• No results found

“Zoals het hier echt is” De invloed van nabijheid en attitudeconsistentie op gepercipieerde authenticiteit van lokale journalistiek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "“Zoals het hier echt is” De invloed van nabijheid en attitudeconsistentie op gepercipieerde authenticiteit van lokale journalistiek"

Copied!
61
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

“Zoals het hier echt is”

De invloed van nabijheid en attitudeconsistentie op

gepercipieerde authenticiteit van lokale journalistiek

Naam Opleiding

David Zandbergen Masterthesis Journalistiek en Nieuwe Media

Studentnummer Begeleiders

(2)
(3)
(4)

Dankwoord

“Je gaat het pas zien als je het door hebt”, zei Johan Cruijff ooit. Dat geldt ook voor het onderwerp van de masterthesis die voor u ligt. Sinds ik met deze scriptie ben begonnen, zie ik authenticiteit overal terug: van het eten in de supermarkt tot de reizen bij het reisbureau. Mede daarom was authenticiteit in de lokale journalistiek, waarin ik zelf werkzaam ben, een boeiend onderwerp om in te duiken.

Nu zijn we een half jaar, een dikke 18.000 woorden en heel wat koppen thee verder en is mijn masterthesis dan echt klaar. Ik ben heel blij met het uiteindelijke eindresultaat waarin ik mijn twee studies, een bachelor communicatiewetenschap en deze master Journalistiek en Nieuwe Media, heb kunnen combineren. Natuurlijk heb ik dit niet helemaal alleen gedaan en daarom wil ik graag bij deze een aantal personen bedanken.

In het bijzonder wil ik Willem Koetsenruijter bedanken voor zijn begeleiding en feedback, die geregeld buiten kantooruren nog werd gegeven. Ik wil hem bedanken voor deze goede feedback en de vrijheid om mijn eigen kwantitatieve onderzoek te kunnen doen, ook al is dit binnen dit vakgebied niet heel gebruikelijk. Ik heb het echt gevoel dat ik mijn eigen scriptie heb kunnen schrijven, dank daarvoor.

Een scriptie schrijven gaat je niet in koude kleren zitten en daarom wil ik bij deze ook mijn ‘thuisfront’ bedanken voor het geduld wanneer ik, gefrustreerd door al het scriptiewerk, niet in een al te beste stemming was. Daarnaast wil ik mijn broer Stephan bedanken die ruim de tijd heeft genomen om me bij mijn scriptie te helpen en deze van feedback te voorzien.

Met het schrijven van dit dankwoord is de klus dan echt geklaard. Wat rest voor deze opleiding is een prachtige stage bij BNNVARA waar ik heel veel zin in heb. Het wordt het volgende avontuur. Ik wens u veel genoegen toe bij het lezen van mijn masterscriptie.

Nu maar hopen dat de scriptie authentiek overkomt.

(5)
(6)

1

Samenvatting

Authenticiteit is een belangrijk begrip, ook binnen de journalistiek. Gezien de verzadiging van ducten in de markt, zijn (nieuws)consumenten namelijk steeds meer op zoek naar authentieke pro-ducten en ervaringen (Gilmore & Pine, 2007). Authenticiteit in de lokale journalistiek wordt vaak gede-finieerd als ‘berichtgeving zoals het echt is om in een bepaalde buurt te leven.’ Dat zou volgens de wetenschap bijvoorbeeld tot uiting komen in het meenemen van veel quotes (Chapman & Nuttall, 2011, p.300) of het meenemen van de ‘stem van de gemeenschap’ in de berichtgeving (Richards, 2013, pp. 637).

De focus van dit onderzoek ligt op de lokale journalistiek. Binnen de lokale journalistiek zou deze authenticiteit, gezien het kleinschalige en lokale karakter, een belangrijk en waardevol unique selling point kunnen zijn. Meer kennis over de totstandkoming van waardering bij lokale journalistiek is belangrijk in tijden waarin deze journalistiek het moeilijk heeft (Harte, Howells & Williams, 2019)(De Jong & Koetsenruijter, 2019).

Het probleem is echter dat er zeer weinig onderzoek is gedaan naar de manier waarop een gevoel van authenticiteit tot stand komt bij de nieuwsgebruiker en in hoeverre authenticiteit gewaar-deerd wordt. Het voorliggende onderzoek richt daarom zich op de vraag hoe de perceptie van authen-ticiteit in lokale journalistiek tot stand komt en in hoeverre deze wordt gewaardeerd.

Dit onderzoek richt zich op twee mogelijke determinanten van gepercipieerde authenticiteit. Ten eerste de perceptie van nabijheid die bij de nieuwsconsument aanwezig is. Dit uit zich enerzijds in nabijheid op basis van de locatie van het nieuws (dit wordt letterlijke nabijheid genoemd), en ander-zijds uit zich dit in de persoonlijke betrokkenheid van de nieuwsconsument (figuurlijke betrokkenheid). De tweede determinant is de attitudeconsistentie. Deze variabele uit zich in de deelvraag wat er met de gepercipieerde authenticiteit gebeurdt wanneer de gepresenteerde attitude niet strookt met de ei-gen opvattinei-gen. Verwacht wordt dat dit voor de lezer geen berichtgeving is ‘zoals het hier echt is’ en daarom als minder authentiek wordt ervaren.

Door middel van een online experiment (N = 100) werd onderzocht wat de invloed van nabij-heid en attitude is rondom een lokaal journalistiek product op de gepercipieerde authenticiteit van dit product en in hoeverre dit samenhangt met waardering voor dit product. Uit de resultaten bleek dat er twee verschillende soorten authenticiteit bestaan: authenticiteit op basis van herkomst enerzijds en natuurlijke authenticiteit anderzijds.

Authenticiteit op basis van herkomst slaat op de authenticiteit die aan het nieuws wordt toe-geschreven omdat het uit een bepaalde buurt komt. Natuurlijke authenticiteit slaat terug op een au-thentieke weergave van de werkelijkheid. Allebei deze soorten authenticiteit hangen samen met een eigen vorm van nabijheid. Natuurlijke authenticiteit hangt samen met nabijheid als nieuwswaarde.

(7)

2

Authenticiteit op basis van herkomst hangt samen met persoonlijke betrokkenheid van de lezer bij het onderwerp.

Alleen natuurlijke authenticiteit leidt tot extra waardering, authenticiteit op basis van her-komst leidt niet tot extra waardering. Dit is waarschijnlijk doordat de herher-komst als inherent wordt ervaren. Dat natuurlijke authenticiteit wél tot extra waardering leidt, bevestigt de wetenschappelijke idee dat een verhoogde perceptie van authenticiteit tot meer waardering leidt.

Attitudeconsistentie speelt alleen een rol bij de totstandkoming van waardering als gevolg van natuurlijke authenticiteit. Alleen bij gematigde attitudes is er een relatie tussen gepercipieerde natuur-lijke authenticiteit en waardering. Dit is waarschijnlijk doordat authenticiteit als perifere cue werd aan-gewend tijdens de informatieverwerking. Dat wil zeggen dat deze resultaten er op lijken te wijzen dat authenticiteit vooral bij meer gematigde meningen een rol speelt bij de totstandkoming van waarde-ring, maar dit kan niet enkel door dit onderzoek worden bevestigd. Verder onderzoek rondom authen-ticiteit als perifere cue wordt aanbevolen.

(8)

3

Inhoudsopgave

1. Inleiding ... 5

1.1 Authenticiteit is overal ... 5

1.2 Waarom dit onderzoek ... 5

1.3 Lokale journalistiek, nabijheid en attitude ... 6

1.4 Hoofdvraag en deelvragen ... 7

1.5 Leeswijzer ... 7

2 Nabijheid en authenticiteit ... 8

2.1 Authenticiteit als wetenschappelijk concept ... 8

2.1.1 Authenticiteit wordt alleen maar belangrijker ... 8

2.2 Twee vormen van nabijheid ... 11

2.3 De relatie tussen nabijheid en authenticiteit ... 14

2.4 Authenticiteit en waardering ... 16

3 Attitudeconsistentie en authenticiteit ... 18

3.1 Attitude ... 18

3.2 Attitude, nabijheid en authenticiteit. ... 19

3.3 Een hypothese rondom attitudeconsistentie, nabijheid en authenticiteit ... 20

3.4 Authenticiteit, attitude en waardering ... 20

3.5 Conceptueel model ... 21

4 Methode van dit onderzoek ... 22

4.1 Stimulusmateriaal ... 22

4.2 Experimenten onder het publiek ... 22

4.3 Participanten ... 23

4.4 Procedure ... 23

4.5 Onderzoeksdesign... 24

4.6 Meetinstrumenten... 24

5 Resultaten van dit onderzoek ... 26

5.1 Voorbereidende analyses ... 26

5.1.2 Factoranalyses en schaalconstructies ... 26

5.2 Beschrijvende analyse... 28

5.3 Exploratieve analyse ... 30

5.4 Hypothesetoetsing ... 31

5.4.6 H7: Attitudeconsistentie, authenticiteit, waardering ... 33

(9)

4

6 Conclusie ... 35

6.1 Er bestaan verschillende soorten authenticiteit ... 35

6.2 Verschillende soorten authenticiteit kennen relaties met verschillende soorten nabijheid ... 36

6.3 Authenticiteit leidt niet altijd tot meer waardering ... 37

6.4 Attitudeconsistentie is slechts in één geval van belang ... 39

6.5 Algemene conclusie ... 41

7 Discussie ... 44

7.1 Journalistieke urgentie ... 44

7.2 Wetenschappelijke urgentie ... 45

7.3 Evaluatie van dit onderzoek ... 46

7.4 Suggesties voor vervolgonderzoek ... 46

Bronnenlijst ... 48

Vragenlijst (bijlagen I tot V) ... 50

Bijlage I: Stimulusmateriaal ... 50

Bijlage II: Schaal authenticiteit ... 52

Bijlage III: Nabijheid als nieuwswaarde en waardering ... 52

Bijlage IV: Schaal persoonlijke betrokkenheid ... 52

Bijlage V: Demografische variabelen en afsluiting ... 53

(10)

5

1. Inleiding

1.1 Authenticiteit is overal

Een reisbureau dat reizen aanbiedt waarbij men zich ‘onder de locals’ kan begeven, honingwijn ‘vol-gens oma’s recept’, in de supermarkt wordt ‘Oma’s Smulfriet’ verkocht. Het is niet lang zoeken voordat men bedrijven en organisaties vindt die van authenticiteit hun handelsmerk hebben gemaakt. Alles wat je van hen koopt is puur en authentiek.

