• No results found

Archeologische prospectie met ingreep in de bodem Herenthout - Uilenberg

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Archeologische prospectie met ingreep in de bodem Herenthout - Uilenberg"

Copied!
40
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

A

RCHEOLOGISCHE PROSPECTIE MET INGREEP IN DE BODEM

H

ERENTHOUT

-

U

ILENBERG

B.

V

AN

G

ENECHTEN

,

J.

C

LAESEN

,

R.

VAN DE KONIJNENBURG

&

J.

W

IJNEN

OKTOBER

2015

ARCHEBO-RAPPORT 2015/026

(2)

C

OLOFON

Opgraving Prospectie

Vergunningsnummer: 2015/454

Datum aanvraag: 30/09/2015

Naam aanvrager: Ben Van Genechten

Naam site: Herenthout - Uilenberg

Project

Archeologische prospectie met ingreep in de bodem – Herenthout - Uilenberg. Opdrachtgever

Studiebureau Verhaert bvba, Kasteelstraat 9, 2280 Grobbendonk namens:

1. De BVBA De Berken, met maatschappelijke zetel te 2260 Westerlo, Voorteinde 85,

ondernemingsnummer BE0893.890.533, RPR Antwerpen, afdeling Turnhout (eigenaar voor 51,36%);

2. De BVBA DLN, met maatschappelijke zetel te 2800 Mechelen, Veemarkt 17, BTW BE0508.770.146, RPR Antwerpen, afdeling Mechelen (eigenaar voor 24,32%);

3. De BVBA PARTNERS CONSTRUCTION, met maatschappelijke zetel te 2000 Antwerpen, Meirbrug 1 bus 35, BTW BE0478.201.090, RPR Antwerpen, afdeling Antwerpen (eigenaar voor 24,32%). Opdrachtnemer ARCHEBO bvba +32 (0)499/24.65.89 Merelnest 5 info@archebo.be B-3470 Kortenaken, België BE 0834.280.172 Projectuitvoering

Ben Van Genechten, ARCHEBO bvba Jan Claesen, ARCHEBO bvba

Rik van de Konijnenburg Jeroen Wijnen, Land! ARCHEBO-rapport 2015/026 ISSN 2034-5615

© 2015 ARCHEBO bvba

ARCHEBO aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag vermenigvuldigd of aangepast worden, opgeslagen worden in een geautomatiseerd gegevensbestand, en/of openbaar gemaakt worden in enige vorm of wijze ook, elektronisch, mechanisch, door fotokopie of enige andere wijze, zonder voorafgaandelijke toestemming van de opdrachtgever.

(3)

Inhoud

ADMINISTRATIEVE FICHE ... i

1. INLEIDING ... 1

2. PROJECTBESCHRIJVING ... 1

3. SITUERING VAN HET ONDERZOEKSGEBIED ... 2

4. BODEMKUNDIGE SITUERING EN EVALUATIE ... 2

5. GEPLANDE RUIMTELIJKE ONTWIKKELING ... 6

6. ARCHEOLOGISCHE VERWACHTING ... 6

7. METHODE ... 8

8. RESULTATEN PROEFSLEUVEN ... 8

8.1. ARCHEOLOGISCHE NIVEAUS ... 8

8.2. ARCHEOLOGISCHE SPOREN EN STRUCTUREN ... 8

8.3. ARCHEOLOGISCHE VONDSTEN ... 17

8.4. METAALDETECTIE ... 20

9. EVALUATIE, WAARDERING EN AANBEVELINGEN ... 23

9.1. Evaluatie en beantwoording onderzoeksvragen ... 23

9.2. Waardering ... 24

9.3. Aanbevelingen ... 24

10. BIBLIOGRAFIE ... 25

(4)

A

DMINISTRATIEVE FICHE

Opdrachtgever Studiebureau Verhaert bvba namens de eigenaars

Uitvoerder ARCHEBO bvba

Vergunninghouder Ben Van Genechten

Bewaarplaats archief Studiebureau Verhaert bvba Bewaarplaats vondsten Studiebureau Verhaert bvba

Vergunningsnummer 2015/454

Projectcode HEUI

Vindplaatsnaam Herenthout, Uilenberg

Locatie Provincie Antwerpen

Gemeente Herenthout

Deelgemeente Herenthout

Plaats Uilenberg, Schransstraat

Kadaster (CadGIS 2015) Afd.1, sec. C percelen : 19C3 (partim), 19K2 (partim),19L2 (partim),19R2 (partim), 20A, 22, 29A, 30L (partim), 30M (partim), 34D (partim), 35G, 35H, 43, 65D (partim), 69E (partim), 47B & 70A (partim)

Kaart onderzoeksgebied Nr X Y

5

177874.530 202264.527

1

177696.871 202388.107

6

177807.440 202332.102

2

177650.414 202315.758

3

177639.448 202225.778

7

177779.099 202393.853

4

177874.018 202205.678

(5)

Begin- en einddatum terreinwerk 12/10 & 13/10/2015 Grootte projectgebied <> onderzochte oppervlakte:

wp opp in m² 1 122,50 2 115,60 3 123,10 4 34,70 5 90,90 6 85,40 7 531,40 8 525,70 9 452,70 10 123,20 11 180,90 totaal 2386,10 opp terrein 23954,70 % onderzocht 9,96

(6)

1. I

NLEIDING

Binnen de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw van een verkaveling werd een archeologische prospectie met ingreep in de bodem opgelegd door het Agentschap Onroerend Erfgoed aan de bouwheer.

De opdracht werd door de bouwheer, Studiebureau Verhaert bvba ,namens de eigenaars, toegekend aan ARCHEBO bvba op 11 september 2015.

De prospectievergunning werd afgeleverd op 8 oktober 2015. Dit document vormt het eindrapport van deze opdracht.

2. P

ROJECTBESCHRIJVING

Het doel van deze prospectie met ingreep in de bodem is een archeologische evaluatie van het terrein. Hierbij moeten minimaal volgende onderzoeksvragen beantwoord worden:

- Zijn er sporen aanwezig?

- Zijn de sporen natuurlijk of antropogeen? - Hoe is de bewaringstoestand van de sporen?

- Maken de sporen deel uit van één of meerdere structuren? - Behoren de sporen tot één of meerdere periodes?

- Welke aspecten verdienen bijzondere aandacht bij een eventueel vervolgonderzoek?

- Welke zijn de waargenomen horizonten in de bodem, beschrijving + duiding? - Waardoor kan het ontbreken van een horizont verklaard worden?

- Zijn er tekenen van erosie?

- Wat is de relatie tussen de bodem, de landschappelijke context (landschap algemeen, geomorfologie, …) en de archeologische sporen?

- Strekt de site zich uit naar de aanpalende percelen?

De opgeleverde eindproducten omvatten (in overeenstemming met de BVS):

 Het eindrapport

 Het werkputinplantingsplan

 Sporenplannen

 Het onderzoeksarchief, met onder meer:

 Inventarislijsten vondsten, sporenbeschrijving, plannen/tekeningen, foto’s  Dagboek

 Rapport

 Foto’s, plannen/tekeningen, profieltekeningen en beschrijvingen  Vondsten

(7)

3. S

ITUERING VAN HET ONDERZOEKSGEBIED

Het projectgebied bevindt zich ten zuiden van het centrum van Herenthout.. De site wordt begrensd door de Schransstraat, de Heuvelstraat en de Wiekevorstse Steenweg. Kadastraal valt het terrein onder afdeling 1, sectie C, percelen 19C3 (partim), 19K2 (partim),19L2 (partim),19R2 (partim), 20A, 22, 29A, 30L (partim), 30M (partim), 34D (partim), 35G, 35H, 43, 65D (partim), 69E (partim), 47B & 70A (partim)

Figuur 1: Topografische kaart met aanduiding van het projectgebied in blauw (NGI, 2015).

4. B

ODEMKUNDIGE SITUERING EN EVALUATIE

Het terrein kent op de bodemkaart de volgende karteringen:

OB: Onder bebouwing

wSdfc: Matig natte lemige zandbodem met weinig duidelijke ijzer en/of humus B horizont met klei-zand op geringe of matige diepte. Verder vertonen de materialen in de diepte een geel- of groenachtige kleur.

wZcfc: Matig droge zandbodem met weinig duidelijke ijzer en/of humus B-horizont met klei-zand op geringe of matige diepte. Verder vertonen de materialen in de diepte een geel- of groenachtige kleur.

Zbfc: Droge zandbodem met weinig duidelijke ijzer en/of humus B-horizont. De materialen vertonen in de diepte een geel- of groenachtige kleur.

Scmc: Matig droge lemige zandbodem met dikke antropogene humus A-horizont. De materialen vertonen in de diepte een geel- of groenachtige kleur.

