• No results found

Chrysant : gebruikswaarde-onderzoek, winter 1987/1988 : temperatuur, long day number, vegetatieve groei

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Chrysant : gebruikswaarde-onderzoek, winter 1987/1988 : temperatuur, long day number, vegetatieve groei"

Copied!
26
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ft OG

c? 25

STICHTING PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS

Chrysant

Gebruikswaarde-onderzoek, winter 1987/1988 - Temperatuur en onderbrekingsproef

- Long day leaf number - Vegetatieve groei

A. de Gelder RIVRO/PTG/PBN C. Heidemans PTG

A.P. van der Hoeven PTG M.G. Hoogeveen PBN

Naaldwijk, mei 1988

(2)

ft-(Ob

1 (j INHOUD pagina 1. Inleiding 2. Doel 3. Werkwijze 3.1. Temperatuur en onderbrekingsproef 3.1.1. Houdbaarhe id

3.2. Long day leaf number 3.3. Vegetatieve groei

4. Resultaten en bespreking resultaten 4.1. Temperatuur en onderbrekingsproef 4.1.1. Houdbaarheid

4.1.2. Vatbaarheid voor roest 4.2. Long day leaf number 4.3. Vegetatieve groei 5. Conclusies

(3)

1. Inleiding

De ontwikkeling van het sortiment in de teelt van jaarrondchrysanten gaat zeer snel. Zelfs dermate snel dat het gebruikswaarde-onderzoek niet kon

voldoen aan de eis van tijdige, betrouwbare informatie over nieuwe rassen. Dit was aanleiding om de opzet van dit onderzoek drastisch te wijzigen. Deze opzet is beschreven in de notitie "Hernieuwde start gebruikswaarde-onderzoek chrysant 1987".

In de winter 1987/1988 zijn de eerste proeven volgens deze opzet uitge­ voerd, in dit verslag worden achtereenvolgens de werkwijze en de resulta­ ten beschreven. Tevens worden enkele conclusies getrokken.

2. Doel

In het gebruikswaarde-onderzoek chrysant wordt gelet op raseigenschappen die van belang zijn voor teler, handelaar en consument. Deze eigenschappen worden bepaald door meting. Op deze wijze worden de rassen gekarakteri­ seerd.

In de proeven in de winter 1987/1988 is gelet op de reactie van rassen op temperatuur en onderbreking. Daarnaast zijn de vegetatieve groei en het lange dagbladgetal onder continue lange dag gemeten.

3. Werkwijze

Voor het uitvoeren van de proeven zijn de veredelingsbedrijven aangeschre­ ven met het verzoek om rassen aan te melden voor het onderzoek. Een over­ zicht van de in het onderzoek opgenomen rassen staat in tabel 3.1. Hierin zijn tevens een kleur en type aanduiding opgenomen.

Van alle rassen zijn door de inzenders 750 onbewortelde stekken geleverd. Deze zijn centraal beworteld bij Fides.

De in perspot bewortelde stekken zijn op 20 oktober geplant in de afde­ lingen 2 tot en met 6 van kas 113 ('de bloemenkas') van het PTG. Per ras zijn vijf stekken opgezonden naar de PD in Wageningen om de gevoeligheid voor roest te testen.

3.1. Temperatuur- en onderbrekingsproef

In de winter zijn temperatuur en onderbreking van de korte-dagperiode twee belangrijke maatregelen om de groei van de chrysant te sturen.

In de afdelingen 113-2 tot en met 5 zijn daarom vier combinaties van temperatuur en onderbreking gebruikt.

De behandelingen waren als volgt. Afdeling Ingestelde temperatuur 113 - 2 dag 17° C, nacht 18° C 3 dag 17° C, nacht 18° C 4 dag 17° C, nacht 12° C 5 dag 17° C, nacht 12° C

Onderbreking

na 17 korte dagen, 20 lange dagen na 17 korte dagen, 11 lange dagen na 17 korte dagen, 11 lange dagen na 17 korte dagen, 20 lange dagen. De rassen werden 20 oktober 1987 geplant in tweevoud per afdeling. 7 de­ cember 1987 is in alle afdelingen de korte-dagbehandeling gestart.

(4)
(5)

Na 17 korte dagen zijn afdeling 2 en 5 20 dagen belicht en afdeling 3 en 4 11 dagen. Hierna is de korte-dagbehandeling weer voortgezet tot de bloei. De temperatuurbehandeling is van start gegaan nadat de planten in alle af­ delingen goed aan de groei waren.

De werkelijk gerealiseerde temperatuur zijn weergegeven in tabel 3.1.1. Wij zien dat er duidelijke verschillen zijn gerealiseerd tussen de behan­ delingen.

De minimum temperaturen zijn echter in afdeling 2 en 3 wat te ver terugge­ lopen (+ 15° C). De gemiddelde etmaaltemperatuur is voor afdeling 2 en 3 + 17 C en voor afdeling 4 en 5 + 15° C. Terwijl voor laatstgenoemde afde­ lingen de minimum temperatuur +_ 11° C was.

Tijdens de gehele teeltperiode is vrijwel geen CC^ gedoseerd vanwege de nieuwbouw. Tevens zijn er bij de start wat problemen geweest met de weg-groei (pythium). Dit heeft vooral bij het ras 'Coral Maybel' nogal wat achterstand in de groei opgeleverd.

Hoewel de minimale CO^ dosering heeft geleid tot een wat lichter gewas, zijn de rassen onderling goed te vergelijken.

Tijdens de teelt zijn de rassen enkele malen met remstof behandeld (tabel 3.1.2.). De remstof is naar behoefte gegeven hoewel er eenzelfde concen­ tratie per bespuiting is gebruikt.

Waarnemingen

Om de reactie van de rassen op de verschillende behandelingen vast te leg­ gen is tijdens de teelt enkele malen de lengte gemeten en zijn bij de oogst de volgende waarnemingen gedaan, steeds aan 12 takken per veld. - lengte

- gewicht

- aantal knoppen - mate van doorwas - trosvorm.

- snelheid bloemknopvorming

De lengte is gemeten in cm en het gewicht in gram. Aantal knoppen is geteld.