De realiteit is alleen anders. De ‘local’ tijdens de vakantie heeft gewoon een smartphone en veel oma’s hebben een machine aangeschaft om de wijn en de friet te produceren. Voor de bühne wordt authenticiteit gecreëerd, in de hoop dat de klanten de aangeboden producten als authentiek ervaren.

Ook in dit onderzoek staat het concept van authenticiteit centraal. Dit wordt gedaan omdat authenticiteit alleen maar belangrijker zou zijn geworden (Gilmore & Pine, 2007). Om dit toe te passen op de journalistiek; ook nieuwsgebruikers zijn op zoek naar authentieke berichtgeving (Costera Meijer, 2010, pp. 334; Harte, Howells & Williams, 2019, pp. 121). Een voorbeeld van authentieke berichtgeving

is een verslaggever die op locatie verslag doet van een evenement, terwijl dit in principe niet nodig is. Denk bijvoorbeeld aan een weerman die een storm trotseert om er verslag van te doen. Een verslag vanuit een warm en geïsoleerd weerstation was wellicht praktischer geweest, maar niet authentieker.

1.2 Waarom dit onderzoek

In het algemeen lijkt authenticiteit bij een dienst of product op een positieve manier bij te dragen aan de waardering die consumenten er van hebben. Deze positieve bijdrage zou alleen maar groter zijn geworden. Gilmore & Pine (2007) beschrijven het aanbieden van niet-authentieke goederen als een doodzonde, want ‘alleen datgene wat echt (authentiek) is wordt gewaardeerd’ (pp. 11)

In een tijd waarin de lokale journalistiek het moeilijk heeft (Harte, Howells & Williams, 2019; De Jong & Koetsenruijter, 2019) kan authenticiteit in lokale journalistiek een ‘unique selling point’ zijn. Het lokale en daarmee mogelijk authentieke karakter van deze tak van journalistiek zou onderschei-dend kunnen werken om zo de lokale journalistiek wat meer uit het slop te trekken. De waardering van het publiek van de journalistieke producten speelt hierbij een cruciale rol; wanneer deze waarde-ring daalt, zullen de oplages immers ook dalen en vervolgens ook de inkomsten. Daarom is de waar-dering van de nieuwsconsument van een journalistiek product als gevolg van authenticiteit een cen-traal thema in dit onderzoek.

(11)

6

Het probleem is echter dat het concept van authenticiteit binnen journalism studies weinig is onderzocht. Het is daarom niet duidelijk wat authenticiteit in de lokale journalistiek precies inhoudt. Ook is niet bekend in hoeverre authenticiteit binnen lokale journalistiek überhaupt wel wordt gewaar-deerd door de nieuwsgebruiker. Er bestaat hierom een kennislacune over dit belangrijke concept.

Het bestaande onderzoek binnen journalism studies dat zich op authenticiteit richt, richt zich daarnaast op de manier waarop de journalist naar authenticiteit kijkt en hoe de journalist authentieke producten probeert te creëren. Onderzoek naar in hoeverre een journalistiek product een gevoel van authenticiteit bij het publiek teweeg brengt, bestaat niet, maar is wel waardevol. De mening van het publiek zou centraal moeten staan in tijden waarin dat publiek steeds minder interesse heeft voor de journalistiek (Costera Meijer, 2013). Het is waardevol om ook de opvattingen van het publiek mee te nemen in een wetenschappelijk domein waar de focus ligt op de kant van de makers. Op deze manier kunnen eerdere bevindingen van journalisten rondom authenticiteit in de journalistiek getest worden bij het publiek. Zo kan onderzocht worden of de ideeën en praktijken die journalisten hebben om een gevoel van authenticiteit bij het publiek teweeg te brengen, ook daadwerkelijk een gevoel van authen-ticiteit veroorzaken bij het publiek. Aangezien in eerder onderzoek al is aangetoond dat er een news gap (Boczkowski & Mitchelstein, 2013) bestaat tussen de manier waarop journalisten en hun publiek over nieuws denken, is het raadzaam om het concept authenticiteit vanuit het standpunt van het pu-bliek te onderzoeken.

1.3 Lokale journalistiek, nabijheid en attitude

De focus van dit onderzoek ligt bij de lokale journalistiek. Dit is journalistiek met een vrij kleine geo-grafische reikwijdte (Metzgar, Kurpius, Rowley, 2011). In dit onderzoek wordt onderzocht in hoeverre de gepercipieerde nabijheid (in de wetenschap aangeduid als proximity) van lokale journalistiek, die vaak groter is dan bij landelijke journalistiek, bijdraagt aan de ervaren authenticiteit. Gezien de ver-schillende overeenkomsten tussen gepercipieerde nabijheid en gepercipieerde authenticiteit, is het namelijk zeer waarschijnlijk dat deze twee concepten een relatie met elkaar kennen. Deze relatie ligt aan de basis van dit onderzoek en zal in hoofdstuk 2 worden uitgewerkt.

Authenticiteit in de (lokale) journalistiek wordt in journalism studies vaak gedefinieerd als be-richtgeving ‘zoals het echt is om ergens te leven’ (Richards, 2013; Costera Meijer, 2010). Het kan ech-ter voorkomen dat een nieuwsconsument zijn eigen ideeën of overtuigingen niet ech-terug ziet komen in de lokale berichtgeving. Het zou dan mogelijk zijn dat deze persoon deze berichtgeving niet als au-thentiek percipieert, aangezien deze dan niet beschrijft hoe het echt is om in die buurt te leven. Daarom analyseert dit onderzoek ook de relatie tussen attitude en authenticiteit. Het kan immers voorkomen dat een nieuwsconsument zijn eigen ideeën (attitudes) over een bepaald onderwerp of

(12)

7

een bepaalde regio niet terugziet in de (lokale) berichtgeving. De relatie tussen authenticiteit en atti-tude komt samen in de vraag wat er gebeurt met de ervaren authenticiteit wanneer de informatie niet strookt met de eigen opvattingen. Deze relatie wordt in hoofdstuk 3 uitgewerkt.

1.4 Hoofdvraag en deelvragen

De relaties tussen de drie genoemde concepten worden onderzocht door middel van een online ex-periment gecentreerd rondom de volgende onderzoeksvraag:

Wat is de rol van gepercipieerde nabijheid en attitude rondom een lokaal journalistiek product op de gepercipieerde authenticiteit hiervan, en in hoeverre hangt dit samen met waardering voor dit pro-duct?

Deze hoofdvraag is op te splitsen in verschillende deelvragen, waarop als antwoord verschillende hy-pothesen worden geformuleerd (te vinden in hoofdstuk 2 en 3). Deze deelvragen zijn:

• Wat is de invloed van gepercipieerde nabijheid op gepercipieerde authenticiteit? • Leidt een hogere gepercipieerde authenticiteit tot een hogere waardering?

• Leidt een hogere gepercipieerde nabijheid ook tot een hogere authenticiteit wanneer de ge-geven informatie niet consistent met de eigen attitude is?

• Leidt een hogere gepercipieerde authenticiteit ook tot een hogere waardering wanneer de gegeven informatie niet consistent met de eigen attitude is?

1.5 Leeswijzer

Dit hoofdstuk is zoals aangegeven gecentreerd rondom drie kernbegrippen: gepercipieerde nabijheid en authenticiteit en attitude. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op gepercipieerde nabijheid en authen-ticiteit. Hieruit vloeien vijf hypotheses voort. Hoofdstuk 3 gaat in op de rol van attitude in dit onder-zoek. Hieruit vloeien twee nieuwe hypotheses voort. Aan het eind van hoofdstuk 3 volgt een concep-tueel model op basis van de zeven hypotheses uit de beide theoretische hoofdstukken.

In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de methode waarmee deze hypotheses worden getest. De resultaten van deze toetsingen zijn in hoofdstuk 5 te vinden, inclusief andere voorbereidende en ver-kennende analyseresultaten. Dit scriptieonderzoek sluit af met een conclusie (hoofdstuk 6) en discus-sie rondom de behaalde resultaten (hoofdstuk 7). De bronvermelding en bijlagen volgen daarna.

(13)

8

2 Nabijheid en authenticiteit

In dit hoofdstuk zullen de concepten van gepercipieerde nabijheid en authenticiteit worden bespro-ken. Verwacht wordt dat een hogere gepercipieerde nabijheid tot een hogere gepercipieerde authen-ticiteit leidt. Dit wordt gevat in een vij 8ftal hypotheses die in dit hoofdstuk aan de orde komen. Dit hoofdstuk is opgedeeld in vier paragrafen:

2.1) Authenticiteit als wetenschappelijk concept

2.2) Twee vormen van nabijheid (hypothese 1 t/m hypothese 3) 2.3) De relatie tussen nabijheid en authenticiteit (hypothese 4) 2.4) Authenticiteit en waardering (hypothese 5)

2.1 Authenticiteit als wetenschappelijk concept

2.1.1 Authenticiteit wordt alleen maar belangrijker

Het woord authenticiteit komt van het Griekse authentikos (Assmann, 2014, pp. 34). Assmann defi-nieert authenticiteit als volgt: "Authenticiteit duidt de echtheid van een object of een omstandigheid aan, meestal in de vorm van een toeschrijving aan een specifieke oorsprong of herkomst."

