• No results found

Verslag vergadering Kwaliteitsraad 2 juli 2020

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Verslag vergadering Kwaliteitsraad 2 juli 2020"

Copied!
23
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Pagina 1 van 8 Zorginstituut Nederland Kwaliteitsraad Willem Dudokhof 1 1112 ZA Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl info@zinl.nl Contactpersoon

mw. C. van der Vliet T +31 (0)6 52 47 08 13 Datum 2 juli 2020 Onze referentie 2020013835 KR66 Vergadering Kwaliteitsraad Vergaderdatum 2 juli 2020 Vergaderplaats Online/Webex

Aanwezig Hugo Keuzenkamp, Niek Klazinga, Jan Kremer, Henk Nies, Petrie

Roodbol, Floortje Scheepers, Jan Smelik, Anne-Miek Vroom, Niek de Wit

Afwezig Sophia de Rooij Zorginstituut Nederland

Externe bezoekers

Secretariaat

Celeste van der Vliet, Jennifer Wolters en Niluka Tilstra

Overig

Babette vd Berg, Petra Beusmans, Ilse Beusekom, Kim Boerman, Teresa Cardosa Ribeira, Iris Groeneveld, Tiana van Grinsven, Pauline de Heer, Noor Heim, Juanita Heymans, Karlijn Janssen, Lonneke Koenraadt, Sandra Landa, Ayla Lonkhorst, Danielle Looije, Saskia Mahabali, Jill van Nouwland, Suzan Orlebeke, Jolien vd Sande, Maayke Lotte Saint Aulaire, Iris Smit, Lonneke Timmers, Rudi vd Valk, Anne-Mieke vd Waal, Lisanne Warmerdam,

Alexandra de Wildt, Albertine Diepen, Madelon Rooseboom, Sarah Kleijnen

Anoukh van Giessen (RIVM)

1. Opening en Mededelingen

De voorzitter opent om 16.30 uur de vergadering via Webex. Hij vraagt bezoekers en toehoorders hun beeld en geluid uit te zetten, tenzij ze bij een agendapunt betrokken zijn. Als iemand wat wil zeggen, graag hand opsteken. Ook de chat kan gebruikt worden om te communiceren.

Conflicterende belangen

(2)

Pagina 2 van 8

Mededelingen

Advisering Zinnige Zorg

Binnen het Zorginstituut organiseert de RvB twee interne bijeenkomsten met een aantal direct betrokkenen over het programma Zinnige Zorg om te kijken naar de (her)posit io-nering van het programma. Mede met het oog op het in het najaar uit te komen ARK rapport. Op 15 juli is hierover een gesprek met de RvB, de Kwaliteitsraad, de WAR, de ACP en ZEGG (Zorgevaluaties en gepast gebruik). Twee leden van de KR en Celeste nemen hieraan deel. Tiana licht toe dat er een visiestuk in voorbereiding is, gebaseerd op de interne gesprekken en het SER-advies. Dit stuk zal op 15 juli besproken worden en vooraf aan de deelnemers gestuurd worden. Een KR-lid vraagt of dit voor dit gesprek gedeeld kan worden met de gehele KR. De voorzitter zegt dit toe.

Verkenning agendering vanuit burgerperspectief

De voorzitter licht toe. De Kwaliteitsraad heeft tijdens de heidag in april besproken hoe je vanuit het perspectief van de burger naar indeling van zorg kan kijken, met als doel om voor de Meerjarenagenda witte vlekken te kunnen bepalen voor een meer proactieve vorm van agenderen. Afgelopen week hebben Celeste, Petra, Jolien en de voorzitter hier een boeiende (webex) meeting over gehad. Petra is vanuit het Zorginstituut bezig met het burgerperspectief en kan ons hierin verder meenemen. Hoe kan je denken vanuit het perspectief van het individu én het publieke belang. Het burgerperspectief is heterogeen, er zijn verschillende antwoorden en verschillende invalshoeken. De Kwaliteitsraad gaat hiermee verder aan de slag. Celeste vult aan dat Petra in augustus bij de Kwaliteitsraad komt toelichten waar zij mee bezig is. Een van de KR-leden haakt graag aan.

Overige mededelingen

Celeste meldt dat Jolien naar aanleiding van haar presentatie van haar promotie onderzoek afgelopen vergadering, verder gesproken heeft met twee KR-leden over het begrip ‘verantwoordelijkheid en de Kwaliteitsraad’. Jolien geeft aan dat het interessante gesprekken waren, het helpt haar om haar artikel verder aan te scherpen en veel ideeën geven weer stof tot nadenken.