(6)

_ 4

-Tabel 3.1. In de proef genomen rassen

Ras Inzender/ Kleur Type

leverancier

Bonita Hoek

Cappa. Dark Van Loon

Carfelia Van Loon

Cassa verg/Fides

Coral Maybel verg/Hoek

Daymark verg/Fides

Delta verg/Hoek

Denise Van Ruiten

Funshine Fides Grasshopper Hoek Majoor Bosshardt = Finmark Fides Moneymaker Fides Mundial Fides Palaver Fides

Penny Lane verg/Fides

Pink Pompon Hoek

Pink Ufo Hilvo

Reagan CBA

Reggae CBA

Regoltime verg/CBA

Request CBA

Runaway Fides

Rusty Van Ruiten

Snapper verg/Fides Toon Hermans = Runnerup Fides Whisper Fides lilarose enkelbl. donkergeel anemoon geel enkelbl. wit enkelbl. koraalkleurig enkelbl. wit anemoon lilarose enkelbl. rose decoratief creme rose mini anemoon rose met groen decoratief hart

wit met geel

groen hart anemoon

rose anemoon

rose anemoon

lichtrose decoratief licht creme anemoon rose zachtrose docratief lichtrose enkelbl. kleinbl. rose enkelbl. amber enkelbl. donkergeel enkelbl. wit enkelbl.

creme met mini anemoon donker hart

goudgeel spiderbl. rose klein bloemij

anemoon

helder geel kleine anemoon met donker hart

(7)

Tabel 3.1.2. Alar bespuitingeii en gemiddelde lengte per ras. Rasnamen data bespuitingen gemiddelde lengte per

18/11 3/12 31/12 ras alarconcentraties

1 g/1 1 g/1 1,5 g/1 26/10 14/12 25/1 water water water

Bonita * X X X 16 65 87 Cappa Dark X X 16 61 85 Carfelia X X 15 54 84 Cassa X X X 17 58 86 Coral Maybel 17 53 82 Daymark X X X 18 67 94 Delta X 15 47 80 Denise X X X 16 58 85 Funshine X X 15 64 85 Grasshopper X X 17 67 94 Majoor Bosshardt X X X 15 55 82 Moneymaker X X 15 64 89 Mundial X X 15 61 94 Palaver X X 15 59 93 Penny Lane 15 50 77 Pink Pompon X X X 16 62 98 Pink Ufo 16 46 73 Reagan (nr. 204) X X 16 54 82 Reggae X X X 15 63 93 Regoltime X 15 45 73 Request (nr. 190) X X X 16 57 80 Runaway X X X 16 63 -Rusty X X X 16 63 90 Snapper X X X 15 65 88 Toon Hermans X X 16 57 86 Wisper X X X 18 63 99 Gemiddeld 16 59 86 Plantdatum: 20 oktober 1987. Begin korte dag: 7 december 1987.

* de aangekruiste rassen zijn op genoemde datum met Alar (64%) behandeld. 3.1.1. Houdbaarheid

Uit eerder rassenonderzoek bij chrysant is naar voren gekomen dat er een grote mate van spreiding in de resultaten kan voorkomen. Uit onderzoek van Van Meeteren is gebleken dat de transportsimulatie een bron van variatie is. Daarbij gaat het voornamelijk om het vermogen om voldoende water te kunnen opnemen.

In het gebruikswaarde-onderzoek is daarom naast het aspect van het vaasle­ ven van de rassen, gekeken naar het effect van voorwateren direct na de oogst en een herstelperiode aan het eind van de transportperiode op de houdbaarheid.

(8)

6

-was bekend uit vorige proeven.

De behandeling van de chrysanten was als volgt. Per ras per afdeling wer­ den 20 takken geoogst. Deze takken werden in vier groepjes van vijf ver­ deeld.

Deze vier partijen kregen de volgende behandelingen. Groep A:

Na de oogst werden ze met de wortelkluit in water gezet gedurende 4 uur. Daarna afknippen en verpakt in een doos getransporteerd naar Aalsmeer. De takken werden daar in water + uitvloeier (twee 2 1 ml/1 water) gezet gedurende 4 uur bij 5° C.

Daarna werden de takken in de uitbloeiruimte gezet bij 20° C en 60% r.v. met 12 uur licht en 12 uur donker.

Groep B:

Werd evenals groep A met wortelkluit in water gezet en getransporteerd. Na het transport werden deze takken direct in de uitbloeiruimte gezet. Groep C:

Na de oogst werden deze takken direct afgeknipt en droog verpakt en ge­ transporteerd. Na het transport kregen deze takken dezelfde herstelbehan­ deling als groep A.

Groep D:

Deze takken werden droog verpakt als groep C, transporteerd en kregen geen herstelperiode, maar werden direct in water in de uitbloeiruimte ge­

plaatst.

Voor de herstelbehandeling en het in water zetten werd van de stelen een stukje afgeknipt respectievelijk gesneden.

3.2. Long day leaf number

Uit de literatuur is bekend dat chrysantenrassen verschillen in splitge-voeligheid en dat dit gecorreleerd is met het aantal bladeren dat onder lange dag omstandigheden wordt gevormd totdat het groeipunt een generatie­ ve knop aanlegt. Deze knop komt onder LD omstandigheden echter niet tot ontwikkeling.

Om het lange dag bladgetal = long day leaf number te bepalen zijn per ras 16 planten in 2 herhalingen van 8 planten per veld uitgeplant in afdeling 113-6 (de linker twee bedden).

De planten zijn enkele dagen na het planten getopt boven het zesde blad. Na het uitgroeien van de nieuwe scheuten zijn alle planten weer gedund tot een scheut uit de oksel van het vijfde blad.

Onder lange dag condities zijn deze scheuten vervolgens uitgegroeid. Re­ gelmatig is gekeken of de knop generatief werd. Als dit zichtbaar was is dit genoteerd. Enige tijd later werd het aantal bladeren tot de knop ge­ teld en de lengte van de steel gemeten.

3.3. Vegetatieve groei

Om de vegetatieve groei te karakteriseren zijn de lengte, het versgewicht, het aantal bladeren en het bladoppervlak bepaald.

(9)

De 26 rassen werden daarvoor geplant in tweevoud in de twee rechter bedden van afdeling 113-6. Per veldje werden 24 planten gepoot in een plantdicht-heid van 48 pl/m bed. De planten kregen steeds lange dag.

Bij de start en vervolgens op 4 tijdstippen zijn vervolgens de metingen verricht aan 6 planten per ras per herhaling. De planten werden daartoe vlak bij de perspot afgesneden. Direkt werden lengte en versgewicht geme­ ten. Vervolgens werden de planten meegenomen naar de ruimte waar de blad-oppervlaktemeter staat opgesteld. Hier werden bladoppervlak en aantal bla­ deren gemeten.

