• No results found

Het Nederlands leent ook uit, een beetje

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het Nederlands leent ook uit, een beetje"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

6

DE STANDAARD

DONDERDAG 22 NOVEMBER 2012

TANNEKE SCHOONHEIM

Veel mensen klagen over de vele En-gelse woorden in het Nederlands. Ze vinden het een verarming van de taal, want daarvoor moeten toch goede Ne-derlandse alternatieven bestaan? Maar veel van de woorden die we nu als goed Nederlands beschouwen, zijn vroeger ook uit een andere taal overgenomen. Culturen die met elkaar in aanraking komen, wisselen van alles uit, dus ook woorden. Dat begon al bij de Romeinen,

die nieuwe producten meenamen naar de gebieden die zij veroverden, zoals wijn en muren van steen.

Wij dronken toen voornamelijk bier en onze huizen hadden gevlochten wanden van hout, dus namen we de woorden vi-num en murus over. In het Nederlands lieten we uit die woorden eerst de La-tijnse uitgangen -um en -us weg. Daarna pasten we de uitspraak van de woorden aan, de Romeinse ‘v’ werd een ‘w’, de ‘i’ werd een ‘ij’ en zo ontstond het

Neder-landse woord wijn. Ook bij muur veran-derde de uitspraak van de klinker. De Ro-meinen spraken die uit als een ‘oe’, maar in het Nederlands werd het een ‘uu’.

Inburgering

Zo hebben we in de loop van de tijd ook woorden overgenomen uit andere talen, woorden die inmiddels volledig zijn in-geburgerd in het

Neder-lands. Bij fornuis, jurk en spinazie denken we toch niet direct meer aan het Frans, waaraan ze ontleend zijn. Datzelfde geldt voor uit het Italiaans afkomsti-ge woorden als kassa, klari-net en sopraan. Of voor oorspronkelijk Duitse woorden als hamster,

ka-chel en vaartuig.

Momenteel zijn het vooral Engelse woor-den die aan de deur kloppen. Het inbur-geringsproces verloopt grotendeels nog net zoals vroeger. Eerst wordt het nieu-we woord duidelijk als een vreemd ele-ment gezien. Het staat dan vaak tussen aanhalingstekens, of er staat ‘zoge-naamd’ of ‘zogeheten’ voor. Ook heeft het nog precies de vorm en de spelling die het in de oor-spronkelijke taal had, bij-voorbeeld boy band (‘popgroep die uit jon-gens bestaat’) of twittera-ture (‘literatuur in twit-terformaat’). Op dat mo-ment is het nog geen Ne-derlands woord.

Dat begint pas als het

Twitteren is toch geen Engels?

H

et is onnodig te protesteren tegen de vele Engelse

woorden in het Nederlands. Vreemde woorden

burgeren zo gemakkelijk in dat je na een tijdje niet

eens meer weet dat ze van ver gekomen zijn.

Culturen die met

elkaar in aanraking

komen, wisselen

van alles uit, dus

ook woorden. Dat

is van alle tijden

NICOLINE VAN DER SIJS

In het verleden, toen Nederland een invloedrijke natie was en de mentaliteit van de Vereenigde Oostindische Com-pagnie verbreidde – ja, toen namen an-dere talen Nederlandse leenwoorden over. Maar in de huidige tijd, waarin Ne-derland en België in het internationale krachtenveld geen rol van betekenis spelen, nu hebben Nederlandse woor-den geen enkele expansiekracht meer,

zo denken de meeste mensen.

Ik kan het niet ontkennen: daarin zit een kern van waarheid in. Toch neemt zelfs het Engels, de internationale taal par excellence, nog steeds wel Neder-landse woorden over. Vooral technische woorden die een nieuwe vinding aan-duiden. De meeste dateren uit de twin-tigste eeuw – ik heb nog geen eenen-twintigste-eeuws leenwoord gevonden, maar de eeuw is nog jong. In de

twintig-ste eeuw namen de Engel-sen bijvoorbeeld Oortwolk en Kuipergordel over als ‘Oort(’s) (comet) cloud’ en ‘Kuiper belt’. Ook leerden ze het vromaneffect ken-nen. En planigrafie, een

manier om röntgenfoto’s te maken die is uitgevonden door de Nederlandse neu-roloog B.G. Ziedses des Plantes, noemen ze planigraphy.

Interessanter zijn natuurlijk minder specialistische woorden. Ook die wor-den nog steeds uitgeleend. Denk aan de nuttige vinding van de klapschaats, die in het Engels klapskate wordt genoemd.

Of de vinding die in een later stadium van een mensenleven handig kan zijn: de rollator. Het Ne-derlands heeft er zelfs voor gezorgd dat een van oorsprong Engels woord – namelijk coffeeshop – de extra beteke-nis ‘gelegenheid waar softdrugs ver-krijgbaar zijn’ heeft aangenomen, die ook onder Engelstaligen enige verbrei-ding heeft.

Maar ik moet toegeven: erg veel invloed gaat er momenteel niet uit van het Ne-derlands, zeker niet op het Engels. Als mensen daar wat aan willen doen, dan

Het Nederlands leent ook uit, een beetje

N

iet dat het Nederlands de wereld verovert, maar hier

en daar sijpelt toch een woordje door.

‘Erg veel invloed gaat

er momenteel niet uit

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In beide peilingen bleken de verschillen in rekenprestaties tussen Nederlandse basis- schoolleerlingen maar voor een klein deel, hooguit 10 procent, toe te schrijven zijn aan

Vraag stellen – Vervolgens kunnen met behulp van ma- nipulatie met de plaatjes (weglating tekstgedeelten, weglating pointe/laatste plaatje van drie of vier) de taal- kundige

Ik vind het gemakkelijk om erachter te komen wat iemand denkt of voelt, alleen door naar zijn of haar gezicht te kijken.. Ik vind het moeilijk om nieuwe vrienden

Belangrijk om op te merken, is, dat die censuur niet altijd destructief hoeft te zijn (waarbij passages geschrapt worden en verantwoordelijken gestraft), maar ook

De nieuwslezer is een voorbeeld van hoe, door de inzet van taal- technologie, nieuwe vormen van maatwerk kunnen worden gerealiseerd: kenmerken van de leerder zijn leidend voor

Voor informatie over het primair onderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs verwijzen we naar andere bijdragen op deze conferentie: “een kennisbasis Nederlandse taal voor

Over de hele lijn bekeken, maken anderstaligen en meertaligen gemiddeld wel meer (verschillende) fouten dan Nederlandstaligen en hebben ze bijgevolg meer nood aan gerichte

aannemelijkst gevonden: Charivarius moet de naam voor de taalfout verzonnen hebben, omdat hij nooit een tante heeft gehad die Betje werd genoemd, al kan niet helemaal worden