die niet mee kunnen of willen met de digitalisering, deze groep dreigt buiten spel te komen

(12)

24

25

staan, de zogenaamde ‘digital divide’1 of digitale kloof . Daarnaast is het niet meer

vanzelf-sprekend dat de consument de hekkensluiter is in de waardeketen. Productie, distributie, acquisitie en kennisconsumptie zijn niet langer alleen voorbehouden aan uitgevers, auteurs of bibliotheken. ‘Users become producers’2 en gebruikers maken content die ze vervolgens

posten op verschillende openbare online media, de ultieme democratisering van informatie (Bruns, 2007).

Effect op bibliotheken

De technologische ontwikkelingen en de manier waarop we de techniek accepteren, integre-ren en gebruiken vormen de basis voor de recente ontwikkelingen (MacKenzie Owen, 2013). De invloed van technologische en maatschappelijke ontwikkelingen op bibliotheken is groot. Digitalisering heeft gezorgd dat veel meer informatie beschikbaar is en dat die informatie op meerdere en andere manieren benaderd kan worden dan via de traditionele uitgever, boek-handel en bibliotheek. Veranderende informatiebehoefte bij de klant en veranderende rollen en spelers in de informatievoorziening dwingen bibliotheken hun werkwijzen en kerntaken te herzien. Zo verschuift de aandacht van verzamelen en bewaren meer en meer richting toe-gang bieden en vragen nieuwe publicatievormen en verandering van informatiebehoefte om andere diensten en producten. Technologische vaardigheden en kennis bepalen mede de informatiebehoefte van de gebruiker. Dit vergroot het type gebruikersgroepen dat voorzien moet worden van informatie: van ‘digital natives’ tot ‘digital immigrants’ en ‘non-liners (Loos, 2012)’, de traditionele gebruikers.

Met name openbare bibliotheken hebben het moeilijk, sinds de komst van internet en door-dat het leesgedrag veranderd is hebben ze te maken met krimpende budgetten vanwege de economische crisis, teruglopend ledenaantal en uitleningen. De traditionele kerntaak, uitle-nen van boeken, verschuift meer en meer richting cultureel centrum dat zich richt op kennis, onderwijs, kunst en literatuur (Huysmans, 2008).

1 Met digital divide of digitale kloof wordt veelal verwezen naar de kloof tussen mensen die beschikken over een pc en toegang tot internet en mensen die hierover niet beschikken.

2 Ook wel prosumers genoemd. Consument die invloed heeft op de totstandkoming van een product.

Ook universiteits- en hogeschoolbibliotheken zijn zich bewust van de veranderingen en be-seffen dat ze radicaal moeten hervormen. De oude modellen van verzamelen en het ver-schaffen van toegang voldoen niet meer. Universiteitsbibliotheken realiseren zich dit en pro-beren daarom meer en meer te anticiperen op de behoeften van de onderzoekers en ze te ondersteunen in hun werk. De noodzaak tot veranderen heeft meestal betrekking op de traditionele taken van de bibliotheek. Zo stelt men zich de vraag of, gezien de enorme infor-matie-explosie:

• volledigheid een realistisch doel is bij het collectioneren en beheren • ze voldoende anticiperen op het gebruikerspatroon van de klant

• de gewoonte om alle taken en diensten alleen uit te voeren gehandhaafd kan en moet worden.

De afgelopen jaren is door bibliotheken al een aantal veranderingen doorgevoerd zoals de omslag van bezit naar beschikbaarstellen, van het boekendomein naar artikelen en andere informatiebronnen, is de mindset veranderd en zijn de controle-activiteiten vervangen door diensten.

Ontwikkelingen binnen de nationale bibliotheek

“In addition to this historical/cultural/educational mandate, national libraries must be at the leading edge of change. They need to be fortune tellers to see the future; to envision where they will be in 10, 20 even 30 years hence. They understand that nothing endures but chan-ges, even if it is change to preserve the past.” (Mansfield, 2014)

Nationale bibliotheken worden geconfronteerd met grote stromen digitale informatie naast de bestaande fysieke stroom die maar langzaam krimpt. Digitalisering, verwerkingsprocessen voor digitale publicaties, webarchivering, duurzame opslag, preservation en linked-open-da-ta zijn activiteiten die de afgelopen jaren een belangrijk plek hebben ingenomen op de agenda van nationale bibliotheken. Evenals de standaarden resource description data (rda) en resource description framework (rdf), die noodzakelijk zijn geworden om digitale resour-ces goed te kunnen beschrijven en beschikbaar te kunnen stellen.

INLEIDING

INLEIDING

(13)

26

27

Daarnaast zijn de bibliotheken actief op de sociale media. De meeste nationale bibliotheken proberen de gebruikers te bereiken door gebruik te maken van Web2.0 applicaties, zoals Twitter, Facebook, LinkedIn en Wikipedia. Of ze gebruiken apps om hun informatie aan de klant aan te bieden, zoals de ‘Library in Your Pocket (LiYP)’3 van de National Library of

Sin-gapore, ‘Forte’4 van de National Library of Australia, ‘John Murray Archive’ app· van de

Na-tional Library of Scotland en ‘Hier was het nieuws’5 van de Koninklijke Bibliotheek. Nieuwe

ontwikkelingen, nieuwe diensten en andere gebruikersgroepen vragen om een andere werk-wijze. Voor succesvolle implementatie van nieuwe technologie is kennis van de innovaties en de bereidheid om deze te over te nemen een eerste stap in de goede richting. Het daadwer-kelijke succes wordt mede bepaald door de betrokkenheid van medewerkers en hun bereid-heid om de innovaties te accepteren (Rabina & Walczyk, 2007). De vergrijzing van het beroep maakt de adoptie van nieuwe technologieën doorgaans niet eenvoudiger (Finley & Kluever, 2009). Hierdoor kunnen noodzakelijke veranderingen stagneren doordat men vasthoud aan het oude, zoals een collectiegerichte focus, die bij een digitale collectie niet noodzakelijk en zelfs niet gewenst is (Pedersen, 2006).

1.2 Relevantie van het onderzoek

Samenwerken, verbinden en netwerk zijn kernbegrippen die van belang zijn in een netwerk- samenleving om informatie, kennis en ervaring te delen met de burgers, klanten, collega- in-stellingen en leveranciers, nationaal en internationaal. Allemaal met het doel om zo optimaal mogelijk gebruik te maken van de kennis, informatie en kracht van elkaar met als resultaat het gewenste antwoord, de gewenste oplossing, dienst of product. Om die reden werken natio-nale bibliotheken op landelijk niveau samen met andere bibliotheken en erfgoedinstellingen. Omdat een land doorgaans maar één nationale bibliotheek heeft, kan kennis over specifieke nationale bibliotheektaken meestal alleen gedeeld worden tussen nationale bibliotheken

on-3 LiYP is een app waarop de catalogus raadpleegbaar is en informatie, nieuws en evenementen van de NLS getoond worden en ebooks gelezen kunnen worden.

4 Forte, is een app dat de geschiedenis van de bladmuziek van Australië aanbiedt.

5 Hier was het nieuws, is een app toont overal in Nederland historische krantenartikelen over de locatie waar je je bevindt.

INLEIDING

INLEIDING

derling. Nationale bibliotheken kunnen elkaar helpen door samen te werken. Samenwerking op internationaal niveau levert inzicht, kennis en ervaring op en is om die reden wenselijk (Smethurst, 1999).

