• No results found

Twee jaar RVV 1990 en BABW

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Twee jaar RVV 1990 en BABW"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Twee jaar RVV 1990 en BABW

Een terugblik naar aanleiding van de applicatiedagen RW 1990lBABW in oktober 1993 door het Politie Verkeersinstituut PVI te Apeldoorn gegeven.

R-93-69 A.A.Vis

Leidschendam, 1993

(2)

Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV Postbus 170

2260 AD Leidschendam Telefoon 070-3209323 Telefax 070-3201261

(3)

Inhoud

VOOJwoord 1. Inleiding 2. Opzet en uitvoering 3. Resultaten 3.1. Algemeen

3.2. Draagvlak voor de achterliggende filosofie

3.3. Procedure bij het tot stand komen van verkeersbesluiten. 3.4. Activiteiten in het kader van de invoering van de nieuwe

regel-geving binnen de eigen organisatie

3.5. Consequenties ten aanzien van de handhaving

3.6. Effecten met betrekking tot verkeersgedrag en verkeersveiligheid 3.7. Realisering van de beoogde doelstellingen

3.8. Mate van bescherming van de verschillende categorieën wegge-bruikers

3.9. Mening over de inhoud van het RVV 1990 in vergelijking met die van het RVV 1966

3.10. Kennisniveau betreffende de huidige regelgeving bij wegbeheer-ders en -gebruikers

3.11. Oordeel over het t1ankerend beleid gericht op wegbeheerders en -gebruikers

4. Conclusies

(4)

Voorwoord

op 1 november 1991 werd het oude RVV uit 1966 opgevolgd door het herziene RVV 1990 en het BABW. In de oude situatie werd beoogd bijna iedere verkeerssituatie te regelen. De nieuwe regelgeving gaat er van uit dat volstaan kan worden met een beperkt(er) aantal basisregels, maar dan wel duidelijker en eenvoudiger. Veel meer wordt in het vervolg overgela-ten aan eigen verantwoordelijkheid en verkeersinzicht van de weggebrui-kers. Van de wegbeheerders wordt een zorgvuldig en terughoudend ge-bruik van borden en tekens verwacht en ruimere toepassingen van fysieke maatregelen om het gewenste verkeersgedrag te bereiken. Als effect van deze nieuwe filosofie wordt verwacht dat de overgebleven regels beter zullen worden nageleefd, door de politie gemakkelijker zullen zijn te handhaven en dat weggebruikers hun verkeersgedrag zullen verbeteren. Daarmee zou ook de verkeersveiligheid gediend zijn.

Met recht is sprake van uiterst ambitieuze doelstellingen en verwach-tingen, die door alleen maar de invoering van nieuwe regelgeving niet automatisch zullen worden gerealiseerd. Vandaar dat de overheid rondom de invoering flankerend beleid heeft ontwikkeld dat zich op diverse be-trokken doelgroepen richt en beoogt de bedoelingen en achtergronden van de nieuwe regelgeving uit te dragen en het verkeersinzicht te verhogen. Teneinde achteraf te kunnen vaststellen in welke mate invoering van de nieuwe regelgeving en het daarnaast uitgevoerde flankerende beleid heb-ben bijgedragen aan realisering van de gestelde doelen, is besloten tot een evaluatie. In het evaluatieplan zijn onder meer ondervragingen opgenomen bij diverse groepen betrokkenen, waaronder politie en justitiële medewer-kers betrokken bij de (verkeers)handhaving.

De door het Politie Verkeersinstituut PVI te Apeldoorn in oktober 1993 gehouden applicatiedagen RVV 1990 en BABW boden een mogelijkheid een relatief grote groep van circa 350 rechtstreeks bij de materie betrok-ken politie- en justitiële medewerkers (schriftelijk) te ondervragen betref-fende hun meningen over en ervaringen met de nieuwe regelgeving na ongeveer twee jaar ervaring in de praktijk.

Bijgaande rapportage doet verslag van de in opdracht van de Adviesdienst Verkeer en Vervoer AVV door de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV uitgevoerde enquête. Hierbij brengen wij te-vens onze dank over aan het PVI voor de geboden gelegenheid en ver-leende medewerking.

(5)

1.

Inleiding

Het realiseren van de door de nieuwe regelgeving beoogde doelen, met name een betere naleving van de (overgebleven) regels, het bevorderen van de ontwikkeling van eigen verantwoordelijkheid in het verkeer, een beter verkeersinzicht en een veiliger verkeersgedrag bij verkeersdeel-nemers en tenslotte verhoging van de verkeersveiligheid in het algemeen hangt nauw samen met handhaving(sinspamungen) door het politie- en justitiële apparaat.

Belangrijk bij handhaving van de regelgeving in de dagelijkse (verkeers)-praktijk zijn een behoorlijk kennisniveau omtrent de regelgeving, een breed draagvlak voor de uitgangspunten en bedoelingen ervan en het ontbreken van knelpunten, onduidelijkheden en andere negatieve effecten en omstandigheden bij toepassing en handhaving van de regels.