De waarnemingen werden gedaan op: 21 oktober 1987 = dag 1 16 november 1987 = dag 27 30 november 1987 = dag 41 14 december 1987 = dag 55 5 januari 1988 = dag 77 Bij deze proef is niet met remstof gespoten.

4. Resultaten

4.1. Temperatuur en onderbrekingsproef

Zoals bij de werkwijze beschreven zijn er veel waarnemingen verricht in deze proeven. Dit resulteert ook in veel uitkomsten. In een aantal tabel­ len worden de resultaten weergegeven.

In tabel 4.1.1. staat een overzicht van de resultaten gemiddeld over alle rassen per afdeling.

In dit overzicht is naast de gemeten kenmerken toegevoegd het gewicht per cm lengte berekend als gewicht/lengte.

Tabel 4.1.1. Gemiddelde waarden per afdeling voor lengte, gewicht, aantal knoppen, trosvorm, gewicht per cm en het aantal dagen tussen

planten en gemiddelde bloei

Kenmerk Afdeling

113-2 113-3 113-4 113-5

lengte in cm 85 78 87 96

gewicht in gram 52 48 54 57

aantal knoppen per tak 9.8 9.1 9.8 11.1 bloemen incl. klunende

knoppen

trosvorm 2.2 1.3 2.3 2.6

gewicht per cm 0.603 0.615 0.612 0.587

aantal dagen tussen planten en gemiddelde

bloei 133 126 137 142

Uit dit overzicht zijn enige algemene conclusies te trekken. Een langere teelt, als gevolg van meer onderbreking of hogere temperatuur resulteerde in een hoger gewicht, terwijl het gewicht per cm niet werd beïnvloed. De trosvorm werd door zowel temperatuur als onderbreking meer vertakt. Deze algemene conclusies kunnen per ras echter anders liggen. In de tabel­ len 4.1.2. tot en met 4.1.7. staan de resultaten per ras.

(10)

8

-Tabel 4.1.2. Aantal dagen vanaf planten tot oogsten

Rasnaam Afdeling 2 3 4 5 gem. Bonita 128 126 123 128 126 Cappa Dark 139 125 143 147 139 Carfelia 128 123 143 141 134 Cassa 130 125 128 135 129 Coral Maybel 147 139 153 153 148 Daymark 130 125 129 134 129 Delta 132 127 144 148 138 Denise 137 126 134 142 135 Finmark 130 125 131 139 131 Funshine 131 124 130 133 129 Grasshopper 136 127 147 144 139 Moneymaker 134 126 134 - 131 Mundial 129 125 131 136 130 Palaver 134 125 136 141 134 Penny Lane 132 126 136 145 136 Pink Pompon 137 125 140 145 137 Pink Ufo 142 130 153 155 145 Reagan 142 130 153 155 145 Reggae 133 127 136 142 134 Regoltime 136 129 147 153 141 Request 142 130 143 148 140 Runaway 129 126 143 150 135 Runnerup 127 122 123 128 125 Rusty 132 123 129 133 129 Snapper 130 125 130 138 131 Whisper 139 125 136 139 135 Gem. 133 126 137 142 135

(11)

Tabel 4.1.3. Gemiddelde lengte per ras per afdeling. Rasnaam Afdeling 2 3 4 5 gem. Bonita 82 76 78 86 81 Cappa Dark 90 89 97 109 95 Carfelia 82 75 90 94 85 Cassa 83 78 70 85 79 Coral Maybel 93 74 98 109 94 Daymark 87 74 90 98 87 Delta 82 69 91 101 86 Denise 86 72 84 94 84 Finmark 77 73 79 85 78 Funshine 77 75 79 82 78 Grasshopper 91 90 104 104 98 Moneymaker 90 84 85 - 86 Mundial 93 86 95 101 94 Palaver 97 81 93 98 92 Penny Lane 72 73 73 86 76 Pink Pompon 98 82 93 99 93 Pink Ufo 80 64 93 103 85 Reagan 89 82 99 108 94 Reggae 88 85 92 96 90 Regoltime 73 66 75 94 77 Request 80 75 81 98 84 Runaway 82 82 91 101 87 Runnerup 73 76 74 86 77 Rusty 90 76 81 89 84 Snapper 91 78 84 93 86 Whisper 96 89 101 103 97 Gem. 85 78 87 96 86

(12)

10

-Tabel 4.1.4. Gemiddeld takgewicht per ras per afdeling

Rasnaam Afdeling 2 3 4 5 gem. Bonita 42 49 46 45 45 Cappa Dark 47 49 50 52 49 Carfelia 63 50 72 69 64 Cassa 49 52 44 51 49 Coral Maybe1 53 50 80 73 66 Daymark 54 52 51 50 52 Delta 54 51 68 69 60 Denise 57 47 50 56 52 Finmark 49 57 59 61 57 Funshine 38 38 36 35 37 Grasshopper 53 48 56 59 54 Moneymaker 46 41 44 - 43 Mundial 50 48 52 55 51 Palaver 54 46 51 55 52 Penny Lane 45 45 45 55 52 Pink Pompon 66 49 50 62 57 Pink Ufo 62 44 65 63 58 Reagan 57 46 58 68 57 Reggae 45 43 48 47 46 Regoltime 56 55 57 69 59 Request 59 42 57 63 55 Runaway 47 51 58 60 53 Runnerup 38 42 37 32 37 Rusty 45 42 46 50 46 Snapper 58 53 57 64 58 Whisper 53 52 49 59 53 Gem. 51 48 53 57 52

(13)

Tabel 4.1.5. Gemiddeld aantal knoppen per tak per ras per afdeling Rasnaam Afdeling 2 3 4 5 gem. Bonita 8.9 11.4 7.0 9.4 9.2 Cappa Dark 7.8 9.7 6.7 12.0 8.8 Carfelia 8.9 9.5 18.0 13.8 12.6 Cassa 8.5 10.7 7.1 7.2 8.4 Coral Maybel 9.9 10.9 11.7 12.0 11.3 Daymark 6.9 11.0 8.1 8.0 8.5 Delta 5.7 6.1 9.7 11.8 8.3 Denise 15.2 8.0 12.0 19.0 13.5 Finmark 10.2 13.8 8.1 10.3 10.6 Funshine 6.2 8.0 5.9 5.9 6.5 Grasshopper 11.7 9.1 15.2 15.6 13.2 Moneymaker 6.5 6.8 4.7 - 5.9 Mundial 7.2 7.7 6.0 6.4 6.8 Palaver 10.1 7.1 6.1 7.8 7.8 Penny Lane 6.2 6.2 6.3 10.0 7.3 Pink Pompon 16.1 8.6 14.3 18.6 14.5 Pink Ufo 20.0 13.0 20.5 18.0 17.9 Reagan 11.3 6.9 9.5 11.3 9.7 Reggae 5.7 5.6 5.5 5.1 5.5 Regoltime 7.1 8.0 6.4 8.4 7.5 Request 12.0 8.4 11.5 15.2 11.7 Runaway 10.9 12.5 17.3 29.1 15.5 Runnerup 11.8 13.5 9.8 8.5 10.9 Rusty 11.4 9.7 7.1 8.5 9.2 Snapper 8.0 9.4 7.9 6.8 8.0 Whisper 8.9 6.4 8.3 9.7 8.3 Gem. 9.7 9.2 9.7 11.2 9.9