Er zijn geen verdere mededelingen

2. Verslag vorige vergadering en vergaderdata 2020

Naar aanleiding van het verslag meldt de voorzitter dat er nog geen eindblog is

geschreven. Het is wel besproken, maar het is er nog niet van gekomen. We bekijken in de zomer of we hier tijd voor hebben en of het nodig is. Een KR-lid laat weten dat iedereen nu aan het evalueren is en dat het wel wat moet toevoegen.

Pagina 8: Een KR-lid geeft aan dat we gesproken hebben over hoe partijen geholpen kunnen worden met het schrijven van patiënteninformatie bij kwaliteitsstandaarden. Het KR-lid merkt op dat het niet alleen gerelateerd is aan mondzorg, maar breder toepasbaar is, zodat niet iedereen daar het wiel in hoeft uit te vinden. De secretaris gaat na hoe dit opgepakt kan worden binnen ZIN.

Het verslag wordt zonder wijzigingen vastgesteld. 3. Handreiking corona revalidatie

Karlijn Janssen laat weten dat er de afgelopen weken drie gesprekken zijn geweest met de LAN (Long Alliantie Nederland), als trekker van de ontwikkeling van de handreiking. In die overleggen zijn twee KR-leden en het Zorginstituut meegenomen over de voortgang, om in een vroeg stadium eventuele knelpunten te identificeren waarop advies van de KR gewenst

(3)

Pagina 3 van 8

zou zijn. De handreiking is deze week aangeboden aan de minister. De LAN heeft in de ontwikkeling samengewerkt met veel verschillende partijen. De lid-organisaties van de LAN, waaronder de kaderhuisartsen astma/COPD, de longartsen, KNGF en de V&VN hebben de handreiking ook vastgesteld. Echter nog niet alle relevante partijen, zoals het NHG en de FMS ondersteunen deze versie. Daar wordt actie op genomen. Enerzijds wordt op korte termijn een implementatieplan ontwikkeld door de LAN, waarin de knelpunten van die partijen geadresseerd zullen worden. Anderzijds is deze handreiking een nadrukkelijk startpunt en zal er op langere termijn een doorontwikkeling plaatsvinden tot een

volwaardige kwaliteitsstandaard inclusief indiening voor het Register. Afgelopen week is de afspraak gemaakt om deze doorontwikkeling van de handreiking dan ook aan te dragen voor de Meerjarenagenda (MJA). Deze afspraak is gemaakt door een bestuurlijke stuurgroep die is ingericht voor het vervolg van de diverse overheidstrajecten rondom revalidatie en nazorg na covid-19. Deze stuurgroep bestaat op dit moment uit VWS, LAN, Longfonds, Patiëntenfederatie, ZonMw, NZa, ZN en het Zorginstituut. In de

doorontwikkeling is het van belang dat alle relevante partijen betrokken worden. Wat het Zorginstituut betreft kan dit niet zonder betrokkenheid van FMS en NHG.

De betrokken KR-leden geven aan dat het proces relationeel en inhoudelijk heel goed is gegaan en complimenteren de opstellers van deze leidraad. Zij hebben het traject gevolgd maar de inzet van de Kwaliteitsraad blijkt uiteindelijk niet nodig.

Er wordt gevraagd of betaalbaarheid is meegenomen in dit traject. Karlijn geeft aan dat ZN wel is geconsulteerd. Deze handreiking is echter vrij algemeen en nog weinig concreet, een nadere beschrijving van wat goede zorg is voor verschillende patiëntgroepen moet nog volgen. Het advies van het Zorginstituut over de aanspraak op de eerstelijns paramedische zorg geeft daar meer invulling aan.

De stuurgroep gaat onder andere de effectiviteit en de doelmatigheid van deze zorg

adresseren. De doorontwikkeling zal in fases plaatsvinden. Op heel korte termijn worden er in juli nog aanpassingen gedaan aan de handreiking. In oktober moet er weer een nieuwe versie liggen. Doorontwikkeling tot een volwaardige kwaliteitsstandaard zal langer tijd nodig hebben. Het Zorginstituut hoopt met plaatsing op de Meerjarenagenda te borgen dat hier in het vervolgproduct voldoende aandacht voor is evenals het betrekken van alle relevante partijen.