Teneinde een inzicht in de meningen en ervaringen van met name politie-mensen over dergelijke aspecten te krijgen was binnen het oorspronkelijk evaluatieplan voorzien in diverse ondervragingen bij politiekorpsen. De eerste ondervragingen in dit kader vonden plaats omstreeks de invoerings-datum van 1 november 1991 (SWOV -rapport R-91-80). Deze ondervra-gingsronde was beperkt van omvang, droeg een oriënterend karak.1:er en kende een tweeledig doel. In de eerste plaats diende deze als voorberei-ding van een uitgebreidere enquête op grotere schaal die ongeveer een jaar na de invoeringsdatum van het nieuwe RVV was voorzien, in de tweede plaats werd beoogd een eerste indruk te krijgen over de opvattingen ten aanzien van de nieuwe regelgeving en het daarbij gevoerde tlankerende beleid die bij de politie op dat moment leefden en welk kennisniveau en draagvlak rond die invoeringsdatum bij de politie te verwachten waren. Omstandigheden - onder andere van budgettaire aard - hebben de evalua-tieplannen in zoverre gewijzigd dat de ongeveer een jaar na invoering voorgenomen enquête onder politie- en justitiële medewerkers niet tot uitvoering is gekomen. De schaal van de eerder genoemde interviewronde (en daardoor beperkte representativiteit) en de periode waarin deze werd uitgevoerd (waardoor het nog onwaarschijnlijk was dat op feitelijke erva-ring gebaseerde meningen konden zijn ontstaan) betekenden dat ten be-hoeve van de eindevaluatie het inzicht in recente opvattingen en praktijk-ervaringen van de politie als beperkt moest worden beschouwd. Noch de budgettaire ruimte, noch de tijdsdruk als gevolg van toezeggingen hetref-fende presentatie van de resultaten van het integrale evaluatieplan hoden veel ruimte voor een vervolg-interviewronde onder politiepersoneel op grote schaal.

Er is dan ook dankbaar gebruik gemaakt van de mogelijkheid de deel-nemers aan de applicatiedagen RVVIBABW van het PVI te enquêteren, te meer omdat de circa 350 deelnemers te beschouwen zijn als nauw hij de materie betrokken personen bij politie en justitie (parket). De vragen in de uitgezette enquête hebben betrekking op a<.;pecten zoals kermis over en draagvlak voor de achtergronden van de nieuwe regelgeving, de procedure bij het tot stand komen van verkeersbesluiten nieuwe stijl, de hin1len de eigen organisatie ontwikkelde activiteiten, de consequenties voor de hand-having, de waargenomen effecten op het verkeersgedrag en de verkeers-veiligheid, opvattingen omtrent kennis van wegbeheerders en weggehrui-kers terzake en tenslotte de mening over het gevoerde flankerende beleid.

(6)

2.

Opzet en uitvoering

Alle deelnemers aan de applicatiedagen (voornamelijk kerninstructeurs RVV, verkeerscoördinatoren of bij het overleg met wegbeherende instan-ties betrokken politiemensen, maar ook verkeersschouten, rij- en

verkeersinstructeurs, examinatoren, parketmedewerkers en enkele andere betrokkenen kregen aan het begin van de cursusdag een enquêteformulier uitgereikt (Bijlage 1). Aan het eind van de dag werden de ingevulde t'or-mulieren ingenomen. Deze gang van zaken legde beperkingen op aan de omvang van de vragenlijst. De vragen zijn onder andere geselecteerd uit de eerder in 1991 uitgevoerde oriënterende interviewronde, echter waar nodig geactualiseerd, terwijl enkele relevante nieuwe werden toegevoegd. Ook al weer met het oog op de condities waaronder de vragenlijst diende te worden ingevuld - voor het merendeel in de pauzes tussen de program-ma-onderdelen - hebben de meeste vragen een 'gesloten' karakter, dat wil zeggen bij beantwoording kon worden volstaan met aankruisen van één of meer vakjes. Slechts enkele 'open' vragen zijn opgenomen. Aan het eind van de dag werden de ingevulde vragenlijsten ingenomen.

(7)

3.

Resultaten

3.1. Algemeen

Door de gevolgde werkwijze - tijdens de cursusdag werd bij het verstrek-ken van de syllabus in de meeste gevallen het enquêtefonnulier ingeno-men - is sprake van een verrassend hoge respons: Op de 350 a 400 deel-nemers werden 329 ingevulde enquêtefonnulieren ingenomen, dat wil zeg-gen een respons van 80 tot 90%. In het algemeen bleken de meeste vra-genlijsten volledig te zijn ingevuld. Met name waar het onderwerpen zoals draagvlak voor de achtergrondfilosofie, de procedure voor verkeersbeslui-ten, activiteiten binnen eigen gelederen, veronderstelde kennis bij wegbe-heerders en -gebruikers, de verbetering van het RVV 1990 ten opzichte van dat uit 1966 en de kwaliteit van het gevoerde flankerende beleid betrof. Antwoorden inzake consequenties van de invoering van de nieuwe regelgeving ten aanzien van de handhaving, het (geconstateerde) e1fect op het verkeersgedrag en de verkeersveiligheid, de mate waarin bepaalde categoriën verkeersdeelnemers ten opzichte van de oude regelgeving beter werden beschennd en of dit ook als voldoende moet worden beschouwd worden kennelijk met wat meer aarzeling gegeven of daar bleek een min-der uitgesproken mening over te bestaan, getuige het percentage dat op deze vragen het antwoord schuldig bleef. Tijdsdruk bij het invullen en het wat complexere karakter van deze vragen kan daarbij hebben meege-speeld. De resultaten zijn zowel in absolute aantallen als procenten weer-gegeven in Bijlage 2.