(14)
(15)

Tabel 4.1.6. Gemiddelde trosvorm per ras per afdeling Rasnaam Afdeling 2 3 4 5 gem, Bonita 1.0 0.0 0.0 1.0 0.5 Cappa Dark 3.4 1.0 2.2 2.2 2.4 Carfelia 1.2 1.1 3.8 4.3 2.6 Cassa 3.0 1.5 1.9 2.7 2.3 Coral Maybel 1.9 3.2 1.5 1.3 2.0 Daymark 1.7 1.0 2.0 2.6 1.8 Delta 1.8 1.0 3.9 2.9 2.4 Denise 3.8 2.0 3.8 4.0 3.4 Finmark 1.0 0.0 3.2 3.5 1.9 Funshine 1.1 0.0 1.0 1.0 0.8 Grasshopper 2.0 1.0 1.7 1.4 1.5 Moneymaker 2.3 0.4 1.7 - 1.3 Mundial 1.7 1.1 2.6 2.5 2.0 Palaver 2.4 1.0 2.7 2.9 2.3 Penny Lane 1.2 1.0 2.7 2.9 2.3 Pink Pompon 4.1 2.1 4.0 3.1 3.4 Pink Ufo 3.5 1.9 3.6 3.0 3.0 Reagan 2.8 2.6 1.8 1.5 2.2 Reggae 1.1 1.0 1.0 1.6 1.2 Regoltime 1.3 0.8 2.9 3.6 2.1 Request 1.7 2.0 1.7 2.2 1.9 Runaway 3.0 2.9 3.7 4.0 3.3 Runnerup 0.7 0.0 0.5 1.0 0.5 Rusty 1.5 0.5 0.2 1.5 0.9 Snapper 3.9 3.7 2.2 3.7 3.4 Whisper 4.1 1.0 2.8 3.4 2.8 Gem. 2.2 1.3 2.3 2.5 2.1

(16)

13

-Tabel 4.1.7. Gemiddeld takgewicht per cm steel per ras per afdeling Rasnaam Afdeling 2 3 4 5 gem. Bonita 0.50 0.64 0.59 0.52 0.56 Cappa Dark 0.51 0.54 0.51 0.48 0.51 Carfelia 0.77 0.66 0.78 0.74 0.74 Cassa 0.59 0.66 0.62 0.60 0.61 Coral Maybel 0.57 0.66 0.81 0.67 0.69 Daymark 0.60 0.70 0.57 0.50 0.59 Delta 0.65 0.73 0.76 0.68 0.70 Denise 0.66 0.64 0.59 0.59 0.62 Finmark 0.64 0.78 0.74 0.72 0.72 Funshine 0.49 0.50 0.45 0.43 0.47 Grasshopper 0.57 0.52 0.54 0.56 0.55 Moneymaker 0.52 0.48 0.51 - 0.50 Mundial 0.53 0.55 0.55 0.54 0.54 Palaver 0.55 0.56 0.55 0.56 0.56 Penny Lane 0.62 0.62 0.61 0.64 0.62 Pink Pompon 0.67 0.58 0.54 0.63 0.60 Pink Ufo 0.77 0.68 0.71 0.61 0.69 Reagan 0.64 0.56 0.59 0.63 0.60 Reggae 0.50 0.50 0.52 0.48 0.50 Regoltime 0.77 0.84 0.77 0.75 0.78 Request 0.73 0.55 0.70 0.64 0.65 Runaway 0.57 0.62 0.63 0.58 0.60 Runnerup 0.51 0.55 0.49 0.37 0.48 Rusty 0.50 0.54 0.56 0.57 0.54 Snapper 0.63 0.68 0.67 0.67 0.66 Whisper 0.55 0.58 0.48 0.57 0.55 Gem. 0.60 0.61 0.61 0.59 0.60

Over de spreiding in de resultaten kan verder worden opgemerkt dat deze bij de gemeten kenmerken vrij hoog was.

Het beste kwam de lengte uit de bus met een ook voor andere proeven en kenmerken gevonden mate van spreiding. Een acceptabel niveau dus.

Voor gewicht was de mate van spreiding hoger, wat er op duidt dat hierin nog meer uniformiteit te bereiken moet zijn. Zeker als wij hierbij de in 4.3. beschreven resultaten betrekken.

Ook het aantal knoppen per tak en de trosvorm vertoonden een grote mate van spreiding maar deze zijn minder selecteerbaar.

Letten wij op de reacties van de afzonderlijke rassen dan zien wij rassen die bij vrijwel alle behandelingen gelijke resultaten geven voor bijvoor­ beeld gewicht en rassen die zeer sterk verschillende resultaten geven. Rassen met grote verschillen voor gewicht geven vaak ook grote verschillen voor trosvorm.

Naast de spreiding in de resultaten per proef is ook te berekenen een spreiding in de resultaten per ras. Hoe geringer deze spreiding hoe ge­ lijkmatiger het ras over alle afdelingen heen was.

De rassen die er in dit opzicht positief uitkwamen waren 'Bonita', 'Funs-hine', 'Mundial', 'Reggae', 'Cassa', 'Moneymaker' en 'Runnerup'.

(17)

Ia het algemeen was afdeling 113-3 = hoge temperatuur en korte onderbre­ king de beste afdeling.

