Pleurapunctie
Thoraxdrainage
Pleurodese
H .2 6 4 2 8 0 .1113Inleiding
In deze folder treft u informatie over drie longingrepen. De ingrepen die u ondergaat zijn aangekruist. De niet aangekruiste ingrepen zijn niet op u van toepassing.
PLEURAPUNCTIE
Inleiding
Soms ontstaat er vocht achter de longen zonder dat de oorzaak duidelijk is. Dan zal de arts een pleurapunctie voorstellen. Bij een pleurapunctie wordt er wat vocht weggezogen. Dit vocht wordt onderzocht.
Het onderzoek
Het onderzoek wordt uitgevoerd door de longarts. De verpleegkundige assisteert de arts tijdens het onderzoek. Vaak moet u rechtop zitten voor dit onderzoek, met de armen op de benen. Op deze manier zijn de schouderbladen naar buiten geplaatst en kan de arts op een makkelijke manier op uw rug de longholte aanprikken om vervolgens wat vocht op te zuigen.
Uw huid wordt gedesinfecteerd en verdoofd. De naald die gebruikt wordt voor de verdoving wordt ook gebruikt voor het opzuigen van het
(pleura)vocht. Het onderzoek is niet erg pijnlijk, het valt te vergelijken met bloedprikken. Als de arts de longholte heeft aangeprikt, wordt er vervolgens circa 100 cc vocht opgezogen. Dit wordt opgestuurd voor onderzoek. Daarna trekt de arts de naald weer terug. U krijgt nadien een pleister op de prikplaats, die na een uur verwijderd mag worden.
Afspraak
U krijgt een afspraak mee voor op de poli na circa 7 dagen. Dan zijn alle uitslagen van het onderzoek binnen.
Vragen
Bij vragen, aarzel dan niet deze te stellen. De arts en/of verpleegkundige zijn graag bereid u uitleg te geven.
THORAXDRAINAGE
Inleiding
Bij een thoraxdrainage wordt er m.b.v. een naald een slangetje (drain) ingebracht in de ruimte tussen de long en de borstkas, de zogenaamde pleuraholte. De bedoeling hiervan kan zijn:
Verwijderen van vocht in deze holte.
Verwijderen van lucht in deze holte, klaplong.
De behandeling
Deze wordt uitgevoerd door longarts of internist. De verpleegkundige assisteert de arts tijdens het onderzoek. Het is gebruikelijk dat u tijdens het inbrengen van het slangetje op bed ligt, op de zij met een arm achter het hoofd. Op deze manier kan het slangetje dan makkelijk ingebracht worden iets onder de oksel. Soms wordt het slangetje ook ingebracht, terwijl u rechtop zit. Uw huid wordt gedesinfecteerd en vervolgens verdoofd. Daarna wordt het slangetje ingebracht, dit wordt gedaan met een naald waaraan het slangetje vast zit. Als het slangetje goed zit wordt de (inbreng)naald weer verwijderd en blijft dus alleen het slangetje zitten. De slang wordt vastgehecht aan de huid en stevig vastgeplakt met pleisters. Vervolgens wordt er een opvangsysteem op aangesloten door de arts of de
verpleegkundige. In de meeste gevallen wordt dit systeem aangesloten op een vacuümpomp.
Na de behandeling
In de meeste gevallen wordt er een röntgenfoto gemaakt om te kijken of het slangetje goed zit. Als u met het systeem op een vacuümpomp bent aangesloten bent u beperkt in uw bewegingsvrijheid. U kunt alleen in en direct naast uw bed zitten. Verder kan het zijn dat u na het inbrengen van het slangetje wat pijnklachten krijgt van de drain. In de meeste gevallen krijgt u hier medicijnen voor. Over het algemeen blijft de drain enige dagen zitten. Er worden regelmatig longfoto’s gemaakt ter controle.
Als het slangetje wordt verwijderd, geeft dit weinig pijnklachten.
Als er een dun slangetje gebruikt is dan is het draingaatje gemiddeld na 48 uur dicht, pas dan mag u weer douchen. Bij voorkeur wordt het verband niet vervangen in deze 48 uur. Als er een dikkere slang gebruikt is dan wordt er een hechting geplaatst en mag u gelijk douchen. Deze hechting wordt na 7 à 8 dagen verwijderd.
Vermijd na een klaplong verder handelingen die een verhoogde spanning op de luchtwegen geven (springen, zwaar tillen, persen). Als u rookt wordt u het dringende advies gegeven hiermee te stoppen.
Vragen
Bij vragen, aarzel dan niet deze te stellen. De arts en/of verpleegkundige zijn graag bereid u uitleg te geven.
PLEURODESE
Inleiding
Na het plaatsen van een thoraxdrain (d.m.v. een naald wordt er een slangetje (drain) ingebracht in de ruimte tussen de long en de borstkas, de zogenaamde pleuraholte) zal in bepaalde gevallen een nabehandeling moeten volgen. Deze is gericht op het voorkomen van een volgende klaplong (pneumothorax). Deze nabehandeling heet pleurodese, ook wel ‘het plakken van de longvliezen’ genoemd.
De behandeling
Via de thoraxdrain spuit de longarts een medicament (talk) in uw longholte. Dit medicijn lokt een ontstekingsreactie uit waardoor het borstvlies met het longvlies verkleeft. Op deze manier verdwijnt de ruimte tussen deze vliezen. Deze behandeling kan pijnlijk zijn, soms wordt er vooraf verdoving gegeven. De longarts beoordeelt per patiënt of dit noodzakelijk is. Het is gebruikelijk dat de arts pijnstillende medicatie voorschrijft, deze krijgt u meestal in de vorm van een injectie. Deze kan gegeven worden voor en na de behandeling.
Na de behandeling
Na verloop van tijd is de ergste pijn afgezakt. Als vervolgens de drain geen vocht meer produceert wordt deze verwijderd.
Dit gebeurt meestal 1 à 2 dagen na het plakken van de long. Het verwijderen van het slangetje is over het algemeen niet pijnlijk. Als er een dun slangetje gebruikt is dan is het draingaatje gemiddeld na 48 uur dicht, pas dan mag u weer douchen. Bij voorkeur wordt het verband niet
vervangen in deze 48 uur. Als er een dikkere slang gebruikt is dan wordt er een hechting geplaatst en mag u gelijk douchen. Deze hechting wordt na 7 à 8 dagen verwijderd.
Vragen
Bij vragen, aarzel dan niet deze te stellen. De arts en/of verpleegkundige zijn graag bereid u uitleg te geven.