Doordat nagenoeg elke nationale bibliotheek verantwoordelijk is voor het nationaal docu-mentair cultureel erfgoed, zijn zij samen verantwoordelijk voor en in staat om het documen-tair cultureel erfgoed van de wereld te verzamelen en aan te bieden. Er zijn dan ook diverse internationale activiteiten en projecten waar nationale bibliotheken gezamenlijk aan deelne-men. Daarnaast zijn er organisaties waarin de nationale bibliotheken vertegenwoordigd zijn, of waarbinnen speciale afdelingen of secties voor nationale bibliotheken gerealiseerd zijn, zoals de International Federation of Library Associations and Institutions (IFLA) met de IFLA National Libraries Section. De Conference of Directors of National Libraries (CDNL) komt re-gelmatig bijeen om beleidszaken en activiteiten van nationale bibliotheken te bespreken. De Conference of European National Libraries (CENL) is de Europese subafdeling van de CDNL waarin de nationale bibliotheken van Europa vertegenwoordigd zijn. De andere zijn: La Aso-ciación de Bibliotecas Nacionales de Iberoamérica (ABINIA) en The Conference of Directors of National Libraries in Asia and Oceania (CDNLAO). Daar kan United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization(UNESCO) als partner van IFLA en Europeana voor de Eu-ropese nationale bibliotheken aan toegevoegd worden. Allemaal houden zij zich bezig met het waarborgen van cultureel erfgoed, verbinden en delen van kennis.

Samenwerking tussen nationale bibliotheken en onderzoek naar bibliotheken zorgen voor versterking van de positie van nationale bibliotheken wereldwijd. Het levert inzichten en in-strumenten op waar collega instellingen zich aan kunnen meten en die ze kunnen gebruiken om hun processen, werkwijze en dienstverlening te verbeteren Zo zijn door onderzoek en samenwerking onder andere prestatie-indicatoren voor nationale bibliotheken opgesteld op basis van missies van nationale bibliotheken (Poll, 2008)6; is er een handleiding voor

wetge-ving voor een wettelijk depot van elektronische publicaties opgesteld om nationale biblio-theken te ondersteunen bij de realisatie ervan; en zijn er benchmarkinstrumenten ontwikkeld voor nationale bibliotheken, zodat op basis van indicatoren aan externe verantwoordelijkhe-den voldaan kan worverantwoordelijkhe-den of de interne verandering bevorderd kan worverantwoordelijkhe-den (Cornish, 1991).

(14)

28

29

Met dit onderzoek wordt niet alleen informatie verzameld over de drijfveren van nationale bibliotheken maar ook inzicht vergaard in de activiteiten en taken van nationale bibliotheken. Allereerst wordt onderzoek gedaan of de rol van de nationale bibliotheek kan worden herleid uit de missie en visie. Daarbij wordt ook gekeken of veranderingen van de rol waarneembaar zijn. Kennis van en inzicht in de rol kan een bijdrage leveren aan versterking van de positie, verbetering van de taken of betere dienstverlening van de nationale bibliotheek.

1.3 Onderzoeksvraag en deelvragen

1.3.1 Onderzoeksvraag

In dit verkennend onderzoek wordt antwoord gezocht op de volgende open onderzoeks-vraag:

Is de rol van de nationale bibliotheek veranderd en wat is de huidige en toekomstige rol volgens haarzelf?

Een verkennend onderzoek naar de veranderende rol van de nationale bibliotheek op basis van de missies en visies van nationale bibliotheken.

1.3.2 Deelvragen

De nationale bibliotheek volgens theorie en praktijk.

1. Wat is een nationale bibliotheek en welke activiteiten, taken en functies voert zij voor welke doelgroepen uit?

De rol van de nationale bibliotheek in het verleden en heden.

2. Hoe ziet de nationale bibliotheek haar huidige rol en wijkt deze af van haar rol uit het verleden?

Huidige en toekomstige rol van de nationale bibliotheek

3. Hoe ziet zij haar toekomstige rol en verandert deze ten opzichte van de huidige?

1.4 Methoden van onderzoek

Het beantwoorden van de onderzoeksvraag zal door middel van kwalitatief en kwantitatief onderzoek plaatsvinden. Het is een verkennend onderzoek met als doel inzicht te verkrijgen in de ontwikkeling van de rol van de nationale bibliotheek en de huidige en toekomstige rol van de nationale bibliotheek.

Vanwege het open karakter van de onderzoeksvraag wordt op verschillende manieren data verzameld. Er is gebruik gemaakt van de multimethode aanpak (Baarda, Goede, & Teunis-sen, 2005). Het kwalitatieve deel van het onderzoek bestaat uit literatuuronderzoek. Door middel van literatuuronderzoek wordt het begrip nationale bibliotheek, de taken, functie en rol van de nationale bibliotheek toegelicht. Ook vindt literatuuronderzoek plaats naar de toepassing van mission statement, visie en strategie van organisaties in relatie tot de rol van nationale bibliotheken. Daarnaast worden beleidsdocumenten, waaronder, missie, visie strategie onderzocht van twintig nationale bibliotheken om een beeld te krijgen van de rol die de nationale bibliotheek in het verleden speelde, nu speelt en in de toekomst wil spelen.

1.4.1 Literatuuronderzoek

Voor het beschrijvend onderzoek wordt gebruik gemaakt van een aantal onderzoeksmetho-den. Op basis van het literatuuronderzoek wordt een theoretisch kader geschapen, dat zich vervolgens richt op twee aspecten:

• Onderzoeken hoe de nationale bibliotheek in de literatuur beschreven wordt. Wat wordt er gezegd over de rol, positie en taken van de nationale bibliotheek, maar ook welke ontwikkelingen nemen zij waar bij nationale bibliotheken. Het geeft inzicht in de taken, functies en rol van een nationale bibliotheek.

• Onderzoek naar de theorie over missie, visie en strategie, het gebruik van deze vormen door organisaties en de wijze waarop ze in onderzoek toegepast worden. Het resultaat hiervan geeft inzicht in:

• de rol van missie, visie en strategie

• de kenmerken van missie, visie en strategie; waar een goede missie en visie aan moet voldoen

• de wijze waarop mission statement gebruikt wordt bij onderzoek

(15)

30

31

Informatieverzameling

Voor het literatuuronderzoek is de Universiteitsbibliotheek van de Universiteit van Amster-dam (UBA) en de Koninklijke Bibliotheek zowel online als fysiek bezocht.

UBA en KB bieden toegang tot diverse collecties en databases. Bij de UBA is gebruik ge-maakt van de catalogus en catalogusplus7, bij de KB is gebruik gemaakt van de catalogus,

Delpher en de bronnenwijzer. Ook is gezocht in: Education Resources Information Center (ERIC), Library and Information Science Abstracts (LISA), Library, Information Science & Tech-nology Abstracts (LISTA) en Google Scholar. Beide catalogi zijn gebruikt om informatie te zoeken over nationale bibliotheek, mission statement en strategisch management. Daarnaast zijn diverse bronnen gebruikt om digitaal toegang te verkrijgen tot de publicaties8. Voor

in-formatie over nationale bibliotheken zijn de websites van de nationale bibliotheken en IFLA, UNESCO en CENL geraadpleegd.

Daarnaast is gebruik gemaakt van het sneeuwbaleffect, waarbij de literatuurverwijzingen van kerndocumenten geraadpleegd zijn. Maar ook grasduinen in e-journals op het vakgebied waarin regelmatig artikelen over nationale bibliotheken gepubliceerd worden.

