Uit spraken www.cvz.nl – 26030701 (29125816)
Onderwerp: Extracorporeal S hock Wave Therapy (ES WT) bij hielspoor geen aanspraak mogelijk
Samenvatting: Onderz oek van de literatuur betreffende ESWT bij hielspoor levert geen bew ijs op v oor de effectiviteit bij dez e indicatie. Bij deze indicatie bestaat er dus geen aanspraak op.
Soort uitspraak: SpZ = standpunt Zvw
Datum: 6 december 2006
Uitgebracht aan: z orgverzekeraar
Zorgv orm: Medisch-specialistische z org
Onderstaand de v olledige uitspraak.
U hebt een geschil met uw verz ekerde over vergoeding v an de kosten van Extracorporele Shockw ave Therapie (ESWT) bij hielspoor in België.
Gebruikelijkheid
Het College heeft, naar aanleiding v an een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (30 september 2004, RZA 2004/179), het toetsingskader aan de hand w aarvan de v raag of een behandeling gebruikelijk in de kring der internationale beroepsgenoten w ordt
beantw oord, aangepast. Het College sluit z ich aan bij hetgeen daarover in deze uitspraak is gesteld, i.e. dat hierbij alle relevante gegevens in aanmerking dienen te w orden genomen, waaronder met name literatuur, wetenschappelijke onderz oeken en gezaghebbende meningen van specialisten. Het College laat zich daarbij adv iseren door z ijn medisch adv iseur.
Werkwijze
De medisch adv iseur v olgt het principe van evidence based medicine, een sy stematische z oekstrategie naar relevante literatuur en beoordeling van de methodologische kwaliteit van de geselecteerde onderz oeken. Deze sy stematische z oekstrategie v indt plaats in de inter-nationale medisch-w etenschappelijke databases.
Er w ordt met dez e werkw ijze z o v olledig mogelijk gez ocht naar beschikbare onderz oeken en gezaghebbende opv attingen betreffende de nieuw e behandeling in binnen- en buitenland. Uit de gev onden literatuur w orden v oor verdere beoordeling die artikelen geselecteerd die betrekking hebben op de v raagstelling. De beoordeling van artikelen vindt, w aar dit kan, z oveel mogelijk plaats met behulp v an controlelijsten ter beoordeling van de methodolo-gische kwaliteit van medische artikelen. Aan de onderz oeken w ordt w aar mogelijk een level of evidence toegekend conform EBRO-richtlijnen (Evidence Based Richtlijn Ontw ikkeling). Bij v oorkeur moeten beslissingen op basis v an de beste evidence w orden genomen. In het kader van de toetsing van de w aarde van een nieuwe behandeling dient altijd vergeleken te w orden met de bestaande gouden standaard behandeling (de klassieke behandeling), indien aanw ezig. De nieuwe behandeling w ordt vergeleken met de klassieke behandeling w aarbij z owel de w erking, de bijw erkingen als de lange termijn (follow -up) resultaten ten opz ichte van de gouden standaard behandeling w orden meegenomen.
Er moet sprake z ijn van een ingreep met een tenminste vergelijkbare w erking op v ergelijk-bare harde klinische resultaten en voldoende lange termijn follow -up van patiënten om te kunnen spreken v an een gebruikelijke behandeling.
Uit spraken www.cvz.nl – 26030701 (29125816)
Indien uit tenminste tw ee kw alitatief verantw oorde studies op 'fase 3 niveau'1blijkt dat de
behandeling in kwestie een (meer)w aarde heeft ten opz ichte van de behandeling die tot nog toe in de internationale kring van beroepsgenoten geldend is (de z gn.‘gouden standaard behandeling’), dan moet w ordt geconcludeerd dat de behandeling in kw estie (inmiddels) een ‘gebruikelijke’ behandeling is in de internationale kring van beroeps-genoten.
Indien uit tenminste tw ee kw alitatief verantw oorde studies op 'fase 3 niveau' blijkt dat de behandeling in kwestie niet tenminste vergelijkbaar is qua werkz aamheid en effectiviteit en vergelijkbare uitkomsten (folluw -up) ten opz ichte van de ‘gouden standaard behandeling’, dan luidt de conclusie dat de behandeling in kw estie niet gebruikelijk is in de internationale kring van beroepsgenoten. In dez e gevallen z al de medisch adviseur geen aandacht meer besteden aan onderz oeken van mindere bew ijskracht of literatuur. Dez e kunnen immers de uitkomsten v an de fase 3 onderz oeken, w elke wetenschappelijk van een hogere orde z ijn, niet aantasten.
Indien geen (afgeronde) studies op 'fase 3 niveau' gepubliceerd z ijn, dan betrekt de medisch adv iseur ook evidence v an lagere orde en publicaties van gezaghebbende meningen v an medisch specialisten in z ijn beoordeling. Het hangt in dat geval van de consistentie van deze onderz oeken of publicaties af, of de behandeling in kwestie als “voldoende beproefd en deugdelijk” moet w orden bev onden.
Medische beoordeling
De medisch adv iseur v an het College deelt het volgende mee.
Hielspoor is een pijnlijke v erkalking of botw oekering in het peesblad (fasciit is plant aris) van de v oetz ool (fascia plant aris). Dez e kan ontstaan na een v oorafgaande langdurige periode van pijnlijke irritatie van het peesblad. Doorgaans is dat w eer het gev olg van een plaatselijke ov erbelasting van de aanhechting van het peesblad.
In 2003 is v oor het hele klinische spectrum (hielpijn tot hielspoor) een rev iew2v erschenen
waarin alle onderz oek, voor z over methodologisch v oldoende, w as verwerkt. Voor wat betreft ESWT werd geconcludeerd dat sprake w as van tegenstrijdig bew ijsmateriaal v oor de werkzaamheid van z ogenaamde lage-energie-ESWT, indien v ermindering van nachtelijke pijn, rustpijn en drukpijn v oor de korte termijn (6 en 12 w eken) werd beoogd.
In september 2006 is opnieuw literatuuronderz oek verricht, w aarbij is gez ocht vanaf 2003, i.e. na het uitputtende Cochrane- overz icht. Dit literatuuronderz oek levert slechts één gerandomiseerd klinisch vergelijkend onderz oek op.3Het is niet (dubbel)blind, bov endien
z ijn de minimale verschillen ten gunste van ESWT niet significant.
Geconcludeerd moet w orden dat ESWT bij hielspoor nog niet kan w orden aangemerkt als een in de kring der (internationale) beroepsgenoten gebruikelijke behandeling.
Juridische beoordeling
Het College heeft vervolgens het dossier grondig bestudeerd en beoordeeld of uw concept-beslissing juist is. Gelet op de toepasselijke regelgeving en het advies van de medisch adv iseur is het College het met u eens, dat uw verzekerde niet in aanmerking komt v oor de gev raagde vergoeding. Het College raadt u aan de beslissing op bezwaar nader te motiveren met inachtneming v an het bovenstaande.
1 Deze st udies moet en opgezet en gerapport eerd worden aan de hand van d e int ernat ionaal geaccept eerde
'evidence bas ed' met hodiek. Het niveau van 'evidence' d ient daarb ij minimaal klass e 1 ( met a-analyse van 2 of meer RCT's (Rando mized Clinical Trials)) of klass e 2 (2 geco nt roleerde st udies op klinis che relevant e uit ko mst mat en) t e zijn.
2Crawford F. and Tho mso n C. Interventions for treating plantar heel p ain. Cochrane Dat abase Syst Rev 2003
3Hammer DS e.a. Extracorporeal shock wave therap y (ESW T) in p atients with chronic p roximal plantar fasciitis: a