Sbmc: Droge lemige zandbodem met dikke antropogene humus A-horizont. De materialen vertonen in de diepte een geel- of groenachtige kleur.

(8)

Figuur 2: Uittreksel bodemkaart met aanduiding van het projectgebied in rood (DOV, 2015).

Landschapsgeschiedenis

Geomorfologisch gezien behoort Herenthout tot de depressie van Schijns-Nete.1 Gemiddeld ligt het

gebied gemiddeld rond de 10 m boven zeeniveau afgezien van enkele hogere plaatsen bestaande uit Tertiaire opduikingen.2 De depressie van Schijns-Nete wordt gedraineerd door talrijke overwegend

oost-west gerichte beken die nauwelijks ingesneden zijn in het landschap en die allen tot het Netebekken behoren. Het onderzoeksgebied ligt op de overgang tussen een heuvelrug (Uilenberg) en het beekdal van de Wimp.

De ondergrond van het onderzoeksgebied behoort tot de zuidwestelijke rand van het Kempens Bekken dat een dalingsgebied is ten noorden van het Brabants Massief. 3 In dit dalingsgebied zijn

vanaf het Devoon twee subsidentiefasen opgetreden. Vanaf het Devoon tot in de Westfaliaan periode van het Carboon (steenkooltijd) was een eerste fase en vanaf het Boven-Krijt tot het einde van het Tertiair was een tweede fase. In beide subsidentiefasen leidden de daling van het bekken tot een opstapeling van dikke sedimentseries.

De dikte van de Quartaire deklaag is plaatselijk kleiner dan 2 m.4 Onder deze deklaag dagzomen de

afzettingen van de Formatie van Diest als Tertiaire afzetting. De afzettingen van de Formatie van Diest bestaan uit glauconietrijke, matig grove zanden (het Glauconietzand van Diest), die omdat ze zwak kleiig zijn steeds enigszins kleverig zijn.5 Aan de top van deze afzettingen komen veelvuldig

violette kleilaagjes voor. In ontsluiting worden ze gekenmerkt door banken met een schuine gelaagdheid en wisselende grofkorreligheid omdat ze in zee zijn afgezet als zandbanken onder sterke getijdenstromen. Het Glauconietzand van Diest is afgezet aan het eind van het Mioceen (6 à 7 miljoen jaar geleden) in een diepe geul in een open baai. Afhankelijk van verwering zijn de Glauconietzanden van Diest groen of bruin van kleur. Het glauconiet (een groen gekleurd ijzer-aluminium silicaat) is vaak verweerd tot roestkleurige ijzerzanden met ijzerzandsteenbanken. De ijzerzandsteen werd vroeger ontgonnen als bouwsteen.

1 Goolaerts en Beerten, 2006, 2. 2 Baeyens, 1988, 10. 3 Schiltz et al, 1993, 1. 4 DOV Vlaanderen. 5 Schiltz et al, 1993, 15.

(9)

Volgens de profieltypenkaart is het Tertiair afgedekt met Quartaire afzettingen met sedimenten van eolische herkomst van het Weichseliaan (Laat-Pleistoceen) en/of het Saaliaan (Midden-Pleistoceen) en/of Hellingsafzettingen van het Quartair (ELPw-MPs en/of HQ). Plaatselijk worden deze afzettingen afgedekt door fluviatiele afzettingen (incluis organo-chemische), afzettingen (FH) van het Holoceen en mogelijk Tardiglaciaal (Laat-Weichseliaan) of zandige eolische afzettingen van het Holoceen en mogelijk Tardiglaciaal (EH).6 Volgens de quartair-geologische kaart van Lier bestaan de quartaire

afzettingen uit de Formatie van Wildert.7 Deze afzettingen behoren tot de Formatie van Wildert en

worden ook wel dekzanden genoemd. De Formatie van Wildert is afgezet onder periglaciale omstandigheden gedurende de Pleniglaciale periode (Brabantiaan) van de laatste ijstijd (Weichseliaan).Ze zijn gekenmerkt door een zwakke parallelle gelaagdheid waarbij lemige en minder lemige laagjes elkaar afwisselen. Lokaal kan er grindbijmenging optreden door cryoturbaties.

Na de overgang Pleistoceen/Holoceen kon de vegetatie zich herstellen, waardoor er een meer uitgesproken bodemvorming kon optreden. Afhankelijk van de bodemvruchtbaarheid en waterhuishouding ging de bodem verbruinen, dan wel podzoleren. Een nattere bodem werd een humushoudende bovengrond gevormd met verschijnselen behorend bij een fluctuerende grondwaterspiegel zoals uitgesproken roestvlekken of ijzerconcreties in of net onder de bovengrond. Met de introductie van de landbouw vanaf het Neolithicum begon de mens het landschap intensiever te gebruiken. Door het landbouwkundig gebruik trad er voor een deel ook verschraling en degradatie van de bodem op, waardoor veel voormalige bouwlanden zich ontwikkelden tot woeste gronden. Vooral in de periode rond de IJzertijd zijn veel gronden verlaten door hun bewoners. Vanaf de Late Middeleeuwen konden zich in de zandgebieden plaggenbodems vormen door de bemesting van plaggenmest.

De plaggenbemesting was beperkt tot de zandgronden die geschikt waren voor landbouwkundig gebruik, maar waar een bemesting voor een betere opbrengst zorgde. Er zijn aanwijzingen dat de eerste wijd verbreidde plaggenophogingen in de Limburgse Kempen rond in de 14de/15de eeuw zijn eeuw zijn begonnen, toen de Vlaamse steden opkwamen.8

6 Databank Ondergrond Vlaanderen, Beerten, 2005, 26 en 29. 7 Goolaerts en Beerten, 2001, Goolaerts en Beerten, 2006, 10.

(10)

Zoals boven beschreven liggen de onder de Quartaire deklaag dagzomende Tertiaire afzettingen redelijk ondiep. Dat is ook terug te vinden in de bodemkundige beschrijving van de bodemseries. De bodemseries binnen het onderzoeksgebied bestaan uit lemige zand- en zandbodems, die op diepte een geel- of groenachtig materiaal vertonen. Verder bevindt zich in het noordelijk deel van het onderzoeksgebied (w-Sdfc) en onder een deel van het te realiseren “fietspad (?)” (w-Zcfc) een zand-kleisubstraat op geringe tot matige diepte (20 tot 125 cm –mv). Volgens de classificatie van de WRB-bodemseries van de Reference Soil Group is daar een sterke, plotse kleitoename op < 100 cm diepte (Abruptic).9 De overige bodemseries hebben volgens de WRB-classificatie twee verschillende

moedermaterialen (Ruptic), mogelijk omdat daar de tertiaire afzettingen eveneens niet heel erg diep zitten. Het klei-zandsubstraat bestaat vaak uit vervloeide massa's waarin tertiaire en pleistocene sedimenten grondig met elkaar vermengt zijn. 10

De w-Sdfc of Stagnic Podzols (Loamic Abruptic) in het noordelijk deel van het onderzoeksgebied is een matig natte lemige zandbodem met weinig duidelijke ijzer en/of humus B horizont. In het zuidelijk deel van het onderzoeksgebied waarbinnen de bebouwing wordt voorzien bevinden zich droge en matig droge lemig-zandgronden met diepe anthropogene humus A horizont (Sbmc en Scmc) en mogelijk nog net Zbfc en w-Zcfc droge en matig droge zandbodems met weinig duidelijke humus en/of ijzer B horizont. Volgens de WRB-bodemclassificatie zijn het respectievelijk Plaggic Anthrosols (Loamic Ruptic) en Rustic Podzols (Loamic Ruptic) en Rustic Podzols (Loamic Abruptic). De Zbfc, de Rustic Podzols (Loamic Ruptic) en w-Zcfc, de Rustic Podzols (Loamic Abruptic) komen ook voor op het noordelijk deel van het fietspad, ten zuiden van de geplande bebouwing. Verder bestaan de bodems op het zuidelijk deel van het fietspad uit matig droge en matig natte lemig-zandgronden met diepe anthropogene humus A horizont (Scmc en Sdmc) of Plaggic Anthrosols (Loamic Ruptic). Bij de Scmc en Sdmc kan een begraven bodemprofiel aanwezig zijn van een podzolachtige bodem. Dikwijls is de onderkant van de plaggenhorizont zwartachtig en humusrijk van de oorspronkelijke A1-horizont die gedeeltelijk in de plaggenA1-horizont is verwerkt. 11 De droge en matig gronden zijn geschikt

voor teelten met geringe waterbehoefte en de matig natte gronden zijn zeer geschikt voor akker- en tuinbouw.12

Figuur 3:Bodemkaart volgens de WRF Reference Soil Groups. Onderzoeksgebied is rood omrand.