1.4.2 Kwantitatieve inhoudsanalyse

De kwantitatieve inhoudsanalyse moet antwoord geven op de vraag wat de missie van de na-tionale bibliotheek is en of deze in de loop van de tijd veranderd is. Tevens moet zij antwoord geven op de vraag hoe de nationale bibliotheek haar toekomstige rol ziet. Door deze drie onderdelen te onderzoeken wordt een beeld geschetst van de rol van de nationale biblio-theek in het verleden, heden en de toekomst. Om die reden wordt de volgende informatie verzameld:

• informatie van 20 nationale bibliotheken. De keuze voor deze twintig nationale bibliothe-ken wordt in het onderdeel afbabibliothe-kening en onderzoekspopulatie verder toegelicht. Er is gebruik gemaakt van beleidsnotities en informatie over dienstverlening die beschikbaar

7 Door gebruik te maken van de VPN verbinding is er direct een link naar fulltext publicaties via Google Scholar.

8 De Gruyter Platform, Ebook Library; Ebsco Electronic Journals Service.

gesteld is via de website van de nationale bibliotheek.

• mission statements uit het verleden van 20 nationale bibliotheken, die beschikbaar ge-steld zijn via de website.

• huidige mission statements van 20 nationale bibliotheken, die beschikbaar gesteld zijn via de website.

• corporatie visies en strategie van 20 nationale bibliotheken, die beschikbaar gesteld zijn via de website.

Door middel van deskresearch wordt onderzocht hoe nationale bibliotheken hun rol in het verleden, heden en toekomst zien. De studie naar bruikbare gegevens over de onderzoeks-vraag waarbij gebruik gemaakt wordt van rapporten, boeken, notities en beleidsstukken valt onder de onderzoeksmethode deskresearch (Baarda, Goede, & Teunissen, 2005). In dit ge-val worden de beleidsstukken en documenten van nationale bibliotheken onderzocht. Missi-on statements, jaarverslagen en andere beleidsstukken worden vaak als data voor Missi-onderzoek gebruikt (Stemler, Bebell, & Sonnabend, 2011). Zo zijn een groot aantal mission statements in de GGZ onderzocht om duidelijk te krijgen wie de stakeholders zijn en of en op welke wijze met deze stakeholders gecommuniceerd werd (Krol & Kruif, 2013). Ook in het bibliotheek-veld wordt hier gebruik van gemaakt. Voor zijn onderzoek naar het gebruik van de website als tool om missie en diensten duidelijk te maken onderzocht Schwamm (Schwamm, 2009) de mission statements van een aantal nationale bibliotheken.

Afbakening

Het is van belang om duidelijk te krijgen hoe de nationale bibliotheek haar eigen rol ziet. Daarom is alleen informatie gebruikt dat door de nationale bibliotheken zelf, op hun website gepubliceerd is.

Op basis van literatuuronderzoek naar missie en visie wordt een raamwerk vastgesteld. Het raamwerk dient ervoor te zorgen dat informatie op eenduidige wijze verzameld wordt. Het-zelfde kader wordt gebruikt om de mission statements uit het heden, verleden en de visies te onderzoeken. Op die manier wordt achterhaald of er, op basis van mission statements, verschuivingen plaats hebben gevonden in de rol van de nationale bibliotheek.

(16)

32

33

Daarnaast is het ook nodig om, gezien het grote aantal nationale bibliotheken (157 nationale bibliotheken zijn aangesloten bij de CENL) een handmatige selectie van nationale bibliothe-ken te mabibliothe-ken.

De gehanteerde randvoorwaarden zijn:

• Beperking op taal. Informatie in het Engels, Frans, Duits, Spaans en Portugees kunnen verwerkt worden, informatie in andere talen vallen af.

• Bij voorkeur een brede geografische spreiding, en minstens elk werelddeel vertegen-woordigd.

• Er moet voldoende informatie beschikbaar zijn. Als geen (volledige) mission statement voorhanden is moet voldoende informatie op de website aanwezig zijn om de antwoor-den op de vragen te kunnen vinantwoor-den.

• Het moet mogelijk zijn om oude mission statements op te vragen en te beoordelen.

Onderzoekspopulatie

Omdat het hier een verkennend onderzoek betreft naar de rol van “de” nationale bibliotheek is het belangrijk dat er een brede groep nationale bibliotheken vertegenwoordigd is. Door handmatig twintig nationale bibliotheken te selecteren uit alle werelddelen kan hier mogelijk aan voldaan worden. Daarnaast is het, bezien vanuit de historische ontwikkeling van natio-nale bibliotheken, belangrijk dat nationatio-nale bibliotheken uit alle werelddelen in redelijk mate vertegenwoordigd zijn. De hele populatie onderzoeken is interessant en te overzien, maar helaas was hiervoor, voor dit onderzoek, onvoldoende tijd beschikbaar.

Van de twintig nationale bibliotheken blijven er negentien over. De nationale bibliotheek van Rusland voldoet niet aan de criteria die onder afbakening genoemd worden, er is te weinig informatie beschikbaar in één van de genoemde talen.

De volgende nationale bibliotheken zijn geselecteerd voor het vaststellen en vergelijken van missie, taken en functie:

• National Library of Australia, nationale bibliotheek van Australië.

• Biblioteca Nacional do Brasil, nationale bibliotheek van Brazilië.

• Library and Archives Canada, nationale bibliotheek en archief van Canada. • National Library of China, nationale bibliotheek van China.

• Biblioteca Nacional de Colombia, nationale bibliotheek van Colombia. • Deutrsche Nationalbibliothek, nationale bibliotheek van Duitsland. • Biblioteca Nacional de España, nationale bibliotheek van Spanje. • Kansalliskirjasto, nationale bibliotheek van Finland.

• Bibliotheque national France, nationale bibliotheek van Frankrijk. • National Diet Library, nationale bibliotheek van Japan.

• Kenya National Library Service, nationale bibliotheekdienst Kenia. • Koninklijke Bibliotheek, nationale bibliotheek van Nederland. • Nasjonalbiblioteket, nationale bibliotheek van Noorwegen.

• National Library of New Zealand (Te Puna Mãtauranga o Aotearoa), nationale bibliotheek van Nieuw Zeeland.

• National Library of Scotland, nationale bibliotheek van Schotland.

• Lee Kong Chian Reference Library, nationale bibliotheek van Singapore. • British Library, nationale bibliotheek van Groot Brittannië.

• Library of Congress, nationale bibliotheek van de Verenigde Staten. • National Library of South Africa, nationale bibliotheek van Zuid Afrika.

Werkwijze

De missies en visies worden op 2 niveaus onderzocht. Allereerst een globale indruk op basis van tekstanalyse.

• De woorden van de missie en visie worden in eerste instantie verzameld en geteld door een tekstanalyse tool. Alle voorzetsels en lidwoorden zijn buiten beschouwing gelaten, de meervoudsvormen en werkwoordverbuigingen worden samengevoegd.

• De overgebleven zelfstandige naamwoorden en werkwoorden zijn opgenomen in een resultatenlijst.

• Van de eerste twintig woorden van de resultatenlijst wordt geteld in hoeveel missies van nationale bibliotheken de woorden voorkomen.

