• No results found

Onderzoek naar de rentabiliteit van de bloemenstruik te Aalsmeer : statistiek 1956 en begroting voor het jaar 1957

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Onderzoek naar de rentabiliteit van de bloemenstruik te Aalsmeer : statistiek 1956 en begroting voor het jaar 1957"

Copied!
42
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

D E B L O E M E N T E E L T T E A A L S M E E R

Statistiek over het jaar 195^ e n

Begroting voor het jaar 195T

Rapport No. 300

(2)

2

-I N H O U D pag. WOOED VOORAF 4 HOOFDSTUK I INLEIDING 1. Doel 5 2. Basisgegevens 5

3» Wijze van uitdrukking der gegevens 6 4. Betrouwbaarheid van de steekproef 8 HOOFDSTUK II DE UITKOMSTEN VAN HET ONDERZOEK OVER 1956

1. De bedrijfsresultaten over 1956 11 a. De uitkomsten gemiddeld per bedrijf 11 b. De spreiding van de bedrijfsuitkomsten 12 c. Verband tussen bedrijfsresultaat en

bedrijfsomvang 13

d. Verhouding der kostenbestanddelen t.o.v.

de totale kosten 14

2. Het inkomen van de ondernemer over 195^ 14 a. Het inkomen uit het bedrijf 14

b. De verteringen 16

c. De besparingen 17

3» Vergelijking der uitkomsten over 195& roet

die over 1955 18 a. De bedrijfsindeling 18 b. De bedrijfsuitkomsten 19 1. De rentabiliteit 20 2. De kosten 20 3. De opbrengsten 21

o. Het inkomen per ondernemer 22

HOOFDSTUK III DE VERMOEDELIJKE BEDRIJFSRESULTATEN OVER 1957

. 1. De voorlopige bedrijfsresultaten over 1957 24 2. De wijze van berekening der voorlopige

resultaten 3*5

a. De opbrengsten 30

b. De kosten 30

(3)

BIJLAGER

I Toelichting wijze van berekening cijfers 195& 32 II Overzicht van het grondgebruik in aren

gemiddeld per bedrijf in 195& 36 III Overzicht van de kosten en opbrengsten, de

arbeidsbezetting en het arbeidsinkomen (per

manjaar), gemiddeld per bedrijf over 1956 37 IV a en b De spreiding der bedrijfsuitkomsten

over 1956 38/39

V Het verband tussen rentabiliteit en

bedrijfsgrootte 40

VI Overzicht van het grondgebruik in aren

(100 m2) gemiddeld per bedrijf in 1957 41 VII Procentuele samenstelling van het rozenareaal

der deelnemende bedrijven in 1957 naar ras

(4)

'VOORD VOORAF

Dit rapport bevat een verslaglegging van een onderzoek, dat inzicht beoogt te geven in de winstgevendheid der Aalsmeerse bloemencultuur over de jaren 1956 en 1957«

De cijfers welke over laatstgenoemd jaar met betrekking tot de +_ 69 aan het onderzoek medewerkende bedrijven zijn verstrekt, dragen een voorlopig karakter. De cijfers over 195& welke in het rapport, dat een jaar geleden verscheen, waren begroot, zijn thans definitief vastgesteld.

Bij het beoordelen van de bedrijfsuitkomsten moet in aan­ merking worden genomen, dat onder de kosten geen bedrag is opge­ nomen voor de leidinggevende en toezichthoudende arbeid van de ondernemer.

In de tekst van dit rapport zijn gegevens gebruikt, welke desgevraagd door de beide plaatselijke veilingen zijn.verstrekt en aan de jaarverslagen dezer veilingen zijn ontleend.

Het rapport is samengesteld op de afd. Tuinbouw door A.IIolkamp.

De Directeur,

's-Gravenhage, mei 1958 (Dr. J, Horring)

(5)

INLEIDING

1 . D o e l

Het doel van dit onderzoek is, een inzicht te verkrijgen in de financiële resultaten van de bloementeeltbedrijven in het veilinggebied Aalsmeer als geheel, alsook, voor zover

mogelijk, van de verschillende typen van "bedrijven afzonderlijk.

2 . B a s i s g e g e v e n s

De gegevens zijn ontleend aan de fiscale boekhoudingen der desbetreffende bedrijven en werden verstrekt door 26 administratie­ kantoren, welke de administraties dezer bedrijven verzorgden. Daarnaast is gebruik gemaakt van een aantal gegevens, welke niet uit de bestaande boekhoudingen waren te putten, doch welke door het L.E.I, op de bedrijven zijn verzameld. Deze aanvullende gegevens waren nodig om de resultaten volgens de bij het L.E.I. gebruikelijke richtlijnen 1) te kunnen berekenen. Zij omvatten een uitgebreide inventarisatie van de bedrijven, een opgave van de geteelde gewassen, alsmede aanvullende gegevens betreffende de arbeidsbezetting.

De keuze der bedrijven had op willekeurige wijze uit de ledenlijsten van de beide Aalsmeerse veilingen plaats, met dien verstande evenwel, dat zij werd beperkt tot de bedrijven, waar uitsluitend bloemisterijgewassen worden geteeld of waar althans de bloementeelt sterk overweegt (dus de niet«gemengde bedrijven), terwijl bovendien de gekozen bedrijven zo groot dienden te zijn, dat zij aan de ondeiyaemer gedurende het gehele jaar volledig emplooi verschaffen. Bedrijven welke zich behalve op de teelt ook op de handel van bloemisterijprodukten toeleggen, zijn niet in het onderzoek opgenomen.

Het aantal bedrijven dat in 1955 73 bedroeg, liep met 2 terug; zodat over 1956 71 bedrijven waren ingeschakeld.

Het systeem, dat voor de verkrijging der financiële

gegevens is gevolgd, liet directe controle dezergegevens uiteraard niet toe. Mede aan de hand van de gegevens, welke door het

L.E.I. op de bedrijven zijn verzameld, konden echter verschillende - door de administratiekantoren opgegeven - posten op hun aanneme­ lijkheid worden getoetst.

(6)

s

O —

Ten aanzien van de 'lonen b,v. kon controle worden toegepast

aan de hand van de gegevens der arbeidsbezetting, welke op het be­ drijf berden verzameld. Het was in de meeste gevallen eveneens mogelijk om, aan da hand van de opgaven der deelnemende be­ drijven, de brandstofkosten volgens de fiscale jaarrekening op aannemelijkheid te toetsen,, .De opbrengstbedragen volgens deze jaarrekening konden grotendeels worden geverifieerd met behulp van een opgave van de jaaromzetten der medewerkende bedrijven, v/elke ons desgevraagd door de veilingen - met toestemming van de betrokkenen - werden verstrekt,

Zoals uit het bovenvermelde reeds bleek, zijn niet alle cijfers aan de opgaven der administratiekantoren ontleend* Een belangrijk deel (ca 40$) <ier kosten is berekend op basis van gegevens, ontleend aan de informaties, welke op de bedrijven zijn verkregen en aan de waarnemingen, welke daarop zijn verricht voor de berekening van rente, afschrijving en van arbeidskosten der ondernemers en gezinsleden.

3 . W i j z e v a n u i t d r u k k i n g d e r g e g e v e n s Voor de verwerking van de verkregen gegevens hebben wij de bedrijven naar groepen van gelijksoortige bedrijven (bedrijfstypen) onderscheiden. Als maatstaf voor deze groepering is genomen de

arbeidstijd, welke normaliter aan de cultures wordt besteed. Voor opneming in de groep met één hoofdcultuur (b.v. rozen) is als norm gesteld, dat hieraan ten minste 65$ van de arbeidstijd moet zijn besteed. In de groep van bedrijven met twee hoofdcultures (rozen en anjers) zijn bedrijven ondergebracht, waarin aan elk

der beide teelten ten minste 25$ en aan beide tezamen ten minste 7 5$ van de totale arbeidstijd is gewerkt. In de groep seringen met anjers, rozen en potplanten overweegt de seringenteelt ten opzichte van de overige cultures tezamen. De bedrijven, welke niet in een dezer groepen konden worden ondergebracht, zijn verenigd in de groep "Gemengde bedrijven".

