• No results found

Archeologische opgraving aan de Eikenlaan te Bilzen. Onderzoek uitgevoerd in opdracht van de stad Bilzen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Archeologische opgraving aan de Eikenlaan te Bilzen. Onderzoek uitgevoerd in opdracht van de stad Bilzen"

Copied!
18
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Prospectie met ingreep in de bodem aan de

Eikenlaan te Bilzen.

Onderzoek uitgevoerd in opdracht van

het OCMW Bilzen.

Joris Steegmans & Petra Driesen

September 2010

ARON bvba

(2)

ARON-RAPPORT 96

P

ROSPECTIE MET INGREEP IN DE BODEM AAN DE EIKENLAAN TE

B

ILZEN

O

NDERZOEK UITGEVOERD IN OPDRACHT VAN HET

OCMW

B

ILZEN

.

Joris Steegmans en Petra Driesen

Sint-Truiden

2010

(3)

Colofon

ARON rapport 96 - Prospectie met ingreep in de bodem aan de Eikenlaan te Bilzen. Onderzoek uitgevoerd in opdracht van het OCMW Bilzen.

Opdrachtgever: OCMW Bilzen

Projectleiding: Petra Driesen

Uitvoering veldwerk: Joris Steegmans, Dries Paumen

Auteurs: Joris Steegmans, Petra Driesen Bijdragen: /

Foto’s en tekeningen: ARON bvba (tenzij anders vermeld)

Op de teksten, foto’s en tekeningen geldt een auteursrecht. Gelieve ons de wens om gebruik te maken van de teksten of illustraties schriftelijk over te maken op info@aron-online.be

Zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van ARON bvba mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, bewerkt, en/of openbaar gemaakt door middel van web-publicatie, druk, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze ook.

ARON bvba Archeologisch Projectbureau Diesterstraat 44, bus 201 3800 Sint-Truiden www.aron-online.be info@aron-online.be tel/fax: 011/72.37.95

(4)

Inhoudstafel

Inleiding

1. Het onderzoeksgebied………... 1

1.1 Algemene situering……… 1

1.2 Historische achtergrond……… 2

1.3 Vroeger archeologisch onderzoek……….. 4

2. Het archeologisch onderzoek………. 4

2.1 Doelstelling………. 4

2.2 Verloop……… 4

2.3 Methodiek……….. 4

3. Onderzoeksresultaten………... 5

3.1 Bodemopbouw………... 5

3.2 Gaafheid van het terrein………... 5

3.3 De archeologische sporen en vondsten………... 5

Conclusie en aanbevelingen ………... 6 Bijlagen

Bijlage 1: Administratieve gegevens Bijlage 2: Fotolijst

Bijlage 3: Inplantingsplan proefsleuven Bijlage 4: Bodemprofiel

(5)

Inleiding

Naar aanleiding van de bouw van serviceflats in de Zuid-Oost-Limburgse stad Bilzen achtte de Intergemeentelijke Onroerend Erfgoeddienst ZOLAD+ een prospectie met ingreep in de bodem noodzakelijk. Dit proefsleuvenonderzoek, dat geen archeologische sporen of vondsten opleverde, werd op 10 september 2010 uitgevoerd door het archeologisch projectbureau ARON bvba uit Sint-Truiden en dit in opdracht van het OCMW van Bilzen.

Fig. 1: Kaart van België met aanduiding van het onderzoeksgebied. (Bron: NGI 2002)

1. Het onderzoeksgebied

1.1 Algemene situering

Het onderzoeksgebied is gelegen aan de Eikenlaan, vlakbij het Rusthuis Demerhof, ten zuidwesten van de huidige stadskern van Bilzen (Fig. 2). Het terrein - met kadastrale referentie: afdeling 1, sectie H en de perceelnummers 901G, 938L en 938M van het kadaster van Bilzen - beslaat een totale oppervlakte van ca. 2.500 m².

Het onderzoeksterrein, dat zich op de rand van de Demervallei (TAW=55m) situeert, wordt gekenmerkt door een Aep-bodem (Fig.3), zijnde een natte leembodem zonder profielontwikkeling. In het noordwesten van het projectgebied bevindt zich een matig droge leembodem zonder profielontwikkeling (Acp). Een 50-tal meter naar het oosten, in de richting van de Demer, zijn volgens de bodemkaart sterk vergraven gronden aanwezig. Aangezien vroeger archeologisch onderzoek1 reeds heeft aangetoond dat ten westen van het projectgebied eveneens vergraven gronden aanwezig zijn, wordt vermoed dat ook dit terrein mogelijk opgehoogd of verstoord is.