Een KR-lid benoemt dat fysiotherapie nu uitgebreider wordt betrokken bij de revalidatie. Voor een deel moet de effectiviteit nog bewezen worden. Hoe zorgen we ervoor dat de argumenten die gebruikt worden om straks een bekostiging te hebben voor deze

revalidatie, in lijn zijn met het algemene kader? En als de zorg onderzocht wordt, wordt dat dan gedaan met gebruikmaking van de reguliere patiëntendossiervoering? Lonneke

Koenraadt geeft aan dat er verwezen wordt naar het advies dat het Zorginstituut nu schrijft over de aanspraak op eerstelijns paramedische zorg na covid-19, dat het Zorginstituut volgende week uitbrengt. Er wordt nog gewerkt aan de opzet van het

onderzoek en gegevensverzameling, hierbij zal aandacht zijn voor data-verzameling aan de bron.

Een KR-lid vraagt hoe bekostiging geborgd wordt? Lonneke geeft aan dat het advies een tijdelijk advies is met een gemaximeerde aanspraak onder een aantal strikte voorwaarden, waaronder gegevensverzameling naar effecten van de behandeling, waarmee patiënten moeten instemmen. De bekostiging is nu onderwerp van gesprek met de NZa. Hierbij wordt geprobeerd aan te sluiten bij de huidige wijze van bekostiging.

Een KR-lid verwacht dat de kwaliteitsstandaard meerkosten met zich mee gaat brengen. Hoe gaan we daar mee om? Kan dit een nieuwe casus zijn om te bespreken met de ACP, om te dienen als leerproces? Lonneke antwoordt dat uitbreiding van deze aanspraak circa 28 miljoen per jaar gaat kosten. De ACP ondersteunt dit advies en adviseert positief, ondanks missende informatie over de effectiviteit van deze zorg om aanspraak voor deze

(4)

Pagina 4 van 8

zorg (tijdelijk en onder voorwaarden) op te nemen in de basisverzekering. Vanuit de solidariteitsgedachte, omdat deze pandemie ons als maatschappij getroffen heeft. De voorzitter dankt ieder voor de discussie en de KR-leden voor hun betrokkenheid. De secretaris bespreekt met Jacqueline Zwaap of onderwerp als casus met ACP besproken kan worden.

4. Netwerkvorming binnen IC

In 2018 is het Zorginstituut gestart met een evaluatieonderzoek samen met Ecorys over de regionale samenwerking, samen leren en ontwikkelen en vormen van IC-netwerken, die de Kwaliteitsraad vanuit de kwaliteitsstandaard Organisatie van IC geadviseerd heeft. Vanuit het Zorginstituut hebben Saskia Mahabali, Noor Heim en Madelon Rooseboom dit

onderwerp voorbereid, samen met twee leden van de KR. Noor Heim licht het onderzoek van Ecorys toe. Er zijn drie doelen geformuleerd voor het onderzoek:

(1) verkrijgen van inzicht in totstandkoming samenwerking op de IC en mogelijke effecten daarvan;

(2) kennis krijgen met betrekking tot factoren en mechanismen die hierbij rol hebben gespeeld;

(3) ontwikkelen van een analyse methode met betrekking tot samenwerking en samen leren en verbeteren die ook bruikbaar is in andere delen van de zorg.

Diverse leden van de KR hebben op verschillende momenten in het proces een rol gespeeld, bij offerte aanvraag en bij co-creatiesessies met veldpartijen. Alle verzamelde kennis is gebundeld en ook op basis van bestaande literatuur is gekeken of er een generiek model opgesteld kan worden waarin de belangrijkste feedback mechanismen voor

samenwerking en samen leren & ontwikkelen in staan. Zie presentatie bijlage.

De voorzitter bedankt Noor voor haar presentatie en het interessante onderzoek. In 2016 heeft de Kwaliteitsraad een rol gespeeld in de doorzettingsmacht rondom de intensive care zorg. Het was de eerste keer dat de Kwaliteitsraad lerende netwerken introduceerde en deze via opdrachten heeft opgelegd aan het veld. Het is mooi om in de evaluatie te zien hoe dit nu uitpakt. Zeker in de sector die in de COVID-crisis een cruciale rol speelt. Heeft de KR meegevers hoe het gepresenteerde model verder gebruikt kan worden?

Een KR-lid vindt het een mooi onderzoek en kan zich vinden in de conclusies van deel 1 en 2. Wel heeft hij kanttekeningen/aanvullingen bij het generieke model. Veel van het

denkwerk in dit rapport gaat terug naar het rapport van het Health Foundation uit 2014. Hem valt op dat er twee aspecten onderbelicht zijn in het model. Het aspect van ‘Common purpose’ is een belangrijke randvoorwaarde. Gezamenlijke doelstelling en gezamenlijk iets willen kan sterker in het model terugkomen. Het aspect van de ‘collective intelligence’ staat centraal in het model van de Health Foundation. Dat veronderstelt data. Hij stelt voor om het nog een keer te spiegelen aan een van de brondocumenten die gebruikt is in het rapport van de Health Foundation. Het is waarschijnlijk niet op alle netwerken van toepassing.