De groepen zijns Aantal bedrijvens Hozen Rozen en anjers Anjers Seringen

Seringen, met anjers, rozen of potplanten Potplanten

11

10

11 32 6 11 14 31 Gemengde bedrijven _8 71

(7)

D

g oppervlakte en de arlteids'besset iir.^ dezer bedrijven zijn; -esp, xa de bijlagen II ea III, gemiddeld per bedrijf tot uit­ drukking gebracht.. Dit is eveneens het geval ten aanzien van de kosten, de opbrengsten, het netto-bedrijfsresultaat en het arbeids­ inkomen (bijlage III),,

TJitdrvkking van het ir.kom3;: had plaats gemiddeld per onder­ nemer (tabel

6),.

De rentabiliteit v?erd i.i ~j\ jlage III in het verhoudingsci ji'er "de opbrengsten por f. 1Q0;" Kesten" uit gedruktHiertoe zijn de opbrengst er... welke per groep va.i bedrijven tezamen werden verkregen, gedeeld door vdn de kosten dier bedrijven, Grotere bedrijven hadden derhalve meer invloed op de grootte van dit verhoudings-cijfer dan de kleinere bedrijven,

Voor het verkrijgen van inzicht in de rontabiiiteit van de bloemisterij moet behalve aan dit ''gewogen" gemiddelde ook aandacht worden geschonken aan het "ongewogen" gemiddelde rentabiliteits-cijfer, waarin de uitkomsten van het kleine bedrijf even zwaar zijn meegeteld als die van het grote bedrijf. Dit ongewogen cijfer is dus gebruikt om een indruk te geven van de gemiddelde rentabiliteit der onderscheidenebedrijvenj zender te letten op de bedrijfsgrootte.

Een voorbeeld moge het een en ander, zo nodig, verduidelijken» Stel, dat de gemiddelde rentabiliteit moet worden berekend van 2 bedrijven, waarvan het ene (A) een klein, het andere (B) een groot bedrijf is» De rentabiliteit van A is aanmerkelijk minder gunstig dan die van B.

Kosten Opbrengsten Opbrengsten in procenten van de kosten Bedrijf A Bedrijf B 5.000,- 50.000,-5.5OO," 70.000,--1 70.000,--1 0 140 Bedrijf A Bedrijf B 55.000,- 75.?oo,« 1 1 0 140

Gemiddelde rentabiliteit (gewogen) 550ÔO x 100 = h M / \ 1 1 0 + 1 4 0 " " (ongewogen; ^—=— =

137

125

Bij de berekening van het gewogen gemiddelde wordt de uitkomst in sterke mate beïnvloed door de rentabiliteit van het grote bedrijf. Voor de berekening van het ongewogen gemiddelde speelt de bedrijfs­ omvang geen rol.

(8)

8

-Tenslotte brachten wij ook de rentabiliteit per individueel bedrijf tot uitdrukking, De bijlagen IV en V geven een beeld van de spreiding der bedrijfsuitkomsten resp. naar type en grootte­ klasse der bedrijven.,

4 . D e b e t r o u w b a a r h e i d v a n d e s t e e k p r o e f

Alvorens in te gaan op de resultaten van het onderzoek dient te worden vastgesteld, in hoeverre de steekproef representatief kan worden geacht voor het veilinggebied Aalsmeer. Enkele gegevens bieden hiertoe een mogelijkheid,

a. De veilingomzetten (1956)

In tabel 1 is, enerzijds t.a.v. de aan het onderzoek medewer­ kende bedrijven, anderzijds t.a.v» de leden (zenders) der beide plaatselijke veilingen, het aantal bedrijven per (veiling) omzet— klasse tot uitdrukking gebracht,,

Tabel 1 FREQUENTIEVERDELING VAN DE VEILINGOMZETTEN

OVER 1956 - VAN f.10.000,- EN HOGER - PER BEDRIJF

Omzetklasse in gld» Medewerkende Bedrijven Verhouding bedrijven Veilinggebied a b a in $ van "b 0 - 5.000 ( 1 ) (317) (0,3 fo) 5.000 - 10.000 ( 1 ) (118) (0,8fo) 10.000 - 20.000 13 180 7,2'fo 20.000 - 40.000 28 234 12,0$ 40.000 - 80.000 23 198 11,6$ 80.000 - en hoger 5 82 6, i/o 69 694 9,9$ (2) (435)

Zoals reeds elders in het rapport is vermeld, zijn de zeer kleine bedrijven, welke aan d'e ondernemer geen volledig emplooi verschaffen en de sterk met andere takken van tuinbouw gemengde bedrijven, niet in de steekproef opgenomen. Deze groep wordt grotendeels vertegenwoordigd door de bedrijven in de omzetklasse 0 - 5,000, doch is ook nog in belangrijke mate begrepen in

de daarop volgende klasse van 5*000 - 10.000. Dit verklaart het lage percentage, waarmede deze groepen in de steekproef voorkomen.

(9)

Van de 71 "bedrijven verkregen 69 een veilingomzet van meer dan f. 10,000,- » De steekproef heeft dus in hoofdzaak op "bedrijven met een minimale omzet van f? 10.000,- betrekking en blijkt deze categorie met ca. 10^ te vertegenwoordigen. Uit de tabel blijkt echter tevens , dat de bedrijven met een omzet van f. 20.000,— - f. 80.000,- (ruim 70ia van alle bedrijven) relatief sterker

in de steekproef zijn betrokken dan de kleine bedrijven

met een omzet van f, 10r000,- - f. 20.000,— en de grote bedrijven met een omzet van f. 80.000,- tn hoger,

b. De oppervlakteverhoudingen

Aan de hand van de inventarisatiegegevens van het C.B.S. naar de toestand per 1 mei 1956 konden de oppervlakten van de belang­ rijkste teelten in de steekproefbedrijven worden vergeleken met

die van het veilinggebied Aalsmeer (gemeenten Aalsmeer, Haarlemmermeer, Nieuwer Amstel, Uithoorn en Leimuiden).

Tabel 2 OPPERVLAKTE DER BELANGRIJKSTE CULTURES

Oppervlakte Medewerkende bedrijven Veilinggebied Aalsmeer Verhouding Oppervlakte a b a in % van b Rozen (kassen) 574 5645 10,256 Anjers ( " ) 581 7098 8,236

Seringen (akker ) 1383 IO87O 12,756

Potplanten (kassen) 178 1532 11,656

Uit deze cijfers blijkt, dat de seringenteelt en de potplanten-cultuur naar rato van htm oppervlakteaiets sterker in de steekproef zijn vertegenwoordigd dan de mate, waarin dit ten aanzien van de rozen- en anjercultures het geval is.

De vraag, in hoeverre de steekproef in andere dan de hierboven genoemde opzichten (vakmanschap, rassenkeuze e.a,) representatief is te achten, vermogen wij niet zonder meer te beantwoorden. Het aantal van 71 bedrijven en de willekeurige wijze waarop deze zijn gekozen, biedt overigens voldoende waarborg om aan te nemen, dat de steekproef in dit opzicht een redelijk betrouwbaar beeld geeft van de rentabiliteit der Aalsmeerse bloemisterij als geheel.

(10)

— I u —

Dat de gemiddelden voor da verschillend© bedrijfstypen, welke uiteraard op een veel kleiner aantal waarnemingen zijn geba­ seerd, veel minder representatief zijn, ligt voor de hand. Ten einde hierin verbetering te brengen zal getracht worden het aantal bedrijven - met ingang van het boekjaar 1958 - tot ca. 100 bedrijven uit te breiden. Deze uitbreiding zal samenvallen

met een volledige herziening van de steekproef, waarbij deze op recente invsntarisatiegegevens van de Aalsmeerse bloemisterij zal worden gebaseerd.