Het terrein was tot kort voor het onderzoek braakliggend.

1

STEEGMANS J. en P.DRIESEN 2010: Archeologische opgraving aan de Eikenlaan te Bilzen, (ARON rapport 92), Sint-Truiden.

(6)

Aron rapport 96 Bilzen - Eikenlaan OCMW 2

Fig.2: Kleurenorthofoto met aanduiding van het projectgebied (rood). Schaal 1:5000 (bron:AGIV).

Fig. 3: Topografische bodemkaart met aanduiding van het onderzoeksgebied (geel). Schaal 1:10.000 (bron: AGIV).

1.2 Historische achtergrond

De stichting van de parochie Bilzen zou opklimmen tot de achtste of negende eeuw, tijdens de tweede golf van kerstening. De abdij van Munsterbilzen zou aan de basis van deze stichting liggen. De oudste geschreven vermelding van Bilzen dateert uit ca. 950. De stad wordt dan aangeduid met de naam

Belisia. De oudste vermelding in het Nederlands, Belsen, stamt uit 1178. Deze naam is van Keltische

oorsprong en zou ‘veld’ of ‘landeigendom’ betekenen.

De geschiedenis van Bilzen in de elfde en twaalfde eeuw hangt nauw samen met de heerlijkheid van Kolmont, die leengoederen bezat in Bilzen en omgeving. In 1170 werd het territorium Bilzen-Kolmont ingelijfd bij dat van de graven van Loon. Sindsdien vormde Bilzen samen met Kolmont, Brustem en Montenaken de zuidelijke verdedigingsgordel tegen de expansiedrift van het prinsbisdom Luik. Mogelijk werden aan Bilzen in datzelfde jaar de Loonse stadsrechten toegekend. Bilzen kreeg in de loop der eeuwen dan ook het uitzicht van een versterkte stad met wallen, grachten en drie stenen poorten: de Nuts- of Hasseltse Poort, de Pijpen- of Kempische Poort en de Maastrichterpoort.

Bilzen kende ook later nog een zeer woelige geschiedenis. In 1366 werd het graafschap Loon, en dus ook Bilzen, ingelijfd bij het prinsbisdom Luik. In 1483, tijdens de Luikse Successieoorlog, werd de stad uitgemoord en platgebrand. In 1576 werd Bilzen geplunderd door het Duitse garnizoen dat uit Maastricht was verjaagd. De stad werd opnieuw in brand gestoken in 1636. Ditmaal door de Kroatische troepen van Jan van Weert. In 1654 werd de stad overvallen door troepen van de hertog van Lorreinen. In 1678 werd door de militaire gouverneur van Maastricht, Calvo, het bevel gegeven om Bilzen in brand te steken en een deel van de vestingen te ontmantelen.

Ook de eerste helft van de 18de eeuw werd gekenmerkt door verwoestingen, inkwartieringen, hongersnood en epidemieën. Tijdens de Franse Revolutie had Bilzen te lijden van militaire opeisingen. Bij de Belgische onafhankelijkheid in 1830 had Bilzen geen bezittingen meer. In 1977 fusioneerde Bilzen met twaalf omliggende dorpen2.

2MAURISSEN F., e.a., 2000: Groot Bilzen. Een eeuw fotografische impressies. Het lees- en kijkboek van en over

Groot-Bilzen, pp. 11-13; WOUTERS, W. en B. COOREMANS, 1994: Noodonderzoek in de Sint-Mauritiuskerk te Bilzen (prov. Limburg), in: Archeologie in Vlaanderen, IV, Zellik, pp. 169-170; http://www.oud-limburg.be/art6-3.html; http://inventaris.vioe.be/dibe/geheel/20349; http://inventaris.vioe.be/dibe/geheel/116.

(7)

Uit cartografische bronnen uit de 18de eeuw, zoals de kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden opgenomen op initiatief van graaf de Ferraris (1771-1778), blijkt dat het onderzoeksgebied in die

periode in de natte beemden langs de Demer gelegen was (Fig.4).

Fig. 4: Detail uit de kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden met aanduiding van het onderzoeksgebied (rood) (Bron:Koninklijke Bibliotheek van België).

