• No results found

Breaking down barriers : een onderzoek naar het effect van een advies op maat

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Breaking down barriers : een onderzoek naar het effect van een advies op maat"

Copied!
40
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

MASTERTHESIS

AFDELING PSYCHOLOGIE VAN GEZONDHEIDSGEDRAG

FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ EN

GEDRAGSWETENSCHAPPEN

UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

Breaking down barriers. Een onderzoek

naar het effect van een advies op maat.

Wesley Bonda - 5958814

Onder begeleiding van Joop van der Pligt 31-08-2014

(2)

Inhoudsopgave

Abstract 3

Inleiding 4

Methode 9

Deelnemers 9

Materialen & Procedure 10

Resultaten 15

Audit vragenlijst 15

Hads vragenlijst 15

Regulatory focus vragenlijst 15

Vragenlijst overtuigingen 16

Berichtacceptatie vragenlijst 17

De invloed van framing en emoties op berichtacceptatie 17 De invloed van framing en regulatory focus op berichtacceptatie 18

Intentie vragenlijst 19

De invloed van framing op emoties op intentie 20

De Invloed van framing en focus op intentie 21

Exploratieve analyses 21

Invloed van alcoholfeedback op berichtacceptatie en intentie 21 Invloed van alcoholverwachtingen op berichtacceptatie en intentie 22

Discussie 24

Literatuur 29

Appendix 33

(3)

Abstract

Doel: Voor de e-health cursus “gelukkig zonder alcohol” is het van belang dat een welkomsite potentiele deelnemers kan overtuigen aan de behandeling deel te nemen. Deze studie onderzocht daarom verschillende factoren die een effect kunnen hebben op de acceptatie van gezondheidsboodschappen en de intentie deel te nemen aan een online cursus. Hierbij werden vijf vragen gesteld: (a) Wat is het effect van framing op berichtacceptatie en de intentie deel te nemen aan de cursus? (b) Kan het effect van framing versterkt worden door het opwekken van een (congruente) geanticipeerde emotie? (c) ) Kan het effect van framing versterkt worden door een ervaren fit met de motivationele oriëntatie? (d) Wat is het effect van verwachtingen over het effect van alcohol op berichtacceptatie en de intentie deel te nemen aan de cursus? (e) Wat is het effect van het geven van alcoholfeedback op berichtacceptatie en de intentie deel te nemen aan de cursus? Methode: Aan de hand van bestaande en zelfgemaakte vragenlijsten werden de verschillende resultaten verzameld. Van de 188 deelnemers werden 72 deelnemers uitgesloten. Deze scoorden te laag op alcoholconsumptie en hadden daarom geen belang bij de e-health cursus “gelukkig zonder alcohol”. Hierdoor bleven 116 deelnemers over. Resultaten: Analyses vonden een hoofdeffect van framing, waarbij een verliesframe leidde tot meer berichtacceptatie. Framing had geen enkel effect op de intentie aan de cursus deel te nemen. Een winstframe met het induceren van de (congruente) geanticipeerde emotie trots leidde tot een hogere intentie de cursus te volgen. Er werd geen effect gevonden van een ervaren fit op de berichtacceptatie en intentie. Er werd ook geen effect van alcoholverwachtingen op berichtacceptatie en intentie gevonden. Hogere alcoholconsumptie leidde niet tot meer acceptatie van de informatie. De intentie om aan de cursus werd ook niet beïnvloedt door alcoholconsumptie. Conclusie: De studie gaf tegenstrijdige resultaten. Het lijkt voor de cursus “gelukkig zonder alcohol” belangrijk om de informatie over de cursus in een verliesframe te plaatsen om berichtacceptatie te verhogen. Echter bleek het aanbieden van een winstframe met de congruente emotie trots te leiden tot sterkere intenties. Het geven van feedback over alcoholconsumptie en verwachtingen over alcohol hadden geen effect op berichtacceptatie en de intentie de cursus te volgen. Het lijkt erop dat mensen die teveel drinken, zich vooralsnog teveel laten leiden door alcohol. De kans is echter groot dat de groep die in dit onderzoek is gebruikt niet opzoek was naar hulp. Voorlopig kan de conclusie zijn dat er meer onderzoek moet worden gedaan bij de risicogroep die actief opzoek is naar hulp.

(4)

Inleiding

Vanaf 1 januari 2014 is de minimale leeftijd waarop jongeren alcohol mogen kopen en bij zich mogen hebben verhoogd van 16 naar 18 jaar. Er wordt gehoopt dat deze verandering leidt tot een verlaging van de alcoholconsumptie onder jongeren. Het vaak drinken van alcohol is schadelijk voor de gezondheid. Alcohol is daarnaast schadelijk wanneer er veel wordt gedronken op één avond, dit wordt ook wel binge-drinken genoemd. Deze twee gedragingen vallen onder overmatig alcoholgebruik. Iedereen is op de hoogte van de schadelijke gevolgen van alcohol. Toch blijkt dat 32% procent van de bevolking minstens één keer per maand meer dan vier (binge-norm voor vrouwen) of zes glazen (binge-norm voor mannen) alcohol drinkt (Nationaal prevalentie onderzoek; IVO, 2009). Onder scholieren tussen de 12 en 18 jaar bleek 16.8% van de scholieren meer dan 10 glazen te drinken in het weekend. Onder de bezoekers van party’s, festivals en clubs bleek zelfs 80% minstens één keer per maand meer gedronken te hebben dan de aangeraden limiet van vier tot zes drankjes (Peilstations Onderzoek; Trimbos instituut, 2007). In Nederland ligt het percentage binge-drinkers relatief hoog (Nazareth et al., 2011). Ook de cijfers voor alcoholmisbruik en alcoholverslaving zijn in Nederland met 395.600 en 82.400 voor de bevolking tussen 18 tot 65 jaar relatief hoog.

Overmatig alcoholgebruik heeft meerdere schadelijke gevolgen voor de lichamelijke en mentale gezondheid. Zo leidt dit bijvoorbeeld tot acute schade aan organen, een vergrote kans op black-out, stijging van de bloeddruk, alcoholvergiftiging, een vergrote kans op hartinfarct, overgewicht en een verhoogde bloeddruk op latere leeftijd. Daarnaast kan overmatig alcoholgebruik ook mentale gevolgen hebben zoals; depressie, geheugenstoornissen (Korsakov syndroom), chronisch agressief en impulsief gedrag. Dit is slechts een greep uit de schadelijke gevolgen van (overmatig) alcoholgebruik.

Alcoholverslaving/misbruik en depressie gaan regelmatig samen (Kandel et al., 2001). Een grote meerderheid van de patiënten die behandeld wordt voor een alcoholverslaving heeft te maken met depressieve symptomen en zelfs depressieve stoornissen (Lynskey, 1998). Dit kan deels het resultaat zijn van het fysiologische effect van alcohol (Schuckit et al., 1997). Omgekeerd kan een depressieve stemming dienen als trigger voor alcohol terugval. Deze co morbiditeit leidt tot verminderde effectiviteit van bestaande behandelingen voor overmatig alcoholgebruik of depressie. Depressieve patiënten met een alcoholverslaving hebben twee

(5)

keer minder kans op herstel dan patiënten die nooit alcoholafhankelijk waren (Thase et al. 2001). De vraag naar gecombineerde behandelingen voor beide problemen neemt hierdoor toe.

Onderzoek naar gecombineerde behandelingen tonen bemoedigende resultaten, vooral op het gebied van de cognitieve gedragstherapie (CBT). In de studie van Brown et al. (1997) werd de effectiviteit van een gecombineerde CBT training vergeleken met een relaxatie training. CBT patiënten vertoonden een significante afname in depressieve symptomen en depressieve stemmingen. Verdere analyses leken aan te tonen dat de afname in depressieve symptomen de relatie tussen behandeling-conditie en alcoholgebruik medieerden. Patiënten die CBT ontvingen scoorden tijdens de training hoger op alcohol abstinentie. Tijdens de follow up (zes maanden later) bleken deze patiënten beter te scoren op totale abstinentie, het aantal dagen abstinentie en alcoholconsumptie per dag. In onderzoek naar een ander CBT depressie preventie programma (Rhodes et al., 2011) kwam naar voren dat de cognitieve gedragstherapie als tweede voordeel had dat het gebruik over een periode van twee jaar tijd afnam. Dit ondersteunt de aanname dat een verlaging van depressieve symptomen veranderingen in het gebruik van verslavende middelen medieert.

Cognitieve gedragstherapie kan dus een belangrijk hulpmiddel zijn bij de verlaging van alcoholgebruik en verbetering van de stemming. Eerdere bespraken we dat een redelijk groot gedeelte van de Nederlandse bevolking teveel of te vaak drinkt, dit kan gevolgen hebben voor de mentale gezondheid (depressieve stemming) van deze groep. Toch wordt maar een kleine groep geïdentificeerd als “risicogroep” die in aanmerking komt voor face-2-face behandeling of opname. De grote groep die momenteel geen ernstige sociale, mentale en/of lichamelijke problemen als gevolg van het drinken heeft, maar wel ongezonde hoeveelheden alcohol consumeert, krijgt zo geen hulp. Dit zou wel preventieve effecten kunnen hebben en zou een verdere verslechtering van de situatie kunnen voorkomen. Daarnaast is het mogelijk dat de alcoholgebruiker het moeilijk vindt om hulp te zoeken, of denkt dat dit niet nodig is. Het gebruik van zelfhulp-websites kan een uitkomst bieden. Deze websites zijn kosteneffectief, laagdrempelig en hebben de potentie om een grote groep te bereiken. De GGZ instelling Arkin besloot daarom een e-health website op te zetten die mensen helpt bij het minderen met alcohol en het verbeteren van de stemming. De e-health website biedt een zelfhulp cursus aan zonder tussenkomst en/of advies van een therapeut. De personen bezoeken zelf de e-health website, waarbij ze op de welkomstsite zichzelf kunnen scoren op gevalideerde alcohol en depressie vragenlijsten (site-screener). Hierop volgt een persoonlijk advies dat afhankelijk is

(6)

van de alcohol- en depressie score. Door de afwezigheid van de therapeut is het belangrijks dat de gezondheidscommunicatie zo effectief mogelijk wordt aangeboden. Het is hierbij onder andere van belang dat de site-screener potentiële deelnemers kan “overtuigen” aan de behandeling deel te nemen. De website krijgt hiervoor maar één keer de kans. Er is daarom in deze studie gekozen om onderzoek te doen naar verschillende factoren die een effect kunnen hebben op de acceptatie van gezondheidsboodschappen en de intentie deel te nemen aan een online cursus.

