• No results found

Hoofdstuk 5-2

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Hoofdstuk 5-2"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

HOOFDSTUK 5

ATOOMBOUW

(2)

Lesmateriaal:

• Basischemie voor het mlo (A.G.A. van der Meer) Hoofdstuk 5 – Atoombouw

Samenvatting:

• Een atoom bestaat uit elementaire deeltjes: protonen, neutronen en elektronen. • Elk atoom heeft een kleine kern met een positieve lading. De positieve lading komt

door protonen, elk proton heeft één elementaire positieve lading: +1. • De kern heeft ook neutronen, neutronen hebben geen lading.

• Rond de kern – op afstand – is er de elektronenwolk, elk elektron heeft één elementaire negatieve lading: -1.

• In een neutraal atoom is het aantal protonen in de kern gelijk aan het aantal elektronen er omheen. • De grootte van het atoom wordt bepaald door de elektronenwolk.

• Een schil (elektronenwolk) bevat maximaal 2·n2 elektronen (Pauli-principe).

• In het periodiek systeem zijn de atoomsoorten op volgorde gezet, In een periode (een rij van links naar rechts) komt er steeds een proton en een elektron bij.

• In een groep (een kolom van boven naar beneden) heeft elk atoom hetzelfde aantal valentie-elektronen. • Hoofdschillen in een atoom zijn onderverdeeld in subschillen.

• Subschillen worden aangeduid met de symbolen s, p, d, f; het maximaal aantal elektronen dat er in past bedraagt respectievelijk: 2, 6, 10 en 14.

• Een atoom kan energie opnemen, hierbij verplaatsen de elektronen zich naar meer naar buiten gelegen schillen.

• Atomen met een gelijk aantal protonen, maar een verschillend aantal neutronen noemen we isotopen. • Als een elektron terugvalt naar een meer naar binnen gelegen schil, verliest het atoom energie in de

vorm van elektromagnetische straling, bijvoorbeeld UV of zichtbaar licht Digitale ondersteuning:

www.mlochemie.nl (uitgeverij Syntax Media)

• Vanaf de startpagina doorklikken op het boek basischemie voor het mlo. • Kies voor 5 Atoombouw.

• Toets: maak de test en het kruiswoord

www.youtube.com (DWDD University: Robbert Dijkgraaf – Het allerkleinste) • https://www.youtube.com/watch?v=_8ak5Gc4sXU

www.aljevragen.nl (doorklikken via Scheikunde naar Uitleg en Begrippen) • Atoombouw en Chemische binding

www.voorbeginners.info (doorklikken naar Scheikunde) • Het atoom

http://www.encyclo.nl/begrip/atoom • Woordbetekenis

Oefenopgaven:

Hoeveel protonen, neutronen en elektronen hebben de volgende atomen of ionen? 𝐿𝑖 3 7 𝐵 5 11 𝑂 8 16 𝐶𝑙 17 36 𝐴𝑙 13 27 𝐿𝑖 3 7 + 𝐵 5 11 3+ 𝑂 8 16 2− 𝐶𝑙 17 36 − 𝐴𝑙 13 27 3+

• Hoeveel elektronen heeft 𝐵𝑒49 ?

• Hoeveel zitten er in elke schil?

• Beantwoord dezelfde vragen voor: 𝐶126 𝐶𝑙1735 𝑀𝑔1224 𝑍𝑛3065

Hoeveel valentie-elektronen hebben de volgende atomen? 𝑁𝑎 11 23 𝑃 15 31 𝐵𝑟 35 80 𝐶𝑙 17 35 𝐴𝑟 18 40

Teken de elektronensymbolen van: 1𝐻 𝐿𝑖3 𝐵𝑒4 𝑃15 𝑆16 𝐶𝑙17 𝐴𝑟18 𝐺𝑎32 𝐵𝑟35

In welke groep en periode van het periodiek systeem horen de atomen met de volgende elektronenconfiguraties? • 1s2 2s1

• 1s2 2s2 2p6 3s2

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Om hieruit zink te maken, laat men het zinksulfide eerst met zuurstof reageren.. Bij deze reactie worden zinkoxide (ZnO) en

IJzerpoeder heeft een kleiner reactieoppervlak / heeft een kleinere verdelingsgraad (dan pyrofoor ijzer), waardoor er minder (effectieve) botsingen (per seconde) kunnen optreden,

Het kan deze elektronen opnemen aan de negatieve pool, waar een overschot aan elektronen

Wanneer een antwoord is gegeven als: „In ruimte 1 ontstaat stof 2, want stof 1 kan niet ontstaan bij additie van chloor aan etheen.” dit goed rekenen..

Na een nieuwe analyse van de waarnemingen van de experimenten werd de claim ingetrok- ken.. Er was dus een onjuiste

• vermelding van de stoffen en handelingen: kaliumoxide, overleiden van koolstofdioxide, wegen voor en na het overleiden / oplossen en een oplossing van bariumhydroxide.. Antwoorden

/ Popstars is geënsceneerd en Worlds

[r]