• No results found

De steekproef voor het rentabiliteits- en financieringsonderzoek van de fruitteelt in Nederland

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De steekproef voor het rentabiliteits- en financieringsonderzoek van de fruitteelt in Nederland"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

L . van Noort

DE STEEKPROEF VOOR HET RENTABILITEITS- EN FINANCIERINGS-ONDERZOEK VAN DE FRUITTEELT IN NEDERLAND.

Interne Nota No. 207

v\\H-E£

r -, .^ /f

g

£ â^.

^$\

tm m-A

2

0

im, IS

Oktober 1975

r

M

(2)
(3)

WOORD VOORAF

Door de afdeling Tuinbouw wordt j a a r l i j k s een onderzoek v e r r i c h t naar de rentabiliteit en de financiële positie in de belangrijkste takken van tuinbouw.

Het onderzoek van de fruitteelt in Nederland is met ingang van 1974 op een nieuwe steekproef g e b a s e e r d .

In deze publikatie wordt een verantwoording gegeven van de wijze waarop de steekproef is samengesteld.

De steekproef is samengesteld door A . J . L . van Antwerpen.

Het Hoofd van de afdeling Tuinbouw,

(4)
(5)

DE FRUITTEELT IN NEDERLAND

a. D e p o p u l a t i e

Ten behoeve van het r e n t a b i l i t c i t s en financieringsonderzoek w a a r -voor eenmaal in de 5 à 6 j a a r de steekproef wordt vernieuwd - is een

onderzoek ingesteld naar het aantal bedrijven met pit- en steenvruchten en de bedrijfsomvang daarvan. Als b a s i s hiervoor is gebruik gemaakt van de Landbouwtelling 1973.

Volgens de Landbouwtelling 1973 waren er in Nederland 10 557 b e d r i j -ven met pit- en steenvruchten (in 1968 21 558 bedrij-ven). De oppervlakte met pit- en steenvruchten bedroeg 31 774 ha. (In 1968 45 718 ha). Een

specificatie per provincie van de bedrijven alsmede de oppervlakte met pit en steenvruchten is in bijlage 1 gemaakt, waarin bovendien het a a n -tal bedrijven is vermeld in de noordelijke provincies, die - uit kosten-overwegingen - buiten het onderzoek zijn gehouden.

Van voornoemde 10 557 bedrijven met pit en steenvruchten kon w o r den vastgesteld dat e r 4 513 bedrijven niet voldeden aan de m i n i m u m -eisen die in het algemeen aan het onderzoek zijn gesteld. Van de reste-rende 6 044 bedrijven bleken er 3 962 niet te voldoen aan de k r i t e r i a die voor de groep " g e s p e c i a l i s e e r d e fruitteeltbedrijven" zijn gesteld. 2 082 g e s p e c i a l i s e e r d e fruitteeltbedrijven bleken in e e r s t e aanleg - voor het rentabilité i t s - en financieringsonderzoek - geschikt te zijn. In voornoem-de 2 082 bedrijven zijn 27 bedrijven begrepen die in voornoem-de vier noorvoornoem-delijke provincies zijn gelegen; zoals e e r d e r v e r m e l d , zijn deze bedrijven niet in het onderzoek betrokken 1). De steekproef is in e e r s t e instantie g e b a -seerd op 2 055 g e s p e c i a l i s e e r d e fruitteeltbedrijven. (Zie tabel 1, blz.6)0

D e s t e e k p r o e f

Voor de samenstelling van de steekproef zijn de 2 055 bedrijven g e o -grafisch in 5 gebieden onderscheiden. P e r gebied zijn de bedrijven naar grootteklasse ingedeeld.

Uit elke grootteklasse van bedrijven is vervolgens een willekeurige steekproef genomen. De steekproefpercentages zijn per bed r i j f s g r o o t t e k l a s s e opgenomen in tabel 2. Uit deze tabel blijkt dat de " g r o t e r e " b e -drijven veel s t e r k e r in de steekproef zijn vertegenwoordigd dan de

Van de in bijlage 1 genoemde 153 bedrijven, die gelegen zijn buiten de gebieden van onderzoek, bleken er slechts 27 bedrijven geschikt te zijn voor het onderzoek.

(6)

43 o co CD bD bJD O •—i c a ri co Sn CD CU T3 d CD > •r-> • i H CD 42 CD CD 3 U « • H CD S-I CD CD CO o p . CO CD bD d d d CD C JÀ ri CD > O , - „ N S ^ c 'S d) J* CD S-l CD PQ 0> X a H 5S? d ^ ^ ai 1 Ä CD CD , £ " 43 U -id ri CD a a O d CD > •rH S-l -a 42 d ri < O (M O r H © O CO