(17)

34

35

In tweede instantie worden de teksten getoetst aan het raamwerk (zie Bijlage hoofdstuk 1). Het raamwerk is gebaseerd op de onderstaande vijf elementen van een missie (zie hoofdstuk 3)

1. Werkterrein. Het werkterrein geeft antwoord op de vragen: ‘Wie zijn we?’ en ‘Wat doen we?’.

2. Bestaansrecht. Het bestaansrecht wordt duidelijk door antwoord te geven op de vraag: ‘Voor wie doen we het?’

3. Doel. De betekenis voor de stakeholder wordt duidelijk als antwoord gegeven wordt op de vraag ‘Waarom doen we het’.

4. Normen en waarden. De normen en waarden bepalen de manier waarop nationale biblio-theken het willen doen.

5. Intentie en ambitie. De intentie en ambitie geven aan wat de gedroomde positie van de nationale bibliotheken is, wat ze te doen staat.

Het raamwerk is onderverdeeld in categorieën en subcategorieën, gebaseerd op een eerste analyse van alle in dit onderzoek gebruikte missies en visies. De vastgestelde categorieën zijn:

• Ondersteunen en beheren • Samenwerken en coördineren • Beschikbaar stellen & toegang • Verzamelen

• Bewaren • Verrijken • Verwerken

• Onderzoek en ontwikkeling

Begrippen die voorkomen in de teksten worden per categorie geturft, vervolgens wordt het totaal aantal keren dat het onderwerp voorkomt en het aantal nationale bibliotheken dat het begrip gebruikt vastgesteld.

De bronnen die gebruikt worden voor de kwantitatieve inhoudsanalyse zijn te vinden in Bijla-ge hoofdstuk 3 (missie) en Bijlage hoofdstuk 4 (visie) Informatie over oorsprong, wetgeving, taken, activiteiten en doelgroepen worden genoemd in Bijlage hoofdstuk 2.

1.5 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt door middel van literatuuronderzoek en het onderzoek naar functies, taken en doelgroepen van twintig nationale bibliotheken antwoord gegeven op de eerste deelvraag: “Wat is een nationale bibliotheek en welke activiteiten, taken en functies voert zij voor welke doelgroepen uit?”

In hoofdstuk 3 wordt de rol van de nationale bibliotheek in het verleden en heden uiteen-gezet. Op basis van de resultaten van het literatuuronderzoek naar missie, visie en strategie worden de kaders voor het kwantitatief onderzoek bepaald. Vervolgens worden de resulta-ten van het eerste deel van het onderzoek, de missie uit het verleden (oude missie) en het he-den (huidige missie) getoond. In hoofdstuk 4 komt deel twee van het kwantitatief onderzoek aan de orde. Hierin wordt de toekomstige rol van de nationale bibliotheek behandeld door de visie van nationale bibliotheken te onderzoeken. Ook wordt in dit hoofdstuk de huidige missie met de visie vergeleken. In hoofdstuk 5 volgt een conclusie waarin de bevindingen in een breder perspectief wordt geplaatst.

(18)

36

37

INLEIDING

INLEIDING

1.6 Glossary

Hieronder worden een aantal essentiële en in dit onderzoek gehanteerde termen toegelicht.

Activiteit

Onder activiteiten van nationale bibliotheken wordt verstaan: Het leveren van diensten en producten, deelnemen aan nationale en/of internationale projecten, programma’s en het uit-voeren van, al dan niet bij wet vastgelegde taken.

Functie

Een functie is het geheel van verantwoordelijkheden en bevoegdheden die samen één ge-heel vormen. De functie van de nationale bibliotheken wordt gevormd door alle taken die in opdracht van veelal de wetgever uitgevoerd moeten worden of waaraan men zich ge-committeerd heeft. Dit begrip wordt in relatie tot de term rol verder toegelicht in paragraaf 2.1.

Missie

Een missie geeft op abstract niveau de rol van de nationale bibliotheek weer. Een missie be-schrijft de reden van het bestaan, de beoogde doelgroep en de normen en waarden die een organisatie hanteert bij de uitvoering van haar taken en naar de stakeholders toe. Het begrip missie wordt in hoofdstuk 3 verder toegelicht.

Rol

De rol van een nationale bibliotheek heeft betrekking op het gebied waarop zij invloed wil uitoefenen of aan deel wil nemen zonder dat dit per se in een taak is vastgelegd. Dit begrip wordt in relatie tot de term functie verder toegelicht in paragraaf 2.1.

Taken

Een taak is een specifieke activiteit. Er wordt over taken gesproken als deze, al dan niet bij

wet, zijn vastgelegd. Veel nationale bibliotheken spreken over kerntaak of kerntaken, veelal bedoelt men dan de (wettelijke) depot taak en de nationale bibliografie.

Visie

De visie vertegenwoordigt het toekomstbeeld en bepaalt daarmee de richting op korte en middellange termijn. Hoe deze doelen bereikt gaan worden is veelal beschreven in het stra-tegische beleidsplan dat een vooraf vastgestelde periode beslaat. Het begrip visie wordt in hoofdstuk 3 verder toegelicht.

(19)

39

DE NATIONALE BIBLIOTHEEK

HOOFDSTUK 2

DE NATIONALE

BIBLIOTHEEK

In dit hoofdstuk wordt in paragraaf 2.1 de eerste deelvraag beantwoord aan de hand van literatuuronderzoek over de nationale bibliotheek. In paragraaf 2.2 wordt dezelfde vraag be-antwoord op basis van informatie die nationale bibliotheken over zichzelf publiceren op hun websites. De deelvraag luidt: Wat is een nationale bibliotheek en welke activiteiten, taken en functies voert zij uit? Het antwoord op de deelvraag wordt in de conclusie (paragraaf 2.3) weergegeven en besproken.

2.1 Wat is een nationale bibliotheek, de theorie

Om een goed beeld van een nationale bibliotheek te krijgen moet je haar in de juiste context plaatsen. Voor een nationale bibliotheek geldt dat ze een brede context heeft. Ze komt wereldwijd voor, nagenoeg elk land heeft een nationale bibliotheek en kent een lange historie, een aantal eeuwen. Aan de hand van literatuuronderzoek wordt onderzocht waar de oorsprong van de nationale bibliotheek ligt, welke ontwikkelingen haar beïnvloed hebben. Maar ook wat een nationale bibliotheek doet, wat haar taken en functies zijn en wie haar doelgroep is, voor wie ze het doet.

2.1.1 Geschiedenis van de nationale bibliotheek

De historie wordt genoemd als een van de factoren die invloed heeft op de rol van de na-tionale bibliotheek. Een groot aantal nana-tionale bibliotheken is al eeuwen oud en met een bepaald doel gesticht. In een tijdspanne van 3-4 eeuwen hebben de meeste landen een nationale bibliotheek opgericht. Hieronder volgt een nadere uitwerking van de oorsprong en de ontwikkeling van nationale bibliotheken in het algemeen.