Een KR-lid mist in het model het onderdeel van het versnellen van een netwerk. Wie monitort of begeleidt? Waar zitten obstakels of versnellers? Wie neemt daar de regie in? Een KR-lid vult aan dat we de evaluatie ook sturend/helpend kunnen beschouwend en niet alleen evaluatief.

Een KR-lid vindt het een mooi herkenbaar rapport, maar niet helemaal duidelijk hoe je het in kan zetten als evaluatie-instrument. Hij adviseert het model een keer naast het

ontwikkelmodel ketenzorg (OMK) te leggen. Dit gaat over samenwerken en daar zitten mogelijk nog aanvullende elementen in, hoe je ketens kunt evalueren.

Een KR-lid merkt op dat er niet gesproken wordt over het effect van leiderschap en dat dit wel een grote rol heeft gespeeld bij de IC. Noor reageert dat het leiderschap aspect mogelijk een missende schakel is tussen de motivatie en vervolgstap. Die neemt ze mee.

(5)

Pagina 5 van 8

Lonneke Koenraadt vult aan dat het Zorginstituut voornemens was met dit rapport onder de arm binnen de IC netwerken te kijken hoe we ze konden helpen met verdere

implementatie, maar dit is geparkeerd gegeven de Corona situatie.

De Kwaliteitsraad geeft aan het model ook voor andere zorgsectoren interessant te vinden. Netwerkvorming en samenwerkingsverbanden zullen we in de toekomst overal meer gaan zien. Een KR-lid merkt op dat er wel verschillen zijn bij de IC’s ten opzichte van andere netwerken. Daar heerst in de praktijk een zekere hiërarchie.

Celeste merkt op dat we het resultaat misschien kunnen omvormen tot een tool die ook uitleg geeft in toekomstige trajecten en net zoals de matrix leren en verbeteren als tool kunnen publiceren.

Noor vervolgt haar presentatie. De onderzoekers hebben vier typen van samenwerkingen onderscheiden in de regio’s. De onderzoekers concludeerden dat het te vroeg is om meetbare effecten op de patiëntenzorg te zien. Ze zien bijvoorbeeld ook dat data geen onderdeel van gesprek is binnen netwerken. De resultaten die wel worden gezien hebben vooral betrekking op de randvoorwaarden. Vraag aan de KR: Hoe kunnen we met het oog op samenwerking in regionale IC-netwerken verder leren van COVID-19?

De KR is geïnteresseerd in wat cruciaal is geweest in de versnelling in een aantal regio’s. Misschien evaluatief opnieuw met die regio’s in gesprek gaan? Ook zou het mooi zijn als er op korte termijn geëvalueerd wordt wat de effecten waren op de IC’s. Zijn de juiste getallen juist gebruikt? Zijn de samenwerkingsrelaties die ontstaan zijn in de crisis geordend naar de netwerken die er waren? In hoeverre heeft de opschaling van IC’s capaciteit verstevigend gewerkt in de samenwerkingsverbanden? In welke mate zijn de samenwerkingsnetwerken in staat om sneller personeel in te schakelen en uit te wisselen? Wat is daar gebeurt en hebben die netwerken geholpen?

Bij interpretatie van de resultaten moet wel in acht genomen worden dat het een crisis situatie betrof en geleerde lessen niet altijd gelden in een situatie na een crisis. De voorzitter bedankt Noor en collega’s.

5. Digitaal, tenzij

Teresa Cardoso Ribeiro vat haar project samen. Het Zorginstituut heeft vanuit VWS drie verzoeken gekregen rondom digitale zorg, met daarbij de vraag: kunnen jullie helpen voorkomen dat we teruggaan naar het normaal van eerder (voor COVID) en kunnen jullie ook met het bestaande instrumentarium wellicht meer stimulerend/proactief gaan optreden om digitale zorg te normaliseren.

Vraag 1: Hoe kan het Zorginstituut volgens de KR hiervoor ons bestaande instrumentarium zo goed en verantwoord mogelijk inzetten?

Vraag 2: Op welke wijze wil en kan de Kwaliteitsraad bijdragen aan deze verzoeken?