De Atlas van de Buurtwegen uit 1845 (Fig.5) toont aan dat het onderzoeksterrein in die periode niet bebouwd was.

Fig. 5: Detail uit de Atlas van de Buurtwegen van Hasselt met aanduiding van het projectgebied (rood). (bron: GIS Provincie Limburg).

De topografische kaart uit 1877 (Fig. 6) toont eenzelfde beeld als de voorgaande kaarten.

Fig. 6. Detail uit Topografische kaart van 1877 met aanduiding van het projectgebied (rood). (bron: Le patrimoine cartographique de Wallonie).

(8)

Aron rapport 96 Bilzen - Eikenlaan OCMW 4

1.3 Vroeger archeologisch onderzoek

In het onderzoeksgebied zelf werd tot op heden nog geen archeologisch onderzoek uitgevoerd. Ook in de directe omgeving van het onderzoeksgebied zijn, ondanks veelvuldig onderzoek nog geen archeologische resten aangetroffen. Een kleinschalig onderzoek dat uitgevoerd werd naar aanleiding van de uitbreiding van de sporthal3, ten westen van het projectgebied, leverde geen archeologische sporen of vondsten op. Dit heeft grotendeels te maken met de vondstomstandigheden (verstoringen) en de historiek van de omgeving (stort).4

2. Het archeologisch onderzoek

2.1 Doelstelling

De opdracht bestond uit het uitvoeren van een archeologisch proefsleuvenonderzoek. Dergelijk onderzoek beoogt een ruimtelijke en inhoudelijke analyse van eventueel aanwezige archeologische sporen op het onderzoeksterrein. Na evaluatie van de onderzoeksresultaten kan het onderzoeksterrein al dan niet archeologievrij worden verklaard. In geval van relevante archeologische bodemsporen kan in samenspraak met de bouwheer en de erfgoedconsulente de inrichting van het terrein eventueel worden bijgestuurd, of een onderbouwde selectie van bedreigde en te onderzoeken zones worden opgemaakt.

Conform de ‘Bijzondere voorwaarden’ opgelegd door de Intergemeentelijke Onroerend Erfgoeddienst ZOLAD+ bestond het veldwerk uit een evaluatie van het gebied door middel van het aanleggen van parallelle proefsleuven met een dekkingsgraad van 10%. Uitgaande van een oppervlakte van ca. 0.25 ha komt dit neer op een te onderzoeken oppervlakte van 250 m².

2.2 Verloop

Voorafgaandelijk aan het onderzoek werd op naam van Joris Steegmans een vergunning voor het uitvoeren van een prospectie met ingreep in de bodem bij het Agentschap Ruimte en Erfgoed, Onroerend Erfgoed van de Vlaamse Overheid aangevraagd. Deze vergunning werd op 04-08-2010 afgeleverd onder dossiernummer 2010/263 (10-26252) De vergunning voor het gebruik van een metaaldetector werd afgeleverd onder dossiernummer 2010/263(2) (10-24709).5

Het onderzoek, in opdracht van het OCMW Bilzen, stond onder leiding van projectverantwoordelijke Petra Driesen en werd op 10 september uitgevoerd door Joris Steegmans en Dries Paumen. Edgard Gaens stond in voor de aanleg van het vlak.

De te bebouwen zone werd voorafgaandelijk aan het onderzoek op het terrein uitgezet door Geotec studiebureau bvba.

2.3 Methodiek

De percelen 901G, 938L en 938M werden onderzocht door middel van twee parallelle, NZO en W-O geörienteerde proefsleuven met een totale oppervlakte van 350 m²6. Deze proefsleuven werden aangelegd binnen de te bebouwen zone uitgezet door de landmeter. Bij de uitwerking van het onderzoek bleek dat sleuf 1a, ondanks de markeringen aanwezig op het terrein, gedeeltelijk buiten het onderzoeksgebied was aangelegd.

33STEEGMANS J. en P.DRIESEN 2010: Archeologische opgraving aan de Eikenlaan te Bilzen, (ARON rapport 92), Sint-Truiden.

4

Bijzondere voorschriften bij de vergunning voor een definitieve opgraving (‘Programma van Eisen’) Bilzen, Eikenlaan Bouw sporthal – De Kimpel, p. 2.

5

Bijlage 5. Vergunningen.