Wanneer in de wetenschap wordt gesproken over authenticiteit als onderdeel van een pro-duct, bestaat er vrijwel geen twijfel over het belang ervan. Het belang van authenticiteit voor een product zou over de jaren juist alleen maar groter zijn geworden (Gilmore & Pine, 2007). Dit is een gevolg van de ‘ervaringseconomie’, zo beschrijven zij (pp. 2). Aangezien de (Westerse) consumenten-markt – als gevolg van de industriële en digitale revoluties – in hoge mate met producten is verzadigd, streeft de consument meer dan voorheen naar goede service in plaats van een goede kwaliteit.

De schrijvers noemen twee factoren die cruciaal zijn wanneer een organisatie als authentiek wil overkomen: ‘trouw blijven aan jezelf’ en ‘doen wat je zegt dat je doet.’ (Gilmore & Pine, 2007, pp. 147, pp. 179).

Of een persoon, object, organisatie, etc., al dan niet authentiek is, is echter geen objectief gegeven. De mate waarin een bepaalde entiteit als authentiek wordt ervaren, verschilt van persoon tot persoon (Gilmore & Pine, 2007). Peterson (2005, pp. 1086) schrijft hierover het volgende: “authen-ticiteit is een claim die gemaakt wordt door of over iemand, een ding, een optreden en al dan niet geaccepteerd of afgewezen wordt door ‘relevant others’.”

Hieruit blijkt dus dat authenticiteit een door de persoon zelf gemaakt construct is, dat door anderen kan worden verworpen wanneer zij minder authenticiteit aan iets toekennen. Onderzoek door Van Leeuwen (2001, pp. 392-393) stelt dat er vanuit de wetenschap allerlei kenmerken rondom

(14)

9

authenticiteit kunnen worden opgesteld, maar dat dit “niet de sociale autoriteit van auteurschap en origine teweeg kan brengen, en de waarden die wij aan een dergelijke autoriteit toeschrijven.”

2.1.2 Authenticiteit is een ervaring en daarom gepercipieerd

Waar alle in de vorige paragraaf aangehaalde schrijvers het over eens zijn, is het idee dat authenticiteit niet zozeer een objectief kenmerk van een bepaald object is. Het is meer een evaluatie van de gebrui-ker over dit object. Om dit te vertalen naar dit onderzoek: een lokaal journalistiek product is niet zo-zeer wel authentiek of niet authentiek. Het draait meer om de mate waarin de nieuwsgebruiker zelf authenticiteit aan het journalistieke product ervaart. Authenticiteit is hiermee eerder een sociaal con-struct en een gevoelskwestie (Holt, 2012), dan een objectief kenmerk van een (journalistiek) product. Dit betekent dus dat de gepercipieerde authenticiteit per persoon kan verschillen.

Dit neemt niet weg dat er bepaalde persoons- en boodschapskenmerken bestaan die de ge-percipieerde authenticiteit bij de nieuwsgebruiker kunnen verhogen of juist verlagen. Dit onderzoek tracht enkele van deze kenmerken te deduceren uit bestaande literatuur om deze vervolgens op de nieuwsgebruiker zelf te testen. Zo kan worden onderzocht of literatuur over authenticiteit rond an-dere producten ook valide is op journalistieke producten.

Om verder te onderzoeken welke kenmerken tot een verhoogde dan wel verlaagde geperci-pieerde authenticiteit leiden, wordt eerst het onderzoek rondom authenticiteit in de lokale journalis-tiek verder behandeld. Zoals zal blijken, is er geen eenduidige visie op authenticiteit en bestaan er verschillende zienswijzen op wat een lokaal journalistiek product authentiek maakt.

2.1.3 Authenticiteit in de lokale journalistiek: geen consensus

“De verhalen komen uit de gemeenschap zelf. Wat we dan doen is dat we proberen de gemeenschap zoveel mogelijk een stem te geven, aangevuld door (journalistiek) onderzoek.” (Harte, Howells & Wil-liams, 2019, pp. 121)

Bovenstaande quote is afkomstig van een Britse lokale journalist, toen hij werd geïnterviewd over de rol van authenticiteit in zijn medium. Voor hem staat authenticiteit in lokale journalistiek gelijk aan de bron van het nieuws; het verhaal is authentiek wanneer het rechtstreeks uit de gemeenschap komt. Het verdere onderzoek rondom de te maken verhalen, zo wordt gesteld, is de taak van de journalist. Andere journalisten geven vooral aan dat juist de positiviteit in hun nieuws een drijfveer is, zodat de buurt of regio op een in hun ogen authentieke manier gerepresenteerd wordt (Harte, Howells & Wil-liams, 2019).

(15)

10

Ander onderzoek spreekt dit idee juist weer tegen: onderzoek van Costera Meijer (2010) zegt dat positiviteit juist niet gelijk staat aan authenticiteit. Volgens haar publieksonderzoek zit de kracht van de authenticiteit niet zozeer in de al dan niet positieve toon van het nieuws, maar des te meer in de manier waarop de buurt of stad gerepresenteerd wordt:

“Het is een veelgehoorde misvatting onder journalisten dat buurtbewoners alleen goed nieuws over hun buurt zouden waarderen. De media, zo suggereren onze interviewees, zou-den niet negatieve beelzou-den met goede beelzou-den moeten willen compenseren. Ze zouzou-den een breed spectrum moeten geven dat betrekking heeft op de stad of buurt. Dit hoeven niet be-langrijke of positieve zaken te zijn, zolang ze deze maar op een authentieke manier represen-teren.” (Costera Meijer, 2010, pp. 334)

De tendens in dit onderzoek is vooral dat lokale journalistiek authentiek is wanneer het eerlijk en waarheidsgetrouw aangeeft hoe het is om in een bepaalde buurt te leven. Hierbij speelt nuance dus een grotere rol. Authenticiteit, zo stelt Costera Meijer (2010), komt eerder voort uit het feit dat lokale media vanuit een kleine regio opereren. Andere onderzoek spreekt weer over de meerwaarde van quotes (Chapman & Nuttall, 2011, p.300) om op die manier authenticiteit toe te voegen aan een jour-nalistiek stuk. Dit lijkt aan te sluiten op de bevindingen van Bruns (2009, p.5) die hier het volgende over schrijft:

“Een van de fundamentele waarden van een gemeenschap is transparantie, authenticiteit en openheid […] 90 tot 95 procent van de mensen staan er (in de krant) met hun echte namen, met hun foto’s.”

Deze denkwijze, dat lokale media authentiek zijn wanneer zij ‘de stem van de gemeenschap’ laten horen, lijkt in meerdere onderzoeken naar voren te komen. Zo staat in een onderzoek naar Australi-sche lokale journalistiek het volgende opgetekend: (Richards, 2013, pp. 637)

“Just hearing it straight from the person themselves right, instead of filtered by the media, whoever might be gathering information, you remove the middle man, and suddenly you just have somebody there, saying the things that need to be said.”

De verschillende opvattingen rondom authenticiteit komen hiermee vooral samen in het idee dat het gelezen nieuws zonder tussenkomst van derden (zoals een journalist) richting de consument is geko-men (Richards, 2013, Bruns 2009, Chapman & Nutall, 2011, Harte, Howells & Williams, 2019). Lokale

(16)

11

media zouden tevens, om authentiek te zijn, een waarheidsgetrouw beeld moeten geven van de om-geving waarin zij opereren (Costera Meijer, 2010). Deze vorm van authenticiteit lijkt op wat Gilmore en Pine (2007) zeggen over de authenticiteit van natuurlijke goederen. Dit lijkt er op te wijzen dat nieuwsgebruikers op zoek zijn naar een ‘waarheid’ als een daadwerkelijk product. Hoe minder er door journalisten aan deze authentieke waarheid wordt getornd, hoe authentieker, zo lijkt het devies. Deze gedachte wordt in 2.3 uitgewerkt.

Veel facetten die in de wetenschap gelinkt worden aan authenticiteit hebben te maken met geperci-pieerde nabijheid. Hierom wordt in dit onderzoek geanalyseerd in hoeverre het idee van nabijheid bijdraagt aan authenticiteit. Daarom wordt eerst het concept nabijheid hieronder verder toegelicht. Hierna volgt een klein gedeelte over verschillende soorten van authenticiteit en wordt de verwachting uitgesproken hoe nabijheid en authenticiteit met elkaar samenhangen.

2.2 Twee vormen van nabijheid

Nabijheid is een term die geregeld in journalism studies terugkomt wanneer nieuwswaarden en de beleving van nieuws wordt onderzocht. Vaak wordt dit gekoppeld aan de nabijheid van de journalist zelf. Wanneer deze op de plaats zelf aanwezig is (spatial proximity) op het moment dat er iets gebeurd (event proximity) en dat live in de uitzending te zien is (broadcast proximity), dan is er sprake van hoge nabijheid (Shoemaker et al, 2007).

Vanwege methodologische beperkingen kunnen dergelijke boodschapskenmerken niet wor-den meegenomen in dit onderzoek. Dit heeft te maken met de opzet. Dit onderzoek analyserrt onder andere hoe verschillende vormen van nabijheid met elkaar samenhangen, en hiervoor is één experi-mentele conditie noodzakelijk. Hierdoor kunnen boodschapskenmerken, zoals de drie genoemde vor-men van nabijheid, niet in dit onderzoek worden meegenovor-men.

In plaats daarvan focust dit onderzoek op persoonskenmerken die naar verwachting vormen van nabijheid zijn. Deze worden voor dit onderzoek geconceptualiseerd als letterlijke nabijheid (nabij-heid als nieuwswaarde) en figuurlijke nabij(nabij-heid (persoonlijke betrokken(nabij-heid). Vervolgens wordt on-derzocht op welke manier deze verschillende vormen van nabijheid bijdragen aan de gepercipieerde authenticiteit.