3.2. Draagvlak voor de achterliggende filosofie (vraag 1)

Beperking tot basisregels, zorgvuldig en terughoudend gebruik van borden en tekens, ruimere toepassing van infrastructurele en/of fysieke maatrege-len en 'verplicht' overleg bij het tot stand komen van verkeersbesluiten scoren alle meer dan 90%.

Betere naleving door eenvoudiger en minder regels, bevoegdheid tot het nemen van verkeersbesluiten bij lokale wegbeheerders scoren nog altijd 80% of meer.

Nog relatief het minst met een score van 65% wordt de overweging meer over te laten aan de eigen verantwoordelijkheid en het inzicht van de weggebruikers gedragen. Bijna één derde (31 %) heeft hier geen vertrou-wen in en acht dit beroep te sterk of mogelijk vergeefs.

Samengevat:

Het draagvlak voor de belangrijkste uitgangspunten achter de nieuwe regelgeving is - met uitzondering van het vertrouwen in de eigen verantwoordelijkheid en het verkeersinzicht van de weggebruikers - groot.

3.3. Procedure bij het tot stand komen van verkeersbesluiten (vraag 2)

95% van de respondenten vindt het terecht dat de politie bij de besluit-vonning dient te worden betrokken, bijna 80% vindt de nieuwe procedure een verbetering ten opzichte van de oude en 70% meent dat het juist is dat de lokale wegbeheerder de bevoegdheid tot het nemen van verkeersbeslui-ten heeft. Echter een kwart (26%) beweert bij eerder genoemd overleg problemen te ondervinden. Omschrijving van de aard van de ondervonden

(8)

problemen zijn voor een deel te vinden in Bijlage 3, waarin de antwoor-den op het open gedeelte van vraag 2 zijn geïnventariseerd.

Samengevat: Een ruime meerderheid stemt in met de nieuwe procedure, maar ongeveer een kwart ervaart bij het daarbij te voeren overleg nog problemen van diverse aard.

3.4. Activiteiten in het kader van de invoering van de nieuwe regelgeving binnen de eigen organisatie (vraag 3)

Een ruime meerderheid van bijna 90% van de respondenten geeft aan dat bilmen de eigen organisatie interne cursussen zijn geörganiseerd, teneinde keIrnis te nemen van achtergronden. doelstellingen, inhoud, interpretatie en mogelijke consequenties van de invoering van de nieuwe regelgeving. Bijna de helft: (48%) geeft: aan dat ook extern cursussen of voorlichtings-activiteiten zijn bijgewoond, terwijl door 40% wordt aangegeven dat door de eigen organisatie ook voorlichtingsactiviteiten voor derden en in de richting van het publiek zijn ontplooid.

Samengevat: Bij de meeste betrokken organisaties zijn de personeelsleden via interne cursussen geïnformeerd. 40% verzorgde ook zelf voorlichting naar bui ten.

3.5. Consequenties ten aanzien van de handhaving (vraag 4)

Ongeveer een derde (30%) van de respondenten meende geen verande-ringen op het terrein van handhaving te zien. Ongeveer 40% heeft de mening dat de handhaving eenvoudiger is geworden tegenover 20% die vindt dat handhaving bij de nieuwe regelgeving juist gecompliceerder is geworden. Het aandeel respondenten dat meent dat van een verminderde werklast sprake zou zijn blijkt ongeveer twee maal zo groot als dat wat een toename meent te constateren (ca 20% ten opzichte van 10%). Het aandeel dat meent dat de nieuwe regelgeving tot minder PV's of beschikkingen heeft geleid is met ca. 25% iets groter dan het aandeel res-pondenten (van ca. 19%) dat meent dat dat aantal juist is toegenomen. Slechts één op de tien respondenten meent dat het aantal 'schrijf'-PV's in het kader van artikel 25 WVW door invoering van het RVV 1990 is toe-genomen. Een zeer kleine minderheid (van ca. 7%) meent dat er minder overtredingen door weggebruikers worden begaan vanwege een veranderd verkeersgedrag.

Samengevat: Een derde meent ten aanzien van de handhaving geen veran-dering te hebben geconstateerd. Over het algemeen is het aandeel respon-denten dat vindt dat handhaving eenvoudiger is geworden. minder werk-last vergt en tot minder PV's of beschikkingen leidt groter dan het aandeel dat de termen gecompliceerder, werklast verhogend respectievelijk leidend tot meer PV's als antwoord geeft.

3.6. Effecten met betrekking tot verkeersgedrag en verkeersveiligheid (vraag 5)

Meer dan drie kwart (76%) van de respondenten heeft geen veranderingen in het verkeersgedrag van weggebruikers geconstateerd. Gehoopte effecten zoals socialer en veiliger verkeersgedrag, betere naleving van de (overge-bleven) regels. toegenomen verkeersinzicht en meer ontzien van kwetsbare

(9)

categorieën verkeersdeelnemers worden slechts door enkele procenten ge-noemd.

Twee derde (67%) van de respondenten meent dan ook dat de verkeers-veiligheid niet is toegenomen. slechts 10% denkt dat van een verbetering en 7% meent dat zelfs van een verslechtering sprake is.

Samengevat:

Invoering van de nieuwe regelgeving heeft - volgens de respondenten -geen invloed van enige betekenis gehad op verkeersgedrag en verkeersveiligheid.

