• No results found

Archeologische prospectie met ingreep in de bodem te Diest - Bekkevoort - Halen, E3141 (bouwen van 10 windturbines)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Archeologische prospectie met ingreep in de bodem te Diest - Bekkevoort - Halen, E3141 (bouwen van 10 windturbines)"

Copied!
44
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Archeologische prospectie

met ingreep in de bodem te

Diest - Bekkevoort - Halen,

E314 (bouwen van 10

windturbines)

(2)
(3)

3

Archeologische prospectie met ingreep in de bodem te

Diest - Bekkevoort - Halen, E314 (bouwen van 10

windturbines)

(4)

4

Colofon

Opgraving Prospectie x

Vergunningsnummer: 2011/002

Naam aanvrager: SEVENANTS Walter

Naam site: Diest/Bekkevoort/Halen, E314

Project

Archeologische prospectie met ingreep in de bodem te Diest - Bekkevoort - Halen, E314 (bouwen van 10 windturbines)

Opdrachtgevers Limburg win(d)t nv Trichterheideweg 8, 3500 Hasselt Aspiravi nv Vaarnewijkstraat 17, 8530 Harelbeke Opdrachtnemer

Triharch onderzoek & advies bvba +32 (0)498 56 39 08

Heuve 25 info@triharch.be

B-3071 Erps-Kwerps, België BE 0817 490 759

Stuurgroep

Walter Sevenants, Triharch onderzoek en advies bvba Chris Wancour, Aspiravi nv en Limburg win(d)t nv Werner Wouters, Agentschap Ruimte & Erfgoed

Projectuitvoering

Jan Claesen, Triharch onderzoek en advies bvba Lina Cornelis, Triharch onderzoek en advies bvba Annika Devroe, Triharch onderzoek en advies bvba Roger Langohr, ASDIS vzw

Walter Sevenants, Triharch onderzoek en advies bvba

Met dank aan

Els Patrouille, Agentschap Ruimte & Erfgoed

Ingrid Vanderhoydonck, Agentschap Ruimte & Erfgoed

© 2011 Triharch onderzoek & advies bvba

Triharch aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen.

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag vermenigvuldigd of aangepast worden, opgeslagen worden in een geautomatiseerd gegevensbestand, en/of openbaar gemaakt worden in enige vorm of wijze ook, elektronisch, mechanisch, door fotokopie of enige andere wijze, zonder voorafgaandelijk toestemming van de opdrachtgever.

(5)

5

Inhoudsopgave

1. INLEIDING ... 6 2. OPDRACHTBESCHRIJVING ... 6 3. BUREAUONDERZOEK... 9 3.1. Fysisch-geografische context ... 9 3.2. Archeologische context ... 9

4. GEPLANDE RUIMTELIJKE ONTWIKKELING ... 11

5. ONDERZOEKSMETHODE(N) & -TECHNIEK(EN) ... 13

6. RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK ... 15

6.1. Archeologische waarnemingen en vondsten per proefsleuf... 15

6.2. Samenvatting van de archeologische vondsten & sporen ... 21

6.3. Detailanalyse van enkele “brandsporen” ... 21

7. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN ... 24

7.1. Afbakening van archeologische sites ... 24

7.2. Impact geplande ruimtelijke ontwikkeling op de archeologische relicten ... 24

7.3. Waardering en aanbevelingen ... 25

8. BIBLIOGRAFIE ... 26

9. AFKORTINGEN ... 26

(6)

6

1. Inleiding

Omwille van de toekomstige bouw van 10 windturbines met bijhorende infrastructuur werd aan de bouwheren door het Agentschap Ruimte & Erfgoed een archeologische prospectie met ingreep in de bodem opgelegd. De opdracht werd door de bouwheren, ASPIRAVI nv en LIMBURG WIN(D)T nv, toegekend aan Triharch onderzoek & advies bvba.

De startvergadering vond plaats op 17 december 2010. De prospectievergunning werd afgeleverd op 3 december 2010. Het archeologisch terreinwerk werd uitgevoerd van 19 januari 2011 tot en met 16 februari 2011. De eindvergadering volgde op 18 februari 2011. Een uitbreiding van het onderzoek, met name een bemonstering en bodemkundige analyse van enkele sporen, vond plaats op 3 maart 2011.

Dit document vormt het eindrapport van deze opdracht.

2. Opdrachtbeschrijving

Doel van dit archeologisch vooronderzoek was een archeologische evaluatie van het betrokken terrein. Hierbij werd geprobeerd een antwoord te vinden op volgende vragen:

- Zijn er sporen aanwezig?

- Zijn de sporen natuurlijk of antropogeen?

- Hoe is de bewaringstoestand van de sporen (goed, gebioturbeerd, …)? - Maken de sporen deel uit van één of meerdere structuren?

- Behoren de sporen tot één of meerdere periodes?

- Welke aspecten verdienen bijzondere aandacht bij een eventueel vervolgonderzoek? - Is er een verband met de eerder aangetroffen vondsten en sites in de omgeving? - Hoe veel archeologische niveaus kan men onderscheiden?

- Wat is de historisch landschappelijke context? - Hoe ziet de archeologische stratigrafie eruit?

De opgeleverde eindproducten omvatten (in overeenstemming met de bijzondere voorschriften):

- Het eindrapport, zowel digitaal (pdf) als op papier, met onder meer

o Een topografische situering van het gebied en de sites,

o Een bodemkundige omschrijving van het gebied,

o Een beschrijving van de toegepaste methode,

o De resultaten van het vooronderzoek met een beschrijving van de

aangetroffen sporen, structuren, hun bewaringstoestand,

o Een interpretatie van het geheel met datering van vondstmateriaal,

o Aanbevelingen voor verder archeologisch onderzoek (indien van toepassing),

- Plannen, zowel digitaal (dwg en pdf) als op papier, namelijk

o Een gegeorefereerd overzichtsplan van de proefputten

(werkputinplantingsplan),

o Gegeorefereerde plannen van de positieve sleuven met aanduiding van de

aangetroffen sporen en indien mogelijk een fasering op leesbare schaal (sporenplannen),

(7)

7

- Het digitaal archeologisch archief, met onder meer

o Het eindrapport,

o De inventarislijsten van het gerecupereerde vondstenmateriaal, van de

sporen met beschrijving, van alle plannen en van alle foto’s,

o De foto’s,

o De plannen,

o De (ingescande) terreinnotities,

- Het archeologisch vondstenmateriaal

De 11 onderzoekszones liggen langs de E314 in de volgende gemeenten: • Diest (Webbekom):

o D05a: afdeling 2 sectie C perceel 147 (partim), 49C en 148G

o D04: afdeling 2 sectie D percelen 40 (partim) en 67B (partim)

o WT-04: afdeling 2 sectie D perceel 65B

o D03: afdeling 2 sectie D percelen 71A en 74C (partim)

• Bekkevoort (Assent):

o D01: afdeling 2 sectie I perceel 178C (partim)

o D02: afdeling 2 sectie I perceel 168D (partim)

• Halen (Halen):

o WT-01: afdeling 1 sectie A perceel 263

o WT-02: afdeling 1 sectie A perceel 281

o WT-03: afdeling 1 sectie A perceel 458D

o WT-05: afdeling 1 sectie 1 percelen 532D en 533

(8)

8

(9)

9

3. Bureauonderzoek

3.1. Fysisch-geografische context

Op de bodemkaart van België zijn de onderzoekszones als volgt gekarteerd: • D-01: wLca (matig droge zandleembodem met textuur B horizont)

• D-02: gLAx (zeer droge tot matig natte zandleembodem met onbepaald profiel) • D-03: Lbp(c) (droge zandleembodem zonder profiel)

• D-04: wLca (matig droge zandleembodem met textuur B horizont) • D-05a: wLca (matig droge zandleembodem met textuur B horizont) • WT-01: Lbp (droge zandleembodem zonder profiel)

• WT-02 & CA-01: Lca (matig droge zandleembodem met textuur B horizont) • WT-03: Lca (matig droge zandleembodem met textuur B horizont)

• WT-04: Lca (matig droge zandleembodem met textuur B horizont) • WT-05: Lca (matig droge zandleembodem met textuur B horizont)