S V c CD 3 O .a ri J co C 0) > <D Xi CD C • l - l a) 1 — 1 bDJ*! O 0> > H 00 r -00 • * r~ r~ i H CO M CM 00 CO rH i r a en c ^ CM CM c~-r-H CM CM LO C D C^ LO LO O CO LO O "tf • ^ O LO CO O CO • * CD o CO T 3 - « M CD O 4 3 O CO xi o x : co y •- SP CD •!=, ce CM C i IO [ - LO C- 00 LO 00 CM 1 0 co -tf (M T F CO O Ci C O C O a - * CD CQ t , <D

3 -°

ro a) O ^ • o ni 43 > bD ü ri d 3 - CD SH

"'£ S

•*-> r r , CD s ^ d CI OJ g CD T 3 > bD I T3 S £ 0) CD £ PQ Ü ri 10 IO ^ o CM 0 0 " * C\l o CM CM I > 00 CM O CM • r-l 43 Ü CQ CD bJD bD CD 1—1 d ri ri CD - M co CD j d a) a;

•s g

CD CD 'Xl T3 c o CD -i_> > CD 'O o £ o pq > CD O SI u a> -a c o d ri > LO O (M LO LO O CM CD O a CD CD CD M C a) 42 C CD > • 1 — * r-1 co • Ü CQ CD ri cq pq ai *H O O > r H Od CO - ^ W CD 0 0 CT5 I O u CL CD -a c ri > CD a M CD bD 0

a

bc G r—1 CD T3 tn O O CD Xi S CD CD 0) •r-« T3 c CD 1—1 ri - u CD bD C0 bD Ö • r H T J 3 O CD > C ::=r S) oT "eu Xi CQ C (D T 3 43 C n i Ö CD bD SU •tH - U ^ 0 •r-t r - ( 0) • r H 4 - > 3

'S

U & OJ 4<i •r-l "u CD T3 Ö O SI

"a

CD T3 ri > C 01 H-l •r—> • r H ^| T3 CD 4 2 CD CD 43 CD bD CD 43 CQ ri Si > u CD 42 ri ri ri -^ -w 3 CD

(7)

CD O U & O 0> CD a o a c 01 . M (IJ o u CD 'S o bJQ Ö

3

CD CD > CM 'S •S CD erf O . c CD ^ ü Ctj > U CD a a O M CD O ^ ecj Ö .i-l CD CQ cd O- S ai CD - g-<-> e o i _tij =4-1 CD P co a i d CD CD

a g l d

, M —< CU a co .a a 1 CD p co a =S CD a r-^ ö CD > •r—% • r - l CD C cd

<:

e .2

CD O S-< c d a g cd o; ° a co £ a CD o u a a -a1 5 ai—i i CQ CD -4-a -4-a O O u T3 CD ^ 3 S-i cd co ' a CD Ö Q pq --d- CD CD CO C D C75 0 0 CO CO O l LO 0 0 CM CT5 co

^

c— CO LO 0 0 CM CX> C D C O CO CO CO en LO LO 00 CO C5 LO CO CO CO CO L O 0 0 C7i CO CO* CO 0 0 C M CD CO CD" CD CD r~ L O 0 0 Ci CO rH CT5 CD* CD m CM LO CM* CO o" CM CM CO Ol CM CM" o LO CM © lO o CM CO CO • > # o CO CM l O o C D L O CO CO o LO LO o o CM i - l O CD O CM 1 O CM T H O 00 ! O CM O 00 • > * A 1 O 00 -cd cd o H

(8)

" k l e i n e r e " bedrijven 1). Bij de berekening van de gemiddelde cijfers van kosten en opbrengsten enz.) is uiteraard met de verschillende s t e e k -proefpercentages rekening gehouden (Tabel 2, blz. 7).

De mate waarin de bedrijven van de steekproef over de bedrijfsgroot-t e k l a s s e zijn verdeeld, blijkbedrijfsgroot-t eveneens uibedrijfsgroot-t bedrijfsgroot-tabel 2, waarin zowel bedrijfsgroot-t.a.v. het aantal bedrijven het aantal s b e ' s en de oppervlakte pit en s t e e n -vruchten de steekproef met de populatie is vergeleken.

Uitgaande van verschillende steekproefpercentages per grootteklasse werden 70 bedrijven voor deelname aan het onderzoek bezocht. Het r e -sultaat van het bezoek aan de 70 aldus gekozen bedrijven is als volgt:

g e s p e c i a l i s e e r d e fruitteeltbedrij ven

1. Geschikt voor en bereid tot deelneming 36 2. Geschikt voor, doch niet bereid tot deelneming 18

3 . Om administratieve redenen niet geschikt tot

deelneming 7 4. In verband met plannen tot verkoop van het b e

-drijf niet geschikt voor deelneming 2

5. Te klein (> 60 sbe's) 1 6. I.v.m. een te verwachten onteigening niet g e

-schikt voor deelneming 4 7. Gemengd met andere takken van bedrijf of b e

-roep 2

70

Ter vervanging van de onder punt 2, 3 en 4 genoemde bedrijven w e r -den 27 bedrijven van nagenoeg dezelfde grootte in het onderzoek Detrok-ken.

