• No results found

Verslag betreffende bloemkoolrassenproef onder glas 1954-1955

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Verslag betreffende bloemkoolrassenproef onder glas 1954-1955"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

P r o e f s t a t i o n voor ae Groenten- en F r u i t t e e l t onder g l a s te EaaldwjLjg»

Doel;

Eet doel van de proef was na te gaan v/elke bloemkoolrassen en selecties zich het best lenen voor de teelt onder glas,vooral met het oog op het feit, dat het sortiment zich vrijwel jaarlijks wijzigt en dat op het moment van het nemen van de proef alleen de door assistenten en telers verkregen erva-ringen ten dienste stonden.

Opzet;

Bij de proef werden de volgende r a s s e n of s e l e c t i e s met e l k a a r vergeleken: 1. Veentjes Vroegste van Rijk Zwaan, Rotterdam.

2. Vroege Veentjes van Pannevis, D e l f t . 3« Eomax van J.P.Rood, Wateringen.

4 . A s t r i d van C . P . D u i j v e s t e i n , Loosduinen ,

5. Vroege Verbeterde Mechelse van Rijk Zwaan, Rotterdam. 6. Verbeterde Hechelse van J . d e Jong, "oord-Scharwoude. 7. Vede s i e z C van D . v . d . S l u i s en Zn, E o n s e l e r s d i j k . 8. Llont 31anc van D . v . d . S l u i s en Zn, E o n s e l e r s d i j k .

9. S e l e c t i e Stolk van Huizer, Rijsoord 10. Eobusta van Pannevis, D e l f t .

1 1 . Westlandia van G e b r . v . d . B e r g , Naaldwijk.

De b i j de proef g e b r u i k t e r a s s e n waren doelbewust gekozen. De r a s s e n 1 en 2 vertegenwoordigen h e t E r f u r t e r type en hiervan was zowel een vroeg a l s een l a a t type gekozen. De nummers 3 en 4 vertegenwoordigen de zeer vroege E ß c h e i s e , t e r w i j l de nummers 5 en 6 a l s gewone LIechelse kunnen worden aange-merkt. De nummers ] , 8 en 9 z i j n de b e l a n g r i j k s t e vertegenwoordigers voor de vroege Alpha en de nummers 10 en 11 voor de l a t e Alphao

De proef vond i n de p r a k t i j k p l a a t s , zowel op een z a v e l - a l s op een k l e i g r o n d . Voor zavelgrond werd de proef opgezet op h e t b e d r i j f van de Heer E.A.G.Bruinen, V o o r s t r a a t 97 te P o e l d i j k , v/aarvan h e t b e d r i j f gelegen i s aan de Kieuweweg te E o n s e l e r s d i j k . Op k l e i g r o n d werd een kas beschikbaar g e s t e l d door de heer B.van 3 e r e k e l , D r . ? / e i t j e s l a a n 3 te P o e l d i j k .

Alle r a s s e n werden per b e d r i j f i n tweevoud u i t g e z e t . Per p a r a l l e l werden 32 p l a n t e n gepoot.

(2)

biz.2

Verloop van de proef.

Om over geschikte planten te kunnen beschikken werd op drie data uitge-zaaid, n.1. 29 september en 4 en 13 oktober. Sind oktober, toen kon worden opgepot bleek, aat het zaaisel van 4 oktober de beste planten had, zodat deze planten bestemd werden om te worden opgepoto

Het oppotten vond plaats op 8 november. De plantjes werden in een nor-male maat perspot gezet. De voor het vervaardigen van de perspotten gebruikte kweekgrond was var. te voren chemisch onderzocht (zie bijlage J.) en o.m. voor-zien van amnioniummolybdaat.

De opkweek na het oppotten vond onder platglas plaats. Mede door het wat ongunstige weer v/aren de temperaturen regelmatig vrij laag, zodat op de datum van het uitplanten op de genoemde bedrijven, 20 december, de planten nog vrij klein waren.