Figuur 2: Ligging van de onderzoekszones volgens de digitale Bodemkaart van België. (bron kaart: Agiv)

3.2. Archeologische context

In de Centraal Archeologische Inventaris staan volgende archeologische waarnemingen en vondsten vermeld (per vondstlocatienummer) in de omgeving van de onderzoekszones :

• 192: losse vondst van enkele lithische afslagen (datering onbekend)

• 555: losse vondst van enkele lithische artefacten (datering onbekend)

(10)

10

• 1325: vondstconcentratie lithisch materiaal (o.a. een bijltje) (neolithicum) en aardewerk (o.a. steengoedkruikje) ((post-)middeleeuws)

• 1336: losse vondst van enkele lithische afslagen (datering onbekend)

• 1344: losse vondst van lithisch materiaal (datering onbekend)

• 1687: losse vondst van een lithische afslag (datering onbekend)

• 1823: losse vondst van enkele lithische afslagen (datering onbekend)

• 1828: losse vondst van lithisch materiaal (datering onbekend)

• 1830: losse vondst van lithisch materiaal (datering onbekend)

• 55303: losse vondst van lithisch materiaal, slechts een klein aantal artefacten, onder meer een kleine ongevleugelde pijlpunt met brede hoekige schachtdoorn in grijs vleksilex (neolithicum)

Figuur 3. Overzicht van de vondstlocaties in de CAI – deel 1. (Bron: AGIV)

(11)

11

Deze locaties liggen nagenoeg allemaal ten noorden van de E314. Het betreft voornamelijk oppervlaktevondsten van lithische artefacten waarvan de datering, met uitzondering van enkele neolithische stukken, niet bepaald is.

Op basis van deze vondstmeldingen kunnen we afleiden dat de kans op het aantreffen van prehistorische strooivondstsites van lithische artefacten hoog is. Dit geldt zeker voor de onderzoekslocaties ten noorden van de E314. Maar ook ten zuiden van de E314 geldt een hoge verwachting omdat beide gebieden eenzelfde fysisch-geografische context kennen. Ondanks het ontbreken van meldingen van archeologische sites bestaande uit grondsporen, mag de aanwezigheid hiervan zeker niet uitgesloten worden.

Een open vraag blijft wat de bewaringstoestand van eventuele archeologische sites in de onderzoekslocaties zal zijn. De onderzoekslocaties bevinden zich namelijk meestal op de hoger gelegen, meer erosiegevoelige delen van het landschap.

4. Geplande ruimtelijke ontwikkeling

De ruimtelijke ingreep bestaat uit de bouw van 10 windturbines met bijhorende infrastructuur (bekabeling & middenspanning-cabine).

De bouwzone van een windturbine bestaat typisch uit een toegangsweg naar een werkvlak dat aansluit op het turbinevlak (of dit laatste omgeeft).

De diepte van het grondverzet verschilt per deelzone: de toegangsweg en het werkvlak worden max. 50 cm –Mv uitgegraven. Op het uitgegraven vlak wordt een geotextiel geplaatst, versterkt met een geogrid (type TENSAR TX160), waarop steenslag of betonpuin wordt gekapt. Bij een turbinevlak varieert de diepte van de uitgraving tussen 80 cm en 300 cm –Mv. Een MS-cabine wordt in principe 80 cm –Mv diep uitgegraven.

De oppervlakte van het grondverzet verschilt ook per deelzone: de breedte van een toegangsweg bedraagt standaard 4 m. De lengte is afhankelijk van de afstand van het werkvlak tot een nabijgelegen openbare weg. Waar het werkvlak rechtstreeks aansluit op een openbare weg, wordt geen toegangsweg aangelegd. De standaardoppervlakte van een werkvlak bedraagt 1.400 m² (incl. turbinevlak), van een turbinevlak 400 m² en van een MS-cabine 45 m².

(12)

12

Figuur 5. Aanleg van de toegangsweg naar windmolen WT-02. (Foto Chr. Wancour – Aspiravi nv)

De totale oppervlakte van het onderzoeksgebied (11 onderzoekslokaties) bedraagt 18.896

m². 1

toegangsweg werkvlak turbinevlak MS Cabine

standaard variabel 1.400 400 45 m² WT-01 220 1.406 400 1.626 m² WT-02 924 1.414 400 2.338 m² WT-03 440 1.360 400 1.800 m² WT-04 0 1.396 400 1.396 m² WT-05 0 1.814 400 1.814 m² D-01 0 1.417 400 1.417 m² D-02 1200 1.869 400 3.069 m² D-03 232 1.360 400 1.592 m² D-04 348 1.360 400 1.708 m² D-05 304 1.287 400 1.591 m² CA-01 0 500 45 545 m² Totaal 3.668 15.183 4.000 45 18.896 m² Totaal

Figuur 6. Oppervlakte van de geplande ruimtelijke ingrepen per onderzoekslocatie.

1

(13)

13

5. Onderzoeksmethode(n) & -techniek(en)

De methode van continue, parallelle sleuven werd gebruikt. Eerst werd op de kop van de proefsleuf een profielput aangelegd. Op basis van dit profiel werd het aantal archeologische niveau’s, en dus ook het aantal aan te leggen sleufniveau’s, bepaald. Hierbij werd vooral gekeken naar de potentiële ligging en bewaringstoestand van eventueel aanwezige prehistorische sites.

Bij het aantreffen van lithische artefacten of grondsporen werd de zone er omheen opgeschaafd om na te gaan of het een vondst/spoorconcentratie betreft. Bij de uitvoering van de archeologische prospectie werden geen sporen- of vondstconcentraties aangetroffen. Er werden dus geen archeologische boringen uitgevoerd, noch kijkvensters aangelegd.

In totaal werden 29 proefsleuven aangelegd met een gezamelijke oppervlakte van 2.552 m². Dit komt neer op 13,51% van het onderzoeksgebied.

(14)

14 WT-01 88 m² 80 m² 31 m² 89 m² WT-02 95 m² 92 m² 69 m² WT-03 95 m² 96 m² 149 m² WT-04 123 m² 101 m² WT-05 32 m² 30 m² CA-01 18 m² D-01 93 m² 91 m² D-02 69 m² 69 m² 294 m² D-03 86 m² 80 m² 66 m² D-04 78 m² 80 m² 150 m² D-05 97 m² 86 m² 25 m² oppervlakte proefsleuven: 2.552 m² oppervlakte onderzoeksgebied: 18.896 m² % dekking proefsleuven: 13,51% WP27 WP28 WP21 WP22 WP17 WP18 WP19 WP26 WP01 WP02 WP23 WP24 WP25 WP20 WP12 WP13 WP14 WP15 WP16 WP26' WP03 WP04 WP05 WP06 WP07 WP08 WP09 WP10 WP11

(15)

15

6. Resultaten van het onderzoek

6.1. Archeologische waarnemingen en vondsten per proefsleuf

6.1.1. WT-01 (WP3, WP4, WP5 & WP6)

In werkput WP3 was een grondspoor (WP3 S1) aanwezig dat mogelijk in verband te brengen is met colluviale afzetting of verspoeling.

In werkput WP4 werden aanlegvondsten geregistreerd. Het gaat hier om een lithisch artefact (AV1), wellicht nog in originele bodempositie. Maar er werd geen vondstconcentratie vastgesteld. Daarnaast werd ook een fragment vaatwerk aangetroffen (AV). Het gaat hier om een bodemfragment van (vermoedelijk) een bord, mogelijk post-middeleeuws van datering.

In werkputten WP5 en WP6 werden geen archeologische relicten vastgesteld. 6.1.2. WT-02 (WP7, WP8 & WP9)

In werkput WP7 werden twee fragmenten handgevormd aardewerk (AV1) ingezameld, mogelijk te dateren in de ijzertijd. Daarnaast werd nog een fragment blauwgrijze silex aangetroffen (datering onbepaald). Er werd geen vondstconcentratie vastgesteld.

In werkput WP8 werd een spoor (S1) aangetroffen: donkergrijs-zwarte-rood vlekkerig met sporen van sterke verbranding, verbrande brokken ijzerzandsteen, veel houtskoolbrokken,

verbrande leem aan de zijkanten2, gelegen onder een oude bouwvoor in het tertiair.