9 Databank Ondergrond Vlaanderen, Dondeyne et al, 2015. 10 Baeyens, 1988, 25 en 71-72..

11 Baeyens, 1988, 83. 12 Baeyens, 1988.

(11)

5. G

EPLANDE RUIMTELIJKE ONTWIKKELING

Op het terrein zal een verkaveling van 35 loten gerealiseerd worden. Hiervan zijn één lot voor gesloten bebouwing, 21 loten voor gekoppelde bebouwing, 13 loten voor open bebouwing en 2 projectzones voor groepswoningbouw bestemd.

Figuur 4: Ontwerpplan.

6. A

RCHEOLOGISCHE VERWACHTING

In de onmiddellijke nabijheid van het onderzoeksgebied bevinden zich een site met walgracht (CAI 102815), een 17de eeuwse kapel (CAI 102813), een site met walgracht (102816) en restanten van een

gecrashte Avro Lancaster uit de Tweede Wereldoorlog (CAI 100983). Het onderzoek dat door All Archeo werd uitgevoerd naar restanten van dit vliegtuig, leverde tevens enkele – mogelijke - sporen uit de metaaltijden op.

(12)

Tijdens een vooronderzoek dat tevens werd uitgevoerd door All-Archeo langs de Lindelaan, werden verschillende greppels aangetroffen die in de nieuwe of nieuwste tijd gedateerd werden. Naast deze greppels werd er slechts één paalkuil aangetroffen, die over eenzelfde ouderdom als de greppels beschikt.

Kaart cai

Op de Ferrariskaart wordt het terrein weergeven als akker- en braakliggend land. Dit laatste kan te wijten zijn aan het feit dat de gronden te schraal of gewoonweg te nat waren. Tevens valt er enige bebouwing op het terrein waar te nemen. Dit lijkt eveneens het geval te zijn in de Atlas der Buurtwegen.

(13)

Figuur 6: Uittreksel uit de Atlas der Buurtwegen met aanduiding van het onderzoeksgebied in blauw (Geopunt, 2015).

7. M

ETHODE

De proefsleuven werden volgens de methode van continue sleuven aangelegd. Hierbij werd rekening gehouden met de toekomstige bebouwing op het terrein. Zo werden de sleuven zoveel als mogelijk aangelegd in de bouwblokken en de wegenis. In het noorden van het projectgebied konden enkel percelen niet onderzocht worden omdat deze de huidige tuinzones zijn van woningen.

De afgraving gebeurde door een kraan op rupsbanden van 21 ton met tandeloze graafbak van 2 m breed. In totaal werden 11 proefsleuven aangelegd met telkens een profielput aan de kop. Sporen gaven aanleiding tot het graven van 4 kijkvensters.

8. R

ESULTATEN PROEFSLEUVEN

8.1.

A

RCHEOLOGISCHE NIVEAUS

Er werd één archeologisch interessant niveau aangetroffen. Dit niveau bevond zich 80 cm onder het maaiveld of 10,90 TAW.

8.2.

A

RCHEOLOGISCHE SPOREN EN STRUCTUREN

In totaal werden 11 sleuven en 4 kijkvenster aangelegd. Deze werden volgens volgorde van aanleg genummerd. In totaal werden er 71 sporen blootgelegd.

(14)

Figuur 7: Projectie van werkputten op verkaveling met aanduiding van de nummering (ARCHEBO bvba, 2015).

In werkput 1 – die haaks werd aangelegd op de Uilenberg – werden 14 sporen aangetroffen. Het materiaal afkomstig uit deze sporen en hun scherpe aflijning doet vermoeden dat het om recente sporen handelt die wellicht gekoppeld dienen te worden aan de afgebroken bebouwing langs de straat. Het betrof onder meer enkele afvalkuilen en een hondengraf.

(15)

Tijdens het aanleggen van werkput 2, 3, 5 & 6 werden geen archeologisch interessante sporen aangetroffen. Wel werden er in werkput 2 diverse sporen die wijzen op het gebruik van een diepwoeler opgemerkt, terwijl in werkput 6 verschillende kanaaltjes werden blootgelegd. Deze kanaaltjes werden duidelijk machinaal aangelegd met als doel het terrein te ontwateren. Vermoedelijk is de afwezigheid van archeologisch interessante sporen in dit deelgebied dan ook te wijten aan een te vochtige ondergrond.

Figuur 9: sporen afkomstig van het gebruik van een diepwoeler aangetroffen in werkput 2 (ARCHEBO bvba, 2015).

Figuur 10: De kanaaltjes uit werkput 6 merkbaar zowel in het profiel als het vlak (ARCHEBO bvba, 2015).

Werkput 4 werd haaks op de beek aangelegd. In deze werkput werden in totaal 7 sporen aangetroffen. Het gros van deze sporen beschikt over een lineaire vorm die parallel aan de beek loopt. Wellicht handelt het om deposities die gekoppeld dienen te worden aan het aan/verleggen van de beek. Slechts één spoor was rond van vorm en lijkt een kuil te zijn (spoor 5). In spoor 3 uit deze werkput werd een bodemfragment van een steengoedkruik uit Raeren aangetroffen, wat ruwweg een datering tussen 1550-1750 toelaat.

(16)

Figuur 11: Overzichtsfoto van werkput 4 (ARCHEBO bvba, 2015).

Figuur 12: Links spoor 4 & 5, rechts spoor 7 in werkput 4 (ARCHEBO bvba, 2015).

In werkput 7 werden in totaal 9 sporen aangetroffen. Het betreft 6 greppelvormige sporen (sporen 1, 2, 3, 6, 7 & 8), twee kuilen (sporen 5 & 9) en één paalkuil (spoor 4). Ook hier dienen de greppels wellicht bekeken te worden in het licht van ontwatering. In zowel spoor 7 als spoor 9 werd vol tot laat-middeleeuws materiaal aangetroffen, de overige sporen bevatten geen vondsten. In de buurt van twee greppels (1 & 4) werden twee kijkvensters aangelegd. Dit leverde geen verdere sporen op.

(17)

Figuur 13: Links spoor 9 & rechts coupe op spoor 6 in werkput 7 (ARCHEBO bvba, 2015).

Figuur 14: spoor 7 & 8 in werkput 7 (ARCHEBO bvba, 2015).

(18)

Figuur 16: Kijkvenster 2 in werkput 7 (ARCHEBO bvba, 2015).

Tijdens de aanleg van werkput 8 werden in totaal 6 greppels (sporen 1, 3, 4, 12, 13 & 14), 7 paalkuilen (sporen 2, 6, 7, 8, 9, 10, 15) en 2 kuilen (sporen 5 & 11) aangetroffen. Eén van de greppels (spoor 12) draaide overigens in een rechthoekige vorm en leek een eiland te vormen (walgracht?). Uit dit laatste spoor werd grijs aardewerk verzameld, wat een datering in de volle tot late-middeleeuwen suggereert. In een andere greppel (spoor 3) en één van de twee kuilen (spoor 5) werd eveneens middeleeuws materiaal aangetroffen.

Figuur 17: Links spoor 15 en rechts coupe op spoor 10 uit werkput 8 (ARCHEBO bvba, 2015).

(19)

Figuur 19: Coupe op spoor 12 uit werkput 8 (ARCHEBO bvba, 2015).

De aanwezigheid van deze sporen leidde tot de beslissing twee kijkvensters te graven. Hierbij kwamen 5 nieuwe sporen aan het licht. In het eerste kijkvenster aangelegd bij een geïsoleerde paalkuil (spoor 15) werden additioneel vier paalkuilen blootgelegd ( spoor 16 t.e.m. 19). Deze sporen vormen een ronde structuur en mogelijk handelt het hier om een bijgebouw. Het materiaal afkomstig uit twee van deze sporen (17 & 18), laat een datering in de vroegmoderne periode toe (16de eeuw).

(20)

Bij de aanleg van het tweede kijkvenster werd één nieuw spoor aangetroffen (spoor 20). Het betreft een kuil waarin geen dateerbaar materiaal werd aangetroffen.

Figuur 22: Kijkvenster 2 in werkput 8 (ARCHEBO bvba, 2015).

In werkput 9 werden in totaal 15 sporen aangetroffen. Spoor 1 betreft een lang lineair spoor en is

vermoedelijk één van de voorgangers van de huidige beek. Hiernaast werden er nog 8 andere greppels (sporen 2, 5, 9, 10, 11, 12, 13 & 14) aangetroffen. Deze laatste greppels doorsneden de sleuf en één van deze greppels (spoor 2) lijkt spoor 1 te doorsnijden. Al de greppels dienen wellicht in verband gebracht te worden met de afwatering van het gebied. Hiernaast werden ook nog 3 paalkuilen (sporen 3, 4 & 7) en 2 kuilen (sporen 6 & 8) blootgelegd. Tot slot bevond er zich ook een ophogingspakket in het oosten van de sleuf (spoor 15).