Op het bedrijf van de Heer Bruinen moest bij het uitplanten, omdat de kas kleiner was dan aanvankelijk was opgegeven het aantal planten per paral-lel worden teruggebracht van 32 tot 28.

Bij de controle op 31 januari bleek, dat op het bedrijf van de Heer Bruinen de Erfurxypen het best waren gegroeid. Hetzelfde was ook het geval op het bedrijf van de Heer van 3erekel. Kier waren echter ook nog enkele planten ingeboet als gevolg ^van vreterij door aardrupsen.

Bij de controle op 2 maart bleek, dat op beide bedrijven de bloemkool niet van de vorst had geleden. Op het bedrijf van de Heer Bruinen waren de planten met kranten afgedekt geweest. Dit v/as niet het geval bij de Heer van Berekel.

Bij de controle op 22 maart was de stand van het gewas op de zavelgrond i iets minder dan op de kleigrond. Op de zavelgrond was er in de kas enig ver-schil in ontwikkeling te constateren. De Noordelijke zijde was namelijk wat minder ontwikkeld dan de Zuidzijde. In beide gevallen kwamen kolen voor met enigszins gekrulde bladranden, mogelijk nog een gevolg van de vorst. De proef is hierdoor echter stellig niet beinvloed. Op de zavelgrond werden nog geen hoorders aangetroffen, in tegenstelling tot de bloemkool op de kleigrond, waar in totaal 6 hoorders voorkwamen, te v/eten 4 bij het ras Romax en 1 bij

selectie Stolk. De grond op het bedrijf van de Heer van Berckel was op het moment van deze controle vrij droog.

Op 14 april werd de laatste controle gehouden. Het verschil in stand tussen zavel- en kleigrond was op die datum nog goed te zien. Op de zavelgrond werd bij Vroege Veentjes bij 1 plant zeer sterke doorwas gevondene

De oogst van goede kool begon op 21 april. Voordien waren uitsluitend hoorders geoogst. De eerste hoorder werd reeds op 8 april geoogst. De laatste kolen werden geoogst op 23 mei.

(3)

Oogsto

Sortering.

De "bij deze proef verkregen s o r t e r i n g s g e g e v e n s z i j n vermeld op "bijlage 2, waar ze i n % z i j n u i t g e d r u k t . Omdat de s o r t e r i n g IA n i e t a p a r t i s opgenomen

z i j n deze ondergebracht b i j I . De vermelding s t e k b e t r e f t de kolen} die k l e i

-ner v/aren dan s o r t e r i n g I I I , t e r w i j l h i e r b i j v e r d e r de l o s s e kolen en de

hoorders z i j n opgenomen, voor zover deze n i e t n e e r a l s goede k w a l i t e i t konden worden geveild«

Uit deze s o t e r i n g s g e g e v e n s komen d u i d e l i j k e v e r s c h i l l e n tussen de r a s s e n o n d e r l i n g naar voren t e r w i j l ook de i n v l o e d 'van de grond soms aanmerkelijke v e r s c h i l l e n g e e f t .

In h e t algemeen l i g t de s o r t e r i n g op de zavelgrond g u n s t i g e r dan op de k l e i g r o n d . Van 8 r a s s e n l i g t h e t percentage 1e s o r t e r i n g b i j de zavelgrond hoger dan b i j de k l e i g r o n d . Grote v e r s c h i l l e n ten gunste van de zavelgrond geven v o o r a l Veentjes Vroegste, Somax, Vroege Verbeterde Me che 1se en Hont Blanc. Alleen V/'esclandia geeft op k l e i g r o n d een d u i d e l i j k b e t e r e s o r t e r i n g dan op zavelgrond.