3.7. Realisering van de beoogde doelstellingen (vraag 6)

Ruim 80% van de respondenten denkt dat de beoogde vereenvoudiging in de regelgeving inderdaad is gerealiseerd. Nog geen twee derde (62%) heeft echter het voorgenomen zorgvuldige en terughoudende gebruik van verkeerstekens en -borden in de praktijk geconstateerd. slechts een kwart (25%) meent hier al wel iets van te hebben gemerkt. Een derde (33%) vindt dat de wegbeheerders in de praktijk al op enige schaal infrastructu-rele voorzieningen toepassen in plaats van tekens of borden. tegenover bijna 60% die dat niet zo vindt.

Samengevat:

Aan de doelstelling van vereenvoudiging is volgens een ruime meerderheid onder de respondenten voldaan maar van een zorgvul-dig en terughoudend gebruik en toepassing van infra.<;tructurele voorzienin-gen is volvoorzienin-gens de meerderheid nog geen sprake.

3.8. Mate van bescherming van de verschillende categorieën verkeersdeelnemers (vraag 7) Meer dan de helft (54%) van de respondenten vindt dat voetgangers bij de nieuwe regelgeving een betere bescherming genieten; ongeveer een derde vindt dat dit eveneens voor fietsers, ouderen, kinderen en gehandicapten op zou gaan. Rond de 10% meent dat het nieuwe RVV minder bescher-ming biedt dan het oude en wel voor vrijwel alle categoriëen weggebrui-kers. Opmerkelijk is dat ruim een derde (gemiddeld zo'n 37%) vindt dat fietsers, voetgangers (waaronder ook ouderen, kinderen en gehandicapten) nog onvoldoende bescherming bij de huidige (dus nieuwe) regelgeving ondervinden. Daar staat tegenover dat de helft vindt dat het gemotoriseerd verkeer voldoende bescherming geniet, slechts enkele procenten acht deze te gering. Bij interpretatie van de antwoorden op deze laatste (deel)vraag dient te worden meegewogen dat ruim een derde van de respondenten beantwoording achterwege liet.

Samengevat:

Voetgangers (waaronder ook ouderen, kinderen en gehandi-capten) en - in minder mate - fietsers worden volgens een aanzienlijk deel van de respondenten bij de nieuwe regelgeving als beter beschermd be-schouwd, maar de meerderheid die dit oordeel uitsprak acht die bescher-ming toch nog te weinig.

3.9. Mening over de inhoud van het RVV 1990 in vergelijking met die van het RVV 1966 (vraag 8)

Ruim driekwart (77%) van de respondenten ziet het RVV 1990 als een verbetering ten opzichte van de versie uit 1966. Slechts enkele procenten beschouwd het RVV 1990 als een verslechtering.

(10)

3.l0 Kennisniveau betreffende de huidige regelgeving bij wegbeheerders en -gebruikers (vragen 9 en 10)

Ruim de helft (56%) van de respondenten vindt dat de wegbeheerders onvoldoende kennis over de nieuwe regelgeving (zowel RVV 1990 als BABW) 'in huis hebben'. Minder dan een kwart (22%) vindt die kennis wel voldoende. Over de kennis van de weggebruikers zijn de opvattingen nog negatiever: 88% acht hun kennis onvoldoende, slechts 6% denkt dat die wel voldoende is.

Samengevat: De meerderheid van de respondenten acht de kennis van zowel wegbeheerders als -gebruikers onvoldoende.

3.11. Oordeel over het flankerend beleid gericht op wegbeheerders en -gebruikers (vragen 11 en 12)

De meningen over het gevoerde flankerende beleid zijn niet onverdeeld gunstig: 60% van de respondenten vindt het flankerend beleid in de rich-ting van de wegbeheerders onvoldoende, 83% denkt hetzelfde over het flankerend beleid in de richting van de weggebruikers. De percentages respondenten die de respectievelijke onderdelen van het flankerende beleid een voldoende toebedelen bedragen 15, resp. 8%.

Samengevat: Een meerderheid van de respondenten achten het flankerende beleid onvoldoende, dat in de richting van de weggebruikers zelfs in ruime mate!.

Opmerking:

Als laatste punt op de vragenlijst (punt 13) werd aan de respondenten de mogelijheid geboden zelf opmerkingen te plaatsen. Hiervan is op beschei-den schaal gebruik gemaakt. De resultaten zijn weergegeven in Bijlage 4.

(11)

4.

Conclusies

• Met uitzondering van het vertrouwen in eigen verantwoordelijkheid en verkeersinzicht van de weggebruikers is sprake van een groot draagvlak voor de filosofie en uitgangspunten van het RVV 1990 en BABW. • Een ruime meerderheid (van de betrokken politiemensen) schaart zich achter de procedure voor het tot stand komen van verkeersbesluiten. al ervaart een aanzienlijk deel nog problemen bij het voorgeschreven overleg met de wegbeherende instanties.

• De overgrote meerderheid van de vertegenwoordigde politje- en justitiële organisaties hehben voor hun medewerkers interne cursussen over de nieuwe regelgeving gegeven, in een aanzienlijk aantal gevallen zijn eveneens nog voorlichtingsactiviteiten ontplooid voor derden, waar-onder het publiek.

• Ongeveer een derde van nauw bij de handhaving betrokken functiona-rissen blijkt hierin geen veranderingen van enige betekenis waar te nemen. Onder degenen die wel enige verandering hebben waargenomen overheerst de mening dat de handhaving eenvoudiger is geworden, minder werklast vergt en tot minder PV 's of beschikkingen leidt

• Eventuele effecten op verkeersgedrag en -veiligheid zijn niet of nau-welijks geconstateerd.