In het ophogingspakket (spoor 15) werden 4 scherven faience aangetroffen. Het overige materiaal (afkomstig uit sporen 1, 9, 10 & 12) kan als postmiddeleeuws gedateerd worden.

(21)

Figuur 24: Sporen 3 & 4 in werkput 9 (ARCHEBO bvba, 2015).

Ook in werkput 10 werden - naast 2 kuilen (sporen 3 & 4) - ook sporen van voorlopers en/of het aan- of verleggen van de huidige beek aangetroffen. Al het materiaal afkomstig uit deze werkput valt te dateren in de vroegmoderne periode.

Figuur 25: Links spoor 4 & 5 in het vlak, rechts coupe op spoor 5 (ARCHEBO bvba, 2015).

In werkput 11 werden geen sporen aangetroffen. Wel kon er in het profiel van deze sleuf waargenomen worden dat er aan beddenbouw moet gedaan geweest zijn.

(22)

Interpretatie van de sporen bij de werkputten 7, 8 en 9

Tijdens de aanleg van het vlak en in de verschillende sporen werd materiaal aangetroffen dat in de middeleeuwen en/of vroegmoderne periode dient gedateerd te worden. Mogelijk duidt dit op enige bewoningscontinuïteit gedurende deze periode. Naar de verhevenheid die aanwezig was op het terrein toe, werden enkele paalkuilen aangetroffen en zelfs één structuur; wellicht een bijgebouw. De interessante sporen situeren zich vooral in werkput 8.

Op de verhevenheid zelf, werden geen sporen meer aangetroffen. Vermoedelijk zijn hier door egalisatiewerken (landbouw, afgraving) zo goed als alle sporen verdwenen. Mogelijk werden op deze kop de hoofdgebouwen ingepland van de bewoning en zijn sporen hiervan geheel verdwenen. In het lager gelegen gebied werden alleen sporen aangetroffen die in het licht van de ontwatering van het gebied en het aan- of verleggen van de beek dienen bekeken te worden.

8.3.

A

RCHEOLOGISCHE VONDSTEN Werkput 1

In werkput 1 werd in spoor 1 een oor van een steengoed jenever- of waterkruik aangetroffen. Het fragment dient in de 19de of vroege 20ste eeuw gedateerd te worden. Ook in spoor 10 uit deze

werkput werd een steengoedfragment aangetroffen dat over eenzelfde ouderdom beschikt.

Figuur 27: Oor van een water- of jeneverkruik afkomstig uit spoor 1 in werkput 1 (ARCHEBO bvba, 2015).

Werkput 4

Spoor 3 in werkput 4 bevatte een bodemfragment in steengoed afkomstig uit productiecentrum Raeren. Het stuk dient gedateerd te worden in de 16de of vroege 17de eeuw.

(23)

Werkput 7

In werkput 7 werden in spoor 7 in totaal 3 scherven grijs aardewerk aangetroffen. Deze stukken dienen gedateerd te worden tussen de 13de en 15de eeuw. Ook in spoor 9 uit deze werkput werden 2

scherven aangetroffen die in dezelfde periode dienen gedateerd te worden. Het betreft 2 scherven in witbakkend aardewerk met een ietwat grovere magering.

Figuur 29: Grijs aardewerk afkomstig uit spoor 7 in werkput 7 (ARCHEBO bvba, 2015).

Werkput 8

In werkput 8 werd er zowel middeleeuws als postmiddeleeuws materiaal verzameld. Het middeleeuwse materiaal bestaat uit een fragment roodbakkend aardewerk afkomstig uit spoor 3 en afgewerkt met een soort van witte glaspasta/engobe, een scherf witbakkend aardewerk afkomstig uit spoor 5 en 15 fragmenten grijs aardewerk uit spoor 12.

(24)

Het postmiddeleeuwse materiaal is afkomstig uit twee sporen. In spoor 17 werd een grape in rood aardewerk aangetroffen. Het spaarzame gebruik van loodglazuur, laat toe dit stuk in de late 15de of

vroege 16de eeuw te dateren.

Figuur 31: Enkele fragmenten afkomstig van de grape uit spoor 17 in werkput 8 (ARCHEBO bvba, 2015).

In spoor 18 werden daarentegen twee scherven steengoed uit Raeren aangetroffen. Deze stukken kunnen gedateerd worden in de 16de of vroege 17de eeuw.

Werkput 9

Uit spoor 1 werden vier fragmenten in roodbakkend aardewerk, al dan niet afgewerkt met loodglazuur verzameld. Ook in spoor 9 & 10 werd rood aardewerk aangetroffen. Dit materiaal dient in de vroegmoderne periode gedateerd te worden.

(25)

In spoor 12 werd een fragment steengoed aangetroffen. Wellicht handelt het om een vrij vroeg exemplaar in steengoed afkomstig uit productiecentrum Siegburg (15de eeuw).

Figuur 33: Scherf afkomstig uit spoor 12 in werkput 9 ( ARCHEBO bvba, 2015).

Tot slot werden er in spoor 15 van deze werkput 4 scherven faience aangetroffen. Werkput 10

In werkput 10 werden in spoor 1 vier fragmenten rood aardewerk al dan niet afgewerkt met loodglazuur aangetroffen. Dit materiaal dient als postmiddeleeuws gedateerd te worden. Ook in spoor 2 werden 6 fragmenten rood aardewerk aangetroffen.

In spoor 3 werd een fragment in glas aangetroffen, terwijl in spoor 4 in totaal vier fragmenten in Rijnlands steengoed werden teruggevonden. Deze vondsten dienen eveneens in de vroegmoderne periode gedateerd te worden.

Tot slot werd er ook één scherf rood geglazuurd aardewerk en één steengoedscherf uit Raeren teruggevonden in spoor 5.

8.4.

M

ETAALDETECTIE

Tijdens het screenen van het vlak werd slechts één vondst met de metaaldetector gedaan. Het betreft een loden blokgewicht afkomstig uit spoor 1 in werkput 9.

(26)

Figuur 34: Blokgewicht afkomstig uit spoor 1 in werkput 9 (ARCHEBO bvba, 2015).

In de afgegraven aarde van werkput 7 werd wel een laat-middeleeuwse riemhanger aangetroffen. Dergelijke artefacten werden gebruikt om voorwerpen als een dolk of een beurs aan een riem te bevestigen.

Figuur 35: Laat-middeleeuwse riemhanger (ARCHEBO bvba, 2015).

Ook op de stortgronden afkomstig van werkput 8 werden zowel een laat-middeleeuwse riem- of kledingsluiting als een 16de-17de*eeuwse knoop teruggevonden.

(27)

Tot slot bevatte de afgegraven aarde van werkput 9 een laat-middeleeuwse prikkandelaar, de vrouwelijke component van een lakenlood en een duit van West-Frisia uit 1626.

Figuur 37: Prikkandelaar (ARCHEBO bvba, 2015).

Figuur 38: Fragment van een lakenlood (ARCHEBO bvba, 2015).

(28)

9. E

VALUATIE

,

WAARDERING EN AANBEVELINGEN

9.1.

E

VALUATIE EN BEANTWOORDING ONDERZOEKSVRAGEN

Het doel van deze prospectie met ingreep in de bodem is een archeologische evaluatie van het terrein. Hierbij moeten minimaal volgende onderzoeksvragen beantwoord worden:

- Zijn er sporen aanwezig?

Er zijn in totaal 71 sporen aangetroffen. - Zijn de sporen natuurlijk of antropogeen?

Al deze sporen kennen een antropogene oorsprong. - Hoe is de bewaringstoestand van de sporen?

De sporen kennen een matige tot goede bewaring. - Maken de sporen deel uit van één of meerdere structuren?

Het gros van de aangetroffen sporen dient gezien te worden in het licht van de ontwatering van het terrein en vallen te dateren in de late middeleeuwen en/of vroegmoderne periode. Verder werd er vermoedelijk 1 bijgebouw blootgelegd.

- Behoren de sporen tot één of meerdere periodes?

Alle sporen kunnen gedateerd worden in de late middeleeuwen of vroegmoderne periode. - Welke aspecten verdienen bijzondere aandacht bij een eventueel

vervolgonderzoek?

Het belangrijkste aspect is de ruimtelijke inhoud. Wat voor soort van activiteiten vonden plaats op de site.

- Welke zijn de waargenomen horizonten in de bodem, beschrijving + duiding?