Een van de KR-leden vult aan: je kunt digitale zorg systemisch beschouwen in de sfeer van hulpmiddelen en met bestaande instrumenten daar een rol in spelen. Misschien kan hier in algemene zin een kwaliteitskader voor ontwikkeld worden. Een extra dynamiek is de rol van industrie die hierin speelt. Wat hier een absolute factor is, met voor- en nadelen, is dat evidentie vaak ontbreekt. Maar in de afgelopen maanden is er wel veel ervaring opgedaan. Er ligt een hele grote kans om hier nu mee aan de slag te gaan en te doordenken hoe je deze technologie in kan bouwen in het systeem.

De Kwaliteitsraad benadrukt het belang om goed naar de kwaliteit van digitale zorg te kijken/evalueren. Het gaat niet alleen om digitale zorg, maar ook de combinatie ervan met gewone zorg. Wat lukt wel en wat lukt niet. Misschien kan ZonMw hier een rol spelen met een evaluatieprogramma? Misschien een generieke module voor e-health op de MJA te plaatsen? Een KR-lid laat weten dat er onlangs een onderzoek is geweest onder patiënten

(6)

Pagina 6 van 8

naar hun ervaring met digitale zorg. 70% van de patiënten blijkt vrijwillig voor digitale zorg te hebben gekozen, voor 30% was er geen andere optie. De helft daarvan is de digitale zorg aangegaan. Maar daarvan geeft het overgrote deel aan dat ze heel veel informatie hebben gemist. De grote angst van de patiënten is dat als zij kiezen voor digitale zorg, zij het fysieke contact voorgoed verliezen, terwijl dit toch de voorkeur heeft. Daarom moet bij het beoordelen van de kwaliteit van digitale zorg de perspectieven van patiënten goed betrokken worden. Ook de voorzitter benadrukt het belang hiervan. Digitale zorg moet niet alleen handig zijn voor zorgverleners.

Een KR-lid benoemt dat er wordt gesproken over CE-certificeren van digitale zorg en zorg op afstand. Het is hard nodig om daar criteria voor te formuleren en daar privacy

onderdeel van te laten zijn. Maar hierin moet ook aandacht komen voor welk aspect van zorg de digitale zorg vervanging is en of het kwalitatief vergelijkbaar is met face-to-face contact.

Een KR-lid merkt op dat een van de instrumenten al opgepakt is, de grondslag voor bekostiging. Maar neem ook data privacy en date security mee en koppel het aan de brede versterking van de data infrastructuur.

Een KR-lid vindt het een ingewikkelde discussie. Digitale zorg is van alles en nog wat. Je hebt beeldbellen in plaats van fysiek poli-consult, dat is niet innovatief, maar vooral praktisch. Maar dat is totaal iets anders dan een patiënt monitoren op afstand, waarbij bijvoorbeeld eerder ingegrepen kan worden. De probleemstelling is niet goed gedefinieerd en het probleem waar we nu over praten is niet duidelijk. De voorzitter vindt dit een belangrijke meegever, gooi niet alle digitale zorg op één hoop.

Tot slot geeft een KR-lid aan het niet eens te zijn met de zin in de vraagstelling dat we niet ‘terug naar oude normaal’, moeten willen. Alsof het voor de corona-tijd slecht was en wat we nu hebben gedaan goed is. Daar zijn we nog niet van overtuigd.

De Kwaliteitsraad is bereid om kritisch mee te lezen en waar nodig te adviseren. Het is een nieuwe ontwikkeling waar we echt bij willen zijn. Als het Zorginstituut hier stappen in onderneemt, in welke vorm dan ook, dan is de Kwaliteitsraad bereid om mee te denken als dit waardevol is. Teresa Cardoso Ribeiro neemt dit graag mee.

6. Data infrastructuur

Een KR-lid leidt in dat veel agendapunten vandaag al aangeven dat data infrastructuur belangrijk is. Nu de vraag in hoeverre de urgentie van COVID gebruikt wordt of kan worden gebruikt om ook een aantal constructieve slagen te maken in het verbeteren ervan. Het registreren van data, het koppelen van patiëntendossiers en het toewerken naar hoe patiënten hun eigen gegevens kunnen bijhouden. Er is hier al eerder over gesproken. Eva Marquarita kan toelichten wat de stand van zaken nu is. Het lijkt erop dat het beleid wat liep nu stil staat. Het wetgevingstraject rondom informatievoorziening wordt voorlopig niet in behandeling genomen, net als een aantal andere initiatieven. Gebruiken we dit moment om de grote tekortkoming in data infrastructuur aan te pakken of gaan we aan de zijkanten zitten te duwen, om over twee jaar er achter te komen dat we nog hetzelfde probleem hebben…?

