• No results found

View of Otto W. Hoogerhuis, Baren op Beveland. Vruchtbaarheid en zuigelingensterfte in Goes en omliggende dorpen gedurende de 19de eeuw

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "View of Otto W. Hoogerhuis, Baren op Beveland. Vruchtbaarheid en zuigelingensterfte in Goes en omliggende dorpen gedurende de 19de eeuw"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

noodzakelijk. Dergelijke informatiebanken betekenen immers een fantastische sprong voorwaarts voor het historische onderzoek. De gegevens zullen in de toekomst niet alleen Nederlanders, maar ook internationale onderzoekers met interesse voor compa-ratief onderzoek lokken. Daar zullen de auteurs en de ontwerpers van de bestanden in de toekomst zeker oog voor moeten hebben.

Hilde Greefs

Universiteit Antwerpen

Otto W. Hoogerhuis, Baren op Beveland. Vruchtbaarheid en zuigelingensterfte in Goes en omliggende dorpen gedurende de 19de

eeuw (Wageningen: Afdeling Agrarische Geschiedenis Wageningen Universiteit, 2003)AAGBijdragen 42, 336 p. Tevens verschenen als proefschrift aan de Wageningen Universiteit 2003.

Het onderzoek naar zuigelingensterfte tijdens de voorbije eeuwen is aan een her-opleving bezig. Met zuigelingensterfte bedoelt men het overlijden van kinderen tot de leeftijd van één jaar. Hoewel de mortaliteit in de loop van de negentiende eeuw over het algemeen daalde, bleef de zuigelingensterfte in sommige regio’s lange tijd op een hoog niveau. In de verhandeling van Hoogerhuis wordt gezocht naar ver-klaringen voor het verloop van de zuigelingensterfte in de negentiende eeuw in de Nederlandse provincie Zeeland. Tot 1870 lagen de cijfers van Zeeland ver boven het landelijke gemiddelde. In de periode daarna volgde, in tegenstelling tot in de rest van het land, een sterke daling. Pas rond de eeuwwisseling lagen de cijfers voor Zee-land ongeveer op Zee-landelijk niveau. Daarnaast wil de auteur de relatie tussen vrucht-baarheid en zuigelingensterfte onderzoeken.

Meerdere auteurs hebben de determinanten van zuigelingensterfte onderzocht op basis van geaggregeerde gegevens. Slechts cijfermateriaal op individueel niveau kan de concrete werking van verschillende factoren aan het licht brengen. Hoogerhuis ge-bruikt 2827 gezinsreconstructies op basis van een zelf samengestelde databank met daarin alle individuele demografische gegevens van de stad Goes en omringende dor-pen voor de periode 1811-1900. Voltooide huwelijken vormen de basis voor de metho-de van metho-de gezinsreconstructie. Dat betekent dat men zicht heeft op het huwelijk tot metho-de vrouw vijftig wordt. Per koppel worden gegevens opgeslagen over beide huwelijkspart-ners en alle kinderen die binnen dit huwelijk geboren worden.

De auteur besteedt veel aandacht aan de visies van tijdgenoten op de hoge zuige-lingensterfte in de regio. De verklaringen werden meestal gezocht in de ecologische omstandigheden van de provincie: vooral de aanwezigheid van brak water zorgde voor de reputatie van Zeeland als koortsland. Daarnaast wezen de toenmalige specialisten erop dat een verminderde borstvoedingspraktijk de sterftecijfers bij zuigelingen deed stijgen. Ook het huidig historische debat gaat in hoofdzaak over het belang van de moederborst.

Uit een analyse van statistieken van doodsoorzaken in Zeeland komen maagdarm-stoornissen naar voren als belangrijkste doodsoorzaak bij zuigelingen. Onderzoek naar seizoensschommelingen in Goes en omliggende dorpen toont bovendien een piek in de zomer. Het materiaal van Hoogerhuis bevat aanwijzingen voor een vermderde toepassing van borstvoeding tijdens de zomermaanden door een verhoogde in-zet van vrouwenarbeid tijdens de oogstperiode. Ook de zomerwarmte lijkt een nega-tieve invloed te hebben op de overlevingskansen van zuigelingen. Achtereenvolgens

(2)

wordt de invloed van sekseverschillen, leeftijd van moeder, pariteit en sociale klasse op het sterfterisico van zuigelingen onderzocht. Daaruit blijkt dat vooral hoge pariteiten kwetsbaar zijn.