De w-Sdfc of Stagnic Podzols (Loamic Abruptic) in het noordelijk deel van het onderzoeksgebied is een matig natte lemige zandbodem met weinig duidelijke ijzer en/of humus B horizont. In het zuidelijk deel van het onderzoeksgebied waarbinnen de bebouwing wordt voorzien bevinden zich droge en matig droge lemige-zandgronden met diepe anthropogene humus A horizont (Sbmc en Scmc) en mogelijk nog net Zbfc en w-Zcfc droge en matig droge zandbodems met weinig duidelijke humus en/of ijzer B horizont

- Waardoor kan het ontbreken van een horizont verklaard worden?

De podzol die wellicht in heel het zuidelijk stuk aanwezig was, is door egalisatie verdwenen. - Zijn er tekenen van erosie?

Op de plaatsen waar AC-profielen werden aangetroffen is er mogelijk erosie geweest. De E en B horizont zijn hier geheel verdwenen. Erosie naar de beek toe kan deels meegespeeld hebben, maar wellicht is egalisatie door landbouwactiviteiten een grotere verstoringsfactor.

- Wat is de relatie tussen de bodem, de landschappelijke context (landschap algemeen, geomorfologie, …) en de archeologische sporen?

Naar de beek toe was de bodem veel te vochtig naar bewoning toe, getuige hiervan zijn de verschillende greppels die met het oog op de ontwatering van het gebied zijn aangelegd. Naar de kop toe, bevonden zich wel archeologisch interessante sporen (paalkuilen, kuilen, structuur). Op de kop zelf werden geen sporen aangetroffen, aangezien ze mogelijk door de bewerking van het land verloren zijn gegaan.

(29)

- Strekt de site zich uit naar de aanpalende percelen?

Enkel naar het westen is het mogelijk dat er zich nog sporen bevinden. Deze percelen zijn echter al bebouwd.

9.2.

W

AARDERING

Slechts één zone van het onderzochte terrein bevatte sporen die archeologisch interessant zijn. Het betreft sporen uit de late middeleeuwen en vroegmoderne periode. Doordat deze sporen een matig tot goede bewaring kenden, zich in een concentratie bevonden en enkele een structuur (bijgebouw) vormden, krijgen ze een hoge waardering mee.

9.3.

A

ANBEVELINGEN

Op basis van het gevoerde onderzoek adviseren we vervolgonderzoek in één zone in het westen van het terrein.

Aangezien er in werkputten 8 & 9 naast enkele greppels ook verschillende kuilen en paalkuilen werden aangetroffen die te dateren vallen in de late middeleeuwen en vroegmoderne periode en enkele van deze sporen tevens een structuur vormden (bijgebouw), lijkt het ons noodzakelijk een

(30)

vervolgonderzoek te adviseren. Deze zone is beperkt (grijs gearceerd), aangezien er in de omliggende werkputten (7 & 10) in de aangrenzende zone naast enkele greppels geen sporen werden aangetroffen.

Het is onzeker of er in de aanbevolen zone ook daadwerkelijk een hoofdgebouw gaat aangetroffen worden, mogelijk bevond deze structuur zich meer naar de kop op het terrein toe, alwaar landbewerking de sporen vernietigde. Wel kunnen hier diepe sporen verwacht worden zoals waterkuilen of waterputten.

Onder meer volgende onderzoeksvragen zijn mogelijk:

- Zijn structuren zichtbaar? Wat is de functie en ruimtelijke indeling? - Wat is de datering? Gaat het om één of meerdere fases?

De zone bedraagt 2600 m². De coördinaten (Lambert72) van de 4 hoeken van de afgebakende zone:

Nr X Y 1 177647.997 202266.153 2 177645.613 202240.263 3 177745.191 202231.093 4 177747.576 202256.983

10. B

IBLIOGRAFIE

AGIV (Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen) (2011), http://www.agiv.be/gis/. CAI (Centrale Archeologische Inventaris) (2011), http://geovlaanderen.gisvlaanderen.be/geo-vlaanderen/cai/.

Koninklijke Bibliotheek van België (2010), Ferrariskaart,

http://belgica.kbr.be/nl/coll/cp/cpFerrarisCarte_nl.html.

Van de Konijnenburg, R., Archeologische prospectie Beringen, Rozenlaan, HAAST rapport 2013-02.

11. B

IJLAGEN

- Fotolijst - Sporenlijst - Vondstenlijst - Metaaldetectie - Plannenlijst

(31)

Fotonummer Werkput Vlak Oriëntatie Overzichtsfoto Spoor Profiel Coupe Opmerkingen Datum 1 1 west X 12/10/2015 2 1 X 12/10/2015 3 1 1 1 & 2 12/10/2015 4 1 1 3 12/10/2015 5 1 1 4 12/10/2015 6 1 1 5 & 6 12/10/2015 7 1 1 7 12/10/2015 8 1 1 8 12/10/2015 9 1 1 9 12/10/2015 10 1 1 10 12/10/2015 11 1 1 11 12/10/2015 12 1 1 12 12/10/2015 13 1 1 13 12/10/2015 14 1 1 14 12/10/2015 15 2 1 X 12/10/2015 16 2 1 sporen diepwoeler 12/10/2015

17 2 1 detail sporen diepwoeler 12/10/2015

18 2 west X 12/10/2015 19 3 1 X 12/10/2015 20 3 oost X 12/10/2015 21 4 1 X 12/10/2015 22 4 1 1 12/10/2015 23 4 1 2 12/10/2015 24 4 1 3 12/10/2015 25 4 1 4 & 5 12/10/2015 26 4 1 6 12/10/2015 27 4 1 7 12/10/2015 28 5 noord X 12/10/2015 29 5 1 X 12/10/2015 30 6 oost X 12/10/2015 31 6 oost ingekrast 12/10/2015 32 6 1 X 12/10/2015 33 6 1 sporen ontwateringskanaaltjes 12/10/2015 34 7 west X 12/10/2015 35 7 1 1 12/10/2015 36 7 1 1 12/10/2015 37 7 1 2 12/10/2015 38 7 1 3 12/10/2015 39 7 1 4 12/10/2015 40 7 1 5 12/10/2015 41 7 1 6 12/10/2015 42 7 1 6 X 12/10/2015 43 7 1 7 & 8 12/10/2015 44 7 1 9 12/10/2015 45 7 1 X 12/10/2015 46 7 1 recente sporen 12/10/2015 47 7 1 X 12/10/2015 48 8 noord X 12/10/2015 49 8 1 X 12/10/2015 50 8 1 1 12/10/2015 51 8 1 detail spadesteken 13/10/2015 52 8 1 2 X 13/10/2015 53 8 1 3 & 4 13/10/2015 54 8 1 5 13/10/2015 55 8 1 6 13/10/2015 56 8 1 6 X 13/10/2015 57 8 1 7 & 8 13/10/2015 58 8 1 9 13/10/2015 59 8 1 10 13/10/2015 60 8 1 11 13/10/2015 61 8 1 12 13/10/2015 62 8 1 12 13/10/2015 63 8 1 13 13/10/2015 FOTOLIJST

(32)

65 8 1 15 13/10/2015 66 8 1 10 X 13/10/2015 67 8 1 X 13/10/2015 68 9 west X 13/10/2015 69 9 1 X 13/10/2015 70 9 1 1 13/10/2015 71 9 1 2 13/10/2015 72 9 1 3 & 4 13/10/2015 73 9 1 5, 6 & 7 13/10/2015 74 9 1 8 13/10/2015 75 9 1 9 13/10/2015 76 9 1 10 13/10/2015 77 9 1 11 13/10/2015 78 9 1 12 & 13 13/10/2015 79 9 1 14 13/10/2015 80 9 1 15 13/10/2015 81 9 1 15 X 13/10/2015 82 9 1 15 X 13/10/2015 83 9 1 X 13/10/2015 84 10 oost X 13/10/2015 85 10 1 X 13/10/2015 86 10 1 1 13/10/2015 87 10 1 2 13/10/2015 88 10 1 3 13/10/2015 89 10 1 4 & 5 13/10/2015 90 10 1 5 X 13/10/2015 91 10 1 6 13/10/2015 92 10 1 X 13/10/2015 93 8 1 X kijkvenster 1 13/10/2015 94 8 1 16 13/10/2015 95 8 1 17 13/10/2015 96 8 1 18 13/10/2015 97 8 1 19 13/10/2015 98 7 1 X kijkvenster 1 13/10/2015 99 7 1 X kijkvenster 2 13/10/2015 100 11 zuid X 13/10/2015 101 11 1 X beddenbouw 13/10/2015 102 11 1 beddenbouw 13/10/2015 103 11 1 X 13/10/2015 104 8 1 17 X 13/10/2015 105 Detail grape 13/10/2015 106 8 1 14 X 13/10/2015 107 8 1 13 X 13/10/2015 108 8 1 12 X 13/10/2015 109 8 1 20 X 13/10/2015 110 8 1 X kijkvenster 2 13/10/2015 111 4 1 5 X 13/10/2015 112 9 1 13 X 13/10/2015 113 9 1 13 X ingekrast 13/10/2015