Voorts bedenke men dat de uitkomsten der bedrijven, waarin men zich in hoofdzaak op de teelt van één gewas heeft gespecia­ liseerd (bijv. anjerbedrijven, rozenbedrijven), geen maatstaf behoeven te zijn voor de uitkomsten van de desbetreffende cul­ tuur voor geheel Aalsmeer, Zoals uit bijlage II blijkt, wordt vooral de anjerteelt in vrijwel elk ander bedrijfstype dan het gespecialiseerde (anjer) bedrijf aangetroffen, zij het in hoofd­ zaak in bedrijven met rozen als nevengewas. Van de 71 bedrijven zijn er bijv, 57? waarop in 1956 teelt van anjers en/of rozen voorkwam.

De genoemde bezwaren tegen hex gebruik van resultaten-cijfers, welke per bedrijfstype tot uitdrukking zijn gebracht, worden voor een belangrijk deel opgeheven, wanneer men zich bepaalt tot de uitkomsten, welke gemiddeld voor de gecombineerde groepen der rozen- en anjerbedrijven (32 bedrijven) enerzijds en der seringen- en potplantenbedrijven (31 bedrijven) anderzijds, zijn berekend.

Ten aanzien van deze cijfers kan o.i, dan ook redelijkerwijze worden aangenomen, dat zij een betrouwbaar beeld goven van de resultaten, welke gemiddeld mat beide groepen van cultures wer­ den behaald,

'Ten einde een indruk te geven van de mate van betrouwbaar­ heid van het gemiddelde is in tabel 3 de z0g, standaardafwijking v a n h e t g e m i d d e l d e v o o r d e " o p b r e n g s t e n p e r f , 1 0 0 k o s t e n " aangegeven, Naarmate dit cijfer kleiner is mag worden aangenomen, dat het werkelijke gemiddelde met grotere waarschijnlijkheid benaderd wordt door het steeicproefgemiddelde.

(11)

HOC?DSTUK II

UI^wLISTZÏ VAN H

:JT

?GZK C7SH 1956

rvm

1 c D g " b e d r i j f s r e s u l t a t e n o v e r 1 9 5 6 a, De untk^rnaten gemiddeld per bedri jf

Voor een "beschouwing van de resultaten, welke gemiddeld per ba drijf o-ver 1950 werden behaald, zijn de belangrijkste cijfers va.n bijlage III in de hiernavolgende tabel samengevat.

Tabel 3

BEDii JFSRESULTATp: OVER 1356

Bedrijfstype

(hoofdgewas)

1

1, , ,

«an - a !

bedrîj' 2n

Artiöïdü-

bezetting Opbrengstan

1

Kosten Wir.st

Opbr.pör

f.100,~

kosten

(gewogen)

Standaard

afwijking

van het ^

gemiddelde

i

i

5

c

m i d d e l t p e r b e d r i j f

1

2

3

4

5

6

7

8

.

(manjaar)

(gldj (Oil (glf'ii

(gld)

(gld)

1, Rozen

2,S3

65,270 44.-750 20.520

146

11,0

2, Rozen en anjers

10

3,20

53 „OIO 38.350 14.160

136

8,6

3, Anjers

•ii

2,47

31,170 26.880 4,.290

115

4,6

Gomiddeld 1 t/m 3

32

2,36

49.720 36.760 12.960

135

5,0

4. Seringen 2)

6

2-82

26.750

25,590 1,160

105

8,5

5, Seringen met anjers

rozen of potpl, 2) *1 ;

3,52

34,970 31.590 3.380

11".

9,3

6, Potplanten

V;

6,10

68,640 61.620 7 „020

111

5,2

Gemiddeld 4 i/ra 6

3i

4,55

te,590 43,990 4,600

110

4,4

7. Gemengde bedrijven

8

.

2,54

30,250 25,400 4.850

119

6,8

Gemiddelde van

alle bedrijven

71

3,57

47.030 38,640 8.390

122

3,1

1) Van de opbrengsten per f« 100

?

« kosten.

2) Onder seringen zijn ook overeenkomstige trekheeslers begrepen.

De opbrengsten van de 71 bedrijven blijken de kosten gemiddeld met 22$ te hebben overtroffen. De uitkomsten van de anjer- en rozencultures waren echter - met een gemiddelde van f. 135opbrengsten per f. 100,- kosten - belangrijk beter dan die van de seringen- en potplantencultuur, waarvan de kosten gemiddeld slechts met 10$ dcor de opbrengsten werden overtroffen»

(12)

Tot het gunstige resultaat van de eerstgenoemde categorie hebben de rozen (met 14"; in "bijzondere mate "bijgedragen»

Hoewel ook de anjerbedrijven goede resultaten afwierpen (116), valt uit de cijfers een aanmerkelijk geringere rentabiliteit der anjerteelt t„o,v. de rozenteelt te constateren.

De groep der gemengde rozen- en anjerbedrijven gaf dit jaar een uitkomst ta zien welke de rentabiliteit der rozen-bedrijven nabij kwam.

De invloed van de gunstige rentabiliteit der rozen- en anjercultuur kwam in de bedrijfsresultaten der bedrijven, waarin deze teelten als nevencultuur worden uitgeoefend,

in een zwakke mate tot uiting. De rentabiliteit van de groep der seringen met rozen, anjers en potplanten (11 *.) was nl» hoger dan die van de seringenbedrijven (105). Ook voor de potplanten-bedrijven werd een gemiddelde rentabiliteit van 111 genoteerd.

Voor de groep, waarin vrijwel alle Aalsmeerse cultures zijn vertegenwoordigd, nl. c\ie der i;gemengde!' bedrijven, werd een gemiddelde rentabiliteit van 119 becijferd»

"b• spreiding van de_bedri jfsui tkomsten

Het inzicht in de rentabiliteit wordt verbeterd door raadpleging van bijlage IV, waarin de spreiding der bedrijfs-uitkomsten grafisch is voorgesteld.

Deze bijlage toont aan, dat de resultaten over het algemeen zeer verspreid lagen.

Ter onderscheiding van de winstgevende bedrijven ten

opzichte van de bedrijven, welke verlies leden, zijn in genoemde

bijlage IV verticale lijnen ter hoogte van het cijfer 100 getrokken. Het aantal bedrijven, dat ter rechter zijde van de lijn wordt aangetroffen, bedraagt 56» Dit betekent derhalve, dat de kosten bij 56, d,i, 79$ van de 71 bedrijven, door de opbrengsten werden gedekt. Voor de groepen der anjer- en

rozenbedrijven (32 bedrijven) bedraagt dit percentage gemiddeld 81, voor de groepen der seringen- en potp}antenbedrijven

(13)

c. Verband tussen bedrijfsresultaat en bedrijfsomvang

Wanneer wij de invloed van de bedrijfsomvang uitschakelen, blijken de resultaten per bedrijf gemiddeld ongunstiger uit te vallen.

Tabel 4

GEMIDDELDE OPBRENGSTEN PER f. 10?,- KOSTEN MET,

RESP, ZONDER WEGING NAAR DE BEDRIJFSOMVANG

Aantal

bedrijven

Opbrengsten per f , 100,- kosten

Bedri Jfstype

bedrijven

Aantal

gewogen

gemiddelde

ongewogen

gemiddelde

Rozen

11

146

129

Rozen en anjers

10

136

134

Anjers

iL

116

113

Gemiddeld

32

135

125

Seringen

6

105

101

Seringen met anjers,rozen

of potplanten

11

111

119

Potplanten

li

111

112

Gemldd&ld

31

110

112

Gemengde bedrijven

8

119

117

Alle bedr. tezamen

71

122

119

De oorzaak van de sterke afwijking van de uitkomsten der beide berekeningen voor de rozenbedrijven blijkt uit de grafiek in bijlage V, waarin de rentabiliteit met de - naar de jaarkosten gemeten - bedrijfsgrootte in verband is

gebracht; de kleinere rozenbedrijven blijken behoudens een enkele uitzonderirfg aanmerkelijk lagere uitkomsten te hebben verkregen dan de grotere rozenbedrijven. Een bedrijf, dat zowel het grootst in omvang als het hoogst in rendement was

(opbrengsten 188$ van de kosten), oefende uiteraard een grote invloed op het gewogen gemiddelde bedrijfsresultaat uit.

