• No results found

Impetigo, ecthyma, niet bulleuze infectie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Impetigo, ecthyma, niet bulleuze infectie"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Richtlijnen voor anti-infectieuze behandeling in ziekenhuizen BVIKM 2017

IMPETIGO, ECTHYMA:

NIET BULLEUZE INFECTIE

• Klinische aspecten en commentaren o Honingkorsten.

o Ecthyma = impetigo met uitbreiding tot in de dermis.

• Betrokken pathogenen

o Groep A streptokokken (Streptococcus pyogenes).

o Staphylococcus aureus.

• Empirische anti-infectieuze behandeling o Regimes en standaard posologieën.

Eerste keuze: fusidinezuur (2% crème/zalf topische applicatie q12-24h). Alternatieven.

Cefadroxil (1 g po q12h of 500 mg po q6h). Cefalexine (500 mg po q12h).

Flucloxacilline (500 mg po q8h).

Bij patiënten met een milde of matige pathologie is een topische behandeling met fusidinezuur doeltreffen-der dan een orale behandeling. Voor meer uitgebreide letsels is het momenteel onduidelijk of orale behan-delingen doeltreffender zijn dan topische.

o Totale duur van de geschikte (empirische + gedocumenteerde) anti-infectieuze behandeling: 5 tot 12 da-gen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Meijer heeft, ondanks het Nederland-centrische bronnenmateriaal, toch aan zijn boek een zekere Indonesië-centrische opzet willen geven door bij zijn onderzoek de rapportage van de

Als de auteurs zich wat meer hadden beperkt tot een goede presentatie van het materiaal als zodanig, zou dit hun overigens interessante boek alleen maar ten goede zijn

• De fiscale klimaat- en calamiteitenreserve, waarbij ondernemers per jaar voor belastingen een gedeelte van hun inkomen boven de € 30.000 kunnen doteren in een reserve, is met

De auteur is nu daarnaast voor alle 93 ambtenaren die in de door hem onderzochte periode bij binnenlandse zaken gewerkt hebben — dat wil zeggen zowel bij 'inwendige politie en

De vergelijkingen zowel op economische als sociale kenmerken met de Neder- landse bedrijfstak elders in Nederland doet het eigene van de Brabantse steenfabricage goed uitkomen..

Vervolgens worden eerst de kwalitatieve resultaten van deze analyse getoond (hoofdstuk 3.1), gevolgd door de diepgaandere kwantitatieve resultaten voor de maatregelen

Aan de orde komen onder meer de houding van de Duitse industriewerkgevers tegenover de Europese integratie en de vaak moeizame relatie tussen opkomende Europese integratieverbanden

Dit negatieve oordeel wordt nog eens bevestigd door de wijze waarop geschetst wordt hoe personalisme en denken over 'de gemeenschap' in de eerste naoorlogse jaren van invloed waren