(33)

Spoornummer Werkput Vlak Vorm Beschrijving Spoorrelaties Interpretatie Datering

wp1sp1 1 1 ovaal donkergrijs-bruin, homogeen hk kuil recent

wp1sp2 1 1 onregelmatig donkerbruin, homogeen hk kuil recent

wp1sp3 1 1 lineair donkerbruin-grijs, homogeen greppel recent

wp1sp4 1 1 rond donkergrijs-bruin, homogeen hk paalkuil recent

wp1sp5 1 1 onregelmatig donkergrijs-bruin, homogeen hk kuil recent

wp1sp6 1 1 vierkant donkergrijs-bruin, homogeen hk kuil recent

wp1sp7 1 1 onregelmatig donkergrijs-bruin, homogeen hk kuil recent

wp1sp8 1 1 rechthoekig donkergrijs-bruin, homogeen paalkuil recent

wp1sp9 1 1 rond donkerbruin-grijs, homogeen hk kuil recent

wp1sp10 1 1 rond donkergrijs-bruin, homogeen paalkuil recent

wp1sp11 1 1 onregelmatig donkergrijs-bruin, homogeen kuil recent

wp1sp12 1 1 rechthoekig donkergrijs-bruin, homogeen kuil recent

wp1sp13 1 1 onregelmatig donkergrijs-bruin, homogeen kuil recent

wp1sp14 1 1 ovaal donkerbruin-grijs, homogeen bot hondengraf recent

wp4sp1 4 1 lineair donkerbruin-grijs, homogeen hk greppel/ophogingspakket post-middeleeuws wp4sp2 4 1 lineair donkerbruin-grijs, homogeen hk greppel/ophogingspakket post-middeleeuws wp4sp3 4 1 lineair donkerbruin-grijs, homogeen hk greppel/ophogingspakket post-middeleeuws wp4sp4 4 1 lineair lichtgrijs-bruin, homogeen hk greppel/ophogingspakket post-middeleeuws

wp4sp5 4 1 rond lichtgrijs-bruin, homogeen kuil post-middeleeuws

wp4sp6 4 1 lineair lichtgrijs-bruin, homogeen hk baksteen greppel/ophogingspakket post-middeleeuws wp4sp7 4 1 lineair donkerbruin-grijs, homogeen hk baksteen greppel/ophogingspakket post-middeleeuws wp7sp1 7 1 lineair donkergrijs-bruin, homogeen hk greppel laat- tot post-middeleeuws

wp7sp2 7 1 lineair grijs-geel, vlekkerig greppel laat- tot post-middeleeuws

wp7sp3 7 1 lineair grijs, homogeen hk greppel laat- tot post-middeleeuws

wp7sp4 7 1 vierkant donkergrijs-bruin, homogeen paalkuil post-middeleeuws

wp7sp5 7 1 ovaal donkerbruin, vlekkerig hk bs-spikkels kuil laat- tot post-middeleeuws wp7sp6 7 1 lineair donkergrijs-bruin, homogeen hk greppel laat- tot post-middeleeuws wp7sp7 7 1 lineair donkerbruin-geel, homogeen hk keramiek greppel laat-middeleeuws

wp7sp8 7 1 lineair donkerbruin-grijs, homogeen hk greppel laat-middeleeuws

wp7sp9 7 1 ovaal lichtgrijs-bruin, homogeen keramiek kuil laat-middeleeuws

wp8sp1 8 1 lineair bruin-geel, homogeen greppel laat- tot post-middeleeuws

wp8sp2 8 1 ovaal lichtgrijs-bruin, homogeen paalkuil laat-middeleeuws

wp8sp3 8 1 lineair donkerbruin-grijs, homogeen keramiek greppel laat-middeleeuws

wp8sp4 8 1 lineair donkerbruin-grijs, homogeen greppel laat-middeleeuws

wp8sp5 8 1 rond donkergrijs-bruin, homogeen natuursteen kuil laat-middeleeuws

wp8sp6 8 1 vierkant donkergrijs-bruin, homogeen hk paalkuil post-middeleeuws

wp8sp7 8 1 vierkant donkergrijs-bruin, homogeen hk paalkuil post-middeleeuws

wp8sp8 8 1 vierkant donkergrijs-bruin, homogeen hk paalkuil post-middeleeuws

wp8sp9 8 1 ovaal lichtgrijs-bruin, homogeen hk paalkuil laat- tot post-middeleeuws

wp8sp10 8 1 rond donkergrijs-bruin, homogeen paalkuil laat- tot post-middeleeuws

wp8sp11 8 1 onregelmatig donkergrijs-bruin, vlekkerig hk kuil laat- tot post-middeleeuws wp8sp12 8 1 lineair donkerbruin-grijs, homogeen hk keramiek greppel laat-middeleeuws

Inclusies SPORENLIJST

(34)

wp8sp14 8 1 lineair donkergrijs-bruin, homogeen hk greppel laat- tot post-middeleeuws

wp8sp 15 8 1 rond donkergrijs, homogeen hk paalkuil post-middeleeuws

wp8sp16 8 1 rond donkergrijs, homogeen hk bs-spikkels paalkuil post-middeleeuws

wp8sp17 8 1 rond donkergrijs- homogeen hk keramiek paalkuil post-middeleeuws

wp8sp18 8 1 onregelmatig donkergrijs-bruin, vlekkerig hk keramiek paalkuil/kuil post-middeleeuws

wp8sp19 8 1 rond donkergrijs-bruin, vlekkerig paalkuil post-middeleeuws

wp8sp20 8 1 onregelmatig donkergrijs-geel-bruin, vlekkerig, heterogeen hk kuil laat- tot post-middeleeuws

wp9sp1 9 1 lineair donkergrijs-bruin-geel, heterogeen hk bs greppel post-middeleeuws

wp9sp2 9 1 lineair donkerbruin, homogeen hk doorsnijdt spoor 1 greppel post-middeleeuws

wp9sp3 9 1 ovaal donkerbruin-grijs, homogeen hk paalkuil post-middeleeuws

wp9sp4 9 1 ovaal donkerbruin-grijs, homogeen paalkuil post-middeleeuws

wp9sp5 9 1 lineair donkergrijs-bruin, homogeen hk greppel post-middeleeuws

wp9sp6 9 1 onregelmatig donkergrijs-bruin, homogeen kuil post-middeleeuws

wp9sp8 9 1 onregelmatig donkerbruin-grijs-geel, vlekkerig kuil post-middeleeuws

wp9sp9 9 1 lineair donkerbruin-grijs, homogeen hk bs greppel post-middeleeuws

wp9sp10 9 1 lineair lichtgrijs-bruin, homogeen hk kalkmortel bs greppel post-middeleeuws

wp9sp11 9 1 lineair donkerbruin-grijs, homogeen hk greppel post-middeleeuws

wp9sp12 9 1 lineair donkerbruin-grijs, homogeen greppel post-middeleeuws

wp9sp13 9 1 lineair donkerbruin-grijs, homogeen greppel post-middeleeuws

wp9sp14 9 1 lineair lichtbruin-grijs, homogeen perceelsgrens? recent?

wp9sp15 9 1 lineair bruin, homogeen faience ophogingspakket recent

wp10sp1 10 1 lineair donkergrijs-bruin, homogeen greppel post-middeleeuws

wp10sp2 10 1 lineair donkergrijs-groen-geel, heterogeen greppel post-middeleeuws

wp10sp3 10 1 rond donkergrijs, homogeen kuil post-middeleeuws

wp10sp4 10 1 lineair donkergrijs-geel, heterogeen greppel post-middeleeuws

wp10sp5 10 1 lineair donkerbruin-grijs, homogeen greppel post-middeleeuws

(35)

Vondstnr Werkput Vlak Spoornr Materiaalsoort Determinatie Datering

1 1 1 5 KER 1 oor van een jenever- of waterkruik in steengoed vroegmodern tot recent

2 1 1 10 KER 1 scherf steengoed vroegmodern tot recent

3 1 1 11 plastic rand recent

4 4 1 3 KER 1 scherf steengoed uit Raeren post-middeleeuws

5 7 1 7 KER 3 scherven grijs aardewerk laat-middeleeuws

6 7 1 9 KER 2 scherven witbakkend aardewerk laat-middeleeuws

7 8 1 spitsporen KER 1 rand in grijs aardewerk laat-middeleeuws

8 8 1 3 KER 1 rand in roodbakkend aardewerk, afgewerkt met glaspasta/engobe laat-middeleeuws