De voor het onderzoek ongeschikte 7 bedrijven, zie punt 5 t / m 7, zijn niet vervangen. Bij de vaststelling van de steekproefpercentages is r e -kening gehouden met het feit dat niet alle bedrijven voor het onderzoek geschikt zouden zijn.

De 63 uiteindelijk in het onderzoek betrokken bedrijven vertegenwoor-digen een populatie van naar schatting 1 850 bedrijven.

Door rekening te houden met de verschillende mate waarin " g r o t e r e " en " k l e i n e r e " bedrijven tot de totale produktie bijdragen, wordt de betrouwbaarheid van de informatie over de r e s u l t a t e n van de tuin-bouw, die op basis van een beperkt aantal waarnemingen kan worden gegeven, v e r b e t e r d .

(9)

'S

(Ti I—I u <D d • f - i d O) -C ü > d CU 0) d > . 1 - 4 r H 0) CU • l — S • i - l pq d CU - J J X! O 3 r-l > d CU CU u2 d d T3 CU 0) cd > CD a O O > CL) o N U cu d T3 cd -d CD O u si *-. -r-, CU ^ 3 a) cd d 3 bc > O d cu > • r-H u T : cu -O d cd cu o N U CU d X3 » S c O > o CU o N u -i-> . r * CU 3 m cd d CQ bc > o 13 d d X3 a i co r - H 05 • * ^ OS CO O i O C O 0 3 L O r^ i - i c~ t — 0 0 C M <x> LO C~ ^ a> 00 CO CM CM LO CM • * LO <J5 CM CM CM i H co r-< CO 0 0 o CM CT3 O CM CM 00 -* ai r d co o co o CM r~ o CT5 O CM CD O I V 00 i H C-C i CM CT5 •* • < # CT5 C~ CTi C O <J> O C O L O L O a i LO r~ r - l i - H <y> t- c~-0 c~-0 C M O LO r H O » L O r~ •* L O 0 0 C i 0 0 C O C M -tf CO r - l CM LO CM ^H CM t ~ -L O en CM CM O o o • * t ~ c~ r H d CU bJD d • r-l d o u

a

T3 d cd i—i cc 0> •r-t r H h CU -d H-> d cu f - i P f — i cu cc co •p-H fn cu >

o

X J d cd TH cu TJ i—i cu O -4-> r d o 0) u -*-» r 3 T3 d cd — H "o K i T J Sn O O £ T3 d cd i — « o W T3 .y 3 N T J d cd r—1 CU CU N d cd JO cd pq i T3 r H O O Ä bc 3 £ • r-l co CU —H O ? H CU ai

S

co co CM co co co r-o co co 1 co LO LO ' O cc LO 1 co 1-1 o CD 1 - 1 i H LO CM O O CD CO CO CO 00 co 1 co co co CO co 00 co o co CT5 1 00 00 o co CM CM LO 1 cn • * CM CM LO CM r - l ' 0 0 r - l CM O O r H 1 T|H O O O r H ^ - 1 CT5 L O 0 0 ' i - l C O O S L O 0 0 L O C M C O r H 1 ^ LO LO CM CO CM 1 CO CM CM O O I-I co LO r - l O O o r - l r-LO l O o r H T3 d cd T H CU CU l d cd O H co OS O O 00 LO o o d cu si d co rH bD d • I - I i — i 'a; -I^> & 3 O -Q d cd J co •rH co cd

m

CU bc CU r ^ CU bO d • i — * •r-* N d 0) > • r H r - l T3 cu CU N <U P rH

(10)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hierbij is dus uitgegaan van een vast middenpeil van +20 cm NAP (40 cm hoger dan het huidige winterpeil) om inzicht te geven in de gevolgen van zeespiegelstijging voor het

In de meeste land- en tuinbouwsectoren moeten de bedrijven een omvang hebben die ruim boven de gemiddelde bedrijfsgrootte ligt, om enigszins aanspraak te kunnen maken op een

- Onderhoudt materialen en middelen zorgvuldig en zorgt dat materialen en informatie per klant bij elkaar blijven - Werkt bij de vervaardiging van het model volgens de afspraken met

Vlak voor het onderzoek wordt meestal gevraagd dat je kind nog eens plast, zodat de blaas leeg is.. • Indien de begeleider van het kind zwanger is, meld dit dan op voorhand even

Immunohistochemische kleuring voor E-cadherine kon een deel van de pathogenese verklaren door aan te tonen dat de pagetoïde spreiding in dit geval veroorzaakt werd door een

Progression of radiographic findings included increased soft tissue swelling (also involving the right stifle), increased conspicuity of the radiolucent areas within

nog niet gereed. Het drogestofgehalte en de refractie waren in de tweede parallel van de proef zeer betrouwbaar hoger, dan in de eerste parallel. De osmotische waarde gaf tussen

Heeft men, al dan niet op grond van de gedachte van de periodiciteit der teelten, het optimum beloop van de relatie plantdata x straling aan- vaard en tekent men soortgelijke