2

Op het terrein werd een aantal fragmenten verbrande leem uit de spoorvulling verkeerdelijk geïnterpreteerd als fragmenten vaatwerk in aardewerk.

(16)

16

Figuur 8. Spoor S1 in werkput WP8. (Foto Triharch)

In WP8 werden eveneens enkele fragmenten aardewerk als aanlegvondst ingezameld, vermoedelijk uit de ijzertijd daterend.

In werkput WP9 werden geen archeologische relicten aangetroffen. 6.1.3. WT-03 (WP10, WP11 & WP12)

In werkput WP10 werden geen archeologische relicten aangetroffen. In werkput WP11 werden volgende sporen aangetroffen:

- S1: donkerbruin-bruin gevlekt met weinig spikkels houtskool, verbrande leem en

plaatselijk sterke bioturbatie.3

- S2: donkerbruin-bruinrood vlekkerig met verbrande brokken ijzerzandsteen, veel brokken houtskool, verbrande leem aan de zijkanten.

3

Op het terrein werd een aantal fragmenten verbrande leem uit de spoorvulling verkeerdelijk geïnterpreteerd als fragmenten vaatwerk in aardewerk.

(17)

17

Figuur 9. Spoor S2 in werkput WP11. (Fotio Triharch)

In werkput WP12 werden geen archeologische relicten aangetroffen. 6.1.4. WT-04 (WP13 & WP14)

In werkput WP13 werden volgende sporen aangetroffen:

- S1: grijs-donkerbruin homogeen met weinig spikkels houtskool.

- S2: in dit spoor werden enkele vondsten aangetroffen die niet nader gedateerd konden worden.

- S3: grijs-bruin heterogeen zandiger met een ijzertijdscherf.

In werkput WP13 werden 11 aardewerkfragmenten aangetroffen als aanlegvondst waarvan sommige mogelijk dateren uit de ijzertijd. Daarnaast is er ook sprake van 2 lithische artefacten die in originele context werden aangetroffen waaronder 1 werktuig (schrabber) in silex. Er werd geen vondstconcentratie aangetroffen.

In werkput WP14 werden volgende sporen aangetroffen:

- S1: grijs/zwart-bruin gevlekt met veel spikkels houtskool en sterke bioturbatie. - S2: grijs-bruin homogeen met weinig spikkels houtskool; lijkt wel antropogeen. In werkput WP14 werden 7 aardewerkfragmenten aangetroffen als aanlegvondst. Het gaat hier voornamelijk om vaatwerk uit de ijzertijd, waarvan één mogelijk uit de bronstijd of het neolithicum.

6.1.5. WT-05 (WP15 & WP16)

(18)

18

- S1: grijs-donkerbruin homogeen met weinig spikkels houtskool. Mogelijk nog een deel van de bouwvoor.

In werkput WP16 werd volgend spoor aangetroffen:

- S1: grijs-donkerbruin homogeen met weinig spikkels houtskool Mogelijk nog een deel van de bouwvoor.

In werkput WP16 werden enkele aardewerkfragmenten uit de ijzertijd ingezameld. 6.1.6. D-01 (WP1 & WP2)

In werkput WP1 werd volgend spoor aangetroffen:

- S1: grijs-beige gevlekt met veel houtskoolspikkels, sterk gebioturbeerd. In werkput WP2 werd volgend spoor aangetroffen:

- S1: grijs-zwarte gekleurd en sterk gevlekt met veel brokken houtskool en verbrande leem (vnl. aan de randen).

(19)

19

In werkput WP2 werden wel enkele lithische artefacten aangetroffen, waarvan 1 mogelijk te dateren is in het neolithicum.

6.1.7. D-02 (WP23, WP24 & WP25)

In werkputten WP23 en WP24 zijn er geen archeologische relicten aangetroffen. In werkput WP25 werd volgend spoor en aanlegvondsten aangetroffen:

- S1: grijs-bruinkleurig met matig aantal spikkels houtskool.

In deze werkput zijn verschillende artefacten (AV1 t.e.m. AV4) in silex en Wommersomkwartsiet aangetroffen. Enkele artefacten zijn mogelijk nog in originele positie aangetroffen. Het gaat hier om een lage vondstdensiteit, mogelijk uit het mesolithicum. 6.1.8. D-03 (WP20, WP21 & WP22)

In werkput WP20 werd volgend spoor aangetroffen:

- S1: grijs/zwart-bruin heterogeen met veel spikkels en brokjes houtskool; brandspoor. Er is ook een lithisch artefact aangetroffen op de contactzone van de bouwvoor met het tertiair.

In werkputten WP21 en WP22 werden geen archeologische relicten aangetroffen. 6.1.9. D-04 (WP17, WP18 & WP19)

In werkput WP17 werd volgend spoor aangetroffen:

- S1: grijs-bruin heterogeen met veel brokjes houtskool en verbrande leemresten; brandspoor.

In werkput WP18 werd volgend spoor aangetroffen:

- S1: zwartgrijs-bruin vlekkerig met veel brokjes houtskool en zwakke bioturbatie. In werkput WP19 werden volgende sporen aangetroffen:

- S1: donkerbruin/grijs-bruin homogeen met enkele brokjes houtskool en silexkeien en plaatselijk sterk gebioturbeerd. Het betreft een recente, ondiepe greppel.

- S2: witgrijs-bruin-beige met heterogene vlekken. Mogelijk natuurlijk van oorsprong (boomkuil?).

6.1.10. D-05a (WP26, WP27 & WP28)

(20)

20

- S1: grijs-lichtbruin gevlekt met een humeuze vulling; recent. - S2: grijs-lichtbruin gevlekt met een humeuze vulling; recent. - S3: grijs-lichtbruin gevlekt met een humeuze vulling; recent. - S4: grijs-lichtbruin gevlekt met een humeuze vulling; recent.

- S5: grijs-lichtbruin gevlekt met een humeuze vulling, weinig houtskoolspikkels; recent.

De sporen die in deze werkput werden aangetroffen blijken van recente datum en zijn mogelijk in verband te brengen met het beheer van de boomgaard.

In werkput WP27 werden volgende sporen aangetroffen:

- S1: grijs-lichtbruin gevlekt met een humeuze vulling; recent. Boom-paal. - S2: bruin-grijs egaal met resten van plastic; recent.

- S3: grijs-lichtbruin gevlekt met een humeuze vulling met weinig houtskoolspikkels; recent. Boom-paal.

- S4: bruin-grijs egaal met resten van plastic; recent.

- S5: grijs-lichtbruin gevlekt met een humeuze vulling; recent. - S6: grijs-lichtbruin gevlekt met een humeuze vulling; recent. - S7: grijs-lichtbruin gevlekt met een humeuze vulling; recent.

De sporen die in deze werkput werden aangetroffen blijken van recente datum en zijn mogelijk in verband te brengen met het beheer van de boomgaard.

In werkput WP28 werd volgend spoor aangetroffen:

- S1: grijs-lichtbruin gevlekt met een humeuze vulling; recent.

Het spoor dat in deze werkput werd aangetroffen blijkt van recente datum en is mogelijk in verband te brengen met het beheer van de boomgaard.

6.1.11. Cabine (CA-01) (WP26)

In deze werkput werden geen archeologische relicten aangetroffen. Het bleek niet mogelijk het profiel tot op het tertiair aan te leggen wegens de dieptebeperking van de bodemingreep.

(21)

21

6.2. Samenvatting van de archeologische vondsten & sporen

In totaal werden 51 archeologische objecten handmatig ingezameld 4.

Vondstcategorie WP2 WP4 WP7 WP8 WP9 WP11 WP13 WP14 WP16 WP20 WP25 TOT. TOT. %

Aardewerk 0 1 2 9 0 3 11 7 2 0 2 37 72,55 Metaal 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 2 3,92 Steen 2 1 1 0 1 0 2 0 0 1 4 12 23,53 TOTAAL 2 2 3 9 1 4 14 7 2 1 6 51 100 TOTAAL % 3,92 3,92 5,88 17,65 1,96 7,84 27,45 13,73 3,92 1,96 11,76 100

Figuur 11. Overzicht van de ingezamelde archeologische objecten.