Vrijwel elke overredende gezondheidsboodschap wordt in een winstframe (de voordelen van een verandering) of verliesframe (de nadelen bij geen verandering) gepresenteerd. Framing lijkt de overtuigingskracht van een boodschap te beïnvloeden. De manipulatie van een tekst kan zo invloed uitoefenen op de mate van gedragsverandering van potentiele deelnemers (Gallagher & Updegraff, 2012). In de bestaande literatuur komen twee bevindingen naar voren; (1) Winstberichten zijn vaak beter dan verliesberichten in het bevorderen van bepaalde soorten preventieve gedragingen; zoals fysieke inspanning. (2) Er bestaat geen verschil tussen winst – en verlies berichten als het gaat om gedrag dat te maken heeft met de detectie van aandoeningen; zoals kankerscreening. Dit onderzoek richt zich op de vraag welke vorm van framing het effectiefst is in het verhogen van de berichtacceptatie en de intentie deel te nemen aan de cursus.

Uit onderzoek is naar voren gekomen dat persoonlijkheidseigenschappen invloed uit kunnen oefenen op de effectiviteit van een winst- of verliesframe. Kennis over dit proces kan ingezet worden bij de e-health website en andere gezondheidsbevordering-programma’s. In de review van Updegraff en Rothman (2013) komen vier moderatoren naar voren die invloed kunnen uitoefenen. Dit zijn (risico) overtuigingen (vindt men zelf dat men risico loopt), motivationele oriëntatie (is men gericht op de preventie van aandoeningen of juist op het halen van nieuwe doelen die de gezondheid verbeteren), de consideratie van toekomstige consequenties (in hoeverre men denkt dat een gedraging positieve of negatieve gevolgen heeft) en eigen-effectiviteit (de mate waarin men denkt de gedragsverandering succesvol te kunnen uitvoeren). Dit onderzoek richt zich op de effecten van motivationele oriëntatie op framing. Hieronder wordt het effect van motivationele oriëntatie op framing beschreven.

Uit onderzoek van Updegraff et al. (2007) is gebleken dat er meer aandacht aan het bericht wordt besteedt bij een ervaren overeenkomst of “fit” tussen de framing (in termen van mogelijke winst van gedragsverandering versus mogelijke kosten van het handhaven van het

(7)

ongezonde gedrag) van het bericht en de eigen motivationele oriëntatie. Mensen hebben van zichzelf een voorkeur of “gevoeligheid” voor positieve dan wel negatieve uitkomsten (of de afwezigheid hiervan). Dit wordt ook wel regulatory focus genoemd, waarbij personen een zogenoemde promotie- of preventiefocus hebben. De regulatory focus verwijst dus naar de motivationele staat van de deelnemers aan het onderzoek. Wanneer de framing gelijk is aan de eigen regulatory focus (een fit) stijgt de relevantie van het bericht voor de eigen doelen en waardevolle uitkomsten. Dit leidt tot meer motivatie om het advies van het bericht op te volgen (Brinol & Petty, 2006). Sherman et al. (2006) vonden daarnaast dat een fit leidde tot een verhoogde eigen-effectiviteit (self-efficacy; SE). De aanwezigheid van een verhoogde SE leidde tot sterkere intenties en meer gezondheids-bevorderend gedrag. Volgens Cesario, Grant & Higgins (2004) leidt een fit tot een gevoel van “dit zit goed”. Dit leidt vervolgens tot een sterkere berichtacceptatie (Cesario, Higgings & Scholer, 2008).

De review van Updegraff en Rothman (2007) behandelt cognitieve moderatoren die invloed uitoefenen op informatie verwerking. Informatie wordt echter via twee wegen verwerkt. Zo kan informatie worden verwerkt via een meer cognitieve of een meer affectieve of emotionele route (Loewenstein et al., 2001). Mensen hebben de capaciteit om acties/ervaringen te coderen in termen van verwachtte emotionele consequenties zoals blijdschap, somberheid, trots, schuld en angst. Uit onderzoek is gebleken dat geanticipeerde emoties interacteren met de (cognitieve) regulatory focus. Er is aangetoond dat de kracht en intensiviteit van deze geanticipeerde emoties op intenties afhankelijk is van regulatory focus (Idson, Liberman, & Higgins, 2004). Voor individuen met een promotiefocus kunnen positieve emoties zoals plezier en trots zwaarder wegen bij het nemen van beslissingen. Voor individuen met een preventiefocus kunnen juist negatieve emoties zoals schaamte of schuld zwaarder wegen. Het is mogelijk dat het anticiperen op bepaalde emoties niet alleen interacteert met de regulatory focus maar ook met de framing van een bericht. Het anticiperen op emoties zou het effect van de framing kunnen versterken wanneer er een fit is tussen emotie en frame (winst & positief vs. verlies & negatief). Dit vertoont overeenkomsten met de cognitieve moderator uit de review van Updegraff en Rothman (2013), waarin het rekening houden met toekomstige consequenties wordt genoemd. Dit roept vaak ook geanticipeerde emoties op.

Deelnemers aan het huidige onderzoek zullen verschillende verwachtingen hebben over alcohol. Zo is het mogelijk dat deelnemer A teveel drinkt en daar veel negatieve effecten van ondervindt, die de verwachtingen over alcohol negatief beïnvloeden. Voor deelnemer B, die

(8)

ook teveel drinkt, brengt alcohol echter veel positieve effecten met zich mee. Dit zal de verwachtingen over alcohol bij deze deelnemer positief beïnvloeden. Het is mogelijk dat dit verschil in verwachtingen over alcohol de berichtacceptatie en de intentie om het gedrag te veranderen beïnvloedt. Uit onderzoek van Wiers (2002) kwam naar voren dat mensen die veel alcohol dronken meer positieve verwachtingen hadden over alcohol. Uit het onderzoek bleek daarnaast dat expliciete cognities bijdroegen aan de voorspelling van het drinkgedrag gedurende de maand na het onderzoek. Het is mogelijk dat bestaande cognities over alcoholgebruik de acceptatie van een behandeladvies en/of de intentie om het gedrag te veranderen beïnvloeden. In dit onderzoek zal ik daarom exploratief vaststellen wat het effect is van positieve/negatieve verwachtingen over een lage en hoge dosis alcohol op berichtacceptatie en de intentie om deel te nemen aan de cursus.

In deze studie wordt dus onderzocht welke vorm van framing het effectiefst is in het verhogen van de berichtacceptatie en de intentie deel te nemen aan de cursus. Er wordt verwacht dat het presenteren van de informatie in een winstframe de berichtacceptatie en intentie om deel te nemen aan de cursus verhoogd. Dit wordt verwacht omdat stoppen/minderen met alcohol een vorm is van preventief gedrag. In deze studie wordt daarnaast gekeken naar de effecten van regulatory focus op framing. Als de regulatory focus overeenkomt met de framing van een bericht verwachten we dat er een “fit” ontstaat. Deze zal naar verwachting leiden tot een hogere berichtacceptatie en grotere intentie deel te nemen aan de cursus. We onderzoeken daarnaast of het opwekken van een (congruente) geanticipeerde negatieve (spijt) of positieve (trots) emotie het framing-effect versterkt. In het onderzoek worden de volgende hypothesen onderzocht. Het presenteren van de informatie in een winstframe verhoogt de berichtacceptatie en intentie deel te nemen aan de cursus. Het ervaren van een fit tussen framing en regulatory focus zal leiden tot meer berichtacceptatie en een toegenomen intentie deel te nemen aan de cursus. Hierop volgt dat de ervaring van een non-fit (promotiefocus – verliesframing & preventiefocus – winstframing) zal leiden tot een minder berichtacceptatie en verminderde intentie deel te nemen aan de cursus. Het ervaren van een emotiefit zal leiden tot meer berichtacceptatie en intentie deel te nemen aan de cursus. Hierop volgt dat het niet induceren van een emotie zal leiden tot minder berichtacceptatie en intentie deel te nemen aan de cursus.

Er wordt exploratief onderzocht wat het effect is van alcoholverwachtingen (positief of negatief) op berichtacceptatie en de intentie deel te nemen aan de cursus. In deze studie wordt aan de deelnemers feedback gegeven over de alcohol- en depressiescore op gevalideerde

(9)

klinische vragenlijsten. Er zal exploratief onderzocht worden of deze feedback invloed uitoefent op berichtacceptatie en intentie deel te nemen aan de cursus.