(9)

In het noordwestelijke deel van het onderzoeksterrein bevonden zich enkele grote bomen binnen het tracé van de proefsleuven. Deze werden hierdoor onderbroken over een lengte van ca. 13 meter. De proefsleuven werden machinaal aangelegd op een diepte van ca. 60 cm onder het maaiveld; d.i. de diepte waarop de funderingen van de te bouwen serviceflats zullen worden uitgegraven. De afstand tussen deze proefsleuven bedroeg ca. 7 m. Ter hoogte van het noordoostelijke uiteinde van proefsleuf 1a werd een ca. 120 cm diepe proefput aangelegd. Het bodemprofiel in deze proefput werd opgeschoond, gefotografeerd en geregistreerd. Bij de uitwerking van het onderzoek werd een databank opgesteld met een fotolijst7. De veldtekening en de dagrapporten werden gedigitaliseerd.

3. Onderzoeksresultaten

3.1 Bodemopbouw

Over de volledige werkput werd eenzelfde bodemopbouw aangetroffen (Fig.7). Deze bestond uit verschillende pakketten aangevoerde grond die de natuurlijke bodem afdekten8: tot op een diepte van ca. 90 cm onder het maaiveld wisselden gele, zandige lagen en grijze lemige lagen elkaar af. Deze lagen hadden een bijmenging bestaande uit spikkels baksteen, houtskool en steenkool. Hieronder bevond zich een blauwgrijs lemig pakket met een bijmenging van spikkels baksteen en een fragment porselein. De natuurlijke bodem werd niet aangetroffen. Wegens de eerder beperkte diepte van de toekomstige funderingen - i.e ca. 60 cm onder het maaiveld - werden de sleuven in dit pakket aangevoerde grond aangelegd

Fig. 7: Noordelijk profiel in sleuf 1a.

3.2 Gaafheid van het terrein9

Tot kort voor de aanvang van de werken was het terrein braakliggend. In de noordwestelijke hoek van het terrein bevonden zich enkele grote bomen die het archeologisch vlak mogelijk verstoren. Parallel aan deze zuidwest-noordoost georiënteerde bomenrij lag een middenspanningskabel waarvan de aanleg eveneens mogelijk aanwezige archeologische sporen vernield kan hebben.

Ten zuiden van de bomenrij en de middenspanningskabel werd in het vlak van de proefsleuven een grote zone aangesneden vol bouwpuin, baksteen, beton en plastic.

3.3 De archeologische sporen en vondsten

Er werden geen archeologische sporen of vondsten aangetroffen. Indien aanwezig, bevinden deze zich mogelijk onder de aangevoerde grond.

7

Bijlage 2. Fotolijst. 8Bijlage 4. Bodemprofiel.

(10)

Aron rapport 96 Bilzen - Eikenlaan OCMW 6

Conclusie en aanbevelingen

Op 10 september 2010 werd door ARON bvba aan de Eikenlaan te Bilzen in opdracht van het OCMW van Bilzen een prospectie met ingreep in de bodem uitgevoerd. In kader van dit onderzoek werden tussen de Eikenlaan en het Rusthuis Demerhof twee parallelle proefsleuven aangelegd. Deze besloegen een oppervlakte van ca. 350 m².

Tijdens het onderzoek bleek dat de bodem tot op een diepte van minimaal 120 cm onder het maaiveld uit aangevoerde grond bestond. Wegens de eerder beperkte diepte van de toekomstige funderingen - i.e ca. 60 cm onder het maaiveld - werden de sleuven in dit pakket aangevoerde grond aangelegd waardoor er geen archeologische sporen werden aangetroffen.

Op basis van de resultaten van het proefsleuvenonderzoek wordt voor het onderzoeksgebied geen vervolgonderzoek geadviseerd.

Bovenstaande aanbevelingen dienen louter ter advisering van het bevoegd gezag zijnde de afdeling Onroerend Erfgoed Vlaanderen van het Agentschap Ruimtelijke Ordening. Een definitieve beslissing tot het al of niet uitvoeren van een vervolgonderzoek ligt dan ook bij dit bevoegd gezag.