Bijna 3/4de van de handmatig ingezamelde archaeologica bestaat uit aardewerk. Alle

fragmenten behoren tot de subcategorie van het vaatwerk. Het gaat hier voornamelijk om handgevormd vaatwerk uit de metaaltijden (voornamelijk ijzertijd, enkele bronstijd). De tweede grootste categorie is deze van het steenmateriaal. Het gaat hier om vuursteen en 1 object uit Wommersomkwartsiet. Verder zijn er nog 2 metalen objecten, waaronder 1 smeltslak en 1 fragment ijzeroer. Noch bij de aardewerkfragmenten, noch bij de lithische objecten was er sprake van een vondstconcentratie. Het vaatwerk is voornamelijk afkomstig uit de ijzertijd, enkele mogelijk nog uit de bronstijd. De lithische artefacten behoren tot de steentijden, vermoedelijk het neolithicum en mesolithicum. Vele artefacten zijn echter moeilijk precies dateerbaar.

In totaal werden 28 grondsporen geregistreerd die als “antropogeen” kunnen beschouwd

worden. Veertien van deze zijn van recente datum (20ste/21ste eeuw). De ouderdom van de

andere 14 sporen kon niet bepaald worden.

6.3. Detailanalyse van enkele “brandsporen”

Drie grondsporen die verspreid lagen over drie verschillende onderzoekslocaties (D-01, WT-02 en WT-03) zijn qua vorm en qua uitzicht, textuur en inhoud van de kuilvulling zeer gelijkend (zogenaamde “brandsporen”). Geen van deze kon echter gedateerd worden, noch op basis van stratigrafie, noch op basis van artefacten uit de kuilvulling. Daarom werd beslist om deze sporen (WP2 S1, WP8 S1 en WP11 S2) aan een nauwkeuriger onderzoek te

onderwerpen. Dit bestond uit een archeobodemkundig onderzoek5, het nemen en zeven van

een grondmonster van elke kuilvulling en een C14-datering op houtskool uit de kuilvullingen.

4

Het materiaal van de grondmonsters niet inbegrepen.

5

(22)

22

6.3.1. Archeobodemkundige analyse

De betreffende onderzoekslocaties liggen topografisch op het hoogste of bijna hoogste deel van een zacht golvend landschap. Aangezien alle werkputten zich op deze posities bevinden is deze correlatie niet zeker. Daarvoor zouden ook observaties moeten gebeuren op de lagere hellingposities.

De drie onderzoekslocaties vertonen een sterk gelijkaardig bodemprofiel: een leemdek (Brabantiaan löss) op een substraat van Tertair kleiig zand met plaatvormige ijzerzandsteen fragmenten. Plaatselijk enkele silexkeien op het contact tussen de Quartaire löss en het Tertiair substraat. Het contact tussen beide eenheden bevind zich op een 60-90 cm diepte. Dit komt overeen met een wAba2 (substraat binnen 40-80 cm diepte) of een wAba1 (substraat begint tussen 80 en 120 cm diepte) bodem (w: zandige klei, A: leem textuur, b: goed gedraineerd = geen sporen van grondwatertafel binnen 120 cm diepte, a: een klei-aanrijkingshorizont). Een symbool Abay (y= textuur wordt fijner met de diepte) is niet uitgesloten.

Op de drie locaties is de bodem licht tot matig geërodeerd. Overal reikt de 30 cm dikke ploeglaag in de originele Bt horizont, waarvan de bovengrens zich origineel op een 35-50 cm diepte bevond. De erosie kan geschat worden op een 20-40 cm.

Elk spoor heeft een rechthoekig grondplan (ca. 1 m²) en is licht trapeziumvormig in doorsnede. De bodem van het spoor is vlak tot licht concaaf. Dergelijke regelmatige vorm van het spoor sluit het intentioneel uitgraven van boomstronken en branden van de stronk grotendeels uit (8/10).

De diepte van de structuren is heden variabel maar de bodemevolutie van de vulling, en de positie t.o.v. de bodemhorizonten in de niet verstoorde omliggende bodem doet vermoeden dat de sporen origineel ongeveer even diep waren (een 80-100 cm) en dat ze dateren van voor de erosie van deze landbouwgronden (8/10). In de Belgische leemstreek is deze laatste vooral sterk geworden vanaf de late middeleeuwen.

Op de bodem komt een tot 2 cm dik laagje van houtskoolfragmenten voor, evenals verbrande leemfragmenten. In de kuilvulling komen plaatselijk ook nog houtskoollaagjes en geïsoleerde houtskoolconcentaties voor. Mogelijk waren de bodem en wanden van de kuil oorspronkelijk afgezet met hout (planken?). De plaatselijke stratificatie van “dubbele” laagjes van houtskool met geassocieerde verhitte aarde doet vermoeden dat ook de wand bedekt was met hout (6,5/10).

Het plaatselijk voorkomen van houtskoollaagjes met geassocieerde gebakken leem in het onderste deel van de vulling doet vermoeden dat het hogere deel van de wanden is ingestort (7/10). Dit kan natuurlijk gebeurd zijn, maar menselijke interventie bij het dichten van de structuur is niet uitgesloten.

(23)

23

Voor de rest bestaat de vulling uit leem met enkele ijzerzandsteenfragmenten. De vulling is dus vrij gelijkaardig aan de uitgegraven grond. Dit sluit bijna zeker een grondontginning uit (9,2/10). Ondanks de aanwezigheid van ijzerzandsteen, telkens aanwezig in het Tertiair substraat onder de sporen, zijn er geen ijzerslakken geobserveerd. Een gebruik als laagoven is dus hoogst onwaarschijnlijk (9,8/10).

In de vulling is er geen spoor van grond van een oppervlakkige bewerkingshorizont (“ploeglaag”). Dit is een aanduiding dat het vullen van de structuur is gebeurd vóór de periode van intensieve landbouw (6,5/10).

Ter hoogte van het onderste deel van de zijwanden is de leembodem sterk verhit en in de vulling komen eveneens enkele fragmenten verhitte löss voor (kenmerkende rode kleur van hematietijzer). Dergelijke hoge temperaturen komen normaal niet voor bij een houtskoolbranderij (9,8/10).

Er zijn geen sporen van sedimentatie met stromend water op bodem van de structuur (geen stratificatie). Degelijke gelaagdheid komt ook niet voor in de vulling. Blijkbaar heeft deze structuur dus niet (lang) open gelegen (8/10) (geen regen op de aarde).

De zeer kleine hoeveelheid aan artefacten doet vermoeden dat de structuren zich ver van bewoonde sites (9/10) bevonden (minstens een 50-100 m).

Er werden geen sporen geobserveerd van massale migratie en accumulatie van klei en – humuscolloiden, noch in de vulling, noch onder het spoor. Dit is een aanwijzing van weinig of geen as in de vulling (8/10). Indien deze as aanwezig was bij het gebruik van de kuil, dan is ze nadien verwijderd. Wegens het gering aantal artefacten dat in de vulling werd aangetroffen is de mogelijkheid van ovens, graven of silo’s dus ook hoogst onwaarschijnlijk (8,5/10). 6.3.2. Zeefresidu’s van de grondmonsters

Van elk van de vier sporen werden grondmonsters genomen die gezeefd werden op 2 mm maaswijdte. De zeefresidu’s bevatten volgende elementen:

• Werkput WP2 – S1: vnl. houtskool, 1 fragment ijzeroer

• Werkput WP8 – S1: veel fragmenten ijzeroer, weinig houtskool,

• Werkput WP11 – S1:enkele fraglenten ijzeroer, weinig houtskool en enkele kleitjes • Werkput WP11 – S2: vnl. houtskool

Bij silo’s zou men toch ook iets van verkoolde zaden verwachten. Deze werden echter niet vastgesteld in de zeefresidu’s.