De relatie tussen borstvoeding, vruchtbaarheid, zuigelingensterfte is complex en gaat in meerdere richtingen. Om die relatie te onderzoeken worden geboorte-interval-len onderzocht aan de hand van traditionele demografische coëfficiënten, zoals 1q0 (het risico om binnen het eerste levensjaar te overlijden) of gemiddelde conceptiekan-sen. De streek rond Goes kenmerkt zich door een erg hoge huwelijksvruchtbaarheid tot laat in de negentiende eeuw. Hoe korter de geboorte-intervallen, hoe groter het sterfte-risico voor zuigelingen. Er is tevens sprake van het vervangingseffect: de conceptiekans stijgt na het overlijden van het laatstgeboren kind voor de leeftijd van één jaar.

In het laatste hoofdstuk maakt de auteur een casestudy van de gemeente Wol-phaartsdijk, waar het sterfterisico voor zuigelingen het grootst is. Alleen hier gaat de auteur over tot een multivariate analyse waar de invloed van verschillende variabelen betreffende gezins- en woonomstandigheden op het sterfterisico in hun onderlinge samenhang worden onderzocht. Voor het eerst maakt hij een onderscheid naar ge-boortecohort: 1811-1840, 1841-1870, 1871-1900. Uit deze aanpak blijkt opnieuw dat de korte duur van de geboorte-intervallen de grootste invloed heeft op de overlevingskans van een kind, naast periode, wijk en overlijden van de moeder in het kraambed.

Dit boek biedt zonder twijfel een duidelijke en grondige analyse van de zuigelin-gensterfte in de regio Beveland en levert een belangrijke bijdrage aan het onderzoek naar zuigelingensterfte in het algemeen. Men kan echter vragen stellen bij de metho-dologische aanpak van de auteur. Het werken met gezinsreconstructies bemoeilijkt de dynamische en multivariate aanpak die met een levensloopperspectief en event history analysis wel uitvoerbaar zou zijn voor de hele regio. Het werken met voltooide huwelij-ken heeft tot gevolg dat ongeveer de helft van de gehuwde koppels buiten beeld blijft (p. 104). In een levensloopanalyse worden ook gegevens van onvoltooide huwelijken in de analyse betrokken. De eenheid van analyse is niet het individuele kind maar steeds de vrouw. Alle geboorten en sterftegevallen worden dan automatisch bestudeerd bin-nen de maatschappelijke en de gezinscontext. De aanwezige effecten van bijvoorbeeld periodisering (p. 236), sociale achtergrond (p. 144) en stedelijke of rurale context (p. 189) kunnen op die manier diepgravender worden onderzocht dan nu is gebeurd. Christa Matthys

Universiteit Gent

M. Boone, K. Davids en P. Janssens (eds.), Urban public debts. Urban government and the market for annuities in Western Europe (14th-18th centuries). Series in European Urban history (1100-1800) 3 (Turnhout: Brepols, 2003) 221 p. isbn 9782503513836 In november 2001 organiseerde de Vlaams-Nederlandse onderzoeksgroep ‘Burgers, geld en stadsbesturen’, geleid door M. Boone (U. Gent), P. Janssens (K.U. Brussel) en K. Davids (V.U. Amsterdam), een colloquium over het stedelijke financiewezen in West-Europa tijdens de middeleeuwen en de nieuwe tijd. In het bijzonder de ge-consolideerde schulden onder de vorm van verkochte renten waren het voorwerp van dertien rapporten.

Bij wijze van inleiding stelden de projectleiders (‘Urban public debt from the 14th to the 18th century: a new approach’, p. 3-11) de specifieke problematiek van het

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

nauwelijks betrokken bij belangrijke Eu- regionale projecten als Mines et Mineurs [be- studering van de geschiedenis van de mijn- bouw in de Euregio], historische

(Here we equip R n×n with an arbitrary norm.) (ii) Calculate the derivative of the map (1).. Remark: In this problem you may not use smoothness of a map that is given by an

You are not allowed to use books, calculators, or lecture notes, but you may use 1 sheet of handwritten personal notes (A4, both sides).. Unless otherwise stated, you may use

E.H.G. Wrangel, De betrekkingen tusschen Zweden en de Nederlanden op het gebied van letteren en wetenschap, voornamelijk gedurende de zeventiende eeuw.. logsvloten uit de Oostzee

De Nederlandse regering heeft naar aanleiding daarvan aan de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) gevraagd welke gevolgen het gemeenschapsrecht, de jurisprudentie van het

To achieve this aim, the following objectives were set: to determine the factors that play a role in the pricing of accommodation establishments; to determine

Voor enkele onderwerpen werden de verbeter- mogelijkheden geschetst aan de hand van korte pitches: over de implementatie van richtlijnen door Menno Tusschenbroek (LPGGZ);

We employ multiangle spatial compounding of PA and US images using a probe with a linear array transducer and four LED arrays, to form dual-mode tomographic images.. Using