Snelheid bloemknopvorming

Tussen de rassen kwamen grote verschillen voor in de snelheid waarmee de bloemknoppen werden aangelegd (geïnduceerd). Dit was het duidelijkst waar te nemen in de afdelingen met lage nachttemperatuur. De aanlegsnelheid van de bloemknoppen was niet alleen waar te nemen aan het moment waarop de knoppen zichtbaar werden, maar ook later aan het wel of niet voorkomen van

blaadjes en internodiën aan de bloemsteeltjes. Bij de bovenste knoppen, die vóór de onderbreking zijn aangelegd, komen geen blaadjes op de bloem­ steel voor. De ondergelegen knoppen die pas na de onderbreking zijn aange­ legd, hebben wel blaadjes op de bloemsteel. Aan dit kenmerk is te zien hoe snel een ras bloemknoppen aanlegt en op basis van dit kenmerk zijn de ras­ sen ingedeeld in de volgende groepen:

1. Zeer snel: Bonita

2. Snel: Daymark, Mundial, Cassa, Toon Hermans

3. Tamelijk snel: Reggae, Snapper, Rusty, Funshine, Palaver

4. Traag: Pink Pompon, Regaltime, Penny Lane, Runaway, Grasshopper, Majoor Bosshardt, Whisper, Money Maker, Delta, Cappa Dark, Denise, Car-felia

5. Zeer traag: Reagan, Pink Ufo, Coral Maybel, Request.

De zeer trage rassen hadden bij de lage nachttemperatuur vóór de onderbre­ king nog helemaal geen knoppen aangelegd, ook geen hoofdknop. Pink Ufo vertoonde duidelijke rozetvorming.

4.1.1. Houdbaarheid

Volgens de in 3.1. beschreven werkwijze zouden in totaal 2080 takken op houdbaarheid getoetst moeten worden. Vanwege de beschikbare uitbloeiruimte kon dit aantal bij lange na niet worden gerealiseerd.

Gezien de stand van het gewas is daarom van zoveel mogelijk rassen uit af­ deling 113-3 de houdbaarheid getest voor de vier behandelingen. Daarnaast is uit de andere afdelingen nog materiaal gebruikt voor een aantal rassen. In totaal zijn 879 takken getoetst.

Omdat niet het volledige schema is uitgewerkt is een normale variantie analyse niet mogelijk. Om toch een beeld te krijgen van het effect van rassen, behandelingen en teeltcondities op de houdbaarheid is daarom re­ gressie-analyse toegepast. Hierbij is tevens betrokken de vraag of het zinvol is om de verschillende redenen van afschrijven te onderscheiden. Uit deze verwerking komt naar voren dat het onderscheiden van de reden van afschrijven zeer belangrijk is, gevolgd door het effect van behandeling en rasverschillen. De invloed van de teelt (verschillen tussen afdelingen) is relatief gering, alhoewel wel aanwezig. Dit geldt ook voor de onderlinge beïnvloeding van de verschillende effecten. In tabel 4.1.1. is over alle rassen heen het effect van behandeling en de verschillen tussen redenen van afschrijven gegeven, zowel wat betreft gemiddeld vaasleven als aantal takken bij een combinatie.

Uit deze tabel is af te lezen dat voorwateren of niet voorwateren weinig verschil veroorzaakt. Het effect van een herstelperiode is echter wel dui­ delijk aanwezig.

Voor de beschrijving van de rassen is daarom alleen onderscheid gemaakt tussen wel of geen herstelperiode, met daarbij de reden van afschrijven. Deze resultaten staan in tabel 4.1.2. Uit deze resultaten blijkt dat som­ mige rassen zeer slecht tegen transport kunnen, onder andere 'Pink Ufo', 'Coral Maybel' en 'Whisper'. Anderen kunnen niet tegen transport maar

(18)

her-stellen zeer goed, bijvoorbeeld 'Regoltime', 'Moneymaker'. Terwijl andere rassen geen hinder van het transport hadden. 'Reagan', 'Finmark', 'Grass­ hopper', 'Denise' en 'Bonita'.

Voor verder gebruikswaarde-onderzoek zal het effect van transport getoetst moeten worden door daarbij wel of geen herstelperiode toe te passen. Voor­ wateren blijkt geen zinvolle behandeling.

Voor een verdere beschrijving van de werkwijze zullen deze resultaten ge­ combineerd moeten worden met de resultaten van ander houdbaarheidsonder-zoek bij chrysant.

Tabel 4.1.1.1. De gemiddelde houdbaarheid voor vier manieren van voorbehandelen van chrysantentakken onderscheiden naar reden van beëindiging vaasleven.

REDEN VAN AFSCHRIJVING

Behandeling Uitgebloeid Slap blad Overige Gemiddelde/Totaal gem. aant. gem. aant. gem. aant.

Voorwateren +

herstel 21.7 149 11.6 50 19.6 25 19.3 224

Voorwateren

geen herstel 21.4 79 7.4 99 * 0 13.6 178

Droog + herstel 22.8 166 10.1 86 23.8 5 18.6 257 Droog geen herstel 24.4 76 7.1 144 * 0 13.1 220

(19)

Tabel 4.1.1.2. Houdbaarheid van 26 chrysantenrassen bij wel of niet toepassen van een herstelperiode van 4 uur bij 5°C op een oplossing met uitvloeier (1 ml/1 tween 20). De houdbaarheid is onderscheiden naar reden van afschrijven, waarbij zowel gemiddeld vaasleven als aantal takken is vermeld. (D - dagen, À = aantal)

Wel herstelperiode Geen herstelperiode Reden van

afschrijven

Uitbloei Slap blad Overige Uitbloei Slap blad Gemiddelde houdbaarheid in dagen Ras D A D A D A D A D A Herstel + Bonita 22.6 11 19.7 15 18.9 9 25.4 20 20.3 20 20.4 22.8 Cappa-Dark 20.2 13 13.0 2 X X X X X X 19.3 X Carfelia 17.8 35 X X X X 19.2 15 13.4 5 17.8 17.8 Cassa 19.0 3 14.4 14 18.1 7 X X 6.8 20 16.0 6.8 Coral-Maybel 11.0 2 5.1 8 X X 3.0 1 2.6 9 6.3 2.6 Daymark 24.0 5 11.4 7 23.7 3 X X 8.1 9 18.1 8.1 Delta 24.0 3 15.4 7 X X X X 8.2 5 18.0 8.2 Denise 24.0 10 X X X X 24.0 5 X X 24.0 24.0 Finmark 25.7 26 X X 28.0 3 26.5 19 12.0 1 26.0 25.8 Funshine 15.0 2 11.9 8 X X X X 9.4 5 12.5 9.4 Grasshopper 25.1 35 X X X X 27.3 16 11.0 9 25.1 21.4 Moneymaker 24.9 8 X X 24.0 2 21.0 2 3.0 8 24.7 6.6 Mundial 26.3 10 6.0 5 X X 27.0 1 5.1 14 19.5 6.5 Palaver 21.4 20 X X X X 20.7 9 6.3 11 21.4 12.8 Penny Lane 15.1 10 X X X X X X 9.2 5 15.1 9.2 Pink-Pompon 20.6 28 19.0 1 19.0 1 19.7 20 X X 20.5 19.7 Pink Ufo X X 4.8 15 X X X X 3.5 15 4.8 3.5 Reagan 30.6 10 X X X X 25.5 10 X X 30.6 25.5 Reggae 21.8 8 9.4 12 X X 15.0 1 7.8 19 14.4 8.2 Regoltime 35.4 8 7.0 2 X X X X 4.5 10 29.7 4.5 Request 17.3 6 X X 17.8 4 21.2 10 X X 17.5 21.2 Runaway 25.0 1 15.0 4 X X 32.7 3 7.7 12 17.0 12.7 Runnerup 20.3 38 14.5 2 X X 19.3 19 9.0 21 20.0 13.9 Rusty 23.7 10 9.0 10 X X X X 6.2 5 16.4 6.2 Snapper 25.6 9 8.4 9 X X 22.8 4 2.1 21 17.0 5.4 Whisper 15.5 4 6.5 15 19.0 1 X X 2.4 19 8.9 2.4