Net zoals authenticiteit een ervaring is die per persoon kan verschillen (2.1.2), geldt dit ook voor na-bijheid. Daarom zal in dit onderzoek de algehele gepercipieerde nabijheid worden gemeten. Wanneer

(17)

12

in dit onderzoek wordt gesproken over gepercipieerde nabijheid, wordt het totaal aan nabijheid-ge-relateerde concepten bedoeld. Dit houdt in dat zowel letterlijke als figuurlijke nabijheid hierin ver-enigd zijn (zie ‘schaal gepercipieerde nabijheid’ in 4.6).

2.2.1 Letterlijke nabijheid: als nieuwswaarde

Een kenmerk van lokale journalistiek is dat zij gebonden is aan een bepaald geografisch gebied (Metzgar, Kurpius en Rowley, 2011, pp. 777). De regio waarin deze media gevestigd zijn en opereren, is vaak niet erg groot. Hierdoor is de letterlijke nabijheid (proximity) van lokale journalistiek vaak gro-ter dan die van landelijke journalistiek. Een vaak gehoord kenmerk van lokaal nieuws is dat het van ‘om de hoek’ komt, en daarom interessant is. De wetenschap zegt dat nabijheid als een nieuwswaarde kan worden gezien en als volgt kan worden gedefinieerd (Shoemaker, Hyuk Lee, Han, & Cohen, 2007):

"Nabijheid verwijst naar de geografische afstand tussen de locatie van een evenement en de media-organisatie en / of zijn doelgroepen." (pp. 231)

2.2.2 Letterlijke nabijheid en woonplaats

Het maakt in de selectie van nieuws door de consument uit hoe nabij een bepaalde gebeurtenis zich afspeelt. Het scheelt of een bepaalde gebeurtenis “voor de deur plaatsvindt, of 30.000 kilometer bij je vandaan”, zo betoogt Hetherington (1985, p.8-9). Een gebeurtenis een paar straten verderop kan nieuws zijn, terwijl eenzelfde gebeurtenis aan de andere kant van het land voor diezelfde persoon geen nieuws is.

Met het grote belang dat aan nabijheid als nieuwswaarde in de journalistiek wordt gehecht, is nabijheid net zo belangrijk in de journalistiek als dat objectiviteit dat is (Ahva & Pantti, 2014, pp. 322). Zij betogen dat nabijheid als nieuwswaarde kan dienen. Journalisten hebben de voorkeur voor nieuws dat nabij is en de leefomgeving van de lezers raakt. Dit zal bij nieuws uit de eigen regio meer aan de orde zijn dan bij nieuws uit een regio waar een nieuwsgebruiker geen binding mee heeft.

In dit onderzoek wordt nabijheid als nieuwswaarde geconceptualiseerd door middel van de woonplaats van de nieuwsgebruiker en de gepercipieerde nieuwswaardigheid vanwege de nabijheid (zie bijlage III). Voor dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van nieuws uit de regio Leiden, en een aanzienlijk deel van de respondenten zal in enige mate een band met Leiden hebben (zie 5.2). Vervol-gens zal de invloed van woonplaats op gepercipieerde nabijheid als nieuwswaarde worden geanaly-seerd. Aan de basis hiervan ligt de veronderstelling dat personen die nieuws uit hun eigen regio lezen, een hogere gepercipieerde nabijheid ervaren. Deze verwachtingen worden gevat in de volgende twee hypotheses:

(18)

13

H1: Nieuwsgebruikers die in Leiden wonen of werken ervaren een hogere nabijheid als nieuwswaarde bij nieuws uit Leiden dan nieuwsgebruikers die niet in Leiden wonen of werken.

H2: Een hogere nabijheid als nieuwswaarde draagt op een positieve manier bij aan de algehele geper-cipieerde nabijheid.

De algehele schaal van gepercipieerde nabijheid (hypothese 2 en 3) is het resultaat van een schaal-constructie die bestaat uit letterlijke en figuurlijke nabijheid (zie de volgende paragraaf). Hierdoor be-schrijft hypothese twee (en later ook drie) niet zozeer een positieve correlatie, maar een positieve bijdrage aan de schaalconstructie van alle nabijheid-gerelateerde concepten in dit onderzoek. Meer hierover in het methodehoofdstuk (4.6).

2.2.3 Figuurlijke nabijheid: persoonlijke betrokkenheid

In de vorige paragraaf werd nabijheid als nieuwswaarde gedefinieerd. Er werd gesteld dat nieuws van dichtbij voor een nieuwsconsument nieuwswaardiger is. Dit heeft naar alle waarschijnlijkheid (dit zal worden onderzocht) veel te maken met het concept van persoonlijke betrokkenheid (involvement) bij het onderwerp waar de journalistiek over bericht. Uit eerder onderzoek (Petty, Cacioppo, & Goldman, 1981, pp. 848) bleek reeds dat persoonlijke relevantie een grote invloed heeft op de manier waarop personen informatie verwerken. Dit idee krijgt vorm in het Eleboration Likelihood Model (Petty & Ca-cioppo, 1986). Dit model voorspelt kortgezegd dat mensen, dus ook nieuwsgebruikers, informatie op twee manieren kunnen verwerken. Wanneer personen een grotere persoonlijke betrokkenheid bij een onderwerp hebben, wordt de informatie centraler verwerkt. Dit wil kortgezegd zeggen dat er meer oog is voor (de kwaliteit van) argumenten en informatie grondiger wordt gelezen.

McCombs (1999) vond dat persoonlijke betrokkenheid en interesse een grote rol spelen wan-neer mensen gevraagd wordt wat belangrijke maatschappelijke problemen zijn. Wanwan-neer een kwestie iemands persoonlijke leefomgeving raakt, zijn mensen eerder geneigd dit probleem als belangrijk te zien. In dit onderzoek zal worden onderzocht in hoeverre deze persoonlijke betrokkenheid van invloed is op de algehele ervaren nabijheid en de ervaren authenticiteit.

Het idee dat figuurlijke nabijheid een rol speelt bij gepercipieerde authenticiteit heeft veel te maken met de manier van informatieverwerking die verschilt wanneer persoonlijke betrokkenheid verschilt. In dit onderzoek wordt onderzocht in hoeverre deze persoonlijke betrokkenheid deel uitmaakt van de gepercipieerde nabijheid, en daarmee de gepercipieerde authenticiteit. Gezien de eerder besproken bevindingen van McCombs (1999) en Petty & Cacioppo (1986) wordt voor dit onderzoek de volgende hypothese opgesteld:

(19)

14

H3: Een hogere persoonlijke betrokkenheid draagt bij aan een hogere gepercipieerde nabijheid.

2.2.4 Letterlijke en figuurlijke nabijheid staan los van elkaar

De twee besproken vormen van nabijheid hebben veel met elkaar gemeen. Zoals in paragraaf 5.3 te lezen is, hangen deze concepten dan ook veel met elkaar samen. Het is wel belangrijk te realiseren dat dit twee concepten zijn die niet per definitie gelijk opgaan. Bijvoorbeeld: een nieuwsgebruiker kan dicht bij een bepaald nieuwswaardig feit wonen maar er desalniettemin niet persoonlijk betrokken bij zijn. Tegelijk zullen er ook nieuwsgebruikers zijn die ondanks de grote geografische afstand met een bepaald onderwerp, er alsnog een grote persoonlijke betrokkenheid mee voelen. Dit kan allerlei oor-zaken hebben waarop in dit onderzoek niet wordt ingegaan. Om deze reden worden in dit onderzoek deze twee concepten als twee losse concepten behandeld.

2.3 De relatie tussen nabijheid en authenticiteit

2.3.1 Verschillende soorten authenticiteit

In eerdere paragrafen zijn de begrippen nabijheid en authenticiteit toegelicht. Deze paragraaf focust op de relatie tussen deze twee begrippen. Authenticiteit werd eerder gedefinieerd als het kenmerk dat “de echtheid van een object of een omstandigheid aanduidt, meestal in de vorm van een toeschrij-ving aan een specifieke oorsprong of herkomst." (Assmann, 2010, pp. 34). Eerder werd de conclusie getrokken dat authenticiteit in lokale journalistiek vooral wijst op een pure, directe doorgave van de waarheid. Iedere aanpassing door een derde (zoals door een journalist), zou afbreuk doen aan de au-thenticiteit van het bericht over ‘de waarheid’ (Richards, 2013, Bruns 2009, Chapman & Nutall, 2011; Harte, Howells & Williams, 2019).

Handelswaar (en authenticiteit) kan worden ingedeeld in vijf categorieën (Pine, Pine, Gilmore, 1999, pp. 166). Deze vijf zijn:

• natuurlijke goederen • goederen

• services • ervaringen • transformaties.

In een later boek van deze schrijvers (Gilmore & Pine, 2007) stellen zij dat bij al deze vijf verschillende soorten goederen een eigen ‘soort’ authenticiteit hoort. Gezien de definities die van authenticiteit in

(20)

15

lokale journalistiek worden gegeven, is het echter niet direct duidelijk onder welke van deze vijf cate-gorieën lokale journalistiek zou moeten worden ingedeeld.