6.3.3. Resultaten van de C14-analyse6

Er werden 6 stalen ingestuurd voor C14-analyse met de volgende dateringen als resultaat:

6

(24)

24

• Werkput WP2 – S1:

o Staal 1: Cal BC 160 en Cal AD 10 (Cal BP 2130 tot 1940)

o Staal 2: Cal BC 180 en 30 (Cal BP 1740-1610)

• Werkput WP8 – S1:

o Staal 1: Cal AD 210 tot 340 (Cal BP 1740-1610)

o Staal 2: Cal AD 130 tot 260 (Cal BP 1820-1690) én Cal AD 290 tot 320 (Cal BP

1660-1630) • Werkput WP11 – S2:

o Staal 1: Cal AD 900 en 1020 (Cal BP 1050-930)

o Staal 2: Cal AD 980 tot 1030 (Cal BP 970-920)

Dit betekent dat elk spoor uit een andere archeologische periode dateert, met name: • Werkput WP2 – S1 in de late ijzertijd/vroegromeinse periode,

• Werkput WP8 – S1 in de laatromeinse periode,

• Werkput WP11 – S1 op de overgang van de vroege en de volle middeleeuwen.

In spoor S1 van werkput WP2 werd één lithisch artefact gevonden dat vermoedelijk aan het neolithicum kan toegeschreven worden. Er is dus geen correlatie tussen de C14-datering van de kuilvulling en de datering van het artefact. Uit spoor S1 van werkput WP8 werden drie fragmenten handgevormd aardewerk gerecupereerd die vermoedelijk uit de ijzertijd dateren. Hier blijkt dus wel een verband te bestaan tussen C14-datering en ouderdom van de artefacten.

In spoor S2 van werkput WP11 werd één fragment handgevormd aardewerk in “ijzertijd-traditie” gerecupereerd. Ook hier dus mogelijk geen correlatie tussen C14-datering en mogelijke ouderdom van het ingezameld artefact.

7. Conclusies en aanbevelingen

7.1. Afbakening van archeologische sites

In geen van de onderzoekslocaties kan op basis van de archeologische waarnemingen, geregistreerde sporen en ingezamelde objecten een archeologische site in tijd en ruimte afgebakend worden. De archeologische relicten lijken eerder te behoren tot off-site fenomenen in plaats van nederzettingen of grafvelden. Deze relicten dateren uit zeer verschillende archeologische periodes, nl. mesolithicum, neolithicum, ijzertijd, laatromeinse periode, vroege/volle middeleeuwen en nieuwste tijden, maar telkens in zeer geringe hoeveelheden.

7.2. Impact geplande ruimtelijke ontwikkeling op de archeologische relicten

Enkel de zones van de turbinevlakken en MS-cabine worden dieper uitgegraven dan de aanleg van de proefsleuven. Het zijn dan ook deze zones waar archeologische bodemarchief potentieel vernietigd wordt. Bij de overige zones (toegangswegen en werkvlakken) wordt

(25)

25

het vlak van de proefsleuven niet verdiept, maar afgedekt door een geotextiel. Eventueel aanwezige archeologische relicten worden dus niet door graafwerken bedreigd.

7.3. Waardering en aanbevelingen

Op basis van het gering aantal archeologische relicten dat werd vastgesteld in de onderzoekslocaties en het feit dat de functie/herkomst van de grondsporen niet kon bepaald worden, ligt een inhoudelijke waardering van de aanwezige archeologische relicten moeilijk. Vermoedelijk gaat het om off-site fenomenen uit zeer verschillende archeologische periodes (waarvan de zeldzaamheid en het wetenschappelijk potentieel als laag kunnen ingeschat worden). Enkel een voortgezet onderzoek van een ruimer gebied zou hierover uitsluitsel kunnen geven.

Enkel in de zones van de windturbine (400 m²) en de MS-cabine (45 m²) zijn de potentieel aanwezige resten rechtstreeks met vernieling bedreigd. Omdat de oppervlakte van deze zones vrij klein is, werd op de eindvergadering dan ook het volgende overeengekomen:

• De onderzoekslocaties worden door het Agentschap R&E archeologisch vrijgegeven mits de bouwheer voldoet aan volgende voorwaarden:

o Het afgraven van de toegangswegen en werkvlakken beperkt zich tot de

ploegvoor (ca. 30 cm –Mv). De uitgegraven vlakken worden afgedekt met geotextiel waarop een verharding wordt gestort. Zolang de verharding niet is aangebracht in de uitgegraven vlakken, mogen er geen gemotoriseerde voertuigen op de uitgegraven vlakken rijden.

o De brandsporen WP2/S1, WP8/S1 en WP11/S2 worden, onder begeleiding

van de vergunninghoudende archeoloog, door een bodemkundige nader bestudeerd. Het bodemkundig onderzoek van de brandsporen op het terrein wordt het best vóór 15 maart 2011 uitgevoerd.

• Van de brandsporen WP2/S1, WP8/S1 en WP11/S2 wordt een C14-datering uitgevoerd op de ingezamelde houtskool (2 dateringen per spoor).

• De resultaten van de C14-dateringen en het bodemkundig onderzoek van de brandsporen worden mee verwerkt in het eindrapport van de archeologische prospectie met ingreep in de bodem.

(26)

26

8. Bibliografie

http://www.agiv.be/gis http://cai.erfgoed.net

9. Afkortingen

C14: Koolstof-14

CAI: Centraal Archeologische Inventaris

MS: Middenspanning

(27)

27

(28)
(29)

29

Bijlage 1: Sporenlijst

Vlaams-Brabant E314 Onder-toon ijzer- zand-steen houtskool spoor is gelijktijdig met context dezelfde als 2/02/2011 WP1 S1 grijs beige gevlekt veel spikkels sterk gebioturbeerd en gedegradeerd

spoor antropogene kuil? 2/02/2011 WP2 S1 grijs zwart sterk gevlekt houtskool / verbrande

leem veel brokken

verbrande leem / meer aan

randen

hevig brandspoor / onder oude bouwvoor / sterke bioturbatie/ matig

verbrande leem aan randen

plaatselijk duidelijke aflijning / brandkuil WP8 S1 donkergrijs zwart rood vlekkerig / sterke

verbranding Houtskool / verbrande leem / verbrand aardewerk / verbrande ijzerzandsteen verbrande

brokken veel brokken

verbrande leem aan zijkanten

verbrand

aardewerk hevig brandspoor WP11S2 ?

sterk gelijkend op WP11S2 / langwerpig spoor / ingezet in tertiair / spoor zit onder een oude bouwvoor / aflijning door houtkoolresten en

verbrande leem ? WP11 S1 donkerbruin bruin gevlekt

houtskoolresten?/ aardewerk/verbrande leem weinig spikkels donkergrijze verkleuring door humus of houtskoolrest? aardewerk / bronstijd? / rest van urne?

plaatselijk sterke bioturbatie graf uit metaaltijd met bijzetting van urne? ? WP11 S2 donkerbruin bruin rood vlekkerig

Houtskool/ verbrande leem / verbrande

ijzerzandsteen

verbrande

brokken veel brokken

verbrande leem

aan zijkanten hevig brandspoor WP8S1?

Aanvankelijk cirkelvormig, bij couperen bleek spoor rechthoekig te zijn met duidelijk verbrande randen / begin spoor 29cm onder

maaiveld ? WP13 S3 grijs bruin heterogeen Ijzertijdscherf spoor is zandiger onduidelijke aflijning / te nat sediment ? WP13 S1 grijs donkerbruin homogeen weinig spikkels onregelmatige cirkel kuil? zeer nat sediment 4/02/2011 WP14 S1 grijs / zwart bruin gevlekt veel spikkels cirkelvormig, zwakke aflijning, sterk

gevlekt sterke bioturbatie / brandkuil? 4/02/2011 WP14 S2 grijs bruin homogeen weinig spikkels grijs midden met lichtgrijze/beige rand

errond uitgeloogd spoor? lijkt antropogeen WP15 S1 grijs donkerbruin homogeen lijkt op bouwvoor weinig spikkels rechtlijnig / goed afgelijnd WP16S1 perceelsgrens 2/02/2011 WP16 S1 grijs donkerbruin homogeen lijkt op bouwvoor weinig spikkels rechtlijnig / goed afgelijnd WP15S1 perceelsgrens