Bibliotheek algemeen

Om het ontstaan van de nationale bibliotheek te kunnen vaststellen kijken we naar het ontstaan van de bibliotheek in de breedste zin van het woord. Zodra schriftelijke communicatie een feit was en gesproken woorden en verhalen op papier vastgelegd konden worden liet de

(20)

40

41

DE NATIONALE BIBLIOTHEEK

DE NATIONALE BIBLIOTHEEK

oprichting van de bibliotheek niet lang op zich wachten. Hoeveel tijd er tussen het ontstaan van het schrift en de oprichting van de bibliotheek zit is niet duidelijk. Wel is duidelijk dat er een noodzaak was om de geschreven publicaties langer te bewaren dan het geluid van de stem en het leven van een mens (Harris, 1999). Kortom, de bibliotheek is zo oud als de beschaving. Die beschaving begint in Mesopotamië, waar men meer dan 20.000 kleitabletten verzamelde die bewaard werden in de paleisarchieven en de bibliotheek van Alexandrië. De meeste bibliotheken in de oudheid zijn te vinden in tempels, bij de overheid en bij bedrijven, de activiteiten van de bibliotheek beperkten zich tot administratieve en praktische doelen (Weise, 2004). De voorloper van de hedendaagse bibliotheken vindt zijn oorsprong echter in de middeleeuwse kloosters waar de bibliotheken een belangrijke functie hadden bij de wetenschappelijke activiteiten en de behoefte aan het verwerven van kennis bij de monniken (Quinn, 2014) Tijdens de renaissance, de periode waarin de boekdrukkunst is uitgevonden en de universiteiten in opkomst zijn, kent ook de bibliotheek een groeiperiode (Harris, 1999). De privébibliotheek ontstaat als toonbeeld van rijkdom en de collecties van bibliotheken groeien. In Europa ontstaan de eerste universiteitsbibliotheken, stadsbibliotheken en andere openbare bibliotheken. Nationale bibliotheken komen veelal voort uit universiteitsbibliotheken, Koninklijke- of regeringsbibliotheken of openbare bibliotheken.

Nationale bibliotheek

Wat de oudste nationale bibliotheek ter wereld is, valt moeilijk te zeggen. Een aantal nationale bibliotheken hebben hun oorsprong in de 14e eeuw liggen (onder andere de nationale Tsjechische bibliotheek, de voormalige kloosterbibliotheek Clementinum) (National Library of the Czech Republic, 2015); de nationale bibliotheek van Oostenrijk met haar Koninklijke oorsprong in de Hofbibliothek (Österreichische Nationalbibliothek, 2015). In deze tijd is veelal geen sprake van een nationale bibliotheek maar van een Koninklijke, klooster- of universiteitsbibliotheek. Doorgaans wordt de nationale bibliotheek van Frankrijk gezien als de oudste nationale bibliotheek omdat Frankrijk het eerste land is dat, 1537, een wettelijk depot instelde (Bibliothèque national France, 2014).

2.1.2 Ontwikkeling van de nationale bibliotheek

De ontwikkeling van nationale bibliotheken kan vanuit verschillende invalshoeken bekeken worden. In deze paragraaf worden twee indelingen besproken, één vanuit historisch per-spectief, de ander vanuit het concept nationale bibliotheek en de veranderingen in de werk-wijze en visie op het vakgebied.

Historische ontwikkeling nationale bibliotheek

De nationale bibliotheken zijn in verschillende perioden opgericht en tot bloei gekomen. Vanuit dit historisch perspectief worden grofweg 4 perioden onderscheiden (McNiff, 1987; Wedgeworth, 1993; Stephens, 2007).

Pre-1800

De beroemdste bibliotheek is die van Alexandrië, 3e eeuw voor Christus, die als doel had een exemplaar te bemachtigen, te bewaren en beschikbaar te stellen, van elke publicatie die destijds wereldwijd werd uitgegeven. De eerste nationale bibliotheken ontstaan na de don-kere middeleeuwen in Europa. De Biblioteca Marciana (Venetië), Bibliothèque Nationale de France, Osterreichische Bibliothek in Wenen en de Bayerische Staatsbibliothek in München zijn opgericht in de 15e en 16e eeuw. Rond 1800 waren er meer dan twintig landen met een nationale bibliotheek, hoewel ze niet allemaal de status van nationale bibliotheek hadden zoals we die nu kennen. De basis voor deze nationale bibliotheken bestaat meestal uit een Koninklijke of private collectie. In deze periode worden de meeste nationale bibliotheken in Europa en het Amerikaanse Continent1 opgericht.

19e eeuw

In de 19e eeuw beschikten nagenoeg alle overige Europese landen en de Latijns Ameri-kaanse landen een nationale bibliotheek. De nationale bibliotheek wordt gezien als nationaal symbool en als erkenning van de natie, wat is terug te zien in de prestigieuze gebouwen waar de nationale collecties in ondergebracht werden.

(21)

42

43

DE NATIONALE BIBLIOTHEEK

DE NATIONALE BIBLIOTHEEK

Vroeg 20e eeuw (voor WOII)

In de late 19e en vroeg 20e eeuw worden vooral in Afrika en Azië nationale bibliotheken opgericht. In minder ontwikkelde landen, vooral in Afrika, wordt de nationale bibliotheek anders georganiseerd dan in de Westerse landen. De nationale bibliotheek functioneert hier als centrum van het openbare bibliotheeksysteem2 van het land (Lor & Sonnekus, 1997).

Laat 20e eeuw

Na de jaren zeventig wordt in een klein aantal landen een nationale bibliotheek opgericht. Het betreft landen die om economische of politieke reden nog geen nationale bibliotheek hadden.

Ontwikkelingen van de Nationale Bibliotheek

Humphreys (Humphreys, Schimmel, & Schimmel, 1987) kijkt naar de ontwikkeling van het concept nationale bibliotheek. Hij wil achterhalen welke ingrijpende wijzigingen in de werk-wijze en visie op het vakgebied invloed hebben op de nationale bibliotheek. Hij onderscheidt drie stadia: The Autarchic Library; The Co-operative Library en the Librarian’s Library.

Het originele model: de autarkische bibliotheek

Humphreys ziet de nationale bibliotheek in deze periode als zelfvoorzienende plaats voor opslag van materiaal. Deze periode valt samen met de eerste twee historische perioden en eindigt halverwege 20e eeuw voor WOII. Het beslaat de periode tot eind jaren vijftig van de vorige eeuw. Rond het begin van de 20e eeuw hebben drastische veranderingen in het bibliotheek- en documentatiewezen plaatsgevonden:

• De eerste vereniging voor bibliothecarissen werd in 1876 opgericht in de VS.

• Door de enorme groei van de collecties werd de zaalbibliotheek vervangen door de ma-gazijnbibliotheek.

• Catalogiseren en titelbeschrijven werden belangrijke taken in het bibliotheekwezen (Ligthart Schenk, 1993).

2 Er wordt dan gesproken van National Library Service

De coöperatieve bibliotheek: Landelijke coöperatie van bibliotheekdiensten

Deze periode beslaat de periode vanaf eind jaren vijftig tot eind jaren tachtig van de vorige eeuw. Eind jaren vijftig ontstaan er plannen voor gezamenlijke ondernemingen, zowel op na-tionaal als internana-tionaal niveau. De nationale bibliotheek richt zich meer op de buitenwereld en plaatst zich in het (nationale) centrum van professionele activiteiten. De nationale biblio-theek wordt gezien als de nationale coördinator en leider op het gebied van alle bibliobiblio-theek- bibliotheek-zaken. Gedurende deze periode begint men de noodzaak van standaarden voor catalogi-seren in te zien. Het delen van informatie en gezamenlijk catalogicatalogi-seren wordt interessanter door de komst van machineleesbare catalogi. Met de komst van computers is er aandacht voor verbetering van de processen, de werkzaamheden kunnen efficiënter en effectiever. Bij-zonder omslagmoment is volgens Humphreys dat bibliothecarissen de nationale bibliotheek weten te vinden voor ondersteuning en hulp, een dienst die de nationale bibliotheek niet eerder bood. (Humphreys, Schimmel, & Schimmel, 1987; Donnely, 1982-1983).

De bibliotheek van de bibliothecarissen: Nationale bibliotheek als centrum van het natio-nale informatie netwerk.