Indien U nog vragen heeft, kan u steeds contact opnemen met de ZOLAD+ (Tim Vanderbeken, Riemst) en de bevoegde erfgoedconsulente van het Agentschap R-E Vlaanderen, Onroerend Erfgoed Limburg (Ingrid Vanderhoydonck).

agentschap R-E Vlaanderen, Onroerend Erfgoed Limburg Vlaams Administratief Centrum

Tav Ingrid Vanderhoydonck Koningin Astridlaan 50 bus 1 3500 Hasselt

tel. 011/74.21.18

(11)

Bijlagen:

• Administratieve gegevens

• Fotolijst

• Inplantinsplan proefsleuven

• Bodemprofiel

• Vergunningen

(12)

Projectcode: BI-10-OCMW Opdrachtgever: OCMW Bilzen

Hospitaalstraat 15

3700 Bilzen

Opdrachtgevende overheid: agentschap Ruimte en Erfgoed, Onroerend Erfgoed van de Vlaamse Overheid

Dossiernummer vergunning: 2010/263

Vergunninghouder: Steegmans Joris

Aard van het onderzoek: Prospectie met ingreep in de bodem Begin vergunning: 12 augustus 2010

Einde vergunning: 08 september 2010 Provincie: Limburg Gemeente: Bilzen Deelgemeente: Bilzen Adres: Eikenlaan

Kadastrale gegevens: Kadaster Bilzen, 1e afdeling, sectie H, perceelnummers 901G, 938L en 938M

Coördinaten: X: 230620, Y: 173450 Totale oppervlakte: 2500 m²

Te onderzoeken: 250 m²

Bodem: Acp

Archeologisch depot: ZOLAD+

Maastrichtersteenweg 2b

(13)

BI-10-OCMW Fotolijst 1

805 Overzicht / 1 Toestand van het terrein vóór de start van de werkzaamheden ZO

806 Werkfoto 1a 1 Overgetrokken kabels /

807 Overzicht 1, 2 1 Het terrein na afloop van de werkzaamheden NW

808 Overzicht 1, 2 1 Het terrein na afloop van de werkzaamheden NW

809 Overzicht 1, 2 1 Het terrein na afloop van de werkzaamheden NW

810 Overzicht 1, 2 1 Het terrein na afloop van de werkzaamheden NW

811 Overzicht 1, 2 1 Het terrein na afloop van de werkzaamheden NW

812 Overzicht 1a 1 Deel 1 OZO

813 Overzicht 1a 1 Deel 1 OZO

814 Overzicht 2a 1 Deel 1 OZO

815 Overzicht 2a 1 Deel 1 OZO

816 Overzicht 2a 1 Deel 2 ZO 817 Overzicht 2a 1 Deel 2 ZO 818 Overzicht 2b 1 / ZO 819 Overzicht 2b 1 / ZO 820 Overzicht 1b 1 / ZO 821 Overzicht 1b 1 / ZO 822 Overzicht 1a 1 Deel 2 ZO 823 Overzicht 1a 1 Deel 2 ZO 824 Profiel 1a 1 N-profiel WZW 825 Profiel 1a 1 N-profiel WZW

(14)
(15)
(16)
(17)
(18)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze factoren zijn voor de jaren negentig alle bekend en elk seizoen kan vervolgens worden gekarakteriseerd door middel van een index die aangeeft hoe moeilijk of makkelijk

• 18: vrij lage gewasschade (ten dele op de bladranden), geen chlorose of verkleuring, matige groeireductie en vrij hoge reductie in biomassa: vrij goed selectief. • 19: vrij

Het toedienen van dierlijke mest in het voorjaar in graan moet in de uitstoelingsfase gebeuren.. De opbrengstschade is dan

Een recente screening in het laboratorium en in proefkassen van Wageningen UR Glastuinbouw toonde aan dat Amblyseius barkeri het meest effectief was als bestrijder van narcismijt

Bij petunia werden de trays niet besmet met Chalara elegans omdat bij petunia alleen het effect van de verschillende behandelingen op de groei van de zaailingen werd bepaald.. 5.2.4

Voor Hz 3.9 droge heide is een schatting gemaakt van de totale landelijke kosten voor het uitvoeren van extra beheersmaatregelen door het intensiveren van het beheer, waardoor een

Dood hout als locale bron voor vocht en nutriënten Van de objecten Pijpebrandje, Dassenberg, Gortel en Wevers- bergen zijn gedetailleerde metin- gen van het dode

generación de procesos autogestionarios que dotaran, primero a los facilitadores formados en el proceso y después a los agricul- tores con que ellos trabajan, de elementos para