• De meerderheid ervaart de nieuwe regelgeving als vereenvoudiging, maar terughoudend gebruik van borden en tekens en toepassing van infra-structurele voorzieningen blijkt slechts op beperkte schaal merkbaar. • De kwetsbare verkeersdeelnemers worden volgens de meerderheid van nauw bij de handhaving betrokken functionarissen bij de nieuwe regelge-ving beter beschermd, maar volgens en derde toch nog te weinig. • Het nieuwe RVV (RVV 1990) wordt door de meerderheid als verbete-ring beschouwd ten opzichte van het oude RVV uit 1966.

• De kennis over de nieuwe regelgeving wordt door de handhavers zowel bij weggebruikers als -beheerders in belangrijke mate als onvoldoende ervaren.

• Het flankerend beleid zowel in de richting van de weggebruikers als de -beheerders wordt door de meerderheid van de handhavers als onvoldoen-de beooronvoldoen-deeld.

Gezien de samenstelling en omvang van de beschreven steekproef en de sterke betrokkenheid van de beroepspopulaties die daarin zijn vertegen-woordigd, mogen de conclusies als redelijk representatief en relevant worden verondersteld.

(12)
(13)

Bijlagen 1 t/m 4

Bijlage l. Vragenlijst Evaluatie RW 1990, BABW en flankerend beleid.

Bijlage 2. Resultaten enquête onder deelnemers applicatiedagen RW 1990 en BABW

( PVI-ApeldoornJ.

Bijlage 3. Aard van de problemen bij overleg met wegbeheerders.

(14)
(15)

•••• ••

••

••

••

•• •• ••

•••••

••

••

••

•• •

••

••

•••• •••••

••

••

••

••

•••

••

••

Vragen/ijst Eva/uatie RVV /990, BABW en flankerend beleid

Bijlage

1.

Toelichting: Vnjwel alle vragen hebben een "gesloten" karakter. d.w.z. U

runt

ze beantwoorden door het betreffende vakje (of all meer LIltwoorden van toepa.lllng ZIjn meerdere) UIl te Itruuen ~ "zwan." te muen. Bij de enkele vragen waar het LIltwoord door uzelf moet worden omschreven verzoeken Wlj u dit ItOlt of evenrueel d.m.V. enkele trefwoorden UIl te gevea Als afsluiting van de vragenlijst is de mogelijkheid geboden oog ~erungen ~ bezwaren betreffende het RVV, BABW en flankerend beletd naar voren te brengen. voorzover die nog niet un de orde zijn geweesL

Bedankt voor Uw medewerting.

• 1: Het herziene RVV en nieuwe BABW gua uU van een lOden achtergrood nJosotle dan bet voorgaande RVV uit 1966.

Kunt U aangeven of U achter de volgende uitgLllgspunten staat?

ja nee geen mening - BeperlOng aantal regel.! tot noodzakelijke basisregel.!. 0 0 0

- Meer overlaten aan eigen verantwoordelijkheid en

inzicht van de weggebruikers. 0 0 0

- Betere naleVUlg door eenvoudiger en minder regels 0 0 0

- Bevoegdheden tot nemen van veriteersbesluiten bij

lokale wegbeheerders. 0 0 0

- Zorgvuldig en terughoudend gebruik veriteerstekens en

-borden. 0 0 0

- Meer infrutructurele en fysieke maatregelen teneinde

het verkeer in goede banen te leiden. 0 0 0

- "Verplicht" overleg twsen politie en wegbeheerders bij

verkeersbesluiten. 0 0 0

*1: De procedure biJ bet tot stand komen VUl verkHnbesluiten Is gewlJzild:

ja nee geen mening - Vindt U de nieuwe procedure een verbetering? 0 0 0

- Vindt u het een goede Z».k dat de wegbeheerder zelf de

bevoegdheid tot het nemen van verkeersbesluiten heeft? 0 0 0

- Vindt U het een goede zaait dal de wegbeheerder gehouden is de politie bij de besluitvorming te

betrelcken ? 0 0 0

- Heeft U bij genoemd overleg bepaalde problemea

ondervooclen? 0 0 0

- Zo ja, welke problemen ... _ ... ...

*3: De lavoertlll vu de aJeuwe r~-.taa la Kepurd &elUI! met fIaIlkerend beleid til dh'ene acdvttàtell VUl vendlUleade IDtermedialre IDstandes.

Welke activiteiten zijn er door en binnen Uw korps c1 groep met betrekkin& tot het RVV en BABW tot nu toe ootwikkeld?

- Cursussen (intern) 0

- Instructie bijeenkomsten (extern) 0

- DiSOlssies 0

- Beleidsuopusingen 0

- Aanpassing van handhavingsprocedure 0 - Verhoging van de handhavingsinspanning in het verlteer 0

- V oorlîchtingsactiviteiten voor derden en publiek 0

- overige: al: ... .

*4: Wat voor CUG5equeGdes beeft de Iavoerilll VUl de aJeuwe recel&e-.tnc vol&- U ten aanziea vaa de baodbaYÛII gellad?