In tegenstelling tot de totaalgroep der anjers en rozen, waarvan in grote trekken kan worden gezegd, dat de resultaten beter waren naarmate de bedrijven groter zijn, viel in de seringen- en potplantenbranche, alsook bij de gemengde

bedrijven, geen duidelijke relatie tussen bedrijfsuitkomsten en bedrijfsomvang te constateren.

(14)

14

-d» Verhouding der kostenbestanddelen t.o.v. de totale kosten In "bijlage III zijn de totale jaarkosten, welke gemiddeld per bedrijfstype werden berekend, nader gespecificeerd. In tabel 5 zijn deze kostenelementen in procenten van het totaal tot uitdrukking gebracht.

Tabel 5

KOSTEN IN PROCENTEN VAN DE TOTALE KOSTEN

Rozen

en

Rozen

Anjers

Anjers Seringen

Seringen

met anjers

en rozen of

potplantsn _

Potplanten Gemengd

Alle

bedrijven

tezamen

Aantal bedrijven 11

10

11

6

11

14

8

71

Rente

10

11

9

10

10

7

9

9

Afschrijving

9

11

10

7

7

6

9

8

Arbeid

27

33

36

44

47

40

40

37

Materialen

Onderhoud

8

6

9

6

6

6

7

7

Brandstoffen

30

26

16

15

15

18

21

21

Ov.Materialen

11

9

14

14

11

17

10

13

Oyerlga kosten

5

4

6

4

4

6

4

5

100 100

100

100

100

100

100

100

2 , H e t i n k o m e n v a n d e o n d e r n e m e r o v e r 1956

a* Het inkomen uit het bedrijf

Een overzicht van het inkomen per ondernemer is opgenomen in tabel 6.

Gemiddeld werd uit hoofde van verrichte handenarbeid, rente van eigen vermogen en netto-overschot, per ondernemer een inkomen uit het bedrijf verkregen van f. 11.160,-, waaraan nog f. 930,- moet worden toegevoegd wegens vergoeding van arbeid, welke door gezinsleden werd verricht.

De groep der anjer- en rozenbedrijven behaalde gemiddeld een ondernemersinkomen ten bedrage van f. 15»440»~» e©n gezins­ inkomen uit het bedrijf van f. 16.830,-. Voor de groep der seringen- en potplantenbedrijven lagen deze inkomens op resp. f. 8230,- en f. 8850,- voor de gemengde bedrijven op resp. f. 9480,- en 10200,-.

(15)

C CJ >• t-cd o «— to o cd 3S > -O O- -r~* I'd L cd Vi> et C >• « o> *- *o CD C- r— O* o Q) Ol O O CD > "O CO -4-» O O c 05 •— -+-> L. "O 3 Q> JD -O C. "O C M *0 cd t. eu X « en L •— O .,~ s t_ û> "O C -O es c CD I s c 03 O Cd "O B *— -o r— CO « Q) O T3 fi) CJ &• -H C CT» CU O o; c aj JD ce •— r— I 03 "a : {_ tJ o o C JD "TJ E « L C " DZ CO o t O I H-* h-* t- <a ss o w I Ctf t, u O û> -o H C CL) ce •*-Hc ~o - L* CT3 Q> -ac -O O co CD co O O lO CO o <JD •ch Csj c~> CD O O CO CS] Csj »r> CO >— p-O o> p-O r- T— r— CD "cd O O CD cr> O r— CSi CN4 r— o o CS| <"S| CO <-o C"^ CD uD m CO <.o co O ro CD r— csl T— T— r-o r-o r-o Cf> o csi en r— co csi V) cd BE o er» -o H-O O sz -a o co O O O o r") co <r cr> co CO co tn cn -if* cn T— Y— T— O O O «d-CD cn -Jr O r— T— CSl T** O o CD t"1 UD _4- CvJ -a- -cfr* -^r o LT} Cf) CM O O CO CO C7> fO O Lf> CsJ O lO O CT> WO CO O cn CD CO O O CO i-O co co co O O CD o r-CO CO CO CJ) s to O O CO -4-CO UD O O) LO 10 r-j CD O r— CO co LD O CSJ cn co O co CO O O O T— T"" Cvl CSJ cn <r I— O -*• rn O O O U") CO «sf C7> Csj ^r -sf -d* CD O co r— co o V- co o c^i CS» CO O CsJ sir S *x*> O co U"> co cn tn o O CD CO O uO UD CD O csj O O co O CSJ O csl O co cn o co o> O K O cr> co o co co -3-o Cs» •it" -3* ü*> co O CO CD ir> c 03 co co Es L. 05

>

L. 05 C T- •r-co -D c r"— c 03 0> 03 03 to "O cn cr c •o G 03 O O •/— •— NI M 6 »m. O O c O 03 OS Cd CD CO

,

* « * •— CSJ co -4-c 03 > c 05 >• L--o Q> c co > O O. 03 e 03 CD

£

CU

£

CD L Q> "O

(16)

16

-Uit tabel 7 blijkt, hoe het gezinsinkomen per ondernemer over de bedrijven was gespreid:

Tabel 7

SPREIDING VAN HET GEZINSINKOMEN UIT HET BEDRIJF PER ONDERNEMER OVER 1956

(AANTAL BEDRIJVEN PER INKOMENSKLASSE)

fazen en Anjers

_ Seringen en

3

otplanten

Gezinsinkomen

per ondernemer Rozen

Rozen

en

Anjers

Anjers Totaal Se'

-ringen

Seringen

m,anjers

rozen en

potplanten

Potplanten Totaal Gemengde

bedrijven

Totaal

generaal

Aantal onder«

nemers per bedr. 1,64 1,50 1,18 1,44 1,50

1,82

2,29

1,97

1,38

1,66

< 2.500

1

«f M

1

r*

1

1

2

m

3

2.500r 5.000

1

-

1

2

1

1

3

1

6

5 „OOOr 7.300

1

1

2

4

1

2

2

5

1

10

7.500*10.000

1

3

4

1

2

4

7

2

13

10.000^-15.000

5

3

1

9

2

3

4

9

4

22

15.000r20.000

1

3

1

5

P

2

2

4

m

9

20.000-25.000

m

1

1

r

- -

1

>25.000

2

1

2

6

m

1

1

m

7

11

10

11

32

6

11

14

31

8

71

Trekken wij de scheidingslijn bij een gezinsinkomen van f. 7.500,-, dan blijkt, dat 78$ van de rozen- en anjerbedrijven een inkomen heeft genoten dat een bedrag van f. 7«500,- te boven gaat. Tweederde gedeelte bereikte zelfs een inkomen boven

f. 10.000,-, terwijl het inkomen per ondernemer in 6 bedrijven meer dan f. 25.000,- bedroeg. Van de seringen- en potplanten-bedrijven verschaften 68$, van de gemengde potplanten-bedrijven 75$ äs* bedrijven aan de ondernemer een inkomen ten bedrage van meer dan f. 7.50O,-, Ruim 12$ van de onderzochte bedrijven blijkt aan hun ondernemer(s) een inkomen ten bedrage van minder dan f. 5.OOO,- per ondernemer te hebben opgeleverd. Van 3 bedrijven bleef dit inkomen zelfs tot maximaal f. 2,500,- per ondernemer beperkt,

b. De verteringen

Een vermelding van de bedragen, welke gemiddeld voor consumptieve doeleinden aan het vermogen van de ondernemer werden onttrokken, treft men aan in kolom 12 van tabel 6»

(17)

Daarnaast - in kolom 13 - is het aandeel dat daarvan door de fiscus voor directe persoonlijke belastingen is opgeëist, tot uitdrukking gebracht. Deze belastingaanslagen hebben betrekking op belastingen, welke in 195& werden voldaan. Zij betreffen voorlopige aanslagen over 1956, alsmede definitieve aanslagen over voorgaande jaren.

c. De besparingen

Tabel 8 beoogt een inzicht te geven in de mate waarin per inkomensklasse werd gespaard dan wel bedrijfsgelden voor consumptieve doeleinden werden aangewend.