1) Betrouwbaar verschil tussen rassen en behandelingen is 2.5 dag. x) geen waarneming.

(20)

17

-Tabel 4.1.1.3. Opmerkingen houdbaarheid

Rasnaam Opmerkingen

Bonita Gele bladsteeltjes, latere bloemen veel lichter van kleur, bruine puntjes bloemblad, blad wordt slapper.

Cappa-Dark

-Carfelia Lichtgroene bladrand + gevlekt (schade), latere bloemen veel lichter van kleur.

Cassa Coral Maybel -Daymark Delta Denise Finmark Funshine Grasshopper Moneymaker Mundial Palaver Penny Lane Pink Pompon Pink Ufo Reagan Reggae Regoltime Request Runaway Runnerup Rusty Snapper Whisper Bruine bloemhartjes.

Zijknoppen komen nauwelijks open: hart niet zichtbaar. Bruine bloemhartjes.

Slappe bloemsteeltjes.

Bruine bloemhartjes, slappe bloemsteeltjes, veel gebroken blad. Lichtgroene vlekken op het blad.

Bruine bloemhartjes, lichtgroene vlekken op het blad, kleur ver­ dwijnt.

Lichtgroene vlekken op het blad.

Bruine bloemhartjes zijknoppen, lichtgroene vlekken op het blad. Bruine bloemhartjes, blad voelt slap aan maar staat rechtop. Slappe bloemsteeltjes, latere bloemen veel lichter van kleur. Korte stelen.

Latere bloemen veel lichter van kleur, bijna wit, bruine bloem-harten.

Slapachtig blad.

Omkrullen lintbloemen, lichtgroene vlekken op het blad. Lichtgroene vlekken op het blad.

Veel geknakte zijtakken, bruine bloemhartjes, veel gebroken blad, 2x knikstelen.

Luchtbelletjes op het water. 4.1.2. Vatbaarheid voor roest

Door de PD te Wageningen zijn de rassen getest op vatbaarheid voor Pucci-mia horiana. In de uitgevoerde toets bleven alleen 'Whisper' en 'Rusty' vrij van roest.

4.2. Long day leaf number

Het duurde vrij lang voordat de eerste generatieve knoppen zichtbaar wer den. Vanaf planten ruim drie maanden. Tussen de rassen bestaan grote ver­ schillen in aantal gevormde bladeren tot het ontstaan van een generatieve knop. (Tabel 4.2.1.) Dit aantal is in deze proef enigszins hoger dan ande­ re gegevens, maar de lijn van hoog naar laag komt goed overeen, met de waarnemingen in andere proeven.

(21)

Vergelijken we deze gegevens met de reaktie op onderbreking ten aanzien van de trosopbouw (tabel 4.1.6.) dan blijkt dat hier tussen geen duidelijk verband bestaat.

Een vergelijking met splitgevoeligheid is pas na de komende zomerteelt mo­ gelijk.

Tabel 4.2.1. Aantal dagen tussen planten en zichtbaar worden generatieve knop onder lange dag condities voor 26 chrysantenrassen. Het long day leaf number is vermeld als aantal bladeren, tevens is de lengte van de plant op het moment van tellen gegeven.

Rasnaam Tijd Aantal bladeren^ Lengte

Reggae 146 41 196 Runaway 135 42 141 Moneymaker 179 42 174 Mundial 140 43 151 Snapper 126 44 131 Cassa 131 45 160 Carfelia 152 48 195 Whisper 152 48 209 Palaver 165 50 204 Runnerup 154 51 152 Cappa Dark 158 51 194 Rusty 161 51 192 Daymark 154 51 215 Penny Lane 158 52 139 Pink Pompon 150 52 189 Bonita 144 53 194 Funshine 150 54 165 Finmark 158 55 194 Regoltime 159 57 161 Request 167 60 222 Denise 172 63 204 Pink Ufo 175 66 143 Reagan 172 67 200 Delta 175 67 169 Coral Maybel 81* 185 Grasshopper 83 217

* nog gedeeltelijk vegetatief

1) betrouwbaar verschil tussen twee rassen is 3 bladeren. 4.3. Vegetatieve groei

Alvorens de resultaten per ras te vermelden wordt eerst een overzicht van de algemene resultaten gegeven.

Zoals vermeld stonden de planten in afdeling 113-6 in de rechter twee bed­ den. Deze bedden vertoonden onderling grote groeiverschillen. Het rechter bed van de twee bleef duidelijk achter in groei, veroorzaakt door de ster­ ke lichtonderschepping van de gevel en corridor naast dit bed. Dit effect komt ook in de verwerking naar voren. Zie het verschil tussen herhaling 1

en 2 op dag 5 (tabel 4.3.1.).

Naast dit grote verschil tussen herhaling 1 en 2 zijn er nog enige zaken die te noemen zijn wat betreft de groei.

(22)

19

-Bij het planten bleek de gelijkmatigheid van de stekken vooral uit te ko­ men in lengte en aantal bladeren. De variatie coëfficiënt (een maat voor gelijkmatigheid) voor deze eigenschappen is respectievelijk 12.5 en 12.2. Deze zijn veel lager dan de variatie coëfficiënten voor gewicht en bladop­ pervlak respectievelijk 22.4 en 21.9. Bij het stekplukken is blijkbaar ge­ keken naar de lengte, maar niet naar de dikte van de stek. Deze verschil­

len in gelijkmatigheid bleven tijdens de teelt steeds gehandhaafd. Ver­ wacht mag worden dat sortering op lengte en gewicht tot een hogere mate van uniformiteit zal leiden.