Eva geeft aan dat de wetgeving door de minister werd ingezet maar nu on-hold is gezet. Op de achtergrond wordt er heel veel gedaan, maar de behandeling van het wetsvoorstel zal niet eerder plaatsvinden dan eind dit jaar / begin volgend jaar. Wij kunnen dit niet bevorderen. Wel denken we op de achtergrond mee hoe we alvast in de geest van de wet dingen kunnen initiëren, zelf kennis kunnen opbouwen en daar met het veld in praktische zin al mee aan de gang gaan. Los van wetgeving zijn we aan de infrastructuur aan het bouwen in Nederland. Daarvoor lopen diverse trajecten die verschillend worden

ingestoken. Sommige zijn vernieuwend en duurzaam richting toekomst, andere gaan uit van het bestaande. De voorzitter geeft aan dat de Kwaliteitsraad zijn zorgen heeft geuit, wat kan de Kwaliteitsraad nog meer doen?

(7)

Pagina 7 van 8

Eva: Het Zorginstituut bemoeit zich met de doelarchitectuur die zorgbreed wordt

ontwikkeld. Jammer is dat deze vooralsnog slechts op drie knelpunten is ingestoken. Het Zorginstituut zal iedere keer nagaan of dit op een moderne manier gebeurt en zal blijven agenderen. Vanuit de Architectuurcommunity is bijgedragen aan een zorgbrede

referentiearchitectuur die landelijk geldt. We zijn ook bezig om allerlei initiatieven bij elkaar te brengen en ook iedere keer de urgentie ervan aan bestuurstafels te duiden. Het Zorginstituut is behoudend in een politieke lobby. Misschien liggen hier nog mogelijkheden. Een KR-lid voegt toe dat er in de regio Utrecht al initiatieven liggen, zoals een regionale data hub, waarmee alles aan elkaar verbonden wordt. Dit zal belangrijke kansen gaan bieden voor het monitoren van zorgprocessen en biedt ook allerlei

onderzoeksmogelijkheden. De zorgverzekeraar zou hierin een (faciliterende) rol kunnen spelen. Technieken om koppelingen tot stand te brengen zijn er wel maar het

eigenaarschap is moeilijk te beleggen.

Een KR-lid neemt aan dat het Zorginstituut op de hoogte is van het personal health train initiatief? Dit kan de traditionele opvatting van infrastructuur gaan wijzigen. ZIN werkt aan een brede introductie van FAIR en PHT.

De Kwaliteitsraad blijft dit essentiële punt agenderen en gaat dit onderdeel voor zover van toepassing meenemen in alle adviezen, ook voor wat betreft de koppeling met persoonlijke gezondheidsomgeving. Verder blijft het heel belangrijk om data te laden met context en betekenis te geven. Eva hoopt dat de Kwaliteitsraad aandacht houdt voor moderne oplossingen en niet doorgaat op oude leest. Een KR-lid voegt toe dat dit alles ook van groot belang is om innovaties door te zetten. Als iedereen zijn eigen ding gaat doen, heb je straks overal aparte data.

7. Wat leren we van Corona

Naar aanleiding van de vorige vergadering heeft Sjaak contact opgenomen met het RIVM en is projectcoördinator Anoukh van Giessen van het RIVM uitgenodigd om iets te vertellen over het evaluatieonderzoek dat RIVM doet.

RIVM heeft van VWS opdracht gekregen om uit te zoeken wat de indirecte effecten zijn van door Corona minder geleverde, anders geleverde of vermeden reguliere zorg op kwaliteit van leven uitkomsten en mogelijk ook op verminderde levensjaren. RIVM werkt hierin samen met de NZa. De NZa heeft als opdracht het coördineren van de weer op te starten reguliere zorg en het RIVM kijkt naar de effecten. Het onderzoek bestaat uit drie

onderdelen:

1) een brede inventarisatie van minder geleverde zorg in de volle breedte van de gezondheidszorg, inclusief GGZ en het sociale domein. Op basis van een uitvraag aan diverse organisaties wordt in kaart gebracht hoeveel zorg minder of anders geleverd is (minder diagnoses/verwijzingen/behandelingen/dagbestedingen/etc). De uitvraag gaat vooral om kwantitatieve gegevens, omdat het RIVM toewerkt naar een inschatting van de effecten. De informatie die van organisaties verkregen wordt is echter veelal kwalitatief omdat recente data vaak niet beschikbaar is.