9 8 1 5 KER 1 scherf witbakkend aardewerk laat-middeleeuws

10 8 1 12 KER 15 scherven grijs aardewerk laat-middeleeuws

11 8 1 17 KER grape in rood aardewerk, spaarzaam afgewerkt met loodglazuur laat- tot post-middeleeuws

12 8 1 18 KER 2 scherven steengoed uit Raeren post-middeleeuws

13 9 1 1 KER 4 scherven roodbakkend aardewerk, al dan niet afgewerkt met loodglazuur post-middeleeuws

14 9 1 9 KER rand in rood aardewerk, afgewerkt met glazuur post-middeleeuws

15 9 1 10 KER 1 scherf en 2 tegelfragmenten in rood aardewerk afgewerkt met loodglazuur post-middeleeuws

16 9 1 12 KER 1 scherf steengoed post-middeleeuws

17 9 1 15 KER 4 scherven faience recent

18 10 1 1 KER 4 scherven rood aardewerk, al dan niet afgewerkt met loodglazuur post-middeleeuws 19 10 1 2 KER 6 scherven roodbakkend aardewerk, al dan niet afgewerkt met loodglazuur post-middeleeuws

20 10 1 3 GLAS 1 glasfragment post-middeleeuws

21 10 1 4 KER 4 scherven Rijnlands steengoed post-middeleeuws

22 10 1 5 KER 1 scherf rood aardewerk afgewerkt met loodglazuur, 1 oor in steengoed uit Raeren post-middeleeuws 23 7 1 AAVL KER 2 scherven grijs aardewerk, 1 scherf rood aardewerk laat- tot post-middeleeuws 24 8 1 AAVL KER 1 scherf vroeg steengoed, 1 scherf grijs aardewerk, 2 scherven rood aardewerk, 1 fragment van een wetsteen, 1 fragment maalsteen laat- tot post-middeleeuws

VONDSTENLIJST

Vondstnummer Determinatie Materiaal Datering

MD 1 (wp9sp1) blokgewicht lood post-middeleeuws

MD 2 (stort wp9) Vrouwelijke component lakenlood, prikkandelaar, duit West-Frisia (1626) koper, lood laat- tot post-middeleeuws

MD 3 (stort wp8) Kleding- of riemsluiting, knoop koper laat- tot post-middeleeuws

MD 4 (stort wp7) Riemhanger koper laat-middeleeuws

(36)

P

LANNENLIJST

Plan 1 Allesporenplan bestaande toestand Plan 2 Allesporenplan nieuwe toestand

Plan 3 Allesporenplan op Atlas der Buurtwegen Plan 4 Afbakening opgraving

(37)

W P 1

W P 2

W P 3

W P 4

W P 1 0

W P 5

W P 6

W P 9

W P 8

W P 7

W P 1 1

(38)

4 .6 0 N ie t bin de nd e ind ic atiev e a an duid in g tra ge v erbin ding 1 7 .6 0 31.70 13.12 4.71 9.79 2 7 .0 0 8.80 9 .3 4 8 .3 4 25.95 1 8 .7 5 9 .0 0 9 .0 0 9 .0 0 4.69 9 .0 0 9 .0 0 9 .0 0 2 0 .9 3 9 .2 2 4.71 16.35 17.35 17.35 17.35 17.35 17.35 17.35 12.00 1 9 .8 2 28.79 15.46 3 2 .1 6 17.94 1 0 .3 8 1 0 .3 8 1 2 .3 8 17.35 3.00 9.76 9 .2 1 18.00 9.20 5.00

556m²

20.00 9.15 3 0 .0 0 10.51 3 0 .0 0

275 m²

9.14 9.16 11.39 3 5 .9 4 3.46 10.62

274m²

3 0 .0 0 10.48 3 0 .0 0

315 m²

10.09 30 .0 0 10.09

303 m²

12.44 2 6 .9 8 4.73 9.60

374 m²

1 5 .0 0 17.02 4 2 .9 8 10.32 4 7 .1 6 9.49 26.70

462m²

3 0 .3 5 5.27

427m²

19.47 4.94 2 7 .3 5 20 .7 5 1 0 .1 4 3 0 .0 0 7.10

334 m²

382m²

12.79 9 .3 4 31.70 1 1 .3 4 28.70

358m²

4.71

296m²

458m²

31.95 32.60

288m²

32.89

290m²

294 m²

33.77

292m²

300 m²

2 .2 4 34.40

308 m²

521m²

1 5 .0 0

318m²

758m²

389m²

327m²

327m²

31.56

579m²

18.63 3 2 .0 0

521m²

10.15 11.0 1

521m²

2 4 .2 1 1 0 .3 8 31.56

521m²

1 0 .3 8 31.56

521m²

9 .3 8 4.71

521m²

28.56 8 .5 0

521m²

32.42 3 4 .6 2 3 3 .1 3 28.85 4.71 1 5 .6 0 20.6 5 31.62 3 2 .2 9 71.28

1.197 m²

544 m²

847m²

546 m²

5 .0 0 5 .0 0 5.00 5.0 0 1 5 .0 0 5 .0 0 3.00 3.00 3.00 1 5 .0 0 5 .0 0 3.00 5.00 15 .00 5.00 5.00 3 .00 6 .00 15.00 3.0 0 3 .00 3 .00 3.0 0 15.00 15.00 3 .00 3.0 0 3 .0 0 5 .0 0 5 .00 15.00 15.00

4.613m²

5.00 15.00 3 .0 0 3 .0 0 2.00 5.00 5.00 5.0 0 3.00 15 .00 1 5.0 0 1 5.0 0 3.00 15.00 5.00 3 .0 0 3 .0 0 15.00 15.00 5.00 5 .0 0 1 5.0 0 3.00 3.00 3.00 3.00 3.00 3.00 15 .00 3.00 3.00 3.00 3.00 15 .00 15 .00 3.00 3.00 15 .00 3.00 3.00 3.00 3 .0 0 5 .0 0 5.00 3.00 3.00 5 .0 0 1 Verplicht aan te sluiten

op wachtgevel

33 22

21

PROJECTZONE A

min. 25 wo/ha max. 35 wo/ha

34 35 7 6 10 23 11 24 12 19 20 13 14 15 16 17 26 28 27 PROJECTZONE B

min. 25 wo/ha max. 35 wo/ha

25 30 32 31 29 18 8 9 1 2 3 4 5 31.95 34.40 32.16 9 .0 0 36.30 32.38 11.0 1 2 0 .9 3 32.60 36.07 2 7 .0 0 19.35 3 0 .0 0 1 5 .0 0 11.35 3 0 .0 0 17.35 3 0 .0 0 17.35 3 0 .0 0 17.35 3 0 .0 0 17.35 3 0 .0 0 17.35 3 0 .0 0 03 .0 0 17.35 24.14 26.52 31.70 6 .7 9 9 .0 4 1 .0 4 7 .9 7 9 .0 0 9 .0 0 9 .0 0 6 .6 9 7 15 13 11 9 5 3 A 3 19 40 7 5 3 1 38 40 36 32 34 26 24 huis ROOILIJN - Gemeenteraadsbesluit 28/09/1873 -B.D. 27/10/1873 ROOILIJN - Gemeenteraadsbesluit 28/09/1873 -B.D. 27/10/1873 AARD EWEG TE BE HOUD EN TOT V OLLED IGE ONTW IKKELI NG VE RKAVELI NG zwembad WOONGEBIED AGRARISCH GEBIED WOONGEBIED AGRARISCH GEBIED be rg in g 2.80 2.60 2 .7 0 2 .5 0 0 .5 0 R : 1 0.00 R : 4 .13 R : 6.0 0 R : 18 .00 R : 4 .50 4.00 7 .3 1 2.60 1 .0 0 4.60 5.60 10.00 4 .6 0 5 .60 3 .7 0 3 .7 0 2.5 0 4.60 3.70 5.20 12.00 3.70 3 .7 0 3 .2 0 1 2 .0 0 3 .2 0 5 .6 0 4 .6 0 3 .7 0 1 2 .0 0 3 .7 0 3 .2 0 5 .6 0 4 .6 0 3 .7 0 3 .2 0 4 .00 5 .00 6.0 0 8.00 5.30 12.00 5.60 3.70 4.60 3.70 2.60 5 .6 0 12.00 5.60 3 .0 0 3 .0 0 1 4 .6 0 4.71 28.70 3 .00 3.0 0 3.00 3.00 1 0 .00 5.00 1 0 .0 0 5.00 10.08 3 .0 0 1 2 .0 0 12.00 5 .0 0 5.00 3.00 5 .0 0 R : 10 .00 4.60 5.60 5 .7 5 6 .0 5 7 .0 0 2.52 Sc hra nss tra at - B uu rtw eg nr. 29 Be ton str aa tste ne n Uilenberg - Buurtweg nr.1 Cement-Betonverharding