Als we de onderlinge verbanden tussen lengte, gewicht, aantal bladeren en bladoppervlakte bekijken blijkt er een vrij hoge correlatie te bestaan tussen gewicht en bladoppervlak. Dit is ook te verwachten, omdat grotere bladeren ook meer zullen wegen dan kleinere bladeren. De andere kenmerken vertonen geen onderlinge verbanden, wat gezien het aantal rassen dat voor de metingen is gebruikt ook niet te verwachten was.

Bij de verwerking van de resultaten om rasverschillen vast te stellen voor de verschillende kenmerken bleek dat er een grote mate van interactie tus­ sen ras en tijdstip van waarnemen was. Dit wil zeggen dat ras A bij meten op tijdstip I groter is dan ras B, maar bij meten op tijdstip II ras A juist kleiner is dan ras B.

Bij verdere analyse van deze interactie bleek die steeds te zijn veroor­ zaakt door de metingen vlak na het planten. Voor de metingen op de volgen­ de 4 tijdstippen tijdens de teelt kon geen interactie worden aangetoond. In tabel 4.3.2. zijn op grond van de vier metingen tijdens de teelt de re­ latieve waarden voor de rassen gegeven voor de vier gemeten kenmerken en voor de gemiddelde bladgrootte.

Een hoge relatieve waarde wil zeggen lang, zwaar, hoog aantal bladeren, groot bladoppervlak of grote bladeren.

Het feit dat de metingen bij het planten heel andere rasverhoudingen ge­ ven, wijst op aanzienlijke rasverschillen in groei in de eerste weken tij­ dens beworteling en teelt. Hierbij kan een lichte pythium besmetting een verstorende factor zijn geweest.

Naast verandering in rasvolgorde in de tijd kan er ook een verandering op­ treden in de rasvolgorde vanwege de plaats waar het ras geplant is (verg. de opmerkingen over verschil linker-rechter bed).

Bij de analyse kwam naar voren dat dit effect niet optrad. Dit lijkt er op te wijzen dat de vegetatieve groei van alle chrysantenrassen tijdens de teelt vrij gelijk verloopt. Maar dat de verschillen tussen rassen in de eerste weken meer bepaald worden door de beworteling. Na een goede bewor­ teling kan vervolgens de relatieve groei worden gemeten.

(23)

Tabel 4.3.1. Gemiddelden (G), standaard afwijkingen (SE) en

variatie-coëfficient (VC) voor lengte, gewicht, aantal bladeren en totaal bladoppervlak per waarnemingsdatum over alle 26 rassen. Tevens zijn de gemiddelden per herhaling voor de 5 waarnemingsdagen gegeven.

Dag Lengte in cm Gewicht in Aantal bladeren Totaal bladop­

herh. gram pervlak in cm

G SE VC G SE VC G SE VC G SE VC 1 10.8 1.3 12.5 2.6 0.6 22.4 7.6 0.9 12.2 72 15.8 21.9 1 10.8 2.6 7.7 73 2 10.7 2.6 7.5 70 2 34.0 4.0 11.8 10.4 2.2 21.4 16.6 1.4 8.2 259 50.4 19.4 1 35.8 11.6 16.5 283 2 32.2 9.2 16.6 235 3 46.5 6.2 13.4 14.1 3.1 22.2 21.2 1.7 7.9 365 72.0 19.7 1 50.1 15.9 21.6 403 2 42.8 12.2 20.8 328 4 59.7 7.9 13.3 18.3 4.2 23.0 24.3 2.0 8.4 479 101.5 21.2 1 64.0 20.9 25.1 534 2 55.5 15.8 23.6 425 5 87.5 10.9 12.4 31.5 7.2 22.8 31.8 2.8 8.7 754 159.4 21.1 1 95.5 37.6 33.3 870 2 80.0 25.5 30.4 638

(24)

21

-Tabel 4.3.2. Relatieve waarden voor lengte, gewicht, aantal bladeren, totaal bladoppervlak en bladgrootte van 26 chrysantenrassen geteeld onder continu lange dag. De waarden zijn gemiddelden van metingen op 4 tijdstippen aan 12 planten per ras.

Ras Lengte Gewicht Aantal Bladopper- Bladgrootte bladeren vlak Bonita 1.28 0.98 1.09 0.96 0.87 Cappa-Dark 1.03 0.99 0.94 1.09 1.15 Carfelia 0.93 1.11 0.94 1.09 1.14 Cassa 1.08 0.97 1.02 0.91 0.89 Coral-Maybel 0.84 0.82 0.96 0.68 0.70 Daymark 1.14 1.15 1.01 1.16 1.14 Delta 0.75 0.93 0.98 0.89 0.90 Denise 0.98 0.86 0.95 0.91 0.95 Finmark 1.05 0.98 1.05 0.85 0.81 Funshine 1.06 0.92 1.08 0.93 0.85 Grasshopper 1.06 1.01 0.99 1.16 1.16 Moneymaker 1.14 1.07 0.89 0.98 1.10 Mundial 0.97 1.05 1.00 1.00 1.00 Palaver 0.98 1.10 0.85 1.21 1.41 Penny Lane 0.75 1.02 1.05 1.13 1.07 Pink Pompon 1.12 1.15 1.00 1.28 1.25 Pink Ufo 0.69 0.98 1.12 0.99 0.88 Reagan 0.97 1.01 0.92 0.92 0.99 Reggae 1.09 0.92 0.92 1.03 1.11 Regoltime 0.82 1.05 1.05 1.04 0.98 Request 1.00 0.85 0.97 0.86 0.88 Runaway 1.10 1.04 1.06 0.95 0.89 Runnerup 0.91 0.79 1.05 0.82 0.78 Rusty 1.09 0.98 0.99 0.95 0.94 Snapper 1.09 1.07 1.18 1.08 0.91 Whisper 1.09 1.22 0.93 1.15 1.23

Kleinste betrouwbare verschil tussen twee rassen:

(25)

5. Conclusies

Conclusies op basis van de vele waarnemingen zijn zeer globaal. Per ras moeten alle resultaten in ogenschouw worden genomen. In tabel 5.1. is een overzicht van resultaten van alle rassen gegeven, waarbij voor de tempera-tuur-onderbrekingsproef de resultaten van afdeling 113-3 (hoge tempera­ tuur, korte onderbreking zijn gebruikt).