De r a s s e n Vedeslez C en Robusta geven op beide grondsoorten een hoge 1e s o r t e r i n g . Ook van de andere r a s s e n l i g t de s o r t e r i n g op beide gronden, z i j h e t met v e r s c h i l l e n , g u n s t i g , met u i t z o n d e r i n g van Veentjes Vroegste, Vroege Veentjes en Romax. Van het tweede r a s i s de s o r t e r i n g op beide gronden onvoldoende, t e r w i j l de beide andere r a s s e n v o o r a l op de k l e i g r o n d v e r s t e k l a t e n gaan.

S t e k .

Wat b e t r e f t h e t percentage s t e k , b l i j k t , dat de r a s s e n Romax, A s t r i d en S e l e c t i e Stolk op beide gronden v r i j v e e l s t e k geven. Vroege veentjes gaf a l -leen op de k l e i g r o n d v e e l s t e k . Algemeen kunnen we zeggen, d a t de k l e i g r o n d meer s t e k gegeven h e e f t dan de zavelgrond, gemiddeld n . 1 . 12 tegen nog geen 8foe

Los.

3 i j z o n d e r hoog i s h e t percentage l o s s e kool b i j Vroege Veentjes op beide g r o n d s o o r t e n . Verder geven op zavelgrond Veentjes Vroegste, Romax en Verbeterde Lïechelse een t e hoog percentage l o s s e k o l e n . Gemiddeld i s het percentage l o s s e kolen op k l e i g r o n d 8.2 en op zavelgrond 9« 9^° Dat op k l e i g r o n d b i j s l e c h t s 5 r a s s e n l o s s e kolen voorkwamen en op zavelgrond b i j 10 r a s s e n doet vermoeden dat op de zavelgrond i e t s grover i s g e h a k t . Dit kan mogelijk mede de s o r t e r i n g e n i g s z i n s hebben b e i n v l o e d .

Vroegheid.

Tussen de b i j de proef g e b r u i k t e r a s s e n komen g r o t e v e r s c h i l l e n i n vroeg-heid voor, zie b i j l a g e 3» waar de oogstgegevens wat gegroepeerd, i n procenten s t a a n aangegeveno

(4)

Uit de verkregen gegevens blijkt, dat er tussen de rassen in de typen Erfurter, Mechelse en Alpha grote verschillen in vroegheid "bestaan. Van de oorspronkelijk voorkomende verschillen v/aarbij b.v. Erfurter aanmerkelijk vroeger v/as dan Alpha is niets meer merkbaar.

Naarmate een ras vroeger is, blijkt het percentage hoorders groter te zijn. Dit is vooral hoog bij Romax, Astrid en Selectie Stolk. De rassen, die laat oogstbaar v/orden geven geen of vrijwel geen hoorders.

Naarmate een ras vroeger is, duurt ook het oogstverloop langer. 3ij de vroegere rassen duurt de oogst wel 1 maand, terwijl bij de late rassen de ge-hele oogst in 14 dagen plaatsvindt.

Bloemkool op kleigrond behoeft zeker niet later te zijn dan op zavei-grond, integendeel, diverse rassen waren in deze proef op de kleigrond iets vroeger. Dat het percentage hoorders op kleigrond hoger is (gemiddeld 10/ó) dan op zavelgrond (gemiddeld 7$) behoeft niet door het vroegheidsverschil veroorzaakt te v/orden. Het is zeker niet onwaarschijnlijk, dat op de kleigrond wat meer storingen in de groei zijn opgetreden,,

Conclusie.

1. Eet oorspronkelijk veel gebruikte type voor de glasteelt (Erfurter) is momenteel kwalitatief aanmerkelijk minder dan andere typen.

2. Zowel diverse He chaise- als Alphaselecties zijn voor de glasteelt uitstekend bruikbaar.

3o Vroege rassen geven een betere uitkomst op zavelgrond dan o-p klei-grond, terwijl late rassen een gunstiger resultaat op kleigrond geven.

4« Vroege rassen geven, ook bij v/at latere zaaiing, vrij veel hoorders; op kleigrond meer dan op zavelgrond.