- Geen veranderingen 0

- Gecompliceerder 0

- Toename wertdruk 0

- Vermindering werltlut 0

- Eenvoudiger 0

- Sterker accent op specifieke veiligheidsaspecten 0 - Minder undacht op overtreding ca:\crete regel. 0

- Meer PV's/bescllikk:ingen 0

- Minder PV' s/bescllikk:ingen 0

- Meer "waanchuwingen" i.p.v. PV's/beschikkingen 0 - Toename "schrijf" PV's ah gevolg van art.2S WVW 0 - Minder overtredingen door veranderd verkeersgedrag van verkeersdeeInemen. 0

(16)

·S: Wdll:e eft'ecteIl heeft U tot nu to<e In dit opzicbt ln de praktijk gecoostat.eerd met betrek.ldlll het gflin& VaD weuebrulken en de verkeenveillgbdd?

· Geen veranderingen in gedrag

· sOClaler gedrag Lo.v. mede weggebruikers · Houden ZIch be~r UIl de regels - Vertonen meer vericeenmZlcht

o

o

o o · Ontzien met name kwetsbare vericeendee1nemen 0

· Gedragen ZIch veiliger 0

· De vericeenveiligbeld IS: toegenomen 0 met veranderd 0 afgencn!en 0

• 6: Met de herneolng vaD het RVV uit 1966 (tot het RVV 1990) werd eetII aantal dnelstelllngen beoogd.

Zijn volgens L' de ruema geformuleerde doels~llingen gerealiseerd?

• Is een vereenvoudigde regelgeving gerealiseerd?

· h 10 de praknjlc een zorgvuldig en ~rughoudend

gebruik van vericeen~keru al mericbaar?

· Passen weg beheerden volgens U al op ruime schaal infra.urucrurele voorneningen (b.v. melheidsverlagers)

toe in plaats van ~kens of rege!J?

ja nee o 0 o 0 o 0 geen mening o o

o

• 7: Met bei RVV 1990 werd eveneens beoogd bepaalde groepeo verkeendeelnemen (extra) te besdlermeu.

Wilt U voor de ondentunde groepen Uw mening geven over de male van bescherming die het nieuwe RVV biedt Lo.V. het oude en of U die beschermlOg voldoende, ~ sterk of ~ weU1lg VUJ<it?

bescherming LO.V. RVV 1966 ma.te van bescherming meer evenveel minder ~ veel genoeg ~ weinig

zwaar verkeer 0 0 0 0 0 0 automobili Sleil 0 0 0 0 0 0 moWm jders 0 0 0 0 0 0 bromfietsers 0 0 0 0 0 0 fietsen 0 0 0 0 0 0 voetgangers 0 0 0 0 0 0 ouderen 0 0 0 0 0 0 kinderen 0 0 0 0 0 0 gelwldicapten 0 0 0 0 0 0

• 8: Wat Is Uw mem ... over de lnboud vu bet RVV 1990 la vqelJJk.lllcmet bet RVV VaD 1966!

verbetenng ongeveer betzelfde venlccbterini

0 0 0 ja

o

nee

o

geen mening

o

• 10: ZIjD volgl!Dl U de weaebndken voidoeDde op de boogte vu de nieuwe regetenlDc!

ja

o

nee

o

geen mening

o

• ll: Wat IJ Uw meolne over hei gevoerde flankereod beletd In de ridldDC 'JaD de w.bäeerden!

voldoende onvoldoeode geen mening

0 0 0

• U: Wat IJ Uw meolDe over bet gevoerde flankereod betetd In de rkbdDl VaD de wegebrWken!

voldoende onvoldoeode geen mening

0 0 0

• 13: En tenslotte, beeft U op dit moment DOl beozwaren of opmeRingen teil aanziea vaD (oaderdelea vaal bet berziene RVV of nieuwe BABW dan k.unt U die bier aange'Jea eo eventueel toeUchtell:

Funktie: - kerninstructeur . overlegfunctiooari. verkeersbesluilell - vertcenm&llager of coördinator

o

o

o

o

(17)

Bijlage 2.

Resultaten enquête onder deelnemers applicatiedagen RW 1990 en

BABW

(PVI-Apeldoorn)

Toelichting: Vnjwel alle vragen hebben een "gesloten" karakter. d.w.l. U kunt ze beantwoorden door het betreffende vakje (of als meer antwoonlen van toepassIng Zljn meerdere' aan te kruIsen of "zwart" te maken. Bij de enkele vragen waar het antwoord door uzelf moet worden omschreven verzoeken WIj u dit kon of eventueel d.m.V. enkele trefwoorden aan te geven. Als afsluiting van de vragenlijst is de mogelijkheid geboden nog opmeoongen af bezwaren betreffende het RVV. BABW en flankerend beleid naar voren te brengen. voorzover die nog niet aan de orde zijn geweesL

* 1: Het herziene RVV en nieuwe BABW gaan uit van een andere achtergrond filosofie dan het voorgaande RVV uit 1966. Kunt U aangeven of U achter de volgende uitgangspunten staat?

ja nee geen mening abs. % abs. % abS' % - Beperking aantal regels tot noodzakelijKe basisregels. 303 92 23 7 3 - Meer overlaten aan eigen verantwoordelijkheId en

iRZlcht van de weggebruiker;. 215 65 102 31 12 4 - Betere naleving door eenvoudiger en minder regels. 264 80 60 18 5 2 - Bevoegdheden tot nemen van verkeersbesluiten bij

lokale wegbeheerder;. 270 82 39 12 20 6 - Zorgvuldig en terughoudend gebruik verkeer;tekens en