Voor de rassen zijn als uitschieters te noteren 'Bonita', 'Cassa', 'Mundi-al' en 'Toon Hermans' die ongeacht de behandeling tot een redelijk tot goed produkt kwamen. Hierbij moet wel worden aangetekend dat 'Cassa' en in mindere mate 'Mundial' gevoelig zijn voor slap blad na transport.

Voor de voortzetting van het onderzoek in de winter 1988-1989 verdient het aanbeveling om slechts 1 afdeling een lage temperatuur te geven en bij de hoge temperatuur drie perioden van onderbreking te gebruiken.

In deze proeven is "weinig" aandacht aan de visuele kwaliteit besteed. De beoordelingscommissie is alleen uitgenodigd om de stand van het gewas te bezien, zonder te beoordelen. De mening over de kwaliteit zal nogmaals be­ zien moeten worden, onder andere ten aanzien van de stevigheid.

(26)

CM I c V jj CO jj rH 3 0) u O •fH N U V > O <u x> co H 0) > 0) c a iH 0) JJ JJ T3 1 JJ CO V-i T3 0 r-» m <r on rH CO CO c 00 -H —1 00 0) CQ «"H u • • • • Ui S J3 tc O —1 —< O z hJ m H co m O m m <r .J •O •H <D s: u 1—1 00 00 00 • X • • CO a) CM vo CO jj 1 CM —î jQ co T3 Ui 3 <U O .c -C m oo o s • • • • ai O ON N vO M + CM 1 £ 0) JJ 5 rH • bo X <D vÛ \D e ^ O u a \o m VÛ <D CO *H O JH • • • • tJO •U 3 C- Cß O O O O CO 1 u • cß E 0 0 î 5 e O u Lj • • • • a) U 0 a; O —« —î 00 JJ > C. c ^ Cß rH <D CO CO co a. JJ u JJ CL î— »-o î— e c O u u • • • • a) co c Z) <D -h a> on o bO CO M c. a. 1 ce d) JJ u • bû X e O u ON ON O N ai CO *H a> <j- <3* LTN m ÖO Jj 3 a. 0) co JJ u • bO e C U '»o on un oo ai a> <u N 00 S N Mi-i a c c 1—1 a) a; CO C «H jj jj «u CU CO C c bO C co jj vo m co m CO co CO —1 O 0 CM CM CM CM CO T3 > CL JJ o u CO co a O CO cO ' CO JJ co O) co C •H o. ^ Cß C O. J-I Cß CO O CO co co od C Û U U u m î—H m \£> O O w-4 r^ m 00 ON ^—4 00 00 ON 00 <r co r--. ON 00 00 O <r O CM 00 ON Os 00 00 ON CM O • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • O O O -H —< O O O O O O O O »—î O N n i n < r n f M n o N C M v o s N o N ^ - <r oo m in O 00 <r <r v£> m 00 CM m m CM un CM ON CM <r O • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • in o-v O vO CM ON ON co m 00 »—î CM CO vO m CM CM CM CM CM <-H —H CM CM »-4 O O m r-». m m 00 vO <r in O O <r O ON O • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • CM m <r ON m O O <r ON r- r-. O VsD r*v 00 ON CM CM —< CM CM CM CM co »*4 CM î—t CM «— -3" 00 c CM 00 m vO m un m m s£> m v£> un m 00 in vO un m \D CM 00 00 v£> O m CM un <r 00 00 _4 \D m • • • • • • « • • • • • • • • • • • • • O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O CM O O O —« — N ^ O N N C o o o o — - o o r ^ — ^ r v j v r > o o > v O O < r m L n r ^ < t < j - CM ON O CM - ^ N N C C C O H C O V D ^ io-<finnsî<j ,<r^<r • ^ ^ ^ ^ • i T K r i n ^ v r ^ i A CO <r ^ ^ O N C M m m o ^ v û - i f n N ^ N ^ ^ o ^ c M ^ v û c o ^ r ssN^rNrNfs.g\xcox'SsoovOcOCûsûNc0^r>.Nco r ^ v ^ m < r r « * v D m m ^ O i n o o r ^ O N O ^ O C M r ^ u n m 00 r-» \0 CM 0) -C n3 S * u co (0 E 5^ »-H 03 0) 0) ^ c 0) J-« «»H (ß !H ^ •H E cß G C C 0) *H 3 U 0) i-CL 0) O. ^ O CO .V . . U E CO <U >1 «H > O "O tw c c c 0) O C O-co Ë O •J O UH CU CD c ^ ^ C C D O 3 # 1) -r4 a) E •H C <U u co CO f—' M M O CO bO bO a; a a) ex >v 2 CO S-I 5 0) co e cr c 0) 3 u u 0) (D >> a a JJ O* Cß CT CO 'H 3 c x: VH 0) •H V bO > 0) 0) T> aj bO bO O c c û u u u u û û û f c t . u s s o - û - û - f t ' ^ ^ û i ^ û i û i a î w s

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Indien u (mogelijk) zwanger bent of wanneer je borstvoeding geeft, meldt u dit voor het eten van de maaltijd op de dienst nucleaire geneeskunde aan de

We moeten aan de hand van competenties de functiedif- ferentiatie op het terrein realiseren en duidelijker dan vandaag afspreken wat HBO5-verpleegkundigen kunnen doen en

Als u onverwacht verhinderd bent en uw afspraak niet kan nakomen, kan u dit telefonisch doorgeven aan de dienst Nucleaire Geneeskunde. Dank u voor

Vanaf deze maand worden elke maand WUR- talks, korte lezingen voor een breed publiek, gehouden op de Wageningse campus. Het eve- nement is ontstaan uit een idee van

; Tijd in min.. Archief arbeidsgegevens in de tuinbouw Bijlage 10.-2 Groepï Groenteteelt i.d. Produkts Kool Deense witte Bewerkings oogst en transport Brons J.A. Ursem Methode»

de werktijdverkorting duidelijk naar voren is gebracht*) zal de boer moeten trachten al het werk te verrichten tussen de beide veeverzorgingstijden. Wanneer deze tijden vast

tussen grote en kleine bedrijven wijzen echter er op dat deze hogere intensiteit niet voldoende is om het verschil in oppervlakte per man te kompenseren. De konklusie welke uit

Mosselbanken 726, 734 en 735 bleken verdwenen of zodanig in oppervlakte te zijn afgenomen dat niet meer van een mosselbank gesproken kon worden, de beschrijving van de