Methode Deelnemers

De vragenlijst is gemaakt via het online programma Qualtrics. Er is gekozen om studenten te werven via het (online) onderzoek platform van de UvA. Het onderzoek vond aan het einde van het studiejaar plaats. Vanwege een gebrek aan aanwezige studenten is daarom gekozen om ook niet-studenten te werven via het online platform Facebook. De deelnemers werden willekeurig toegewezen aan één van de vier condities in een 2 (Framing: winst vs. verlies) * 2 (Emotie: congruente emotie vs. geen emotie) factoriaal design. De test is afgenomen bij 303 deelnemers. Hiervan hebben 188 deelnemers de vragenlijst compleet ingevuld. Veel deelnemers bleken te stoppen na het invoeren van de alcohol- en depressie vragenlijst. De deelnemers die via Facebook werden geworven ontvingen geen vergoeding voor de deelname. Het is mogelijk dat hierdoor veel deelnemers eerder afhaakte vanwege de tijdsduur of lengte van het onderzoek. Van de 188 deelnemers waren 76 man en 112 vrouw. De leeftijd van de deelnemers lag tussen de 16 en 63 jaar met een gemiddelde leeftijd van 28 jaar. De e-health cursus “gelukkig zonder alcohol” richt zich op mensen die geholpen willen worden voor hun alcohol- of depressie probleem. Mensen die laag scoren op alcohol en/of depressie zullen geen voordeel halen uit de cursus. Er wordt daarom onderzoek gedaan naar de effecten op de “risicogroep” (hoog op alcoholafhankelijkheid en/of depressie). Uit analyse van de data bleek dat een groot percentage van de deelnemers hoog scoorden op

alcoholafhankelijkheid (toenemend risico op alcoholverslaving of hoger). In het onderzoek naar specifieke effecten op deze doelgroep werden 116 deelnemers gebruikt. Van de 116 deelnemers waren 54 man en 62 vrouw. De leeftijd van de deelnemers lag tussen de 19 en 47 jaar met een gemiddelde leeftijd van 24 jaar. De groep deelnemers die hoog scoorden op depressie (mogelijk risico op depressie of hoger) bleek te klein (N=9) om analyses over uit te voeren. Dit was opmerkelijk, omdat verwacht werd depressie sterk samenhing met overmatig alcoholgebruik. Het is mogelijk dat deze relatief jonge doelgroep nog geen mentale gevolgen ondervindt van overmatig alcoholgebruik. Alle analyses zijn ook uitgevoerd over de totale

(10)

groep deelnemers, er is besloten om enkel de noemenswaardige resultaten hiervan te vermelden.

Materialen & procedure

Het onderzoek werd afgenomen met het programma Qualtrics. De deelnemers werd allereerst een informed consent aangeboden. Vervolgens vulden de deelnemers de Audit vragenlijst in om alcoholafhankelijkheid te meten. De Audit bestaat uit tien vragen over het alcoholgebruik van de deelnemer. Een Audit score van zeven of minder geeft een laag risico op alcoholverslaving aan. Een score tussen acht en 15 geeft een toenemend risico op

alcoholverslaving aan. Een score van 16 tot 19 geeft een hoog risico op alcoholverslaving aan. Een score van 20 tot 40 geeft een zeer hoog risico op alcoholverslaving aan. Eerder onderzoek kent de Audit een hoge interne consistentie (r=.86) en hoge sensitiviteit met scores in de midden 0.90’s toe. Daarnaast vertoont de Audit een hoge correlatie met andere gevalideerde alcoholvragenlijsten zoals de MAST (r=.88) en CAGE (r=.78) (Babor et al., 2001).

De deelnemers vulden vervolgens de Hads vragenlijst in (14 items) die ontwikkelt is om depressie- en angstklachten te meten. De schaal bestaat uit zeven vragen die gerelateerd zijn aan depressie, zoals; “Ik geniet nog steeds van de dingen waar ik vroeger van genoot”. Verder bestaat de schaal uit zeven vragen die gerelateerd zijn aan angst, zoals; “ik voel me gespannen”. Voor het onderzoek werden alle vragen uit de vragenlijst gesteld, maar enkel de depressie vragen gebruikt om later een depressiescore te verstrekken aan de deelnemer. Een score van nul tot zeven geeft een laag risico op een depressie aan. Een score van acht tot tien geeft een mogelijk risico op depressie aan. Een score tussen 11 en 21 geeft een risico op depressie aan. Eerder onderzoek kent de Hads een hoge interne consistentie met .80 voor de angst-schaal en .81 voor de depressie schaal toe (Zigmond & Snaith, 1983). De Hads correleert daarnaast goed (.71) met de gevalideerde depressie vragenlijst Becks Depression Inventory (Lisspers, 1997).

Hierna werd bij de deelnemers de General Regulatory Focus Measure (GRFM) afgenomen van Lockwood, Jordan & Kunda (2002). Deze vragenlijst wordt naast de

(11)

Regulatory Focus Questionairre (RFQ) van Higgins (2001) in onderzoek gebruikt om de dispositionele regulatory focus (promotie vs. preventie) te meten. Er is gekozen voor de GRFM omdat deze items verwijzen naar (academische) prestaties in het heden. De RFQ richt zich op interactie met de ouders en ervaringen uit het verleden. De GRFM leek daarom geschikter voor de jongere (studenten)populatie uit dit onderzoek. De promotie items uit de GFRM verwezen naar positieve uitkomsten, ambitie en succes; “Ik denk er vaak over na hoe ik succes kan behalen”; “Ik denk vaak aan de persoon die ik ideaal zou willen zijn in de toekomst”. De preventie items uit de GRFM verwezen naar negatieve uitkomsten, falen en verlies; “Doorgaans richt ik me op het voorkomen van negatieve gebeurtenissen in mijn leven”; “Ik maak me vaak ongerust dat ik mijn verantwoordelijkheden en verplichtingen niet zal kunnen nakomen”. Er waren te weinig deelnemers met een preventiefocus in deze studie. Er is daarom gekozen om met een median-split de deelnemers op te delen in een hoge- en lage promotiefocus groep.

Vervolgens werden de positieve en negatieve verwachtingen over een lage- en hoge dosis alcohol gemeten. De vragenlijst is ontwikkeld en gevalideerd door Wiers (1997). De positieve verwachtingen over een lage dosis alcohol verwezen naar plezier (“na een paar glazen alcohol ben ik vrolijk”), seks (“Na een paar glazen alcohol heb ik zin in seks”) en spanning reductie (“Als ik een dag hard gewerkt heb, kom ik door een paar glazen alcohol weer in de stemming”). De negatieve verwachtingen over een lage dosis alcohol verwezen naar een verlies van controle (“Ik weet soms niet meer wat ik doe na een paar glazen

alcohol”), onzekerheid (“ik voel me onzeker na een paar glazen alcohol” en sedatie (“ik word moe van een paar glazen alcohol”). De positieve verwachtingen over een hoge dosis alcohol verwezen naar seks (“na veel alcohol heb ik zin in seks”), spanning reductie (“als ik me verveel, vind ik het leuk om veel te drinken”) en zelfverzekerdheid (“ik heb originele ideeën na veel alcohol”). De negatieve verwachtingen over een hoge dosis alcohol betroffen een negatieve stemming (“ik word ongezellig als ik veel gedronken heb”), risico (“ik kan mezelf gemakkelijk in gevaar brengen als ik vaak veel drink”) en ziekte (“Als ik veel alcohol drink, krijg ik snel hoofdpijn”).

(12)

Na het invullen van alle vragenlijsten kregen de deelnemers feedback op de persoonlijke alcohol en depressie score van de Audit terug.

De alcoholfeedback

U scoort (0 tot 7) punten.

U scoort 7 punten of minder, dat betekent dat u tot de laag-risico groep behoort. De kans dat u een probleem hebt met alcohol is dus klein. Kijk op jellinek.nl bij 'Basisinfo Alcohol' of bij 'vraag en Antwoord Alcohol' als u meer over alcohol wilt weten. U scoort (8 tot 15) punten.

U scoort tussen de 8 en 15 punten. Dat betekent dat u een toenemend risico loopt. Verminder uw risico’s. We adviseren u om op de website jellinek.nl te kijken naar informatie over verantwoord alcohol gebruik. U kunt ook kosteloos en discreet onze Gelukkig zonder alcohol cursus volgen.

U scoort (16 tot 19) punten.

U scoort tussen de 16 en 19 punten. Dat bekent dat u in een hoog-risicogroep zit voor alcoholverslaving. Wij adviseren u om te minderen of te stoppen met alcoholgebruik. U kunt hiervoor kosteloos en discreet onze Gelukkig zonder alcohol cursus volgen.

U scoort (20 tot 40) punten.

U scoort 20 punten of hoger. Dat betekent dat u in de groep zit met een zeer hoog risico op alcoholverslaving. Wij adviseren u om te minderen of te stoppen met alcoholgebruik. U kunt hiervoor kosteloos en discreet onze Gelukkig zonder

alcohol cursus volgen. Daarnaast adviseren we u om je alcoholgebruik te bespreken met je huisarts.

De depressiefeedback

U scoort (0 tot 7) punten.

U scoort 7 punten of minder. Op basis van de door u gegeven antwoorden is er geen sprake van een structureel probleem veroorzaakt door depressieve klachten. Uw antwoorden houden waarschijnlijk geen verband met een structureel verminderde stemming.

U scoort (8 tot 10) punten.

U scoort tussen de 8 en 10 punten. Mogelijk is sprake van een structureel negatieve stemming (depressieve klachten). Op basis van de door uw gegeven antwoorden houden u klachten mogelijk verband met een structureel verminderde stemming. U kunt kosteloos en discreet onze Gelukkig zonder alcohol cursus volgen.

U scoort (11 tot 21) punten.

(13)

U scoort tussen de 11 en 21 punten. Er is vermoedelijk sprake van een structureel negatieve stemming (depressieve klachten). Wij adviseren u om te proberen uw stemming te verbeteren. U kunt kosteloos en discreet onze Gelukkig zonder

alcohol cursus volgen.

Na het terugkrijgen van de feedback werd er aan de deelnemers informatie over de cursus “gelukkig zonder alcohol” aangeboden. Hierin werd het frame (winst/verlies) van de informatie gemanipuleerd.