-borden. 312 95 II 3 6 2

- Meer infrastructurele en fysieke maatregelen teneinde

het verkeer in goede banen te leiden. 306 93 15 5 8 2 - "Verplicht" overleg tussen IX'litie en wegbeheerder; bij

verkeer;besluiten. 322 98 4 4

*2: De procedure bij het tot stand komen van verkeersbesluiten .Is gewijzigd:

ja nee geen mening abs. % abs. % abs. % - Vindt U de nieuwe procedure een verbetering? 255 78 18 5 56 17 - Vindt u het een goede zaak dat de wegbeheerder zelf de

bevoegdheid tot het nemen van verkeer;besluiten heeft? 231 70 76 23 22 7 - Vindt U het een goede zaak dat de wegbeheerder

gehouden is de IX'litie bij de besluitvorming te

betreldcen? 314 95 7 2 8 3

- Heeft U bij genoemd overleg bepaalde problemen

ondervonden? 86 26 129 39 14 35

*3: De invoering van de nieuwe regelgeving Is gepaard gegaan met flankerend beleid en diverse activiteiten van verschillende Intermediaire instanties.

Welke activiteiten zijn er door en binnen Uw korps of groep met betreldcing tot het RVV en BABW tot nu toe ontwikkeld?

- Cursussen (intern)

- Instructie bijeenkomsten (extern) - Discussies

- Beleidsaanpassingen

- Aanpassing van handhavingsprocedure

- Verhoging van de handhavingsinspanning in het verkeer - Voorlichtingsactiviteiten voor derden en publiek

abs. % 294 89 157 48 63 19 67 20 58 18 27 8 133 40

*4: Wat voor consequenties heeft de Invoering van de nieuwe regelgeving volgens U ten aanzien van de handhaving gehad?

- Geen veranderingen - Gecompliceerder - Toename werkdruk - Vermindering werklast - Eenvoudiger

- Sterker accent op specifieke veiligheidsaspecten - Minder aandacht op overtreding concrete regels - Meer PV's!beschildcingen

- Minder PV's!beschillingen

- Meer "waar.schuwmgen" i.p.v. PV's/beschillingen - Toename "schrijf' PV's als gevolg van arL25 WVW

- Minder ovenredingen door veranderd verkeersgedrag van verkeer;deelnemers. abs. % 99 30 58 18 32 10 56 18 134 41 69 21 83 25 61 19 83 25 72 22 37 11 23 7

(18)

*5: Welke effecten heeft U tot nu toe In dit opzicht in de praktijk geconstateerd met betrekldng het gedrag van weggebruikers en de verkeersveiligheid?

- Geen verandenngen in gedrag

- socla1er gedrag LO.V. mede weggebruikers Houden zlCh beter aan de regels

- Vertonen meer verkeemnZlcht

- Ontzien met name kwetsbare verkeersdeelnemers - Gedragen ZIch velliger

- De verkeersveiligheid is: - toegenomen - met veranderd - afgenomen - Geen antwoord ah!. % 250 76 5 2 9 3 7 2 11 3 6 2 34 10 221 67 7 7 34 10

* 6: Met de herziening van het RVV uit 1966 (tot het RVV 1990) werd een aantal doelstellingen beoogd. Zijn volgens U de hierna geformuleerde doelstellingen gerealiseerd?

ja - Is een vereenvoudigde regelgeving gerealiseerd?

- Is Ifl de praktljk een zorgvuidig en terughoudend gebruik van verkeerstekens al merkbaar?

- Passen wegbeheerders volgens U al op ruime schaal infrastructurele voorneningen (b.v. snelheidsverlagers ) toe in plaats van tekens of regels?

ahs. % 264 81 81 25 107 33 nee ahs. % 34 10 204 62 195 59 geen mening ahs. % 22 7 14 4 18 5 geen antw. ahs. % 9 3 30 9 9 3 • 7: Met het RVV 1990 werd eveneens beoogd bepaalde groepen verk.eersdeelnemers (extra) te beschermen.

Wilt U voor de onderstaande groepen Uw mening geven over de mate van bescherming die het nieuwe RVV biedt LO.V. het oude en of U die beschermmg voldoende. te sterk of te weinig VIndt?

bescherming t.o.v. RVV 1966 mate van bescherming

meer evenveel minder g. antw. te veel genoeg te weinig g. antw. ahs. % ahs. % ahs. % ahs. % ahs. % ah!. % ahs. % ahs. % zwaar verkeer 16 5 209 64 19 6 85 26 11 3 169 51 14 4 135 41 automobilisten 14 4 186 57 33 10 97 29 16 5 165 50 14 4 134 41 motomjders 16 5 185 57 26 8 102 31 9 3 146 44 37 12 137 42 bromfietsers 56 17 140 43 34 10 99 29 16 5 119 36 55 17 139 42 fietsers 11936 94 29 36 11 80 24 19 6 87 26 106 32 117 36 voetgangers 17754 49 15 35 11 62 19 13 4 83 25 121 37 112 34 ouderen 10632 114 35 33 10 76 23 6 2 80 24 12638 117 36 kinderen 11234 98 30 38 12 89 27 5 2 73 22 13441 117 36 gehandicapten 10933 92 28 30 9 92 28 7 2 88 27 121 37 113 34

• 8: Wat Is Uw mening over de inhoud van het RVV 1990 in vergelijking met het RVV van 1966? verbetenng ong. hetzelfde verslechtering geen antw.