WP17 S1 grijs bruin heterogeen veel brokjes verbrande leem

resten brandspoor

WP18 S1 zwart grijs bruin vlekkerig veel brokjes matige aflijning / zwakke bioturbatie ondiep, 5cm in profiel WP19 S1 Donkerbruin/g

rijs bruin homogeen enkel brokjes silexkeien

Sterke plaatselijke bioturbatie van

meikeverlarven(engerlingen) recente ondiepe greppel WP19 S2 wit grijs bruin beige heterogene vlekken natuurlijk? boomkuil? 2/02/2011 WP20 S1 grijs/zwart bruin heterogeen veel spikkels en

brokjes

duidt op aanwezigheid hevig

brandspoor brandspoor 8/02/2011 WP25 S1 grijs bruin matig spikkels

? WP25 AV4 grijs bruin sterk vlekkerig / gespikkeld

veel mangaanspikkels

en brokjes mangaan

geen aflijning / door mangaan gespikkelde laag over verschillende

meters / wortelresten bomen?

artefact vermoedelijk in primaire context ? WP25 AV1 & 2 grijs bruin sterk gespikkeld mangaanspikkels weinig spikkels mangaan geen windval te herkennen /

wortelresten bomen? artefact vermoedelijk in primaire context 16/02/2011 WP26 S1 grijs licht bruin gevlekt humeuze vulling recent

16/02/2011 WP26 S2 grijs licht bruin gevlekt humeuze vulling recent 16/02/2011 WP26 S3 grijs licht bruin gevlekt humeuze vulling recent 16/02/2011 WP26 S4 grijs licht bruin gevlekt humeuze vulling recent 16/02/2011 WP26 S5 grijs licht bruin gevlekt weinig spikkels humeuze vulling recent 16/02/2011 WP27 S1 grijs licht bruin gevlekt humeuze vulling recent - boomgaard-paal 16/02/2011 WP27 S2 bruin grijs egaal plastiek recent 16/02/2011 WP27 S3 grijs licht bruin gevlekt weinig spikkels humeuze vulling recent - boomgaard-paal 16/02/2011 WP27 S4 bruin grijs egaal plastiek recent 16/02/2011 WP27 S5 grijs licht bruin gevlekt humeuze vulling recent 16/02/2011 WP27 S6 grijs licht bruin gevlekt humeuze vulling recent 16/02/2011 WP27 S7 grijs licht bruin gevlekt humeuze vulling recent 16/02/2011 WP28 S1 grijs licht bruin gevlekt humeuze vulling recent

Boventoon

Sporenlijst Beschrijving

Datum Werkput Spoor / Laag

Kleur

Provincie: Plaats, Toponiem:

Opmerkingen & interpretatie Matrix

Uitzicht

ander

Inclusies Opvallende kenmerken Samen-stelling

(30)

30

Bijlage 2: Vondstenlijst

Provincie: Gemeent e: Projectnr: Code: Metaal Steen

Vaatwerk Baksteen Dakpan Tegel Vaatwerk

Constructie-materiaal Andere Munt

Gebruiks-vwpn Smeltslak Andere Kalk-steen Kalkzand steen IJzerzand-steen

Zand-steen Lei Kei Andere

VN21 WP2 S1 (vulling) 2 vuursteen 2

VN6 WP4 AV 1 1

VN10 WP4 AV1 1 vuursteen, in originele bodem en 1

VN1 WP7 AV1 2 1 vuursteen 3 VN24 WP8 AV2 1 1 VN28 WP8 V1 S1 3 3 VN29 WP8 AV3 1 1 VN32 WP8 AV4 2 2 VN33 WP8 AV1 2 2 VN15 WP9 AV1 1 vuursteen 1 VN5 WP11 S1 1 Indicatie metaalwinning 1 VN8 WP11 S1 Monster 2 1 1 VN30 WP11 AV1 2 2 VN2 WP13 S3 AV3 1 1 VN3 WP13 S3 AV4 1 1

VN9 WP13 V8 4 Ook 5 kleine restfragmentjes 4

VN11 WP13 AV1 (in S1?) Lege zak! 0

VN12 WP13 V5 1 vuursteen 1 VN17 WP13 V6 1 vuursteen 1 VN25 WP13 V9A 1 1 2 VN26 WP13 AV2 (in S2) 1 1 VN27 WP13 AV7 2 2 VN31 WP13 V9 1 1

VN4 WP14 AV3 in S3 2 Ook 7 kleinere restfragmentjes 2

VN22 WP14 AV1 2 WT04 WP14 AV1 2

VN23 WP14 AV2 3 WT04 WP14 AV2 3

VN7 WP16 AV1 2 2

VN13 WP20 AV1 1 vuursteen, op tertiair contact zone 1

VN14 WP25 AV4 1 vuursteen 1

VN16 WP25 AV3A 1 vuursteen, in galerij 1

VN18 WP25 AV2 1 vuursteen, originele positie 1

VN19 WP25 AV1 1 vuursteen, originele positie 1

VN20 WP25 AV3 2 2 37 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0 12 51 37 0 2 12 DI10WI Totaal per Gridvak / Werkput / boorput Spoor/ laag / muur / vloer / vlak Vondst-nummer Totaal fragment en Opmerkingen Vondstcategorieën Aardewerk Locatie Glas

Vondstenlijst

Beschrijving

Plaats, Toponie m: Vlaams-Brabant Diest Windmolenpark

(31)
(32)
(33)

E314 Leuven - Lummen

Autosnelweg A2 Leuven - Lummen

Struikstraat

Struikstraat

Struikstraat

Plant Bosch

Goed Veld

Kleine Muijsen Veld

Autosnelweg A2 Leuven - Lummen

Droomblokstraat

E314 Leuven - Lummen

Tiense Baan Elzenstraat Mortelstraat Papenbroekstraat HET CREAS DROMBLOK DE MORTEL Holleputstraat Kwadestraat Wolvenstraat Koning Bosch Block Armen Veld Gidts Haeg Reis Veld Denne Veld Hofstadestraat Papenbroekstraat Blakenbergstraat Lammerdries Wolvenstraat E314 Leuven-Lummen Rijnrodeweg Rijnrodeweg Gehucht Papenbroek Inveldkost Langenweg Rond Blok Veld papenbroek Mensel Veld

Den Haese Boschveld

Doodman veld

Rond Mensen

Blaeken Berg Veld

E314 Leuven-Lummen

E314 Leuven-Lummen

Kwade bosch

Weypenberg Krayen bosch

Autosnelweg A2 Leuven - Lummen

Hontsum Op Sillian Rozenstraat Molenweg Molenweg Bocken Berg Dasseneer Molenweg De Zelcksche Blooken Autosnelweg E314 Smouts Berg Tien Bunders Rozenstraat Hontsum Rozenstraat De Zelcksche Bloken Zelckerstraetje Hontsum Delle Rozenstraat Molenweg Rozenstraat Ketelbeek WT-02 WT-05 WT-03 WT-01 WT-04 D-01 D-04 D-03 D-02 D-05a CA-05a CA-A CA-B Blakenbergstraat < Leuven - Lummen > WT01-01 WT01-06 WT01-02 WT01-03 WT01-05 WT01-04 WT01-07 WT01-08 WT01-09 WT01-10 WT01-11 WT01-13 WT01-12 WT01-16 WT01-15 WT01-14 WT01-19 WT01-17 WT01-18 WT01-21 WT02-01 WT02-02 WT02-03 WT02-04 WT02-05 WT02-07 WT02-08 WT02-09 WT02-12 WT03-01 WT03-02 WT03-03 WT03-04WT03-05 WT03-06 WT03-07 WT03-08 WT03-09 WT03-10 WT03-11 WT03-12 WT03-13 WT03-14 WT03-15 WT04-01 WT04-06 WT04-05 WT04-08 WT04-07 WT04-04 WT04-03 WT04-02 WT04-09 WT04-10 WT04-11 WT05-01 WT05-04 WT05-05 WT05-03 WT05-06 WT05-08 WT05-07 WT05-02 WT05-09 WT05-10 WT05-12 WT01-20 WT02-13 WT02-11 WT02-14 WT02-16WT02-15 WT02-06 WT02-10 D05a-01 D05a-02 D05a-03 D05a-04 D05a-05 D05a-06 D05a-07 D05a-08 D05a-09 D05a-10 D05a-11 D05a-15 D05a-12 D05a-13 D05a-14 D04-01 D04-03 D04-04 D03-01 D04-08 D03-02 D03-03 D03-05 D03-04 D02-01 D02-02 D02-03 D02-04 D02-05 D02-08 D02-09 D02-07 D02-06 D02-18 D02-13 D02-17 D02-15 D02-16 D02-14 D02-11 D02-12 D02-10 D01-01 D01-03 D01-02 D01-05 D01-06 D01-04 D01-07 D01-08 D01-09 WT05-11 D03-06 D03-07 D03-08 D04-01a D04-03a D04-02a D04-04a D04-05a D04-06a D04-07a D04-08a D04-09a WP2 WP1 WP3 WP4 WP5 WP6 WP7 WP8 WP9 WP10 WP11 WP12 WP13 WP14 WP15 WP16WP17 WP18 WP19 WP20WP21 WP22 WP23WP24 WP25 WP26WP27 WP28