Voor dit doel is ook het inkomen, dat werd verkregen uit bronnen welke buiten het bedrijf zijn gelegen, berekend en in tabel 6 (kolom 10) tot uitdrukking gebracht. Voegen wij dit neveninkomen - dat grotendeels op rente van uitstaande en/of belegde gelden, huurwaarde eigen woning en incidenteel voor­ komende vermogensmutaties betrekking heeft - toe aan het

gezinsinkomen, dat uit het bedrijf ïrerd verkregen, dan verkrijgen wij het totale gezinsinkomen per ondernemer.

Dit totale inkomen is in tabel 8 per inkomensklasse tot uitdrukking gebracht. Na aftrek van het bedrag dat voor privê-doeleinden is opgenomen, resteert het bedrag der gespaarde of ontspaarde gelden.

Uit tabel 8 blijkt dan, dat door 14$ van de ondernemers meer voor privé-doeleinden werd opgenomen dan het inkomen bedroeg. In verreweg de meeste bedrijven hadden echter bespa­

ringen plaats, welke van belangrijk tot zeer belangrijk varieerden en welke derhalve (Le weerstandskracht der bedrijven in gunstige zin hebben beïnvloed.

Tabel 8

VERGELIJKING PRIVE^OPNAMEN EN TOTAAL-GEZINSINKOMEN PER ONDERNEMER OVER 1956 PER INKOMENSKLASSE

Aantal

onder­

nemers

Inkomensklasse Aantal

beHrlJyon

onder­

Aantaî

nemers

Gemiddeld

gezins­

inkomen

Opgenomen

voor privé

Gemiddeld

ge«

s paard

Aantal

onder­

nemers

Ge­

spaard

spaard

Ont-<: 5000

5000- 7500

7500-10000

10000-15000

15000-25000

25000-50000

>50000

7

11

12

20

H

5

2

TT

11

23

20

41

16

5

2

118

40(fc

6800 8800

12200

17200

30700

97700

12700

5700

6100

7200

8500

10200

19800

27900

8600

'/. 1700

700

1600

3700

7000

10900

69800

4100

7

18 16

37

16

5

2

862

700

2000

2200

4200

7000

10900

69800

5300

4

5

4

4

#

V m

14?

5900

4000

1000 100 2800

256

(18)

18

-3 , V e r g e l i j k i n g v a n d e u i t k o m s t e n over I956nietdie over 1955

a

* De "bedrijfsindeling

In tabel 18 van rapport no. 264 is reeds een "beeld gegeven van de oppervlakterijzigingen welke zich. met

betrekking tot de verschillende teelten in 195& t.o.v. 1955 in 72 (dezelfde) bedrijven hebben voorgedaan. Bij een toe­ neming van de kasoppervlakte met yfo bleken de ros3n- en de potplantencultuur alsmede de teelten van freesia's, snijgroen e.d. een uitbreiding, de anjerteelt daarentegen een inkrimping te hebben ondergaan.

Met betrekking tot de teelten van rozen en anjers is in tabel 9 een specificatie van de wijzigingen welke in 71

(dezelfde) bedrijven plaatshadden, opgenomen.

Het aantal bedrijven, waarin verandering in de

oppervlakte dezer teelten was aangebracht, was grootj in totaal bedroeg het aantal mutaties van meer dan 10fo in de oppervlakte anjers of rozen resp. 27 en 16 d.i. ruim 50i° van het aantal gevallen, waarin deze oultures voorkwamen (van de 71 bedrijven waren er in 195^ 41 waarin de anjerteelt, 33 waarin de rozen­ teelt was vertegenwoordigd).

De verhouding éénjarige - meerjarige anjers bedroeg 51 - 49 in 1956, tegen 45 " 55 in 1955« Voor de rozen was de verhouding in 195^ 15-85 tegen 17 - 83 in 1955«

Tabel 9

OPPERVLAKTEWIJZIGINGEN BIJ DE ROZEN- EN ANJERCULTUUR

ït (DEZELFDE) BEDRIJVEN

Oppervlakte 1955

Asjers

Rozen

Tot»al anjers • rozen

Oppervlakte 1955

1

2

_ 2

60.537 •

53.830 n

114.367 •

rautat

es

mutaties

mutaties

MI af

bi] af

bij af

Anjers

4663 1835

(2828)

Rozen

1835 4663

(2828)

Serfngen

348

-

200

65

483

Potplanten

-

865

-

865

Kweekkas

-

100

« «

100

Overige kassen

1327 1425

1566 945

523

Uitbreiding kassen 3350 2286

•*

18

1046

6860 9339

6429 2863

2052 965

Saldo

Beer

/minder

/ 2.479 ra

2

• 3.566 m

2

• 1.087 *

(19)

In de diverse groepen, waarin de "bedrijven zijn onder­ gebracht, traden onderling als geveig van do vele oppervlakte-mutaties diverse verschuivingen op, zoals uit tabel 10 "blijkt.

Tabel 10

'MTATiES VAN 'HEl AffiTAL BEDRIJVEN PEU BEDRIJFSTYPE L0,v, 1955

Aantal

bedrl;•

1955

!

Mutaties

bij? j afs

| Aantal

i bedrij"en

1956

Rozen

10

3 i I

11

Rozen en anjers

10

5 ! 5

t;

Anjers

12

2 ! 3

11

Seringen

8

•1

1

!

3

6

Seringen en potplanten/seringen

i

net anjers, rozen of

! (

potplanten

12

H

i

3

11

J

Potplanten

12

2 i

14

j

Geaengde bedrijven

9

1

! z

8

!

Totaal

73

IG ! 18

71

i

b4 De "bedri .jf suit komst en

Voor een vergelijking van de bedrijfsresultaten, welke voor elk der onderscheiden groepen in een gemiddelde over 1956 werden berekend met die van 1955» zullen wij ons bepalen tot de bedrijven, welke beide jaren in deze groepen voorkwamen (in totaal 71 bedrijven)o

Tabel 11

VERGELIJKING VAN DE KOSTEN, DE OPBRENGSTEN EN DE RENTABILITEIT VAN

BEDRIJVEN, BELKE OVER 1055 EN 1956 IN DEZELFDE GROEP WAREN GERANGSCHIKT

Aantal

bedrij­

ven

Koster,

|

Opbrengsten

1 fü 100,— kosten

Opbrengsten per

Aantal

bedrij­

ven

1955 1956 1956

In %

1955

t

1956 1956 ta %

qewoqon ongewoaen

Aantal

bedrij­

ven

1955 1956

van

1955

1955

t

1956

van

1955 1955 1956 1955 1956

Rozen

8

39200 45900

117 61300 63700

114

156

152

136 129

Rozen en anjers

5

28300 31400

111

37000 43300

117

131 138 128 135

Anjers

9

25000 28800

115 30000 23900

113

120 118 115 115

Gecombineerd

30

32800 37300

114 43900 50300

116

134 136 124 126

Seringen

5

21300 22600

105 20800 23*00

112

98 103 96 100

Seringen net anjers,

rozen en potplanten

9

31600 33700

107 32300' 36800

114

102 109 110 12')

Potplanten

12

50800 5600)

110 52300 629G0

120

] 103 112 105 115

Gecombineerd

30

36000 39600

110 36200 43700

118

103 110 105' 113

Gemengd

7

22700 25303

111

25'rOC

3070 i

119

112

121

108 118

All« bedrijven tezansn

71

34800 38600

111

40300 V/000 | 117

116 122 113 119

(20)

20

-1. Se rentabiliteit

Bezien wij allereerst de kolom "opbrengsten per f. 100,-kosten", dan blijkt dat de rentabiliteit zich in de meeste takken'van het Aalsmeerse bloemisterijbedrijf ten opzichte van 1955 gunstig heeft ontwikkeld. De cijfers geven voor de

Aalsmeerse bloemisterij als geheel een stijging te zien van f. 116,- (opbrengsten per f. 100,- kosten) in 1955? op f. 122,-in 1956 (gewogen gemiddelden).