Het idee van authentieke journalistiek ‘zoals het hier echt is’ (en dus in de zin dat het niet door derden is aangetast) komt het meest naar voren in wat Gilmore en Pine (2007, pp. 49) ‘natuurlijke authenticiteit’ noemen: “onaangeroerd door menselijke handen, niet kunstmatig of synthetisch.” Hierbij moet wel worden opgemerkt dat de schrijvers bij het opstellen van deze definitie minder ab-stracte producten in gedachten hadden (zij geven zelf het voorbeeld van koffiebonen). Gezien de eer-dere bevindingen in hoofdstuk 2.1 wordt bij journalistiek niet zozeer het fysieke product (zoals het krantenpapier of de website) als authentiek gezien, maar eerder ‘de waarheid’ zelf. Deze waarheid zou via de journalist naar de nieuwsgebruiker moeten komen, het liefst met zo min mogelijk aanpas-singen en eigen inbreng. Deze waarheid en werkelijkheid worden als iets puurs gezien en daaruit re-sulteert deze opvatting over authenticiteit. Hiermee lijkt het zo te zijn dat journalistiek een aparte plaats inneemt in de verdeling van goederen. Hoewel journalistiek geen natuurlijke grondstof is, wijst de manier waarop authenticiteit in lokale journalistiek gedefinieerd wordt wel die richting uit. De ma-nier waarop authenticiteit in de journalistiek wordt gedefinieerd, wijst immers op eenzelfde mama-nier als dat authenticiteit van natuurlijke producten wordt gewaardeerd: “onaangeroerd, niet kunstmatig of synthetisch.”

2.3.2 Hoge nabijheid, hoge authenticiteit?

Juist in de bovenstaande beschrijving van authenticiteit zit de crux en het belang van dit onderzoek; deze natuurlijke authenticiteit zoals beschreven door Gilmore en Pine (2007) kan niet direct vorm krij-gen in de journalistiek. De waarheid komt immers niet ‘uit de aarde’, zoals natuurlijke producten dat volgens Gilmore en Pine (2007) behoren te doen. Authenticiteit in lokale journalistiek krijgt, zoals eer-der aangegeven, daadwerkelijk vorm door ‘de identiteit van het publiek weer te geven’ (Costera Meijer, 2010, pp. 335), quotes van betrokkenen te verwerken (Chapman & Nuttall, 2011, p.300), zodat het ‘direct uit de gemeenschap komt.’ (Richards, 2013, pp. 637) en daarmee laat zien ‘hoe het echt is’ om in een buurt te leven.

De genoemde boodschapskenmerken waarmee journalisten een gevoel van authenticiteit bij de nieuwsgebruiker willen bewerkstelligen, nijgen vaak naar het vergroten van het gevoel van nabij-heid bij de nieuwsgebruiker. Lokaal nieuws uit de gemeenschap is nieuws dat ‘om de hoek’ gebeurd kan zijn. Dit houdt in dat lokaal nieuws volgens de definitie van Shoemaker, Hyuk Lee, Han, & Cohen (2007, pp. 231) per definitie een hogere nabijheid kent dan landelijk nieuws. Volgens dezelfde argu-mentatie zou lokaal nieuws hiermee ook een hogere authenticiteit kennen dan landelijk nieuws. Im-mers, lokaal nieuws produceert als gevolg van de kleinere geografische reikwijdte nieuws met een

(21)

16

hogere nabijheid. Het concept van nabijheid heeft veel kenmerken die wijzen op een relatie met ge-percipieerde authenticiteit. Deze zullen hieronder worden uitgewerkt.

Zoals eerder al bleek, heeft nabijheid veel te maken met afstand. Dit komt ten eerste naar voren in de letterlijke nabijheid, waarbij de afstand tot het publiek meespeelt. Dit is de eerste vorm van nabijheid (nabijheid als nieuwswaarde) zoals besproken in paragraaf 2.2.2. (Shoemaker, Hyuk Lee, Han, & Cohen, 2007, pp. 231) zeggen immers dat “nabijheid verwijst naar de geografische afstand tussen de locatie van een evenement en de mediaorganisatie en / of zijn doelgroepen.” Hierbij komen dus ook de verschillende definities rondom authenticiteit in journalistiek aan de orde. Immers, lokale journalisten geven aan authentiek te willen zijn door de ‘stem van de gemeenschap’ te laten horen (Richards, 2013, pp. 637; Harte, Howells & Williams, 2019, pp. 121). Daarnaast lijkt de veel gehoorde opvatting van authenticiteit door het nieuws ‘direct uit de gemeenschap’ te laten komen, te wijzen op een relatie tussen authenticiteit en nabijheid.

Deze handelswijze komt hiermee in de buurt van het verhogen van de gepercipieerde nabij-heid, om op deze manier de gepercipieerde authenticiteit te verhogen.

In dit onderzoek zal worden onderzocht in hoeverre een algehele gepercipieerde nabijheid een hogere gepercipieerde authenticiteit bewerkstelligt. Rondom deze relatie wordt, gebaseerd op bovenstaande bevindingen, de volgende hypothese opgesteld:

H4 : Een verhoogde gepercipieerde nabijheid leidt tot een hogere gepercipieerde authenticiteit.

2.4 Authenticiteit en waardering

Dit onderzoek focust op de manier waarop de perceptie van authenticiteit in lokale journalistiek tot stand komt. De focus op authenticiteit is gebaseerd op de aanname dat deze authenticiteit in de lokale journalistiek op een positieve manier bijdraagt aan de kwaliteit en/of waardering ervan. Eerder was al te lezen dat authenticiteit steeds belangrijker wordt gevonden. Het is voor dit onderzoek echter raadzaam om deze aanname bevestigd te zien door de nieuwsgebruikers. Daarom wordt in dit onder-zoek de relatie tussen authenticiteit en waardering (appreciation) gemeten. Waardering wordt in de wetenschap geregeld als volgt gedefinieerd (Adler & Fagley, 2005, pp. 79):

“Het waarderen van iets (bijvoorbeeld een gebeurtenis, een persoon, een gedrag, een object) houdt in dat iemand de waarde en betekenis daarvan opmerkt en erkent en er een positieve emotionele connectie mee voelt."

(22)

17

In dit onderzoek wordt vooral de ‘positieve emotionele band’ jegens een journalistiek product centraal gesteld, omdat deze via publieksonderzoek kan worden gemeten. Op basis van eerder onderzoek (Cos-tera Meijer, 2010, p.334) is het aannemelijk dat nieuwsgebruikers een journalistiek product meer waarderen naarmate zij die authenticiteit van dit product als groter beleven. Dat wil dus zeggen dat een grotere perceptie van authenticiteit tot meer waardering zou leiden.

Daarnaast spreekt ander onderzoek (Costera Meijer, 2013) over een relatie tussen een goede representatie en ‘delight’ dat op zou treden (pp. 757). Dit houdt in dat nieuwsgebruikers journalistiek meer waarderen wanneer zij zich gerepresenteerd voelen en het idee hebben dat hun zorgen en pro-blemen serieus genomen voelen. Gezien de eerder opgestelde definities van authenticiteit, waaruit naar voren kwam dat nieuws als authentiek wordt gezien wanneer het de buurt op een goede wijze representeert, is het te verwachten dat een hogere perceptie van authenticiteit tot een hogere waar-dering leidt. Deze aanname is gevat in de volgende hypothese:

H5: Een hogere gepercipieerde authenticiteit van een lokaal journalistiek product leidt tot een hogere waardering van dit product.

(23)

18

3 Attitudeconsistentie en authenticiteit

Het derde concept in dit onderzoek (naast authenticiteit en nabijheid) is attitude. Gezien de opvatting van authenticiteit waarin gesteld wordt dat een journalistiek product authentiek is wanneer het de buurt goed representeert, is dit een interessante factor. Nieuwsconsumenten zullen naar waarschijn-lijkheid niet altijd lokaal nieuws lezen waar ze het mee eens zijn. Dit gedeelte van het onderzoek focust zich op de vraag wat er met de gepercipieerde authenticiteit en waardering gebeurt wanneer de ge-geven informatie niet strookt met de eigen opvattingen. Naar waarschijnlijkheid betekent dit dat per-sonen die het niet eens zijn met de gegeven informatie, het bericht als minder authentiek inschatten (cf. de eerder gepresenteerde onderzoeken rondom representatie).

3.1 Attitude

Het laatste centrale concept in dit onderzoek is de attitude van de nieuwsconsument. Eén van de eer-ste definities die over attitudes werd opgetekend, is van Allport (1935) die attitudes beschreef als “een gevoelsmatige houding voor of tegen een object of waarde.” In later onderzoek werd de dichotome beschrijving (voor of tegen) die Allport (1935) beschreef in zijn definitie vervangen door een valentie. Katz (1960, pp. 168) beschrijft dat een attitude al bestaat voordat een persoon in aanraking komt met hetgeen waar de attitude op slaat. Bijvoorbeeld: een persoon kan een positieve attitude hebben rich-ting een bepaalde politieke partij, voordat deze gaat stemmen en dus echt iets ‘moet doen’ met die attitude.

Eagly en Chaiken (1993) breken in hun definitie met de dichotome opvatting (gunstig of on-gunstig) die tot dan toe in de wetenschap gold. Zij beschrijven dat attitude meer een schaal is waar een persoon een entiteit evalueert, in een bepaalde mate van gunstigheid of ongunstigheid. Dit wil dus zeggen dat attitudes, zowel negatief als positief, kunnen verschillen in sterkte. Daarnaast zijn at-titudes vaak voor langere tijd bij een persoon aanwezig.

Attitudes bestaan over allerlei zaken, dus ook de zaken die in de (lokale) journalistiek worden beschreven. Deze combinatie van de eigen attitudes en de attitudes of onderwerpen in de journalis-tiek, beïnvloeden zowel welke informatie gelezen wordt als hoe deze verwerkt wordt (Metzger, Hartsell & Flanagin, 2015).

In de lokale journalistiek komen allerlei meningennaar voren, waarmee dus ook stemmen waar de nieuwsconsument het niet mee eens is. Metzger en collega’s (2015) noemen dit ‘attitude-challenging’, nieuwsberichten waar de nieuwsconsument het mee eens is wordt ‘attitude-consistent’ genoemd. Deze verscheidenheid betekent dat er in de journalistiek opvattingen en attitudes worden

(24)

19

gepresenteerd waar de nieuwsconsument zich niet in kan vinden. Volgens onderzoek van Metzger en collega’s (2015) is de reactie van nieuwsconsumenten hierop als volgt te typeren (pp.19):

“While participants judged attitude-challenging sources as less credible than attitude-con-sistent sources, they judged attitude-conattitude-con-sistent and unbiased sources as equally credible. Likewise, participants judged attitude-challenging news stories low in credibility, but per-ceived attitude-consistent and balanced news stories as equally credible.”