Alcohol winst frame

Wat zijn de voordelen van de cursus Gelukkig zonder alcohol voor uw alcoholconsumptie?

Het programma helpt u te stoppen/minderen met alcohol. Door meteen aan de cursus deel te nemen levert de cursus veel op door uw leefstijl te verbeteren. Het succesvol volgen van de cursus zorgt ervoor dat u (nog) betere controle krijgt over uw alcoholconsumptie. Als u uw alcoholconsumptie effectief stopt of mindert kan u verschillende positieve resultaten

verwachten, zoals het verbeteren van u fysieke conditie, het verbeteren van uw hersenkracht, het versterken van uw lever, en belangrijker; u krijgt meer energie voor uw dagelijkse leven!

Depressie winst frame

Wat zijn de voordelen van de cursus Gelukkig zonder alcohol voor uw stemming?

Het programma helpt u uw stemming te behouden/verbeteren. Het succesvol volgen van de cursus zorgt ervoor dat u meer controle krijgt over uw stemming. Met het volgen van de cursus kan u verschillende positieve resultaten verwachten, zoals het verbeteren van uw kwaliteit van leven, het verbeteren van uw sociale relaties en het inrichten van uw leven met leuke activiteiten. Deze cursus helpt u een positieve levensstijl te ontwikkelen.

Alcohol verlies frame

Welke nadelen van overmatig alcoholgebruik kan uw vermijden met de Gelukkig zonder alcohol cursus? Het programma helpt u te stoppen/minderen met alcohol. Door meteen aan de cursus kan u de nadelen van uw leefstijl beperken. Het succesvol volgen van de cursus zorgt ervoor dat u een gebrek aan controle over uw alcoholconsumptie wordt verminderd. Als u uw alcoholconsumptie stopt of mindert, kan u verschillende negatieve resultaten voorkomen, zoals verslechtering van de fysieke conditie, hersenschade, schade aan de lever, en belangrijker, uw lusteloosheid wordt minder.

Depressie verlies frame

Welke nadelen voor uw stemming kan je vermijden met de Gelukkig zonder alcohol cursus?

(14)

Het programma helpt u uw stemming te behouden/verbeteren. Het succesvol volgen van de cursus zorgt ervoor dat de geringe controle die u heeft over uw stemming minder wordt. Met het volgen van de cursus kan u verschillende negatieve resultaten vermijden, zoals het (verder) verslechteren van uw kwaliteit van leven, het verslechteren van uw sociale relaties en weinig leuke dingen doen in uw leven. Deze cursus helpt u een einde te maken aan een negatieve levensstijl.

Hierna volgde de emotiemanipulatie. De deelnemers kregen in de congruente emotie conditie na de aangeboden informatie in een winstframe de opdracht zich voor te stellen hoe trots ze zich zouden voelen. Dit werd gedaan door middel van de items; “Probeer u voor te stellen hoe trots u zich voelt als het lukt uw alcohol gebruik te verminderen”; “Probeer u voor te stellen hoe trots u zich voelt als het lukt uw stemming te verbeteren”. Na aangeboden informatie in een verliesframe werd de deelnemers gevraagd zich voor te stellen hoe schuldig ze zich zouden voelen. Dit werd gedaan door middel van de items; “Probeer u voor te stellen hoe schuldig u zich voelt als u uw alcohol gebruik niet vermindert”; “Probeer u voor te stellen hoe schuldig u zich voelt als u uw stemming niet verbetert”. In de geen emotie conditie ontvingen de deelnemers de volgende tekst; “U bent bijna klaar, hierna volgen nog een aantal vragen over het behandeladvies en de cursus gelukkig zonder alcohol”.

De deelnemers kregen vervolgens een vragenlijst over de acceptatie van geboden informatie. Dit werd gedaan door middel van vragen als: “het behandeladvies vond ik

begrijpelijk”; “het behandeladvies was ik het mee eens”. Vervolgens werd aan de deelnemers gevraagd in hoeverre ze de intentie hadden om de cursus te volgen met de items: “Ik ben geïnteresseerd in de cursus gelukkig zonder alcohol”; “ ik ben van plan op de cursus gelukkig zonder alcohol te gaan volgen”. Als laatste werd gevraagd om een aantal persoonsgegevens en volgde een debriefing.

(15)

Resultaten

Audit vragenlijst

Er werd aan de hand van de Audit vragenlijst gemeten in hoeverre deelnemers risico liepen op alcoholafhankelijkheid. Om te controleren of dezelfde factor werd gemeten, werd een factor analyse uitgevoerd over de tien items met orthogonale rotatie (varimax). De vragen laadde goed met een minimum lading van .360 (zie Appendix 1). De factor verklaarde 39,6% van de totale variantie. De schaal van alcoholafhankelijkheid scoorde hoog op

betrouwbaarheid, Cronbach’s alpha = .823. De betrouwbaarheid kon niet significant verhoogd worden door items te verwijderen.

Vragenlijst depressie

Aan de hand van de Hads vragenlijst werd gemeten in hoeverre de deelnemers risico liepen op depressie en angst. Om te controleren of de vragen de factoren angst en depressie maten werd een factor analyse uitgevoerd over de 14 items met orthogonale rotatie (varimax). De vragen bleken goed te laden op twee factoren (zie Appendix 2). Uit analyse bleek dat SPSS een onderscheidt maakte tussen angst en depressie. De factoren verklaarden gezamenlijk 41.4% van de totale variantie.

Het onderzoek gebruikt voor de feedbackscore van depressie enkel de depressie vragen. Hierover werd een betrouwbaarheidsanalyse uitgevoerd. De schaal van depressie scoorde redelijk op betrouwbaarheid, Cronbach’s alpha = .684. De betrouwbaarheid kon niet significant verhoogd worden door items te verwijderen.

Regulatory focus vragenlijst

Via de General Regulatory Focus Measure vragenlijst werd gemeten in hoeverre deelnemers een promotie- of preventie focus hadden. Om te controleren of de vragen twee

(16)

factoren maten werd een factor analyse uitgevoerd over de 18 items met orthogonale rotatie (varimax). Wanneer er werd gevraagd om een oplossing met twee factoren bleek dat de vragen goed laadden op een factor promotie en een factor preventie (zie Appendix 3). De factoren verklaarden gezamenlijk 47.2% van de totale variantie. De promotieschaal scoorde goed op betrouwbaarheid, Cronbach’s alpha = .853. De betrouwbaarheid kon niet verder verhoogd worden door items te verwijderen. De preventieschaal scoorde ook goed op

betrouwbaarheid, Cronbach’s alpha= .790. De betrouwbaarheid kon niet significant verhoogd worden door items te verwijderen.

Vragenlijst overtuigingen

Er werd aan de hand van de alcoholverwachtingen vragenlijst van Wiers (1997)

gemeten in hoeverre de deelnemers verwachtte dat het drinken van alcohol gevolgen heeft. De vragenlijst meet vier soorten verwachtingen; lage- en hoge dosis negatieve en positieve

verwachtingen over alcohol. Hierover werden aparte analyses uitgevoerd.

Lage dosis-positieve verwachtingen

Om te controleren of alle vragen over positieve verwachtingen van een lage dosis alcohol de factoren plezier, seks en spanningsreductie maten werd een factor analyse uitgevoerd over 16 items met orthogonale rotatie (varimax). De vragen laadde goed op drie factoren (zie Appendix 4). Deze verklaarden gezamenlijk 62.4% van de totale variantie. De schaal scoorde goed op betrouwbaarheid, Cronbach’s alpha = .921. De betrouwbaarheid kon niet verder verhoogd worden door items te verwijderen.

Lage dosis-negatieve verwachtingen

Om te controleren of alle vragen over negatieve verwachtingen van een lage dosis alcohol de factoren controleverlies, onzekerheid en vermoeidheid maten werd een factor analyse uitgevoerd over 10 items met orthogonale rotatie (varimax). De vragen laadde goed op drie factoren (zie Appendix 5). Deze verklaarden gezamenlijk 60.8% van de totale

(17)

variantie. De schaal scoorde goed op betrouwbaarheid, Cronbach’s alpha = .807. De betrouwbaarheid kon niet verder verhoogd worden door items te verwijderen.

Hoge dosis-positieve verwachtingen

Om te controleren of alle vragen over positieve verwachtingen van een hoge dosis alcohol de factoren seks, spanning reductie en zelfvertrouwen maten werd een factor analyse uitgevoerd over 11 items met orthogonale rotatie (varimax). De vragen laadde goed op drie factoren (zie Appendix 6). Deze verklaarden gezamenlijk 66.4% van de totale variantie. De schaal scoorde goed op betrouwbaarheid, Cronbach’s alpha = .886. De betrouwbaarheid kon niet verder verhoogd worden door items te verwijderen.

Hoge dosis-negatieve verwachtingen

Om te controleren of alle vragen over negatieve verwachtingen van een hoge dosis alcohol de factoren stemming, risico en ziek maten werd een factor analyse uitgevoerd over negen items met orthogonale rotatie (varimax). De vragen laadde goed op drie factoren (zie Appendix 7). Deze verklaarden gezamenlijk 60.83% van de totale variantie. De schaal scoorde goed op betrouwbaarheid, Cronbach’s alpha = .754. De betrouwbaarheid kon niet verder verhoogd worden door items te verwijderen.

Berichtacceptatie vragenlijst

Er werd aan de hand van een vragenlijst gemeten in hoeverre deelnemers de informatie over de behandeling accepteerden. Om te controleren of alle vragen dezelfde factor maten werd een factor analyse uitgevoerd over de zeven items met orthogonale rotatie (varimax). De analyse laadde één factor met een eigenwaarde boven 1 (zie Appendix 8). De factor

verklaarde 73.8% van de totale variantie. De schaal scoorde goed op betrouwbaarheid,

Cronbach’s alpha = .939. De betrouwbaarheid kon niet significant verhoogd worden door een item te verwijderen.