Het laatste stadium dat Humphreys benoemt heeft betrekking op de toekomst van de nati-onale bibliotheek. In dit stadium wordt de natinati-onale bibliotheek gezien als het centrale punt, de bron van waaruit alle processen en diensten voor beschikbaarstelling aan “alle klanten” mogelijk wordt gemaakt.

2.1.3 Definities van nationale bibliotheek

Het begrip nationale bibliotheek laat zich niet eenvoudig definiëren. Er zijn verschillende pogingen gedaan zowel in publicaties als tijdens conferenties om het begrip nationale bibliotheek te definiëren. Velen daarvan waren zonder succes. Het eerste onderzoek naar nationale bibliotheken wereldwijd is begin vorige eeuw3 uitgevoerd door Esdaille. Hierin

toonde hij aan dat de nationale bibliotheek zich niet eenvoudig in een definitie laat vangen omdat er grote verschillen tussen nationale bibliotheken zijn, maar ook vanwege de grote mate van diversiteit in nationale bibliotheken (Esdaille, 1934). Clapp, Mearns en Bourgeois 3 1934

(22)

44

45

DE NATIONALE BIBLIOTHEEK

DE NATIONALE BIBLIOTHEEK

onderkennen deze problemen (Clapp in McNiff, 1987; Mearns, 1955; Bourgeois, 1958), vol-gens Clapp hoeven er slechts twee kenmerken aanwezig te zijn om aan de criteria van een nationale bibliotheek te voldoen: het moet een nationaal instituut zijn en beschikken over een uitgebreide collectie nationale publicaties (Clapp in McNiff, 1987).

Mearns (Mearns, 1955) ziet nationale bibliotheken als complexe organisaties die zich niet een-voudig laten categoriseren en duidelijk een eigen karakter hebben. Dit wordt een paar jaar later bevestigd door Bourgeois wanneer hij in zijn introductie voor het Unesco Symposium On National Libraries in Europe 1958 het volgende schrijft: “We still therefore do not know what a national library really is; and we cannot name with certainty the qualities a library must possess or the functions it must fulfil, in order to be rightly called national.” (Bourgeois, 1958) Vanaf de jaren vijftig is er meer aandacht voor de nationale bibliotheek als type bibliotheek, zowel in de literatuur als op conferenties. Resulterend in een gecombineerde “General Coun-cil Session” van nationale bibliotheek en universiteitsbibliotheek in 1952 (Kent, Lancour, & Dally, 1976). Vanaf dat moment verschijnen diverse papers en discussies in bijeenkomsten en conferenties over het thema nationale bibliotheek, waarin men poogt een definitie van een nationale bibliotheek vast te stellen en probeert de nationale bibliotheek in te delen op basis van taken, functies, rollen en informatiebehoefte.

Zo staat het onderwerp centraal in 1955 in het julinummer van Library Trends. Vijfentwintig nationale bibliotheken werkten mee aan dit nummer waar veertien onderwerpen in het licht van de nationale bibliotheek besproken werden. In de conclusie van dat nummer wordt dui-delijk gemaakt dat het belangrijk is dat de wereld weet dat nationale bibliotheken bestaan, wat ze doen, wie ze zijn en wat hun oorsprong is (Mearns, 1955). Hij is overtuigd van de noodzaak van nationale bibliotheken, enerzijds omdat ze bestaan, anderzijds omdat ze unie-ke taunie-ken en functies vervullen. Een nationale bibliotheek moet vooral gericht zijn op de taunie-ken die het voor een specifiek land moet uitvoeren, uit eigenbelang en om een plek binnen het internationale netwerk van culturele relaties te verwerven en behouden (Bourgeois, 1958). Aan het eind van het symposium wordt er een resolutie opgesteld. Hierin wordt vastgelegd dat een nationale bibliotheek het instituut in een land is dat de nationale productie van publi-caties voor de toekomst bewaard en garandeert dat er een nationale bibliografie is die werkt conform uniforme regels (Bourgeois, 1958).

In 1962 in Bern werd het lange termijn programma voor de sectie National and University Libraries besproken. In het programma werd aandacht besteed aan het werk van nationale bibliotheken: “….What does need emphasis, however is the question, which has a direct bea-ring on all this and has by no means been answered yet, of how we should imagine the future development of the national library and what should be its place in the whole of the national library system.“ (IFLA, 1963)

Het is onmogelijk om alle definities op te sommen, maar wel kunnen de meest toonaange-vende onder de aandacht gebracht worden om zo een beeld te vormen van de aspecten die een rol spelen bij het formuleren van een definitie van nationale bibliotheek. In de onder-staande tabel wordt een aantal definities chronologisch weergegeven.

Tabel 01: Definities van nationale bibliotheken

Wanneer Wie Definitie

1970 UNESCO “libraries which, irrespective of their title, are responsible for acqui-ring and conserving copies of all significant publications published in the country and functioning as a ‘deposit’ library, either by law or under other arrangements. They will also normally perform some of the following functions : produce a national bibliography; hold and keep up to date a large and representative collection of foreign literature including books about the country; act as a national bi-bliographical information centre; compile union catalogues; publish the retrospective national bibliography. Libraries which may be cal-led ‘national’ but whose functions do not correspond to the above definition should not be placed in the ‘national libraries’ category” (UNESCO, 1970).

(23)

46

47

DE NATIONALE BIBLIOTHEEK

DE NATIONALE BIBLIOTHEEK

Wanneer Wie Definitie

1992 IFLA “National libraries have special responsibilities, often defined in law, within a nation’s library and information system. These responsibi-lities vary from country to country but are likely to include: the col-lection via legal deposit of the national imprint and its cataloguing and conservation; the provision of central services (e.g. reference, bibliographical, lending) to users both directly and through other library and information centres; the preservation and promotion of the national cultural heritage; the promotion of national cultural po-licy; and leadership in national literacy campaigns. National libraries often serve as a national forum for international programmes and projects. They can have a close relationship with national govern-ments, and can act as a conduit for the views of other sectors of the profession. Occasionally they also serve the information needs of the legislature directly.” (IFLA in Lor & Sonnekus, 1997)

1997 LOR “….an institution, primarily funded (directly or indirectly) by the sta-te, which is responsible for comprehensive collecting, bibliographi-cally recording, preserving and making available the documentary heritage (primarily published material of all types) emanating from or relating to its country; and which furthers the effective and effi-cient functioning of the country’s libraries through the management of nationally significant collections, the provision of infrastructure, the coordination of activities in the country’s library and information system, international liaison, and the exercise of leadership. These responsibilities are formally recognized, usually in law“ (Lor & Son-nekus, 1997).

Wanneer Wie Definitie

2007 ISO “…. library that is responsible for acquiring and conserving copies of all relevant documents in the country in which the library is located; it may function as a legal deposit library.

A national library will also normally perform some or all of the fol-lowing functions: produce the national bibliography, hold and keep up to date a large and representative collection of foreign literature including documents about the country; act as a national biblio-graphic information centre; compile union catalogues; supervise the administration of other libraries and/or promote collaboration; coor-dinate a research and development service etc” (ISO, 2009).

2008 POLL “National libraries have special responsibilities, often defined in law, of a country’s cultural heritage. They collect and preserve the nati-onal documentary heritage and provide and ensure permanent ac-cess to the knowledge and culture of the past and present. They develop central services and take a leading role in the library and information sector” (Poll, 2008).