Naaldwijk 10-11-1956 De Proefnamer,

A.B P.A.Kruyk.

(5)

b i j l a g e 1 .

Proefstation voor de Groenten- en Fruitteelt onder glas te Naaldwijk

Telefoon K 1740-4545 en 4546

Brief No

Monster(s) ontvangen :

Z U I D W E G 38 Giro 293110

VERSLAG

omtrent het onderzoek van grondmonster(s) van :

Bloemkoolrassenproef 1954 - 1955 D E HEER B.C.J.van 3erekel, Poeldijk

H.A.C.Bruinen, Poeldijk. K o s t e n M o n s t e r x f = f G e l i e v e te storten G i r o n o 2 9 3 1 1 0 Vlugge Volg-nummer v . 3 e r e k e l B r u i n e n opkweek-grond betaling Merk v.h. monster 18 no^ 2 dec 7 o k t bespaart U onkosten ..Humus gloeiverl." % • 6.6 2 . 6 3 . 2 Ca CO3 % 2 . 0 0 0 . 8 8 1.28 P H 7 . 2 7 . 0 T . 5 Na CL % 3.023 3 . 0 4 1 3.015 Gloeirest % 0o22 0o51 0 . 0 9 *) N -water 6 . 1 9-5 1.6 Naaldwijk, P -water 3 . 7 4 . 4 4o6 K-water 8.3 1 1 . 5 1 1 . 8 *•) Magne-sium a.Z. 139 67 92 " ) Mangaan a.z. 4-5 2 . 3 8.5 19 IJzer a.z. 0 . 4 0 . 5 0 . 9 Alumi-nium 1 a.z. 3» c. 3.4 3.1 a9 Adv

Niet besproken onnlysecijfers zijn normaal voor betredende grond. Alle cijfers zijn omgerekend op bij 105°C gedroogde grond.

Alle hoeveelheden mest zijn, tenzij nadrukkelijk anders vermeld, bedoeld per vierkante roe. *) Uitgedrukt in mg. per I0Ü g. grond.

(6)

" b i j l a g e 2 Ras Vroege V e e n t j e s V e e n t j e s V r o e g s t e Romax A s t r i d V r . v e r b e t e r d e H e c h e l s e j V e r b e t e r d e Lie che 1 se J V e d e s l e z C j Hont J31anc | S e l e c t i e S t o I k \ R o b u s t a : W e s t l a n d i a J K l e i g r o n d I 2 8 . 1 7.8 9-3 51.5 56.2 45.3 79»7 54.6 6 2 . 4 8 6 . 0 6 7 . 2 i i ! i i ' 4 6 . 8 ] 3 5 - 9 2 6 . 6 2 0 . 3 ; 3 6 . 0 ; 3 5 - 9 } 1 5 . 6 28o2 ; 1 4 . 1 7 . 6 | ! 2 3 . 4 ! I I I 2 0 . 4 4 2 . 2 1 0 . 9 1 2 . 5 4.7 9.4 1.6 9 - 4 6 . 3 3 . 2 9.4 s t e k 4-7 1 4 . 1 ; 5 3 . 2 : 1 5 . 7 3 . 1 | 9.4 1 3.1 ! 7 . 8 1 7 . 2 3 . 2 0 . 0 | l o s 7 8 . 0 3 . 0 ! OoO ! 0 . 0 ] 0 . 0 ; 0 . 0 | 3 . 0 : 1.5 ' 0 . 0 ! 0 . 0 4.5 b o o r d e r s 3 6 50 16 1*5 8 3 6 16 0 0 Z a v e l Vroege V e e n t j e s V e e n t j e s V r o e g s t e Somas A s t r i d V r . v e r b e t e r d e Lie che 1 se V e r b e t e r d e Lie che 1 se V e d e s l e z C Hont Blanc S e l e c t i e S t o l k R o b u s t a W e s t l a n d i a 2 9 . 6 J 46.8