3.2 Attitude, nabijheid en authenticiteit.

Volgens het onderzoek van Metzger heeft de attitudeconsistentie invloed op de geloofwaardigheid (credibility) van het nieuws. Meyer, Marchionni en Thorson definiëren dit begrip als volgt (p.105):

“credibility is defined as a multidimensional construct that measures the perceived believabil-ity of a message (article), source (journalist or media company), or medium (newspaper, web-site, radio station, etc.)”

In 2.3 werd de relatie tussen nabijheid en authenticiteit beschreven. Gezien de eerder besproken lite-ratuur is het de verwachting dat de attitude óók een rol speelt in deze relatie. Zoals in 2.1 bleek, uit authenticiteit in de lokale journalistiek zich met name doordat journalistiek moet ‘aangeven hoe het echt is in een dorp of buurt’, of ‘de identiteit van het publiek moet weergeven’ (Costera Meijer, 2010, pp. 335). Lokale journalistiek zou zich niet moeten richten op louter positieve of negatieve berichtge-ving, maar een authentieke representatie moeten leveren over de buurt waarover deze schrijft (Cos-tera Meijer, 2010, pp. 334).

In de lokale journalistiek komen echter allerlei stemmen en meningen naar voren en daarmee is het onvermijdelijk dat er ook meningen naar voren komen waar de lezer of kijker het niet mee eens is, en dus het idee heeft dat het publiek of de buurt niet goed wordt weergegeven. Het is daarmee aannemelijk dat er geregeld bij de nieuwsgebruiker ook ‘attitude-challenging’ informatie wordt ge-bracht. Het is zeer de vraag of de nieuwsgebruiker deze journalistiek dan nog steeds als authentiek ervaart, of dat attitude en authenticiteit juist los van elkaar staan. Het is, gezien de beschrijvingen van authenticiteit en geloofwaardigheid, aannemelijk dat deze concepten met elkaar samenhangen. Dit zou betekenen dat attitude-challenging informatie een lagere gepercipieerde authenticiteit kent dan attitude-consistente informatie.

(25)

20

3.3 Een hypothese rondom attitudeconsistentie, nabijheid en

authenticiteit

Nu de concepten attitude, gepercipieerde nabijheid en gepercipieerde authenticiteit zijn behandeld, is het de vraag op welke manier deze concepten met elkaar samenhangen. In 2.3 werd al de verwachting uitge-sproken dat gepercipieerde nabijheid een positieve invloed heeft op de gepercipieerde nabijheid van de lokale journalistiek.

Verwacht wordt dat attitudeconsistentie een modererende rol heeft bij deze relatie. Dat wil zeggen dat gepercipieerde nabijheid alleen tot een hogere gepercipieerde authenticiteit leidt, wanneer de boodschap in de lokale journalistiek strookt met de eigen attitude. Gezien de eerdere bevindingen rondom authenticiteit zou bij een attitude-challenging gemoedstoestand een hogere gepercipieerde nabijheid niet tot een hogere gepercipieerde authenticiteit leiden. Immers: de lokale journalistiek zou dan niet goed weergeven hoe het echt is om in de buurt te leven die de nieuwsgebruiker als nabij ervaart.

In dit onderzoek zal een plaatselijk nieuwsbericht worden voorgelegd ter beoordeling, om zo te kunnen achterhalen in hoeverre het product attitude-challenging is (zie 4.1). De verwachting rondom bovenstaande argumentatie wordt gevat in de volgende hypothese:

H6: Een hogere gepercipieerde nabijheid leidt tot een hogere gepercipieerde authenticiteit. Dit effect wordt gemodereerd door de attitude. Een hogere gepercipieerde nabijheid leidt alleen tot een hogere gepercipieerde authenticiteit wanneer het journalistieke product consistent is met de eigen attitude.

3.4 Authenticiteit, attitude en waardering

In dit onderzoek wordt ook waardering meegenomen. De participanten wordt gevraagd in hoeverre zij het artikel dat zij gelezen hebben waarderen (zie 4.6). Aansluitend op onderzoek van Elliot en De-vine (1994), wordt verwacht dat attitude-challenging informatie voor minder waardering zorgt dan attitude-consistente informatie. Deze verwachting wordt verwoord in de volgende hypothese:

H7: Een hogere gepercipieerde authenticiteit leidt tot een hogere waardering. Dit effect wordt gemo-dereerd door de attitude. Een hogere gepercipieerde authenticiteit leidt alleen tot een hogere waar-dering leidt wanneer het journalistieke product consistent is met de eigen attitude.

(26)

21

3.5 Conceptueel model

Nu alle hypothesen zijn opgesteld, kan er een conceptueel model worden gemaakt van al deze hypo-theses. Het conceptuele model staat centraal in dit onderzoek. Hierin zijn alle voorspelde relaties gra-fisch weergegeven met bijbehorende hypotheses. In het volgende hoofdstuk is beschreven op welke manier dit model is getoetst.

Samenvattend kan dus worden gezegd dat zal worden onderzocht hoe letterlijke en figuurlijke heid bijdragen aan de gepercipieerde nabijheid. Naar verwachting is dit positief. De relatie van nabij-heid op authenticiteit is alleen positief wanneer de informatie consistent is met de eigen attitude. Ditzelfde geldt voor de relatie tussen authenticiteit en waardering.

Figuur 3.1: Conceptueel model

Band met Leiden (wonen,werken, studeren) Nabijheid als nieuwswaarde (letterlijke nabijheid) Persoonlijke betrokkenheid (figuurlijke nabijheid) Attitudeconsistentie Gepercipieerde nabijheid Gepercipieerde authenticiteit Waardering

(27)

22

4

Methode van dit onderzoek

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de manier waarop het in paragraaf 3.5 opgestelde conceptuele model zal worden getoetst. Dit zal worden gedaan door middel van een online experiment. In dit hoofdstuk zal worden ingegaan op de rol van publieksonderzoek in journalism studies, het stimulus-materiaal en de participanten van dit onderzoek, het onderzoeksdesign, de procedure en tot slot de meetinstrumenten.

4.1 Stimulusmateriaal

Participanten krijgen een voor dit onderzoek geschreven nieuwsbericht te lezen dat verhaalt over het vuurwerkverbod in Leiden. De complete vragenlijst (dus ook de tekst van het stimulusmateriaal) is te vinden in de bijlagen (bijlage I voor het stimulusmateriaal). De keuze voor het onderwerp is gemaakt omdat dit een onderwerp is waarover ook onder Leidenaren de meningen verschillen. Dit is noodza-kelijk om het effect van attitude te kunnen meten. Daarnaast is niet gekozen voor bestaande bericht-geving over het vuurwerkverbod, die vooral een politiek karakter kent. Gezien de besproken literatuur kent deze naar waarschijnlijkheid een lage gepercipieerde nabijheid waardoor deze niet geschikt zou zijn voor dit onderzoek.

Daarom is bij dit onderzoek gekozen voor een speciaal voor dit onderzoek opgesteld nieuws-bericht. In het nieuwsbericht komen verschillende ‘gewone’ mensen aan het woord, aangezien dit volgens de in paragraaf 2.1 en 2.3.1. behandelde definities van authenticiteit ten goede komt aan de ervaren authenticiteit. Op deze manier kan verwacht worden bij attitude-consistente berichtgeving een hoger gevoel van authenticiteit te creëren, en bij attitude-challenging een lagere authenticiteit. Alleen dan kan de modererende rol van attitude goed gemeten worden.

4.2 Experimenten onder het publiek

Dit onderzoek is een experiment waarbij het publiek de participant is. Dit houdt in dat de in het vorige hoofdstuk opgestelde hypotheses onder een grote groep nieuwsgebruikers zal worden getoetst. Ver-volgens worden de uitkomsten van deze toetsingen op statistische wijze geanalyseerd. Deze kwanti-tatieve benadering van publieksonderzoek wordt binnen journalism studies niet vaak toegepast. Cos-tera Meijer (2013, pp.1) spreekt zelfs van een ‘marginale rol’ voor kwantitatief publieksonderzoek in de wetenschapsdiscipline. Volgens haar komt de afkeer van journalisten richting publieksonderzoek

(28)

23

voort uit het bewaken van de eigen onafhankelijkheid: “professional journalists may consider giving in to their audience as a sign of giving up on quality” (pp. 2).

Het aantal abonnees van een krant of de kijkcijfers bij een nieuwsprogramma blijft echter wel van belang: het vormt het bestaansrecht van de journalist. Het is daarom raadzaam, zo stelt zij, om te focussen op ‘wat de consument waardeert, in plaats van de inzichten van journalisten zelf te onder-zoeken.’ Om deze reden wordt ook waardering van het publiek over de journalistieke producten ge-analyseerd. Op deze manier kan gemeten worden in hoeverre eerdere onderzoeksresultaten die af-komstig zijn van journalisten, terug te vinden zijn bij de nieuwsgebruikers zelf. Daarnaast wordt dit onderzoek uitgevoerd onder studenten. Meer inzicht in de manier waarop zij lokaal nieuws ervaren en waarderen is belangrijk in tijden waarin zij weinig nieuws consumeerden (Bakker, 2016).