Uit de tabel blijkt dat IFLA en Lor in de vorige eeuw meerdere pogingen hebben onderno-men om de nationale bibliotheek te definiëren. Bij de meest recente definities (ISO en POLL) staan de definities niet op zichzelf maar zijn ze gebruikt voor specifieke doeleinden zoals voor de beschrijving van de taken en activiteiten die vastgelegd werden in ISO normen (Poll, 10-14 August 2008).

De UNESCO definitie uit 1970 sluit bibliotheken zoals de National Library of Medicine uit, evenals nationale bibliotheken die de regio bedienen. Bibliotheken die niet onder de naam nationale bibliotheek dragen worden daarentegen toegevoegd (zoals de universiteitsbiblio-theek van Helsinki) op basis van hun taken (Sylvestre, 1987). In 1997 blijkt dat deze definitie van UNESCO nog steeds veel geciteerd wordt. Lor is van mening dat de UNESCO definitie aan vernieuwing toe is omdat de nadruk vooral ligt op erfgoed en er geen aandacht be-steed wordt aan functies die gerelateerd zijn aan een uitgebreide nationale bibliotheekdienst (Schick in Lor & Sonnekus, 1997).

(24)

48

49

DE NATIONALE BIBLIOTHEEK

DE NATIONALE BIBLIOTHEEK

De definitie uit 1992 komt voort uit de beschrijving van het’ medium-term programm 1992-1997’ van de IFLA (IFLA in Lor & Sonnekus, 1997). Hierin wordt de aard en het doel van na-tionale bibliotheken beschreven. Het is meer een beschrijvend statement dan een formele definitie, maar de tekst levert het beeld van een moderne nationale bibliotheek die zowel de erfgoedoriëntatie als de infrastructurele-oriëntatie omvat en tot een zeker niveau ook de uitgebreide nationale dienstenoriëntatie. Lor is van mening dat zijn definitie een betere weer-gave van de taken en het doel van de nationale bibliotheek weergeeft. Hij stelt tijdens de ‘Open Session of the IFLA Selection on National Libraries’ dan ook voor om zijn definitie over te nemen (Lor & Sonnekus, 1997).

De ISO definitie van Poll (Poll, 10-14 August 2008) is op basis van de missies van nationale bibliotheken tot stand gekomen. Zij heeft deze gebruikt om de prestatie-indicatoren voor nationale bibliotheken vast te stellen. De verschillen tussen de definities in het overzicht la-ten zien dat de definities uiteenlopen van heel algemeen tot gedetailleerd. De ene definitie beschrijft het doel van de nationale bibliotheek (Poll, 2008) de andere definitie is een opsom-ming van activiteiten zonder dat duidelijk wordt waarom en voor wie deze taken uitgevoerd worden (ISO, 2009; UNESCO, 1971).

Figuur 01: Analyse van definities

1970 1970 1970 1970 1973 1973 1973 1973 1997 1997 1997 1997 1997 1997 2007 2007 2007 2007 2007 2007 2007 2008 2008 2008 2008 2008 2008 Beschikbaarstellen Samenwerking & kennisdeling Gebruikers Coordinatie & leiderschap Diensten leveren & promotie Catalogiseren Bibliografische activiteiten Conserveren Collecties Collectioneren

Nagenoeg elke definitie besteed aandacht aan de taken collectioneren, conserveren, biblio-grafische activiteiten en het begrip collectie. Slechts in 2 definities worden de begrippen access, samenwerken en kennisdelen genoemd. De term gebruikers komt slechts in een definitie voor waarbij de diensten die aan bibliotheek en informatie-instellingen geleverd worden, inbegrepen zijn. De definitie van de IFLA uit 1992 lijkt het meest volledig in relatie tot de onderdelen die genoemd worden, de UNESCO (UNESCO, 1971) definitie bevat de minste onderdelen.

2.1.4 Indelen van nationale bibliotheken

Het probleem met het definiëren van het begrip nationale bibliotheek en het beschrijven van het doel en de rol ervan, is de reden waarom veel definities van nationale bibliotheken beschreven zijn in termen van haar functies of verantwoordelijkheden (Lor & Sonnekus, 1997). Zowel de IFLA als UNESCO besluiten de nationale bibliotheek te gaan beschrijven op basis van haar taken (McNiff, 1987; Bourgeois, 1958). In 1997 verschijnt het uitgebreide onderzoek van Lor (Lor & Sonnekus, 1997) over de taken van een nationale bibliotheek, hij baseert zijn werk op drie eerdere UNESCO documenten·. en maakt onderscheid tussen de nationale bibliotheek en de national library service. De eerste is een centraal instituut dat zich voornamelijk bezighoudt met het verzamelen van het nationaal erfgoed, de laatste is meer gericht op activiteiten en taken om de landelijke bibliotheekdienstverlening te coördineren, leiden en/of steunen.

Indeling op basis van taken en functies

Godfrey Burston (Burston, 1973) onderscheidt verschillende typen nationale bibliotheken of bibliotheken met nationale taken op basis van de taken:

• Bibliotheken met al dan niet specifieke nationale erfgoed taken.

• Nationale bibliotheken met neventaken, zoals openbare bibliotheek-, wetenschappelijke universiteits- of overheidstaken.

• Bibliotheken met landelijke en regionale depottaken.

(25)

50

51

DE NATIONALE BIBLIOTHEEK

DE NATIONALE BIBLIOTHEEK

De meest gangbare indeling bleef toch de onderverdeling in formele of essentiële, wen-selijke en niet noodzakelijke functies (Line M., 1980; Line & Unesco, 1989; Sylvestre, 1987; Humphreys, Schimmel, & Schimmel, 1987). Humphreys (Humphreys K. W., 1966) onder-scheidt zeven fundamentele, drie wenselijke en vijf niet noodzakelijke functies van een natio-nale bibliotheek vast. Line (Line M., 1980) kan zich vinden in de indeling van Humphreys maar is het niet eens met de functies die hij als fundamenteel heeft bestempeld. Volgens beiden zijn de fundamentele taken van een nationale bibliotheek:

• de centrale collectie van de literatuur in een land; • wettelijk depot;

• een centrale rol in de beschikbaarstelling en leenverkeer, van internationale informatie; • het publiceren van een nationale bibliografie;

• het realiseren en coördineren van een nationaal bibliografische centrum. Over de volgende functies zijn de meningen verdeeld:

• uitwisselingscentrum;

• coördinatie interbibliothecair leenverkeer (IBL); • publicatie van catalogi;

• tentoonstellingen.

Andere indelingen van nationale bibliotheken

De aanpak van Sylvestre (Sylvestre, 1987) wijkt af van de gangbare indeling in taken en richt zich meer op rubrieken waarbinnen de nationale bibliotheek een rol kan spelen of speelt. Hij maakt geen gebruik van de indeling van Line4 maar deelt de taken in op de volgende

hoofdrubrieken: nationale bibliotheekcollectie; lezers diensten; binnenlandse relaties; con-serveren; internationale relaties en status en management en gebouw en inrichting. Volgens Line (Line & Unesco, 1989) vertrekt Sylvestre vanuit de huidige bestaansvorm, terwijl de richtlijnen die Line in 1989 opstelt gebaseerd zijn op de informatiebehoefte. Ook Line lijkt hier de indeling op basis van taken en functies los te laten. Hij onderscheidt bibliografische behoeften, behoefte aan documenten, toegang, uitwisseling, onderwijs, leiderschap, coör-dinatie, onderzoek en ontwikkeling.