1 46.4

1 52.8

7 3 . 2 I 73.2 ; 8O.4 j 6 9 . 2 ; 6 0 . 7

I 78.6

1 51.7

; 46.3 47.4 ; 25.O : 2 9 . 0 : 1 6 . 1 I 9 . 6 ! 1 2 . 4 ; 2 7 . 2 ; 1 4 . 3 : 1 6 . 0 i 3 0 . 4 ; 2 4 . I 5.8 1.8 3 . 6 5 . 3 5-4 : 3.6 j 1.8 \ 1.8 : 3 . 6 i 1 2 . 5 — 2608 1 4 . 6 5.4 1.8 3 . 6 1.8 2 3 . 2 1.8 5.4

1

55-;• I 6 . O 3 . 0 1 1 . 0 3 . 0 1 1 . 0 3.5 0 . 0 1.5 1.5 3 . 0 ; 0 1 1 0 27 ! 14 ! ' 5 i 2 3.5 1.5 2 . 3 0 0

(7)

Oogstgegevens in f> b i j l a g e 3 Ras Veentjes Vroegste Vroege Veentjes Romax Astrid

Vroege verb. île che 1 se Verbeterde Lïechelse Vedeslez C Mont 31anc Selectie 3to Ik Robusta Westlandia Totaal op Klei ! 0 i \ 12o5 .69 17 1.5 8 3 7.5 19 0 0 ; 25/4 ! ! Z a v e l

! °

1 9 18 20 3,5 5 . 5 3.5 29 0 0 Toi op |Klei ! 3 31 75 25 8 | 14 | 4»5i 1 2 . 5 23 1.5;!

0 i

1 ;aal 1/5 Zavel 0 18 '62.5 25 12.5 7 14 3-5 32 5 0 To-op : K I e i ;46 ;94 :97 72 81 78 : 22 66 47 11 ; 12.5 baal IQ/5 • Zavel 20 100 : 93 62,5 53 37.5 36 55 54 5 1.5 Tot aal op 20/5 Klei 100 Zavel 100 100 100 .. 100 iiao ; 100 jlOO ' 98,5;ilOO 100 jlOO 100 I100 100 100 100 jlOO 97 ; 96 95.5 91 Totaal Bo orders ' Klei 3 6 50 16 1-5 8 3 6 16 0 0 2 ave 1 ' 0 0 27 i 1 4 i 1 5 2 3o5 1.5 23 0 0

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

By contrast, the 'new navy' used mainly purpose-built warships not the often converted merchant vessels of the past, had a trained and permanent officer corps with a proper career

Goudriaan wordt echter in de jaren dertig belast met het reorganiseren daarvan, waardoor, als de twaalf jaren in de geschiedenis van Philips die Blanken behandeld algelopen zijn,

De sedimenthuishouding van het waddengebied wordt gekenmerkt door een zeer dynamisch samenspel van tij, wind en menselijk handelen. Het gedrag van zand, slib en mengsels van beide

Met andere woorden, de vraag naar de relatie tussen de industrialisatie en de ontwikkeling van de inkomensongelijkheid in de negentiende eeuw kan niet los worden gezien van

De betekenis van De Vries' dissertatie uit 1958 over de economische achteruitgang van de Republiek in de achttiende eeuw voor ons historisch bedrijf— het boek was één van de

inschatting te maken van de mate waarin de verschillende responsen autonoom in onderlinge interactie zullen optreden. De vraag wat het werkelijke effect is van het instellen van

Er zijn weliswaar weinig en elkaar dan ook nog gewoonlijk tegensprekende gegevens over de godsdienstige opvattingen aan de Kaap in de zeventiende en achttiende eeuw, maar

In de jaren dertig (hoofdstuk 2) stond het Rotterdamse gemeentebestuur vanwege de eenzijdige structuur van de bedrijvigheid al wel een industrialisatiebeleid voor ogen maar was