Heuvelstraat - Betonstraatstenen 11.707 11.768 1 1 .3 6 7 1 1 .5 5 9 11 .69 1 11.658 Sectie C nr. 20/A Sectie C nr. 37/K6 S e c ti e C d l. n r. 3 0 /T S e c ti e C n r. 3 0 /R S e c ti e C d l. n r. 3 0 /L S e c ti e C d l. n r. 3 5 /G S e c ti e C d l. n r. 3 4 /D S e c ti e C d l. n r. 1 9 /L 2 S e c ti e C d l. n r. 1 9 /K 2 S e c ti e C n r. 1 9 /R 2 S e c ti e C n r. 1 9 /C 3 S e c ti e C n r. 1 9 /S 2 S e c ti e C d l. n r. 3 0 /M Sectie C nr. 69/D Sectie C nr. 69/C Sectie C nr. 69/F Sectie C nr. 23/A Sectie C nr. 19/M2 Sectie C nr. 19/E3 Sectie C nr. 19/D3 Sectie C dl.nr. 70/A Sectie C nr. 68/A Sectie C nr. 39/W Sectie C nr. 39/V Sectie C nr. 39/C2 Sectie C nr. 39/E2 Sectie C nr. 39/G2 Sectie C nr. 65/D S e c ti e C n r. 1 9 /F 3 Sectie C nr. 42/N Sectie C dl.nr. 70/A

W P 1

W P 2

W P 3

W P 4

W P 1 0

W P 5

W P 6

W P 9

W P 8

W P 7

W P 1 1

(39)

W P 1

W P 2

W P 3

W P 4

W P 1 0

W P 5

W P 6

W P 9

W P 8

W P 7

W P 1 1

10.80 10.86 10.93 12.26 11.66 12.30 11.36 12.44 11.95 12.39 11.90 12.39 11.88 12.37 11.87 12.30 11.78 12.09 11.63 12.04 11.43 11.95 11.58 12.04 11.44 11.34 10.94 11.24 10.70 11.16 10.73 11.16 10.65 10.99 10.67 11.11 11.70 11.02 10.51 10.93 10.55 10.89 10.46 11.40 10.82 11.20 10.80 11.17 10.77 11.23 10.78 11.22 10.66 11.13 10.71 11.04 10.65 11.15 10.66 11.03 10.69 11.35 10.66 11.01 12.03 11.80 10.94 12.03 11.95 12.45 12.22 11.16 12.05 11.05 12.12 11.66 12.19 12.31 12.67 12.63 12.54 12.26 12.32 12.28 11.98 11.49 11.34 11.34 11.38 11.51 11.65 11.79 10.80 10.85 10.90 10.90 11.52 11.29 11.52 11.12 11.55 11.06 11.45 10.88 11.39 10.80 11.29 10.78 11.24 10.63 11.27 10.35 11.33 10.77 11.15 10.67 11.12 10.72 11.07 10.59 11.09 10.58 11.02 10.53 10.88 10.41 11.39 10.62 11.37 10.45 11.36 10.63 11.26 10.50 11.39 10.53 11.31 10.60 11.38 10.67 11.41 10.64 11.41 11.36 11.42 10.79 11.35 10.81 11.33 10.52 11.58 10.78 10.82 10.93 11.61 11.61 10.90 11.70 10.96 11.71 10.76 11.48 10.79 11.49 10.76 11.68 10.87 11.48 10.86 11.46 10.78 11.66 10.86 11.65 10.97 11.73 11.16 11.47 10.73 11.55 10.97 11.98 10.96 11.64 10.99 11.94 10.94 12.13 11.00 12.41 11.27 12.10 11.17 12.54 11.72 12.40 11.53 12.77 12.45 12.61 11.76 12.60 12.29 12.56 11.93 12.62 12.29 12.65 12.16 12.67 12.36 12.84 12..39 12.82 12.48 12.97 12.28 12.91 12.10 11.68 10.83 11.70 10.95 11.76 10.93 10.90 10.85 11.86 12.38 12.06 11.98 11.88 11.84 10.92 11.87 10.97 11.87 11.23 12.01 11.24 12.01 12.18 12.17 11.31 11.21 12.07 11.15 12.18 11.30 12.34 11.67

HERENTHOUT - Heuvelstraat / Uilenberg OE-vergunning 2015 - 454 Archeologische prospectie 12-13/10/2015 Legende: werkputten en werkputnummers profielputten profielputten in de werkput niveau maaiveld in m TAW

11.97 12.58 12.17 12.71 12.32 12.83 12.55 12.89 12.53 12.90 12.38 12.80 12.31 12.66 12.40 12.75 12.45 12.80 12.13 12.85 12.05 12.96

niveau aangelegd vlak in m TAW sporen en spoornummers

grens verkaveling / afgebakende zone 12.45

12.22

(40)

W P 4

W P 1 0

W P 9

W P 8

W P 7

W P 1 1

10.80 10.86 10.93 10.99 11.70 11.22 11.35 10.66 11.01 12.03 11.80 10.94 12.03 11.95 12.45 12.22 11.16 12.05 11.05 12.12 11.66 12.19 12.31 12.67 12.63 12.54 12.26 12.08 11.82 12.32 12.28 11.98 11.49 11.36 11.43 11.34 11.34 11.38 11.51 11.65 11.79 10.80 10.85 10.90 10.90 11.39 10.62 11.37 10.45 11.36 10.63 11.26 10.50 11.39 10.53 11.31 10.60 11.38 10.67 11.41 10.64 11.41 11.36 11.42 10.79 11.35 10.81 11.33 10.52 11.58 10.78 10.82 10.93 11.61 11.61 10.90 11.70 10.96 11.71 10.76 11.48 10.79 11.49 10.76 11.68 10.87 11.48 10.86 11.46 10.78 11.66 10.86 11.65 10.97 11.73 11.16 11.47 10.73 11.55 10.97 11.98 10.96 11.64 10.99 11.94 10.94 12.13 11.00 12.41 11.27 12.10 11.17 12.54 11.72 12.40 11.53 12.77 12.45 12.61 11.76 12.60 12.29 12.56 11.93 12.62 12.29 12.65 12.16 12.67 12.36 11.68 10.83 11.70 10.95 11.76 10.93 10.90 10.85 11.86 11.88 11.84 10.92 11.87 10.97 11.87 11.23 12.01 11.24 12.01 12.18 12.17 11.31 11.21 12.07 11.15 12.18 11.30 12.34 11.67

HERENTHOUT - Heuvelstraat / Uilenberg

OE-vergunning 2015 - 454

Archeologische prospectie 12-13/10/2015 - AFBAKENING

Legende:

werkputten en werkputnummers

profielputten

profielputten in de werkput

niveau maaiveld in m TAW

11.97 12.58 12.17 12.71 12.32 12.83 12.55 12.89 12.53 12.90 12.38 12.80 12.31 12.66 12.40 12.75 12.45 12.80

niveau aangelegd vlak in m TAW

sporen en spoornummers

grens verkaveling / afgebakende zone

12.45

12.22

ARCHEBO - Erkend Archeoloog Jan Claesen - Merelnest 5 - 3470 Kortenaken - jan@archebo.be

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

En dat zou niet moeten: de provincies moeten assertiever zijn als ze landschappelijke belangen willen beschermen.. Toch hoeven provincies niet machteloos toe te

Met de nieuwe sensoren en satellietbeelden zou het mogelijk moeten zijn om ziekten en plagen vroegtijdig in het gewas op te sporen (detectie van besmettingshaarden) en

Daarnaast is de mechanische eenheid van belang, bijvoorbeeld bij het machinaal planten; - De hoeveelheid wit is bij gebruik van een plug meestal minder als bij een losse plant; -

Iets minder effectief, maar makkelijker, is een jute zak waar slakken zich onder kunnen verschuilen.. • Als (op basis van signalering) problemen met slakken zijn te verwachten, dan

Uit leliewortels met symptomen van het onbekende wortelrot zijn schimmels en bacteriën gevonden waarvan uit eerder onderzoek is gebleken dat ze niet in staat waren om in

De Kenniskring Weidevogels van het Ministerie van LNV, ingesteld in 2006, houdt zich bezig met de vraag welke kennis over weidevogels nodig is om te komen tot een

figuur 12: Totale kostprijs van een enkel geproduceerde pootvis van 5 gram (beneden) of 40g (boven) uitgezet tegen het uurloon voor de arbeid... De elektriciteitskosten kunnen

Mensen die via de media aan informatie komen zijn minder goed op de hoogte van de melkveehouderij en hebben een negatiever beeld dan mensen die hun kennis van de melkveehouderij uit