Het is te verwachten dat de uitkomsten die de volgende hoofdstukken worden gepresenteerd, deel uitmaken van een algemene wetmatigheid onder de nieuwsgebruikers. De algemeen geldende kennis over de sociale werkelijkheid die deze vorm van onderzoek oplevert, vormt de kracht van dit onderzoek. Wel brengt de grootschaligheid van deze opzet ook beperkingen met zich mee. In tegen-stelling tot meer kwalitatieve benaderingen van journalistieke vraagstukken kan er niet worden door-gevraagd en blijft de diepte van de kennis meer beperkt. Deze beperking kan echter worden opgevan-gen door de behaalde resultaten in te bedden in de bestaande literatuur. Daarom worden in de con-clusie (hoofdstuk 6) de eigen onderzoeksresultaten ingebed in de bestaande literatuur.

4.3 Participanten

Participanten (N=100) zijn geworden door middel van een convenience sample, waarin de focus lag op jonge participanten die in verschillende vormen een band met de stad Leiden of omgeving hebben. De gemiddelde leeftijd in deze steekproef was 25,7 (SD = 9.21). De laagst gemeten leeftijd was 18, de hoogste 67. Vanwege de grote verschillen in leeftijd zal voor iedere belangrijke variabele in dit onder-zoek in de exploratieve analyse het effect van leeftijd worden meegenomen. In de beschrijvende en exploratieve analyse (5.2 en 5.3) is meer te lezen over de samenstelling van de participanten van de steekproef.

4.4 Procedure

De vragenlijst werd verspreid door middel van een link die naar de online vragenlijst leidde. Wanneer participanten aan de vragenlijst begonnen werden zij eerst welkom geheten en kort gebriefd. Partici-panten werd verteld dat zij mee deden aan een onderzoek rondom het Leidse vuurwerkverbod, en dat zij hier eerst iets over gingen lezen (de volledige vragenlijst inclusief alle tekst is in de bijlagen

(29)

24

opgenomen). Vervolgens werd het stimulusmateriaal getoond (4.1 en bijlage I). Hierna werd gevraagd of de participant het eens was met de visie op het vuurwerkverbod zoals dat in het artikel naar voren kwam. Deze vraag diende om de attitude te meten. Hierna werd middels verschillende vragen de ge-percipieerde authenticiteit gemeten (zie bijlage II voor de vragen). Vervolgens kwamen de verschil-lende vragen rondom letterlijke en figuurlijke nabijheid, daarna de vraag in hoeverre het artikel ge-waardeerd werd. De laatste vragen in de vragenlijst waren demografische vragen, waarin ook de woonplaats van de participant werd meegenomen. De vragenlijst werd afgesloten met een debriefing waarin participanten hun mailadres konden invullen. Dit was in het kader van de verloting van bol.com bonnen en om na afloop van het onderzoek de onderzoeksresultaten opgestuurd te krijgen. Ook werd hier verteld dat het gelezen artikel niet echt was en werden participanten bedankt voor hun mede-werking.

4.5 Onderzoeksdesign

Dit onderzoek kent slechts één experimentele conditie (participanten krijgen allemaal hetzelfde nieuwsbericht te lezen). Het experiment krijgt vorm in verschillen in persoonskenmerken zoals woon-plaats, persoonlijke betrokkenheid en al dan geen attitude-challenging conditie.

4.6 Meetinstrumenten

Authenticiteit: In de wetenschap wordt authenticiteit vaak op andere zaken toegepast dan op lokale journalistiek. Daarom is voor dit onderzoek een eigen schaal gemaakt (α=.651, zie 5.1 voor verdere analyses en schaalconstructie rondom authenticiteit). Dit werd gemeten door verschillende stellingen, waarop participanten middels een zeven-punt-likert-schaal konden aangeven in hoeverre ze het met de stelling eens waren. De vragen zijn in bijlage II te vinden. Deze schaal bestaat uit verschillende opvattingen die in de literatuur naar voren komen wanneer wordt gesproken over authenticiteit in de journalistiek.

Attitude: wordt gemeten met de stelling in hoeverre participanten het eens zijn met de beslissing van een persoon uit het artikel die pleitte om dit jaar al een algeheel vuurwerkverbod in te stellen. Dit was een vier-punt-likert-schaal waardoor ‘neutraal’ geen optie was.

Letterlijke nabijheid: werd gemeten door verschillende vragen rondom nabijheid (bijlage III) als nieuwswaarde te stellen en hier een schaal van te maken (α=.740).

Figuurlijke nabijheid: Persoonlijke betrokkenheid werd gemeten door middel van een bestaande schaal die werd opgesteld door Göckeritz en collega’s (2010, pp. 518). Deze vragen zijn te vinden in

(30)

25

bijlage IV, (α=.751). Aan deze schaal werd tevens de vraag toegevoegd of participanten zelf vuurwerk afsteken, en of dit al dan niet in Leiden is.

Waardering: werd gemeten door verschillende zelf bedachte vragen (bijlage III) rondom waardering te stellen en hier een schaal van te maken (α=.865). Besloten is om niet de veelgebruikte ‘media en-joyment scale’ (Oliver & Bartsch, 2010) te gebruiken aangezien deze verschillende vragen kent die niet op journalistieke producten toepasbaar zijn (zoals ‘op het puntje van je stoel zitten’ tijdens het lezen van de informatie). Hierom is gekozen verschillende zaken die in literatuur naar voren komen als de-terminant voor waardering te in één schaal te verenigen.

Band met leiden: werd getoetst met een vraag waarbij 1=niet woonachtig én niet werkzaam in Leiden, 2=wel werkzaam in Leiden, maar niet woonachtig, 3=wel woonachtig in Leiden, maar niet werkzaam, 4=zowel woonachtig als werkzaam in Leiden.

(31)

26

5

Resultaten van dit onderzoek

In dit vijfde hoofdstuk worden de resultaten van dit onderzoek gepresenteerd. Dit gaat vooral om de basale cijfers en relaties. In dit hoofdstuk komen nog niet de verbanden en conclusies over wat deze cijfers betekenen aan de orde. Deze zijn te vinden in de volgende hoofdstukken.

Dit hoofdstuk begint met een overzicht van de verschillende voorbereidende analyses. Dit zijn alle analyses die moesten plaatsvinden voordat de in hoofdstuk drie opgestelde hypotheses konden worden getest (5.1). Hierin staat onder andere de totstandkoming van de verschillende schalen ver-meld. Hierna volgt de beschrijvende analyse (5.2). Hierin worden gemiddelden en populatieverdelin-gen besproken. Vervolpopulatieverdelin-gens volgt een exploratieve analyse, waarin globaal de belangrijkste relaties worden onderzocht (5.3). De hypotheses die in hoofdstuk drie zijn opgesteld worden in paragraaf 5.4 getoetst. Deze paragraaf vormt het belangrijkste deel van dit hoofdstuk. Tot slot wordt een nieuw conceptueel model opgesteld (5.5). Dit is hetzelfde conceptuele model als in 3.5, maar dan bijgesteld aan de hand van de onderzoeksresultaten.

5.1 Voorbereidende analyses

5.1.1 Opschonen van de data

In totaal is de vragenlijst ingevuld door 156 respondenten. De data werd geanonimiseerd om op deze manier persoonlijke zaken zoals locatie en IP-adres niet mee te nemen. 56 personen hebben de vra-genlijst nagenoeg niet ingevuld. Deze zijn uit de vravra-genlijst verwijderd. Daarnaast is gemeten hoe veel tijd respondenten hebben besteed aan het lezen van het artikel. Bij geen enkele participant was deze laag genoeg om deze uit de dataset te verwijderen. Tot slot werd om de anonimiteit van de partici-panten te waarborgen de twee variabelen met de email-adressen (voor bol.com bonnen en de resul-taten van dit onderzoek) uit de dataset verwijderd.

5.1.2 Factoranalyses en schaalconstructies

5.1.2.1 Nabijheid als nieuwswaarde & waardering

Ten eerste werd een factoranalyse uitgevoerd tussen de vragen die nabijheid als nieuwswaarde maten en de vragen die waardering maten. Uit de factoranalyse (alle factoranalyses in dit onderzoek worden uitgevoerd middels principal axis factoring en direct oblimin rotatie) bleek dat deze set vragen inder-daad uit twee factoren bestaat (eigenwaarde bij twee factoren: 1.565). Twee vragen (“Dit artikel is nieuwswaardig voor mij & dit is een artikel dat ik zou willen lezen”) laden daarnaast ook goed op de

(32)

27

factor van waardering. Dit is te verklaren aan de hand van de wetenschappelijke consensus rondom de meerwaarde van nabijheid in de journalistiek (zie ook 5.4).

Om zeker te zijn van de deugdelijkheid van beide schalen is onderzocht in hoeverre de α ver-hoogd kon worden door vragen uit beide schalen te verwijderen. In beide gevallen bleek dit niet het geval te zijn. Hierdoor werden alle vragen zoals aangegeven in bijlage III (nabijheid als nieuwswaarde en waardering) in de schaalconstructie meegenomen. Dit resulteert in een schaal van vier vragen rondom nabijheid als nieuwswaarde (α = .740) en vijf vragen rondom waardering (α = .865). De gecre-eerde schaal bestond uit het gemiddelde van de gegeven antwoorden van de participant. Uit een cor-relatieanalyse blijkt dat er een positieve relatie bestaat tussen nabijheid als nieuwswaarde en waar-dering (r = .523, p = <0.01).

5.1.2.2 Persoonlijke betrokkenheid

De schaal rondom persoonlijke betrokkenheid bestond uit de bestaande schaal van Göckeritz et al (2010). Hieraan werd de vraag of respondenten zelf vuurwerk afsteken nog aan toegevoegd. Uit een factoranalyse bleek dat twee vragen deel uitmaken van een andere factor (eigenwaarde bij twee fac-toren: 1.314). De tweede factor bestond uit de kennis over vuurwerkverboden en de vraag of men zelf vuurwerk afsteekt.