2) een literatuur onderzoek naar de effecten van uitgestelde zorg of anders gegeven zorg. Bijvoorbeeld wat de effecten zijn van uitgestelde zorg en of digitale therapie even goed werkt als face to face en voor welke groepen dat goed werkt. Voor sommige groepen zien we overigens ook positieve effecten, maar soms is het ook niet goed bekend is hoe het werkt en moet daar meer onderzoek naar komen;

3) ontwikkelen van een rekenmodel om te komen tot impact op verloren levensjaren of kwaliteit van leven, uit deel (1) en (2).

Het RIVM presenteert in de tussentijd driewekelijkse korte rapportages, vanaf de zomer wordt dit zes-wekelijks.

Een KR-lid vraagt of ook de verpleeghuizen betrokken zijn. Dit is het geval en zichtbaar vanaf de tweede rapportage. Ook wordt gevraagd of er ook naar internationale literatuur

(8)

Pagina 8 van 8

wordt gekeken. Dit is lastig om te gebruiken in dit onderzoek omdat de afschaling en gezondheidszorg in elk land anders is. Qua effecten wordt er wel internationaal gekeken maar het is lastig om input voor rekenmodellen te vinden.

Een KR-lid stelt op prijs om de rapportages te ontvangen. Ook observeert hij dat de aanpak wel de beperkingen van het Nederlandse systeem laat zien. Wordt hierop ook gereflecteerd?Andere landen kunnen door eenduidige data infrastructuur beter real-time effecten volgen. RIVM geeft bij VWS aan dat er beperkingen zijn aan het verkrijgen van (recente) data.

De voorzitter bedankt Anoukh. De Kwaliteitsraad is met name geïnteresseerd in wat deze informatie betekent voor de kwaliteit van zorg en hoe de informatie te duiden. Kan de KR hierbij een rol spelen? Drie KR-leden zouden hierbij willen helpen.

De secretaris neemt contact op met Mona Wets van het Zorginstituut en Anoukh om te bespreken of en hoe we dit kunnen oppakken.

8. Meerjarenagenda (MJA)

a. MJA-Overzicht

Hier zijn geen opmerkingen over.

9. Rondvraag en sluiting

Er zijn geen punten voor de rondvraag. De voorzitter bedankt iedereen voor deze goede vergadering. Op 31 augustus vergaderen we nog via Webex. Na de zomer bekijken we of we digitaal vergaderen of weer als vanouds.

(9)
(10)

Netwerkvorm

ing

b

innen

IC

Eva

luat

ieonderzoek

Samenwerken,

leren en

verbeteren

in reg

iona

le

IC-netwerken.

(11)

Inhoud

-

Terugkoppe

l

ing onderzoek

-

Adv

iesvraag toepass

ing

kenn

is netwerkvorm

ing

-

Adv

iesvraag vervo

lgstappen

navontw

ikke

l

ingen

(12)

Aan

le

id

ing

Doorzett

ingsmacht Kwa

l

ite

itsstandaard Organ

isat

ie van IC (2016)

Aanbeve

l

ingen samenwerk

ing en het (samen)

lerend perspect

ief 

ju

iste zorg op de ju

iste p

lek voor de pat

iënt.

Reg

iona

le samenwerk

ing, samen

leren en ontw

ikke

len en het vormen

van IC-netwerken waren be

langr

ijk thema

’s.

Deze thema

’s spe

len ook

in andere zorggeb

ieden

(13)

Eva

luat

ieonderzoek Samenwerken,

leren en

verbeteren in reg

iona

le

IC-netwerken

Doe

len van het onderzoek:

1.Inz

icht in

mate van samenwerk

ing

in IC-netwerken en effecten op

de pat

iëntenzorg

2.Kenn

is over factoren en mechan

ismen d

ie een ro

l spe

len b

ij

totstandkom

ing van samenwerk

ing en

‘samen

leren & ontw

ikke

len

in

netwerken

in de zorg

3. Ontw

ikke

len van een meet-en ana

lysemethode m.b.t.

samenwerken en

‘samen

leren & ontw

ikke

len

’ d

ie bru

ikbaar

is

in

versch

i

l

lende zorggeb

ieden.

(14)

Aanpak onderzoek

Co-creat

iesess

ie I

Verkennende fase  interv

iews met de netwerkcoörd

inator van a

l

le 15

gevormde netwerken

in 3

e

kwartaa

l 2019

Co-creat

iesess

ie II

Verd

iepende

interv

iews (29)

in 4 IC-reg

io

’s

in 4

e

kwartaa

l 2019

Co-creat

iesess

ie III

Ontw

ikke

l

ing gener

iek mode

l met be

langr

ijkste feedbackmechan

ismen

en

ingek

leurd IC-mode

l

(15)

Eva

luat

ieonderzoek Samenwerken,

leren en

verbeteren in reg

iona

le

IC-netwerken

Doe

len van het onderzoek:

1. Inz

icht in

mate van samenwerk

ing

in IC-netwerken en effecten op

de pat

iëntenzorg

2. Kenn

is over factoren en mechan

ismen d

ie een ro

l spe

len b

ij

totstandkom

ing van samenwerk

ing en

‘samen

leren & ontw

ikke

len

in

netwerken

in de zorg

3. Ontw

ikke

len van een meet-en ana

lysemethode m.b.t.

samenwerken en

‘samen

leren & ontw

ikke

len

’ d

ie bru

ikbaar

is

in

versch

i

l

lende zorggeb

ieden.