(34)

ID

TYPE

ID

TYPE

ID

TYPE

ID

TYPE

ID

TYPE

ID

TYPE

ID

ID

TYPE

ID

TYPE

71.24 71.26 70.68 70.65 70.43 70.43

S1

70.38 70.40 70.37 70.39 67.85 68.30 68.29 69.49 69.56 69.7369.73 69.72 69.71 69.72 69.75

S1

69.77 69.78 69.78 70.82 71.27 71.24

WP02

WP01

68.56 68.55 67.84 70.83 68.25 68.30 70.01 70.03 68.58 68.62 67.95 67.94

Legende

Opdrachtgever

Opdrachtnemer

Heuve 25

B-3071 Erps-Kwerps

tel. +32 (0)498 56 39 08

e-mail: info@triharch.be

ARCHEOLOGISCHE

PROSPECTIE MET

INGREEP IN DE BODEM

- DIEST / BEKKEVOORT

/ HALEN

-WINDMOLENPARK

SPORENPLAN D-01

WP01-02

Werkputten

Aspiravi nv

Vaarnewijkstraat 17

8530 Harelbeke

Limburg wind cvba

Trichterheideweg 8

3500 Hasselt

februari 2011 Aflijning onderzoeksgebied Werkputnummer WP01 Spoornummer S1

PLAN 1

0m 25m Spoor Hoogte TAW 28 Aanlegvondstnummer AV1

(35)

Plant Bosch

ID TYPE ID TYPEIDTYPE ID TYPE ID ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE 72.84 72.92 72.60 72.59 S1 71.6771.57 73.40 72.50 73.14 73.58 73.67 74.00 73.91 74.07 74.11 73.77 73.81 73.29 72.84 73.31 72.7973.66 73.62 70.94 70.99 69.49 69.46 68.84 68.17 69.21 69.19 WP23 WP24 WP25 73.37 72.47 73.08 68.19 68.86 AV4 AV3 AV3 AV2 AV1

Legende

Opdrachtgever

Opdrachtnemer

Heuve 25

B-3071 Erps-Kwerps

tel. +32 (0)498 56 39 08

e-mail: info@triharch.be

SPORENPLAN D-02

WP23-24-25

Werkputten februari 2011 Aflijning onderzoeksgebied Werkputnummer WP01 Spoornummer S1

PLAN 2

0m 25m Spoor Hoogte TAW 28 Aanlegvondstnummer AV1

Aspiravi nv

Vaarnewijkstraat 17

8530 Harelbeke

Limburg wind cvba

Trichterheideweg 8

3500 Hasselt

PROSPECTIE MET

INGREEP IN DE BODEM

- DIEST / BEKKEVOORT

/ HALEN

-WINDMOLENPARK

(36)

TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID 75.44 75.39 75.00 75.00 74.27 74.27 73.57 74.61 74.45 74.40 74.09 74.13 72.56 72.36 72.54 72.25 72.87 72.94 72.42 72.30 71.50 71.98 71.38 71.95 72.31 AV1 73.44 73.49 73.44 73.44 73.42 73.4273.4473.4573.45S1 73.82 73.83 74.14 74.21

WP20

WP21

WP22

74.59 73.61

Legende

Opdrachtgever

Opdrachtnemer

Heuve 25

B-3071 Erps-Kwerps

tel. +32 (0)498 56 39 08

e-mail: info@triharch.be

SPORENPLAN D-03

WP20-21-22

Werkputten februari 2011 Aflijning onderzoeksgebied Werkputnummer WP01 Spoornummer S1

PLAN 3

0m 25m Spoor Hoogte TAW 28 Aanlegvondstnummer AV1

Aspiravi nv

Vaarnewijkstraat 17

8530 Harelbeke

Limburg wind cvba

Trichterheideweg 8

3500 Hasselt

PROSPECTIE MET

INGREEP IN DE BODEM

- DIEST / BEKKEVOORT

/ HALEN

-WINDMOLENPARK

(37)

ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE 76.96 76.92 76.59 74.76 74.81 S2 74.04 73.40 74.35 74.54 74.51 74.22 74.17 S1 72.40 72.39 71.63 71.75 72.70 72.66 72.81 72.89 71.81 72.49 71.99 72.56 74.20 74.24 74.60 74.52

WP19

WP17

WP18

S1 74.40 73.41 74.06 S1 76.20 76.19 76.4276.44 76.57

Legende

Opdrachtgever

Opdrachtnemer

Heuve 25

B-3071 Erps-Kwerps

tel. +32 (0)498 56 39 08

e-mail: info@triharch.be

SPORENPLAN D-04

WP17-18-19

Werkputten februari 2011 Aflijning onderzoeksgebied Werkputnummer WP01 Spoornummer S1

PLAN 4

0m 25m Spoor Hoogte TAW 28 Aanlegvondstnummer AV1

Aspiravi nv

Vaarnewijkstraat 17

8530 Harelbeke

Limburg wind cvba

Trichterheideweg 8

3500 Hasselt

PROSPECTIE MET

INGREEP IN DE BODEM

- DIEST / BEKKEVOORT

/ HALEN

-WINDMOLENPARK

(38)

ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE 66.50 66.51 66.91 66.93 S1 S2 S3 S4 S5 S6 S7 67.75 67.73 68.15 68.18 69.63 69.69 69.03 69.07 S1 68.59 68.39 68.3368.56 68.97 69.00 68.5568.20 68.23 68.59 S567.41 67.89 S4 66.77 S1 66.10

WP26

WP27

S2 S3 66.02 65.44 65.42 65.75 65.70 67.29 67.47 67.91 65.53 65.53 65.31 65.28 65.96 65.88

WP28

Legende

Opdrachtgever

Opdrachtnemer

Heuve 25

B-3071 Erps-Kwerps

tel. +32 (0)498 56 39 08

e-mail: info@triharch.be

SPORENPLAN D-05

WP26-27-28

Werkputten februari 2011 Aflijning onderzoeksgebied Werkputnummer WP01 Spoornummer S1

PLAN 5

0m 25m Spoor Hoogte TAW 28 Aanlegvondstnummer AV1

Aspiravi nv

Vaarnewijkstraat 17

8530 Harelbeke

Limburg wind cvba

Trichterheideweg 8

3500 Hasselt

PROSPECTIE MET

INGREEP IN DE BODEM

- DIEST / BEKKEVOORT

/ HALEN

-WINDMOLENPARK

(39)

ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPEIDTYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE 43.87 43.95 43.89 44.15 43.06 43.11 AV142.59 42.49 42.5042.08 42.5942.18 42.95 42.82 42.82 42.81 43.61 43.71 44.61 44.47 45.12 45.25 47.08 47.23 46.42 46.77 45.38 45.64 44.21 43.78 44.20 41.50 41.22 41.17 41.51

WP04

WP03

WP05

WP06

43.52 43.66 42.76 43.13 42.83 43.22

Legende

Opdrachtgever

Opdrachtnemer

Heuve 25

B-3071 Erps-Kwerps

tel. +32 (0)498 56 39 08

e-mail: info@triharch.be

SPORENPLAN WT-01

WP03-04-05-06

Werkputten februari 2011 Aflijning onderzoeksgebied Werkputnummer WP01 Spoornummer S1