(18)

De invloed van framing en congruente emoties op berichtacceptatie

Er werd een variantieanalyses (ANOVA) uitgevoerd over de gemiddelden van de berichtacceptatie vragen met twee tussen-proefpersoon variabele groepen (winstframing vs. verliesframing en congruente emotie vs. neutrale emotie). Framing liet een significant effect zien F (1, 116) = 4.34, p= .04. Het effect van emotie was niet significant F(1, 116) = .02, p = .89. Er bleek geen interactie-effect te zijn tussen de framing en emotie F(1, 116) = .82, p = .37. Uit de gemiddelden van de twee framing condities bleek dat het bericht meer

geaccepteerd werd, wanneer deze in een verliesframe was geschreven (M= 4.87, SD = 1.36) dan in een winstframe (M= 4.34, SD = 1.20). De informatie over de cursus werd dus meer geaccepteerd wanneer deze informatie bevatte over wat je kon verliezen in plaats van wat je kon behalen voor je gezondheid. Daarnaast werd geen interactie effect gevonden tussen framing en emotie. Deze resultaten kwamen beiden niet overeen met de verwachtingen.

Figuur 1. Gemiddelde berichtacceptatie voor de vier framing-emotie condities. Scores konden variëren van één (lage acceptatie) tot zeven (hoge acceptatie).

7. De invloed van framing en regulatory focus op berichtacceptatie

Er werd een variantieanalyse (ANOVA) uitgevoerd over de gemiddelden van de berichtacceptatie vragen met twee tussen-proefpersoon variabele groepen (winstframing vs. verliesframing en laag promotie focus vs. hoog promotiefocus). Framing liet een significant effect zien F(1, 116) = 4.98, p= .03. Het effect van regulatory focus was ook significant F(1, 116) = 6.42, p = .01. Er bleek geen interactie-effect te zijn tussen de framing en regulatory focus F(1, 116) = .67, p = .41. Uit de gemiddelden van de twee framing condities bleek zoals eerder aangetoond dat de informatie over de behandeling meer werd geaccepteerd wanneer deze in een verliesframe was geschreven (M= 4.87, SD = 1.36) dan in een winstframe (M=

4,43 4,24 4,71 4,97 1 2 3 4 5

Congruente emotie Geen emotie Congruente emotie Geen emotie Winst framing Verlies framing

(19)

4.34, SD = 1.19). Uit de gemiddelden van de regulatory focus condities bleek dat de

informatie meer werd geaccepteerd wanneer de deelnemer hoog scoorden op promotiefocus (M= 4.88, SD = 1.19) dan wanneer ze een lage score hadden (M= 4.29, SD = 1.36)(Figuur 2). Het is tegen de verwachtingen in dat er geen interactie-effect werd gevonden. Het is

interessant om te vermelden dat er wel een interactie effect werd gevonden bij de totale groep deelnemers F(1, 188) = 4.332, p = .039. Uit analyse van het interactie effect bij deze groep bleek dat deelnemers die een hoge promotiefocus hadden berichten die in een verliesframe werden geplaatst meer accepteerden (Figuur 3). Dit stemde echter wederom niet overeen met de verwachtingen.

Figuur 2. Gemiddelde berichtacceptatie voor framing en regulatory focus bij de risicogroep. Scores konden variëren van één (lage acceptatie) tot zeven (hoge acceptatie).

Figuur 3. Grafiek van de gemiddelde berichtacceptatie voor framing en regulatory focus bij de totale groep.

Scores konden variëren van één (lage acceptatie) tot zeven (hoge acceptatie).

Intentie vragenlijst 4,13 4,53 4,46 5,24 1 2 3 4 5 6

Laag promotie focus Hoog promotie focus Laag promotie focus Hoog promotie focus Winst framing Verlies framing

3,6 4,1 4,6 5,1 5,6 Winstframing Verliesframing hoog promotiefocus laag promotiefocus

(20)

Er werd aan de hand van een intentie vragenlijst gemeten in hoeverre deelnemers de intentie hadden om de cursus te volgen. Er werd een betrouwbaarheidsanalyse uitgevoerd over de drie vragen. De schaal scoorde redelijk op betrouwbaarheid, Cronbach’s alpha = .61. De betrouwbaarheid kon verhoogd worden naar .82 als het item “ik sta positief tegenover de cursus gelukkig zonder alcohol” werd verwijderd. Er is daarom gekozen om dit item uit te sluiten voor verdere analyses.

De invloed van framing en congruente emotie op intentie deel te nemen aan de cursus Er werden een variantieanalyse (ANOVA) uitgevoerd over de gemiddelden van de intentie deel te nemen aan de cursus met twee tussen-proefpersoon variabele groepen (winstframing vs. verliesframing en congruente emotie vs. geen emotie). Framing liet geen effect zien F (1, 115) = .02, p= .88. Het effect van emotie was ook niet significant F(1, 115) = .04, p = .84. Het interactie-effect tussen framing en emotie liet een trend zien F(1, 115) = 2.77, p = .10. Uit het interactie effect kwam naar voren dat de congruente emotie (trots) bij een winstframe zorgde voor een sterkere intentie de cursus te volgen. Bij een verlies frame was het echter beter wanneer er geen emotie werd opgeroepen. De partial eta squared geeft aan dat het interactie effect maar 2,4 % van de variantie verklaard, dit is een klein effect. Toch kwam dit resultaat niet overeen met de verwachtingen.

Figuur 4. Gemiddelde intentie om aan de cursus deel te nemen voor de vier framing-emotie condities.

Scores konden varieren van één (lage intentie) tot zeven (hoge intentie).

2,1167 1,82 1,75 2,13 1 2 2 3 3

Congruente emotie Geen emotie Congruente emotie Geen emotie Winst framing Verlies framing

(21)

Figuur 5. Grafiek van de gemiddelde intentie om aan de cursus deel te nemen voor de vier framing-emotie condities.

Scores konden varieren van één (lage intentie) tot zeven (hoge intentie).

De invloed van framing en regulatory focus op intentie deel te nemen aan de cursus

Vervolgens werd een variantieanalyse (ANOVA) uitgevoerd over de gemiddelden van de intentie aan de cursus deel te nemen met twee tussen-proefpersoon variabele groepen (winstframing vs. verliesframing en laag promotie focus vs. hoog promotiefocus). Framing liet geen effect zien F (1, 115) = .01, p= .99. Het effect van motivationele focus was wel significant F(1, 115) = 1,89, p = .17. Er bleek geen interactie-effect te zijn tussen de framing en motivationele focus F(1, 115) = .85, p = .36. Dit stemt wederom niet overeen met de verwachtingen.

Exploratieve analyses

De deelnemers kregen voordat er informatie over de cursus werd aangeboden feedback terug over de alcohol- en depressie score. Het is mogelijk dat dat het ontvangen van feedback van invloed is geweest op de berichtacceptatie en de intentie de cursus te volgen. Er werd daarnaast gevraagd naar de verwachting van de deelnemer over de effecten van alcohol voordat de informatie over de cursus werd aangeboden. Het is mogelijk dat bestaande verwachtingen invloed hebben gehad op de mate van berichtacceptatie. Deze werden met behulp van regressieanalyses onderzocht.

Het effect van de alcoholfeedback op berichtacceptatie

1,6 1,7 1,8 1,9 2 2,1 2,2 Winstframing Verliesframing Congruente emotie Geen emotie

(22)

Uit de regressieanalyse bleek dat de alcoholfeedback geen effect had op

berichtacceptatie (F(1, 114) = .71, p = .40, R2 = .01, R2Adjusted < .01). Het is interessant om te vermelden dat er wel een effect werd gevonden bij de totale groep deelnemers.

Alcoholfeedback bleek hier een verschil in variantie in de beoordeling van de tekst te verklaren (F(1, 184) = 14.54, p < .05, R2 = .07, R2Adjusted = .07). Uit de t-toets blijkt dat

alcoholfeedback een negatieve effect had op berichtacceptatie. (Beta = .27, t(184) = -3.81, p < .05). Hieruit lijkt naar voren te komen dat deelnemers die een hogere alcoholscore

terugkregen, het bericht minder accepteerde. Voor deelnemers in de risicogroep bleek zelfs het teruggeven van een hoge score geen invloed meer uit te oefenen.

Het effect van de alcoholfeedback op de intentie deel te nemen aan de cursus Uit de regressieanalyse bleek dat de alcoholfeedback geen effect had op

berichtacceptatie (F(1, 113) = .45, p = .51, R2 < .01, R2Adjusted < .01). Het is interessant om te vermelden dat er wel een effect werd gevonden bij de totale groep deelnemers.

Alcoholfeedback bleek hier een trend te laten zien (F(1, 183) = 3.381, p = .068, R2 = .018, R2Adjusted = .013). Uit de t-toets blijkt dat alcoholfeedback een positieve trend liet zien op de intentie deel te nemen aan de cursus (Beta = .135, t(184) = 1.839, p = .068). Hieruit komt naar voren dat deelnemers die een hogere alcoholscore ontvingen, meer de intentie hadden om deel te nemen aan de alcohol cursus. Voor deelnemers in de risicogroep bleek een hogere score geen invloed meer uit te oefenen.