(16)
(17)
(18)
(19)

Adv

iesvraag 1

Re

levant

ie:

Mechan

ismen u

it gener

ieke mode

l voor netwerkvorm

ing a

ls een u

itgangspunt

voor andere zorggeb

ieden (geboortezorg)

Benutten van de verkregen kenn

is (b

ijv

. voor de opname van

netwerkvorm

ing

in kwa

l

ite

itsstandaarden)

Heeft de raad meegevers en/of wensen met betrekk

ing tot de

(moge

l

ijkheden voor) toepass

ing van het mode

l

in de toekomst?

(20)

Eva

luat

ieonderzoek Samenwerken,

leren en

verbeteren in reg

iona

le

IC-netwerken

Doe

len van het onderzoek:

1.Inz

icht in

mate van samenwerk

ing

in IC-netwerken en effecten op

de pat

iëntenzorg

2.Kenn

is over factoren en mechan

ismen d

ie een ro

l spe

len b

ij

totstandkom

ing van samenwerk

ing en

‘samen

leren & ontw

ikke

len

in

netwerken

in de zorg

3. Ontw

ikke

len van een meet-en ana

lysemethode m.b.t.

samenwerken en

‘samen

leren & ontw

ikke

len

’ d

ie bru

ikbaar

is

in

versch

i

l

lende zorggeb

ieden.

(21)

Resu

ltaten

V

ier typen IC-netwerken (2019):

-

pseudo-samenwerk

ing (4 reg

io

’s)

-

afwachtend-strateg

ische reg

io

’s (3)

-

proact

ief strateg

ische reg

io

’s (2)

-

reg

io

’s met

lang

lopende samenwerk

ing (3)

Te vroeg om meetbare effecten op pat

iëntenzorg te z

ien. Tot nu toe

hebben resu

ltaten betrekk

ing op de randvoorwaarden voor kwa

l

ite

it en

doe

lmat

ighe

id van zorg.

(22)

Adv

iesvraag 2

Hu

id

ige s

ituat

ie:

Samenwerk

ing heeft (u

it noodzaak)

impu

ls gekregen door COVID-19, hoe

daarvan te

leren?

Heeft de raad adv

iezen voor ons over hoe we met het oog op

samenwerk

ing

in reg

iona

le IC-netwerken verder kunnen

leren

van de COVID-19 cr

is

is aanvu

l

lend op het u

itgevoerde

onderzoek?

We

lke vervo

lgstappen adv

iseert de Kwa

l

ite

itsraad,

i.v

.m.

COVID-19 en

in re

lat

ie tot bespreken van de bev

ind

ingen met

ve

ldpart

ijen en IC-reg

io

’s?

(23)

Harte

l

ijk dank voor uw b

ijdrage.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The processes utilised in the adaptation and translation of the vocabulary subtest of the Performance Indicators for Primary Schools (PIPS) test for the South African context are

I, Famah Fortunata Immaculata Bijengsi, hereby declare that this thesis submitted to the Institute for Groundwater Studies, Faculty of Natural and

Figure 36: Ordinary prediction-based Kriging interpolation of equivalent uranium concentrations, projected over contemporary high resolution imagery

Daarbij kan voor de mijten uit de serie BPNAO: 56, voor de mijten uit de serie BPNA3: 71 en voor de Alliphis halleri populatie uit de BPNA6—serie 94 individuen afgelezen

Voorstelbaar is dat het onderzoek uitwijst dat bepaalde karakteristieke eigenschappen van regels en regelstelsels een meer of minder goede ‘match’ maken met

Keywords and Phrases: Maxwell's equations, Implicit integration, Exponential integration, Conjugate gradient iteration, Krylov subspace iteration, Chebyshev

In agreement with this previous work and as predicted by the present model, we found that in YBCO the number of vortices increased for inductions above the critical induction

Two vers ions of this interface were created for thi s study: one interfa ce that offered only an editing mode and no preview (see figure 1) and one interface that off ered