In de seringen- en potplantensector en bij de gemengde bedrijven was deze ontwikkeling aanmerkelijk sterker dan in de rozen- en anjerbranche, waar alleen de gemengde groep met

rozen- en anjers vooruitgang boekte, terwijl de rentabiliteit der gespecialiseerde roceu^ en anjerbedrijven zelfs met enkele punten terugliep.

Deze gunstige ontwikkeling was uiteraard het gevolg van het feit, dat de opbrengsten ten opzichte van 1955 sterker waren toegenomen dan de kosten. In welke mate deze stijgingen hebben plaatsgehad, blijkt uit de desbetreffende indexcijfers welke in tabel 11 zijn vermeld.

2. De kosten

De kosten blijken gemiddeld met 11$ ten opzichte van 1955 te zijn toegenomen. Deze toeneming was voor de categorie der rozen- en anjerbedrijven (11$ - 17$) sterker dan voor die der overige groepen tbxl bedrijven (6$ - 11$).

Ter verkrijging van een inzicht in de mate, waarin de verschillende kostenelementen tot de stijging der totale kosten hebben bijgedragen, zullen wij ons bepalen tot de twee hoofd­ groepen en de totaalgroep van 71 bedrijven.

Tabel 12

DE VERHOUDING DER KOSTENBESTANDDELEN 1956 T.O.V, 1955

(1955 - 100)

Rozen en

Anjers

Seringen en

Potplanten

Alle bedrijven

Aantal bedrijven

30

30

71

Rente en afschrijving

113

111

111

Onderhoud

110

109

110

Arbeid

109

104

105

Brandstoffen

126

122

124

Overige materialen en werk door

derden

108

112

110

Overige kosten

116

119

117

(21)

De arbeidskosten blijken gemiddeld met 5» de brandstof­ kosten met.niet minder dan 24$ ten opzichte van 1955 "te zijn toegenomen,

Behoudens ten aanzien van de "overige kosten" waarvoor een kostenstijging van 17$ werd becijferd bleef de stijging der overige kostenbestanddelen gemiddeld tot ca* 10$ beperkt.

Aan deze kostenstijgingen lagen zowel wijzigingen van kwantitatieve aard (mede ten gevolge van uitbreiding) als

veranderingen in de prijzen van materialen en arbeid ten grondslag. De invloed van elk dezer factoren kon alleen

voor de rente- en afschrijvingskosten en voor de lcaen globaal worden nagegaan. Voor de eerstgenoemde kostengroepen werd de prijsinvloed gemiddeld op + 6$ becijferd; de stijging dezer kosten is derhalve in ongeveer gelijke Kate door prijsstijging en uitbreiding ontstaan. Deze uitbreiding is niet gepaard gegaan met een hogere arbeidsbezetting- Deze is zelfs iets gedaald. De loonstijging (7$) was dan ook iets groter dan de toeneming der arbeidskosten, welke zoals gezegd op 5$ werd berekend.

3« De opbrengsten

De stijging der opbrengsten ten opzichte van 1955 ad gemiddeld 17$ komt nagenoeg overeen met de mate waarin de omzetten der beide plaatselijke veilingen waren toegenomen (18$). De toeneming was voor de groep der rozen- en

anjer-bedrijven met 16$ iets hoger dan het percentage waarmede de kosten dezer bedrijven waren gestegen (14$). Per subgroep treffen wij echter verschillen aan, met een gunstige ontwikkeling voor de gemengde groep der pozen- en anjerbedrijven, een ongunstige voor de beide andere groepen. Voor de groep der seringen- en potplantenbedri jven bedroeg de toeneiaing der opbrengsten 18$, tegen een kostenstijging van 10$. Ook van de "gemengde"

bedrijven waren de opbrengsten belangrijk (19$) hoger dan in 1955. Een toeneming der kosten met 11$ stond daar echter tegenover.

Tabel 13 geeft een indruk van de mate waarin de belangrijkste Produkten tot deze opbrengststijgingen hebben bijgedragen»

(22)

22

-Tabel 13

VEILINGÜMZETTEN DER BELANGRIJKSTE PRODUKTEN IN 1956

Aanvoer

Gem.prijs 1956 In procenten van 1955 Doordraai In pro­

(excl.

Omzet

per

cent

v.c

.aanvoer

doordraai)

100 st/bos aanvoer omzet gem.prijs

1955 1956

x 1.000

xf .1000

gld

% % 1 % %

Snt Jbloemen

Anjers

G24S3 st 12873

13,91

114

121

106

7,0

2,4

Rozen

70216 • 9065

12,91

107

114

106

1,6

1,0

Seringen

8278 »

2280

27,54

98

106

108

2,0

4,8

Freesla's

2849 bos 2099

73,68

199

172

86

0,2

1.3

Chrysanten

3873 st 712

18,38

93

97

98

1,6

3,5

1

738 bos 359

48,66

63

98

154

3,4

0,8

Potplanten

Cyclamen

1316 st 1244

94,51

118

115

98

0,2

0,3

Azalea

240 *

412

171,77

128

118

93

*

-Begonia

994 *

376

37,81

91

111

122

m

0,2

Primula

862 •

341

38,68

87

102

118

0,8

0,4

Hortensia

132 •

240

182,19

99

108

109

0,9

0,5

o. Het inkomen per ondernemer

Voor een vergelijking van het gezinsinkomen over 195^ met het gezinsinkomen, dat over 1955 werd berekend, bepalen wij ons wederom tot de hoofdgroepen«

Tabel 14

HET INKOMEN PER ONDERNEMER IN 1955 EN 1956

Rozen en anjers

Seringen en

potplanten

Alle bedrijven

1955 1956

1955

1956

1955 1956

Aantal bedrijven

32

32

32

31

73

71

Aantal ondernemers

per bedrijf

1,34 1,44

1,72

1,97

1,59 1,66

Opbrengsten per

f. 100,» kosten

133

135

102

110

116

122

Netto-overschot

7850 9010

470

2340

3390 5050

Handenarbeid ondernemer

3840 4360

4360

4420

4180 4420

Rente eigen vermogen

1930 2070

1320

1470

1600 1690

Ondernemerslnkaosn

13620 15440

6150

8230

9170 11160

Handenarbeid gezins­

leden

1890 1390

470

620

960

930

Inkomen bulten bedrljï

560

360

230

810

400

650

Verteerbaar gezlnslnk.

IÖG70 17190

6850

9770

10530 12740

Opgenomen voor

prlvé-doeleinden

9400 io

5790

7220

7320 8580

Gespaard

6670 6470

1060

2550

3210 4160

(23)

Het niveau van het gezinsinkomen lag in 195& gemiddeld per ondernemer ruim 20$ hoger dan in 1955» Voor de seringen­ en potplantenbedrijven bedroeg dit percentage gemiddeld

43$, voor de rozen- en anjerbedri jven gemiddeld 7i°> Hoewel de privê-opnamen in de seringen- en potplantenbedrijven belangrijk waren toegenomen, kon - in tegenstelling tot de rozen- en

anjerbedrijven - in deze sector meer worden bespaard dan in 1955 het geval was.

t

(24)

24

-HOOFDSTUK III

DE VERMOEDELIJKE BEDEIJFSRESULTATEN OVER 1957

1,

D e v o o r l o p i g e b e d r i j f s r e s u l t a t e n over 1957

Voor het jaar 1957 kan over de gegevens van 69 bedrijven vsorden beschikt tegen 71 bedrijven in 1956c

Ter verkrijging van een indruk van de rentabiliteit dezer 69 bedrijven over 1957» zijn in tabel 15 voorlopige cijfers opgenomen, welke ten dele op schattingen berusten. Op de wijze, waarop deze cijfers werden berekend, wordt nader in dit hoofd­ stuk teruggekomen. Beeds zij er op gewezen, dat voor de groeps­ indeling van de bedrijven met seringencultuur andere normen zijn ge­ bruikt dan ten aanzien van 1956 het geval was. Het een en ander zal nog nader worden toegelicht.