Invloed van alcoholverwachtingen op berichtacceptatie

Positieve verwachtingen over een hoge dosis alcohol bleken geen effect te hebben op berichtacceptatie (F(1, 114) = .048, p = .828, R2 < .01, R2Adjusted = -.008). Positieve

verwachtingen over een lage dosis alcohol bleken ook geen effect te hebben op

berichtacceptatie (F(1, 114) = .003, p = .995, R2 = .000, R2Adjusted = -.009). Er was ook geen effect van negatieve verwachtingen. Dit gold voor verwachtingen over een hoge dosis alcohol (F(1, 114) = .006, p = .937, R2 = .000, R2Adjusted = -.009) en een lage dosis alcohol (F(1, 114) = 1.319, p = .253, R2 = .011, R2Adjusted = .003). Het is interessant om te vermelden dat er wel een effect werd gevonden van positieve verwachtingen bij de totale groep deelnemers. Hier bleek dat positieve verwachtingen over een hoge dosis alcohol een deel van de variantie van de

(23)

tekstacceptatie verklaarden (F(1, 186) = 8.538, p < .05, R2 = .044, R2Adjusted = .033). De

analyse liet zien dat positieve verwachtingen over een hoge dosis alcohol (Beta = -.209, t(187) = -2.922, p < .05) een negatieve voorspeller was van berichtacceptatie. Dit betekent dat als een persoon positief is over een hoge dosis alcohol, de informatie over de cursus minder geaccepteerd wordt. Daarnaast bleek dat positieve verwachtingen over een lage dosis alcohol ook een deel van de variantie van de tekstacceptatie verklaarden (F(1, 186) = 7.689, p < .05, R2 = .040, R2Adjusted = .035). De analyse liet zien positieve verwachtingen over een lage dosis alcohol (Beta = -.199, t(187) = -7.773, p < .05) een negatieve voorspeller was van

tekstacceptatie. Dit betekent dat als een persoon positieve verwachtingen heeft over een lage dosis alcohol, de informatie over de cursus minder geaccepteerd word.

De invloed van alcoholverwachtingen op de intentie de cursus te volgen

Het is mogelijk dat bestaande verwachtingen invloed hebben gehad op de intentie de cursus te volgen. Er bleek geen effect van positieve verwachtingen over een hoge dosis (F(1, 113) = .037, p = .848, R2 = .000, R2Adjusted = -.009) en lage dosis (F(1, 113) = .239, p = .626, R2 = .002, R2Adjusted = -.007). Verder bleek er ook geen effect van negatieve verwachtingen over een hoge dosis (F(1, 113) = .143, p = .706, R2 = .001, R2Adjusted = -.008) en lage dosis (F(1, 113) = .298, p = .586, R2 = .003, R2Adjusted = -.006).

(24)

Discussie

In deze studie werd onderzoek gedaan naar de invloed van framing op

berichtacceptatie en de intentie om deel te nemen aan de cursus “gelukkig zonder alcohol”. Meer specifiek werd onderzocht of winst-framing van een gezondheidsbericht leidde tot meer berichtacceptatie dan verlies-framing van een bericht. Dit effect werd niet gevonden; we vonden juist dat een verliesframe tot meer berichtacceptatie leidde dan een winstframe. De informatie over de behandeling werd dus meer geaccepteerd door deelnemers die informatie kregen over de schadelijke effecten voor de gezondheid. In de review van Gallagher & Updegraff (2012) kwam naar voren dat winstberichten vaak beter zijn dan verliesberichten in het bevorderen van preventief gedrag. Op grond daarvan werd in dit onderzoek verwacht dat winst berichten dan ook meer geaccepteerd zouden worden. Dit was echter niet het geval. Er valt te speculeren dat de relatief jonge groep deelnemers uit dit onderzoek gezonder zijn dan een oudere doelgroep. Het is mogelijk dat deze groep zich daarom minder druk maakt over de winst die er te behalen valt voor de gezondheid, aangezien ze hier geen problemen mee hebben. Het verliezen van de gezondheid kan hierdoor belangrijker zijn, waardoor verliesberichten aantrekkelijker worden.

Daarnaast werd onderzocht of winstframing leidde tot een sterkere intentie de cursus te volgen. Dit werd evenmin bevestigd door de resultaten. Er was namelijk geen effect van framing op de intentie aan de cursus deel te nemen. Ondanks dat de informatie over de behandeling meer werd geaccepteerd in het verliesframe, hadden de deelnemers geen

(25)

behoefte de cursus te volgen. Dit suggereert dat de deelnemers hun alcoholgedrag niet wilden veranderen, ook wanneer ze het met de argumenten tegen alcohol eens waren.

De tweede hypothese stelde dat het effect van framing werd versterkt wanneer er een congruente emotie werd opgeroepen bij de deelnemer. Dit werd gedeeltelijk bevestigd door de resultaten. Het bericht werd niet meer geaccepteerd wanneer er een congruente emotie werd opgeroepen bij de deelnemer. Er bleek wel een interactie-effect te zijn tussen de congruente emotie en framing op de intentie deel te nemen aan de cursus. Het opwekken van de emotie trots bij een winstframe zorgde voor een grotere intentie de cursus te volgen. Bij een verlies frame was het echter beter om geen emotie op te roepen in plaats van de emotie schuld. Het zou kunnen dat het induceren van negatieve emoties weerstand opwekt bij de deelnemer richting de cursus. Dit zou ervoor kunnen zorgen dat de deelnemer minder zin heeft om aan de cursus deel te nemen. Dit onderzoek lijkt te suggereren dat vooral positieve emoties van belang kunnen zijn bij het verhogen van intenties.

Als derde hypothese werd gesteld dat het effect van framing beïnvloedt werd door de regulatory focus van de deelnemer. Dit werd ook gedeeltelijk bevestigd door de resultaten. Het bericht werd niet meer geaccepteerd wanneer sprake was van een fit tussen regulatory focus en framing ontstond bij de deelnemer. Wel accepteerden de deelnemers die hoog scoorden op promotiefocus de verliesberichten meer. Dit stemt niet overeen met de theorie van Cesario, Grant & Higgins (2004) die stelde dat een fit een gevoel van “dit zit goed” opwekt. Dit zou moeten leiden tot meer berichtacceptatie (Cesario, Higgings & Scholer, 2008). Uit dit onderzoek lijkt echter naar voren te komen dat een non-fit bij deelnemers met een hoge promotiefocus leidt tot meer berichtacceptatie. Hier kon geen verklaring voor gevonden worden. Een kanttekening is dat dit effect alleen werd gevonden bij de totale groep deelnemers, niet bij de risicogroep. Er werd ook geen invloed gevonden van een fit of non-fit op de intentie deel te nemen aan de cursus.

Exploratief werd onderzocht of bestaande verwachtingen over alcoholgebruik invloed uitoefenden op berichtacceptatie en de intentie om deel te nemen aan de cursus. Uit de resultaten van de totale groep bleek dat als er positieve verwachtingen bestonden over een hoge en/of lage dosis alcohol, de informatie over de cursus minder werd geaccepteerd. Bij de risicogroep werden echter geen effecten gevonden en bleken verwachtingen geen invloed uit te oefenen op de acceptatie van een bericht of de intentie. Dit suggereert dat deze groep zich

(26)

niet meer laat leiden door verwachtingen, maar door de alcohol verslaving. De veranderingsbereidheid lijkt bij deze risicogroep gering te zijn.

Daarnaast werd exploratief onderzocht wat het effect was van alcoholfeedback op berichtacceptatie en intentie. Het teruggeven van de alcoholscore had geen effect op de risicogroep. Een hogere score zorgde er niet voor dat de deelnemer de cursus wilde gaan volgen. Dit is in overeenstemming met bovenstaande suggestie, dat bij de risicogroep de veranderingsbereidheid gering is. In de totale groep bleek de alcoholscore wel invloed uit te oefenen op berichtacceptatie en intentie. Deelnemers die een hogere alcoholscore

terugkregen, accepteerde de tekst minder. Deze groep had wel meer de intentie om de cursus te volgen. Dit zijn tegenstrijdige resultaten. Het lijkt erop dat de deelnemers die hoog

scoorden op alcoholafhankelijkheid moeite hadden de informatie te accepteren die ging over de nadelen van het gedrag. Deze groep zag echter wel in dat er iets aan het gedrag veranderd moest worden.

Tot slot ga ik in op een aantal mogelijke tekortkomingen van dit onderzoek. Het onderzoek werd door verplichtingen (bij de stage) uitgesteld, wat er toe heeft geleid dat er weinig tijd was om genoeg deelnemers te werven. De deelnemers ontvingen veel

vragenlijsten, waardoor regelmatig meerdere vragen (waarschijnlijk) per ongeluk zijn overgeslagen. Dit heeft er voor gezorgd dat er 34 deelnemers extra moesten worden

uitgesloten van het onderzoek. Door Qualtrics in te stellen op “verplichte antwoorden” had dit voorkomen kunnen worden. Het aantal deelnemers was echter in principe genoeg om alle analyses uit te voeren.

Daarnaast werd er in de berichtacceptatie vragenlijst dubbel gevraagd naar de begrijpelijkheid van de tekst. Omdat de vragen verschillend scoorden op de

betrouwbaarheidsanalyse is ervoor gekozen om beide vragen op te nemen in verdere analyses. In vervolg onderzoek zou hier beter voor gecontroleerd moeten worden voordat het onderzoek online wordt gezet.

In deze studie waren er weinig deelnemers die een preventiefocus hadden. Dit kan mogelijk komen door de gebruikte vragenlijst. Het zou mogelijk kunnen zijn dat er beter voor de Regulatory Focus Questionaire van Higgins gekozen had kunnen worden. Daarnaast bleek de risicogroep voor depressieve symptomen zeer klein, waardoor de analyses voor deze doelgroep niet uitgevoerd worden. Dit zou kunnen komen omdat depressie minder vaak

(27)

voorkomt onder een jongere (studenten) populatie. Deze hebben mogelijk nog geen mentale gevolgen van het overmatig alcoholgebruik.