ahs. % ah!. % ahs. % ah!.% 25377 47 14 17 5 12 4

• 9: Zijn volgens u de wegbeheerders voldoende op de hoogte van de nieuwe regelgeving? ja ahs. % 72 22 nee ahs. % 183 56 geen mening ahs.% 61 19 geen antw. ahs.% 13 4

• 10: Zijn volgens U de weggebruik.ers voldoende op de hoogte van de nieuwe regelgeving?

ja ahs. % 21 6 nee ahs. % 288 88 geen mening ahs.% 9 3 geen antw. ahs.% 11 3

• 11: Wat is Uw mening over het gevoerde flankerend beleid In de richting van de wegbel1eerders? voldoende onvoldoende geen mening geen antw.

ahs. % ahs. % ahs. % ahs.%

49 15 199 60 72 22 9 3

• U: Wat Is Uw mening over het gevoerde nankerend beleid in de richting van de weggebruikers? voldoende onvoldoende geen menmg geen antw.

abs. % ah!. % ahs. % ahs.%

(19)

Bijlage

3.

Aard van de problemen bij overleg met wegbeheerders.

Inventarisatie van de antwoorden op het open gedeelte van vraag 2: Welke problemen zijn ondervonden bij het 'voorgeschreven' overleg met de wegbeheerders bij de voorbereiding van verkeersbesluiten nieuwe stijl?

Aard probleem

• Belemmering Guiste) toepassing van infrastructurele voorzieningen in plaats van borden of tekens door (te) beperkte (financiële) middelen.

• Vrijblijvendheid bij verwerking advies van de politie • Geen of te laat overleg

• 'Doordrijven' eigen opvatting door wegbeheerders. • Onvoldoende deskundigheid wegbeheerders. • Besluiten teveel onderhevig aan 'politiek'.

• Te weinig begrip voor verkeers- en handhavingsaspecten.

Suggesties (komend uit politiekringen):

a. Openbaarheid ten aanzien van resultaten van overleg. b. Instellen van een geschillencommissie.

c. Sanctie mogelijkheden voor politie bij onjuiste procedure.

aantal

19

19

16

15 14 10

9

(20)

Bijlage 4.

Inventarisatie van de opmerkingen bij vraag 13

Er is 'bescheiden' gebruik gemaakt van de mogelijkheid bij punt 13 aanvullende opmerkingen te plaatsen. Een deel is wellicht te verklaren uit het feit dat de meest relevante aspecten al in de vragenlijst zelf aan de orde zijn geweest. Daarnaast speelt mee dat de enquete ingepast moest worden in het dagprogramma en daardoor beperkte tijd voor invulling beschikbaar was. Een aanzienlijk aantal aanwezigen maakte bovendien gebruik van de mogelijkheid om ter plaatse mondeling te reageren of vragen te stellen.

De volgende opmerkingen zijn geïnventariseerd:

• Flankerend beleid richting wegbeheerders ondeugdelijk (llx) • Meer voorlichting richting weggebruikers noodzakelijk (9x) • Uitbreiding handhavingscapaciteitJinspanningen gewenst (5 x) • Niet teveel aan de weggebruikers zelf overlaten (4x) • Sanctie mogelijkheden instellen bij negeren van overleg (3 x) • Minder PV's of beschikkingen door rompslomp art.25 WVW (3x) • Meer druk leggen bij wegbeheerders om infrastructurele

voorziemngen toe te passen. (3x)

• Meer bescherming van zwakkere verkeersdeelnemers nodig (2x) Onduidelijkheden of anderzins problemen werden onderkend bij: (echter slechts door één of enkele aanwezigen vermeld).

• Art. 31 WVW. • Parkeerregeling. • Snelheidshandhaving. • Doorgetrokken streep. • Matrix borden.

• Borden verplichte rijrichting. • Regeling doorrijden na aanrijding. • Voorrangsregeling op rotonde's.

• Beroepsprocedure bij verkeersbesluiten. • RVV 1990 art. 5 en 6 lid 4.

• RVV 1990 art. 22.

• Regeling betreft gordeldraagplicht. • Positie motorrijders.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

For developing both formulas McDermid Heyns first counted the number of sentences, words and syllables, and then used the outcomes as linguistic predictors in

that the management at station level do not always consult with employees in relation to decisions that affect them and there are not always opportunities created for employees

In this regard, the study aims at researching the following goals: Firstly, it aims to argue that unemployment in general is perpetuated by the dialectical

Het verplicht stellen van het dragen van een helm voor zowel de bestuurder als de passagier van een snorfiets, heeft tot doel het aantal verkeersdoden en –gewonden onder

V an zaterdag 29 juli tot en met zater- dag 5 augustus 2017 viert Santpoort feest. Binnen acht dagen organiseert de Harddraverij Vereniging meer dan veertig evenementen, groot

Met deze verkenning hopen we lessen te trekken voor (nieuwe) politieke partijen, maar ook over de algemene aantrekkingskracht van de lokale politiek: Veel inwoners

Deze ambitieniveaus bieden een terugvaloptie Het verdient aanbeveling om het ambitieniveau naar beneden bij te stellen als onvoldoende voldaan kan worden aan de voorwaarden voor

„Ook al weet je in de verste verte niet wanneer een bepaald object verdwenen is, doe toch maar aangifte bij de lokale politie, zeker als je vermoedt dat het