Tabel 15

VOORLOPIGE CIJFERS BETREFFENDE DE 8EDRIJFSUITKQISTEN OVER 1957

Bedrljfstypc

(hoofdgewas)

Aant.

bedr.

Arbeids-

bezett.

OpLreng-

sten

Kosten V/fnst of

verlies

Opbr. per f.100,- kosten

(gewogen)

G e m i d d e l d D e r b e d r 11 f

1

2

3

4

5

6

7

(!aa

2F)

(Gld.) (Gld.) (Gld.)

(Gld.)

1. Rozen

12

3,2 70.800

48.800 22.000

145

2. Rozen en anjers

9

2.8 45.400

36.300 9.100

125

3. Anjers

10

2,5 33.900

29.600 4.300

115

Gemiddeld 1 t/m 3 31

2,9 51.500

39,000 12.500

132

4. Seringen iet anjers 9

M 33.300

36.700 /. 3.400

91

5. Seringen/seringen

net rozen en/of

potpl.

8

M 24,400

23.000 1.400

106

6„ Potplanten

14

6.1

68.500

64.000 4.500

107

Gemiddeld 4 t/n 6 31

4,6 46.900

45.400 1,500

103

7. Gemengde bcdr.

7

2,6 25.500

25.600 / 100

100

Gemiddelde van alle

bedrijven

69

3,6 46.800

40.500 6.300

116

1) Onder seringen zijn ock overeenkomstige trekheesters begrepen.

(25)

per bedrijf een netto-overschot verkregen ten bedrage van f. 6.300,- , d.i. 16fo van de jaarkosten, De verschillen in winstgevendheid der diverse bedrijfstypegroepen komen ook in deze cijfers wederom sterk tot uiting. Tegen het gunstige resultaat der rozen- en anjerbedrijven (:net sterke verschillen tussen de roaengroep (145) enerzijds en de anjergroep (115) anderzijds) steken de uitkomsten van de categorie der potplanten- en seringenbedrijven (Î03) en der gemengde bedrijven (10G) ongunstig af» Bepaald teleurstellend waven, de resultaten

van de groep "seringen en anjers" waarvan de kosten naar schatting slechts voor 91$ door de opbrengsten werden gedekt.

Ten einde deze voorlopig berekende resultaten met de uitkomsten van 1956 te kunnen vergelijken .hflfotaœ «Lj de desbetreffende 69 bedrijven ten aanzien van het jaar 1956 ingedeeld volgens de groepering welke met-betrekking tot het jaar 1957 is toegepast.

Tabel 16 VERMOEDELIJKE ONTWIKKELING VAN DE RENTABILITEIT

VAN 1956 OP 1957 VAN 69 (DEZLLFDE) BEDRIJVEN

Bedrijfstypen Aantal bedrijven groepering Rentabi­ liteit Opbreng­

sten Kosten Rentabi­liteit

1957 1956 1956 « 100 1957 1. Rozen 12 147 1'-9 110 145 2. Rozen en anjers 9 139 93 1 >3 125 3. Anjers 10 119 97 100 115 Gemiddeld 1 t/m 3 31 137 101 106 132 4- Seringen en anjers 1 9 103 89 102 91 5» Seringen/seringen met

rozen en/of potplanten 8 119 93 104 106

6. Potplanten 14 1 1 1 100 104 107

Gemiddeld 4 t/m 6 31 110 96 103 103

7» Gemengde bedrijven 7 1 1 5 86 99 100

Gemiddelde van alle

bedrijven 69 122 98 104 1 1 6

(26)

-• 26

Uit tabel 16, waarin ds voor vergelijking dienende cijfers zijn opgenomen, blijkt, dat de rentabiliteit van alle bedrijven gemiddeld van 122 op 116 is gedaald. De achteruitgang deed zich in alle groepen voor« De gespecialiseerde rozenbedrijven wisten het guns-feige niveau waarop do rentabiliteit zich in 1956 bewoog, nagenoeg te handhaven, in tegenstelling tot de gemengde groep van rozen- en anjerbedrijven, waarvan de rentabiliteit van 139 op 125 terugliep» De opbrengsten der anjerbedrijven daalden van f, 119,- op f, 115>~ per f» 100,- kosten,

De rentabiliteit van de potplantenbedrijven liep met 4 punten (van 111 op 107) terug. Het sterkst zou de achteruitgang van de

rentabiliteit zich echter in de beide groepen van

seringen-bedrijven (resp, van 103 op 91 en van 119 op 106) en in de groep der gemengde bedrijven (van 115 op 100) hebben voorgedaan.

De mate waarin de opbrengsten en de kosten tot de voorge­ stelde ontwikkeling van de rentabiliteit hebben bijgedragen, blijkt eveneens uit tabel 16, De kosten zijn naar schatting gemiddeld met 4$ gestegen, de opbrengsten met 2$ gedaald.

Deze percentages behoeven een nadere toelichting, In de eerste plaats dient erop te worden gewezen, dat het tarief waartegen rente is berekend, ten gevolge van de verhoging welke de rentes-band ia 1957 onderging, van 4 op 5$ is gebracht.

Aangezien de rentekosten ongeveer 1C$ van de totale kosten uitmaken, namen deze als gevolg van de voornoemde stijging van het rentetarief, met ca. 2f$ toe.

Andere factoren welke tot verhoging van de kosten bijdroegen waren de stijging van het arbeidsloon met + 5$> de - over het algemeen matige - prijsstijgingen der diverse materialen, alsook de kosten verbandhoudende met de uitbreiding van het glasareaal (blijkens tabel 19 +, 1$)*

Daar tegenover kon een geringe daling van de arbeidsbezetting (met + 1 $) en - op grond van opgaven welke van 34 bedrijven

werden verkregen - een afneming van het brandstoffenverbruik met naar schatting 15$ worden becijferd.

Afgezien van de invloed van de renteverhoging zouden de kosten volgens de voorlopige berekening per saldo slechts weinig ten opzicht® van 1956 zijn gewijzigd, Ogenschijnlijk geldt dit niet voor de groep der rozenbedrijven, waarvan de kostenstijging voorlopig op 10$ werd becijferd. Nagenoeg de helft hiervan is echter door min of meer kunstmatige factoren ontstaan,

(27)

Deze factoren hebbea betrekking op de rente over het geïnvesteerde vermogen. Behalve van de invloed op de voornoemde stijging van het rentetarief, was de verhoging het gevolg van een aanpassing van de normen met betrekking tot de waardering van de rozenopstan4 aan de gegevens van het onlangs versohenen kostprijsrapport van het L.E.I. Ho. 272.

De "belangrijke uitbreiding (10$) welke de rozenopstand had ondergaan, was oorzaak, dat de waarde- van deze opstand ook door kwantitatieve oorzaken was toegenomen. Aangezien de waarde van deze uitbreiding, welke normaliter dient te worden geactiveerd, in de fiscale boekhouding grotendeels in de kosten

la

verwerkt, is door ons een correctie aangebracht, waardoor deze onjuistheid wordt opgeheven. Deze correctie, welke aan de opbrenget-zijde werd aangebracht leidde, na aftrek van de afschrijvingen op de volwassen plantopstand, tot een verhoging van de opbrengsten met ca, 7$*

Na deze toelichting zal het duidelijk zijn, dat in het bijzonder waar het de groep rozen (en rozen en anjers) betreft, de vermelde indexcijfers voor de kosten, resp. voor de opbrengsten, niet op z$,oh zelf kunnen worden beoordeeld.

Een indruk van de mate waarin de vermoedelijke ontwikkeling van, de rentabiliteit van 1956 op 1957 versohilde met die welke eich in de jaren 1951 t/m 1956 heeft voorgedaan, kan worden verkregen door raadpleging van onderstaande grafiek.