De werving van deelnemers via internet (Facebook) heeft gezorgd voor een redelijke verscheidenheid aan deelnemers qua leeftijd en opleiding gezorgd. Dit zorgt voor een betere generaliseerbaarheid van dit onderzoek naar de rest van de populatie. Wel moet er opgemerkt worden dat deze populatie niet op zoek was naar hulp. Het is goed mogelijk dat er sterkere effecten worden gevonden voor mensen die dit wel zijn. In vervolg onderzoek is het daarom aan te raden een soortgelijk onderzoek uit te voeren op deelnemers die actief op zoek zijn naar hulp. Als mensen normaal gesproken op de e-health website terecht zouden komen, zouden ze namelijk al gemotiveerd kunnen zijn het gedrag te veranderen. Dit zou mogelijk het effect van framing op de intentie deel te nemen aan de cursus kunnen verhogen. Onder de jongere

(studenten) populatie heerst het idee dat overmatig alcoholgebruik normaal is, deelnemers zouden daarom minder welwillend kunnen zijn tegen een cursus. Dit zou de resultaten kunnen hebben beïnvloedt. Dit zou ook een verklaring bieden waarom bepaalde effecten wel werden gevonden bij berichtacceptatie en niet bij de intentie deel te nemen aan de cursus.

In deze studie werd onderzoek gedaan naar de factoren die van invloed zijn op berichtacceptatie en intentie deel te nemen aan de cursus. De studie heeft weinig ondersteuning gegeven voor bestaande opvattingen. Zo heeft het onderzoek geen

ondersteuning gegeven voor de review van Gallagher & Updegraff (2012). Er bleek echter wel degelijk een effect van framing op berichtacceptatie; uit dit onderzoek blijkt echter dat verliesberichten in plaats van winstberichten het effectiefst zijn om berichtacceptatie te creëren. Daarnaast is er geen effect van framing gevonden op de intentie deel te nemen aan de cursus. Het maakt voor deelnemers niet uit of het bericht winst of verlies benadrukt. Er was enkel een effect van de positieve geanticipeerde emotie trots bij mensen met een hoge

promotie-focus. Dit is interessant en stelt dat het induceren van positieve emoties de kans kan vergroten dat iemand zich inschrijft voor de cursus. Hier zou echter meer onderzoek naar gedaan moeten worden. De theorie van Cesario, Grant & Higgins (2004) werd ook niet bevestigd. Het ervaren van een fit had geen effect op de intentie deel te nemen aan de cursus. In dit onderzoek kwam zelfs naar voren dat een non-fit kan leiden tot meer berichtacceptatie. Het bleek dat bestaande positieve verwachtingen bij alle deelnemers ervoor zorgde dat de informatie minder werd geaccepteerd. Dit was echter niet het geval bij de risicogroep. Ook was er geen effect op de intentie om de cursus te volgen. Er werd een effect op de intentie gevonden bij de feedback van de alcohol- en depressie score bij de totale groep. Het bleek dat

(28)

mensen zelf afgaan op hun alcohol- en depressie score en daarbij een inschatting maken of ze de cursus moeten volgen of niet. Wederom werd er echter geen effect gevonden bij de

risicogroep en zijn de resultaten dus moeilijk te interpreteren.

Al met al wordt dit onderzoek gekenmerkt door tegenstrijdige resultaten. Het lijkt voor de cursus “gelukkig zonder alcohol” belangrijk om de informatie over de cursus in een

verliesframe te plaatsen om berichtacceptatie te verhogen. Echter ook het aanbieden van een winstframe met de congruente emotie winst kant leiden tot toegenomen intenties. Het geven van feedback over alcoholconsumptie en verwachtingen over alcohol had geen effect op berichtacceptatie en de intentie de cursus te volgen in de risicogroep. Het lijkt erop dat mensen die teveel drinken, weinig animo hebben zich aan te melden voor een interactieve cursus zoals aangeboden in dit onderzoek. De kans is groot dat de (relatief jonge) groep die in dit onderzoek is gebruikt niet opzoek is naar hulp. Voorlopig kan de conclusie zijn dat er meer onderzoek moet worden gedaan bij de risicogroep die actief opzoek is naar hulp.

(29)

Literatuurlijst

Babor, T. F., Higgins-Biddle, J. C., Saunders, J. B., & Monteiro, M. G. (2001). The alcohol use disorders identification test. Guidelines for use in Primary Care. Gedownload op 20 maart 2014, van

http://pftp.paho.org/Public/NMH/Alcohol/Cartagena/Articulos%20USB/AuditBro-3.pdf.

Bechara, A., Damasio, H., Tranel, D., & Damasio, A. R. (2005). The Iowa Gambling Task and the somatic marker hypothesis: some questions and answers. Trends in Cognitive Sciences, 9(4), 159-162.

Brinol, P., & Petty, R. E. (2006). Fundamental processes leading to attitude change: Implications for cancer prevention communications. Journal of Communication, 56(s1), S81-S104.

Brown, R. A., Evans, D. M., Miller, I. W., Burgess, E. S., & Mueller, T. I. (1997). Cognitive– behavioral treatment for depression in alcoholism. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 65(5), 715.

(30)

Cesario, J., Higgins, E. T., & Scholer, A. A. (2008). Regulatory fit and persuasion: Basic principles and remaining questions. Social and Personality Psychology Compass, 2(1), 444-463.

Cesario, J., Grant, H., & Higgins, E. T. (2004). Regulatory fit and persuasion: Transfer from" feeling right.". Journal of Personality and Social Psychology, 86(3), 388.

Gallagher, K. M., & Updegraff, J. A. (2012). Health message framing effects on attitudes, intentions, and behavior: a meta-analytic review. Annals of Behavioral Medicine, 43(1), 101-116.

Hull, S. J. (2012). Perceived risk as a moderator of the effectiveness of framed HIV-test promotion messages among women: A randomized controlled trial. Health Psychology, 31(1), 114.

Idson, L. C., Liberman, N., & Higgins, E. T. (2004). Imagining how you’d feel: The role of motivational experiences from regulatory fit. Personality and Social Psychology Bulletin, 30(7), 926-937.

Kandel, D. B., Huang, F. Y., & Davies, M. (2001). Comorbidity between patterns of

substance use dependence and psychiatric syndromes. Drug and Alcohol Dependence, 64(2), 233-241.

Laar, M.W., Cruts, A. A. N., Ooyen-Houben, M. M. J., Meijer, R.F., Croes, E. A., Ketelaars, A. P. M., et al., Nationale Drug Monitor, 2012. Jaarbericht 2012. Trimbos-Instituut, 2013.

(31)

Loewenstein, G. F., Weber, E. U., Hsee, C. K., & Welch, N. (2001). Risk as feelings. Psychological Bulletin, 127(2), 267.

Lynskey, M. T. (1998). The comorbidity of alcohol dependence and affective disorders: treatment implications. Drug and Alcohol Dependence, 52(3), 201-209.

Monshouwer, K., Verdurmen, J., Van Dorsselaer, S. A. F. M., Smit, E. V., Gorter, A., & Vollebergh, W. (2008). Jeugd en riskant gedrag 2007. Kerngegevens uit het peilstationsonderzoek scholieren. Utrecht: Trimbos-instituut.

Rhodes, H., & Grant, S. (2011). A small-scale randomised controlled trial of computerised cognitive behavioural therapy compared with face-to-face cognitive behavioural therapy in a conditions management program. The Cumbria Partnership Journal of Research, Practice and Learning, 2012, 26.

Rothman, A. J., & Salovey, P. (1997). Shaping perceptions to motivate healthy behavior: the role of message framing. Psychological Bulletin, 121(1), 3.

Rothman, K. J., Greenland, S., & Lash, T. L. (2008). Modern Epidemiology. Philadelphia : Lippincott Williams & Wilkins.

Salovey, P., & Wegener, D. T. (2003). Communicating about health: message framing, persuasion, and health behavior. Social Psychological Foundations of Health and Illness, 54-81.

(32)

Schuckit, M. A., Tipp, J. E., Bucholz, K. K., Nurnberger, J. I., Hesselbrock, V. M., Crowe, R. R., & Kramer, J. (1997). The life‐time rates of three major mood disorders and four major anxiety disorders in alcoholics and controls. Addiction, 92(10), 1289-1304.

Sheeran, P. (2002). Intention—behavior relations: A conceptual and empirical review. European Review of Social Psychology, 12(1), 1-36.

Sherman, D. K., Mann, T., & Updegraff, J. A. (2006). Approach/avoidance motivation, message framing, and health behavior: Understanding the congruency effect. Motivation and Emotion, 30(2), 164-168.

Thase, M. E., Salloum, I. M., & Cornelius, J. D. (2001). Comorbid alcoholism and depression: treatment issues. Journal of Clinical Psychiatry, 62, 32-41.

Tversky, A., & Kahneman, D. (1981). The framing of decisions and the psychology of choice. Science, 211(4481), 453-458.

Nazareth, I., Walker, C., Ridolfi, A., Aluoja, A., Bellon, J., Geerlings, & King, M.

(2011). Heavy episodic drinking in Europe: a cross section study in primary care in six European countries. Alcohol and Alcoholism, 46(5), 600-606.

Updegraff, J. A., Sherman, D. K., Luyster, F. S., & Mann, T. L. (2007). The effects of message quality and congruency on perceptions of tailored health communications. Journal of Experimental Social Psychology, 43(2), 249-257.

Updegraff, J. A., & Rothman, A. J. (2013). Health message framing: moderators, mediators, and mysteries. Social and Personality Psychology Compass, 7(9), 668-679.

(33)

Van Rooij, A., Schoenmakers, T. M., & Van de Mheen, D. (2011). Nationaal prevalentie onderzoek middelengebruik 2009: De kerncijfers. IVO, Rotterdam. Trimbos Instituut.