Ook voor persoonlijke betrokkenheid is een betrouwbaarheidsanalyse gedaan. Hieruit bleek dat, wanneer alle vragen werden meegenomen, de betrouwbaarheid redelijk hoog was (α = .751). Deze kon echter nog verhoogd worden wanneer de vraag of men al dan niet zelf vuurwerk afsteekt werd weggehaald (α = .788). Het verwijderen van nog meer vragen leidde tot zeer marginale verbete-ringen en dit is dus niet gedaan. Hierdoor bestaat de schaal van persoonlijke betrokkenheid enkel uit de vragen van Göckeritz et al. (2010). Aangezien de betrouwbaarheid van de schaal groot was is, on-danks de uitkomst van de factoranalyse, besloten de vragen te behandelen als zijnde één construct. Deze beslissing wordt gesterkt door het verwijderen van de vraag over het al dan niet zelf vuurwerk afsteken, waardoor de tweede factor slechts uit één vraag zou bestaan.

5.1.2.3 Letterlijke en figuurlijke nabijheid

Om zeker te zijn dat letterlijke en figuurlijke nabijheid twee verschillende constructen zijn, is een fac-toranalyse rondom deze vragen uitgevoerd. Hieruit kwamen drie factoren naar voren (eigenwaarde van de drie factoren: 1.127). Deze bestaan uit:

• Alle vragen rondom persoonlijke betrokkenheid

• Twee vragen rondom nabijheid als nieuwswaarde (vraag 1&2) • Twee vragen rondom nabijheid als nieuwswaarde (vraag 3&4)

(33)

28

De tweedeling in factoren rondom nabijheid als nieuwswaarde zijn daarmee dezelfde als besproken in 5.1.2.1. Daarnaast blijkt dus dat letterlijke en figuurlijke nabijheid wel degelijk deel uitmaken van twee verschillende constructen. De twee variabelen hangen wel nauw met elkaar samen. De onder-linge correlatie tussen persoonlijke betrokkenheid en nabijheid als nieuwswaarde luidt als volgt: (r = .515, p < 0.01). Ook wanneer een schaal van alle vragen van zowel figuurlijke als letterlijke nabijheid wordt gemaakt, is deze betrouwbaar (α = .829). Deze schaal wordt in het vervolg aangeduid als alge-mene nabijheid.

5.1.2.4 Authenticiteit

Ook rondom de vijf vragen rondom authenticiteit is een factoranalyse gedaan. Hieruit kwamen vrij duidelijk twee factoren naar voren (eigenwaarde bij twee factoren 1.145):

• Enerzijds vragen die duiden op het “doorgeven van de waarheid” zoals beschreven in verschil-lende onderzoeken (Richards, 2013, Bruns 2009, Chapman & Nutall, 2011, Harte, Howells & Williams, 2019). Dit betreft de vragen “Dit artikel geeft goed weer hoe er in Leiden gedacht wordt over vuurwerkverboden”, “Dit artikel beschrijft goed hoe het er in Leiden aan toe gaat” en “Dit artikel is geschreven door iemand die de Leidse situatie kent.”

• De tweede factor heeft meer van doen met de authenticiteit als gevolg van de herkomst. Dit uit zich in vragen als “Dit artikel is herkenbaar als Leids nieuws” en “Dit artikel is voor mij ‘echt Leids.’”

Het in hoofdstuk drie opgestelde conceptuele model gaat echter niet uit van verschillende vormen van authenticiteit. Het is echter correcter om dit wel te doen. Daarom zal in de verdere toetsing van de modellen met drie verschillende soorten authenticiteit worden gewerkt.

1) Natuurlijke authenticiteit. Hiermee wordt de eerste factor bedoeld waar één schaal van is ge-maakt (α = .670)

2) Authenticiteit op basis van herkomst. Hiermee wordt de tweede factor bedoelt die bestaat uit twee vragen (r = .451, p < 0.01, deze wordt aangeduid met een correlatie omdat dit slechts twee vragen zijn)

3) Authenticiteit. Dit is een variabele gebaseerd op alle vijf vragen rondom authenticiteit. (α = .651)

5.2 Beschrijvende analyse

In dit onderdeel worden verschillende variabelen nader belicht, om zo een beter beeld te krijgen van de steekproef die de basis vormt van dit onderzoek. Van de 100 respondenten waren er 65 vrouw, 34

(34)

29

man, 1 respondent koos voor de optie ‘anders/wil ik niet zeggen.’ De gemiddelde leeftijd in deze steek-groep was 25,7 (SD = 9.21). De laagst gemeten leeftijd was 18, de hoogste 67. Vanwege dit grote verschil wordt een mogelijk effect van leeftijd meegenomen in de exploratieve analyse (5.3) Een derde demografische variabele is het hoogst genoten opleidingsniveau. Deze ligt vrij hoog, aangezien deze voor een groot deel onder studenten werd verspreid. Het opleidingsniveau van de participanten vari-eerde van vmbo tot WO-master. Het gemiddelde opleidingsniveau lag tussen HBO en WO-bachelor (M = 6.78, SD = 1.28, waarbij HBO=6 en WO-Bachelor=7). Dit is hiermee een beperking voor de gene-ralisatie van deze studie.

De overgrote meerderheid van de participanten (78%) steekt zelf geen vuurwerk af. Slechts 4 partici-panten steken vuurwerk af in Leiden. De meeste participartici-panten hebben wel op enige manier een band met de stad Leiden. 65% van de participanten woont/werkt en/of studeert in Leiden of in een ge-meente die direct aan Leiden grenst.

Een centraal concept in dit onderzoek is attitudeconsistentie. Dit werd gemeten met een vier-punt-likert-schaal waarin

partici-panten konden aangeven in hoe-verre zij het eens waren met de in het artikel heersende opvatting. Uit de resultaten (zie grafiek) komt naar voren dat participanten in het algemeen geen sterke mening over dit onderwerp hebben. De meest uiterste meningen zijn immers min-der vertegenwoordigd dan de twee ‘middelste.’

(35)

30

5.3 Exploratieve analyse

Als onderdeel van de exploratieve analyse is de correlatie tussen de belangrijkste variabelen berekend. De resultaten hiervan zijn hieronder te vinden.

5.2. Correlatiematrix van de belangrijkste variabelen

Aangezien er geen uniformiteit in leeftijd was, is deze ook in deze correlatieanalyse meegenomen. Zoals te zien is, heeft leeftijd op geen enkele variabele een significant effect. Hierdoor wordt leeftijd in de hypothesetoetsing niet meegenomen als covariaat. Ditzelfde geldt ook voor opleiding en ge-slacht, zij hadden allebei geen significant effect op de hoofdvariabelen (afgezien van een significante relatie op elkaar).

Conform de opvattingen rondom de Bonferoni-correctie zou dit betekenen dat alleen de cor-relaties significant op een niveau van 0.0015 significant zijn. De corcor-relaties die hierboven worden weergegeven maken echter geen deel uit van de hypothesetoetsing maar van een exploratieve ana-lyse. Hieraan worden dus nog geen conclusies verbonden, maar wordt gekeken wat opvalt binnen de relaties tussen de variabelen.

Wat hierin opvalt, zijn de correlaties tussen de verschillende vormen van authenticiteit en de verschillende vormen van nabijheid. Natuurlijke authenticiteit heeft een positief verband met letter-lijke nabijheid, authenticiteit op basis van herkomst kent een positieve relatie met figuurletter-lijke nabij-heid. Deze verbanden komen verder aan de orde bij de hypothesetoetsing (5.4.3) en de conclusie (hoofdstuk 6).

Daarnaast is een spearman correlatie uitgevoerd om te analyseren in hoeverre voor- en te-genstanders verschillen wat betreft figuurlijke nabijheid (persoonlijke betrokkenheid). Hieruit bleek dat er een verband aanwezig was tussen attitudeconsistentie en persoonlijke betrokkenheid (r = .563,

1 2 3 4 5 6 7 8 9 1. Attitudeconsistentie 0,127 0,156 0,010 0,189 0,186 ,533** -0,083 0,002 2. Algemene Authenticiteit 0,127 - - ,474** ,314** ,216* 0,054 0,123 3. Natuurlijke authenticiteit 0,156 - ,273** ,519** ,336** 0,151 0,011 0,153 4. Authenticiteit op basis van herkomst

0,010 - ,273** 0,156 0,118 ,220* 0,100 0,009 5. Waardering 0,189 ,474** ,519** 0,156 ,523** ,316** -0,125 0,093 6. Nabijheid als nieuwswaarde 0,186 ,314** ,336** 0,118 ,523** ,515** 0,196 0,066 7. Persoonlijke betrokkenheid ,533** ,216* 0,151 ,220* ,316** ,515** ,198* 0,048 8. Band met Leiden -0,083 0,054 0,011 0,100 -0,125 0,196 ,198* -0,052 9 Leeftijd 0,002 0,123 0,153 0,009 0,093 0,066 0,048 -0,052

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Drie van de vijf variabelen binnen dit model zijn significant van invloed op deze afhankelijke variabele, te weten de kerndienst (vakken), het personeel (de docenten) en de

De in de Oudheid en Middeleeuwen veelvul- dig voorkomende zuilen kunnen immers veel ouder zijn dan het gebouw waarin ze zijn toegepast; dergelij- ke elementen werden niet

During the Middle Ages there was a more conscious use of older material on account of its significance, but the concept of original- ity seems more relevant here than

In deze bijdrage wordt betoogd dat wij landschappelijke authenticiteit kun- nen begrijpen door het landschap in samenhang te bekijken: als levend systeem, geschiedenis en

This article argues that we can understand landscape authenticity by looking at the landscape as an integrated whole: as a living sys- tem, history and spatial experience3.

17 Deze worden hier niet ontleend aan het document van Nara, maar zijn gebaseerd op vier aspecten van authentici- teit die in het bijzonder gelden voor gebouwen van de

8 Contrary to what we might expect after reading Steffen Nijhuis’s article on the huge diversity of landscape authenticity, the measure of authenticity in World Heritage