voor biologische agroketens
Akkerbouw en
vollegrondsgroente
Bioconnect initieert en begeleidt het onderzoek voor de biologische landbouw. Het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie financiert het onderzoek. Wageningen UR (University & Research centre) en Louis Bolk Instituut voeren het onderzoek uit.
Plant Research International Joeke Postma
joeke.postma@wur.nl
Joeke Postma Mirjam Schilder
Weerbaarheid van bodems tegen diverse ziektes kan sterk verschillen. In een ziektewerende grond zal, ondanks de aanwezigheid van een ziekteverwekker, geen of weinig schade optreden in een vatbaar gewas. Het microbiële bodemleven is hierbij een belangrijke factor.
Verschillen in natuurlijke bodemweerbaarheid Bodemweerbaarheid tegen Rhizoctonia solani wordt regelmatig aangetoond, maar er is geen eenduidige relatie met organisch stof. Van verschillende BIOM-percelen is tussen 2004 en 2006 de ziektewering bepaald en
vergeleken met een groot aantal bodemparameters. Er werd een correlatie gevonden tussen ziektewering tegen
Rhizoctonia en de aanwezigheid van de antagonistische bacterie Lysobacter. Gras-klaver leek een positieve invloed te hebben op ziektewering tegen Rhizoctonia (Figuur 1).
Bodemweerbaarheid
door bodemleven
Stimulering van bodemweerbaarheid door toevoegingen In het huidige onderzoek wordt onderzocht hoe antagonis-tische populaties gestimuleerd kunnen worden en of dit effect heeft op de bodemweerbaarheid. Door toevoeging van chitine, chitosan, gist of champignonpoeder verbetert de ziektewering tegen Rhizoctonia solani in kleigrond (Figuur 2) en neemt de antagonistische Lysobacter-populatie toe. Compost heeft geen effect. Voor een praktische toepassing wordt gezocht naar goedkopere reststromen met hetzelfde effect als gist of chitine.
Grond zonder (links) en met (rechts) natuurlijke bodemweerbaarheid
Joeke Postma en Mirjam Schilder
Grondmonsters verzamelen voor onderzoek aan bodemweerbaarheid
Weerbaarheid van bodems tegen diverse ziektes kan sterk verschillen. In een ziektewerende grond zal, ondanks de aanwezigheid van een ziekteverwekker, geen of weinig schade optreden in een vatbaar gewas. Het microbiële bodemleven is hierbij een belangrijke factor.
Verschillen in natuurlijke bodemweerbaarheid
Bodemweerbaarheid tegen Rhizoctonia solani wordt regelmatig aangetoond, maar er is geen eenduidige relatie met organisch stof. Van verschillende BIOMpercelen is tussen 2004 en 2006 de ziektewering bepaald en
vergeleken met een groot aantal bodemparameters. Er werd een correlatie gevonden tussen ziektewering tegen
Rhizoctonia en de aanwezigheid van de antagonistische bacterie Lysobacter. Grasklaver leek een positieve invloed te hebben op ziektewering tegen Rhizoctonia (Figuur 1).
0 5 10 15 20 25 A D E G bedrijf Rh iz . v er sp re id in g in c m 3 jr na grasklaver grasklaver LSD = 7.1
Figuur 1. Bodemweerbaarheidstoets onder gecontroleerde omstandigheden (links) en metingen in percelen met en 3 jaar na grasklaver (rechts)
Grond zonder (links) en met (rechts) natuurlijke bodemweerbaarheid
Stimulering van bodemweerbaarheid door toevoegingen
In het huidige onderzoek wordt onderzocht hoe antagonis tische populaties gestimuleerd kunnen worden en of dit effect heeft op de bodemweerbaarheid. Door toevoeging van chitine, chitosan, gist of champignonpoeder verbetert de ziektewering tegen Rhizoctonia solani in kleigrond (Figuur 2) en neemt de antagonistische Lysobacterpopulatie toe. Compost heeft geen effect. Voor een praktische toepassing wordt gezocht naar goedkopere reststromen met hetzelfde effect als gist of chitine.
Rhizoctonia solani in suikerbiet (sept. 2009)
0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 Zwaa gdijk - ster iel Zwaa gdijk Z + ch ampo st 3% Z +ch itosa n 0.03 % Z + ch itosa n 0.3% Z + ce llulos e 0.3% Z + ch ampig non 0 .3% Z + ch itosa n 0.9% Z + ch itine 0 .3% Z + gi st 0.3 % Zi ek te ve rs pr ei di ng (c m ) LSD = 8.1
Figuur 2. Verspreiding van Rhizoctonia solani AG2.2IIIB in suikerbiet in grond (Zwaagdijk) waaraan verschillende organische reststromen zijn toegevoegd. Ziektewering is geheel verdwenen na sterilisatie van de grond (gearceerde kolom).