Wiers, R. W., Van Woerden, N., Smulders, F. T., & De Jong, P. J. (2002). Implicit and explicit alcohol-related cognitions in heavy and light drinkers. Journal of Abnormal

Psychology, 111(4), 648.

Appendix 1

Factor analyse van de Audit vragenlijst met één factor

Lading Hoe vaak drinkt u alcohol?

Op een dag waarop u alcohol drinkt, hoeveel glazen drinkt u dan gewoonlijk?

.578 .676 Hoe vaak zijn er gelegenheden waarop u 6 of meer glazen alcohol drinkt? .845 Hoe vaak heeft u het afgelopen jaar gemerkt dat u niet kon stoppen met

drinken als u eenmaal begonnen was?

.700 Hoe vaak was u in het afgelopen jaar vanwege drankgebruik niet in staat

om de dingen te doen die normaal van u verwacht worden?

.699 Hoe vaak heeft u het afgelopen jaar ’s ochtends alcohol nodig gehad om

weer op gang te komen nadat u veel gedronken had?

.360 Hoe vaak heeft u zich het afgelopen jaar schuldig gevoeld of spijt gehad

nadat u gedronken had?

.603 Hoe vaak kon u zich het afgelopen jaar niet herinneren wat de vorige

avond gebeurd was doordat u gedronken had?

.645 Ben uzelf, of is iemand anders ooit gewond geraakt doordat u gedronken

had?

.530 Heeft een familielid, een vriend, een dokter of een andere hulpverlener

zich ooit zorgen gemaakt over uw drankgebruik of u aangeraden om minder te drinken?

.535

(34)

Appendix 2

Factor analyse van de Hads vragenlijst met twee factoren

Factor 1: Angst

Factor 2: Depressie

Ik voel me gespannen .610 .137

Ik geniet nog steeds van de dingen waar ik vroeger van genoot. .242 .740

Ik krijg een soort angstgevoel alsof er elk moment iets vreselijks gaat gebeuren.

.725 .139

Ik kan best lachen en de dingen van de vrolijke kant zien. .218 .668

Ik maak me vaak ongerust. .780 .088

Ik voel me opgewekt. .063 .632

Ik kan best rustig zitten en me ontspannen. .439 .103

Ik heb het gevoel dat alles moeizamer gaat. .463 .416

Ik krijg een soort angstig, gespannen gevoel in mijn buik .733 .109

Het interesseert met niet meer hoe ik eruit zie .009 .489

Ik ben onrustig en voel dat ik iets te doen moet hebben. .458 .152

Ik verheug met van te voren op dingen die komen gaan .048 .641

Ik raak plotseling in paniek .714 -.139

Ik kan van een goed boek genieten, of van een radio of televisie programma

.047 .430

(35)

Appendix 3

Factor analyse van de general regulatory focus vragenlijst met twee factoren

Factor 1: Promotie

Factor 2: Preventie Ik stel me vaak voor hoe ik mijn dromen en verlangens kan waarmaken. .750 -.064 Ik denk vaak aan de persoon die ik ideaal zou willen zijn in de toekomst .629 .348

Ik ben vaak bezig met het succes dat ik in de toekomst hoop te bereiken .812 .255

Ik denk er vaak over na hoe ik succes kan behalen .761 .181

Momenteel is het mijn voornaamste doel om mijn ambities succesvol te behalen

.794 .035 Ik zie mezelf als iemand die er voornamelijk naar streeft om zijn of haar

dromen, wensen en verlangens te vervullen

.770 -.162 Doorgaans richt ik me op het bereiken van positieve resultaten in mijn

leven

.459 -.385

Ik beeld me vaak in dat mij goede dingen overkomen .553 -.167

In het algemeen hou ik me meer bezig met het bereiken van succes dan met het vermijden van mislukkingen

.509 -.408 Doorgaans richt ik me op het voorkomen van negatieve gebeurtenissen

in mijn leven

-.159 .547

Ik maak me vaak ongerust dat ik mijn verantwoordelijkheden en verplichtingen niet zal kunnen nakomen

-.057 .615

Ik denk vaak aan de persoon die ik echt niet zou willen worden in de toekomst

.175 .606

Ik maak me vaak zorgen dat ik er niet zal in slagen mijn carriere doelstellingen te bereiken

.118 .696

Ik beeld me vaak in dat mij negatieve en vervelende dingen zullen overkomen

-.047 .651

Ik denk vaak na over ik mislukkingen in mijn leven kan vermijden .087 .762

Ik ben meer gericht op het vermijden van verliezen dan op het behalen van winst

-.273 .669

Momenteel is het mijn voornaamste doel om te vermijden dat ik faal in het leven

.074 .721

Ik zie mezelf als iemand die er voornamelijk naar streeft om zijn of haar taken, verantwoordelijkheden en verplichtingen te vervullen

.067 -.056

(36)

Appendix 4

Factor analyse van de positieve verwachtingen van een lage dosis alcohol Factor 1: plezier Factor 2: sex Factor 3: Spanning reductie

Ik voel me vol energie na een paar glazen alcohol .719 .086 .202

Na een paar glazen alcohol ben ik creatief .614 .289 .097

Na een paar glazen alcohol ben ik vrolijk .778 .293 .061

Als ik met vrienden een paar glazen alcohol drink, wordt het snel gezellig

.722 .333 .180

Ik word spraakzaam na een paar glazen alcohol .728 .394 .115

Na een paar glazen alcohol moet ik snel lachen .647 .427 .052

Na een paar glazen alcohol ben ik geestig .569 .503 .106

Ik heb snel zin om met iemand te zoenen na een paar glazen alcohol

.289 .775 .259

Na een paar glazen alcohol heb ik zin in seks .224 .778 .140

Je heb het makkelijker met zijn tweeen over seks na een paar glazen alcohol

.282 .775 .259

Ik voer sneller een intiem gesprek na een paar glazen alcohol

.432 .616 .269

Als ik moe ben van het leren, kikker ik op door een paar glazen alcohol

.252 .033 .774

Na een paar glazen alcohol heb ik minder last van een rotdag

.564 .067 .512

Na een paar glazen alcohol ontspan ik me makkelijk. .668 .247 .339

Als ik niet kan slapen, helpen een paar glazen alcohol -.068 .208 .650

Als ik een dag hard gewerkt heb, kom ik door een paar glazen alcohol weer in de stemming

.276 .276 .713

(37)

Appendix 5

Factor analyse van de negatieve verwachtingen van een lage dosis alcohol Factor 1: controle verlies Factor 2: onzeker heid Factor 3: vermoei dhei

Na een paar glazen zeg ik domme dingen .193 .738 .235

Na een paar glazen alcohol doe ik dingen waar ik later spijt van heb

.135 .810 -.028

Ik weet soms niet meer wat ik doe na een paar glazen alcohol

.211 .779 .070

Na een paar glazen alcohol krijg ik moeite om te zeggen wat ik bedoel

.532 .438 .165

Ik word gauw chagrijnig na een paar glazen alcohol .737 .196 .222

Ik voel me onzeker na een paar glazen alcohol .747 .055 .235

Na een paar glazen alcohol word ik ongezellig .747 .275 .133

Ik kan me niet goed concentreren na een paar glazen alcohol

-.198 .413 .635

Na een paar glazen alcohol voel ik me misselijk .316 -.038 .736

Ik krijg hoofdpijn na een paar glazen alcohol .412 .039 .620

Ik word moe na een paar glazen alcohol .263 .114 .650

(38)

Appendix 6

Factor analyse van over positieve verwachtingen van een hoge dosis alcohol Factor 1: zelfvertr ouwen Factor 2: sex Factor 3: spannin greducti e

Ik kan lekker vrijen na veel alcohol .014 .819 .074

Als je samen veel alcohol drinkt, ga je makkelijker met iemand vrijen

.318 .728 .216

Na veel alcohol heb ik zin in seks .262 .783 .193

Na veel alcohol heb ik minder last van een rotdag .824 .128 .196

Als ik veel drink vergeet ik mijn zorgen even .813 .204 .170

Als ik met vrienden veel drink voel ik me sterk .369 .106 .792

Als ik me verveel vind ik het leuk om veel te drinken .003 .170 .826

Als iedereen veel alcohol drinkt, voel ik me snel in een groep passen

.434 .190 .669

Ik heb originele ideeen na veel alcohol .345 .305 .408

Na het drinken van veel alcohol voel ik me zelfverzekerd .522 .518 .322

Na veel alcohol word ik spontaan .512 .397 .404

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

He is member of the board of FOBID (the Dutch Federation of Organisations in the Field of Libraries, Information and Documen- tation), member of the board of

Koninklijke Bibliotheek – National Library of the

In de nieuwe constellatie was kortom de persoonlijke normatieve motivatie dominant en werd deze ondersteund door de economische motivatie (de angst voor meer boetes).. Ook wat

En, zoals de meldingen ons leren, ook door alle patiënten te wijzen op mogelijke vroege symptomen van ernstige reacties bij vrij verkrijgbare nsaid ’s, die kennelijk ook na

Samenvattend is, gezien de omvang van de constructie, de directe impact op de biologische waarde door ruimtebeslag eerder beperkt, maar voor locatie 1 zal het ruimtebeslag meer zijn

Een dergelijke ophoging gaat in tegen deze inspanningen.” De geplande milderende maatregelen bieden hier nog steeds geen oplossing voor; in de huidige situatie wordt het

Voorwaarde is ook dat de vogels tijdens activiteiten in het kabelpark kunnen uitwijken naar een zone waar voldoende gunstige omstandigheden voor watervogels aanwezig zijn (zie

Een nadere analyse waarin naast de in de vorige regressieanalyse genoemde controlevariabelen ook alle individuele campagne-elementen zijn meegenomen, laat zien dat