Grafiek I DE OMWIKKELING VAN DE RENTABILITEIT DER AALSHEERSE

BLOEMENCULTUUR IN DE JAREN 1951 T/M 1957 Opbrengsten in $ van de kosten

140

100

130

120

110

90

80

jaren '51 '52 '53 '54 '55 '56 '57 256

(28)

28

-Wijzigingen in de bestaande teeltverhoudingen deden ook in 1957 e©n aantal bedrijven van de ene groep naar de andere

verhuizen. De groep der Seringenbedrijven (6 "bedrijven) zou daardoor nog slechts 4 "bedrijven gaan bevatten. Ter vermijding van derge­ lijke geringe aantallen per groep zijn 2 nieuwe groepen gevormd, t.w. t

1e. de groep Seringen en Anjers (met 9 bedrijven), waarvoor als criterium is gesteld, dat aan elk der beide hoofd­ teelten ten minste 25$ en aan beide teelten tezamen ten minste 75$ van de totale arbeidstijd is gewerktj

2e. de groep Seringen/Seringen met Rozen en/of Potplanten (met 8 bedrijven), een restgroep waarin de seringen-teelt verreweg de belangrijkste plaats inneemt

(3 bedrijven), dan wel, naast teelten van rozen en/of potplanten, van overwegende betekenis is (5 bedrijven). Deze beide groepen komen in de plaats van de

eerder-vermelde groep der Seringenbedrijven en van de groep Seringen met anjers, rozen en/of potplanten:

Tabel 17 INDELING SERINGENBEDRI JVEN NÄÄR OUDE- EU NIEUWE GROEPERING

Nieuwe groepering Oude groepering Totaal Seringen en

Anjers

Seringen/Seringen met rozen en/of potplanten

Seringen 6 3 3

Seringen met anjers,

rozen en/of potplanten 11 6 5

Totaal 17 9 8

De overige mutaties waren 1

Tabel 18 MUTATIES T.O.V. 1956 VAN DE OVERIGE GROEPEN VAN BEDRIJVEN

Aantal bedrijven in 1956 Mutaties Aantal bedrijven in 1957 Aantal bedrijven in 1956 "bij af Aantal bedrijven in 1957 Rozen 11 2 1 12 Rozen en anjers 10 1 2 9 Anjers 11 2 3 10 Potplanten 14 14 Gemengde bedrij'ven 8 1 2 7 Totaal 54 6 8 52

256

(29)

Deze mutaties vloeiden voort uit de oppervlaktewijzigingen van de geteelde gewassen, welke zich in de eerdergenoemde

69 "bedrijven hebten voorgedaan en waarvan de uiteindelijke saldi in tabel 19 - in procenten van de oppervlakte van 1956 - tot uitdrukking zijn gebracht. Deze tabel toont aan,dat de glasopper— vlakte in 1957 met 1$ is toegenomen. De belangrijke uitbreiding (1CJ&) welke de rozenteelt en de uitbreiding (5$) welke de pot­ plantencultuur heeft ondergaan is derhalve in hoofdzaak ten laste van de overige teelten gekomen. Wij zien dan ook, dat bijv. de anjerteelt met 5en de cultures van freesia's, snijgroen e.d. met 17$ in omvang zijn teruggelopen.

Tabéfl 19 DE BETEELDE OPPERVLAKTE VAU 69 VERGELIJKBARE BEDRIJVER

Oppervlakte Index

1955 1956 1957 verhouding (1956 is IOO) 1957

(1956 is IOO) are are are

Staandslas Anjers 582 565 539 37 95 Rozen 518 545 600 41 110 Seringen N 14 13 7 - 51 (Seringen) *)(77) (75) (83) (6) 110 Potplanten 176 178 186 13 105 Kweekkascultuxes 21 20 25 2 124

Freesia's, snijgroen e.d. . 88 116 96 7 83

idem(als na-c. q. voorteelt) *)(74) (63) (75) (5) 13Ö

Totaal 1399 1437 1453 100 101

Bakken

Potplanten verwarmde bak 84 81 84 69 103

Potplanten onverw. bak 35 39 34 29 87

Bloemen e.d.onverw.bak , 5 2 2 2 159 Totaal 124 122 12-ï 100 98 Ppensrrond Seringenakker 1428 1383 1357 61 98 Overige gewassen 1428 138 voor de trek 139 138 123 6 89

Op engr ond shl0 eme n 189 197 224 10 114

Groenten en fruit 426 505 502 23

99

Totaal 2182 2223 2206 100 99

Totaal beteelde oppervlakte 3705 3782 3779 100

x)

Tussen haakjes geplaatst ter voorkoming van dubbeltellingen

(30)

30

-Voor ean specificatie van het grondgebruik per bedrijfs-type in 1957? varwij zon wij naar bijlage VI,

De basisgegevens waarover wordt "beschikt stelden ons tenslotte nog in staat van da oppervlakte, welke in 1957 door de rozenteelt werd ingenomen, een specificatie te geven naar de rassen en naar de leeftijd van de struiken.

Deze specificatie treft men aan in bijlage VII„

2 , D o w i j z e v a n b e r e k e n i n g d e r v o o r l o p i g e r e s u l t a t e n

a" opbrengsten

De opbrengsten zijn benaderd aan de hand van de veiling-omzetten, waarvan - op ons verzoek - per deelnemend bedrijf een opgave door de beide veilingen werd verstrekt,

b. De kosten

De kosten zijn voor deze voorlopige berekening naar de volgende kostensoorten onderscheiden« (De belangrijkheid van elk dezer kostensoorten is door een percentage aangeduid,)

Arbeidslonen +_ 37$

Kosten duurzame produktiemiddelens 1a afschrijving en rente 1 &fo

2, onderhoudskosten jfo + 23°/°

Brandstoffen _+ 21$

Overige kosten ±19$

Arbeidsloon

De lonen kunnen nader worden onderscheiden in betaalde en niet-betaalde lonen.

Voor de berekening der betaalde lonen is uitgegaan van het over 1956 betaalde loon, met dien verstande dat rekening werd gehouden met de stijging (5$) van het loonpeil en met de wijziging in de arbeidsbezetting.

Het bedrag der niet betaalde lonen, als vergoeding voor de handenarbeid van ondernemer(s) en gezinsleden, is aan de hand van de gegevens, welke ten aanzien van de arbeidsbezetting op de bedrijven over 1957 zijn verzameld, op basis van de

bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst en met een toeslag voor sociale lasten, gewaardeerd.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Die stichter was niemand minder dan Willem van Duvenvoorde, een der opvallendste persoonlijkheden uit de Hollandse middeleeuwse geschiedenis, die zich dankzij eigen vernuft en

Ook op het gebied van geluid en verstoring geldt: in het onderzoek moet de aandacht vooral daar gelegd worden waar concrete beschermingsmaatregelen mogelijk zijn; studies

De buitenste cirkel is het nationale kader (wederopbouw, geleide loonpolitiek, sociale en mentale veranderingen), de binnenste het Rotterdamse kader (economische en

Daarbij kleurt hij zijn chronologisch verhaal met gegevens uit het zeer complexe spanningsveld van de diverse sociale, politieke en ideologische structuren.. Daardoor mist

Binnen en buiten de WHO CARES Community of Practice zijn veel nieuwe ideeën ontstaan voor vernieuwende vormen van wonen en zorg.. De toekomstige aanpak van wonen

Het zou nuttig zijn als het boek in het Engels vertaald werd, zodat historici van Mughal India, die op een enkeling na het Nederlands niet machtig zijn, er hun voordeel mee

Veel dank aan Jany voor het meelezen, het filmteam met Antoinette en Lotje, collegae en gezinnen die meegewerkt hebben aan de filmdocumenten die vandaag

Hij gebruikt effectief de juiste (schoonmaak)middelen en gereedschappen om de plaatwerkproducten en zijn werkplek schoon te maken en zorgt goed voor de plaatwerkproducten. Hij