Bodemweerbaarheid door bodemleven
Plant Research International [Postbus 69, 6700 AB Wageningen] Joeke Postma joeke.postma@wur.nl 0317 48 06 64
Akkerbouw en
vollegrondsgroente
Joeke Postma en Mirjam Schilder
FOTO
Grondmonsters verzamelen voor onderzoek aan bodemweerbaarheid
Weerbaarheid van bodems tegen diverse ziektes kan sterk
verschillen. In een ziektewerende grond zal, ondanks de
aanwezigheid van een ziekteverwekker, geen of weinig
schade optreden in een vatbaar gewas. Het microbiële
bodemleven is hierbij een belangrijke factor.
Verschillen in natuurlijke bodemweerbaarheid
Bodemweerbaarheid tegen
Rhizoctonia solani
wordt
regelmatig aangetoond, maar er is geen eenduidige relatie
met organisch stof. Van verschillende BIOM-percelen is
tussen 2004 en 2006 de ziektewering bepaald en
vergeleken met een groot aantal bodemparameters. Er werd
een correlatie gevonden tussen ziektewering tegen
Rhizoctonia
en de aanwezigheid van de antagonistische
bacterie
Lysobacter
. Gras-klaver leek een positieve invloed
te hebben op ziektewering tegen
Rhizoctonia
(Figuur 1).
0 5 10 15 20 25 A D E G bedrijf R hi z. v er sp re id in g in c m 3 jr na grasklaver grasklaver LSD = 7.1
FOTO
Figuur 1. Bodemweerbaarheidstoets onder gecontroleerde omstandigheden
(links) en metingen in percelen met en 3 jaar na gras-klaver (rechts)
FOTO
Grond zonder (links) en met (rechts) natuurlijke bodemweerbaarheid
Stimulering van bodemweerbaarheid door toevoegingen
In het huidige onderzoek wordt onderzocht hoe
antagonis-tische populaties gestimuleerd kunnen worden en of dit
effect heeft op de bodemweerbaarheid. Door toevoeging van
chitine, chitosan, gist of champignonpoeder verbetert de
ziektewering tegen
Rhizoctonia solani
in kleigrond (Figuur 2)
en neemt de antagonistische
Lysobacter
-populatie toe.
Compost heeft geen effect. Voor een praktische toepassing
wordt gezocht naar goedkopere reststromen met hetzelfde
effect als gist of chitine.
Rhizoctonia solani in suikerbiet (sept. 2009)
0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 Zwaa gdijk - ster iel Zwaa gdijk Z + ch ampo st 3% Z + ch itosa n 0.03 % Z + ch itosa n 0.3% Z + ce llulos e 0.3% Z + ch ampig non 0 .3% Z + ch itosa n 0.9% Z + ch itine 0 .3% Z + gi st 0.3 % Zi ek te ve rs pr ei di ng (c m ) LSD = 8.1
FOTO
Figuur 2. Verspreiding van Rhizoctonia solani AG2.2IIIB in suikerbiet in grond
(Zwaagdijk) waaraan verschillende organische reststromen zijn toegevoegd.
Ziektewering is geheel verdwenen na sterilisatie van de grond (gearceerde
kolom).
Bodemweerbaarheid door bodemleven
Plant Research International [Postbus
69, 6700 AB Wageningen]
Joeke Postma
joeke.postma@wur.nl
0317 48 06 64
Akkerbouw en
vollegrondsgroente
Figuur 2. Verspreiding van Rhizoctonia solani AG2.2IIIB in suikerbiet in grond (Zwaagdijk) waaraan verschillende organische reststromen zijn toegevoegd. Ziektewering is geheel verdwenen na sterilisatie van de grond (gearceerde kolom). Grondmonsters verzamelen voor onderzoek aan bodemweerbaarheid
0 5 10 15 20 25 A D E G Z ie kt ev er sp re id in g (c m ) bedrijf 3 jr na grasklaver grasklaver
Figuur 1. Bodemweerbaarheidstoets onder gecontroleerde omstandigheden (links) en metingen in percelen met en 3 jaar na gras-klaver (rechts)
LSD = 7.1