PLAN 6

0m 25m Spoor Hoogte TAW 28 Aanlegvondstnummer AV1

Aspiravi nv

Vaarnewijkstraat 17

8530 Harelbeke

Limburg wind cvba

Trichterheideweg 8

3500 Hasselt

PROSPECTIE MET

INGREEP IN DE BODEM

- DIEST / BEKKEVOORT

/ HALEN

-WINDMOLENPARK

(40)

ID

TYPE

ID

TYPE

ID

ID

ID

TYPE

ID

TYPE

ID

TYPE

ID

TYPE

ID

TYPE

ID

TYPE

ID

TYPE

ID

TYPE

67.75 67.19 67.40 67.81 67.21 67.44 67.31 67.60 67.35 67.68 66.77 66.74 67.06 67.14 67.16 67.19 66.85 66.83 67.56 66.97 66.87 67.52 67.03 66.83 67.87 67.94

AV1

66.7766.05 66.36 66.84 66.11 66.45 65.51 65.61

WP08

WP07

WP09

AV3

AV4

65.28 65.20

AV1

AV2

Legende

Opdrachtgever

Opdrachtnemer

Heuve 25

B-3071 Erps-Kwerps

tel. +32 (0)498 56 39 08

e-mail: info@triharch.be

SPORENPLAN WT-02

WP07-08-09

Werkputten februari 2011 Aflijning onderzoeksgebied Werkputnummer WP01 Spoornummer S1

PLAN 7

0m 25m Spoor Hoogte TAW 28 Aanlegvondstnummer AV1

Aspiravi nv

Vaarnewijkstraat 17

8530 Harelbeke

Limburg wind cvba

Trichterheideweg 8

3500 Hasselt

ARCHEOLOGISCHE

PROSPECTIE MET

INGREEP IN DE BODEM

- DIEST / BEKKEVOORT

/ HALEN

-WINDMOLENPARK

(41)

ID

TYPE

ID

TYPE

55.94

55.02

55.98

55.02

55.36

55.01

55.02

55.37

55.01

55.27

55.00

55.22

WP26

Legende

Opdrachtgever

Opdrachtnemer

Heuve 25

B-3071 Erps-Kwerps

tel. +32 (0)498 56 39 08

e-mail: info@triharch.be

SPORENPLAN CA-01

WP26

Werkputten februari 2011 Aflijning onderzoeksgebied Werkputnummer WP01 Spoornummer S1

PLAN 8

0m 25m Spoor Hoogte TAW 28 Aanlegvondstnummer AV1

Aspiravi nv

Vaarnewijkstraat 17

8530 Harelbeke

Limburg wind cvba

Trichterheideweg 8

3500 Hasselt

PROSPECTIE MET

INGREEP IN DE BODEM

- DIEST / BEKKEVOORT

/ HALEN

-WINDMOLENPARK

(42)

De Zelcksche Blooken

ID TYPEID TYPE ID TYPEID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE ID TYPE 69.70 69.68 69.36 69.36 69.97 70.24 70.25 69.97 70.63 70.33 70.32 70.64 70.8170.48 70.48 70.81 70.59 70.06 70.58 70.10 71.01 70.98 70.81 70.88 69.99 70.39 69.99 70.38 70.26 70.61 70.28 70.50 70.17 69.8669.8970.26 69.15 68.94 68.93 69.13 69.13 69.13 68.97 68.97 AV1 69.91 70.19 69.92 70.18 S2 70.40 70.43 70.09 70.42 70.12 70.81 70.80

WP12

WP10

WP11

S1

Legende

Opdrachtgever

Opdrachtnemer

Heuve 25

B-3071 Erps-Kwerps

tel. +32 (0)498 56 39 08

e-mail: info@triharch.be

SPORENPLAN WT-03

WP10-11-12

Werkputten februari 2011 Aflijning onderzoeksgebied Werkputnummer WP01 Spoornummer S1

PLAN 9

0m 25m Spoor Hoogte TAW 28 Aanlegvondstnummer AV1

Aspiravi nv

Vaarnewijkstraat 17

8530 Harelbeke

Limburg wind cvba

Trichterheideweg 8

3500 Hasselt

ARCHEOLOGISCHE

PROSPECTIE MET

INGREEP IN DE BODEM

- DIEST / BEKKEVOORT

/ HALEN

-WINDMOLENPARK

(43)

ID

TYPE

ID

TYPE

ID

TYPE

ID

ID

TYPE

ID

TYPE

ID

TYPE

ID

TYPE

ID

TYPE

ID

TYPE

ID

TYPE

72.92 72.93 72.65 72.60 73.11 72.83 72.79 73.14

AV2

AV3

73.31 73.32 73.00 73.36 73.37

AV1

AV5

AV6

AV7

AV8 AV9

AV10

AV11

WP13

WP14

73.67 72.93 73.73 73.66 73.65 72.86 72.84

AV1

Legende

Opdrachtgever

Opdrachtnemer

Heuve 25

B-3071 Erps-Kwerps

tel. +32 (0)498 56 39 08

e-mail: info@triharch.be

SPORENPLAN WT-04

WP13-14

Werkputten februari 2011 Aflijning onderzoeksgebied Werkputnummer WP01 Spoornummer S1

PLAN 10

0m 25m Spoor Hoogte TAW 28 Aanlegvondstnummer AV1

Aspiravi nv

Vaarnewijkstraat 17

8530 Harelbeke

Limburg wind cvba

Trichterheideweg 8

3500 Hasselt

ARCHEOLOGISCHE

PROSPECTIE MET

INGREEP IN DE BODEM

- DIEST / BEKKEVOORT

/ HALEN

-WINDMOLENPARK

(44)

ID

TYPE

ID

TYPE

ID

TYPE

ID

TYPE

ID

TYPE

ID

TYPE

ID

TYPE

ID

TYPE

ID

TYPE

ID

TYPE

ID

TYPE

ID

TYPE

S1

73.56 73.44 72.34 72.27 73.06 73.00

S1

73.30 73.23 73.63 73.56 73.19 73.16 72.86 72.83 72.71 72.67 71.90 71.94 73.20 73.15

WP16

WP15

AV1

Legende

Opdrachtgever

Opdrachtnemer

Heuve 25

B-3071 Erps-Kwerps

tel. +32 (0)498 56 39 08

e-mail: info@triharch.be

SPORENPLAN WT-05

WP15-16

Werkputten februari 2011 Aflijning onderzoeksgebied Werkputnummer WP01 Spoornummer S1

PLAN 11

0m 25m Spoor Hoogte TAW 28 Aanlegvondstnummer AV1

Aspiravi nv

Vaarnewijkstraat 17

8530 Harelbeke

Limburg wind cvba

Trichterheideweg 8

3500 Hasselt

PROSPECTIE MET

INGREEP IN DE BODEM

- DIEST / BEKKEVOORT

/ HALEN

-WINDMOLENPARK

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Met de nieuwe sensoren en satellietbeelden zou het mogelijk moeten zijn om ziekten en plagen vroegtijdig in het gewas op te sporen (detectie van besmettingshaarden) en

Daarnaast is de mechanische eenheid van belang, bijvoorbeeld bij het machinaal planten; - De hoeveelheid wit is bij gebruik van een plug meestal minder als bij een losse plant; -

Iets minder effectief, maar makkelijker, is een jute zak waar slakken zich onder kunnen verschuilen.. • Als (op basis van signalering) problemen met slakken zijn te verwachten, dan

Uit leliewortels met symptomen van het onbekende wortelrot zijn schimmels en bacteriën gevonden waarvan uit eerder onderzoek is gebleken dat ze niet in staat waren om in

Voor deze partij varkensmest is weinig belangstelling binnen de BPA in verband met de minder gunstige stikstof/fosfaat-verhouding van vaste varkensmest in vergelijking

Hoewel koeien wel voorkeur hebben voor grassen met een hoger WOK-gehalte, leiden grasrassen met een hoger WOK-gehalte niet tot een hogere grasopname als de dieren geen keuze

Ook voor het tweede seizoen zijn de gemeten Nmin waarden begin november hoger op de zandlocaties dan op klei.. Voor het kleiperceel

Een metamodel vereist minder invoer en is minder rekenintensief dan het achterliggende procesmodel Bij metamodellen worden uitsluitend (statistische) verbanden gelegd tussen