4 De indeling van Line is: fundamenteel; wenselijk; niet noodzakelijk

Cornish vertrekt in eerste instantie vanuit het beschrijven van taken maar ook hij stapt daar-van af en komt tot de conclusie dat alleen daar-van de drie basis kenmerken met zekerheid gesteld kan worden dat elke nationale bibliotheek hieraan voldoet (Cornish, 1991):

• gefinancierd door de overheid; • opengesteld voor publiek;

• opereert als archief voor gedrukt materiaal dat in het land gepubliceerd wordt of van belang is voor dat land.

Eind jaren negentig komt Lor (Lor & Sonnekus, 1997) met een indeling in dimensies van een nationale bibliotheek. Een nationale bibliotheek kan volgens hem vanuit verschillende oog-punten bezien worden:

• Erfgoed: nadruk op de nationale productie van publicaties. Deze bibliotheken correspon-deren met de oudere “klassieke” bibliotheken.

• Infrastructuur: nadruk op nationale coördinatie, faciliteren, leiderschap en diensten. Bi-bliotheken die dit benadrukken hanteren moderne ontwikkeling. Informatiedienstverle-ning op nationaal niveau is de centrale zorg.

• Uitgebreide nationale dienst: deze bibliotheken zijn te vinden in ontwikkelingslanden. Informatiedienstverlening aan de bevolking is hun centrale zorg.

De eerste en tweede dimensie of een combinatie van beiden zien we terug in het “westen”, de derde dimensie wordt veelal in ontwikkelingslanden toegepast.

Rollen

Al vroeg werd de rol van de nationale bibliotheek besproken door Line, Humphreys en Cor-nish (Humphreys K. W., 1966; Line M., 1980; Cornish, 1991). Het onderscheid tussen functies en rollen is echter niet altijd duidelijk. Voor een goed begrip is het belangrijk om deze be-grippen toe te lichten, daarvoor moeten we te rade gaan bij Human Resource Management en de Informatietechnologie. Daar wordt onderscheid gemaakt wordt tussen rol en functie. Functie wordt als een statisch gegeven beschouwd daar waar rol een dynamisch karakter heeft (Staaij, 2010). Een rol betekent volgens Van Dale “een aandeel hebben in een bepaal-de ontwikkeling” (Van Dale, 2014). Een rol heeft een dynamisch karakter, het is iets wat je kunt aannemen of spelen. Een rol kan naast de functie bestaan, zoals de rol van voorzitter, toehoorder, bemiddelaar. In principe kan iedereen een bepaalde rol aannemen. Een

(26)

func-52

53

DE NATIONALE BIBLIOTHEEK

DE NATIONALE BIBLIOTHEEK

tie is statisch, aan een functie zit een geheel van verantwoordelijkheden en bevoegdheden gekoppeld die samen één geheel vormen. Functie wordt in dezen gezien als alle taken die in opdracht van veelal de wetgever uitgevoerd moeten worden of waaraan men zich gecom-mitteerd heeft. Rol wordt gezien als een gebied waar men invloed wil uitoefenen of aan deel wil nemen. Zowel uit een functie als een rol kunnen taken voortvloeien.

Zo zien we dat Lor een aantal rollen onderscheid en benoemd (Lor & Sonnekus, 1997): • de rol om toegang tot de gewenste informatie te bieden;

• om technologische ondersteuning te bieden;

• een coördinerende rol te spelen in het koppelen van diverse nationale bibliografische databases;

• zorgen dat er voldoende toegang tot de nationale informatiebronnen is; • toegang bieden tot bibliografische tools.

Brindley (Brindley, 2002) geeft de voorkeur aan de indeling van nationale bibliotheken op basis van rollen. Deze indeling is volgens haar noodzakelijk omdat de rol de verandering en de herpositionering van de nationale bibliotheken in het digitale tijdperk laat zien. Zij stelt een schema voor waarmee de nationale bibliotheken de 21e eeuw in kunnen (Brindley, 2002). Ze onderscheidt de volgende rollen:

• ondersteuning voor onderzoek;

• duurzaam behoud van het cultureel en intellectueel erfgoed; • ondersteuning voor de kenniseconomie;

• ondersteuning voor onderwijs en “levenslang leren”;

• ondersteuning voor de ontwikkeling van de gemeenschap; • ondersteuning voor de burgers;

• leiderschap voor het bibliotheeksysteem.

2.2 Wat doet de nationale bibliotheek en voor wie, de praktijk

Om een goed beeld te krijgen van de taken, functies en doel-groepen van een nationale bibliotheek is onderzoek uitgevoerd bij negentien nationale bibliotheken. Op basis van informatie die zij beschikbaar stellen via hun websites zijn taken, functies en doelgroepen geïnventariseerd. De volledige antwoorden zijn, inclusief bronvermelding in de Bijlage hoofdstuk 2 terug te vinden. De drie vragen die het onderdeel bestaansrecht ver-tegenwoordigen bij een missie van Ormondt (Ormondt, 2015) zijn gebruikt om de juiste informatie te verzamelen:

• Wie zijn we?

• Wie zijn onze klanten en stakeholders? • Wat doen we voor onze klanten?

Identiteit: Wie zijn we?

De vraag ‘wie zijn we’ wordt beantwoord door de positie van de bibliotheek in de context te plaatsen. Of en hoe het verankerd is in de landelijke wetgeving en de verantwoordelijkheden die daarmee samengaan. Bij de negentien bibliotheken die onder-zocht zijn zien we, overeenkomstig de literatuur (Esdaille, 1934; McNiff, 1987; Humphreys K. W., 1966) een grote variatie in her-komst, verantwoordelijkheden en taken terug.

Oorsprong van Nationale Bibliotheken

Ook bij de negentien nationale bibliotheken waarop dit onder-zoek betrekking heeft zijn oorsprong (qua tijd) en type divers. Ze stammen uit verschillende perioden te beginnen met de oudste bibliotheek, de nationale bibliotheek van Frankrijk, Bi-bliothèque national Français (BnF) die uit 1368 dateert. Tussen de 18e en 20e eeuw zijn de meeste nationale bibliotheken op-gericht. De oorsprong van de onderzochte bibliotheken ligt in

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ook voor andere personen worden deze gegevens in de RNI bijgehouden, het is echter niet altijd duidelijk waar deze wijzigingen doorgegeven kunnen worden.. Oplossingen met

Een derde van de gemeenten heeft naast een collectief opleidingsbudget voor de gehele raad ook een persoonlijk opleidingsbudget (waarop individuele raadsleden aanspraak kunnen

De illusie van transparantie: een onderzoek naar het gebruik van eigen medische gegevens onder chirurgische patiënten.. van den Broek, Elmira; Sergeeva, A.;

Alhoewel er meer onderzoek nodig is om een definitieve relatie tussen mission- statements en bedrijfsprestatie vast te stellen, wijst het huidige onderzoek wel in de richting van

Brachyspira murdochii wordt af en toe gemeld als pathogeen maar bij experimentele infectie blijkt dat er hoge kiemaan- tallen nodig zijn voor het ontwikkelen van een eerder

Na wiekundige verwerking van de opbrengetgegevene bleek, dat bij tiet gewicht per plant de vakken waarbij Go toegediend waa een betrouwbaar lagere opbrengst gaven» Bit gold

Verschillende nevenactiviteiten passen goed in of naast de bedrijfsvoering van verschillende bedrijven en leveren ook extra inkomen op, maar voor veel bedrijven leveren

Maatregel Om de aanvoercapaciteit van zoetwater voor West-Nederland te vergroten wordt gefaseerd de capaciteit van de KWA via zowel Gouda als Bodegraven uitgebreid.. Dit